Word abonnee
Meer

Snowboarden

Lisa Bunschoten en Chris Vos: ‘Ons goud ligt in de Maxi-Cosi’

Paralympisch snowboarders Chris Vos (26) en Lisa Bunschoten (29) zijn anderhalf jaar geleden getrouwd. In juni vorig jaar werden ze ouders van dochter Jane Joanne. In aanloop naar het WK parasnowboard in Canada (4-10 maart) gingen we voor Helden Magazine nummer 75 bij het stel op bezoek, dat aast op de enige titel die ze allebei nog niet hebben gewonnen: paralympisch goud. Chris Vos en Lisa Bunschoten Chris Vos en Lisa Bunschoten stappen uit een vol bepakte auto met skikoffer op het dak. Lisa draagt de Maxi-Cosi met daarin de op 18 juli geboren Jane. Ook hond Riley springt uit de auto. We ontmoeten elkaar bij het ouderlijk huis van Chris in Noordbeemster, waar Chris is opgegroeid en waar Lisa en Chris in juni 2023 zijn getrouwd. Chris lachend: “We lijken soms wel een verhuisbedrijf, vooral als we op trainingskamp gaan. Gelukkig hebben we een grote auto.” Lisa: “In het voorseizoen ben ik nog thuisgebleven. Nu gaan we samen de bergen in en gaat Jane met ons mee.” Chris: “En onze moeders gaan mee naar de belangrijkste wedstrijden en passen op haar.” Lisa: “Ik heb altijd voor ogen gehad dat ik zo snel mogelijk wilde terugkeren na mijn zwangerschap.” Chris: “Jouw focus ligt nog op je herstel. Ik heb het ook rustig aan gedaan in de zomer, na de geboorte van Jane, maar heb wel doorgetraind en geprobeerd fit te blijven. In september ben ik weer naar de gletsjer in Zwitserland gegaan.” Lisa: “Jane was toen twee maanden oud, ik moest het thuis alleen doen. Het was pittig, maar ik kreeg veel hulp van onze ouders.” Chris: “We proberen het af te wisselen, ook ’s nachts. De ene keer ga jij eruit, de andere keer ik. Als ik moet trainen de volgende dag en jij niet, dan zorgen we er wel voor dat ik uitgerust ben, dan kan ik ervoor kiezen om in een andere kamer te slapen.” Lisa: “Van tevoren zeiden veel mensen: ‘Oh, ben je zwanger, dan is het zeker wel gedaan met het snowboarden?’ Als ik vertelde dat ik nog door wilde gaan met mijn sport, vroegen ze: ‘Hoe gaan jullie dat doen dan?’ Hoe we het precies moeten invullen, dat weten we ook nog niet. Niks is onmogelijk, we zien het als een uitdaging.” [caption id="attachment_20747" align="aligncenter" width="1707"] Lisa Bunschoten en Chris Vos[/caption] Chris, Lisa is gestructureerder dan jij, zei je in Helden twee jaar geleden. Hoe is dat nu met Jane erbij? Chris lachend: “Ik ben nog steeds niet heel gestructureerd, maar ik zal Jane niet zo snel ergens vergeten, hoor. Het gaat een beetje vanzelf. Van de een op andere dag heb je geen slaap meer. Blijkbaar maakt dat niet uit. Zonder slaap kan ik blijkbaar ook trainen.” Lisa knikt: “Voordat Jane er was, wist ik niet dat ik zoveel kon met zo weinig slaap.” Jullie hebben Zwitserland als trainingsbasis tegenwoordig… Chris: “Lisa, Dean van Kooij en ik kregen vorig jaar de kans om ons in te kopen bij het Zwitserse team. Dat hebben we gedaan. In Nederland hebben we niet genoeg expertise en een te klein team om het professioneel aan te pakken. We hebben nu een goede waxman, goede coaches en fysio’s die ons ondersteunen.” Lisa: “Toen ik 26 weken zwanger was, stond ik nog op mijn snowboard. We hadden ons net aangesloten bij het Zwitserse team, dus ik dacht wel: ze zien me al aankomen… Ze hebben me heel erg de kans gegeven, ik ben lang mee blijven doen, in de sneeuw blijven staan en heb geholpen met coachen. In Nederland kreeg ik wel wat begeleiding tijdens mijn zwangerschap, maar voor mijn trainer op Papendal was het ook de eerste keer dat hij een zwangere atleet begeleidde. Er is nog niet zoveel geregeld voor zwangere sporters.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Lisa Bunschoten en Chris Vos komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Paralympisch snowboarders Chris Vos (26) en Lisa Bunschoten (29) zijn anderhalf jaar geleden getrouwd. In juni vorig jaar werden ze ouders van dochter Jane Joanne. In aanloop naar het WK parasnowboard in Canada (4-10 maart) gingen we voor Helden Magazine nummer 75 bij het stel op bezoek, dat aast op de enige titel die ze allebei nog niet hebben gewonnen: paralympisch goud. Chris Vos en Lisa Bunschoten Chris Vos en Lisa Bunschoten stappen uit een vol bepakte auto met skikoffer op het dak. Lisa draagt de Maxi-Cosi met daarin de op 18 juli geboren Jane. Ook hond Riley springt uit de auto. We ontmoeten elkaar bij het ouderlijk huis van Chris in Noordbeemster, waar Chris is opgegroeid en waar Lisa en Chris in juni 2023 zijn getrouwd. Chris lachend: “We lijken soms wel een verhuisbedrijf, vooral als we op trainingskamp gaan. Gelukkig hebben we een grote auto.” Lisa: “In het voorseizoen ben ik nog thuisgebleven. Nu gaan we samen de bergen in en gaat Jane met ons mee.” Chris: “En onze moeders gaan mee naar de belangrijkste wedstrijden en passen op haar.” Lisa: “Ik heb altijd voor ogen gehad dat ik zo snel mogelijk wilde terugkeren na mijn zwangerschap.” Chris: “Jouw focus ligt nog op je herstel. Ik heb het ook rustig aan gedaan in de zomer, na de geboorte van Jane, maar heb wel doorgetraind en geprobeerd fit te blijven. In september ben ik weer naar de gletsjer in Zwitserland gegaan.” Lisa: “Jane was toen twee maanden oud, ik moest het thuis alleen doen. Het was pittig, maar ik kreeg veel hulp van onze ouders.” Chris: “We proberen het af te wisselen, ook ’s nachts. De ene keer ga jij eruit, de andere keer ik. Als ik moet trainen de volgende dag en jij niet, dan zorgen we er wel voor dat ik uitgerust ben, dan kan ik ervoor kiezen om in een andere kamer te slapen.” Lisa: “Van tevoren zeiden veel mensen: ‘Oh, ben je zwanger, dan is het zeker wel gedaan met het snowboarden?’ Als ik vertelde dat ik nog door wilde gaan met mijn sport, vroegen ze: ‘Hoe gaan jullie dat doen dan?’ Hoe we het precies moeten invullen, dat weten we ook nog niet. Niks is onmogelijk, we zien het als een uitdaging.” [caption id="attachment_20747" align="aligncenter" width="1707"] Lisa Bunschoten en Chris Vos[/caption] Chris, Lisa is gestructureerder dan jij, zei je in Helden twee jaar geleden. Hoe is dat nu met Jane erbij? Chris lachend: “Ik ben nog steeds niet heel gestructureerd, maar ik zal Jane niet zo snel ergens vergeten, hoor. Het gaat een beetje vanzelf. Van de een op andere dag heb je geen slaap meer. Blijkbaar maakt dat niet uit. Zonder slaap kan ik blijkbaar ook trainen.” Lisa knikt: “Voordat Jane er was, wist ik niet dat ik zoveel kon met zo weinig slaap.” Jullie hebben Zwitserland als trainingsbasis tegenwoordig… Chris: “Lisa, Dean van Kooij en ik kregen vorig jaar de kans om ons in te kopen bij het Zwitserse team. Dat hebben we gedaan. In Nederland hebben we niet genoeg expertise en een te klein team om het professioneel aan te pakken. We hebben nu een goede waxman, goede coaches en fysio’s die ons ondersteunen.” Lisa: “Toen ik 26 weken zwanger was, stond ik nog op mijn snowboard. We hadden ons net aangesloten bij het Zwitserse team, dus ik dacht wel: ze zien me al aankomen… Ze hebben me heel erg de kans gegeven, ik ben lang mee blijven doen, in de sneeuw blijven staan en heb geholpen met coachen. In Nederland kreeg ik wel wat begeleiding tijdens mijn zwangerschap, maar voor mijn trainer op Papendal was het ook de eerste keer dat hij een zwangere atleet begeleidde. Er is nog niet zoveel geregeld voor zwangere sporters.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Lisa Bunschoten en Chris Vos komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Hockey

Pirmin Blaak: ‘Het goud verzacht de pijn’

Pirmin Blaak (36) was de grote held in de olympische hockeyfinale in Parijs. De keeper stopte drie Duitse shoot-outs en bezorgde Nederland voor het eerst sinds 2000 de olympische titel. Maar die medaille heeft hem ook heel wat gekost. “Ik werd uitgeroepen tot beste keeper van de wereld, maar had die titel graag ingeleverd om mijn normale leven terug te krijgen. Ik won alles wat er te winnen viel, maar tegelijkertijd raakte ik alles kwijt.” Aldus de sluitpost in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine. Pirmin Blaak “Door mijn privéproblemen heb ik getwijfeld of ik naar Parijs moest gaan, ik verkeerde niet in mijn beste vorm. Ik besloot: in Parijs ga ik slapen, eten, rusten en hockeyen. Ik dacht alleen aan die acht wedstrijden, wilde mijn carrière niet eindigen met de gedachte: had ik maar... Dat ik later zou denken: had ik maar niet die ene e-mail naar de bondscoach gestuurd. Ik hield vast aan mijn routines. Zo keek ik urenlang op bed naar shoot-outs van onze tegenstanders. Niet heel gezellig voor mijn kamergenoot Koen Bijen. Ik was een halve autist. Mijn teamgenoten wisten van mijn problemen, ik heb veel steun aan ze gehad. Ik was de oudste van de groep en had al drie keer de Spelen meegemaakt, dus dat rondje door het olympisch dorp geloofde ik wel. Ik speelde soms alleen een potje tafeltennis mee. [caption id="attachment_20587" align="aligncenter" width="1768"] Pirmin Blaak[/caption] Louis van Gaal We hadden geen sterke poulefase, verloren van Duitsland met 1-0 en tegen Groot-Brittannië werd het 2-2. Na de poulefase kwam Louis van Gaal bij ons langs. Ik vond hem altijd al een heel bijzondere man, hij straalde zoveel allure uit, maar had hem nog nooit ontmoet. Als zo’n grootheid binnenkomt, dan doet dat wat met een ploeg. Zijn aanwezigheid zorgde ervoor dat we nog beter beseften: we staan op het allerhoogste podium, er wordt naar ons gekeken. Het gaf ons extra energie. Van Gaal had het over ‘imagineren’, hetzelfde als visualiseren en dat deed ik al. Als je bepaalde dingen ’s nachts al voor je ziet, kun je niet meer verrast worden. De kwartfinale tegen Australië gaf ons een boost. Vroeger hadden we geregeld van ze verloren op belangrijke momenten, ook tijdens de Spelen in Tokio. In Parijs wonnen we met 2-0. In de halve finale moesten we tegen Spanje, gecoacht door onze voormalige bondscoach Max Caldas. We hadden in de poulefase al van ze gewonnen en wisten wat we konden verwachten. We zegevierden met 4-0. Ik heb altijd een goede relatie met Caldas gehad, was niet extra gebrand om van hem te winnen. Ik ben niet van het misgunnen, hij verdiende ook succes, maar ik wilde per se die finale halen. In de war Op de dag van de finale tegen Duitsland liep ik met de sportpsycholoog van TeamNL langs de Seine. We hadden een mooi gesprek. Ik zei iets van: misschien is dit wel de laatste wedstrijd die ik speel voor Oranje. Ze antwoordde: ‘Er zit thuis een jongetje op jou te wachten, die heeft straks zijn papa nodig.’ Ik ging die finale in om de trotse vader van Keje te zijn, die een jaar eerder was geboren. Ik had niks te verliezen. Wat er ook zou gebeuren, Keje zou thuis op me wachten. Mijn teamgenoten zeiden voor de wedstrijd: ‘Laten we dit ook voor jouw kleine doen.’ Ik denk dat ik vaker goed geprepareerd aan een wedstrijd begon, maar nu was ik mentaal ook op mijn best. Ik heb weleens een finale gespeeld om niet te verliezen, in Parijs speelde ik om alles te winnen. De wedstrijd eindigde in 1-1, de beslissing zou vallen met shoot-outs. Ik had met mezelf al de afspraak gemaakt: mocht het hierop uitdraaien, dan ga ik risico’s nemen. Ik ga niet behoudend keepen, maar er volle bak in. De eerste moest ik per se hebben, dan gaf ik een signaal af. Wij misten de eerste shootout, dus het was extra belangrijk dat ik hem stopte. Naast mijn doel had ik een briefje gelegd met een checklist van wat ik juist niet moest doen: niet in het midden starten, niet terugstappen. Ik pareerde de eerste shoot-out en voelde: dit komt goed. Ook de tweede stopte ik. Daarna scoorde Thierry Brinkman. En nadat ik de derde shoot-out pakte, scoorde Thijs van Dam en kwamen we op een 2-0-voorsprong. Duitsland kwam terug tot 2-1, daar baalde ik heel erg van, maar Duco Telgenkamp mocht het afmaken. Toen Duco naar voren liep om hem te nemen, liep ik naar een journalist naast het doel om te checken of het de beslissende bal om het goud zou zijn. Ik twijfelde, vroeg: championship point, right? Hij knikte. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Pirmin Blaak is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Pirmin Blaak (36) was de grote held in de olympische hockeyfinale in Parijs. De keeper stopte drie Duitse shoot-outs en bezorgde Nederland voor het eerst sinds 2000 de olympische titel. Maar die medaille heeft hem ook heel wat gekost. “Ik werd uitgeroepen tot beste keeper van de wereld, maar had die titel graag ingeleverd om mijn normale leven terug te krijgen. Ik won alles wat er te winnen viel, maar tegelijkertijd raakte ik alles kwijt.” Aldus de sluitpost in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine. Pirmin Blaak “Door mijn privéproblemen heb ik getwijfeld of ik naar Parijs moest gaan, ik verkeerde niet in mijn beste vorm. Ik besloot: in Parijs ga ik slapen, eten, rusten en hockeyen. Ik dacht alleen aan die acht wedstrijden, wilde mijn carrière niet eindigen met de gedachte: had ik maar... Dat ik later zou denken: had ik maar niet die ene e-mail naar de bondscoach gestuurd. Ik hield vast aan mijn routines. Zo keek ik urenlang op bed naar shoot-outs van onze tegenstanders. Niet heel gezellig voor mijn kamergenoot Koen Bijen. Ik was een halve autist. Mijn teamgenoten wisten van mijn problemen, ik heb veel steun aan ze gehad. Ik was de oudste van de groep en had al drie keer de Spelen meegemaakt, dus dat rondje door het olympisch dorp geloofde ik wel. Ik speelde soms alleen een potje tafeltennis mee. [caption id="attachment_20587" align="aligncenter" width="1768"] Pirmin Blaak[/caption] Louis van Gaal We hadden geen sterke poulefase, verloren van Duitsland met 1-0 en tegen Groot-Brittannië werd het 2-2. Na de poulefase kwam Louis van Gaal bij ons langs. Ik vond hem altijd al een heel bijzondere man, hij straalde zoveel allure uit, maar had hem nog nooit ontmoet. Als zo’n grootheid binnenkomt, dan doet dat wat met een ploeg. Zijn aanwezigheid zorgde ervoor dat we nog beter beseften: we staan op het allerhoogste podium, er wordt naar ons gekeken. Het gaf ons extra energie. Van Gaal had het over ‘imagineren’, hetzelfde als visualiseren en dat deed ik al. Als je bepaalde dingen ’s nachts al voor je ziet, kun je niet meer verrast worden. De kwartfinale tegen Australië gaf ons een boost. Vroeger hadden we geregeld van ze verloren op belangrijke momenten, ook tijdens de Spelen in Tokio. In Parijs wonnen we met 2-0. In de halve finale moesten we tegen Spanje, gecoacht door onze voormalige bondscoach Max Caldas. We hadden in de poulefase al van ze gewonnen en wisten wat we konden verwachten. We zegevierden met 4-0. Ik heb altijd een goede relatie met Caldas gehad, was niet extra gebrand om van hem te winnen. Ik ben niet van het misgunnen, hij verdiende ook succes, maar ik wilde per se die finale halen. In de war Op de dag van de finale tegen Duitsland liep ik met de sportpsycholoog van TeamNL langs de Seine. We hadden een mooi gesprek. Ik zei iets van: misschien is dit wel de laatste wedstrijd die ik speel voor Oranje. Ze antwoordde: ‘Er zit thuis een jongetje op jou te wachten, die heeft straks zijn papa nodig.’ Ik ging die finale in om de trotse vader van Keje te zijn, die een jaar eerder was geboren. Ik had niks te verliezen. Wat er ook zou gebeuren, Keje zou thuis op me wachten. Mijn teamgenoten zeiden voor de wedstrijd: ‘Laten we dit ook voor jouw kleine doen.’ Ik denk dat ik vaker goed geprepareerd aan een wedstrijd begon, maar nu was ik mentaal ook op mijn best. Ik heb weleens een finale gespeeld om niet te verliezen, in Parijs speelde ik om alles te winnen. De wedstrijd eindigde in 1-1, de beslissing zou vallen met shoot-outs. Ik had met mezelf al de afspraak gemaakt: mocht het hierop uitdraaien, dan ga ik risico’s nemen. Ik ga niet behoudend keepen, maar er volle bak in. De eerste moest ik per se hebben, dan gaf ik een signaal af. Wij misten de eerste shootout, dus het was extra belangrijk dat ik hem stopte. Naast mijn doel had ik een briefje gelegd met een checklist van wat ik juist niet moest doen: niet in het midden starten, niet terugstappen. Ik pareerde de eerste shoot-out en voelde: dit komt goed. Ook de tweede stopte ik. Daarna scoorde Thierry Brinkman. En nadat ik de derde shoot-out pakte, scoorde Thijs van Dam en kwamen we op een 2-0-voorsprong. Duitsland kwam terug tot 2-1, daar baalde ik heel erg van, maar Duco Telgenkamp mocht het afmaken. Toen Duco naar voren liep om hem te nemen, liep ik naar een journalist naast het doel om te checken of het de beslissende bal om het goud zou zijn. Ik twijfelde, vroeg: championship point, right? Hij knikte. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Pirmin Blaak is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Hockey

Laurien Leurink: ‘Carpe Diem’

