Word abonnee
Meer

Basketbal

Dinja en Joeri van Liere: Wereldveroveraars

Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Golf

Joost Luiten: ‘Nu staat mijn zoontje op één’

Joost Luiten Joost Luiten (38) is al jaren het gezicht van golf in Nederland. Hij won zes toernooien op de Europese Tour, onder andere twee keer de KLM Open. In december vorig jaar werden hij en zijn vrouw Melanie de trotse ouders van zoontje Dex. Het leven lacht hem toe, maar dat is niet altijd zo geweest. Een burn-out beheerste een tijdje zijn leven. In Helden Magazine nummer 72 leggen we hem in aanloop naar de KLM Open – tussen 20 en 23 juni op The International in Amsterdam – vijf stellingen voor. [caption id="attachment_20104" align="alignnone" width="1200"] Trotse vader Joost met zoon Dex.[/caption] Sinds de geboorte van mijn zoontje Dex gooi ik mijn golfclubs niet meer in de boom “Ik ben misschien iets rustiger, maar die passie voor golf heb ik nog steeds. Wij zijn dag in dag uit bezig met dat spelletje en dat gaat zo in je kop zitten. Soms wordt het mij ook even te veel, dan knapt er iets en moet ik even mijn frustraties kwijt. Is niet altijd goed, maar het gebeurt in een split second. Dat ik mijn clubs in de boom gooide, ging viral.” Het gebeurde in november in Dubai dat je drie clubs in een boom gooide. Je klom er overigens niet zelf in om ze eruit te halen. Lachend: “Even nuanceren: ik gooide één club de boom in en die bleef hangen. Ik dacht: hoe krijg ik die er nu uit? Dus ik probeerde met een andere club die eruit te krijgen. Voor ik er erg in had, hingen er drie clubs in de boom. Een toeschouwer filmde dat en na afloop kwamen mensen van de Tour naar me toe met de vraag of ze het filmpje mochten gebruiken. De meeste spelers willen dat niet op social media hebben, maar ik dacht: waarom niet? Ik ben daar misschien wat makkelijker in dan anderen. Als ik het bij anderen zie gebeuren, lach ik me ook kapot. Toen ik het terugzag, moest ik heel hard lachen. Je moet ook een beetje zelfspot hebben, toch? Ik heb er heel veel reacties op gekregen van collega’s. Zij maakten er grapjes over, maar snapten tegelijkertijd precies waar ik doorheen ging op dat moment. Je hebt vandaag de dag met imago en sponsors te maken, maar ik vind: je moet jezelf niet te serieus nemen. Als iemand hier aanstoot aan neemt, tja...” Op 19 december afgelopen jaar werd je voor het eerst vader. Hoe is het leven als golfpapa? “Ik deel het leven iets anders in. Er is nu nog iets waar ik mijn focus op heb. Vroeger waren dat golf en mijn vrouw Melanie. Nu is daar ons zoontje Dex bijgekomen. Als ik in Nederland ben, merk ik vooral dat de indeling van mijn dagen anders is. Ik moet hem ook verzorgen, hij heeft aandacht nodig. Vind ik onwijs leuk, maar ik moest in het begin wel wennen. Hoe moest ik mijn tijd indelen? Wanneer had ik tijd om te trainen? Tot december stond golf op één en deelde ik de rest daaromheen in. Nu staat Dex op één en moet ik golf eromheen plannen als ik thuis ben. Het is ook heerlijk als ik drie weken weg ben geweest en het alleen maar golf, golf en nog eens golf is geweest, ik even afleiding heb als ik weer hier ben. Het vaderschap relativeert. Ik ben dus zeker als ik in Nederland vertoef wel veranderd.” Is het lastiger om van huis te gaan sinds je vader bent? “Nu nog niet. Ik ben al achttien jaar lang heel veel van huis weg. Er is altijd wel wat waar ik niet bij kan zijn of wat ik mis. Ik kan niet bij elk feestje zijn. Wat Dex betreft, denk ik dat ik het lastiger ga vinden om weg te gaan als hij doorkrijgt dat hij papa weer een tijdje moet missen. Dat hoor ik ook van collega’s die vader zijn. Nu heeft hij dat nog niet door en vind ik het lastiger om Mel alleen achter te laten. Zij moet al het werk met Dex in haar eentje doen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Joost Luiten komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen.
Joost Luiten Joost Luiten (38) is al jaren het gezicht van golf in Nederland. Hij won zes toernooien op de Europese Tour, onder andere twee keer de KLM Open. In december vorig jaar werden hij en zijn vrouw Melanie de trotse ouders van zoontje Dex. Het leven lacht hem toe, maar dat is niet altijd zo geweest. Een burn-out beheerste een tijdje zijn leven. In Helden Magazine nummer 72 leggen we hem in aanloop naar de KLM Open – tussen 20 en 23 juni op The International in Amsterdam – vijf stellingen voor. [caption id="attachment_20104" align="alignnone" width="1200"] Trotse vader Joost met zoon Dex.[/caption] Sinds de geboorte van mijn zoontje Dex gooi ik mijn golfclubs niet meer in de boom “Ik ben misschien iets rustiger, maar die passie voor golf heb ik nog steeds. Wij zijn dag in dag uit bezig met dat spelletje en dat gaat zo in je kop zitten. Soms wordt het mij ook even te veel, dan knapt er iets en moet ik even mijn frustraties kwijt. Is niet altijd goed, maar het gebeurt in een split second. Dat ik mijn clubs in de boom gooide, ging viral.” Het gebeurde in november in Dubai dat je drie clubs in een boom gooide. Je klom er overigens niet zelf in om ze eruit te halen. Lachend: “Even nuanceren: ik gooide één club de boom in en die bleef hangen. Ik dacht: hoe krijg ik die er nu uit? Dus ik probeerde met een andere club die eruit te krijgen. Voor ik er erg in had, hingen er drie clubs in de boom. Een toeschouwer filmde dat en na afloop kwamen mensen van de Tour naar me toe met de vraag of ze het filmpje mochten gebruiken. De meeste spelers willen dat niet op social media hebben, maar ik dacht: waarom niet? Ik ben daar misschien wat makkelijker in dan anderen. Als ik het bij anderen zie gebeuren, lach ik me ook kapot. Toen ik het terugzag, moest ik heel hard lachen. Je moet ook een beetje zelfspot hebben, toch? Ik heb er heel veel reacties op gekregen van collega’s. Zij maakten er grapjes over, maar snapten tegelijkertijd precies waar ik doorheen ging op dat moment. Je hebt vandaag de dag met imago en sponsors te maken, maar ik vind: je moet jezelf niet te serieus nemen. Als iemand hier aanstoot aan neemt, tja...” Op 19 december afgelopen jaar werd je voor het eerst vader. Hoe is het leven als golfpapa? “Ik deel het leven iets anders in. Er is nu nog iets waar ik mijn focus op heb. Vroeger waren dat golf en mijn vrouw Melanie. Nu is daar ons zoontje Dex bijgekomen. Als ik in Nederland ben, merk ik vooral dat de indeling van mijn dagen anders is. Ik moet hem ook verzorgen, hij heeft aandacht nodig. Vind ik onwijs leuk, maar ik moest in het begin wel wennen. Hoe moest ik mijn tijd indelen? Wanneer had ik tijd om te trainen? Tot december stond golf op één en deelde ik de rest daaromheen in. Nu staat Dex op één en moet ik golf eromheen plannen als ik thuis ben. Het is ook heerlijk als ik drie weken weg ben geweest en het alleen maar golf, golf en nog eens golf is geweest, ik even afleiding heb als ik weer hier ben. Het vaderschap relativeert. Ik ben dus zeker als ik in Nederland vertoef wel veranderd.” Is het lastiger om van huis te gaan sinds je vader bent? “Nu nog niet. Ik ben al achttien jaar lang heel veel van huis weg. Er is altijd wel wat waar ik niet bij kan zijn of wat ik mis. Ik kan niet bij elk feestje zijn. Wat Dex betreft, denk ik dat ik het lastiger ga vinden om weg te gaan als hij doorkrijgt dat hij papa weer een tijdje moet missen. Dat hoor ik ook van collega’s die vader zijn. Nu heeft hij dat nog niet door en vind ik het lastiger om Mel alleen achter te laten. Zij moet al het werk met Dex in haar eentje doen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Joost Luiten komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen.

Marathon

Anne Luijten: ‘Je zou haast in magie gaan geloven’

Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Mijn carrière als atlete zegde ik in mijn hoofd vaarwel, ik besloot in 2020 fulltime te gaan werken bij de gemeente Arnhem. Ik maakte me altijd al zorgen om de opwarming van de aarde en wat dat betekent voor mens en dier. In mijn werk hou ik me daar op lokaal niveau mee bezig. Ik mag in Arnhem buurtinitiatieven helpen werkelijkheid te worden, vooral op het gebied van klimaatadaptatie. Ik help versteende pleinen te vergroenen, zodat daar minder hittestress en wateroverlast is. Ik maak me hard voor meer bomen in de stad. Heel leuk om daaraan te mogen werken. Ik bleef naast mijn werk nog wel voor de lol hardlopen. Het leek me een leuke uitdaging om een keer een marathon te lopen, want dat had ik nog nooit gedaan. En dan natuurlijk het liefst die van Rotterdam. Ik liep bij mijn marathondebuut, in april 2022, een tijd van 2.36.34. Voor zo’n tijd koop je nog niks, maar de manier waarop ik die liep, gaf veel vertrouwen. Ik had vooraf tegen mijn coach John Jansen gezegd: ik wil er vooral plezier in hebben, me niet over de kop trainen en niet geblesseerd raken. Ik trainde toen iets van 130 kilometer in de week. Vooral in de namiddag, want ik werkte ook gewoon 36 uur in de week. Ik ging weg op een tijd van 2 uur en 38 minuten en het tempo dat ik liep, voelde voor mij – dat klinkt gek – echt als joggen. Na dertig kilometer voelde ik me nog net zo chill als na drie kilometer. Veel mensen hadden me van tevoren gewaarschuwd dat het na 35 kilometer pas echt zwaar zou worden. Ik dacht: jongens, het zal wel, maar ik ga nu echt versnellen. Ik pakte in de resterende twaalf kilometer nog anderhalve minuut op het tijdschema waarop ik van start ging. Ik verraste zelfs mijn coach: John dacht, net als veel anderen, dat ik waarschijnlijk niet zo’n goede marathonloper zou zijn. Na afloop wisten we: hier kunnen we wat mee, er is nog zoveel ruimte voor verbetering. Ik heb er nog nooit zo naar gekeken, maar achteraf kun je stellen dat die achillespeesblessure een geluk bij een ongeluk was. Anders had ik misschien nooit de switch naar de halve marathon en marathon gemaakt. Door het lot heb ik gevonden waar ik echt goed in ben. Daarna ging ik toewerken naar de Rotterdam Marathon van 2023. We hadden ingezet op 2 uur en 32 minuten. Net als bij mijn eerste marathon was David Hemstede mijn tempomaker en opnieuw liep ik een negative split, wat betekent dat ik het tweede deel van de marathon harder liep dan het eerste. Ik had opnieuw over op het einde, heb echt gesprint tot de streep. Ik liep halverwege al weg uit de groep mannen met wie ik tot dan toe had gelopen. Het was toen al lang en breed duidelijk dat ik Nederlands kampioen marathon zou worden, maar je moet altijd in je achterhoofd houden dat elke marathon de laatste kan zijn, omdat het veel van het lichaam eist. Dus elke kans om sneller te lopen dan je ooit hebt gedaan, moet je aangrijpen. Ik liep 2 uur 30 minuten en 59 seconden, kon vol trots zeggen dat ik een 2.30-loper was. De Rotterdam Marathon van 2023 was als een sprookje; ik won mijn eerste Nederlandse titel, liep een dik pr en mijn zieke papa was er gewoon bij. Hij hoefde niet zoveel te zeggen tijdens het meefietsen, zag aan mijn manier van lopen dat het goed ging. Het is voor een marathonloper vooral zaak om heel lang rustig te blijven: gedoseerd lopen en niet met krachten te smijten. Het was in tegenstelling tot de wedstrijd op de baan in het verleden niet nodig om me uitgebreid aan te moedigen. Papa zag dat het goed ging, zei af en toe wat en dan stak ik mijn duim op. Het was altijd heel fijn om hem bij me te hebben. Hij wist me tot rust te brengen, was altijd heel geduldig. Ik hoefde voor de start van mijn marathons, als ik op was van de zenuwen, maar naar hem te kijken en ik bedaarde al. Papa was echt een rots in de branding. Hij en mama waren nooit pusherig. Mama zei vaak alleen: ‘Als je er maar lol in hebt.’ Papa wist wat meer van sport omdat hij fanatiek had geroeid. Hij had ook dat competitieve in zich. Van ons drie, mijn zusje Femke, broertje Tom en ik, lijk ik het meest op papa. De gedrevenheid, alles uit jezelf willen halen; dat hadden we gemeen. En we waren bijvoorbeeld ook allebei niet goed in small talk op feestjes. Bij mensen die ik ken, voel ik me op mijn gemak, maar als ik bij wijze van spreken over het weer moet gaan praten om het ijs te breken, dan kost me dat alleen maar energie. Papa bleef liever thuis als hij ergens heen moest waar hij de mensen niet kende. Mama trok hem dan wel mee, hoor. Zij, Tom en Femke zijn veel socialer. Van mijn vader heb ik ook dat rationele. Ik droomde nooit van de Olympische Spelen toen ik op de baan liep. Simpelweg omdat deelname, met de tijden die ik liep, niet reëel was. Toen ik in Rotterdam ineens Nederlands kampioen op de marathon werd, kwam er veel op me af. Papa vond het zo mooi om te zien. We wisten toen al dat hij ziek was en dat had ik voor de marathon ook verteld in een interview met De Gelderlander. Ik ben altijd heel open, dus ook daarover. Rond de kerstdagen zaten wij als gezin altijd in een huisje ergens in Nederland. Ik kwam eind 2022 vrolijk aan met mijn vriend Nick. Bij het eten zei papa: ‘Ga maar even zitten, want ik heb niet zulk leuk nieuws.’ Hij had al gezien dat er iets mis was rond de alvleesklier. De dag na kerst moesten we naar het ziekenhuis in Delft en daar hoorden we dat hij een tumor had en dat die zeer waarschijnlijk kwaadaardig was. Op de terugweg naar het vakantiehuisje in Drenthe zaten we allemaal te huilen. Al snel werd het vermoeden bevestigd en begon de ellende. We wisten meteen dat de diagnose alvleesklierkanker een heel slechte was. Papa was 59 toen hij het hoorde en hij was de gezondste 59-jarige die je je maar kon voorstellen. Hij had nooit gerookt, zelden gedronken, nooit overgewicht en veel gesport. Dan hoop je: misschien zit hij wel bij die vijf procent die na vijf jaar nog leeft. Helaas. Er vielen ook wat dingen op hun plaats. In de zomervakantie van 2022 had hij ineens heel weinig lucht, hij kwam tijdens het bergwandelen amper omhoog. Hij ging naar de dokter en bleek een longembolie te hebben. Er is toen niet verder gekeken. Daarna bleef hij klachten houden, maar dacht: dat is nog van die longembolie. Hij kon niet lekker liggen. Het bleef maar voortduren en toen is hij uiteindelijk weer naar de huisarts gegaan. Achteraf kun je redeneren dat die longembolie een gevolg was van de tumor die er toen al zat. Ik ben blijven hardlopen toen mijn vader ziek was. Of het mijn uitlaatklep was, weet ik niet... Het gaf me in elk geval houvast en een ritme. En ik kon goed over m’n vader praten met mijn hardloopmaatjes. Ik wist ook dat ik mijn vader er blij mee maakte als ik bleef lopen. Papa vond het altijd geweldig als hij mee kon naar een wedstrijd van me. Hij zocht veel afleiding tijdens zijn ziekte, zat liever niet thuis niks te doen want dan voelde hij zich het ziekst. Als hij lekker naar me kon kijken, dan maakten papa en mama er meteen een leuk weekendje van. Ze hebben er samen echt nog alles uitgehaald in die laatste maanden. Ik werkte toe naar de Amsterdam Marathon op 23 oktober, vond het heel mooi en leuk om daar met papa naartoe te werken en die nog samen met hem te beleven. Papa en mama zaten in hetzelfde hotel als ik. Nienke Brinkman, die ook zou lopen, was geblesseerd geraakt, en toen werd ik naar voren geschoven. Moest in het Rijksmuseum op komen draven voor mijn eerste persconferentie ooit. En toen riep ik met mijn grote mond dat ik voor de olympische limiet ging. Ik had het een paar weken ervoor met mijn vader besproken, toen de trainingen zo lekker gingen. Ik vroeg aan papa: wat vind je, moet ik voor de olympische limiet gaan? Het gevaar van vertrekken op 2.26.50 is dat je helemaal kapotgaat na dertig kilometer en eindigt met niks. Maar ik dacht ook: als ik ooit naar de Spelen wil, dan moet het nu. Papa zei: ‘Je moet het zelf weten, maar als ik jou was, zou ik ervoor gaan.’ Toen hakte ik de knoop door, zei: ik ga voor die olympische limiet. Ik vond het zo spannend. Een paar weken voor de Amsterdam Marathon liep ik de halve marathon in Breda op marathontempo. Ik werd Nederlands kampioen in 1.13.22 en wist daardoor precies wat ik daarna nog een keer 21 kilometer lang moest doen om de olympische limiet te lopen. Maar ik werd verkouden vlak voor de marathon en kreeg last van mijn knie. De nacht voor de wedstrijd sliep ik slecht. Op de dag zelf had ik het hele schema om op de olympische limiet uit te komen op mijn hand geschreven. Maar het regende, dus die tijden kon ik al snel niet meer lezen. Ik had een heel goede haas, Niels Esmeijer, die ben ik blindelings gaan volgen. Tussen kilometers 20 en 25 was het heel zwaar, er kwam ineens een storm opzetten. Daarna was het oogkleppen op en in een soort waas doorlopen tot de streep. Heel anders dan bij de andere twee marathons, toen kreeg ik best veel mee van wat er langs de kant gebeurde. Niels zei steeds: ‘We zitten ongeveer tien seconden onder het schema dat leidt tot de olympische limiet.’ Verder communiceerden we heel weinig. Hij had het heel goed door als ik een beetje terugviel, dan zakte hij zonder iets te zeggen ook terug en voerde hij het tempo daarna langzaam weer wat op. In het Vondelpark, een paar kilometer voor het einde, vroeg ik aan Niels: zitten we er nog steeds onder? Volgens Niels was dat het geval. Toen kwam het besef dat het weleens zou kunnen lukken. Maar tegelijkertijd kreeg ik het heel erg zwaar. Ik voelde niet meer of ik nog op tempo aan het lopen was. Tien seconden is dan niks. Ik heb het gered, liep 2.26.36, veertien tellen onder de limiet, was Niels heel erg dankbaar. Papa wachtte me op bij de finish in het Olympisch Stadion. Dat papa nog meemaakte dat ik de limiet liep, maakte het extra mooi. Als je dan bedenkt dat er zoveel dingen misgingen in de voorbereiding en tijdens de marathon en dat ik toch de limiet liep... Je zou haast denken: het moest zo zijn. Het is een verhaal voor een film waarvan je, als je hem hebt gezien, denkt: dat kan in het echt toch nooit? Ik geloof niet in magie, maar zou er haast in gaan geloven. Niet lang daarna, op 4 november, was er weer een mooie dag. Nick en ik trouwden op een schitterende locatie: Kasteel Doorwerth. We leerden elkaar kennen in Amerika, waar hij vandaan komt. Nick zat in het hardloopteam bij de mannen op de Universiteit van Portland. In het tweede jaar dat ik daar zat, in 2013, begonnen we met daten. Toen ik terugging, zei hij: ‘Ik kom voor jou naar Nederland.’ We hadden eerst een jaar een langeafstandsrelatie, Nick werkte nog. In 2018 kwam hij naar Arnhem, had Scheikunde gestudeerd en wilde hier een master Computerscience halen. Hij heeft zijn bachelor hier gehaald en is toen naar Zweden gegaan om zijn master te halen. Sinds 2020 zijn we weer samen en intussen spreekt Nick heel behoorlijk Nederlands. Hij doet zoveel voor me. Nick fietst vaak met me mee als ik train, kookt elke avond voor me. Ik heb ook tegen hem gezegd: als jij wil dat ik na de Spelen stop, dan doe ik dat zonder gevoelens van wrok. Het is niet altijd leuk dat jouw vrouw dag in dag uit om tien uur ’s avonds in bed ligt. Alle weekenden gaan ook op aan het hardlopen. Nick is in aanloop naar een marathon mijn meefietsende coach, koolhydratendrank- en waterdrager. Ondertussen wordt hij ook nog uitgekafferd als hij bij de marathonblokken net te hard of te langzaam fietst. Toen mijn vader ziek werd, zei ik tegen Nick: trouwen is geen must, maar als mijn vader overleden is, wil ik het niet meer, dus als je nog wat wil... Ik vond de gedachte dat mijn vader er niet meer bij zou zijn te verdrietig, wilde ook heel graag dat hij mij weg zou geven bij het altaar. Nick begreep de boodschap. Hij is vorig jaar met zijn broer naar IJsland gegaan en heeft daar in het geheim een verlovingsring gekocht. Voor de eerste voorbereiding op de Marathon van Amsterdam zijn we vier weken naar Sankt Moritz geweest. We hadden afgesproken dat hij één dag helemaal in mocht richten zoals hij het wilde, ook al paste dat niet in mijn trainingsschema. Nick nam me mee voor een wandeling naar een gletsjer. Hij had halverwege een lunch geregeld en toen we ’s avonds op de gletsjer waren, heeft hij me ten huwelijk gevraagd. Daarna hadden we minder dan drie maanden de tijd om het huwelijk te regelen. Tegelijkertijd kon de trouwerij niet voor de marathon plaatsvinden en moest het gezien de toestand van mijn vader zo snel mogelijk erna. Na de Amsterdam Marathon ging mijn vader snel achteruit. De bruiloft was heel zwaar voor hem, hij was echt heel ziek. Papa heeft me nog kunnen begeleiden naar het altaar, nog een mooie speech gehouden en heeft de hele dag meegemaakt. Veel mensen vragen me of ik wel heb kunnen genieten van mijn trouwdag. Ik vond het juist heel mooi dat papa er nog bij was. En niet alleen daarbij. De laatste wedstrijd die hij heeft gezien, was mijn allerbeste wedstrijd ooit. Eigenlijk is het heel raar dat ik de laatste tien maanden van mijn vaders leven mijn beste waren op sportief gebied. Ik ben daarom vooral dankbaar dat hij bij zulke belangrijke momenten in mijn leven nog aanwezig is geweest. Op 6 november, twee dagen na ons huwelijk, ging mijn vader naar het ziekenhuis voor een gesprek over een experimentele behandeling. Bij alvleesklierkanker doe je dat eigenlijk vooral omdat je daarmee andere mensen helpt, niet omdat je er zelf nog wat aan hebt. Papa kon niet meer, zijn lichaam was op, hij zag af van die behandeling. De chemo’s hielpen niet meer, hij kon niet meer eten en drinken. Op die dag besloten wij als gezin dat het mooi was geweest. Hij was opgelucht toen hij voor euthanasie koos. Precies een week later is die uitgevoerd. Papa is slechts zestig jaar geworden. Mijn vader was vlak voordat hij overleed vooral heel erg nieuwsgierig naar alles wat er nog ging gebeuren als hij er niet meer zou zijn. Hij was er heel graag bij geweest in Parijs. Hij vond het ook heel spannend, dacht: gaat ze er straks wel echt heen? Ik heb wel de limiet gelopen, maar per land mogen er maximaal drie atleten uitkomen op de marathon. Sifan Hassan en ik zijn tot op heden de enige twee Nederlanders die de limiet hebben gelopen, maar tot en met 30 april kunnen er altijd nog atleten onder mijn tijd lopen. Ik sta aan de start in Parijs of ik zit daar op de camping met vrienden en familie, omdat zij die toch al hebben afgehuurd. Ook gezellig, maar ik ga er liever heen om hard te lopen. Het is dus nog even afwachten, maar ik heb heel goede hoop. Mijn moeder heeft het leven na het overlijden van mijn vader gelukkig goed opgepakt. Zoals ik net al zei: mama is van de twee de sociaalste. Toen ik vorig jaar vertelde dat de Rotterdam Marathon beladen was voor me, omdat mijn vader ziek was, kwam dat meteen in het nieuws. Iedereen wist ineens dat papa ziek was. Veel mensen hebben de moeite genomen om langs te komen of om hem en mama een hart onder de riem te steken. De mensen die met mama mee hebben geleefd toen mijn vader ziek was, zijn ook na het overlijden van papa heel erg lief voor haar. Als ik erbij ben op de Spelen, dan gaat mama op de fiets naar Parijs. Ze is al hard aan het trainen. Naar alle mensen die haar uitnodigen, gaat ze op de fiets. Er zijn al iets van vijf mensen die met haar mee gaan fietsen om mij in actie te zien in Parijs. Hardloopmaatjes en collega’s van kantoor hebben ook hun tickets al geboekt. Maar op 14 april eerst de Rotterdam Marathon. Vorig jaar reed papa dus met me mee en die taak moet de rest van de familie nu maar op zich nemen. Ik heb in de drie marathons die ik heb gelopen elke keer mijn pr verbeterd, hopelijk lukt dat opnieuw. Niels Esmeijer zal opnieuw mijn haas zijn, daar ben ik blij mee. Het is steeds lastiger om een goede haas te vinden. Dat is een stuk moeilijker als je weggaat op een tijd van 2 uur 26 dan op 2 uur 36. Niels had tot de Amsterdam Marathon een pr van 2 uur 28 en doordat wij samen de limiet liepen, heeft hij de smaak ook helemaal te pakken. We halen het beste in elkaar naar boven. Op 4 april, vlak voor de Rotterdam Marathon, word ik dertig. Als vrouw in de topsport beginnen de jaren dan wel te tellen. Nick en ik willen ook graag kinderen. Mijn moeder was dertig toen ze mij kreeg. En ik wil niet te oud moeder worden. Nick zei tegen me: ‘Je mag na de Spelen nog wel even doorgaan, hoor.’ Dat ga ik dan ook doen. Dit jaar loop ik de EK halve marathon als voorbereiding op de Spelen. Over twee jaar is de EK marathon. Ik mag op de Spelen niet verwachten dat ik even top- 20 loop, maar op de EK in 2026 kan dat wellicht wel. Misschien dat dat mijn grote afscheidsmarathon wordt. Ik ben heel dankbaar voor alles wat ik nu meemaak. Ik had nooit verwacht dat ik überhaupt dit niveau zou halen. Het voelt allemaal als een bonus.” Helden Magazine 71 Het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Mijn carrière als atlete zegde ik in mijn hoofd vaarwel, ik besloot in 2020 fulltime te gaan werken bij de gemeente Arnhem. Ik maakte me altijd al zorgen om de opwarming van de aarde en wat dat betekent voor mens en dier. In mijn werk hou ik me daar op lokaal niveau mee bezig. Ik mag in Arnhem buurtinitiatieven helpen werkelijkheid te worden, vooral op het gebied van klimaatadaptatie. Ik help versteende pleinen te vergroenen, zodat daar minder hittestress en wateroverlast is. Ik maak me hard voor meer bomen in de stad. Heel leuk om daaraan te mogen werken. Ik bleef naast mijn werk nog wel voor de lol hardlopen. Het leek me een leuke uitdaging om een keer een marathon te lopen, want dat had ik nog nooit gedaan. En dan natuurlijk het liefst die van Rotterdam. Ik liep bij mijn marathondebuut, in april 2022, een tijd van 2.36.34. Voor zo’n tijd koop je nog niks, maar de manier waarop ik die liep, gaf veel vertrouwen. Ik had vooraf tegen mijn coach John Jansen gezegd: ik wil er vooral plezier in hebben, me niet over de kop trainen en niet geblesseerd raken. Ik trainde toen iets van 130 kilometer in de week. Vooral in de namiddag, want ik werkte ook gewoon 36 uur in de week. Ik ging weg op een tijd van 2 uur en 38 minuten en het tempo dat ik liep, voelde voor mij – dat klinkt gek – echt als joggen. Na dertig kilometer voelde ik me nog net zo chill als na drie kilometer. Veel mensen hadden me van tevoren gewaarschuwd dat het na 35 kilometer pas echt zwaar zou worden. Ik dacht: jongens, het zal wel, maar ik ga nu echt versnellen. Ik pakte in de resterende twaalf kilometer nog anderhalve minuut op het tijdschema waarop ik van start ging. Ik verraste zelfs mijn coach: John dacht, net als veel anderen, dat ik waarschijnlijk niet zo’n goede marathonloper zou zijn. Na afloop wisten we: hier kunnen we wat mee, er is nog zoveel ruimte voor verbetering. Ik heb er nog nooit zo naar gekeken, maar achteraf kun je stellen dat die achillespeesblessure een geluk bij een ongeluk was. Anders had ik misschien nooit de switch naar de halve marathon en marathon gemaakt. Door het lot heb ik gevonden waar ik echt goed in ben. Daarna ging ik toewerken naar de Rotterdam Marathon van 2023. We hadden ingezet op 2 uur en 32 minuten. Net als bij mijn eerste marathon was David Hemstede mijn tempomaker en opnieuw liep ik een negative split, wat betekent dat ik het tweede deel van de marathon harder liep dan het eerste. Ik had opnieuw over op het einde, heb echt gesprint tot de streep. Ik liep halverwege al weg uit de groep mannen met wie ik tot dan toe had gelopen. Het was toen al lang en breed duidelijk dat ik Nederlands kampioen marathon zou worden, maar je moet altijd in je achterhoofd houden dat elke marathon de laatste kan zijn, omdat het veel van het lichaam eist. Dus elke kans om sneller te lopen dan je ooit hebt gedaan, moet je aangrijpen. Ik liep 2 uur 30 minuten en 59 seconden, kon vol trots zeggen dat ik een 2.30-loper was. De Rotterdam Marathon van 2023 was als een sprookje; ik won mijn eerste Nederlandse titel, liep een dik pr en mijn zieke papa was er gewoon bij. Hij hoefde niet zoveel te zeggen tijdens het meefietsen, zag aan mijn manier van lopen dat het goed ging. Het is voor een marathonloper vooral zaak om heel lang rustig te blijven: gedoseerd lopen en niet met krachten te smijten. Het was in tegenstelling tot de wedstrijd op de baan in het verleden niet nodig om me uitgebreid aan te moedigen. Papa zag dat het goed ging, zei af en toe wat en dan stak ik mijn duim op. Het was altijd heel fijn om hem bij me te hebben. Hij wist me tot rust te brengen, was altijd heel geduldig. Ik hoefde voor de start van mijn marathons, als ik op was van de zenuwen, maar naar hem te kijken en ik bedaarde al. Papa was echt een rots in de branding. Hij en mama waren nooit pusherig. Mama zei vaak alleen: ‘Als je er maar lol in hebt.’ Papa wist wat meer van sport omdat hij fanatiek had geroeid. Hij had ook dat competitieve in zich. Van ons drie, mijn zusje Femke, broertje Tom en ik, lijk ik het meest op papa. De gedrevenheid, alles uit jezelf willen halen; dat hadden we gemeen. En we waren bijvoorbeeld ook allebei niet goed in small talk op feestjes. Bij mensen die ik ken, voel ik me op mijn gemak, maar als ik bij wijze van spreken over het weer moet gaan praten om het ijs te breken, dan kost me dat alleen maar energie. Papa bleef liever thuis als hij ergens heen moest waar hij de mensen niet kende. Mama trok hem dan wel mee, hoor. Zij, Tom en Femke zijn veel socialer. Van mijn vader heb ik ook dat rationele. Ik droomde nooit van de Olympische Spelen toen ik op de baan liep. Simpelweg omdat deelname, met de tijden die ik liep, niet reëel was. Toen ik in Rotterdam ineens Nederlands kampioen op de marathon werd, kwam er veel op me af. Papa vond het zo mooi om te zien. We wisten toen al dat hij ziek was en dat had ik voor de marathon ook verteld in een interview met De Gelderlander. Ik ben altijd heel open, dus ook daarover. Rond de kerstdagen zaten wij als gezin altijd in een huisje ergens in Nederland. Ik kwam eind 2022 vrolijk aan met mijn vriend Nick. Bij het eten zei papa: ‘Ga maar even zitten, want ik heb niet zulk leuk nieuws.’ Hij had al gezien dat er iets mis was rond de alvleesklier. De dag na kerst moesten we naar het ziekenhuis in Delft en daar hoorden we dat hij een tumor had en dat die zeer waarschijnlijk kwaadaardig was. Op de terugweg naar het vakantiehuisje in Drenthe zaten we allemaal te huilen. Al snel werd het vermoeden bevestigd en begon de ellende. We wisten meteen dat de diagnose alvleesklierkanker een heel slechte was. Papa was 59 toen hij het hoorde en hij was de gezondste 59-jarige die je je maar kon voorstellen. Hij had nooit gerookt, zelden gedronken, nooit overgewicht en veel gesport. Dan hoop je: misschien zit hij wel bij die vijf procent die na vijf jaar nog leeft. Helaas. Er vielen ook wat dingen op hun plaats. In de zomervakantie van 2022 had hij ineens heel weinig lucht, hij kwam tijdens het bergwandelen amper omhoog. Hij ging naar de dokter en bleek een longembolie te hebben. Er is toen niet verder gekeken. Daarna bleef hij klachten houden, maar dacht: dat is nog van die longembolie. Hij kon niet lekker liggen. Het bleef maar voortduren en toen is hij uiteindelijk weer naar de huisarts gegaan. Achteraf kun je redeneren dat die longembolie een gevolg was van de tumor die er toen al zat. Ik ben blijven hardlopen toen mijn vader ziek was. Of het mijn uitlaatklep was, weet ik niet... Het gaf me in elk geval houvast en een ritme. En ik kon goed over m’n vader praten met mijn hardloopmaatjes. Ik wist ook dat ik mijn vader er blij mee maakte als ik bleef lopen. Papa vond het altijd geweldig als hij mee kon naar een wedstrijd van me. Hij zocht veel afleiding tijdens zijn ziekte, zat liever niet thuis niks te doen want dan voelde hij zich het ziekst. Als hij lekker naar me kon kijken, dan maakten papa en mama er meteen een leuk weekendje van. Ze hebben er samen echt nog alles uitgehaald in die laatste maanden. Ik werkte toe naar de Amsterdam Marathon op 23 oktober, vond het heel mooi en leuk om daar met papa naartoe te werken en die nog samen met hem te beleven. Papa en mama zaten in hetzelfde hotel als ik. Nienke Brinkman, die ook zou lopen, was geblesseerd geraakt, en toen werd ik naar voren geschoven. Moest in het Rijksmuseum op komen draven voor mijn eerste persconferentie ooit. En toen riep ik met mijn grote mond dat ik voor de olympische limiet ging. Ik had het een paar weken ervoor met mijn vader besproken, toen de trainingen zo lekker gingen. Ik vroeg aan papa: wat vind je, moet ik voor de olympische limiet gaan? Het gevaar van vertrekken op 2.26.50 is dat je helemaal kapotgaat na dertig kilometer en eindigt met niks. Maar ik dacht ook: als ik ooit naar de Spelen wil, dan moet het nu. Papa zei: ‘Je moet het zelf weten, maar als ik jou was, zou ik ervoor gaan.’ Toen hakte ik de knoop door, zei: ik ga voor die olympische limiet. Ik vond het zo spannend. Een paar weken voor de Amsterdam Marathon liep ik de halve marathon in Breda op marathontempo. Ik werd Nederlands kampioen in 1.13.22 en wist daardoor precies wat ik daarna nog een keer 21 kilometer lang moest doen om de olympische limiet te lopen. Maar ik werd verkouden vlak voor de marathon en kreeg last van mijn knie. De nacht voor de wedstrijd sliep ik slecht. Op de dag zelf had ik het hele schema om op de olympische limiet uit te komen op mijn hand geschreven. Maar het regende, dus die tijden kon ik al snel niet meer lezen. Ik had een heel goede haas, Niels Esmeijer, die ben ik blindelings gaan volgen. Tussen kilometers 20 en 25 was het heel zwaar, er kwam ineens een storm opzetten. Daarna was het oogkleppen op en in een soort waas doorlopen tot de streep. Heel anders dan bij de andere twee marathons, toen kreeg ik best veel mee van wat er langs de kant gebeurde. Niels zei steeds: ‘We zitten ongeveer tien seconden onder het schema dat leidt tot de olympische limiet.’ Verder communiceerden we heel weinig. Hij had het heel goed door als ik een beetje terugviel, dan zakte hij zonder iets te zeggen ook terug en voerde hij het tempo daarna langzaam weer wat op. In het Vondelpark, een paar kilometer voor het einde, vroeg ik aan Niels: zitten we er nog steeds onder? Volgens Niels was dat het geval. Toen kwam het besef dat het weleens zou kunnen lukken. Maar tegelijkertijd kreeg ik het heel erg zwaar. Ik voelde niet meer of ik nog op tempo aan het lopen was. Tien seconden is dan niks. Ik heb het gered, liep 2.26.36, veertien tellen onder de limiet, was Niels heel erg dankbaar. Papa wachtte me op bij de finish in het Olympisch Stadion. Dat papa nog meemaakte dat ik de limiet liep, maakte het extra mooi. Als je dan bedenkt dat er zoveel dingen misgingen in de voorbereiding en tijdens de marathon en dat ik toch de limiet liep... Je zou haast denken: het moest zo zijn. Het is een verhaal voor een film waarvan je, als je hem hebt gezien, denkt: dat kan in het echt toch nooit? Ik geloof niet in magie, maar zou er haast in gaan geloven. Niet lang daarna, op 4 november, was er weer een mooie dag. Nick en ik trouwden op een schitterende locatie: Kasteel Doorwerth. We leerden elkaar kennen in Amerika, waar hij vandaan komt. Nick zat in het hardloopteam bij de mannen op de Universiteit van Portland. In het tweede jaar dat ik daar zat, in 2013, begonnen we met daten. Toen ik terugging, zei hij: ‘Ik kom voor jou naar Nederland.’ We hadden eerst een jaar een langeafstandsrelatie, Nick werkte nog. In 2018 kwam hij naar Arnhem, had Scheikunde gestudeerd en wilde hier een master Computerscience halen. Hij heeft zijn bachelor hier gehaald en is toen naar Zweden gegaan om zijn master te halen. Sinds 2020 zijn we weer samen en intussen spreekt Nick heel behoorlijk Nederlands. Hij doet zoveel voor me. Nick fietst vaak met me mee als ik train, kookt elke avond voor me. Ik heb ook tegen hem gezegd: als jij wil dat ik na de Spelen stop, dan doe ik dat zonder gevoelens van wrok. Het is niet altijd leuk dat jouw vrouw dag in dag uit om tien uur ’s avonds in bed ligt. Alle weekenden gaan ook op aan het hardlopen. Nick is in aanloop naar een marathon mijn meefietsende coach, koolhydratendrank- en waterdrager. Ondertussen wordt hij ook nog uitgekafferd als hij bij de marathonblokken net te hard of te langzaam fietst. Toen mijn vader ziek werd, zei ik tegen Nick: trouwen is geen must, maar als mijn vader overleden is, wil ik het niet meer, dus als je nog wat wil... Ik vond de gedachte dat mijn vader er niet meer bij zou zijn te verdrietig, wilde ook heel graag dat hij mij weg zou geven bij het altaar. Nick begreep de boodschap. Hij is vorig jaar met zijn broer naar IJsland gegaan en heeft daar in het geheim een verlovingsring gekocht. Voor de eerste voorbereiding op de Marathon van Amsterdam zijn we vier weken naar Sankt Moritz geweest. We hadden afgesproken dat hij één dag helemaal in mocht richten zoals hij het wilde, ook al paste dat niet in mijn trainingsschema. Nick nam me mee voor een wandeling naar een gletsjer. Hij had halverwege een lunch geregeld en toen we ’s avonds op de gletsjer waren, heeft hij me ten huwelijk gevraagd. Daarna hadden we minder dan drie maanden de tijd om het huwelijk te regelen. Tegelijkertijd kon de trouwerij niet voor de marathon plaatsvinden en moest het gezien de toestand van mijn vader zo snel mogelijk erna. Na de Amsterdam Marathon ging mijn vader snel achteruit. De bruiloft was heel zwaar voor hem, hij was echt heel ziek. Papa heeft me nog kunnen begeleiden naar het altaar, nog een mooie speech gehouden en heeft de hele dag meegemaakt. Veel mensen vragen me of ik wel heb kunnen genieten van mijn trouwdag. Ik vond het juist heel mooi dat papa er nog bij was. En niet alleen daarbij. De laatste wedstrijd die hij heeft gezien, was mijn allerbeste wedstrijd ooit. Eigenlijk is het heel raar dat ik de laatste tien maanden van mijn vaders leven mijn beste waren op sportief gebied. Ik ben daarom vooral dankbaar dat hij bij zulke belangrijke momenten in mijn leven nog aanwezig is geweest. Op 6 november, twee dagen na ons huwelijk, ging mijn vader naar het ziekenhuis voor een gesprek over een experimentele behandeling. Bij alvleesklierkanker doe je dat eigenlijk vooral omdat je daarmee andere mensen helpt, niet omdat je er zelf nog wat aan hebt. Papa kon niet meer, zijn lichaam was op, hij zag af van die behandeling. De chemo’s hielpen niet meer, hij kon niet meer eten en drinken. Op die dag besloten wij als gezin dat het mooi was geweest. Hij was opgelucht toen hij voor euthanasie koos. Precies een week later is die uitgevoerd. Papa is slechts zestig jaar geworden. Mijn vader was vlak voordat hij overleed vooral heel erg nieuwsgierig naar alles wat er nog ging gebeuren als hij er niet meer zou zijn. Hij was er heel graag bij geweest in Parijs. Hij vond het ook heel spannend, dacht: gaat ze er straks wel echt heen? Ik heb wel de limiet gelopen, maar per land mogen er maximaal drie atleten uitkomen op de marathon. Sifan Hassan en ik zijn tot op heden de enige twee Nederlanders die de limiet hebben gelopen, maar tot en met 30 april kunnen er altijd nog atleten onder mijn tijd lopen. Ik sta aan de start in Parijs of ik zit daar op de camping met vrienden en familie, omdat zij die toch al hebben afgehuurd. Ook gezellig, maar ik ga er liever heen om hard te lopen. Het is dus nog even afwachten, maar ik heb heel goede hoop. Mijn moeder heeft het leven na het overlijden van mijn vader gelukkig goed opgepakt. Zoals ik net al zei: mama is van de twee de sociaalste. Toen ik vorig jaar vertelde dat de Rotterdam Marathon beladen was voor me, omdat mijn vader ziek was, kwam dat meteen in het nieuws. Iedereen wist ineens dat papa ziek was. Veel mensen hebben de moeite genomen om langs te komen of om hem en mama een hart onder de riem te steken. De mensen die met mama mee hebben geleefd toen mijn vader ziek was, zijn ook na het overlijden van papa heel erg lief voor haar. Als ik erbij ben op de Spelen, dan gaat mama op de fiets naar Parijs. Ze is al hard aan het trainen. Naar alle mensen die haar uitnodigen, gaat ze op de fiets. Er zijn al iets van vijf mensen die met haar mee gaan fietsen om mij in actie te zien in Parijs. Hardloopmaatjes en collega’s van kantoor hebben ook hun tickets al geboekt. Maar op 14 april eerst de Rotterdam Marathon. Vorig jaar reed papa dus met me mee en die taak moet de rest van de familie nu maar op zich nemen. Ik heb in de drie marathons die ik heb gelopen elke keer mijn pr verbeterd, hopelijk lukt dat opnieuw. Niels Esmeijer zal opnieuw mijn haas zijn, daar ben ik blij mee. Het is steeds lastiger om een goede haas te vinden. Dat is een stuk moeilijker als je weggaat op een tijd van 2 uur 26 dan op 2 uur 36. Niels had tot de Amsterdam Marathon een pr van 2 uur 28 en doordat wij samen de limiet liepen, heeft hij de smaak ook helemaal te pakken. We halen het beste in elkaar naar boven. Op 4 april, vlak voor de Rotterdam Marathon, word ik dertig. Als vrouw in de topsport beginnen de jaren dan wel te tellen. Nick en ik willen ook graag kinderen. Mijn moeder was dertig toen ze mij kreeg. En ik wil niet te oud moeder worden. Nick zei tegen me: ‘Je mag na de Spelen nog wel even doorgaan, hoor.’ Dat ga ik dan ook doen. Dit jaar loop ik de EK halve marathon als voorbereiding op de Spelen. Over twee jaar is de EK marathon. Ik mag op de Spelen niet verwachten dat ik even top- 20 loop, maar op de EK in 2026 kan dat wellicht wel. Misschien dat dat mijn grote afscheidsmarathon wordt. Ik ben heel dankbaar voor alles wat ik nu meemaak. Ik had nooit verwacht dat ik überhaupt dit niveau zou halen. Het voelt allemaal als een bonus.” Helden Magazine 71 Het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Golf