Een onverwachts overleden schoonmoeder. Een overleden oom. Een ongeneeslijk zieke zus. Terwijl hockeyster Laurien Leurink met het Nederlands team alles won wat er te winnen viel, waaronder twee wereldtitels en olympisch goud, kreeg ze op privégebied veel te verduren. We brachten Laurien, inmiddels ex-international, haar zus Marije, in behandeling voor uitgezaaide darmkanker, en broer Wouter samen in hun geboortedorp Bunnik. We ontmoeten Laurien Leurink (28), haar zus Marije (30) en broer Wouter (33) in eetcafé ’t Wapen van Bunnik, een paar straten bij hun ouderlijk huis vandaan. Laurien maakte afgelopen maart bekend te stoppen als hockeyinternational. Ze vertelt: “Het leven is belangrijker dan hockey. We worden geboren en gaan dood. De een gaat op zijn negentigste, de ander veel eerder. Dat is heel cru, maar het is de realiteit. Toen ik dat besef kreeg, wilde ik me losrukken van de bekrompenheid van de sport. Als ik een keer slecht speelde, kreeg ik te horen: ‘Zo hé, die is uit vorm.’ De persoon die dat roept, heeft geen idee wat er zich op dat moment afspeelt in iemands leven. Dan praat je wel anders, vriend, dacht ik altijd. Ik was klaar met die bekrompenheid. Maar Marijes ziekte gaf het extra zetje.” Bittergarnituur Laurien, Marije en Wouter komen uit een hecht gezin. Wouter: “De laatste tien jaar voel ik me meer de grote broer die zijn zusjes moet beschermen. Lachend: “Vroeger waren jullie gewoon mijn irritante zusjes.” Laurien kijkt naar Marije: “Op jonge leeftijd deden wij alles samen, speelden met barbies en deelden een slaapkamer. Later merkte ik dat Wouter en ik meer op dezelfde manier in het leven stonden. We wisten allebei wat we wilden en deden dat. Jij was wat meer op zoek.” Marije: “Jullie deden allebei gymnasium, ik was een vmbo’er. Mijn brein werkt anders, gaat langzamer. Ik keek tegen jullie op.” Wouter: “Jij bent weer slim op andere manieren, hebt een heel hoog EQ.” De drie groeiden op in Bunnik. De basisschool lag een straat achter hun huis, hockeyclub Kampong was een kwartiertje fietsen. Daar spendeerde de familie de meeste tijd. Wouter: “Hockey werd ons met de paplepel ingegoten. We gingen met papa mee naar zijn oude mannengroep. Mama hockeyde ook nog.” Laurien: “Wij stonden met een mini-hockeystick in ons hand langs het veld te kijken.” Wouter: “Na afloop snoepten we van de bittergarnituur. Later speelden we alle drie in de eerste elftallen. Laurien en Marije konden trouwens ook goed turnen.” Marije: “Ik heb nog wedstrijden geturnd. Jij hikte daar ook tegenaan. We zaten ook nog op tennis. We moesten op een gegeven moment kiezen.” Laurien, lachend: “Jammer dat jullie mijn blokfluit vergeten. Ik was daar echt goed in.” Wouter: “Papa was in die tijd veel weg voor werk, was geregeld van maandag tot en met vrijdag in het buitenland. Mama kon ons niet in haar eentje overal naartoe brengen.” Laurien bleek het meeste hockeytalent te hebben van de drie. Op jonge leeftijd werd zij doorgeschoven naar een ouder team, dat van haar zus Marije. Laurien: “Met papa en mama hebben we besproken of we dat moesten doen. Het was voor jou best ingewikkeld dat je jongere zusje ineens in je team terechtkwam.” Marije: “In het begin vond ik het vreselijk. Ik weet nog dat jij ineens naar de kant liep en riep: ‘Ik wil niet meer met Marije hockeyen.’ Onze coach riep boos: ‘Jij gaat nu terug dat veld in.’” Laurien: “Wij zijn alle drie een beetje luie hockeyers. Ik irriteerde me op dat moment aan jou, was in die tijd een vreselijke puber.” Marije: “We hebben veel ruzie gehad. Dan reden we na een training op de scooter naar huis en schreeuwden we tegen elkaar tot huilen aan toe. Dan kwamen we thuis en vroegen papa en mama: ‘Hoe was het?’ Met rode ogen van het huilen zeiden we: ‘Hartstikke leuk!’” Laurien: “Omdat ik doorgeschoven werd naar een ouder elftal, ging ik met oudere mensen om. Ik ben de jongste, zag aan jullie al wat de wereld me te bieden had. Ik wilde alles meepakken, met iedereen meedoen en cool zijn. Jij keek mij geregeld aan en dacht: wat ben je in hemelsnaam aan het doen? Jij had die behoefte helemaal niet.” Marije: “Later werd het ook leuk. We stonden samen in de as. Ik centraal achterin, jij voor mij op het middenveld. We voelden elkaar naadloos aan op het veld.” Langzaam sloeg het pubergedrag van Laurien om. Laurien, lachend: “Maar dat gebeurde heel laat, hoor. Ik heb nooit die droom gehad om in het Nederlands team terecht te komen. Het kwam een beetje aangewaaid bij mij, ik ben echt een zondagskind. Ik heb er heus wel veel voor moeten doen, maar als ik de top niet had gehaald, had ik het ook prima gevonden.” Wouter: “Je bedankte zelfs voor Oranje in 2013, toen Max Caldas nog bondscoach was. Jij wilde lid worden van het studentencorps in Utrecht.” Laurien, lachend: “Max Caldas belde toen ik met bier in mijn handen bezig was met het vormen van een jaarclub. Eerst dacht ik nog: wat gaaf, het Nederlands elftal. Maar vlak daarna: wat vreselijk, dat wil ik helemaal niet.” Als zaalinternational won Laurien het EK van 2014 en het WK van 2015. In dat jaar zette ze de knop om, mede vanwege toenmalig bondscoach Alyson Annan. Laurien: “Alyson was in die jaren mijn coach bij Jong Oranje. In de zomer van 2015 hoorden we dat zij Max Caldas zou opvolgen als bondscoach. Ik zei tegen haar: ik wil er nu wel voor gaan. Zij heeft mij bij het Nederlands team gehaald. Vanaf dat moment ben ik meer voor het hockey gaan leven. Tot die tijd was ik altijd in mijn hoofd het rebelse hockeymeisje. Ik leefde totaal niet voor mijn sport. Voor een trainingskamp van Jong Oranje in Zuid-Afrika had ik zelfs dronken mijn enkelbanden gescheurd.” Marije en Wouter volgden hun eigen weg. Marije: “Ik had die ambities om het Nederlands elftal te halen niet. Ik keek wel met veel respect naar jou en was ook supertrots. Petje af voor wat je gedaan hebt. En op jouw manier.” Wouter: “Ik wilde het wel graag, maar in mijn puberteit was ik me aan het afzetten tegen thuis. Ik wilde vrijheid, geen regels, en ging een jaar naar Australië na mijn middelbareschooltijd. Toen ik terugkwam, heb ik een aantal jaar op hoog niveau gespeeld, daarna kwam het studentenleven om de hoek.” Marije: “Ik ben in Groningen de sportdocentenopleiding ALO gaan doen. Hockey kwam op een lager pitje. Ik ben in een vriendenteam terechtgekomen, woon nu in Arnhem en hockey nog steeds, maar zonder de verplichting dat ik er altijd moet zijn. Dat gaat nu niet meer.” Val Als broekie mocht Laurien in 2016 mee naar de Olympische Spelen in Rio. Wouter: “Het was een beloning voor wat je in het zaalhockey had laten zien. Wij dachten dat je geen schijn van kans had de olympische selectie te halen, maar je dwong het toch af.” Laurien: “Met acht interlands op mijn naam ging ik naar Rio. Maar er heerst een soort vloek op de Spelen bij onze familie. We hadden iedere keer ongeluk op privégebied.” Toen Laurien met de Nederlandse se- lectie in Rio zat, overleed in Nederland heel onverwachts haar schoonmoeder. En toen de familie uiteindelijk compleet was in Rio, maakte moeder Leurink een ongelukkige val. Marije: “Mama brak haar bovenarm en moest in Rio geopereerd worden.” Wouter: “In een derdewereldland moesten we op zoek naar een goed ziekenhuis. Daar zagen we mama krijsen van de pijn, terwijl haar arm gezet werd. En ondertussen stond er iemand naast ons in het ziekenhuis die het verlies van zijn moeder nog niet eens kon verwerken omdat alles zo snel ging.” Laurien: “Jullie hebben de val van mama even geheim voor mij gehouden, ik moest me focussen op de Spelen. Ik speelde het toernooi van mijn leven, was aan het stralen, terwijl er veel ellende was. Achteraf denk ik dat ik het belangrijk is om in dit soort situaties meer begeleiding aan te bieden. Ik was 21 en werd geconfronteerd met veel emoties. Bewust keuzes maken kon ik op dat moment niet, ik zat in mijn toernooifocus. Er zat veel druk op de ketel, we móesten maar even goud winnen. Het werd uiteindelijk zilver. Een grote teleurstelling op dat moment, maar onbelangrijk vergeleken met wat er allemaal was gebeurd.” Apaat In aanloop naar de volgende Spelen in Tokio, niet vier maar vijf jaar later vanwege de coronapandemie, sloeg het noodlot weer toe. Toen bij zus Marije. In januari 2021 kreeg zij de diagnose darmkanker. Marije: “Ik had wat klachten die ik niet herkende. Ik liet me onderzoeken, maar dat werd onverwachts een heel traject. De uitslag hoorde ik aan met mijn ex- vriend. Ze hadden ook nog een uitzaaiing in mijn lies gevonden. Eind februari ben ik gestart met de behandeling. In de tussentijd kreeg ik ivf. Het was een grote achtbaan.” Tegelijkertijd lag ook nog de tweeling- broer van hun vader op sterven en be- haalde Laurien haar Master scriptie. Marije: “Mijn behandeling bestond uit bestralingen, een chemokuur en operatie.” Laurien: “Maar we hadden het vooruitzicht dat het goed zou komen. In juni heb ik tegen jou gezegd: nu moet ik me gaan focussen op de Spelen, ik kan me niet meer iedere dag zorgen maken om hoe jij je voelt. Ik stond iedere ochtend op met het idee: ik moet Marije appen, heeft ze wel goed geslapen? Ik voelde me schuldig als ik je een keer geen berichtje had gestuurd. Toen de Spelen dichterbij kwamen, moest ik mijn focus verleggen.” Wouter: “Jij had altijd een toernooibubbel, was dan onbereikbaar voor ons. Je werd een apaat voor wie alles om hockey draaide. Voor ons was dat soms lastig. Als we een vraag stelde via WhatsApp, kregen we geen antwoord.” Marije: “Ik begreep het wel, ik zat ook in mijn eigen bubbel. We hadden allebei onze eigen wedstrijd. We wisten ook al dat ik geopereerd zou worden als jij in Tokio zou zijn.” Een dag voor de eerste poulewedstrijd werd Marije geopereerd. Ze kreeg een stoma. Laurien: “Het was geen levensbedreigende operatie, wel een die jouw leven veranderende. Toen ik hoorde dat het goed was gegaan, voelde ik me weer oké. Met mijn kamergenootje Lauren Stam, een van mijn beste vriendinnen, kon ik het er goed over hebben in Tokio. Het hele team was er voor me, maar ik was er zelf niet heel open over. Ik wilde in Tokio zo graag die gouden medaille winnen. Dat dat lukte, was fantastisch.” Marije: “De finale keek ik samen met papa en mama. Jij belde op na afloop van de ceremonie. ‘Hij is zo mooi en zo zwaar.’ Vijf minuten voor het einde stonden wij in de woonkamer al te juichen en te huilen.” Wouter: “Het was de kroon op jouw werk. Wij waren zo trots op je.” Nemo Na de Spelen in Tokio kwam bondscoach Alyson Annan onder vuur te liggen. Diverse internationals hadden melding gemaakt van voor hen ongewenst gedrag en een angstcultuur binnen de nationale vrouwenploeg. Er werd gekozen om een nieuw traject in te slaan. Annan werd ontslagen. Laurien: “Ik stond achter het feit dat er wat veranderd moest worden, maar ik vind dat er veel fouten zijn gemaakt in dit proces. We zijn te veel gefocust geweest op het doel om goud te halen. Dat ging ten koste van andere dingen.” Onder interim-bondscoach Jamilon Mülders vond de hockeyploeg het plezier terug. In dat jaar werd Oranje in Spanje wereldkampioen. Lauriens tweede wereldtitel, na die in 2018. Laurien: “De aanloop naar het WK met het team was intens. Er waren veel gesprekken gevoerd. Op hockeygebied stonden we er minder goed voor dan normaal, hoewel Jamilon een heel goede coach voor ons was. Het leuke was dat veel vrienden, maar ook iedereen van m’n familie erbij was toen ik de wereldtitel won. Nadat we wonnen kwam bij mij de ontlading van het pittige jaar, zowel op hockeygebied als privé, naar boven.” Wouter kijkt naar Marije: “Het was ook spannend voor jou, jij ging weer op reis met een stoma.” Marije corrigeert: “Met Nemo. Ik moest het van Laurien een andere naam geven.” De WK-finale tegen Argentinië bleek meteen Lauriens laatste wedstrijd als international. Laurien: “Na het WK was ik nog niet klaar met het veranderingsproces wat er gaande was en ik was ook benieuwd naar de nieuwe bondscoach Paul van Ass. Ik heb wel uitgesproken dat ik nog niet met honderd procent zekerheid kon zeggen of ik door wilde gaan, maar ik wilde het wel een kans geven.” In december zou Laurien met de ploeg naar Argentinië gaan voor de Pro League. Laurien: “Dat was voor mij de test: kom ik huilend of stralend terug en wil ik dus door tot de Spelen van Parijs?” Het vliegtuig naar Argentinië heeft Laurien nooit gehaald. Bij een jaarlijkse controle in het ziekenhuis in de zomer bleek het foute boel bij haar zus. De kanker was op het eerste gezicht terug. Marije: “Laurien en ik waren samen thuis. Ik riep opgetogen tegen jou: hé, de uitslag is binnen, laten we alvast even online kijken. We lazen de uitslag en schrokken ons rot.” Laurien: “Plekken op de lever, plekken in het buikvlies, plekken op de longen... Het was medische taal, dus we snapten niet alles.” Marije: “Jij hebt de dokter van het Nederlands team gebeld, Wouter belde een oude vriendin die arts is. Ik keek voor mijn gevoel de dood aan en dacht: het is klaar, hier stopt mijn leven. Het was zomer, al mijn artsen waren op vakantie, eigenlijk kon ik pas twee weken later in het ziekenhuis terecht. Gelukkig gingen bij de verpleegkundig specialist aan de telefoon ook alle alarmbellen af. Ik werd de dag later besproken in een artsenoverleg gevolgd door een fysieke afspraak. In mijn buikvlies zagen ze wat zitten.” Laurien: “Ze zeiden: ‘Als dat kanker is wat we zien, dan is het een heel slecht scenario.’” Wouter: “Dan was het binnen twee maanden klaar geweest.” Het buikvlies bleek schoon, maar de lever en longen moesten nog onderzocht worden. Marije: “Na een mri-scan bleek ook mijn lever schoon. Ze wilden alleen een kijkoperatie doen om een van de plekjes op mijn longen te inspecteren.” Laurien: “Je vergeet een stap. Nadat ze zeiden dat je lever in orde was, zeiden ze tussen neus en lippen door: ‘Op je longen zitten ook plekjes. Als dat kanker is, dan is het ongeneeslijk.’ Wij keken die man aan, zeiden: wat bedoelt u? In augustus hadden ze nog gezegd: ‘Die longen komen op een later moment wel, die zijn minder urgent.’ Wouter: “Jouw longen hadden onderaan het lijstje gestaan, omdat het buikvlies zo urgent was." Laurien: “Als ik in Argentinië zou zitten met Oranje, zou Marije te horen krijgen of haar ziekte ongeneeslijk was of niet. Ik wilde bij mijn familie zijn als ze dat zou horen. Achteraf gezien nam ik daarmee ook afscheid van het Nederlands elftal.” Emotionele beestjes “De plekken op mijn longen waren inderdaad tumoren. Het zijn een soort kogeltjes, te veel plekjes om het nog te kunnen genezen. Ik zit midden in de behandeling, heb vorige week nog een chemokuur gehad,” zegt Marije. Laurien: “Het gekke is: jij merkt niks aan je lichaam en je ziet ook niks aan jou.” Marije: “Ik heb alleen last van de bijwerkingen van de chemotherapie. Gelukkig heb ik een milde variant waarbij mijn haar niet uitvalt.” Wouter: “Maar jouw handen zijn vuurrood, je hebt blaren op je voeten en je bent vermoeid.” Marije knikt: “Deze kuur kan oneindig gegeven worden, zolang het aanslaat. Om de drie maanden wordt er een scan gemaakt. De laatste was positief. Laurien: “Daar moeten we het dan mee doen.” Marije: “Jij zegt geregeld: ik hoop dat er een dag komt waarop ze zeggen: ‘Mevrouw Leurink, we hebben een fout gemaakt, er is niks aan de hand.’ Dat gaat helaas niet gebeuren. Laurien, Marije en Wouter zitten even zwijgend tegenover elkaar. Ze hebben geen moeite om het over Marijes ziekte te hebben, van hun emoties is weinig zichtbaar. Wouter: “Op de weg hiernaartoe heb ik goed gehuild, hoor, dan ben ik het weer even kwijt.” Marije: “Ik probeer het uit te zetten.” Laurien fel: “Dat is niet waar. Jij doet naar de buitenwereld alsof het allemaal prima is, maar dat is het niet. Jij bent boos.” Marije knikt: “Dat klopt. Ik ben boos op de wereld. Eerst had ik een soort overlevingsmechanisme, nu ben ik in de fase van boosheid aangekomen. Om heel kleine dingen kan ik ontzettend boos worden. Ik deel mijn gevoelens met een psycholoog, nu al bijna twee jaar. Dat is mijn uitlaatklep. Wij zijn allemaal een beetje hetzelfde. Een beetje van: keep up the good spirit.” Wouter: “Ik praat ook met een psycholoog om het een plek te geven. Het is zo’n gek besef dat iemand zo jong is en stervende. We zitten ook nog in een fase waarin veel mensen om ons heen trouwen en kinderen krijgen. Bij alles wat er gebeurt, denk ik: zij wel, Marije niet.” Laurien: “Jij had ook een relatie, maar dat is uitgegaan na jouw eerste ziekteperiode. Vind nu nog maar eens een partner als je zegt: ‘Ik heb een stoma en ga dood, maar ben wel op zoek naar liefde.’ Hoe dan?” Lachend: “Maar er is altijd wel een gek te vinden, hoor.” Laurien vervolgt: “Wij zijn met de familie heel goed in het bespreken van de praktische zaken, maar kunnen nog niet goed ons hart openen bij elkaar.” Wouter: “Voor de buitenwereld zijn wij nuchtere mensen, maar van binnen zijn wij gigantisch emotionele beestjes.” Hij kijkt Laurien aan: “Jij hebt ook heel lang een ontkenningsfase gehad, geloofde dat er methodes moesten zijn waarmee Marije kon genezen.” Laurien knikt: “Het blijft vreemd dat je op het oog gezond bent en toch doodgaat. Als ik nu vertel aan vriendinnen dat de chemo is aangeslagen en zij antwoorden ‘wat fijn’, dan denk ik: ik weet het niet. Ik heb er geen gevoel bij, voel me leeg.” Marije: “Als ik alleen ben, ga ik nadenken. Wat ga ik met mijn spullen doen? Welke muziek wil ik op mijn afscheid?” Laurien: “Zover zijn we nog lang niet.” Marije: “Ik heb al gesprekken gehad met papa en mama. Er gaat een moment komen dat ik niet meer voor mezelf kan zorgen. Ik weet dat ik uiteindelijk bij hen ga eindigen. De artsen hebben een tijd uitgesproken, maar die deel ik liever niet. De geneeskunde gaat snel. Wie weet wat er nog kan gebeuren.” Laurien: “Iedere behandeling die nu loopt, is alleen gericht op levensverlenging. Maar elk sprankje hoop grijpen we aan.” Bucketlist Een zogenaamde bucketlist heeft Marije niet. Marije: “Ik ben niet zo’n dromer. Ik wil ook niet het gevoel hebben dat ik een laatste reis maak. Ik wil niet ontslag nemen of ineens mijn huur opzeggen. Het gelukkigst word ik van de dagelijkse dingen. Ik werk nog steeds 24 uur per week, bij een planningsbureau. Mijn omgeving is ook aan het werk. Als ik gesprekken heb met vrienden, wil ik ook wat te vertellen hebben. En ik ben een familiemens, vond het altijd al fijn om bij elkaar te zijn, dat vind ik nu nog meer. Deze fotoshoot doen met elkaar vind ik bijzonder.” Wouter: “Ik vond dat jij een bucketlist moest maken. Jij mag denken: fuck de wereld, ik laat alles om me heen vallen. Tot ik besefte dat het jouw leven is en jij moet bepalen waar je nog gelukkig van wordt.” Laurien: “Wij zijn meer van: actie in de taxi, als je die reis wil maken, doe dat dan. We proberen jou dat mee te geven, maar hebben het er nog te weinig over. We steken onze kop nog in het zand, zijn nog te veel struisvogels.” Marije: “Ik wil me niet aan mensen opdringen, want ik ben alleen. Jullie willen me uit mijn comfortzone trekken, maar ik blijf soms liever in mijn coconnetje zitten.” Ondertussen staat er wel een aantal rei-zen op het programma. Marije: “We gaan met de familie naar Lapland, dat was een grote wens van mij, en ik wil naar New York. En over twee jaar ga ik terug naar Kenia, waar ik in januari twee weken vrijwilligerswerk heb gedaan. Ik ga ervanuit dat ik dat haal.” En in december trouwt Laurien met Robbert van de Peppel, voormalig hockeyer en tegenwoordig coach van Hurley dames 1. Marije en Wouter zijn haar getuigen. Laurien: “Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen.” Marije: “Ik kan geen kinderen meer krijgen. Robbert vroeg aan mij: ‘Wat zou je nog echt willen?’ Ik zei: ik wil graag tante worden.” Laurien: “Sinds jouw ziekte denken we allemaal meer na over het leven. Ik heb in ieder geval geen moment gedacht: ik mis het Nederlands elftal.” Laurien ‘Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen’ Laurien is sinds kort gestart met een management traineeship bij Ormit, na het behalen van twee masters in arbeids- en organisatiepsychologie en Business Administration en is gestart met een opdracht bij Rabobank. Laurien: “Ik wil nu een normaal leven leiden. Ik werk vijf dagen in de week. In de weekenden doe ik iets leuks. Heerlijk.” Met haar club SCHC bereikte Laurien dit jaar nog de finale van de play-offs, die ze verloor van Amsterdam. Nog één seizoen wil Laurien door, daarna stopt ze definitief. Laurien: “Hopelijk neem ik afscheid met de landstitel.” Marije benadrukt dat ziekte de familie heeft veranderd. “Ik vind dat we veel hechter zijn geworden.” Laurien: “Ons contact is intensiever geworden. Er gaat geen dag voorbij dat ik jou niet spreek. Ik sta nog steeds op met de gedachte: hoe gaat het met Marije? Maar niet op een ongezonde manier. Met papa en mama bel ik ook een paar keer per week.” Marije: “Papa en mama genieten veel meer van de momenten waarop we allemaal bij elkaar zijn. We leven meer bewust.” Ook hebben Wouter, Marije en Laurien hun band vereeuwigd op hun lichaam. Wouter stroopt zijn mauw open laat een tatoeage zijn. Wouter: “Deze hebben we met zijn drieen laten zetten, een hartslag.” Laurien: “Onze beginletters zijn erin verwerkt, de W, M en L.” Marije: “En ik heb laatst een keer impulsief Carpe Diem laten zetten. Je moet iets negatiefs aan iets positiefs koppelen. Het was de dag van een van de uitslagen. En het is niet dat dat nu ineens mijn lijf- spreuk is, maar het is goed dat ik elke dag herinnerd word aan het feit dat ik de dag moet plukken. Dat probeer ik anderen ook mee te geven.” Helden Magazine editie 68 Het verhaal van Laurien Leurink komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Een onverwachts overleden schoonmoeder. Een overleden oom. Een ongeneeslijk zieke zus. Terwijl hockeyster Laurien Leurink met het Nederlands team alles won wat er te winnen viel, waaronder twee wereldtitels en olympisch goud, kreeg ze op privégebied veel te verduren. We brachten Laurien, inmiddels ex-international, haar zus Marije, in behandeling voor uitgezaaide darmkanker, en broer Wouter samen in hun geboortedorp Bunnik. We ontmoeten Laurien Leurink (28), haar zus Marije (30) en broer Wouter (33) in eetcafé ’t Wapen van Bunnik, een paar straten bij hun ouderlijk huis vandaan. Laurien maakte afgelopen maart bekend te stoppen als hockeyinternational. Ze vertelt: “Het leven is belangrijker dan hockey. We worden geboren en gaan dood. De een gaat op zijn negentigste, de ander veel eerder. Dat is heel cru, maar het is de realiteit. Toen ik dat besef kreeg, wilde ik me losrukken van de bekrompenheid van de sport. Als ik een keer slecht speelde, kreeg ik te horen: ‘Zo hé, die is uit vorm.’ De persoon die dat roept, heeft geen idee wat er zich op dat moment afspeelt in iemands leven. Dan praat je wel anders, vriend, dacht ik altijd. Ik was klaar met die bekrompenheid. Maar Marijes ziekte gaf het extra zetje.” Bittergarnituur Laurien, Marije en Wouter komen uit een hecht gezin. Wouter: “De laatste tien jaar voel ik me meer de grote broer die zijn zusjes moet beschermen. Lachend: “Vroeger waren jullie gewoon mijn irritante zusjes.” Laurien kijkt naar Marije: “Op jonge leeftijd deden wij alles samen, speelden met barbies en deelden een slaapkamer. Later merkte ik dat Wouter en ik meer op dezelfde manier in het leven stonden. We wisten allebei wat we wilden en deden dat. Jij was wat meer op zoek.” Marije: “Jullie deden allebei gymnasium, ik was een vmbo’er. Mijn brein werkt anders, gaat langzamer. Ik keek tegen jullie op.” Wouter: “Jij bent weer slim op andere manieren, hebt een heel hoog EQ.” De drie groeiden op in Bunnik. De basisschool lag een straat achter hun huis, hockeyclub Kampong was een kwartiertje fietsen. Daar spendeerde de familie de meeste tijd. Wouter: “Hockey werd ons met de paplepel ingegoten. We gingen met papa mee naar zijn oude mannengroep. Mama hockeyde ook nog.” Laurien: “Wij stonden met een mini-hockeystick in ons hand langs het veld te kijken.” Wouter: “Na afloop snoepten we van de bittergarnituur. Later speelden we alle drie in de eerste elftallen. Laurien en Marije konden trouwens ook goed turnen.” Marije: “Ik heb nog wedstrijden geturnd. Jij hikte daar ook tegenaan. We zaten ook nog op tennis. We moesten op een gegeven moment kiezen.” Laurien, lachend: “Jammer dat jullie mijn blokfluit vergeten. Ik was daar echt goed in.” Wouter: “Papa was in die tijd veel weg voor werk, was geregeld van maandag tot en met vrijdag in het buitenland. Mama kon ons niet in haar eentje overal naartoe brengen.” Laurien bleek het meeste hockeytalent te hebben van de drie. Op jonge leeftijd werd zij doorgeschoven naar een ouder team, dat van haar zus Marije. Laurien: “Met papa en mama hebben we besproken of we dat moesten doen. Het was voor jou best ingewikkeld dat je jongere zusje ineens in je team terechtkwam.” Marije: “In het begin vond ik het vreselijk. Ik weet nog dat jij ineens naar de kant liep en riep: ‘Ik wil niet meer met Marije hockeyen.’ Onze coach riep boos: ‘Jij gaat nu terug dat veld in.’” Laurien: “Wij zijn alle drie een beetje luie hockeyers. Ik irriteerde me op dat moment aan jou, was in die tijd een vreselijke puber.” Marije: “We hebben veel ruzie gehad. Dan reden we na een training op de scooter naar huis en schreeuwden we tegen elkaar tot huilen aan toe. Dan kwamen we thuis en vroegen papa en mama: ‘Hoe was het?’ Met rode ogen van het huilen zeiden we: ‘Hartstikke leuk!’” Laurien: “Omdat ik doorgeschoven werd naar een ouder elftal, ging ik met oudere mensen om. Ik ben de jongste, zag aan jullie al wat de wereld me te bieden had. Ik wilde alles meepakken, met iedereen meedoen en cool zijn. Jij keek mij geregeld aan en dacht: wat ben je in hemelsnaam aan het doen? Jij had die behoefte helemaal niet.” Marije: “Later werd het ook leuk. We stonden samen in de as. Ik centraal achterin, jij voor mij op het middenveld. We voelden elkaar naadloos aan op het veld.” Langzaam sloeg het pubergedrag van Laurien om. Laurien, lachend: “Maar dat gebeurde heel laat, hoor. Ik heb nooit die droom gehad om in het Nederlands team terecht te komen. Het kwam een beetje aangewaaid bij mij, ik ben echt een zondagskind. Ik heb er heus wel veel voor moeten doen, maar als ik de top niet had gehaald, had ik het ook prima gevonden.” Wouter: “Je bedankte zelfs voor Oranje in 2013, toen Max Caldas nog bondscoach was. Jij wilde lid worden van het studentencorps in Utrecht.” Laurien, lachend: “Max Caldas belde toen ik met bier in mijn handen bezig was met het vormen van een jaarclub. Eerst dacht ik nog: wat gaaf, het Nederlands elftal. Maar vlak daarna: wat vreselijk, dat wil ik helemaal niet.” Als zaalinternational won Laurien het EK van 2014 en het WK van 2015. In dat jaar zette ze de knop om, mede vanwege toenmalig bondscoach Alyson Annan. Laurien: “Alyson was in die jaren mijn coach bij Jong Oranje. In de zomer van 2015 hoorden we dat zij Max Caldas zou opvolgen als bondscoach. Ik zei tegen haar: ik wil er nu wel voor gaan. Zij heeft mij bij het Nederlands team gehaald. Vanaf dat moment ben ik meer voor het hockey gaan leven. Tot die tijd was ik altijd in mijn hoofd het rebelse hockeymeisje. Ik leefde totaal niet voor mijn sport. Voor een trainingskamp van Jong Oranje in Zuid-Afrika had ik zelfs dronken mijn enkelbanden gescheurd.” Marije en Wouter volgden hun eigen weg. Marije: “Ik had die ambities om het Nederlands elftal te halen niet. Ik keek wel met veel respect naar jou en was ook supertrots. Petje af voor wat je gedaan hebt. En op jouw manier.” Wouter: “Ik wilde het wel graag, maar in mijn puberteit was ik me aan het afzetten tegen thuis. Ik wilde vrijheid, geen regels, en ging een jaar naar Australië na mijn middelbareschooltijd. Toen ik terugkwam, heb ik een aantal jaar op hoog niveau gespeeld, daarna kwam het studentenleven om de hoek.” Marije: “Ik ben in Groningen de sportdocentenopleiding ALO gaan doen. Hockey kwam op een lager pitje. Ik ben in een vriendenteam terechtgekomen, woon nu in Arnhem en hockey nog steeds, maar zonder de verplichting dat ik er altijd moet zijn. Dat gaat nu niet meer.” Val Als broekie mocht Laurien in 2016 mee naar de Olympische Spelen in Rio. Wouter: “Het was een beloning voor wat je in het zaalhockey had laten zien. Wij dachten dat je geen schijn van kans had de olympische selectie te halen, maar je dwong het toch af.” Laurien: “Met acht interlands op mijn naam ging ik naar Rio. Maar er heerst een soort vloek op de Spelen bij onze familie. We hadden iedere keer ongeluk op privégebied.” Toen Laurien met de Nederlandse se- lectie in Rio zat, overleed in Nederland heel onverwachts haar schoonmoeder. En toen de familie uiteindelijk compleet was in Rio, maakte moeder Leurink een ongelukkige val. Marije: “Mama brak haar bovenarm en moest in Rio geopereerd worden.” Wouter: “In een derdewereldland moesten we op zoek naar een goed ziekenhuis. Daar zagen we mama krijsen van de pijn, terwijl haar arm gezet werd. En ondertussen stond er iemand naast ons in het ziekenhuis die het verlies van zijn moeder nog niet eens kon verwerken omdat alles zo snel ging.” Laurien: “Jullie hebben de val van mama even geheim voor mij gehouden, ik moest me focussen op de Spelen. Ik speelde het toernooi van mijn leven, was aan het stralen, terwijl er veel ellende was. Achteraf denk ik dat ik het belangrijk is om in dit soort situaties meer begeleiding aan te bieden. Ik was 21 en werd geconfronteerd met veel emoties. Bewust keuzes maken kon ik op dat moment niet, ik zat in mijn toernooifocus. Er zat veel druk op de ketel, we móesten maar even goud winnen. Het werd uiteindelijk zilver. Een grote teleurstelling op dat moment, maar onbelangrijk vergeleken met wat er allemaal was gebeurd.” Apaat In aanloop naar de volgende Spelen in Tokio, niet vier maar vijf jaar later vanwege de coronapandemie, sloeg het noodlot weer toe. Toen bij zus Marije. In januari 2021 kreeg zij de diagnose darmkanker. Marije: “Ik had wat klachten die ik niet herkende. Ik liet me onderzoeken, maar dat werd onverwachts een heel traject. De uitslag hoorde ik aan met mijn ex- vriend. Ze hadden ook nog een uitzaaiing in mijn lies gevonden. Eind februari ben ik gestart met de behandeling. In de tussentijd kreeg ik ivf. Het was een grote achtbaan.” Tegelijkertijd lag ook nog de tweeling- broer van hun vader op sterven en be- haalde Laurien haar Master scriptie. Marije: “Mijn behandeling bestond uit bestralingen, een chemokuur en operatie.” Laurien: “Maar we hadden het vooruitzicht dat het goed zou komen. In juni heb ik tegen jou gezegd: nu moet ik me gaan focussen op de Spelen, ik kan me niet meer iedere dag zorgen maken om hoe jij je voelt. Ik stond iedere ochtend op met het idee: ik moet Marije appen, heeft ze wel goed geslapen? Ik voelde me schuldig als ik je een keer geen berichtje had gestuurd. Toen de Spelen dichterbij kwamen, moest ik mijn focus verleggen.” Wouter: “Jij had altijd een toernooibubbel, was dan onbereikbaar voor ons. Je werd een apaat voor wie alles om hockey draaide. Voor ons was dat soms lastig. Als we een vraag stelde via WhatsApp, kregen we geen antwoord.” Marije: “Ik begreep het wel, ik zat ook in mijn eigen bubbel. We hadden allebei onze eigen wedstrijd. We wisten ook al dat ik geopereerd zou worden als jij in Tokio zou zijn.” Een dag voor de eerste poulewedstrijd werd Marije geopereerd. Ze kreeg een stoma. Laurien: “Het was geen levensbedreigende operatie, wel een die jouw leven veranderende. Toen ik hoorde dat het goed was gegaan, voelde ik me weer oké. Met mijn kamergenootje Lauren Stam, een van mijn beste vriendinnen, kon ik het er goed over hebben in Tokio. Het hele team was er voor me, maar ik was er zelf niet heel open over. Ik wilde in Tokio zo graag die gouden medaille winnen. Dat dat lukte, was fantastisch.” Marije: “De finale keek ik samen met papa en mama. Jij belde op na afloop van de ceremonie. ‘Hij is zo mooi en zo zwaar.’ Vijf minuten voor het einde stonden wij in de woonkamer al te juichen en te huilen.” Wouter: “Het was de kroon op jouw werk. Wij waren zo trots op je.” Nemo Na de Spelen in Tokio kwam bondscoach Alyson Annan onder vuur te liggen. Diverse internationals hadden melding gemaakt van voor hen ongewenst gedrag en een angstcultuur binnen de nationale vrouwenploeg. Er werd gekozen om een nieuw traject in te slaan. Annan werd ontslagen. Laurien: “Ik stond achter het feit dat er wat veranderd moest worden, maar ik vind dat er veel fouten zijn gemaakt in dit proces. We zijn te veel gefocust geweest op het doel om goud te halen. Dat ging ten koste van andere dingen.” Onder interim-bondscoach Jamilon Mülders vond de hockeyploeg het plezier terug. In dat jaar werd Oranje in Spanje wereldkampioen. Lauriens tweede wereldtitel, na die in 2018. Laurien: “De aanloop naar het WK met het team was intens. Er waren veel gesprekken gevoerd. Op hockeygebied stonden we er minder goed voor dan normaal, hoewel Jamilon een heel goede coach voor ons was. Het leuke was dat veel vrienden, maar ook iedereen van m’n familie erbij was toen ik de wereldtitel won. Nadat we wonnen kwam bij mij de ontlading van het pittige jaar, zowel op hockeygebied als privé, naar boven.” Wouter kijkt naar Marije: “Het was ook spannend voor jou, jij ging weer op reis met een stoma.” Marije corrigeert: “Met Nemo. Ik moest het van Laurien een andere naam geven.” De WK-finale tegen Argentinië bleek meteen Lauriens laatste wedstrijd als international. Laurien: “Na het WK was ik nog niet klaar met het veranderingsproces wat er gaande was en ik was ook benieuwd naar de nieuwe bondscoach Paul van Ass. Ik heb wel uitgesproken dat ik nog niet met honderd procent zekerheid kon zeggen of ik door wilde gaan, maar ik wilde het wel een kans geven.” In december zou Laurien met de ploeg naar Argentinië gaan voor de Pro League. Laurien: “Dat was voor mij de test: kom ik huilend of stralend terug en wil ik dus door tot de Spelen van Parijs?” Het vliegtuig naar Argentinië heeft Laurien nooit gehaald. Bij een jaarlijkse controle in het ziekenhuis in de zomer bleek het foute boel bij haar zus. De kanker was op het eerste gezicht terug. Marije: “Laurien en ik waren samen thuis. Ik riep opgetogen tegen jou: hé, de uitslag is binnen, laten we alvast even online kijken. We lazen de uitslag en schrokken ons rot.” Laurien: “Plekken op de lever, plekken in het buikvlies, plekken op de longen... Het was medische taal, dus we snapten niet alles.” Marije: “Jij hebt de dokter van het Nederlands team gebeld, Wouter belde een oude vriendin die arts is. Ik keek voor mijn gevoel de dood aan en dacht: het is klaar, hier stopt mijn leven. Het was zomer, al mijn artsen waren op vakantie, eigenlijk kon ik pas twee weken later in het ziekenhuis terecht. Gelukkig gingen bij de verpleegkundig specialist aan de telefoon ook alle alarmbellen af. Ik werd de dag later besproken in een artsenoverleg gevolgd door een fysieke afspraak. In mijn buikvlies zagen ze wat zitten.” Laurien: “Ze zeiden: ‘Als dat kanker is wat we zien, dan is het een heel slecht scenario.’” Wouter: “Dan was het binnen twee maanden klaar geweest.” Het buikvlies bleek schoon, maar de lever en longen moesten nog onderzocht worden. Marije: “Na een mri-scan bleek ook mijn lever schoon. Ze wilden alleen een kijkoperatie doen om een van de plekjes op mijn longen te inspecteren.” Laurien: “Je vergeet een stap. Nadat ze zeiden dat je lever in orde was, zeiden ze tussen neus en lippen door: ‘Op je longen zitten ook plekjes. Als dat kanker is, dan is het ongeneeslijk.’ Wij keken die man aan, zeiden: wat bedoelt u? In augustus hadden ze nog gezegd: ‘Die longen komen op een later moment wel, die zijn minder urgent.’ Wouter: “Jouw longen hadden onderaan het lijstje gestaan, omdat het buikvlies zo urgent was." Laurien: “Als ik in Argentinië zou zitten met Oranje, zou Marije te horen krijgen of haar ziekte ongeneeslijk was of niet. Ik wilde bij mijn familie zijn als ze dat zou horen. Achteraf gezien nam ik daarmee ook afscheid van het Nederlands elftal.” Emotionele beestjes “De plekken op mijn longen waren inderdaad tumoren. Het zijn een soort kogeltjes, te veel plekjes om het nog te kunnen genezen. Ik zit midden in de behandeling, heb vorige week nog een chemokuur gehad,” zegt Marije. Laurien: “Het gekke is: jij merkt niks aan je lichaam en je ziet ook niks aan jou.” Marije: “Ik heb alleen last van de bijwerkingen van de chemotherapie. Gelukkig heb ik een milde variant waarbij mijn haar niet uitvalt.” Wouter: “Maar jouw handen zijn vuurrood, je hebt blaren op je voeten en je bent vermoeid.” Marije knikt: “Deze kuur kan oneindig gegeven worden, zolang het aanslaat. Om de drie maanden wordt er een scan gemaakt. De laatste was positief. Laurien: “Daar moeten we het dan mee doen.” Marije: “Jij zegt geregeld: ik hoop dat er een dag komt waarop ze zeggen: ‘Mevrouw Leurink, we hebben een fout gemaakt, er is niks aan de hand.’ Dat gaat helaas niet gebeuren. Laurien, Marije en Wouter zitten even zwijgend tegenover elkaar. Ze hebben geen moeite om het over Marijes ziekte te hebben, van hun emoties is weinig zichtbaar. Wouter: “Op de weg hiernaartoe heb ik goed gehuild, hoor, dan ben ik het weer even kwijt.” Marije: “Ik probeer het uit te zetten.” Laurien fel: “Dat is niet waar. Jij doet naar de buitenwereld alsof het allemaal prima is, maar dat is het niet. Jij bent boos.” Marije knikt: “Dat klopt. Ik ben boos op de wereld. Eerst had ik een soort overlevingsmechanisme, nu ben ik in de fase van boosheid aangekomen. Om heel kleine dingen kan ik ontzettend boos worden. Ik deel mijn gevoelens met een psycholoog, nu al bijna twee jaar. Dat is mijn uitlaatklep. Wij zijn allemaal een beetje hetzelfde. Een beetje van: keep up the good spirit.” Wouter: “Ik praat ook met een psycholoog om het een plek te geven. Het is zo’n gek besef dat iemand zo jong is en stervende. We zitten ook nog in een fase waarin veel mensen om ons heen trouwen en kinderen krijgen. Bij alles wat er gebeurt, denk ik: zij wel, Marije niet.” Laurien: “Jij had ook een relatie, maar dat is uitgegaan na jouw eerste ziekteperiode. Vind nu nog maar eens een partner als je zegt: ‘Ik heb een stoma en ga dood, maar ben wel op zoek naar liefde.’ Hoe dan?” Lachend: “Maar er is altijd wel een gek te vinden, hoor.” Laurien vervolgt: “Wij zijn met de familie heel goed in het bespreken van de praktische zaken, maar kunnen nog niet goed ons hart openen bij elkaar.” Wouter: “Voor de buitenwereld zijn wij nuchtere mensen, maar van binnen zijn wij gigantisch emotionele beestjes.” Hij kijkt Laurien aan: “Jij hebt ook heel lang een ontkenningsfase gehad, geloofde dat er methodes moesten zijn waarmee Marije kon genezen.” Laurien knikt: “Het blijft vreemd dat je op het oog gezond bent en toch doodgaat. Als ik nu vertel aan vriendinnen dat de chemo is aangeslagen en zij antwoorden ‘wat fijn’, dan denk ik: ik weet het niet. Ik heb er geen gevoel bij, voel me leeg.” Marije: “Als ik alleen ben, ga ik nadenken. Wat ga ik met mijn spullen doen? Welke muziek wil ik op mijn afscheid?” Laurien: “Zover zijn we nog lang niet.” Marije: “Ik heb al gesprekken gehad met papa en mama. Er gaat een moment komen dat ik niet meer voor mezelf kan zorgen. Ik weet dat ik uiteindelijk bij hen ga eindigen. De artsen hebben een tijd uitgesproken, maar die deel ik liever niet. De geneeskunde gaat snel. Wie weet wat er nog kan gebeuren.” Laurien: “Iedere behandeling die nu loopt, is alleen gericht op levensverlenging. Maar elk sprankje hoop grijpen we aan.” Bucketlist Een zogenaamde bucketlist heeft Marije niet. Marije: “Ik ben niet zo’n dromer. Ik wil ook niet het gevoel hebben dat ik een laatste reis maak. Ik wil niet ontslag nemen of ineens mijn huur opzeggen. Het gelukkigst word ik van de dagelijkse dingen. Ik werk nog steeds 24 uur per week, bij een planningsbureau. Mijn omgeving is ook aan het werk. Als ik gesprekken heb met vrienden, wil ik ook wat te vertellen hebben. En ik ben een familiemens, vond het altijd al fijn om bij elkaar te zijn, dat vind ik nu nog meer. Deze fotoshoot doen met elkaar vind ik bijzonder.” Wouter: “Ik vond dat jij een bucketlist moest maken. Jij mag denken: fuck de wereld, ik laat alles om me heen vallen. Tot ik besefte dat het jouw leven is en jij moet bepalen waar je nog gelukkig van wordt.” Laurien: “Wij zijn meer van: actie in de taxi, als je die reis wil maken, doe dat dan. We proberen jou dat mee te geven, maar hebben het er nog te weinig over. We steken onze kop nog in het zand, zijn nog te veel struisvogels.” Marije: “Ik wil me niet aan mensen opdringen, want ik ben alleen. Jullie willen me uit mijn comfortzone trekken, maar ik blijf soms liever in mijn coconnetje zitten.” Ondertussen staat er wel een aantal rei-zen op het programma. Marije: “We gaan met de familie naar Lapland, dat was een grote wens van mij, en ik wil naar New York. En over twee jaar ga ik terug naar Kenia, waar ik in januari twee weken vrijwilligerswerk heb gedaan. Ik ga ervanuit dat ik dat haal.” En in december trouwt Laurien met Robbert van de Peppel, voormalig hockeyer en tegenwoordig coach van Hurley dames 1. Marije en Wouter zijn haar getuigen. Laurien: “Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen.” Marije: “Ik kan geen kinderen meer krijgen. Robbert vroeg aan mij: ‘Wat zou je nog echt willen?’ Ik zei: ik wil graag tante worden.” Laurien: “Sinds jouw ziekte denken we allemaal meer na over het leven. Ik heb in ieder geval geen moment gedacht: ik mis het Nederlands elftal.” Laurien ‘Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen’ Laurien is sinds kort gestart met een management traineeship bij Ormit, na het behalen van twee masters in arbeids- en organisatiepsychologie en Business Administration en is gestart met een opdracht bij Rabobank. Laurien: “Ik wil nu een normaal leven leiden. Ik werk vijf dagen in de week. In de weekenden doe ik iets leuks. Heerlijk.” Met haar club SCHC bereikte Laurien dit jaar nog de finale van de play-offs, die ze verloor van Amsterdam. Nog één seizoen wil Laurien door, daarna stopt ze definitief. Laurien: “Hopelijk neem ik afscheid met de landstitel.” Marije benadrukt dat ziekte de familie heeft veranderd. “Ik vind dat we veel hechter zijn geworden.” Laurien: “Ons contact is intensiever geworden. Er gaat geen dag voorbij dat ik jou niet spreek. Ik sta nog steeds op met de gedachte: hoe gaat het met Marije? Maar niet op een ongezonde manier. Met papa en mama bel ik ook een paar keer per week.” Marije: “Papa en mama genieten veel meer van de momenten waarop we allemaal bij elkaar zijn. We leven meer bewust.” Ook hebben Wouter, Marije en Laurien hun band vereeuwigd op hun lichaam. Wouter stroopt zijn mauw open laat een tatoeage zijn. Wouter: “Deze hebben we met zijn drieen laten zetten, een hartslag.” Laurien: “Onze beginletters zijn erin verwerkt, de W, M en L.” Marije: “En ik heb laatst een keer impulsief Carpe Diem laten zetten. Je moet iets negatiefs aan iets positiefs koppelen. Het was de dag van een van de uitslagen. En het is niet dat dat nu ineens mijn lijf- spreuk is, maar het is goed dat ik elke dag herinnerd word aan het feit dat ik de dag moet plukken. Dat probeer ik anderen ook mee te geven.” Helden Magazine editie 68 Het verhaal van Laurien Leurink komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Hockey

Sanne Koolen & Pien Sanders: ‘Wij zijn gek op alles dat blinkt’

Sanne Koolen (27) en Pien Sanders (24) zijn al jarenlang ploeggenoten bij Den Bosch en het Nederlands team. En met succes. Ze wonnen allebei alles wat er te willen valt. Daarnaast zijn ze vriendinnen. We legden hen zeven stellingen voor in aanloop naar het EK hockey in Mönchengladbach (18-27 augustus). Een gesprek over de liefde, geld, het topsportklimaat bij Oranje, een stijltang, geurtjes en samen dromen. Wij lijken zoveel op elkaar, zouden wel zussen kunnen zijn Pien: “Wat karakter, interesses en kledingstijl betreft, hadden we zeker zussen kunnen zijn. Over veel dingen denken we hetzelfde.” Vertellen jullie elkaar alles? Sanne: “We zien elkaar bijna elke dag, daarnaast appen we elkaar vaak. Ik heb in elk geval geen geheimen voor jou.” Pien: “Jij weet ook alles van mij. We zijn al een jaar of acht ploeggenoten bij Den Bosch. De eerste jaren konden we het ook al goed met elkaar vinden, maar sinds een jaar of vier zijn we echt Jut & Jul.” Sanne: “Er is een leeftijdsverschil van twee jaar, jij kwam er later bij.” Pien, lachend: “Volgens mij raakten we voor het eerst echt met elkaar in gesprek over parfum.” Sanne: “Daarna kwamen we zo’n beetje gelijktijdig bij het Nederlands team. Dan zoek je toch snel iemand op die er ook nieuw bij is en met wie je het goed kunt vinden.” Beschrijven jullie elkaar eens. Pien: “Nou, Sun, zoals ik Sanne altijd noem, is heel erg lief. Ze gunt iedereen de wereld. Ze heeft ook altijd een mooie mening over dingen en mensen en die blijken ook nog eens altijd heel erg te kloppen. Verder heeft Sun heel erg last van FOMO, fear of missing out, wil graag overal bij zijn. En ze is altijd gezellig. Als je iets leuks wil doen, moet je Sun bellen.” Sanne: “Wat jij over mij zegt, zou ik ook over jou kunnen zeggen. Lief, heel erg eerlijk – wat ik enorm aan je waardeer –, supergezellig en ontzettend grappig. Jij bent erg zorgzaam, als iemand ergens mee zit, kan hij of zij altijd naar Pien toe komen.” Jullie zijn allebei verdedigers. Lijken jullie als hockeysters ook op elkaar? Pien: “Sun is echt de beste een-op-een- verdediger van de hockeywereld. Zij pakt gewoon alle ballen af. Ik ben wat meer een spring-in-’t-veld, doe nog weleens wat rare dingen.” Sanne: “Ik ben meer een pure verdediger, jij brengt ook aanvallend veel, bent supersnel. En je vliegt overal in, gaat voorop in de strijd en neemt iedereen daarin mee.” Pien, jij miste in 2018 het WK door een hersenschudding. Sanne, jij mocht in plaats van Pien mee naar datzelfde WK. Zijn jullie ook concurrenten van elkaar? Sanne: “Dat is wel voorgekomen. Bij Den Bosch was het duidelijk, stonden we allebei in het veld. Maar bij het Nederlands team was er meer concurrentie en waren we allebei verdediger. We gingen daar allebei heel chill mee om. Na dat WK van 2018 zijn we nog samen op vakantie gegaan. Nu zijn we op een punt dat we allebei bij het Nederlands team... Ik wil niet zeggen dat we zeker zijn van onze plek, maar we zitten er allebei nu al wel een tijdje bij.” Sanne knikt: “Een echte concurrentiestrijd is er nu niet tussen ons.” Move over Lidewij Welten en Eva Drummond-De Goede; nu is het onze beurt om Oranje bij de hand te nemen Pien: “Zo sta ik er niet in, hoor. Ik hou wel een beetje van hiërarchie binnen een team. En ik vind het ook heel fijn om mensen met veel ervaring in de ploeg te hebben, speel graag onder hun vleugels.” Welten en De Goede zijn de succesvolste Nederlandse hockeysters ooit. Wat hebben jullie van hen geleerd? Sanne: “Met Lidewij hebben we heel lang bij Den Bosch gespeeld. Als je wil winnen, dan zet je Lidewij erin. Zij staat op alle belangrijke momenten ‘aan’. Wij hebben heel veel van haar geleerd. En ook van Margot van Geffen, die net als Lidewij vorige zomer vertrok bij Den Bosch. Maar ook zeker van Eva, met wie we bij het Nederlands team veel op het veld hebben gestaan.” Schrokken jullie toen bondscoach Paul van Ass besloot Eva niet op te roepen in aanloop naar het EK? Sanne: “We hebben lang met Eva op het veld gestaan en afgelopen zomer hebben we nog de wereldtitel met haar gewonnen. Daarna laste zij even een pauze in, maar ik had wel verwacht dat zij weer opgeroepen zou worden toen ze aangaf dat ze weer beschikbaar was. Wat er precies is besproken tussen Eva en Paul weet ik niet, en het is uiteindelijk aan Paul om de keuze te maken” Geven jullie als spelersgroep aan bij de bondscoach wat jullie van zo’n beslissing vinden? Pien: “Uiteindelijk maakt de bondscoach natuurlijk de call en daar heb je het eigenlijk maar mee te doen. Dan kan je Eva een hart onder de riem steken en zeggen dat je voor haar baalt, want dat doe ik ook oprecht, maar meer kunnen we niet echt doen.” Voelen jullie de verantwoordelijkheid om het team straks bij de hand te gaan nemen? Pien: “Bij Den Bosch hebben we afgelopen seizoen al een mooi voorproefje gehad. Een aantal oudere speelsters stopte of vertrok en wij moesten opstaan. Bij het Nederlands team moeten we er bij stilstaan dat wij na de Spelen de kar meer moeten gaan trekken.” Wat de liefde betreft, kijken wij niet verder dan het hockeyveld Pien: “Nou, dat is bij ons allebei wel waar, hè.” Jullie hebben allebei een relatie met een hockey-international. Pien, hoe is de vlam overgeslagen met Thijs van Dam, speler van Rotterdam? Pien: “We hadden allebei een EK met Nederland onder 18 in Santander. Thijs viel me meteen op, hij heeft een heel leuke uitstraling en een knappe kop. We gingen in Spanje ook samen kaarten, met andere jongens erbij, probeerden allebei een beetje vals te spelen. Ik merkte meteen al dat we elkaar aanvoelden. Daar begonnen we te flirten. Dat hebben we terug in Nederland doorgezet. We zijn inmiddels bijna acht jaar samen, wonen in Rotterdam.” En Sanne, jij bent met Floris Wortelboer samen, speler van Bloemendaal. Wie nam het initiatief bij jullie? Sanne, lachend: “Toch wel meer ik. In het begin was hij minder fan van mij dan ik van hem, had ik het gevoel. Ik kende Floris al van het hockeyen, hij speelde vroeger ook bij Den Bosch. Later kwamen we elkaar af en toe tegen in Amsterdam, waar we allebei woonden. Toen we elkaar zagen tijdens een feestje, sloeg de vonk over. We zijn nu bijna drie jaar samen, wonen in Amsterdam.” Twee topsporters op één kussen, slaapt daar niet af en toe de duivel tussen? Pien: “Bij Thijs en mij gaat het er gemoedelijk aan toe, hoor. Geen duiveltje te bekennen. Juist fijn om een relatie met een topsporter te hebben. Als ik niet naar de verjaardag van zijn oma kan, hoef ik niet uit te leggen waarom dat is.” Sanne: “Floris en ik hebben hetzelfde ritme, dus het is juist heel gezellig.” Hebben jullie het thuis ook over andere dingen dan hockey? Sanne: “Wij hebben het helemaal niet veel over hockey. We bespreken wel even hoe een training of wedstrijd ging, maar verder...” Pien: “Wij praten thuis meer over hockey dan Sun en Wortel. Thijs zou graag tot in detail zijn training aan mij vertellen.” Jullie hebben olympisch goud mee naar huis genomen en zijn wereldkampioen geworden. Zijn Floris en Thijs weleens jaloers op jullie? Pien: “Voor Thijs is die gouden olympische medaille van mij alleen maar een extra motivatie om er nog meer uit te halen. Hij zegt dat hij ervoor wil zorgen dat het goud thuis in balans is.” Sanne: “Floris gunt mij die medaille heel erg. Dat is fijn, want dan staat die medaille niet tussen ons in. Neemt niet weg dat hij natuurlijk ook heel graag die gouden plak had gehad. Die gun ik hem ook heel erg.” Maar hoe gaat het thuis als de een succes heeft en het met de ander even wat minder gaat? Sanne: “We proberen elkaar vooral te steunen.” Pien: “Wij kunnen dat doorgaans ook goed scheiden, maar na de afgelopen Spelen was dat wel even lastig. Ik kwam euforisch thuis, terwijl Thijs geen fijn olympisch toernooi had gehad. Zij verloren in de kwartfinale, hij was al een week thuis toen ik terugkwam. Thijs gunde mij die medaille heel erg, ging ook mee naar de huldigingen en zo, maar dat was best confronterend. Zijn grote droom was net in duigen gevallen.” Hebben jullie het er samen weleens over wie als eerste een aanzoek kan verwachten? Sanne: “Nee, maar als ik er nu zo over nadenk, dan denk ik dat jij dat bent, Pien.” Pien, lachend: “We hebben het weleens over trouwen. Van mij mag Thijs snel op z’n knie gaan, hoor! Ik zou het heel leuk vinden om verloofd te zijn met Thijs.” Het topsportklimaat bij Oranje is beter dan ooit Pien: “Wat afgelopen twee jaar is gebeurd, heeft bij iedereen de ogen geopend. Ik denk dat iedereen er nu meer mee bezig is om het topsportklimaat zo optimaal mogelijk te maken. Sinds het bespreekbaar is gemaakt, kent iedereen ook wat beter haar grenzen.” Sanne: “We hebben het er heel veel over gehad. Ik heb het gevoel dat het opener is geworden bij het Nederlands team en dat iedereen in elk geval op tijd gesprekken met elkaar aanknoopt. Dat scheelt enorm.” Er was heel veel te doen over de harde topsportcultuur onder bondscoach Alyson Annan, die in januari 2022 vertrok. Is het goed dat de hockeybond een onderzoek naar de gang van zaken onder Annan heeft ingesteld? Pien: “Zeker, want we hebben als team iets aangekaart en dan is het goed dat daar dan onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan. Ineens stond alles op papier, best lastig. Maar het was natuurlijk ook ernstig. Dit onderzoek was achteraf, als dat tussendoor ook al was gebeurd, had misschien veel pijn vermeden kunnen worden. Het is voor iedereen een les geweest. Via enquêtes en vragenlijsten proberen ze nu ook tussentijds dingen in kaart te brengen.” Sanne: “Er wordt nu ook voor gezorgd dat er na ieder toernooi of in elk geval na iedere zomer een evaluatie plaatsvindt met alle speelsters. Het is niet meer zo dat spelers zich vier jaar lang niet gehoord voelen. Daarmee tackle je al heel veel.” Hebben jullie er veel vragen over gekregen? Pien: “Best wel, er verschenen natuurlijk ook heftige verhalen in de media. Dus er waren tal van mensen die vroegen: wow, is het echt zo gegaan? Iedereen in ons team staat er natuurlijk ook anders in. Elke speler heeft het weer anders ervaren. Daarmee wil ik het niet bagatelliseren.” Merkte je tijdens de Spelen niet dat bepaalde speelsters ongelukkig waren? Pien: “We zaten in een cocon. Ik heb wel het een en ander zien gebeuren, waarvan ik achteraf dacht: dat was niet helemaal oké. Ik durf ondanks de verhalen ook te zeggen dat de Spelen mijn allerleukste toernooi ooit waren bij Oranje.” Sanne: “Ik ben het eens met Pien. Ik vind het heel vervelend dat het voor sommige mensen zo geweest is. En zelf heb ik genoten van het toernooi, vind het nog steeds een hartstikke mooie gouden plak.” Sanne: ‘We nemen vaak drie of vier geurtjes per persoon mee. En dan gaan we even bij elkaar langs om uit te wisselen' Hoe zwaar was de weg naar Tokio voor jullie? Sanne: “De Spelen werden een jaar uitgesteld, dat was sowieso zwaar. En dan was er nog de spanning dat je corona kon krijgen. Daarbij maakten het harde trainen en de spanning of je bij de uiteindelijke selectie zou zitten het een zware periode.” Pien: “Voor de Spelen hadden we het EK. De olympische selectie was toen nog niet bekend. Na elke wedstrijd dacht ik als we in bed lagen: heb ik er vandaag alles aan gedaan om de olympische selectie te halen? Rond dat EK heb ik de meeste druk ooit gevoeld.” Vorig jaar werden jullie wereldkampioen met interim-bondscoach Jamilon Mülders. Wat veranderde in dat jaar tussen de Spelen en het WK aan het topsportklimaat? Pien: “Jamilon was de juiste man op het juiste moment. Hij heeft echt alles wat hij goed kon doen, goed gedaan. We hadden gewoon een beetje liefde nodig. Een knuffel, een paar lieve woorden, af en toe een hand op je rug of een arm om je heen.” Sanne: “Hij is echt een mensenmens, was heel erg bezig met het welzijn van iedereen. Hij hield zich bezig met de persoon achter de hockeyster. Veel speelsters voelden zich heel fijn onder hem.” Hoe was het dat jullie met die aanpak ook gewoon wereldkampioen werden? Pien: “Ik vond het vooraf best spannend, omdat we voor mijn gevoel niet veel en hard hadden getraind. Ik dacht: er is heel veel gebeurd na de Spelen, zijn we er wel klaar voor? In de groepsfase speelden we niet zo goed als we konden. Maar richting de finale zag je een bepaalde mentaliteit en talent. Toen speelden we zo goed.” Sanne: “Ik vind het ontzettend knap dat we dat als team voor elkaar hebben gekregen. Alle lof voor Jamilon.” Mülders werd opgevolgd door Paul van Ass. Wat vinden jullie van hem als bondscoach? Sanne: “Hij is een ander soort coach. Je gaat bij elke coach toch weer iets anders spelen, de manier van druk zetten is anders. Maar het is ook leuk, een nieuwe uitdaging. Ik ben tot nu toe enthousiast.” Is hij ook iemand die op het welzijn van de speelsters let? Sanne: “Zeker, we hebben ook al veel gesprekken daarover gevoerd, Paul ook individueel met alle speelsters afgelopen winter tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika.” Pien: “Paul was lang coach bij de mannen. Als je dat vergelijkt... Het draait bij ons altijd om goud, goud, goud. De mannen staan een half uur voor een wedstrijd nog te pielen op het veld. Zij hebben veel plezier in wat ze doen. Ik denk dat Paul ook een beetje op ons over wil brengen dat het belangrijk is om plezier te hebben, ons in laten zien hoe leuk het is wat we doen.” De Nederlandse vrouwen staan al sinds 2004 aan de top. Merken jullie dat daardoor bij jullie alleen winnen telt? Pien: “Wij hebben de insteek: dan maar op een lelijke manier, als we maar winnen. Wij willen goud, het maakt niet uit hoe. Ik merk aan Paul dat hij ook gewoon mooi, aantrekkelijk hockey wil laten zien. Mij maakt het niet uit hoe we goud winnen, Paul wil dat met aantrekkelijk hockey halen." Met een stijltang in de hand veroveren wij het hele land Sanne, lachend: “Pien is verantwoordelijk voor de teamstijltang.” Pien: “Voor de wedstrijd komen er vier of vijf meiden langs. En dan werken we even een paar pluisjes weg of brengen we een krulletje aan in het haar. Ik stijl sowieso mijn haar, want tijdens een wedstrijd moet mijn staart strak zitten. Ik ben wat mijn haar betreft ijdel.” Jullie maken je er ook druk over of jullie wel lekker ruiken, toch? Sanne: “Dat is een beetje een obsessie geworden.” Pien: “Als we een weekje weggaan met het team, dan appen we er serieus over welke geurtjes we meenemen. Ik wil niet de hele week hetzelfde ruiken. Maar we moeten ook denken aan de kilo’s bagage.” Sanne: “We nemen vaak drie of vier geurtjes mee per persoon. En dan gaan we even bij elkaar langs om uit te wisselen.” Pien: “Als we samen op de kamer liggen, stallen we alle geuren uit. Alsof we in een parfumerie zitten en dan onze crèmepjes er nog bij.” Sanne: “En als we een toernooi winnen, mogen we samen een nieuw geurtje uitzoeken.” Is het belangrijk voor de jeugd dat jullie ook dingen van jezelf laten zien die niet meteen hockeygerelateerd zijn? Pien: “Ik vind dat wel belangrijk. Ik keek vroeger ook tegen Maartje Paumen en Eva de Goede op, van hen wilde ik alles weten. Er moeten rolmodellen zijn. Als ik zie hoe onze ploeggenoot Frédérique Matla nu al bekendstaat... De Matla Mania noemen we haar fans. Jonge meiden moeten iemand hebben om tegenop te kijken.” Sanne: “Dan is het ook leuk dat ze ons niet alleen in een Oranje- of Den Bosch-pakje zien op het veld, maar ook hoe wij erbuiten zijn.” Pien: “Als ik een clinic geef aan kinderen doen we na een paar uur hockeyen de stick even weg en gaan we een vragenrondje doen. Dan krijg ik vragen als: wat ontbijt je, wat is je lievelingseten, hoe is het met Thijs? Je merkt dat kinderen dat veel interessanter vinden. Hoe wij hockeyen, kan iedereen wel zien op het veld. Wat we thuis doen niet.” Vroeger had je speelsters als Fatima Moreira de Melo, Naomi van As en Ellen Hoog die beroemdheden werden naast het hockey. Hoe kijken jullie daarnaar? Sanne: “Hartstikke leuk. Kinderen keken in eerste instantie naar hen omdat ze heel goede hockeysters waren. Maar door de dingen die ze ernaast deden, groeiden ze helemaal uit tot boegbeelden. Superknap gedaan.” Zijn jullie daar zelf ook mee bezig om jezelf op een andere manier te laten zien? Pien: “Nou, het is niet per se een doel, maar een hockeycarrière is relatief kort. Je kunt ook meteen het jaar dat je stopt vergeten worden. Ik denk dat het geen kwaad kan om jezelf een beetje op de kaart te zetten, wie weet wat voor interessants er na het hockey dan nog kan volgen. Dat hoeft voor mij niet meteen op tv te zijn of zo, zoals Naomi en Ellen dat hebben gedaan. Maar als je naam een beetje bekend is, helpt dat misschien bij het vinden van een mooie baan na het hockey.” In het verleden waren er ook geregeld mooie en soms ook zelfs sexy shoots te zien met hockeysters. De laatste jaren was dat minder het geval. Pien: “We hebben dat zelf ook een beetje gecreëerd. Het moest in de media over hockey gaan en we moesten niet te veel bezig zijn met alles eromheen. Ik denk dat we dat nu iets meer loslaten. Je hebt te maken met achttien verschillende meiden in een ploeg. Elke speelster moet gewoon lekker doen wat bij haar past. Ik denk dat de cultuur wel is veranderd. We hebben minder snel een mening over elkaar. Maar het begint natuurlijk wel altijd met presteren op het veld.” Sanne knikt: “Iedereen laat elkaar vrij in keuzes. Vroeger werd er weleens naar elkaar gekeken als iemand iets deed. Dan werd er snel gezegd: ‘O, heb je dat gedaan?’ Nu wordt het elkaar veel meer gegund als iemand iets leuks gaat doen.” Past dat bij de veranderde topsportcultuur sinds de Spelen? Pien: “Dat denk ik wel. De begeleidingsstaf kan daar ook een grote rol in spelen. Ik wil het daar niet helemaal op afschuiven, maar soms leek het wel alsof van bovenaf ergens iets van werd gevonden. Je wilde ook de selectie halen, dus besloot je sneller bepaalde dingen niet te doen. Nu heb ik meer het idee dat eenieder moet doen wat ze leuk vindt.” Niet de mannen, maar de vrouwen zouden meer moeten verdienen in het hockey Pien, lachend: “Ik wist dat deze stelling zou komen.” Jij hebt je onlangs samen met jouw vriend Thijs in het AD uitgesproken over de ongelijke verdiensten tussen mannen en vrouwen in het hockey. Wat voor reacties kreeg je? Pien: “Wel positief, vooral van mijn team- genoten. Ook sommige mannen snappen dat het wat scheef is. Bij het Nederlands team is alles helemaal gelijk, maar bij de clubs kan er een betere balans zijn tussen mannen en vrouwen. Vanuit de club hebben we ook wat gehoord. Josine Koning en Maria Verschoor hadden zich op Internationale Vrouwendag uitgesproken. Het bestuur en de voorzitter van Den Bosch hebben daarna contact opgenomen met Josine. Het is de bedoeling dat we binnenkort om de tafel gaan.” Sanne, is de ongelijke verdeling bij Floris en jou weleens een thema thuis? Sanne: “Ik heb me er minder over uitgesproken, maar ben het er volledig mee eens. Ik ben ook blij dat het in de media is gekomen en dat er nu gesprekken gaan volgen om te kijken hoe we dit op kunnen lossen.” Pien, jij vertelde dat je een derde verdient van wat Thijs krijgt, en dat het gemiddelde salaris bij de vrouwen op het hoogste hockeyniveau in Nederland onder de 3000 euro bruto ligt. Pien: “Dat zijn pijnlijke feiten. Bij Den Bosch is de vergoeding voor de vrouwen nog redelijk, maar ik ken ook verhalen van clubs waar speelsters het al jarenlang moeten doen met een vrijwilligersvergoeding. Daarvoor trainen ze wel vier of vijf keer per week en spelen ze een wedstrijd. Daarom moeten ze vaak daarnaast nog 32 uur in de week werken of studeren. Het zou mooi zijn dat de bedragen wat kunnen worden opgekrikt, zodat ze in elk geval wat minder uren hoeven te werken naast het hockey.” Sanne: “Het is bijna niet te doen om meiden te vragen alles te geven op het veld, terwijl je er niet van kunt leven. Wil je het professioneler krijgen, dan moet je zorgen dat de salarissen omhooggaan.” Internationaal gezien zijn de Nederlandse hockeyvrouwen al jaren succesvoller dan de mannen... Pien knikt: “De vrouwen hebben de afgelopen 22 jaar bij Den Bosch veel prijzen binnengehaald. Daarbij vergeleken hebben de mannen aanzienlijk minder gepresteerd. Dan is het natuurlijk krom dat een mannelijke hockeyer van dezelfde leeftijd en status als ik meer dan het dubbele verdient. Maar het gaat mij dus vooral om de meiden die ernaast moeten werken en meiden die net doorkomen uit de jeugd.” Er zijn ook bedrijven die vooral voor de vrouwen in het hockey zijn gestapt als sponsor. En dat bedrag wordt wel gedeeld met de mannen, toch? Sanne: “Ja, dat gaat dan vooral om sponsors van de hockeybond. Ik vind het goed dat het eerlijk wordt verdeeld. Wij vinden ook niet dat de vrouwen meer moeten krijgen dan de mannen. Het zou gewoon gelijk moeten zijn. Bij de club zou je natuurlijk kunnen kijken of er sponsors zijn die de vrouwen meer willen sponsoren om op die manier de verdiensten gelijk te trekken.” Pien: “DHL is een van onze hoofdsponsors, heeft er duidelijk voor gekozen om met ons naar buiten te treden. Heel mooi: #samedream staat ook voor dat iedere hetzelfde kan dromen. Vrouwen kunnen dezelfde dromen waarmaken en najagen als mannen, jong talent kan ook de dromen van hun boegbeelden najagen.” Waarom doen in Nederland de vrouwenteams – naast jullie ook de handbalsters en voetbalsters – het zo goed de laatste jaren? Sanne: “Het verschil vind ik lastig te verklaren. Ik kan alleen zeggen dat wij er heel hard voor werken en ik denk alle andere vrouwenteams ook.” Pien: “Ik denk dat vrouwen loyaal zijn en een heel duidelijke tunnelvisie hebben als ze ergens voor gaan. Wij zetten alles opzij voor die gouden medaille, voor dat ene doel. Misschien zijn wij daar wat extremer in dan mannen.