Anne van Dam: ‘Ik ben toch best aardig terechtgekomen’

  Anne van Dam (27) is de beste golfster [...]
  Anne van Dam (27) is de beste golfster van Nederland. Ze woont en speelt al sinds 2019 in Amerika. De komende tijd zal ze meer in Europa te zien zijn, te beginnen bij de Big Green Egg Open (8-10 september in Hilversum). “Golf mag, in de goede zin van het woord, best wat sexyer en aantrekkelijker gemaakt [...]

Windsurfen

Kiran Badloe: ‘Ik wil iets unieks doen’

Kiran Badloe (28) won in 2021 olympisch goud als windsurfer. Daarna maakte hij de overstap naar de nieuwe olympische iQFoil-klasse. Kiran heeft letterlijk en figuurlijk een transformatie ondergaan, zo is hij ruim twintig kilo aangekomen. Na de laatste olympisch kampioen in de RS:X zou hij dolgraag de eerste gouden olympische plak als foiler pakken. In aanloop naar het WK in Den Haag (10-20 augustus) doet hij zijn verhaal. Nieuw lichaam “Vergelijk het met een langebaanschaatser die de overstap maakt naar het shorttracken. Die stapt in een andere wereld. Je trekt voor allebei de takken van sport schaatsen aan, maar daar houdt zo’n beetje de vergelijking op. Of neem een wegwielrenner die ineens besluit te gaan BMX’en. Je moet op allebei de fietsen trappen, maar verder is het totaal anders. Of een atleet die de overstap maakt van de 200 meter naar de 400 meter horden. Zo moet je mijn overstap van de RS:X-klasse naar de iQFoil- klasse ook zien. Ik vaar met een andere plank, met ander materiaal. Met windsurfen moest ik mijn board door het water sturen en nu zweef ik met mijn plank boven het water. Daar komen heel andere technieken bij kijken. Ik moet mijn zeil op een andere manier trimmen en doordat we met een hogere snelheid varen, moet ik ook de wind anders ‘lezen’ dan voorheen. En voor het foilen ben ik ook ruim twintig kilo aangekomen. Voorheen moest ik mijn board niet te diep in het water drukken, dat gaf te veel weerstand. Nu ik boven het water zweef, is het juist goed om de foil, het uitsteeksel onder de plank, in het water te drukken. De foil wil door de snelheid en de wind juist alleen maar het water uit. Je hebt gewicht nodig om dat tegen te houden, om tegendruk te geven. Mijn coach Aaron McIntosh zag dat de zwaardere jongens harder gingen, dus we wisten wat me te doen stond. Op de Spelen in Tokio woog ik rond de zeventig kilo en nu ben ik 94 kilo. En dat heb ik niet voor elkaar gekregen door dagelijks bij de McDonald’s te zitten. Ik heb het gedaan met veel krachttraining en door juist gezond te eten. Voorheen leefde ik op een paar eitjes, toast, avocado en een glaasje sap. Na mijn overstap ben ik vooral veel meer gaan eten, diëtisten zagen erop toe dat het op een verantwoorde manier gebeurde. Elke twee of drie uur moest ik wat eten. Veel koolhydraten en proteïnen. Ik heb heel wat eieren gegeten. En bakken havermout. In het begin protesteerde m’n lichaam ook wel, ik was niet gewend om zoveel te eten. Vaak had ik geen honger, maar moest ik toch eten. Ik gooide voor mijn ontbijt ook vaak een deel in de blender, als shake kreeg ik het sneller en beter weg. Ik heb ook een heel nieuwe garderobe aan moeten schaffen. Mijn vriendin Nicky kreeg qua uiterlijk een heel nieuwe vriend. Ik moest er even aan wennen als ik mezelf in de spiegel zag, maar ben er nu aan gewend. Ik merk dat het lichaam dat ik nu heb ook veel beter bij me past. Nicky en mijn ouders vinden het ook beter voor me hoe ik er nu uitzie. Ik ben 1,96 meter en ben jarenlang wel heel erg licht geweest. Dat was jarenlang ‘normaal’, maar eigenlijk zag ik er ongezond uit, ik was zo mager. Op foto’s van mij in aanloop naar de Spelen, toen ik toch nog even twee kilo lichter wilde zijn dan ik gewend was, zie je elk botje. Niet dat ik anorexia had, maar zwaar ondergewicht kun je het wel noemen. Ik had sinds mijn veertiende een routine wat eten betreft waardoor ik precies op mijn ideale gewicht voor de RS:X-klasse bleef. Ik kon af en toe gerust snoepen, omdat ik in de zon en tijdens trainingen toch heel veel calorieën verbrandde. Pas de afgelopen periode, waarin ik zwaarder werd, heb ik gemerkt dat ik jarenlang veel van mijn lichaam heb geëist. Ik merk dat ik veel minder slaap nodig heb, waar ik voorheen altijd powernaps nodig had om de dag door te komen. Ik was ook best vaak ziek. Als ergens de airco had aangestaan, dan kon ik daar al last van krijgen. Mijn weerstand is jarenlang gewoon heel laag geweest. Lange tijd wist ik niet beter. Ik dacht: ik ben topsporter, dus ik vraag veel van mijn lichaam en heb meer slaap nodig dan gemiddeld. Ik heb nu meer reserves en dat voelt goed. Afgesloten hoofdstuk Ik krijg vaak de vraag of ik het niet jammer vind dat de RS:X-klasse niet langer olympisch is. Ik had nog een paar jaar kunnen domineren als windsurfer, maar als ik heel eerlijk ben, denk ik dat ik zou zijn gestopt als alles hetzelfde zou zijn gebleven. Ik ben ooit gaan windsurfen met de droom om op een dag de beste van de wereld te zijn. Met Dorian van Rijsselberghe en onze coach Aaron hebben we de RS:X-klasse jarenlang gedomineerd. Ik won drie wereldtitels op rij, twee Europese titels en sloot af met de olympische titel. Fantastisch. Ik had alles bereikt wat ik wilde. Maar ik merkte ook al dat ik in aanloop naar de Spelen in Tokio was uitgeleerd als windsurfer. En juist uit het leren van nieuwe dingen haalde ik altijd zoveel plezier. Ik was klaar voor een nieuwe stap. Dat gold ook voor Dorian en Aaron. Het was niet voor niets dat wij met z’n drieën de lobby zijn gestart om het foilen de olympische status te bezorgen. We deden het al een tijdje voor de lol, vonden het alle drie eigenlijk mooier om te doen dan windsurfen. We hebben het bedrijf benaderd dat ons materiaal altijd verzorgde en Antonio, een bevriende advocaat, heeft geholpen om dingen op papier te zetten. Dorian en ik zijn met het materiaal aan de slag gegaan. Uiteindelijk hebben we ons idee om van foilen de nieuwe olympische klasse te maken gepresenteerd. Als je ziet hoeveel kinderen nu aan het foilen zijn, waar je voorheen steeds minder kinderen zag windsurfen; geweldig. In 2019 werd duidelijk dat foilen olympisch zou worden op de Spelen van 2024. Ik stond te popelen om de overstap te maken, maar moest eerst nog een jaar door met de RS:X. Toen de Spelen door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld, werden dat er zelfs twee. Ik vond het mentaal zwaar, dacht vaak: mijn vrienden zijn al aan het foilen, zijn allemaal nieuwe dingen aan het leren en hebben een heel leuke tijd. Met Aaron – Dorian stopte toen duidelijk werd dat ik naar de Spelen mocht – was ik bezig aan een repeterend geheel. Ik wilde dolgraag olympisch goud winnen, dat ontbrak nog, vond het ook echt nog wel leuk om daarvoor te gaan, maar ik merkte ook dat ik de uitdaging miste van nieuwe dingen leren. Het voelde voor mij in aanloop naar de Spelen in Tokio vaak echt zo dat ik bezig was dat laatste vinkje te kunnen zetten. Na de Spelen was RS:X een afgesloten hoofdstuk voor me. Ik heb daarna nooit meer op die plank gestaan. Sterker: ik begreep dat het zeil waarmee ik voer tijdens de Spelen is verkocht aan een Zwitser. Materiaal voor de jeugd werd opgeruimd door de bond en daar bleek mijn olympische zeil dus ook tussen te zitten... Neemt niet weg dat ik natuurlijk met veel voldoening terugkijk op de hele RS:X-periode. We wilden niet alleen winnen, maar ook domineren. Dat is gelukt en geeft rust. Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Kiran Badloe (28) won in 2021 olympisch goud als windsurfer. Daarna maakte hij de overstap naar de nieuwe olympische iQFoil-klasse. Kiran heeft letterlijk en figuurlijk een transformatie ondergaan, zo is hij ruim twintig kilo aangekomen. Na de laatste olympisch kampioen in de RS:X zou hij dolgraag de eerste gouden olympische plak als foiler pakken. In aanloop naar het WK in Den Haag (10-20 augustus) doet hij zijn verhaal. Nieuw lichaam “Vergelijk het met een langebaanschaatser die de overstap maakt naar het shorttracken. Die stapt in een andere wereld. Je trekt voor allebei de takken van sport schaatsen aan, maar daar houdt zo’n beetje de vergelijking op. Of neem een wegwielrenner die ineens besluit te gaan BMX’en. Je moet op allebei de fietsen trappen, maar verder is het totaal anders. Of een atleet die de overstap maakt van de 200 meter naar de 400 meter horden. Zo moet je mijn overstap van de RS:X-klasse naar de iQFoil- klasse ook zien. Ik vaar met een andere plank, met ander materiaal. Met windsurfen moest ik mijn board door het water sturen en nu zweef ik met mijn plank boven het water. Daar komen heel andere technieken bij kijken. Ik moet mijn zeil op een andere manier trimmen en doordat we met een hogere snelheid varen, moet ik ook de wind anders ‘lezen’ dan voorheen. En voor het foilen ben ik ook ruim twintig kilo aangekomen. Voorheen moest ik mijn board niet te diep in het water drukken, dat gaf te veel weerstand. Nu ik boven het water zweef, is het juist goed om de foil, het uitsteeksel onder de plank, in het water te drukken. De foil wil door de snelheid en de wind juist alleen maar het water uit. Je hebt gewicht nodig om dat tegen te houden, om tegendruk te geven. Mijn coach Aaron McIntosh zag dat de zwaardere jongens harder gingen, dus we wisten wat me te doen stond. Op de Spelen in Tokio woog ik rond de zeventig kilo en nu ben ik 94 kilo. En dat heb ik niet voor elkaar gekregen door dagelijks bij de McDonald’s te zitten. Ik heb het gedaan met veel krachttraining en door juist gezond te eten. Voorheen leefde ik op een paar eitjes, toast, avocado en een glaasje sap. Na mijn overstap ben ik vooral veel meer gaan eten, diëtisten zagen erop toe dat het op een verantwoorde manier gebeurde. Elke twee of drie uur moest ik wat eten. Veel koolhydraten en proteïnen. Ik heb heel wat eieren gegeten. En bakken havermout. In het begin protesteerde m’n lichaam ook wel, ik was niet gewend om zoveel te eten. Vaak had ik geen honger, maar moest ik toch eten. Ik gooide voor mijn ontbijt ook vaak een deel in de blender, als shake kreeg ik het sneller en beter weg. Ik heb ook een heel nieuwe garderobe aan moeten schaffen. Mijn vriendin Nicky kreeg qua uiterlijk een heel nieuwe vriend. Ik moest er even aan wennen als ik mezelf in de spiegel zag, maar ben er nu aan gewend. Ik merk dat het lichaam dat ik nu heb ook veel beter bij me past. Nicky en mijn ouders vinden het ook beter voor me hoe ik er nu uitzie. Ik ben 1,96 meter en ben jarenlang wel heel erg licht geweest. Dat was jarenlang ‘normaal’, maar eigenlijk zag ik er ongezond uit, ik was zo mager. Op foto’s van mij in aanloop naar de Spelen, toen ik toch nog even twee kilo lichter wilde zijn dan ik gewend was, zie je elk botje. Niet dat ik anorexia had, maar zwaar ondergewicht kun je het wel noemen. Ik had sinds mijn veertiende een routine wat eten betreft waardoor ik precies op mijn ideale gewicht voor de RS:X-klasse bleef. Ik kon af en toe gerust snoepen, omdat ik in de zon en tijdens trainingen toch heel veel calorieën verbrandde. Pas de afgelopen periode, waarin ik zwaarder werd, heb ik gemerkt dat ik jarenlang veel van mijn lichaam heb geëist. Ik merk dat ik veel minder slaap nodig heb, waar ik voorheen altijd powernaps nodig had om de dag door te komen. Ik was ook best vaak ziek. Als ergens de airco had aangestaan, dan kon ik daar al last van krijgen. Mijn weerstand is jarenlang gewoon heel laag geweest. Lange tijd wist ik niet beter. Ik dacht: ik ben topsporter, dus ik vraag veel van mijn lichaam en heb meer slaap nodig dan gemiddeld. Ik heb nu meer reserves en dat voelt goed. Afgesloten hoofdstuk Ik krijg vaak de vraag of ik het niet jammer vind dat de RS:X-klasse niet langer olympisch is. Ik had nog een paar jaar kunnen domineren als windsurfer, maar als ik heel eerlijk ben, denk ik dat ik zou zijn gestopt als alles hetzelfde zou zijn gebleven. Ik ben ooit gaan windsurfen met de droom om op een dag de beste van de wereld te zijn. Met Dorian van Rijsselberghe en onze coach Aaron hebben we de RS:X-klasse jarenlang gedomineerd. Ik won drie wereldtitels op rij, twee Europese titels en sloot af met de olympische titel. Fantastisch. Ik had alles bereikt wat ik wilde. Maar ik merkte ook al dat ik in aanloop naar de Spelen in Tokio was uitgeleerd als windsurfer. En juist uit het leren van nieuwe dingen haalde ik altijd zoveel plezier. Ik was klaar voor een nieuwe stap. Dat gold ook voor Dorian en Aaron. Het was niet voor niets dat wij met z’n drieën de lobby zijn gestart om het foilen de olympische status te bezorgen. We deden het al een tijdje voor de lol, vonden het alle drie eigenlijk mooier om te doen dan windsurfen. We hebben het bedrijf benaderd dat ons materiaal altijd verzorgde en Antonio, een bevriende advocaat, heeft geholpen om dingen op papier te zetten. Dorian en ik zijn met het materiaal aan de slag gegaan. Uiteindelijk hebben we ons idee om van foilen de nieuwe olympische klasse te maken gepresenteerd. Als je ziet hoeveel kinderen nu aan het foilen zijn, waar je voorheen steeds minder kinderen zag windsurfen; geweldig. In 2019 werd duidelijk dat foilen olympisch zou worden op de Spelen van 2024. Ik stond te popelen om de overstap te maken, maar moest eerst nog een jaar door met de RS:X. Toen de Spelen door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld, werden dat er zelfs twee. Ik vond het mentaal zwaar, dacht vaak: mijn vrienden zijn al aan het foilen, zijn allemaal nieuwe dingen aan het leren en hebben een heel leuke tijd. Met Aaron – Dorian stopte toen duidelijk werd dat ik naar de Spelen mocht – was ik bezig aan een repeterend geheel. Ik wilde dolgraag olympisch goud winnen, dat ontbrak nog, vond het ook echt nog wel leuk om daarvoor te gaan, maar ik merkte ook dat ik de uitdaging miste van nieuwe dingen leren. Het voelde voor mij in aanloop naar de Spelen in Tokio vaak echt zo dat ik bezig was dat laatste vinkje te kunnen zetten. Na de Spelen was RS:X een afgesloten hoofdstuk voor me. Ik heb daarna nooit meer op die plank gestaan. Sterker: ik begreep dat het zeil waarmee ik voer tijdens de Spelen is verkocht aan een Zwitser. Materiaal voor de jeugd werd opgeruimd door de bond en daar bleek mijn olympische zeil dus ook tussen te zitten... Neemt niet weg dat ik natuurlijk met veel voldoening terugkijk op de hele RS:X-periode. We wilden niet alleen winnen, maar ook domineren. Dat is gelukt en geeft rust. Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Marathon