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Sanne en Pien komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Sanne Koolen (27) en Pien Sanders (24) zijn al jarenlang ploeggenoten bij Den Bosch en het Nederlands team. En met succes. Ze wonnen allebei alles wat er te willen valt. Daarnaast zijn ze vriendinnen. We legden hen zeven stellingen voor in aanloop naar het EK hockey in Mönchengladbach (18-27 augustus). Een gesprek over de liefde, geld, het topsportklimaat bij Oranje, een stijltang, geurtjes en samen dromen. Wij lijken zoveel op elkaar, zouden wel zussen kunnen zijn Pien: “Wat karakter, interesses en kledingstijl betreft, hadden we zeker zussen kunnen zijn. Over veel dingen denken we hetzelfde.” Vertellen jullie elkaar alles? Sanne: “We zien elkaar bijna elke dag, daarnaast appen we elkaar vaak. Ik heb in elk geval geen geheimen voor jou.” Pien: “Jij weet ook alles van mij. We zijn al een jaar of acht ploeggenoten bij Den Bosch. De eerste jaren konden we het ook al goed met elkaar vinden, maar sinds een jaar of vier zijn we echt Jut & Jul.” Sanne: “Er is een leeftijdsverschil van twee jaar, jij kwam er later bij.” Pien, lachend: “Volgens mij raakten we voor het eerst echt met elkaar in gesprek over parfum.” Sanne: “Daarna kwamen we zo’n beetje gelijktijdig bij het Nederlands team. Dan zoek je toch snel iemand op die er ook nieuw bij is en met wie je het goed kunt vinden.” Beschrijven jullie elkaar eens. Pien: “Nou, Sun, zoals ik Sanne altijd noem, is heel erg lief. Ze gunt iedereen de wereld. Ze heeft ook altijd een mooie mening over dingen en mensen en die blijken ook nog eens altijd heel erg te kloppen. Verder heeft Sun heel erg last van FOMO, fear of missing out, wil graag overal bij zijn. En ze is altijd gezellig. Als je iets leuks wil doen, moet je Sun bellen.” Sanne: “Wat jij over mij zegt, zou ik ook over jou kunnen zeggen. Lief, heel erg eerlijk – wat ik enorm aan je waardeer –, supergezellig en ontzettend grappig. Jij bent erg zorgzaam, als iemand ergens mee zit, kan hij of zij altijd naar Pien toe komen.” Jullie zijn allebei verdedigers. Lijken jullie als hockeysters ook op elkaar? Pien: “Sun is echt de beste een-op-een- verdediger van de hockeywereld. Zij pakt gewoon alle ballen af. Ik ben wat meer een spring-in-’t-veld, doe nog weleens wat rare dingen.” Sanne: “Ik ben meer een pure verdediger, jij brengt ook aanvallend veel, bent supersnel. En je vliegt overal in, gaat voorop in de strijd en neemt iedereen daarin mee.” Pien, jij miste in 2018 het WK door een hersenschudding. Sanne, jij mocht in plaats van Pien mee naar datzelfde WK. Zijn jullie ook concurrenten van elkaar? Sanne: “Dat is wel voorgekomen. Bij Den Bosch was het duidelijk, stonden we allebei in het veld. Maar bij het Nederlands team was er meer concurrentie en waren we allebei verdediger. We gingen daar allebei heel chill mee om. Na dat WK van 2018 zijn we nog samen op vakantie gegaan. Nu zijn we op een punt dat we allebei bij het Nederlands team... Ik wil niet zeggen dat we zeker zijn van onze plek, maar we zitten er allebei nu al wel een tijdje bij.” Sanne knikt: “Een echte concurrentiestrijd is er nu niet tussen ons.” Move over Lidewij Welten en Eva Drummond-De Goede; nu is het onze beurt om Oranje bij de hand te nemen Pien: “Zo sta ik er niet in, hoor. Ik hou wel een beetje van hiërarchie binnen een team. En ik vind het ook heel fijn om mensen met veel ervaring in de ploeg te hebben, speel graag onder hun vleugels.” Welten en De Goede zijn de succesvolste Nederlandse hockeysters ooit. Wat hebben jullie van hen geleerd? Sanne: “Met Lidewij hebben we heel lang bij Den Bosch gespeeld. Als je wil winnen, dan zet je Lidewij erin. Zij staat op alle belangrijke momenten ‘aan’. Wij hebben heel veel van haar geleerd. En ook van Margot van Geffen, die net als Lidewij vorige zomer vertrok bij Den Bosch. Maar ook zeker van Eva, met wie we bij het Nederlands team veel op het veld hebben gestaan.” Schrokken jullie toen bondscoach Paul van Ass besloot Eva niet op te roepen in aanloop naar het EK? Sanne: “We hebben lang met Eva op het veld gestaan en afgelopen zomer hebben we nog de wereldtitel met haar gewonnen. Daarna laste zij even een pauze in, maar ik had wel verwacht dat zij weer opgeroepen zou worden toen ze aangaf dat ze weer beschikbaar was. Wat er precies is besproken tussen Eva en Paul weet ik niet, en het is uiteindelijk aan Paul om de keuze te maken” Geven jullie als spelersgroep aan bij de bondscoach wat jullie van zo’n beslissing vinden? Pien: “Uiteindelijk maakt de bondscoach natuurlijk de call en daar heb je het eigenlijk maar mee te doen. Dan kan je Eva een hart onder de riem steken en zeggen dat je voor haar baalt, want dat doe ik ook oprecht, maar meer kunnen we niet echt doen.” Voelen jullie de verantwoordelijkheid om het team straks bij de hand te gaan nemen? Pien: “Bij Den Bosch hebben we afgelopen seizoen al een mooi voorproefje gehad. Een aantal oudere speelsters stopte of vertrok en wij moesten opstaan. Bij het Nederlands team moeten we er bij stilstaan dat wij na de Spelen de kar meer moeten gaan trekken.” Wat de liefde betreft, kijken wij niet verder dan het hockeyveld Pien: “Nou, dat is bij ons allebei wel waar, hè.” Jullie hebben allebei een relatie met een hockey-international. Pien, hoe is de vlam overgeslagen met Thijs van Dam, speler van Rotterdam? Pien: “We hadden allebei een EK met Nederland onder 18 in Santander. Thijs viel me meteen op, hij heeft een heel leuke uitstraling en een knappe kop. We gingen in Spanje ook samen kaarten, met andere jongens erbij, probeerden allebei een beetje vals te spelen. Ik merkte meteen al dat we elkaar aanvoelden. Daar begonnen we te flirten. Dat hebben we terug in Nederland doorgezet. We zijn inmiddels bijna acht jaar samen, wonen in Rotterdam.” En Sanne, jij bent met Floris Wortelboer samen, speler van Bloemendaal. Wie nam het initiatief bij jullie? Sanne, lachend: “Toch wel meer ik. In het begin was hij minder fan van mij dan ik van hem, had ik het gevoel. Ik kende Floris al van het hockeyen, hij speelde vroeger ook bij Den Bosch. Later kwamen we elkaar af en toe tegen in Amsterdam, waar we allebei woonden. Toen we elkaar zagen tijdens een feestje, sloeg de vonk over. We zijn nu bijna drie jaar samen, wonen in Amsterdam.” Twee topsporters op één kussen, slaapt daar niet af en toe de duivel tussen? Pien: “Bij Thijs en mij gaat het er gemoedelijk aan toe, hoor. Geen duiveltje te bekennen. Juist fijn om een relatie met een topsporter te hebben. Als ik niet naar de verjaardag van zijn oma kan, hoef ik niet uit te leggen waarom dat is.” Sanne: “Floris en ik hebben hetzelfde ritme, dus het is juist heel gezellig.” Hebben jullie het thuis ook over andere dingen dan hockey? Sanne: “Wij hebben het helemaal niet veel over hockey. We bespreken wel even hoe een training of wedstrijd ging, maar verder...” Pien: “Wij praten thuis meer over hockey dan Sun en Wortel. Thijs zou graag tot in detail zijn training aan mij vertellen.” Jullie hebben olympisch goud mee naar huis genomen en zijn wereldkampioen geworden. Zijn Floris en Thijs weleens jaloers op jullie? Pien: “Voor Thijs is die gouden olympische medaille van mij alleen maar een extra motivatie om er nog meer uit te halen. Hij zegt dat hij ervoor wil zorgen dat het goud thuis in balans is.” Sanne: “Floris gunt mij die medaille heel erg. Dat is fijn, want dan staat die medaille niet tussen ons in. Neemt niet weg dat hij natuurlijk ook heel graag die gouden plak had gehad. Die gun ik hem ook heel erg.” Maar hoe gaat het thuis als de een succes heeft en het met de ander even wat minder gaat? Sanne: “We proberen elkaar vooral te steunen.” Pien: “Wij kunnen dat doorgaans ook goed scheiden, maar na de afgelopen Spelen was dat wel even lastig. Ik kwam euforisch thuis, terwijl Thijs geen fijn olympisch toernooi had gehad. Zij verloren in de kwartfinale, hij was al een week thuis toen ik terugkwam. Thijs gunde mij die medaille heel erg, ging ook mee naar de huldigingen en zo, maar dat was best confronterend. Zijn grote droom was net in duigen gevallen.” Hebben jullie het er samen weleens over wie als eerste een aanzoek kan verwachten? Sanne: “Nee, maar als ik er nu zo over nadenk, dan denk ik dat jij dat bent, Pien.” Pien, lachend: “We hebben het weleens over trouwen. Van mij mag Thijs snel op z’n knie gaan, hoor! Ik zou het heel leuk vinden om verloofd te zijn met Thijs.” Het topsportklimaat bij Oranje is beter dan ooit Pien: “Wat afgelopen twee jaar is gebeurd, heeft bij iedereen de ogen geopend. Ik denk dat iedereen er nu meer mee bezig is om het topsportklimaat zo optimaal mogelijk te maken. Sinds het bespreekbaar is gemaakt, kent iedereen ook wat beter haar grenzen.” Sanne: “We hebben het er heel veel over gehad. Ik heb het gevoel dat het opener is geworden bij het Nederlands team en dat iedereen in elk geval op tijd gesprekken met elkaar aanknoopt. Dat scheelt enorm.” Er was heel veel te doen over de harde topsportcultuur onder bondscoach Alyson Annan, die in januari 2022 vertrok. Is het goed dat de hockeybond een onderzoek naar de gang van zaken onder Annan heeft ingesteld? Pien: “Zeker, want we hebben als team iets aangekaart en dan is het goed dat daar dan onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan. Ineens stond alles op papier, best lastig. Maar het was natuurlijk ook ernstig. Dit onderzoek was achteraf, als dat tussendoor ook al was gebeurd, had misschien veel pijn vermeden kunnen worden. Het is voor iedereen een les geweest. Via enquêtes en vragenlijsten proberen ze nu ook tussentijds dingen in kaart te brengen.” Sanne: “Er wordt nu ook voor gezorgd dat er na ieder toernooi of in elk geval na iedere zomer een evaluatie plaatsvindt met alle speelsters. Het is niet meer zo dat spelers zich vier jaar lang niet gehoord voelen. Daarmee tackle je al heel veel.” Hebben jullie er veel vragen over gekregen? Pien: “Best wel, er verschenen natuurlijk ook heftige verhalen in de media. Dus er waren tal van mensen die vroegen: wow, is het echt zo gegaan? Iedereen in ons team staat er natuurlijk ook anders in. Elke speler heeft het weer anders ervaren. Daarmee wil ik het niet bagatelliseren.” Merkte je tijdens de Spelen niet dat bepaalde speelsters ongelukkig waren? Pien: “We zaten in een cocon. Ik heb wel het een en ander zien gebeuren, waarvan ik achteraf dacht: dat was niet helemaal oké. Ik durf ondanks de verhalen ook te zeggen dat de Spelen mijn allerleukste toernooi ooit waren bij Oranje.” Sanne: “Ik ben het eens met Pien. Ik vind het heel vervelend dat het voor sommige mensen zo geweest is. En zelf heb ik genoten van het toernooi, vind het nog steeds een hartstikke mooie gouden plak.” Sanne: ‘We nemen vaak drie of vier geurtjes per persoon mee. En dan gaan we even bij elkaar langs om uit te wisselen' Hoe zwaar was de weg naar Tokio voor jullie? Sanne: “De Spelen werden een jaar uitgesteld, dat was sowieso zwaar. En dan was er nog de spanning dat je corona kon krijgen. Daarbij maakten het harde trainen en de spanning of je bij de uiteindelijke selectie zou zitten het een zware periode.” Pien: “Voor de Spelen hadden we het EK. De olympische selectie was toen nog niet bekend. Na elke wedstrijd dacht ik als we in bed lagen: heb ik er vandaag alles aan gedaan om de olympische selectie te halen? Rond dat EK heb ik de meeste druk ooit gevoeld.” Vorig jaar werden jullie wereldkampioen met interim-bondscoach Jamilon Mülders. Wat veranderde in dat jaar tussen de Spelen en het WK aan het topsportklimaat? Pien: “Jamilon was de juiste man op het juiste moment. Hij heeft echt alles wat hij goed kon doen, goed gedaan. We hadden gewoon een beetje liefde nodig. Een knuffel, een paar lieve woorden, af en toe een hand op je rug of een arm om je heen.” Sanne: “Hij is echt een mensenmens, was heel erg bezig met het welzijn van iedereen. Hij hield zich bezig met de persoon achter de hockeyster. Veel speelsters voelden zich heel fijn onder hem.” Hoe was het dat jullie met die aanpak ook gewoon wereldkampioen werden? Pien: “Ik vond het vooraf best spannend, omdat we voor mijn gevoel niet veel en hard hadden getraind. Ik dacht: er is heel veel gebeurd na de Spelen, zijn we er wel klaar voor? In de groepsfase speelden we niet zo goed als we konden. Maar richting de finale zag je een bepaalde mentaliteit en talent. Toen speelden we zo goed.” Sanne: “Ik vind het ontzettend knap dat we dat als team voor elkaar hebben gekregen. Alle lof voor Jamilon.” Mülders werd opgevolgd door Paul van Ass. Wat vinden jullie van hem als bondscoach? Sanne: “Hij is een ander soort coach. Je gaat bij elke coach toch weer iets anders spelen, de manier van druk zetten is anders. Maar het is ook leuk, een nieuwe uitdaging. Ik ben tot nu toe enthousiast.” Is hij ook iemand die op het welzijn van de speelsters let? Sanne: “Zeker, we hebben ook al veel gesprekken daarover gevoerd, Paul ook individueel met alle speelsters afgelopen winter tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika.” Pien: “Paul was lang coach bij de mannen. Als je dat vergelijkt... Het draait bij ons altijd om goud, goud, goud. De mannen staan een half uur voor een wedstrijd nog te pielen op het veld. Zij hebben veel plezier in wat ze doen. Ik denk dat Paul ook een beetje op ons over wil brengen dat het belangrijk is om plezier te hebben, ons in laten zien hoe leuk het is wat we doen.” De Nederlandse vrouwen staan al sinds 2004 aan de top. Merken jullie dat daardoor bij jullie alleen winnen telt? Pien: “Wij hebben de insteek: dan maar op een lelijke manier, als we maar winnen. Wij willen goud, het maakt niet uit hoe. Ik merk aan Paul dat hij ook gewoon mooi, aantrekkelijk hockey wil laten zien. Mij maakt het niet uit hoe we goud winnen, Paul wil dat met aantrekkelijk hockey halen." Met een stijltang in de hand veroveren wij het hele land Sanne, lachend: “Pien is verantwoordelijk voor de teamstijltang.” Pien: “Voor de wedstrijd komen er vier of vijf meiden langs. En dan werken we even een paar pluisjes weg of brengen we een krulletje aan in het haar. Ik stijl sowieso mijn haar, want tijdens een wedstrijd moet mijn staart strak zitten. Ik ben wat mijn haar betreft ijdel.” Jullie maken je er ook druk over of jullie wel lekker ruiken, toch? Sanne: “Dat is een beetje een obsessie geworden.” Pien: “Als we een weekje weggaan met het team, dan appen we er serieus over welke geurtjes we meenemen. Ik wil niet de hele week hetzelfde ruiken. Maar we moeten ook denken aan de kilo’s bagage.” Sanne: “We nemen vaak drie of vier geurtjes mee per persoon. En dan gaan we even bij elkaar langs om uit te wisselen.” Pien: “Als we samen op de kamer liggen, stallen we alle geuren uit. Alsof we in een parfumerie zitten en dan onze crèmepjes er nog bij.” Sanne: “En als we een toernooi winnen, mogen we samen een nieuw geurtje uitzoeken.” Is het belangrijk voor de jeugd dat jullie ook dingen van jezelf laten zien die niet meteen hockeygerelateerd zijn? Pien: “Ik vind dat wel belangrijk. Ik keek vroeger ook tegen Maartje Paumen en Eva de Goede op, van hen wilde ik alles weten. Er moeten rolmodellen zijn. Als ik zie hoe onze ploeggenoot Frédérique Matla nu al bekendstaat... De Matla Mania noemen we haar fans. Jonge meiden moeten iemand hebben om tegenop te kijken.” Sanne: “Dan is het ook leuk dat ze ons niet alleen in een Oranje- of Den Bosch-pakje zien op het veld, maar ook hoe wij erbuiten zijn.” Pien: “Als ik een clinic geef aan kinderen doen we na een paar uur hockeyen de stick even weg en gaan we een vragenrondje doen. Dan krijg ik vragen als: wat ontbijt je, wat is je lievelingseten, hoe is het met Thijs? Je merkt dat kinderen dat veel interessanter vinden. Hoe wij hockeyen, kan iedereen wel zien op het veld. Wat we thuis doen niet.” Vroeger had je speelsters als Fatima Moreira de Melo, Naomi van As en Ellen Hoog die beroemdheden werden naast het hockey. Hoe kijken jullie daarnaar? Sanne: “Hartstikke leuk. Kinderen keken in eerste instantie naar hen omdat ze heel goede hockeysters waren. Maar door de dingen die ze ernaast deden, groeiden ze helemaal uit tot boegbeelden. Superknap gedaan.” Zijn jullie daar zelf ook mee bezig om jezelf op een andere manier te laten zien? Pien: “Nou, het is niet per se een doel, maar een hockeycarrière is relatief kort. Je kunt ook meteen het jaar dat je stopt vergeten worden. Ik denk dat het geen kwaad kan om jezelf een beetje op de kaart te zetten, wie weet wat voor interessants er na het hockey dan nog kan volgen. Dat hoeft voor mij niet meteen op tv te zijn of zo, zoals Naomi en Ellen dat hebben gedaan. Maar als je naam een beetje bekend is, helpt dat misschien bij het vinden van een mooie baan na het hockey.” In het verleden waren er ook geregeld mooie en soms ook zelfs sexy shoots te zien met hockeysters. De laatste jaren was dat minder het geval. Pien: “We hebben dat zelf ook een beetje gecreëerd. Het moest in de media over hockey gaan en we moesten niet te veel bezig zijn met alles eromheen. Ik denk dat we dat nu iets meer loslaten. Je hebt te maken met achttien verschillende meiden in een ploeg. Elke speelster moet gewoon lekker doen wat bij haar past. Ik denk dat de cultuur wel is veranderd. We hebben minder snel een mening over elkaar. Maar het begint natuurlijk wel altijd met presteren op het veld.” Sanne knikt: “Iedereen laat elkaar vrij in keuzes. Vroeger werd er weleens naar elkaar gekeken als iemand iets deed. Dan werd er snel gezegd: ‘O, heb je dat gedaan?’ Nu wordt het elkaar veel meer gegund als iemand iets leuks gaat doen.” Past dat bij de veranderde topsportcultuur sinds de Spelen? Pien: “Dat denk ik wel. De begeleidingsstaf kan daar ook een grote rol in spelen. Ik wil het daar niet helemaal op afschuiven, maar soms leek het wel alsof van bovenaf ergens iets van werd gevonden. Je wilde ook de selectie halen, dus besloot je sneller bepaalde dingen niet te doen. Nu heb ik meer het idee dat eenieder moet doen wat ze leuk vindt.” Niet de mannen, maar de vrouwen zouden meer moeten verdienen in het hockey Pien, lachend: “Ik wist dat deze stelling zou komen.” Jij hebt je onlangs samen met jouw vriend Thijs in het AD uitgesproken over de ongelijke verdiensten tussen mannen en vrouwen in het hockey. Wat voor reacties kreeg je? Pien: “Wel positief, vooral van mijn team- genoten. Ook sommige mannen snappen dat het wat scheef is. Bij het Nederlands team is alles helemaal gelijk, maar bij de clubs kan er een betere balans zijn tussen mannen en vrouwen. Vanuit de club hebben we ook wat gehoord. Josine Koning en Maria Verschoor hadden zich op Internationale Vrouwendag uitgesproken. Het bestuur en de voorzitter van Den Bosch hebben daarna contact opgenomen met Josine. Het is de bedoeling dat we binnenkort om de tafel gaan.” Sanne, is de ongelijke verdeling bij Floris en jou weleens een thema thuis? Sanne: “Ik heb me er minder over uitgesproken, maar ben het er volledig mee eens. Ik ben ook blij dat het in de media is gekomen en dat er nu gesprekken gaan volgen om te kijken hoe we dit op kunnen lossen.” Pien, jij vertelde dat je een derde verdient van wat Thijs krijgt, en dat het gemiddelde salaris bij de vrouwen op het hoogste hockeyniveau in Nederland onder de 3000 euro bruto ligt. Pien: “Dat zijn pijnlijke feiten. Bij Den Bosch is de vergoeding voor de vrouwen nog redelijk, maar ik ken ook verhalen van clubs waar speelsters het al jarenlang moeten doen met een vrijwilligersvergoeding. Daarvoor trainen ze wel vier of vijf keer per week en spelen ze een wedstrijd. Daarom moeten ze vaak daarnaast nog 32 uur in de week werken of studeren. Het zou mooi zijn dat de bedragen wat kunnen worden opgekrikt, zodat ze in elk geval wat minder uren hoeven te werken naast het hockey.” Sanne: “Het is bijna niet te doen om meiden te vragen alles te geven op het veld, terwijl je er niet van kunt leven. Wil je het professioneler krijgen, dan moet je zorgen dat de salarissen omhooggaan.” Internationaal gezien zijn de Nederlandse hockeyvrouwen al jaren succesvoller dan de mannen... Pien knikt: “De vrouwen hebben de afgelopen 22 jaar bij Den Bosch veel prijzen binnengehaald. Daarbij vergeleken hebben de mannen aanzienlijk minder gepresteerd. Dan is het natuurlijk krom dat een mannelijke hockeyer van dezelfde leeftijd en status als ik meer dan het dubbele verdient. Maar het gaat mij dus vooral om de meiden die ernaast moeten werken en meiden die net doorkomen uit de jeugd.” Er zijn ook bedrijven die vooral voor de vrouwen in het hockey zijn gestapt als sponsor. En dat bedrag wordt wel gedeeld met de mannen, toch? Sanne: “Ja, dat gaat dan vooral om sponsors van de hockeybond. Ik vind het goed dat het eerlijk wordt verdeeld. Wij vinden ook niet dat de vrouwen meer moeten krijgen dan de mannen. Het zou gewoon gelijk moeten zijn. Bij de club zou je natuurlijk kunnen kijken of er sponsors zijn die de vrouwen meer willen sponsoren om op die manier de verdiensten gelijk te trekken.” Pien: “DHL is een van onze hoofdsponsors, heeft er duidelijk voor gekozen om met ons naar buiten te treden. Heel mooi: #samedream staat ook voor dat iedere hetzelfde kan dromen. Vrouwen kunnen dezelfde dromen waarmaken en najagen als mannen, jong talent kan ook de dromen van hun boegbeelden najagen.” Waarom doen in Nederland de vrouwenteams – naast jullie ook de handbalsters en voetbalsters – het zo goed de laatste jaren? Sanne: “Het verschil vind ik lastig te verklaren. Ik kan alleen zeggen dat wij er heel hard voor werken en ik denk alle andere vrouwenteams ook.” Pien: “Ik denk dat vrouwen loyaal zijn en een heel duidelijke tunnelvisie hebben als ze ergens voor gaan. Wij zetten alles opzij voor die gouden medaille, voor dat ene doel. Misschien zijn wij daar wat extremer in dan mannen.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Sanne en Pien komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Hockey

Noor Omrani en Marcus Pedersen: ‘Wij zijn elkaars grootste fan’

De een is verdediger bij Feyenoord, de ander aanvalster bij hockeyclub Den Bosch. Marcus Holmgren Pedersen (22) en Noor Omrani (21) delen niet alleen de liefde voor de bal, maar ook een hoofdkussen. We gingen op bezoek in Rotterdam. Noor: “Na mijn eigen wedstrijd haast ik me naar De Kuip, dan kan ik nog net de tweede helft van Marcus zien.” “Noor was door een vriend, die één van de materiaalmannen bij Feyenoord was, uitgenodigd voor onze wedstrijd in de Conference League tegen IF Elfsburg in augustus vorig jaar. Toevallig gaf ik mijn eerste assist,” zegt Marcus Pedersen, de Noor die vorig jaar van het Noorse Molde FK overkwam naar Feyenoord. “Ik had tickets voor de spelerslounge gekregen,” vertelt Noor Omrani. “Iemand vroeg wie mijn favoriete speler was. Tijdens de wedstrijd was jouw spel me al opgevallen, maar ik had geen idee wie je was. De vriendin met wie ik was uitgenodigd en ook mee was, riep achter mijn rug om meteen: ‘Ze vindt nummer 2 leuk!’ Het bleek de teammanager van Feyenoord te zijn die dat had gevraagd.” Marcus: “De volgende dag zei onze teammanager: ‘Je speelde een goede wedstrijd, maar ik denk ook dat ik je nieuwe vriendin heb gesproken.’ Hij googelde jou en liet me een foto van je zien in zijn kantoor. Ik zag dat je een goede hockeyster was en ging je meteen volgen op Instagram.” Noor: “Ik zat met diezelfde vriendin koffie te drinken de dag na de wedstrijd, postte dat op Instagram, en vlak daarna kreeg ik al een bericht van je waarin stond: ‘Wil je ook koffie met mij drinken?’ Ik dacht: wat gebeurt hier nou? We kenden elkaar helemaal niet. We hebben eerst een tijdje gesproken via Facetime. Dat was zo gezellig. Ik dacht: ik ben wel heel dom als ik niet iets met hem ga drinken. Na onze eerste date kreeg ik een lief spraakberichtje van je. We zijn nu een jaar samen.” Marcus: “Vlak na onze eerste date moest ik me melden bij het Noorse elftal, ik was drie weken weg.” Noor: “Toen je terugkwam uit Noorwegen heb ik meteen je vader ontmoet. We konden niet wachten elkaar te zien, maar je vader was er ook. We zijn met zijn drieën gaan eten.” Marcus: “In januari zijn we gaan samenwonen.” Noor: “Het voelt raar als we niet samen zijn. Ik ben jouw grootste steun hier. Je hebt hier geen familie en niet veel vrienden; als ik er niet ben, ben jij alleen en daar houd je niet van.” Marcus: “Onze levens en schema’s matchen goed. Ik train altijd in de ochtend. Noor heeft soms dagen met een dubbele training, dan komt ze laat thuis. Ik ben soms op trainingskamp of met het Noorse elftal weg, maar meestal zien we elkaar doordeweeks vaak.” Noor: “Wij trainen vier keer per week, op donderdag heb ik een dubbele training. Ik hoef niet iedere dag heen en weer naar Den Bosch. Mijn krachttrainingen doe ik in Rotterdam.” Marcus: “’s Avonds zijn we allebei moe na een zware dag. Na het eten spelen we het liefst samen FIFA.” Noorderlingen Marcus ging van het uitgestrekte Noorwegen naar de Randstad. “Ik herinner me mijn eerste dag in Rotterdam. Ik zat in de auto en was zo zenuwachtig voor al dat verkeer. Op de snelweg was ik al tien keer verkeerd gereden. In die eerste weken had ik geregeld van die ritjes die volgens Google Maps twintig minuten duren, maar waar ik dan anderhalf uur over deed.” Marcus groeide op in Hammerfest, een stadje met 10.000 inwoners in het noordelijkste puntje van Noorwegen, vlak bij de Noordkaap. “Het is er mooi en gemoedelijk. Iedereen kent elkaar. In de zomer blijft het continu licht en in de winter is het er de hele dag donker.” Noor: 'Met oud en nieuw waren we op een feestje in Hammerfest; kwamen vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze wilde volgen op Instagram' Noor: “We vierden Kerst bij je ouders en zusje. Ik weet nog dat we de hond uitlieten om één uur ’s middags. Het voelde alsof je thuiskomt na een avond stappen. En dat dan de hele dag.” Marcus: “Daarom ben ik ook geen ochtendmens. Ik ben eraan gewend om lang uit te slapen.” In de winter zijn de wegen er onbegaanbaar en is buiten voetballen onmogelijk. De velden zijn bedekt met minimaal twee meter sneeuw. “Mijn vader was vroeger een goede skiër. Ik was er ook goed in, vooral op het onderdeel slalom, en ik snowboardde graag. Toch lonkte de bal meer. In de winter kon dat alleen in een indoorhal. Maar ’s zomers voetbalden we zeven uur per dag, hingen we de hele dag rond het veld omdat het toch licht bleef. In de zomer deed ik ook aan atletiek, dat heeft me geholpen om snel te worden.” Voetbal leefde in de familie Holmgren Pedersen. “Wij keken heel veel wedstrijden op tv. Liverpool is de favoriete club van mijn vader. En dus ook die van mij. Ik had geen keuze.” Al op zijn vijftiende ging Marcus uit huis. In de jeugdopleiding van Tromsø IL, een paar honderd kilometer onder Hammerfest, kreeg hij de kans om zich verder te ontwikkelen. “Ik was niet gewend om de was te doen en te koken. Als ik moe was, koos ik voor het makkelijkste eten, wat meestal een slechte keuze was. Jeugdtrainers hebben me toen een spiegel voorgehouden. In Hammerfest was ik gewend om de beste te zijn, maar voor de stap naar het eerste team van Tromsø moest ik professioneler worden. Ik ben het serieus gaan aanpakken en maakte de stap naar het eerste elftal.” Ook Tromsø ligt geografisch hoger dan de noordelijkste hoofdstad ter wereld (Nuuk, Groenland). Tromsø uit, niet bepaald een wedstrijd waar de andere Noorse clubs op zitten te wachten. “Het is minimaal twee uur vliegen, het waait er altijd en het is er steenkoud. De fans zijn stugge noordelingen met het hart op de tong. Je komt met ijs op je tenen het veld af.” Als eerste inwoner van Hammerfest ooit maakte hij zijn debuut in de hoogste divisie van Noorwegen. Marcus: “Inwoners in Hammerfest zijn trots op me. Als ik thuis ben, word ik op straat aangesproken. Net als mijn ouders in de supermarkt.” Noor: “Toen jij in een interview in een Noorse krant over mij had verteld, kreeg ik veel berichtjes of we naar Hammerfest zouden komen. Met oud en nieuw vorig jaar waren we daar op een feestje; kwamen allemaal vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze alsjeblieft wilde volgen op Instagram.” Na anderhalf jaar Tromsø kreeg Marcus een aanbieding van Molde FK, de kampioen van Noorwegen. “Voorheen speelde ik als rechtsbuiten of als rechtermiddenvelder, pas bij Molde ben ik rechtsback geworden. Dat ging goed. We speelden in de Europa League en Feyenoord begon me in de gaten te houden. In een week was mijn contract getekend. Ik volgde de Nederlandse competities niet, wist nog weinig van Feyenoord. Toen ik hier was, voelde ik meteen dat het een heel grote club is in Nederland met een fanatieke aanhang.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Noor Omrani en Marcus Pedersen komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Broers Jens en Melle van ’t Wout zijn klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De een is verdediger bij Feyenoord, de ander aanvalster bij hockeyclub Den Bosch. Marcus Holmgren Pedersen (22) en Noor Omrani (21) delen niet alleen de liefde voor de bal, maar ook een hoofdkussen. We gingen op bezoek in Rotterdam. Noor: “Na mijn eigen wedstrijd haast ik me naar De Kuip, dan kan ik nog net de tweede helft van Marcus zien.” “Noor was door een vriend, die één van de materiaalmannen bij Feyenoord was, uitgenodigd voor onze wedstrijd in de Conference League tegen IF Elfsburg in augustus vorig jaar. Toevallig gaf ik mijn eerste assist,” zegt Marcus Pedersen, de Noor die vorig jaar van het Noorse Molde FK overkwam naar Feyenoord. “Ik had tickets voor de spelerslounge gekregen,” vertelt Noor Omrani. “Iemand vroeg wie mijn favoriete speler was. Tijdens de wedstrijd was jouw spel me al opgevallen, maar ik had geen idee wie je was. De vriendin met wie ik was uitgenodigd en ook mee was, riep achter mijn rug om meteen: ‘Ze vindt nummer 2 leuk!’ Het bleek de teammanager van Feyenoord te zijn die dat had gevraagd.” Marcus: “De volgende dag zei onze teammanager: ‘Je speelde een goede wedstrijd, maar ik denk ook dat ik je nieuwe vriendin heb gesproken.’ Hij googelde jou en liet me een foto van je zien in zijn kantoor. Ik zag dat je een goede hockeyster was en ging je meteen volgen op Instagram.” Noor: “Ik zat met diezelfde vriendin koffie te drinken de dag na de wedstrijd, postte dat op Instagram, en vlak daarna kreeg ik al een bericht van je waarin stond: ‘Wil je ook koffie met mij drinken?’ Ik dacht: wat gebeurt hier nou? We kenden elkaar helemaal niet. We hebben eerst een tijdje gesproken via Facetime. Dat was zo gezellig. Ik dacht: ik ben wel heel dom als ik niet iets met hem ga drinken. Na onze eerste date kreeg ik een lief spraakberichtje van je. We zijn nu een jaar samen.” Marcus: “Vlak na onze eerste date moest ik me melden bij het Noorse elftal, ik was drie weken weg.” Noor: “Toen je terugkwam uit Noorwegen heb ik meteen je vader ontmoet. We konden niet wachten elkaar te zien, maar je vader was er ook. We zijn met zijn drieën gaan eten.” Marcus: “In januari zijn we gaan samenwonen.” Noor: “Het voelt raar als we niet samen zijn. Ik ben jouw grootste steun hier. Je hebt hier geen familie en niet veel vrienden; als ik er niet ben, ben jij alleen en daar houd je niet van.” Marcus: “Onze levens en schema’s matchen goed. Ik train altijd in de ochtend. Noor heeft soms dagen met een dubbele training, dan komt ze laat thuis. Ik ben soms op trainingskamp of met het Noorse elftal weg, maar meestal zien we elkaar doordeweeks vaak.” Noor: “Wij trainen vier keer per week, op donderdag heb ik een dubbele training. Ik hoef niet iedere dag heen en weer naar Den Bosch. Mijn krachttrainingen doe ik in Rotterdam.” Marcus: “’s Avonds zijn we allebei moe na een zware dag. Na het eten spelen we het liefst samen FIFA.” Noorderlingen Marcus ging van het uitgestrekte Noorwegen naar de Randstad. “Ik herinner me mijn eerste dag in Rotterdam. Ik zat in de auto en was zo zenuwachtig voor al dat verkeer. Op de snelweg was ik al tien keer verkeerd gereden. In die eerste weken had ik geregeld van die ritjes die volgens Google Maps twintig minuten duren, maar waar ik dan anderhalf uur over deed.” Marcus groeide op in Hammerfest, een stadje met 10.000 inwoners in het noordelijkste puntje van Noorwegen, vlak bij de Noordkaap. “Het is er mooi en gemoedelijk. Iedereen kent elkaar. In de zomer blijft het continu licht en in de winter is het er de hele dag donker.” Noor: 'Met oud en nieuw waren we op een feestje in Hammerfest; kwamen vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze wilde volgen op Instagram' Noor: “We vierden Kerst bij je ouders en zusje. Ik weet nog dat we de hond uitlieten om één uur ’s middags. Het voelde alsof je thuiskomt na een avond stappen. En dat dan de hele dag.” Marcus: “Daarom ben ik ook geen ochtendmens. Ik ben eraan gewend om lang uit te slapen.” In de winter zijn de wegen er onbegaanbaar en is buiten voetballen onmogelijk. De velden zijn bedekt met minimaal twee meter sneeuw. “Mijn vader was vroeger een goede skiër. Ik was er ook goed in, vooral op het onderdeel slalom, en ik snowboardde graag. Toch lonkte de bal meer. In de winter kon dat alleen in een indoorhal. Maar ’s zomers voetbalden we zeven uur per dag, hingen we de hele dag rond het veld omdat het toch licht bleef. In de zomer deed ik ook aan atletiek, dat heeft me geholpen om snel te worden.” Voetbal leefde in de familie Holmgren Pedersen. “Wij keken heel veel wedstrijden op tv. Liverpool is de favoriete club van mijn vader. En dus ook die van mij. Ik had geen keuze.” Al op zijn vijftiende ging Marcus uit huis. In de jeugdopleiding van Tromsø IL, een paar honderd kilometer onder Hammerfest, kreeg hij de kans om zich verder te ontwikkelen. “Ik was niet gewend om de was te doen en te koken. Als ik moe was, koos ik voor het makkelijkste eten, wat meestal een slechte keuze was. Jeugdtrainers hebben me toen een spiegel voorgehouden. In Hammerfest was ik gewend om de beste te zijn, maar voor de stap naar het eerste team van Tromsø moest ik professioneler worden. Ik ben het serieus gaan aanpakken en maakte de stap naar het eerste elftal.” Ook Tromsø ligt geografisch hoger dan de noordelijkste hoofdstad ter wereld (Nuuk, Groenland). Tromsø uit, niet bepaald een wedstrijd waar de andere Noorse clubs op zitten te wachten. “Het is minimaal twee uur vliegen, het waait er altijd en het is er steenkoud. De fans zijn stugge noordelingen met het hart op de tong. Je komt met ijs op je tenen het veld af.” Als eerste inwoner van Hammerfest ooit maakte hij zijn debuut in de hoogste divisie van Noorwegen. Marcus: “Inwoners in Hammerfest zijn trots op me. Als ik thuis ben, word ik op straat aangesproken. Net als mijn ouders in de supermarkt.” Noor: “Toen jij in een interview in een Noorse krant over mij had verteld, kreeg ik veel berichtjes of we naar Hammerfest zouden komen. Met oud en nieuw vorig jaar waren we daar op een feestje; kwamen allemaal vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze alsjeblieft wilde volgen op Instagram.” Na anderhalf jaar Tromsø kreeg Marcus een aanbieding van Molde FK, de kampioen van Noorwegen. “Voorheen speelde ik als rechtsbuiten of als rechtermiddenvelder, pas bij Molde ben ik rechtsback geworden. Dat ging goed. We speelden in de Europa League en Feyenoord begon me in de gaten te houden. In een week was mijn contract getekend. Ik volgde de Nederlandse competities niet, wist nog weinig van Feyenoord. Toen ik hier was, voelde ik meteen dat het een heel grote club is in Nederland met een fanatieke aanhang.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Noor Omrani en Marcus Pedersen komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Broers Jens en Melle van ’t Wout zijn klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Hockey