Nienke Brinkman: Buitenaards

Nienke Brinkman wilde als hockeyster de top halen, maar dat zat er niet in. Een paar jaar terug ging ze voor haar studie geofysica naar Zwitserland, waar ze de trillingen op planeet Mars onderzocht. In haar vrije tijd ging ze hardlopen en al snel was er een nieuwe ster geboren. Het Nederlands record marathon heeft ze al in bezit. Waar eindigt dit? In aanloop naar de Boston Marathon, waaraan ze op 17 april meedoet, spraken we de 29-jarige hardloopster die gaat als een komeet. “Ik weet ook niet waar het eindigt,” zegt Nienke Brinkman bijna verontschuldigend. De 29-jarige marathonloopster is begonnen aan een ontdekkingsreis waarvan ze zelf de eindbestemming niet weet, geeft ze aan. Bijna dagelijks verbaast ze zich. “Ik word wakker met een glimlach, denk vaak: wat een tof leven heb ik. Ik hoef alleen maar lekker te hardlopen, verder niks. Wat een luxe is dat. Het is net of ik in een droom leef. Het is toch heel gek om te zeggen dat hardlopen mijn baan is? Ik kan er maar niet aan wennen. Zo gaaf wat ik allemaal meemaak.” Hockey & Mars Nienke is een hardloopsensatie, maar lange tijd draaide veel om hockey in huize Brinkman in Leiderdorp. Haar ouders, oudere zus Noor en jongere zus Sant hockeyden ook. Nienke hoopte als hockeyster de top te halen, net als neef Jasper Brinkman, die uitkomt voor landskampioen Bloemendaal en het Nederlands team. “Jasper was altijd al degene die de meeste kans had om de top te halen met hockey. Toen ik merkte dat dat er voor mij niet inzat, ben ik meer voor mijn studie gegaan. In 2018 ben ik aan mijn PhD begonnen.” Nienke volgde een opleiding geofysica, deed in Zürich onderzoek naar bodemtrillingen op de planeet Mars. “Op mijn zestiende hebben we vanwege het werk van mijn vader een jaar in Indonesië gewoond. Daar hebben ze veel actieve vulkanen, waaronder de beroemde Krakatau. Ik vond die vulkanen heel interessant, daarom ben ik geofysica gaan studeren. Voor mijn masterthesis ben ik onderzoek gaan doen naar bevingen op Mars. Het is seismologie, maar in plaats van onderzoek naar aardbevingen deden we onderzoek naar bevingen op Mars. Een Marslander stuurt continu data door naar de aarde en met behulp van die informatie onderzochten we wat er binnen in de planeet zit.” In haar vrije tijd heeft ze nog even gehockeyd in Zwitserland, maar dat team vond ze niet goed genoeg. Om stoom af te blazen ging Nienke fietsen, naar de gym en hardlopen. Ze sloot zich in 2019 aan bij een loopgroepje van de universiteit. “Het begon met een keertje in de week meedoen met de hardloopgroep. Doordat ik altijd al met sporten bezig ben geweest, heb ik onbewust een basis opgebouwd die me goed van pas kwam tijdens het hardlopen. Ik wist ook al dat ik een aardige loper was. Met hockey hadden we geregeld een piepjestest, die deed ik net zo goed als de mannen. Ik was als hockeyster een middenvelder die kon blijven gaan.” Bij het loopgroepje werd Benjamin Ueltschi haar trainer. Nienke vond hardlopen heerlijk, ook omdat ze snel progressie maakte. Ze zag dat Benjamin ook op andere dagen trainingen gaf, besloot daarom vaker haar neus op de atletiekbaan te laten zien. “Ons loopgroepje bestond vaak uit alleen mannen. Ze waren heel fanatiek en ik vond het leuk om hen uit te dagen. Toen ze zagen dat ik snel beter werd, werden ze nog fanatieker. Tijdens de pandemie ontstond het idee om mee te doen aan de marathon van Amsterdam.” Hardlopen groeide al snel uit tot een flink uit de hand gelopen hobby, erkent Nienke. “De rondjes die ik liep, werden steeds langer. En daardoor werd ik steeds vermoeider en was ik op mijn werk voor mijn gevoel toch iets minder efficiënt. Ik voelde me best een beetje schuldig tegenover mijn baas.” Begin 2020 kreeg Europa te maken met de coronapandemie. Voor Nienke, die in die periode veel thuiswerkte, werd hardlopen een nog grotere uitlaatklep. Omdat de marathon van Amsterdam, waar ze voor trainde, niet doorging, besloot ze met haar hardloopgroep maar zelf een marathon te organiseren. Haar doel: onder de drie uur lopen. “Ik klokte een tijd van 2 uur en 39 minuten... Ik was zo verbaasd, ging meteen kijken wat die tijd inhield en ontdekte dat mijn tijd goed genoeg was voor Amerikaanse atleten om mee te mogen doen aan de trials voor de Spelen. Toen ik dat zag, ben ik het nog serieuzer aan gaan pakken.” Sterker, ze had in haar hoofd een poging te wagen zich te kwalificeren voor de Spelen in Tokio. Ze wilde dat doen tijdens een marathon georganiseerd in Belp, vlakbij Bern. Door een ontsteking aan haar enkel moest ze afzeggen. “Ik baalde zo dat mijn coach zei: ‘Ga dan laten zien wat je kunt in Zermatt.’” De Zermatt-Marathon is niet zomaar een marathon. In de race over iets meer dan 42 kilometer worden ook nog eens 1800 hoogtemeters bedwongen. Een hoogte van bijna 2600 meter boven zeeniveau wordt bereikt. Vooral trailrunners doen mee aan de marathon rond de Zwitserse wintersportplaats. Trailrunning is off-road hardlopen door de vrije natuur en dus ook door de bergen. “Ik won in juli 2021 in Zermatt, terwijl niemand wist wie ik was. Ik haalde onderweg ook de organisator van de Sierre-Zinal in. Hij kwam na afloop meteen naar me toe en nodigde me uit om mee te doen aan zijn wedstrijd.” Sierre-Zinal is een wedstrijd van 31 kilometer die gaat over een parkoers dat wordt omringd door vijf Zwitserse bergen van meer dan 2200 meter hoogte. Het geldt als het summum op het gebied van trailrunning en de wedstrijd maakt deel uit van de Golden Trail Series, de wereldbekerwedstrijden trailrunning. Nienke finishte in augustus 2021 als tweede bij de vrouwen. “Ik kreeg meteen een sponsoraanbieding van Salomon. En ik kreeg de vraag of ik mee wilde doen aan de andere wedstrijden van de Golden Trail Series. Ik vond het een lastige keuze, wilde eigenlijk toewerken naar de marathon van Amsterdam, maar heb uiteindelijk besloten om de Golden Trail Series af te maken. Ik finishte uiteindelijk als tweede vrouw overall.” Nienke merkte in 2021 dat de combinatie sport en werken echt te veel werd. “Ik ben naar mijn baas gestapt en hij vroeg: ‘Wat wil je zelf?’ Ik stelde voor om veertig procent minder te werken, waardoor ik wat langer zou doen over mijn PhD. Daar stemde hij mee in. In plaats van drieënhalf jaar heb ik er vier jaar over gedaan om mijn PhD te halen.” Doctor of Science Nienke viel op door haar resultaten als trailrunner en kreeg steeds vaker de vraag wat ze zou kunnen laten zien in een normale marathon. “Daar was ik zelf ook steeds benieuwder naar, daarom heb ik me ingeschreven voor de marathon van Valencia. Mijn doel vooraf was om de marathon in 2 uur en 30 minuten te lopen. Ik had het idee dat ik goed genoeg was om de EK-limiet te lopen. Ik was er ook al mee bezig hoe mensen zouden reageren als ineens iemand van wie ze nog nooit hadden gehoord de limiet liep.” Op 5 december 2021 finishte ze haar eerste ‘echte’ marathon in 2.26.34; de derde tijd ooit door een Nederlandse atlete gelopen en goed voor een EK- en WK-limiet. “Na die marathon van Valencia was alles anders, het leek of ik een andere wereld binnenstapte.” Het verhaal van het meisje dat op haar 28ste ‘zomaar’ de EK-limiet liep, werd breed uitgemeten in de media. Er kwam heel veel op Nienke af. Anderhalf uur na de marathon hing Youri Verbaas, atletenmanager van Global Sports Communication, al aan de telefoon. “Hij vroeg of ik bij het NN Running Team wilde komen... Ik had pas mijn eerste echte marathon gelopen en werd al gevraagd om bij het team te komen waarvoor de allerbeste marathonlopers van de wereld uitkomen. Ik was beduusd, dacht aan een grap. Maar ik zei natuurlijk wel meteen ‘ja’. Al heel snel bleek dat het geen grap was.” Nienke heeft bij het NN Running Team onder anderen wereldrecordhouder Eliud Kipchoge, de beste marathonloper ooit uit Kenia, en Abdi Nageeye, namens Nederland winnaar van olympisch zilver in Tokio, als ploeggenoten. “Toch bizar?” Als lid van een professioneel marathonteam blijft ze zich stormachtig ontwikkelen. “Voordat ik bij het NN Running Team kwam, was ik altijd mijn geld aan het verdelen. Welk bedrag moest ik opzijleggen voor nieuwe schoenen? Ineens kreeg ik ze gratis en hoefde ik voor veel dingen niet meer te betalen. Alles was ineens geregeld, voor vragen kon ik bij iedereen terecht. Ze regelen trainingskampen, diëtisten, fysiotherapeuten, mediamomenten; alles. Ik vond het in het begin best ongemakkelijk dat alles voor me werd geregeld. Ik voelde me een verwend kind. Soms voelde ik me bezwaard, dacht ik: dat hoeft een ander toch niet voor me te doen, dat kan ik best zelf. Maar ik weet tegelijkertijd dat dit helpt om het maximale uit mezelf te halen.” In het shirt van het NN Running Team ging ze op 10 april 2022 van start in de marathon van Rotterdam. Omringd door twee hazen zwaaide ze onderweg naar familie en vrienden langs de kant. Ze keek ondertussen haar ogen uit. “Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen? Wel leuk, hoor.” Toen het werk van de gangmakers er na 35 kilometer op zat, versnelde Nienke. Ze haalde twee vrouwen in en kwam als tweede over de streep op de Coolsingel in een tijd van 2.22.51. Alleen de Ethiopische Haven Hailu bleek sneller, het gat bedroeg vijftig tellen. 'Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen?' Nienke verbeterde het negentien jaar oude nationaal record van Lornah Kiplagat met liefst 52 seconden en haar persoonlijk record met bijna vier minuten. “Die dag klopte alles. Ik had twee hazen en liep echt op hun hielen omdat ik wilde dat ze net iets sneller gingen. Tegelijkertijd dacht ik: als ik sneller wil, kan ik mijn energie ook sparen voor later in de marathon. Ik ben blij dat ik het zo heb aangepakt, was heel relaxed. Ik was zo blij dat ik nog kon versnellen, vond ik ook heel leuk om te doen. De laatste twee kilometer heb ik zo ongeveer gesprint. Kwam ook doordat ik echt werd gedragen door het publiek. Lastig te zeggen of ik nog harder kon.” Ze is even stil, zegt dan: “Misschien wel, ja.” De marathon van Rotterdam werd een Nederlands feestje, met Abdi Nageeye als winnaar bij de mannen en Nienke als nummer twee bij de vrouwen. De telefoon stond roodgloeiend na afloop, tv-programma’s waren geïnteresseerd in het ‘sprookje’ van Nienke. “Ik heb mijn baas in Zwitserland gebeld en gezegd dat het echt even geen zin had om te werken. Er kwam zoveel op me af. Hij begreep dat gelukkig. Ik kon een week vakantie opnemen waarin ik ook media-optredens kon doen.” Ze kan zich wel voorstellen dat media haar verhaal bijzonder vinden. “Maar soms wordt er gedaan alsof ik nog maar twee jaar aan het hardlopen ben. Dat is gewoon niet waar. Ik sport al mijn hele leven. Ik probeer dat altijd te zeggen, maar die opmerking wordt toch altijd een beetje genegeerd. Dat past niet in het plaatje, denk ik. Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen.” Als toetje liep Nienke anderhalve maand na Rotterdam de Zegama-Aizkorri, een marathon door de bergen in Baskenland. Ze won de 42 kilometer en 195 meter met 2700 hoogtemeters in 4.16.43, een verbetering van het parkoersrecord met twintig minuten. Geregeld krijgt ze de vraag of een gewone marathon voor haar een ‘makkie’ is, omdat ze ook aan trailrunning doet. “Nee, een gewone marathon loop ik niet met twee vingers in mijn neus, hoor. Trailrunning doe je niet op één snelheid doordat de ondergrond vaak niet vlak is. In periodes dat ik veel aan trailrunning doe, verlies ik wat van mijn snelheid. Tegelijkertijd word ik er wel weer heel sterk van. Het helpt me dus zeker. En andersom ook. Als ik veel op de weg heb gelopen, is mijn basissnelheid hoog. Die snelheid kan ik dan weer meenemen als ik aan trailrunning doe.” Na de overwinning in Baskenland ging de focus op haar werk en het binnenhalen van haar PhD. Ze liet daarom afgelopen juli het WK in Eugene schieten. Bij de EK atletiek in München, in augustus, ging ze wel van start. Opnieuw schreef ze historie. Haar bronzen plak betekende de eerste EK-medaille op de marathon voor een Nederlandse vrouw. De periode dat ze haar tijd moest verdelen tussen hardlopen en werken, is nu voorbij. Nienke behaalde haar PhD, gaat tegenwoordig door het leven als doctor of Science. “Ik heb echt geluk gehad met een baas die zo begripvol was. Hij stemde toe dat ik mee kon op trainingskamp. In periodes dat er geen wedstrijden waren, kon ik wat meer werken om het in te halen. Geen idee hoe het was gelopen als hij er anders in had gestaan.” Leergierig & nieuwsgierig Veel marathonlopers kiezen Kenia of Ethiopië als uitvalsbasis, Nienke niet. “Ik heb nu geen baan meer waarvoor ik in Zwitserland moet zijn. Toch wil ik mijn basis daar houden.” Never change a winning team. Benjamin Ueltschi blijft de trainer van Nienke. “Ben begeleidt me heel intensief, past alles aan op mijn wensen. Hij zoekt ook atleten aan wie ik me op kan trekken tijdens trainingen. Ik ben heel erg leergierig, ben iemand die altijd meer wil. Omdat ik dat leuk vind, niet omdat het moet van mezelf. Ik ben ook erg nieuwsgierig, stel heel veel vragen aan mijn coach. We zijn ook vaak aan het meten en ik pak altijd meteen de andere data erbij om te kunnen vergelijken. Voorheen kon ik balen als mijn waardes minder waren dan ervoor. Nu lukt het me beter om dat te accepteren. Ik kan niet altijd op het niveau zitten van vlak voor een marathon.” 'Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen' Nienke is nu dus fulltime hardloopster. “Alle dingen die mij stress op zouden kunnen leveren, zijn weg. Ik heb geen baan meer. Nou ja, hardlopen is nu mijn werk... Ik ben heel flexibel, kan overal naartoe. Ik hoef niet meer te overleggen met mijn baas als ik ergens heen wil. We gaan bekijken wat voor effect het op mij heeft als ik me volledig op het hardlopen concentreer. Ik kan de tijd nemen om te herstellen van inspanningen. Voorheen had ik best vaak haast. Even snel eten, geen tijd om te rusten, meteen weer door met werken. En als over een tijdje blijkt dat ik me erg verveel, kan ik er altijd nog iets anders bij gaan doen. Ik wil het eerst even aankijken, kan er altijd nog een baan naast nemen.” Er is nog iets wat haar in Zürich houdt: de liefde. “Mijn vriend Lars en ik wonen samen, hij heeft een baan daar. Hij is Nederlander en is aan de universiteit gebonden. Ik heb hem daar ook ontmoet. Hij probeert zijn PhD in september 2023 af te ronden en kan daarna blijven voor een Postdoc. Lars vindt het heel leuk wat ik doe en is zelf ook begonnen met hardlopen. Hij is flexibel met zijn werk, kan vaak met me mee.” Boston & Parijs Ze heeft in korte tijd naam gemaakt. Tegenstanders houden rekening met haar. “Ik ben normaal iemand die in de schaduw bivakkeert. Ik vond het lekker dat niemand naar me keek, dan kon ik mijn eigen ding doen zonder dat iemand iets van me verwachtte. Nu moet ik er wel aan wennen dat ik bij het EK vooraan mocht starten en dat mijn naam om werd geroepen. Iedereen weet ineens wie ik ben. Best spannend.” De verwachtingen zullen voortaan ook anders zijn als ze aan de start verschijnt. “Die druk begin ik wel te voelen. Ik ben bezig om dat een plek te geven, omdat die druk me ook kan gaan belemmeren. Ik heb zelf nooit aan winnen gedacht als ik ergens aan de start stond. Laat staan dat andere mensen dat van me verwachtten. Ik moet uitschakelen wat mensen over me zeggen en van me denken.” In 2023 hoopt Nienke weer een sprongetje te maken. Op 17 april wacht weer een mooie uitdaging, op die dag zal ze meedoen aan de Boston Marathon, een van de zes World Marathon Majors. In de voorbereiding won ze de CPC Loop, de halve marathon liep ze in 1.07.44, drie minuten sneller dan haar oude toptijd. “Boston is de eerste major die ik ga lopen,” zegt ze stralend. “Het parkoers bij de Boston Marathon gaat op en af, dat vind ik geweldig met mijn achtergrond als trailrunner. De tijd die ik loop is niet zo belangrijk. Later in het jaar wil ik een marathon gaan lopen waarbij ik meer voor een snelle tijd ga. Ik ga nu vooral kijken hoe ik me verhoud tot alle toppers die daar van start gaan.” De Olympische Spelen in Parijs van volgend jaar zitten ook al in haar hoofd. Dit jaar wil ze de olympische limiet lopen, voor vrouwen gesteld op 2.26.50. “Parijs is het grote doel voor de komende periode. Hardlopen op de weg staat de komende tijd echt op één. Ik wil het wel blijven combineren met trailrunning, daar word ik ook weer beter van op de weg, maar ik mag niet te veel risico lopen. Onlangs gleed ik uit tijdens trailrunning en brak ik mijn pols. Na die val twijfelde ik even of ik daarmee door moest gaan. Ik heb besloten de meest technische races over te slaan. Races waarin flink geklommen wordt, vind ik het leukst en daarin maak ik minder kans op een val. Trailrunning is voor mij ook een fijne afwisseling, even het hoofd leegmaken.” 'De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde' Vraag is natuurlijk hoeveel sneller ze nog kan dan haar persoonlijk record van 2.22.51. “Ik heb natuurlijk wel tijden in mijn hoofd die ik wil lopen,” zegt ze zonder die tijden te verklappen. “Bij de WK atletiek liepen de toppers 2 uur en 17 minuten, voor zo’n tijd ben ik denk ik nog niet klaar. Ik wil eigenlijk ook niet te veel bezig zijn met een bepaalde tijd halen. Ik ben nog niet zo lang bezig met hardlopen, mag geen stappen overslaan en moet vertrouwen op het proces. Natuurlijk denk ik ook dat ik nog stappen kan maken. Zeker nu ik geen andere baan meer heb, moet dat mogelijk kunnen zijn. Hoe gaat het als ik meer hersteltijd heb? Hoe gaat mijn lichaam daarop reageren? Ga ik sneller herstellen, waardoor ik harder kan trainen? Afwachten. Ik weet wel al dat ik het op een heel slimme manier wil doen, want ik wil dit nog lang blijven doen.” En als over een aantal jaren haar hardloopcarrière eindigt, dan heeft ze ook al ideeën wat ze wil doen. “Ik zou graag voor een sporthorlogemerk willen werken. Of voor de European Space Agency, ESA.” En als de kans zich voordoet om ooit naar Mars te kunnen? “Lastig,” lacht Nienke, “toen de ESA een tijdje terug een oproep deed om astronauten te werven voor reizen naar de maan, heb ik me opgegeven. Ik ben niet gekozen, tijdens de sollicitatieprocedure werd ik al snel afgewezen. Die astronautentraining leek me zo mooi. De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik verder ook niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde.” Helden Magazine 66 Het verhaal van Nienke Brinkman komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nienke Brinkman wilde als hockeyster de top halen, maar dat zat er niet in. Een paar jaar terug ging ze voor haar studie geofysica naar Zwitserland, waar ze de trillingen op planeet Mars onderzocht. In haar vrije tijd ging ze hardlopen en al snel was er een nieuwe ster geboren. Het Nederlands record marathon heeft ze al in bezit. Waar eindigt dit? In aanloop naar de Boston Marathon, waaraan ze op 17 april meedoet, spraken we de 29-jarige hardloopster die gaat als een komeet. “Ik weet ook niet waar het eindigt,” zegt Nienke Brinkman bijna verontschuldigend. De 29-jarige marathonloopster is begonnen aan een ontdekkingsreis waarvan ze zelf de eindbestemming niet weet, geeft ze aan. Bijna dagelijks verbaast ze zich. “Ik word wakker met een glimlach, denk vaak: wat een tof leven heb ik. Ik hoef alleen maar lekker te hardlopen, verder niks. Wat een luxe is dat. Het is net of ik in een droom leef. Het is toch heel gek om te zeggen dat hardlopen mijn baan is? Ik kan er maar niet aan wennen. Zo gaaf wat ik allemaal meemaak.” Hockey & Mars Nienke is een hardloopsensatie, maar lange tijd draaide veel om hockey in huize Brinkman in Leiderdorp. Haar ouders, oudere zus Noor en jongere zus Sant hockeyden ook. Nienke hoopte als hockeyster de top te halen, net als neef Jasper Brinkman, die uitkomt voor landskampioen Bloemendaal en het Nederlands team. “Jasper was altijd al degene die de meeste kans had om de top te halen met hockey. Toen ik merkte dat dat er voor mij niet inzat, ben ik meer voor mijn studie gegaan. In 2018 ben ik aan mijn PhD begonnen.” Nienke volgde een opleiding geofysica, deed in Zürich onderzoek naar bodemtrillingen op de planeet Mars. “Op mijn zestiende hebben we vanwege het werk van mijn vader een jaar in Indonesië gewoond. Daar hebben ze veel actieve vulkanen, waaronder de beroemde Krakatau. Ik vond die vulkanen heel interessant, daarom ben ik geofysica gaan studeren. Voor mijn masterthesis ben ik onderzoek gaan doen naar bevingen op Mars. Het is seismologie, maar in plaats van onderzoek naar aardbevingen deden we onderzoek naar bevingen op Mars. Een Marslander stuurt continu data door naar de aarde en met behulp van die informatie onderzochten we wat er binnen in de planeet zit.” In haar vrije tijd heeft ze nog even gehockeyd in Zwitserland, maar dat team vond ze niet goed genoeg. Om stoom af te blazen ging Nienke fietsen, naar de gym en hardlopen. Ze sloot zich in 2019 aan bij een loopgroepje van de universiteit. “Het begon met een keertje in de week meedoen met de hardloopgroep. Doordat ik altijd al met sporten bezig ben geweest, heb ik onbewust een basis opgebouwd die me goed van pas kwam tijdens het hardlopen. Ik wist ook al dat ik een aardige loper was. Met hockey hadden we geregeld een piepjestest, die deed ik net zo goed als de mannen. Ik was als hockeyster een middenvelder die kon blijven gaan.” Bij het loopgroepje werd Benjamin Ueltschi haar trainer. Nienke vond hardlopen heerlijk, ook omdat ze snel progressie maakte. Ze zag dat Benjamin ook op andere dagen trainingen gaf, besloot daarom vaker haar neus op de atletiekbaan te laten zien. “Ons loopgroepje bestond vaak uit alleen mannen. Ze waren heel fanatiek en ik vond het leuk om hen uit te dagen. Toen ze zagen dat ik snel beter werd, werden ze nog fanatieker. Tijdens de pandemie ontstond het idee om mee te doen aan de marathon van Amsterdam.” Hardlopen groeide al snel uit tot een flink uit de hand gelopen hobby, erkent Nienke. “De rondjes die ik liep, werden steeds langer. En daardoor werd ik steeds vermoeider en was ik op mijn werk voor mijn gevoel toch iets minder efficiënt. Ik voelde me best een beetje schuldig tegenover mijn baas.” Begin 2020 kreeg Europa te maken met de coronapandemie. Voor Nienke, die in die periode veel thuiswerkte, werd hardlopen een nog grotere uitlaatklep. Omdat de marathon van Amsterdam, waar ze voor trainde, niet doorging, besloot ze met haar hardloopgroep maar zelf een marathon te organiseren. Haar doel: onder de drie uur lopen. “Ik klokte een tijd van 2 uur en 39 minuten... Ik was zo verbaasd, ging meteen kijken wat die tijd inhield en ontdekte dat mijn tijd goed genoeg was voor Amerikaanse atleten om mee te mogen doen aan de trials voor de Spelen. Toen ik dat zag, ben ik het nog serieuzer aan gaan pakken.” Sterker, ze had in haar hoofd een poging te wagen zich te kwalificeren voor de Spelen in Tokio. Ze wilde dat doen tijdens een marathon georganiseerd in Belp, vlakbij Bern. Door een ontsteking aan haar enkel moest ze afzeggen. “Ik baalde zo dat mijn coach zei: ‘Ga dan laten zien wat je kunt in Zermatt.’” De Zermatt-Marathon is niet zomaar een marathon. In de race over iets meer dan 42 kilometer worden ook nog eens 1800 hoogtemeters bedwongen. Een hoogte van bijna 2600 meter boven zeeniveau wordt bereikt. Vooral trailrunners doen mee aan de marathon rond de Zwitserse wintersportplaats. Trailrunning is off-road hardlopen door de vrije natuur en dus ook door de bergen. “Ik won in juli 2021 in Zermatt, terwijl niemand wist wie ik was. Ik haalde onderweg ook de organisator van de Sierre-Zinal in. Hij kwam na afloop meteen naar me toe en nodigde me uit om mee te doen aan zijn wedstrijd.” Sierre-Zinal is een wedstrijd van 31 kilometer die gaat over een parkoers dat wordt omringd door vijf Zwitserse bergen van meer dan 2200 meter hoogte. Het geldt als het summum op het gebied van trailrunning en de wedstrijd maakt deel uit van de Golden Trail Series, de wereldbekerwedstrijden trailrunning. Nienke finishte in augustus 2021 als tweede bij de vrouwen. “Ik kreeg meteen een sponsoraanbieding van Salomon. En ik kreeg de vraag of ik mee wilde doen aan de andere wedstrijden van de Golden Trail Series. Ik vond het een lastige keuze, wilde eigenlijk toewerken naar de marathon van Amsterdam, maar heb uiteindelijk besloten om de Golden Trail Series af te maken. Ik finishte uiteindelijk als tweede vrouw overall.” Nienke merkte in 2021 dat de combinatie sport en werken echt te veel werd. “Ik ben naar mijn baas gestapt en hij vroeg: ‘Wat wil je zelf?’ Ik stelde voor om veertig procent minder te werken, waardoor ik wat langer zou doen over mijn PhD. Daar stemde hij mee in. In plaats van drieënhalf jaar heb ik er vier jaar over gedaan om mijn PhD te halen.” Doctor of Science Nienke viel op door haar resultaten als trailrunner en kreeg steeds vaker de vraag wat ze zou kunnen laten zien in een normale marathon. “Daar was ik zelf ook steeds benieuwder naar, daarom heb ik me ingeschreven voor de marathon van Valencia. Mijn doel vooraf was om de marathon in 2 uur en 30 minuten te lopen. Ik had het idee dat ik goed genoeg was om de EK-limiet te lopen. Ik was er ook al mee bezig hoe mensen zouden reageren als ineens iemand van wie ze nog nooit hadden gehoord de limiet liep.” Op 5 december 2021 finishte ze haar eerste ‘echte’ marathon in 2.26.34; de derde tijd ooit door een Nederlandse atlete gelopen en goed voor een EK- en WK-limiet. “Na die marathon van Valencia was alles anders, het leek of ik een andere wereld binnenstapte.” Het verhaal van het meisje dat op haar 28ste ‘zomaar’ de EK-limiet liep, werd breed uitgemeten in de media. Er kwam heel veel op Nienke af. Anderhalf uur na de marathon hing Youri Verbaas, atletenmanager van Global Sports Communication, al aan de telefoon. “Hij vroeg of ik bij het NN Running Team wilde komen... Ik had pas mijn eerste echte marathon gelopen en werd al gevraagd om bij het team te komen waarvoor de allerbeste marathonlopers van de wereld uitkomen. Ik was beduusd, dacht aan een grap. Maar ik zei natuurlijk wel meteen ‘ja’. Al heel snel bleek dat het geen grap was.” Nienke heeft bij het NN Running Team onder anderen wereldrecordhouder Eliud Kipchoge, de beste marathonloper ooit uit Kenia, en Abdi Nageeye, namens Nederland winnaar van olympisch zilver in Tokio, als ploeggenoten. “Toch bizar?” Als lid van een professioneel marathonteam blijft ze zich stormachtig ontwikkelen. “Voordat ik bij het NN Running Team kwam, was ik altijd mijn geld aan het verdelen. Welk bedrag moest ik opzijleggen voor nieuwe schoenen? Ineens kreeg ik ze gratis en hoefde ik voor veel dingen niet meer te betalen. Alles was ineens geregeld, voor vragen kon ik bij iedereen terecht. Ze regelen trainingskampen, diëtisten, fysiotherapeuten, mediamomenten; alles. Ik vond het in het begin best ongemakkelijk dat alles voor me werd geregeld. Ik voelde me een verwend kind. Soms voelde ik me bezwaard, dacht ik: dat hoeft een ander toch niet voor me te doen, dat kan ik best zelf. Maar ik weet tegelijkertijd dat dit helpt om het maximale uit mezelf te halen.” In het shirt van het NN Running Team ging ze op 10 april 2022 van start in de marathon van Rotterdam. Omringd door twee hazen zwaaide ze onderweg naar familie en vrienden langs de kant. Ze keek ondertussen haar ogen uit. “Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen? Wel leuk, hoor.” Toen het werk van de gangmakers er na 35 kilometer op zat, versnelde Nienke. Ze haalde twee vrouwen in en kwam als tweede over de streep op de Coolsingel in een tijd van 2.22.51. Alleen de Ethiopische Haven Hailu bleek sneller, het gat bedroeg vijftig tellen. 'Er waren zoveel dingen nieuw voor me. Weet je dat ik nooit heb geweten dat er tijdens de marathon van Rotterdam ook motoren rondrijden die je volgen?' Nienke verbeterde het negentien jaar oude nationaal record van Lornah Kiplagat met liefst 52 seconden en haar persoonlijk record met bijna vier minuten. “Die dag klopte alles. Ik had twee hazen en liep echt op hun hielen omdat ik wilde dat ze net iets sneller gingen. Tegelijkertijd dacht ik: als ik sneller wil, kan ik mijn energie ook sparen voor later in de marathon. Ik ben blij dat ik het zo heb aangepakt, was heel relaxed. Ik was zo blij dat ik nog kon versnellen, vond ik ook heel leuk om te doen. De laatste twee kilometer heb ik zo ongeveer gesprint. Kwam ook doordat ik echt werd gedragen door het publiek. Lastig te zeggen of ik nog harder kon.” Ze is even stil, zegt dan: “Misschien wel, ja.” De marathon van Rotterdam werd een Nederlands feestje, met Abdi Nageeye als winnaar bij de mannen en Nienke als nummer twee bij de vrouwen. De telefoon stond roodgloeiend na afloop, tv-programma’s waren geïnteresseerd in het ‘sprookje’ van Nienke. “Ik heb mijn baas in Zwitserland gebeld en gezegd dat het echt even geen zin had om te werken. Er kwam zoveel op me af. Hij begreep dat gelukkig. Ik kon een week vakantie opnemen waarin ik ook media-optredens kon doen.” Ze kan zich wel voorstellen dat media haar verhaal bijzonder vinden. “Maar soms wordt er gedaan alsof ik nog maar twee jaar aan het hardlopen ben. Dat is gewoon niet waar. Ik sport al mijn hele leven. Ik probeer dat altijd te zeggen, maar die opmerking wordt toch altijd een beetje genegeerd. Dat past niet in het plaatje, denk ik. Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen.” Als toetje liep Nienke anderhalve maand na Rotterdam de Zegama-Aizkorri, een marathon door de bergen in Baskenland. Ze won de 42 kilometer en 195 meter met 2700 hoogtemeters in 4.16.43, een verbetering van het parkoersrecord met twintig minuten. Geregeld krijgt ze de vraag of een gewone marathon voor haar een ‘makkie’ is, omdat ze ook aan trailrunning doet. “Nee, een gewone marathon loop ik niet met twee vingers in mijn neus, hoor. Trailrunning doe je niet op één snelheid doordat de ondergrond vaak niet vlak is. In periodes dat ik veel aan trailrunning doe, verlies ik wat van mijn snelheid. Tegelijkertijd word ik er wel weer heel sterk van. Het helpt me dus zeker. En andersom ook. Als ik veel op de weg heb gelopen, is mijn basissnelheid hoog. Die snelheid kan ik dan weer meenemen als ik aan trailrunning doe.” Na de overwinning in Baskenland ging de focus op haar werk en het binnenhalen van haar PhD. Ze liet daarom afgelopen juli het WK in Eugene schieten. Bij de EK atletiek in München, in augustus, ging ze wel van start. Opnieuw schreef ze historie. Haar bronzen plak betekende de eerste EK-medaille op de marathon voor een Nederlandse vrouw. De periode dat ze haar tijd moest verdelen tussen hardlopen en werken, is nu voorbij. Nienke behaalde haar PhD, gaat tegenwoordig door het leven als doctor of Science. “Ik heb echt geluk gehad met een baas die zo begripvol was. Hij stemde toe dat ik mee kon op trainingskamp. In periodes dat er geen wedstrijden waren, kon ik wat meer werken om het in te halen. Geen idee hoe het was gelopen als hij er anders in had gestaan.” Leergierig & nieuwsgierig Veel marathonlopers kiezen Kenia of Ethiopië als uitvalsbasis, Nienke niet. “Ik heb nu geen baan meer waarvoor ik in Zwitserland moet zijn. Toch wil ik mijn basis daar houden.” Never change a winning team. Benjamin Ueltschi blijft de trainer van Nienke. “Ben begeleidt me heel intensief, past alles aan op mijn wensen. Hij zoekt ook atleten aan wie ik me op kan trekken tijdens trainingen. Ik ben heel erg leergierig, ben iemand die altijd meer wil. Omdat ik dat leuk vind, niet omdat het moet van mezelf. Ik ben ook erg nieuwsgierig, stel heel veel vragen aan mijn coach. We zijn ook vaak aan het meten en ik pak altijd meteen de andere data erbij om te kunnen vergelijken. Voorheen kon ik balen als mijn waardes minder waren dan ervoor. Nu lukt het me beter om dat te accepteren. Ik kan niet altijd op het niveau zitten van vlak voor een marathon.” 'Het is echt niet zo dat ik mijn hele leven op de bank heb gelegen en ineens dacht: goh, ik ga eens een stukje hardlopen' Nienke is nu dus fulltime hardloopster. “Alle dingen die mij stress op zouden kunnen leveren, zijn weg. Ik heb geen baan meer. Nou ja, hardlopen is nu mijn werk... Ik ben heel flexibel, kan overal naartoe. Ik hoef niet meer te overleggen met mijn baas als ik ergens heen wil. We gaan bekijken wat voor effect het op mij heeft als ik me volledig op het hardlopen concentreer. Ik kan de tijd nemen om te herstellen van inspanningen. Voorheen had ik best vaak haast. Even snel eten, geen tijd om te rusten, meteen weer door met werken. En als over een tijdje blijkt dat ik me erg verveel, kan ik er altijd nog iets anders bij gaan doen. Ik wil het eerst even aankijken, kan er altijd nog een baan naast nemen.” Er is nog iets wat haar in Zürich houdt: de liefde. “Mijn vriend Lars en ik wonen samen, hij heeft een baan daar. Hij is Nederlander en is aan de universiteit gebonden. Ik heb hem daar ook ontmoet. Hij probeert zijn PhD in september 2023 af te ronden en kan daarna blijven voor een Postdoc. Lars vindt het heel leuk wat ik doe en is zelf ook begonnen met hardlopen. Hij is flexibel met zijn werk, kan vaak met me mee.” Boston & Parijs Ze heeft in korte tijd naam gemaakt. Tegenstanders houden rekening met haar. “Ik ben normaal iemand die in de schaduw bivakkeert. Ik vond het lekker dat niemand naar me keek, dan kon ik mijn eigen ding doen zonder dat iemand iets van me verwachtte. Nu moet ik er wel aan wennen dat ik bij het EK vooraan mocht starten en dat mijn naam om werd geroepen. Iedereen weet ineens wie ik ben. Best spannend.” De verwachtingen zullen voortaan ook anders zijn als ze aan de start verschijnt. “Die druk begin ik wel te voelen. Ik ben bezig om dat een plek te geven, omdat die druk me ook kan gaan belemmeren. Ik heb zelf nooit aan winnen gedacht als ik ergens aan de start stond. Laat staan dat andere mensen dat van me verwachtten. Ik moet uitschakelen wat mensen over me zeggen en van me denken.” In 2023 hoopt Nienke weer een sprongetje te maken. Op 17 april wacht weer een mooie uitdaging, op die dag zal ze meedoen aan de Boston Marathon, een van de zes World Marathon Majors. In de voorbereiding won ze de CPC Loop, de halve marathon liep ze in 1.07.44, drie minuten sneller dan haar oude toptijd. “Boston is de eerste major die ik ga lopen,” zegt ze stralend. “Het parkoers bij de Boston Marathon gaat op en af, dat vind ik geweldig met mijn achtergrond als trailrunner. De tijd die ik loop is niet zo belangrijk. Later in het jaar wil ik een marathon gaan lopen waarbij ik meer voor een snelle tijd ga. Ik ga nu vooral kijken hoe ik me verhoud tot alle toppers die daar van start gaan.” De Olympische Spelen in Parijs van volgend jaar zitten ook al in haar hoofd. Dit jaar wil ze de olympische limiet lopen, voor vrouwen gesteld op 2.26.50. “Parijs is het grote doel voor de komende periode. Hardlopen op de weg staat de komende tijd echt op één. Ik wil het wel blijven combineren met trailrunning, daar word ik ook weer beter van op de weg, maar ik mag niet te veel risico lopen. Onlangs gleed ik uit tijdens trailrunning en brak ik mijn pols. Na die val twijfelde ik even of ik daarmee door moest gaan. Ik heb besloten de meest technische races over te slaan. Races waarin flink geklommen wordt, vind ik het leukst en daarin maak ik minder kans op een val. Trailrunning is voor mij ook een fijne afwisseling, even het hoofd leegmaken.” 'De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde' Vraag is natuurlijk hoeveel sneller ze nog kan dan haar persoonlijk record van 2.22.51. “Ik heb natuurlijk wel tijden in mijn hoofd die ik wil lopen,” zegt ze zonder die tijden te verklappen. “Bij de WK atletiek liepen de toppers 2 uur en 17 minuten, voor zo’n tijd ben ik denk ik nog niet klaar. Ik wil eigenlijk ook niet te veel bezig zijn met een bepaalde tijd halen. Ik ben nog niet zo lang bezig met hardlopen, mag geen stappen overslaan en moet vertrouwen op het proces. Natuurlijk denk ik ook dat ik nog stappen kan maken. Zeker nu ik geen andere baan meer heb, moet dat mogelijk kunnen zijn. Hoe gaat het als ik meer hersteltijd heb? Hoe gaat mijn lichaam daarop reageren? Ga ik sneller herstellen, waardoor ik harder kan trainen? Afwachten. Ik weet wel al dat ik het op een heel slimme manier wil doen, want ik wil dit nog lang blijven doen.” En als over een aantal jaren haar hardloopcarrière eindigt, dan heeft ze ook al ideeën wat ze wil doen. “Ik zou graag voor een sporthorlogemerk willen werken. Of voor de European Space Agency, ESA.” En als de kans zich voordoet om ooit naar Mars te kunnen? “Lastig,” lacht Nienke, “toen de ESA een tijdje terug een oproep deed om astronauten te werven voor reizen naar de maan, heb ik me opgegeven. Ik ben niet gekozen, tijdens de sollicitatieprocedure werd ik al snel afgewezen. Die astronautentraining leek me zo mooi. De wens om naar de maan te gaan is niet weg. Het is me wel ontnomen en dat vind ik verder ook niet erg. Ik heb het prima naar mijn zin, hier op aarde.” Helden Magazine 66 Het verhaal van Nienke Brinkman komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Juul Franssen: ‘De onbevangenheid heb ik nu weer terug’