Marijn Veen: ‘Dit was een onzichtbare blessure’

Marijn Veen debuteerde in 2018 tijdens de Champions Trophy voor het Nederlands hockeyteam en werd meteen topscorer. Ze droomde verder: Europees, wereld- en olympisch kampioen worden met de Nederlandse hockeyvrouwen. Maar een autobotsing op een parkeerplaats maakte van haar een wanhopige aan zichzelf en haar lichaam twijfelende topsportster. Nog twee hersenschuddingen en twee gemiste droomtoernooien - waaronder de Spelen in Tokio waar Nederland goud won - later is alles toch goed gekomen. De 25-jarige spits van Amsterdam en studente psychologie legt in aanloop naar het WK (1-17 juli in Spanje en Nederland) uit hoe zwaar die twee jaren waren. “In één jaar tijd was mijn leven volkomen veranderd: ik zat bij het Nederlands team, had drie grote toernooien gespeeld en was met mijn club Europees en landskampioen geworden. Ik zat in een flow, maar was ook doodmoe. Maar als 22- jarige voel je je onsterfelijk en dender je door. In september speelden we bij SCHC een zware wedstrijd en ik was kapot. Na afloop zette ik op de parkeerplaats de auto in z’n achteruit en dacht dat er niets aankwam. Maar ik botste tegen een auto aan die dertig kilometer reed, wat best hard is op een parkeerplaats. Ik ben naar m’n ouders gegaan en heb ’t gebagatelliseerd, al was m’n nek stijf en voelde ik me labiel en emotioneel. Twee dag later, in een café, ging alles langs me heen. Daarna heb ik bij m’n ouders thuis alleen maar zitten huilen. Weer twee dagen later voelde ik me zo slecht dat ik m’n moeder heb gebeld: je moet me komen halen. Ik was erg moe en had pijn in m’n hoofd; alsof er een gewicht op drukte en een band omheen zat. Ik kon geen licht en geluid verdragen en het was alsof m’n brein niet werkte. Niets kwam binnen, een leeg en emotieloos gevoel en toch was ik heel verdrietig en zat constant te huilen. De clubarts gaf aan dat ik een hersenschudding had. Ik kon niks, behalve op de bank zitten. Bij iets simpels als een legpuzzel was ik na vijf minuten bekaf. Rust houden was het enige advies. Intussen werd ik ook ongerust en ongeduldig. Over elf maanden stonden de Spelen op het programma en die wilde ik natuurlijk niet missen. Ik zat net bij de groep en voelde me nog niet zeker van mijn plekje. In zulke situaties krijg je, weet ik nu, een ander besef van je goed voelen. Als je van een ‘nul’ naar een ‘één’ gaat, is het al ‘goed’. Volgens een KNVB- arts met verstand van hersenschuddingen moest ik het ‘rustig aan doen’: niet niets, een beetje trainen. Ja, eh ... waar begin ik en tot hoe ver mag ik? Intussen voelde ik ook een verantwoordelijkheid naar het team en de club, want ik dacht: ze hebben me nodig. 'Een wandelingetje met m'n moeder zou volgens haar een mooie afleiding zijn. Na vijf minuten kon ik niet meer. Een topsporter van 22...' Die druk voelde ik. En ik voelde me alleen en niet begrepen. Dit was een onzichtbare blessure. In het begin niet; toen zag ik er echt beroerd uit. Maar naarmate het me minder aan te zien was, kreeg ik het gevoel dat ik me moest verdedigen en uitleggen dat het echt niet goed ging. Want: ze mochten niet denken dat ik me aanstelde. Niet dat iemand daar ooit op gezinspeeld heeft, hoor. Bij andere blessures weet je meestal hoe lang het ongeveer gaat duren. Een hersenschudding duurt twee à drie weken, had ik gehoord. Maar het schoot totaal niet op. Met ‘normale’ blessures kun je daarnaast ook leuke dingen met vrienden en familie blijven doen die troost en afleiding geven, of gaan studeren. Maar dat kon ik niet: die hoofdpijn, dat licht, die geluiden... Het was op de bank wachten tot de dag voorbij was. Waar haal je dan je geluk nog uit? Een wandelingetje met m’n moeder zou volgens haar een mooie afleiding zijn. Maar na vijf minuten kon ik niet meer. We zijn met een taxi teruggegaan. Een topsporter van 22..." Helden Magazine 62 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marijn Veen komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Marijn Veen debuteerde in 2018 tijdens de Champions Trophy voor het Nederlands hockeyteam en werd meteen topscorer. Ze droomde verder: Europees, wereld- en olympisch kampioen worden met de Nederlandse hockeyvrouwen. Maar een autobotsing op een parkeerplaats maakte van haar een wanhopige aan zichzelf en haar lichaam twijfelende topsportster. Nog twee hersenschuddingen en twee gemiste droomtoernooien - waaronder de Spelen in Tokio waar Nederland goud won - later is alles toch goed gekomen. De 25-jarige spits van Amsterdam en studente psychologie legt in aanloop naar het WK (1-17 juli in Spanje en Nederland) uit hoe zwaar die twee jaren waren. “In één jaar tijd was mijn leven volkomen veranderd: ik zat bij het Nederlands team, had drie grote toernooien gespeeld en was met mijn club Europees en landskampioen geworden. Ik zat in een flow, maar was ook doodmoe. Maar als 22- jarige voel je je onsterfelijk en dender je door. In september speelden we bij SCHC een zware wedstrijd en ik was kapot. Na afloop zette ik op de parkeerplaats de auto in z’n achteruit en dacht dat er niets aankwam. Maar ik botste tegen een auto aan die dertig kilometer reed, wat best hard is op een parkeerplaats. Ik ben naar m’n ouders gegaan en heb ’t gebagatelliseerd, al was m’n nek stijf en voelde ik me labiel en emotioneel. Twee dag later, in een café, ging alles langs me heen. Daarna heb ik bij m’n ouders thuis alleen maar zitten huilen. Weer twee dagen later voelde ik me zo slecht dat ik m’n moeder heb gebeld: je moet me komen halen. Ik was erg moe en had pijn in m’n hoofd; alsof er een gewicht op drukte en een band omheen zat. Ik kon geen licht en geluid verdragen en het was alsof m’n brein niet werkte. Niets kwam binnen, een leeg en emotieloos gevoel en toch was ik heel verdrietig en zat constant te huilen. De clubarts gaf aan dat ik een hersenschudding had. Ik kon niks, behalve op de bank zitten. Bij iets simpels als een legpuzzel was ik na vijf minuten bekaf. Rust houden was het enige advies. Intussen werd ik ook ongerust en ongeduldig. Over elf maanden stonden de Spelen op het programma en die wilde ik natuurlijk niet missen. Ik zat net bij de groep en voelde me nog niet zeker van mijn plekje. In zulke situaties krijg je, weet ik nu, een ander besef van je goed voelen. Als je van een ‘nul’ naar een ‘één’ gaat, is het al ‘goed’. Volgens een KNVB- arts met verstand van hersenschuddingen moest ik het ‘rustig aan doen’: niet niets, een beetje trainen. Ja, eh ... waar begin ik en tot hoe ver mag ik? Intussen voelde ik ook een verantwoordelijkheid naar het team en de club, want ik dacht: ze hebben me nodig. 'Een wandelingetje met m'n moeder zou volgens haar een mooie afleiding zijn. Na vijf minuten kon ik niet meer. Een topsporter van 22...' Die druk voelde ik. En ik voelde me alleen en niet begrepen. Dit was een onzichtbare blessure. In het begin niet; toen zag ik er echt beroerd uit. Maar naarmate het me minder aan te zien was, kreeg ik het gevoel dat ik me moest verdedigen en uitleggen dat het echt niet goed ging. Want: ze mochten niet denken dat ik me aanstelde. Niet dat iemand daar ooit op gezinspeeld heeft, hoor. Bij andere blessures weet je meestal hoe lang het ongeveer gaat duren. Een hersenschudding duurt twee à drie weken, had ik gehoord. Maar het schoot totaal niet op. Met ‘normale’ blessures kun je daarnaast ook leuke dingen met vrienden en familie blijven doen die troost en afleiding geven, of gaan studeren. Maar dat kon ik niet: die hoofdpijn, dat licht, die geluiden... Het was op de bank wachten tot de dag voorbij was. Waar haal je dan je geluk nog uit? Een wandelingetje met m’n moeder zou volgens haar een mooie afleiding zijn. Maar na vijf minuten kon ik niet meer. We zijn met een taxi teruggegaan. Een topsporter van 22..." Helden Magazine 62 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marijn Veen komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Hockey

Lidewij Welten: ‘Een kind lijkt me ook fantastisch, hoor’

Lidewij Welten (31) maakt al sinds 2008 deel uit van het Nederlands hockeyteam. Ze won onder meer drie gouden en een zilveren olympische medaille, twee WK-titels en werd gekozen als beste hockeyster van de wereld. Maar er waren ook tegenslagen. Een gesprek in aanloop naar haar vierde WK (1-17 juli in Nederland en Spanje). De speelhal in Beijing Als achttienjarige mocht jij al mee naar de Spelen in Beijing in 2008. Eva de Goede was er toen ook voor het eerst bij. Ik las dat jullie in Beijing spierpijn hadden van het vele gamen. Lachend: “In het olympisch dorp was een gigantische speelhal. Ze hadden er een drumstel, dan moest je op de beat op de juiste kleuren slaan. Eva en ik waren zo fanatiek met z’n tweeën. Totaal bezweet kwamen wij uit die speelhal, een dag voor de eerste wedstrijd. Eva en ik waren kamergenoten, toen we wakker werden keken we elkaar aan, van: voel jij dit ook? We hadden allebei spierpijn in onze armen. Dat hebben we tegen niemand gezegd.” In 2008 won je olympisch goud. Wat weet je nog van die tijd? “Die Spelen heb ik in een roes beleefd. Er was toen nog geen WhatsApp. Ik had gesprekken via MSN met mijn vader, die heeft hij bewaard. Mijn ouders wilden weten hoe het met hockey ging, maar ik sprak over de grote eetzaal in het olympisch dorp. Ik beleefde mijn sport en de Spelen zo anders dan nu. Voelde geen druk, kon mijn ogen uitkijken. Ik weet nog dat ik met m’n fiets achter Rafael Nadal ben aangereden, zo de eetzaal in. Ik ben hem wel zes keer voorbijgelopen en zei daarna tegen Eva: hij kijkt terug! Die ruimte om rond te kijken kregen we van het team en onze toenmalige coach Marc Lammers. Maar uiteindelijk moesten wij natuurlijk ook gewoon presteren.” Verlang je weleens terug naar die tijd? “Ik kan niet ontkennen dat die tijd van toen heerlijk was. Topsport is veranderd in al die jaren. Het is nog serieuzer en professioneler geworden dan het al was. Ik ben van een onbevangen speelster gegroeid naar een van de leiders van het team. Maar ik hockey nog altijd omdat ik er plezier uit haal.” 'Wij moeten als team er ook mee aan de slag. De harde topsportkant moeten we behouden. Daardoor presteren we ook. Maar de communicatie moet beter' Jij speelde destijds samen Minke Booij en Fatima Moreira de Melo. Was je stiekem een beetje bang voor hen? “Ik keek enorm tegen hen op, en natuurlijk vond ik het in het begin spannend. De eerste keer dat ik bij het Nederlands team zat, sliep ik bij Fatima op de kamer. Dat vond ik zo spannend. Maar ze was heel lief voor me.” Medisch wonder Jij staat bekend om je explosieve spel. Hoe belastend is hockey voor jouw lichaam? “Ik passeer tegenstanders op snelheid en daardoor krijg ik redelijk wat tikken. Als je dan al een beetje vermoeid bent en na zo’n tik verkeerd terechtkomt, dan kun je een gescheurde pees oplopen. Iemand die meer van de passing is, zal daar minder snel last van hebben, denk ik. Ik heb twee keer een ernstige blessure gehad. In 2018 scheurde ik een pees in de hamstring van mijn rechterbeen, en vorig jaar vlak voor de Spelen in Tokio gebeurde dat in mijn linkerbeen.” Wat weet je nog van dat moment op zaterdag 15 mei vorig jaar, die laatste minuten in de play-offs tegen Amsterdam, waarin je een tik kreeg en meteen naar de dug-out liep? “We hadden een turnover en ik wilde aanzetten. Ik kreeg een flinke tik en kwam verkeerd terecht. Stapte uit het veld en riep: het zijn mijn pezen. Ik wist het meteen. Ik maakte nog een paar rare stappen, toen voelde het al alsof mijn been niet meer van mij was. In een interview daarna bij de NOS was ik heel rationeel. Ik zei: waarschijnlijk gaat het tegenvallen, maar ik ga alles op alles zetten om de Olympische Spelen te halen.” Je had drie pezen gescheurd in de linkerhamstring van je linkerbeen, vlak onder je bil. Er staat zes tot negen maanden voor dat herstel. Jij deed het in tien weken... “In de kleedkamer, meteen nadat het was gebeurd, had ik al contact met mijn fysiotherapeuten. Mijn medische team, onder wie Rik Tacken en Camiel van Druten van de fysiopraktijk Veel Beter in Almere, heeft vanaf dat moment alles op alles gezet en mij geholpen met mijn herstel. Gino Kerkhoffs, de orthopedisch chirurg van het AMC, keek vanaf de zijlijn mee. Diezelfde avond kreeg ik al oefeningen die ik thuis kon doen. De echte tegenslag kwam pas vijf dagen later. Uit de MRI-scan bleek dat alle drie de pezen gescheurd waren, met een gat van vijf centimeter ertussen. Het slechtste scenario. Mijn fysiotherapeuten hebben nooit gezegd: ‘Je gaat de Spelen wel halen.’ De enige zekerheid die ze me konden geven, was dat ik het níet zou halen. Die eerste anderhalve week brachten mijn ouders me naar Almere. Zij hebben een camper, daarin kon ik in bed liggen, want zitten kon niet. Op maandag en donderdag sliep ik in Almere, zodat ik op die dagen vier sessies kon doen. Woensdag en op zaterdag trainde ik thuis. Op zondag had ik een rustdag. Om de tien dagen had ik een MRI. Ik heb acht keer stil in zo’n scanapparaat gezeten, vreselijk. Maar op een gegeven moment begon ik ernaar uit te kijken. Ik zag hoe die pezen naar elkaar toegroeiden. Een voedingsdeskundige maakte mijn voedingsschema. In het begin at ik alleen eiwitten. Geen vlees en vis, want dat werkt juist ontstekingsbevorderend. Toen ik weer kon trainen voegde ik koolhydraten toe aan mijn dieet en daarna pas vlees. Alles stond in het teken van herstel. Mijn vriend Raphael kwam eens thuis toen overdag de rolluiken en gordijnen dichtzaten. De slaapkamer noemde ik in de tijd mijn cave, de grot. Raphael kwam in paniek boven en riep: ‘Lied, is er iets, waarom is alles dicht, is er iets gebeurd?’ Ga weg, zei ik, ik probeer te rusten... Ik was volledig van de wereld en met één ding bezig: zo snel mogelijk herstellen. Ik baalde van een rustdag, want dan kon ik niks doen. Mijn emoties gingen van de ene naar de andere kant. Zelfs in één hardloopsessie. Het eerste rondje kon zo tegenvallen, dan riep ik woedend: ik ga de Spelen niet halen. Dan appte ik boos mijn fysio. Maar tijdens het volgende rondje ging het dan wel weer en dacht ik: ik kan nog wel wat extra’s doen. Ik kon er ook niet tegen als mensen medelijden met me hadden. Als mijn ouders wilden langskomen zei ik: jullie mogen niet zielig naar me kijken. De zorgelijke blik van mijn moeder kon ik niet aan, ik mocht mentaal niet breken. Ik had geen ruimte, tijd en energie voor emoties.” Helden Magazine 62 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lidewij Welten komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Lidewij Welten (31) maakt al sinds 2008 deel uit van het Nederlands hockeyteam. Ze won onder meer drie gouden en een zilveren olympische medaille, twee WK-titels en werd gekozen als beste hockeyster van de wereld. Maar er waren ook tegenslagen. Een gesprek in aanloop naar haar vierde WK (1-17 juli in Nederland en Spanje). De speelhal in Beijing Als achttienjarige mocht jij al mee naar de Spelen in Beijing in 2008. Eva de Goede was er toen ook voor het eerst bij. Ik las dat jullie in Beijing spierpijn hadden van het vele gamen. Lachend: “In het olympisch dorp was een gigantische speelhal. Ze hadden er een drumstel, dan moest je op de beat op de juiste kleuren slaan. Eva en ik waren zo fanatiek met z’n tweeën. Totaal bezweet kwamen wij uit die speelhal, een dag voor de eerste wedstrijd. Eva en ik waren kamergenoten, toen we wakker werden keken we elkaar aan, van: voel jij dit ook? We hadden allebei spierpijn in onze armen. Dat hebben we tegen niemand gezegd.” In 2008 won je olympisch goud. Wat weet je nog van die tijd? “Die Spelen heb ik in een roes beleefd. Er was toen nog geen WhatsApp. Ik had gesprekken via MSN met mijn vader, die heeft hij bewaard. Mijn ouders wilden weten hoe het met hockey ging, maar ik sprak over de grote eetzaal in het olympisch dorp. Ik beleefde mijn sport en de Spelen zo anders dan nu. Voelde geen druk, kon mijn ogen uitkijken. Ik weet nog dat ik met m’n fiets achter Rafael Nadal ben aangereden, zo de eetzaal in. Ik ben hem wel zes keer voorbijgelopen en zei daarna tegen Eva: hij kijkt terug! Die ruimte om rond te kijken kregen we van het team en onze toenmalige coach Marc Lammers. Maar uiteindelijk moesten wij natuurlijk ook gewoon presteren.” Verlang je weleens terug naar die tijd? “Ik kan niet ontkennen dat die tijd van toen heerlijk was. Topsport is veranderd in al die jaren. Het is nog serieuzer en professioneler geworden dan het al was. Ik ben van een onbevangen speelster gegroeid naar een van de leiders van het team. Maar ik hockey nog altijd omdat ik er plezier uit haal.” 'Wij moeten als team er ook mee aan de slag. De harde topsportkant moeten we behouden. Daardoor presteren we ook. Maar de communicatie moet beter' Jij speelde destijds samen Minke Booij en Fatima Moreira de Melo. Was je stiekem een beetje bang voor hen? “Ik keek enorm tegen hen op, en natuurlijk vond ik het in het begin spannend. De eerste keer dat ik bij het Nederlands team zat, sliep ik bij Fatima op de kamer. Dat vond ik zo spannend. Maar ze was heel lief voor me.” Medisch wonder Jij staat bekend om je explosieve spel. Hoe belastend is hockey voor jouw lichaam? “Ik passeer tegenstanders op snelheid en daardoor krijg ik redelijk wat tikken. Als je dan al een beetje vermoeid bent en na zo’n tik verkeerd terechtkomt, dan kun je een gescheurde pees oplopen. Iemand die meer van de passing is, zal daar minder snel last van hebben, denk ik. Ik heb twee keer een ernstige blessure gehad. In 2018 scheurde ik een pees in de hamstring van mijn rechterbeen, en vorig jaar vlak voor de Spelen in Tokio gebeurde dat in mijn linkerbeen.” Wat weet je nog van dat moment op zaterdag 15 mei vorig jaar, die laatste minuten in de play-offs tegen Amsterdam, waarin je een tik kreeg en meteen naar de dug-out liep? “We hadden een turnover en ik wilde aanzetten. Ik kreeg een flinke tik en kwam verkeerd terecht. Stapte uit het veld en riep: het zijn mijn pezen. Ik wist het meteen. Ik maakte nog een paar rare stappen, toen voelde het al alsof mijn been niet meer van mij was. In een interview daarna bij de NOS was ik heel rationeel. Ik zei: waarschijnlijk gaat het tegenvallen, maar ik ga alles op alles zetten om de Olympische Spelen te halen.” Je had drie pezen gescheurd in de linkerhamstring van je linkerbeen, vlak onder je bil. Er staat zes tot negen maanden voor dat herstel. Jij deed het in tien weken... “In de kleedkamer, meteen nadat het was gebeurd, had ik al contact met mijn fysiotherapeuten. Mijn medische team, onder wie Rik Tacken en Camiel van Druten van de fysiopraktijk Veel Beter in Almere, heeft vanaf dat moment alles op alles gezet en mij geholpen met mijn herstel. Gino Kerkhoffs, de orthopedisch chirurg van het AMC, keek vanaf de zijlijn mee. Diezelfde avond kreeg ik al oefeningen die ik thuis kon doen. De echte tegenslag kwam pas vijf dagen later. Uit de MRI-scan bleek dat alle drie de pezen gescheurd waren, met een gat van vijf centimeter ertussen. Het slechtste scenario. Mijn fysiotherapeuten hebben nooit gezegd: ‘Je gaat de Spelen wel halen.’ De enige zekerheid die ze me konden geven, was dat ik het níet zou halen. Die eerste anderhalve week brachten mijn ouders me naar Almere. Zij hebben een camper, daarin kon ik in bed liggen, want zitten kon niet. Op maandag en donderdag sliep ik in Almere, zodat ik op die dagen vier sessies kon doen. Woensdag en op zaterdag trainde ik thuis. Op zondag had ik een rustdag. Om de tien dagen had ik een MRI. Ik heb acht keer stil in zo’n scanapparaat gezeten, vreselijk. Maar op een gegeven moment begon ik ernaar uit te kijken. Ik zag hoe die pezen naar elkaar toegroeiden. Een voedingsdeskundige maakte mijn voedingsschema. In het begin at ik alleen eiwitten. Geen vlees en vis, want dat werkt juist ontstekingsbevorderend. Toen ik weer kon trainen voegde ik koolhydraten toe aan mijn dieet en daarna pas vlees. Alles stond in het teken van herstel. Mijn vriend Raphael kwam eens thuis toen overdag de rolluiken en gordijnen dichtzaten. De slaapkamer noemde ik in de tijd mijn cave, de grot. Raphael kwam in paniek boven en riep: ‘Lied, is er iets, waarom is alles dicht, is er iets gebeurd?’ Ga weg, zei ik, ik probeer te rusten... Ik was volledig van de wereld en met één ding bezig: zo snel mogelijk herstellen. Ik baalde van een rustdag, want dan kon ik niks doen. Mijn emoties gingen van de ene naar de andere kant. Zelfs in één hardloopsessie. Het eerste rondje kon zo tegenvallen, dan riep ik woedend: ik ga de Spelen niet halen. Dan appte ik boos mijn fysio. Maar tijdens het volgende rondje ging het dan wel weer en dacht ik: ik kan nog wel wat extra’s doen. Ik kon er ook niet tegen als mensen medelijden met me hadden. Als mijn ouders wilden langskomen zei ik: jullie mogen niet zielig naar me kijken. De zorgelijke blik van mijn moeder kon ik niet aan, ik mocht mentaal niet breken. Ik had geen ruimte, tijd en energie voor emoties.” Helden Magazine 62 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lidewij Welten komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Snowboarden