De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Timothy Beck: Van vaandeldrager tot voetbalvader

Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Michael Korrel: ‘Ik balanceer voortdurend op het randje’

Hij won grandslamtoernooien, voerde de wereldranglijst aan, maar de weg naar olympisch goud liep spaak. Wel werd Michael Korrel (28) onlangs Europees kampioen. In aanloop naar het WK (6-13 oktober in Tasjkent) spreekt Victoria Koblenko de judoka in de gewichtsklasse tot 100 kilogram. Hoe is judo in jouw leven gekomen? “Ik was vier toen ik begon, ben altijd al een potig ventje geweest. Ik was ook altijd aan het stoeien. Mijn tante gaf judoles en mijn neefjes en nichtjes deden aan judo.” Wanneer kreeg je het idee dat je goed kon judoën? “Toen ik op m’n zesde clubkampioen werd. Ik kan me dat nog goed herinneren. Die beker! Vanaf m’n zevende of achtste had ik elk weekend wedstrijdjes. Judo werd al snel een rode draad in mijn leven. Ik liet al snel zien dat ik potentie had. Mijn vader en moeder brachten me altijd. En altijd nam mijn moeder de camera mee. De foto’s heeft ze allemaal bewaard. Hoe ouder je wordt, des te leuker het is die oude foto’s terug te kijken.” Uit wat voor gezin kom je? “Uit een heel zorgzaam, liefdevol gezin. Mijn vader was lasser en m’n moeder nagelstyliste. Toen ze me in Vianen naar judo brachten, ging het nog, maar vanaf m’n dertiende moest mijn vader eerder van zijn werk komen voor mij en de uren later inhalen. Mijn ouders stimuleerden me, ik kon er niet met de pet naar gooien.” Iets wat een puber misschien wel soms zou willen. “Ik leerde trainen als ik daar eigenlijk geen zin in had. Maar ik zag ook meteen wat die discipline me bracht: ik mocht al snel meedoen aan NK’s. Ik snapte het spelletje, had een goede kracht en conditie door de fysieke training, was verder dan mijn leeftijdsgenoten. Op mijn zeventiende kwam zelfs deelname aan het EK in zicht. Dat was een heel grote stap. Ik ging drie keer in de week trainen, moest telkens heen en weer rijden naar Leusden, terwijl ik in Nieuwegein op school zat. Toen Theo Meijer, oud-judoka, mijn coach werd, ontwikkelde ik me pas echt als topsporter. Vanaf dat moment werd het professioneel.” 'In 2016 heb ik haar via Tinder leren kennen. Amanda was anders dan de rest. Ze zei 'nee; tegen mij waar de rest 'ja' zei' Terwijl je klasgenootjes vast stiekem rookten en op stap gingen... “Ik rookte of dronk niet met ze mee.” Dat geeft je kracht, maar kan ook voor een eenzame positie zorgen als je op die leeftijd bent, toch? “Maar die eenzaamheid ís topsport.” Kwetsbaar Waren er momenten dat je dacht: ik haal nooit de top? “Toen ik veertien was, werd ik derde bij het NK, terwijl ik met twee vingers in mijn neus eerste kon worden. Toen stortte mijn wereld in, ik was intens verdrietig. Maar het zorgde er tegelijkertijd voor dat ik tegen mezelf zei: dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Fascinerend om daar nu aan terug te denken.” Dus je gebruikte die nederlaag als brandstof? “Het gekke is dat het twee jaar later nog een keer gebeurde. Ik kwam de sportschool binnen en iedereen feliciteerde me al voordat het toernooi had plaatsgevonden. Het ging mis, ik werd opnieuw derde. De wereld verging minder, maar toch. Ik ging toen wel naar het EK, want ik was nog wel de beste Nederlander gerekend over een aantal toernooien, dus het verzachtte de pijn.” Er werd van jongs af aan al veel van je verwacht. Hoe ging jij daar als tiener mee om? “Ik merkte dat als de druk er niet op stond het makkelijker was om te winnen. Ik werd op m’n achttiende Nederlands kampioen bij de senioren, mede omdat er niet van me werd verwacht dat ik zou winnen. Het judoot zoveel lekkerder als je die druk niet op je schouders voelt. Maar ja, hoe ouder ik werd, des te groter werd de druk.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Michael Korrel komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij won grandslamtoernooien, voerde de wereldranglijst aan, maar de weg naar olympisch goud liep spaak. Wel werd Michael Korrel (28) onlangs Europees kampioen. In aanloop naar het WK (6-13 oktober in Tasjkent) spreekt Victoria Koblenko de judoka in de gewichtsklasse tot 100 kilogram. Hoe is judo in jouw leven gekomen? “Ik was vier toen ik begon, ben altijd al een potig ventje geweest. Ik was ook altijd aan het stoeien. Mijn tante gaf judoles en mijn neefjes en nichtjes deden aan judo.” Wanneer kreeg je het idee dat je goed kon judoën? “Toen ik op m’n zesde clubkampioen werd. Ik kan me dat nog goed herinneren. Die beker! Vanaf m’n zevende of achtste had ik elk weekend wedstrijdjes. Judo werd al snel een rode draad in mijn leven. Ik liet al snel zien dat ik potentie had. Mijn vader en moeder brachten me altijd. En altijd nam mijn moeder de camera mee. De foto’s heeft ze allemaal bewaard. Hoe ouder je wordt, des te leuker het is die oude foto’s terug te kijken.” Uit wat voor gezin kom je? “Uit een heel zorgzaam, liefdevol gezin. Mijn vader was lasser en m’n moeder nagelstyliste. Toen ze me in Vianen naar judo brachten, ging het nog, maar vanaf m’n dertiende moest mijn vader eerder van zijn werk komen voor mij en de uren later inhalen. Mijn ouders stimuleerden me, ik kon er niet met de pet naar gooien.” Iets wat een puber misschien wel soms zou willen. “Ik leerde trainen als ik daar eigenlijk geen zin in had. Maar ik zag ook meteen wat die discipline me bracht: ik mocht al snel meedoen aan NK’s. Ik snapte het spelletje, had een goede kracht en conditie door de fysieke training, was verder dan mijn leeftijdsgenoten. Op mijn zeventiende kwam zelfs deelname aan het EK in zicht. Dat was een heel grote stap. Ik ging drie keer in de week trainen, moest telkens heen en weer rijden naar Leusden, terwijl ik in Nieuwegein op school zat. Toen Theo Meijer, oud-judoka, mijn coach werd, ontwikkelde ik me pas echt als topsporter. Vanaf dat moment werd het professioneel.” 'In 2016 heb ik haar via Tinder leren kennen. Amanda was anders dan de rest. Ze zei 'nee; tegen mij waar de rest 'ja' zei' Terwijl je klasgenootjes vast stiekem rookten en op stap gingen... “Ik rookte of dronk niet met ze mee.” Dat geeft je kracht, maar kan ook voor een eenzame positie zorgen als je op die leeftijd bent, toch? “Maar die eenzaamheid ís topsport.” Kwetsbaar Waren er momenten dat je dacht: ik haal nooit de top? “Toen ik veertien was, werd ik derde bij het NK, terwijl ik met twee vingers in mijn neus eerste kon worden. Toen stortte mijn wereld in, ik was intens verdrietig. Maar het zorgde er tegelijkertijd voor dat ik tegen mezelf zei: dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Fascinerend om daar nu aan terug te denken.” Dus je gebruikte die nederlaag als brandstof? “Het gekke is dat het twee jaar later nog een keer gebeurde. Ik kwam de sportschool binnen en iedereen feliciteerde me al voordat het toernooi had plaatsgevonden. Het ging mis, ik werd opnieuw derde. De wereld verging minder, maar toch. Ik ging toen wel naar het EK, want ik was nog wel de beste Nederlander gerekend over een aantal toernooien, dus het verzachtte de pijn.” Er werd van jongs af aan al veel van je verwacht. Hoe ging jij daar als tiener mee om? “Ik merkte dat als de druk er niet op stond het makkelijker was om te winnen. Ik werd op m’n achttiende Nederlands kampioen bij de senioren, mede omdat er niet van me werd verwacht dat ik zou winnen. Het judoot zoveel lekkerder als je die druk niet op je schouders voelt. Maar ja, hoe ouder ik werd, des te groter werd de druk.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Michael Korrel komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.