Chris Vos en Lisa Bunschoten: ‘Ik heb altijd mijn maatje bij me’

Chris Vos (23) en Lisa Bunschoten (26) zijn de beste parasnowboarders van Nederland. En een liefdeskoppel. In aanloop naar de Paralympische Winterspelen (4-13 maart) gingen we op bezoek bij de medaillekandidaten. Het moderne rijtjeshuis van Chris Vos en Lisa Bunschoten in een nieuwbouwwijk in Zuidoostbeemster is van alle gemakken voorzien. Afgelopen zomer zijn ze er ingetrokken na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond. In tegenstelling tot hun vorige woning hebben ze alleen geen balken meer aan het plafond waar ze hun gewonnen medailles aan op kunnen hangen. En dat zijn er nogal wat. Het is begin december 2021 en Chris en Lisa zijn net terug uit Landgraaf waar ze de eerste World Cup van hun bomvolle seizoen, met zowel het WK als de Paralympische Spelen, hebben gereden. Allebei zijn ze met goud thuisgekomen. “Mijn medaille hangt boven. Aan mijn snowboard die tussen de was staat,” zegt Chris lachend. “Als je gaat verhuizen ga je spullen uitzoeken. Ik heb enkele prijzen weggedaan. Onhandige dingen zoals een blok hout. Best gaaf, maar wat moet je ermee?! Maar medailles gooien we niet weg. In dit huis leggen we nieuwe medailles vaak een week op tafel. Daarna gaan ze in een mooie doos waarin we ze bewaren.” Lisa: “Als we alles wat we hebben gewonnen zouden ophangen, dan wordt het een beetje vol. De medailles van de Spelen en het WK hebben wel een mooi plekje gekregen.” Kantje boord Sinds de verhuizing woont Chris op tien minuten van zijn ouderlijk huis. Eén keer per week doen Lisa en hij op de zolder van de boerderij van zijn ouders krachttraining. Het is ook de plek waar het achttien jaar geleden vreselijk misging. Chris: “Toen ik vijf jaar oud was, werd er bij ons op het erf verbouwd. Als de grote machines aan het werk waren, mochten mijn broer en ik niet naar buiten. Op een dag deden we dat toch omdat we in het zand wilden spelen. De machinist van de graafmachine zag me niet en reed over mijn middel heen. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Mijn heupen waren op vier plaatsen gebroken en veel bloedvaten waren stuk. Ik was vanbinnen aan het doodbloeden. Het was kantje boord of ik het zou redden. De eerste dagen na de operaties was het kritisch. Er werd meerdere keren tegen mijn ouders gezegd dat ze afscheid van me moesten nemen. Ook toen ik een bacteriële infectie opliep waardoor mijn bilspier met spoed moest worden geamputeerd. Ik weet niet hoe, maar ik wist het te overleven. Het gevolg was wel dat mijn rechterbeen verlamd was.” De artsen dachten dat Chris nooit meer zou kunnen lopen en de rest van zijn leven in een rolstoel zou zitten. Maar dat vertikte hij. Chris wilde spelen zoals ieder kind en proberen weer te kunnen lopen, wat hem ook lukte met eerst een looprekje en later een orthese. “Er werd van alles afgeraden door de dokters. Gelukkig ben ik opgegroeid in een gezin dat twee keer nadacht en wel naar de mogelijkheden keek. Laat hem maar vallen, dachten mijn ouders. Hij staat wel weer op.” Met veel vallen, pijn, kramp en hulp van zijn vader, die een touw om zijn middel deed zodat ze samen de piste af konden, leerde Chris in zijn jeugdjaren zelfstandig snowboarden. Toen hij in 2010 Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen zag worden op de parallelreuzenslalom dacht hij: dat wil ik ook. Zo kwam hij in contact met Bibian Mentel, die bezig was met het oprichten van een team en van snowboarden een paralympische sport wilde maken. “Bieb nam me mee naar wedstrijden in Frankrijk en Spanje. Ik was twaalf jaar en kon er nog niets van, maar ik vond het heel gaaf. Ik kwam gasten tegen die ook met een prothese aan het snowboarden waren. In die tijd stonden ze allemaal nog te blowen. Het was één grote cracky bende, maar ik vond het geweldig. Van een team dat iedere zondag voor de lol ging trainen werden we steeds professioneler.” Kussen bij de lift Lisa werd geboren met fibula aplasie. Door het missen van haar kuitbeen en een incomplete knie was haar linkerbeen flink korter dan haar rechterbeen. Ook had ze een spitsvoet. “Op zesjarige leeftijd is mijn been verlengd. Mijn onderen bovenbeen werden gebroken en ik kreeg een stellage met pinnen door mijn been, op twee plekken zelfs door het bot. Negen maanden lang moest ik iedere dag aan een schroef draaien waardoor mijn been werd uitgerekt. Dat was niet fijn. Ik had vooral veel spierpijn. De pinnen van de stellage moesten iedere week worden schoongemaakt. Met watjes en alcohol. Dat was verschrikkelijk. Ik schreeuwde de hele straat bij elkaar van de pijn. Omdat de pinnen nat mochten worden, zetten mijn ouders voorafgaand aan het schoonmaken een sproeier buiten waar ik met kinderen uit de straat onder kon spelen. Ze koppelden nare momenten aan leuke dingen en dat hielp me heel erg. Het beenverschil van twaalf centimeter werd uiteindelijk teruggebracht naar vijf en mijn knieën kwamen op dezelfde hoogte te staan.” Op vijftienjarige leeftijd stond er opnieuw een beenverlenging en ook het rechtzetten van haar voet op de planning. Totdat een arts haar aan het twijfelen bracht. “Die arts dacht dat ik daardoor juist meer last zou krijgen naarmate ik ouder zou worden. Hij zei: ‘Als het mijn been was, dan zou ik voor amputatie kiezen.’ Dat waren heftige woorden. Ik besloot de afspraak af te zeggen en eerst goed rond te kijken. Toen ik zag wat mensen allemaal konden met een prothese, dacht ik: wow, dat wil ik ook kunnen. Daarna was de keuze snel gemaakt en werd mijn linkervoet geamputeerd.” Voor de amputatie had Lisa met een orthese leren snowboarden. Met een prothese bleek het ook te lukken. “Ik was heel blij dat ik na de ingreep weer op een snowboard kon staan. Tijdens een Fundag in Snowworld die was georganiseerd door de Mentelity Foundation kwam ik Bibian tegen. Ze vond het tof dat er nog een meisje met een prothese aan het snowboarden was en vroeg of ik mee wilde doen aan wedstrijden. Ik was meteen enthousiast.” Zo kwamen Chris en Lisa in hetzelfde team terecht. Maar van liefde op het eerste gezicht was niet bepaald sprake. Chris: “In het begin was ik jou aan het narren en plagen omdat je een beetje bang was en niet zo hard naar beneden durfde te gaan.” Lisa: “Ik ben tweeënhalf jaar ouder en vond jou maar een vervelend rotjoch. Chris: “In die tijd zagen we elkaar vijf keer per week in Snowworld. Daarnaast deden we wedstrijden met het team van Bieb.” Lisa: “We reisden de wereld over, maakten samen veel mee en daardoor ontstond er een vriendschap.” Twee jaar na hun eerste kennismaking sloeg de vonk over. Chris: “Mijn moeder zei: ‘Heb je weleens goed naar dat meisje gekeken?’ Toen ik dat deed, was het er ineens. Ik vond jou eerder leuk dan jij mij.” Lisa: “Ik merkte dat je veranderde. Daardoor ging ik ook anders naar jou kijken. Van een irritant jochie werd je ineens een leuke jongen.” Chris: “Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift. Vlak voor Sochi kregen we een relatie.” Onafscheidelijk duo Met zijn krap zestien jaar was Chris tijdens de Paralympische Winterspelen van 2014 de jongste Nederlandse deelnemer. Hij werd dertiende op de boardercross, Lisa werd zevende. In de daaropvolgende jaren bestormden ze samen de top. In 2015 en 2017 werd Chris wereldkampioen op de onderdelen banked slalom en boardercross. Na twee zilveren en één bronzen plak op het WK veroverde Lisa in 2019 ook op beide onderdelen de wereldtitel. Met dank aan hun streven elkaar en daarmee ook zichzelf beter te willen maken. Lisa: “We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. Tijdens trainingen doen we heats tegen elkaar. De drive om van elkaar te willen winnen is groot. Met boardercross ben ik op sommige stukken sneller dan Chris en andersom. Er gebeurt altijd iets als we het tegen elkaar opnemen.” Chris, lachend: “Er komt dan ook wat gescheld aan te pas. Wie wint wrijft dat zeker nog even in bij de ander. Het kan soms intens zijn, maar we zijn het gewend dat we dezelfde sport beoefenen en iedere dag samen zijn. Ik heb altijd mijn maatje bij me en daar heb ik veel aan.” Lisa: “Het komt soms voor dat de een met een gouden medaille thuiskomt en de ander met een teleurstellend resultaat. Toch zijn we dan blij voor de ander. Het is altijd beter dat in elk geval een van ons twee wint. Ik ben blijer voor Chris als hij wint dan voor mezelf.” Chris: “Dat heb ik ook. Maar het tofste is als we allebei een goed resultaat halen.” Chris: ‘Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift’ Lisa: “We vinden allebei dezelfde dingen leuk, maar qua karakter zijn we compleet verschillend.” Chris: “Jij bent een pietje-precies en heel gestructureerd. Ik ben chaotisch en een beetje lazy. Ik weet soms niet op welke dagen we een wedstrijd hebben.” Lisa, lachend: “Je weet soms niet eens wanneer je in een vliegtuig moet zitten!” Ook rond wedstrijden is het koppel onafscheidelijk. Al is er dan wel degelijk een verschil met thuis. Lisa: “Sta ik in de racemodus dan ben ik een ander persoon. Heel gek is dat. We zijn tijdens een raceweek samen, delen een hotelkamer, maar we leven langs elkaar heen. Alles draait dan om het snowboarden en om winnen.” Chris: “We doen dan heel erg ons eigen ding. Meestal gaan we tijdens zo’n week even ertussenuit en een hapje eten. Om echt samen te zijn. Niet als sporters, maar als stel.” Lisa: “Vaak is het zo dat de runs van de mannen en vrouwen door elkaar heen lopen. Dan staan we samen bij de start.” Chris: “Jij geeft me altijd een knuffel en een kus, dat vind ik soms irritant. Dan zit ik in mijn focus en denk ik: laat me met rust.” Lisa: “Ik krijg dan een blik toegeworpen van: ga weg!” Chris: “Maar andersom doe ik dat bij jou net zo goed. We wensen elkaar wel altijd succes.” Rare dag Vier jaar geleden, bij de Paralympics in Pyeongchang, werd de banked slalom van de mannen en vrouwen ook tegelijkertijd gehouden. Terwijl Lisa zich boven aan de piste klaarmaakte voor haar finale tegen mentor Bibian Mentel, zat Chris verderop op een stoeltje te wachten voor zijn eindstrijd die een paar minuten later zou beginnen. Chris: “Er hingen overal tv-schermen, maar ik keek niet naar de beelden omdat ik me volledig wilde focussen op mijn eigen race. Ik hoorde het startsein en even later allemaal oh’s en ah’s uit het publiek. Onze fysiotherapeut, die naast me zat, werd opgeroepen. Ik had door dat er een val was geweest. Zijn ze oké, kon ik nog net aan hem vragen. Dat was zo. En toen moest ik mijn finale rijden.” Lisa: “Ik ging er vol in, wilde laten zien wat ik in me had. Ik haalde Bibian in. Vlak daarna raakten we elkaar en kwamen we ten val. Mijn eerste reactie was: opstaan en doorgaan.” Mentel stond eerder op haar board en was sneller weg. Lisa moest genoegen nemen met een zilveren medaille. “Dat was erg balen. Toen ik beneden kwam, werd ik meteen meegenomen naar een bouwkeet. Er kwam een arts die zei: ‘Kijk maar even niet in de spiegel.’ Ik dacht alleen maar: waarom, wat is er aan de hand? Ik had wel bloed gezien na de val, maar dacht dat ik een bloedneus had. Pas toen kreeg ik door dat er een snee in mijn wang zat. Ik wilde de race van Chris zien, maar dat lukte niet.” Lisa: ‘We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. De drive om van elkaar te willen winnen op de training is groot’ Chris: “Ik stond gespannen aan de start. Ook omdat ik niet precies wist wat er met Lisa was gebeurd en wat de uitkomst van de race was. Mijn finale was snel voorbij. In de eerste sectie maakte ik een fout waardoor ik viel. Toen ik beneden kwam, ging ik meteen naar jou toe. Je hele gezicht lag open en je ging naar het ziekenhuis. Ik moest naar de dopingcontrole en vervolgens naar de medailleceremonie. We zagen elkaar pas om middernacht weer in het dorp. Ik had gewacht tot je terug was. Samen met de fysio aten we pizza. Dat was het enige wat je kon eten omdat je wang was gehecht en geplakt. Het was een heel rare dag. Jammer dat onze finales op die manier eindigden, dat het geen mooie strijd tot de finish was geweest.” Lisa: “Gelukkig komt er een nieuwe kans aan. Ik sta er goed voor richting Beijing, heb begin dit seizoen gemerkt dat het gat met de concurrentie nog groter is geworden.” Chris: “Bij de eerste World Cup in Landgraaf reed ik mijn beste race ooit nadat ik twee jaar lang geen wedstrijd had gewonnen. Ik heb nog nooit zo goed op mijn board gestaan als nu. Met dank aan mijn nieuwe racebeen, dat is gemaakt door paralympisch kampioen en concurrent Mike Schultz, die ook prothesebouwer is. Toen hij na de vorige Spelen zijn hulp aanbood, nam ik dat meteen aan. Vijftien jaar geleden ging ik met stijve benen de berg af. Pakte ik een schans, dan brak ik alle scharnieren af en moest mijn vader weer naar de prothesemaker. Nu heb ik een stevig en volledig carbonbeen met een veer uit een motorcrossfiets, die ik tot negentig graden kan buigen. Dat is een gave ontwikkeling geweest.” Lisa: “Onderling praten we niet veel over goud. Meer over hoe we nog beter kunnen worden. Al gaan we natuurlijk wel voor die ultieme beloning.” Chris: “Ik ben een ander mens dan in Zuid-Korea, ben slimmer en sterker geworden en heb veel meer ervaring. Een gouden medaille zou de kers op de taart zijn voor alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan.” Lisa: “Na de vorige Spelen zijn we een maand naar Bali gegaan en daarna weer volle bak gaan trainen. Eigenlijk zijn we al acht jaar aan het doorrammen.” Inspiratiebron In maart nemen Chris en Lisa voor de derde keer deel aan de Paralympics. Als vaandeldragers van het Nederlandse para­snowboarden. Het zullen de eerste Spelen zonder hun voor­malige mentor worden. Bibian Mentel overleed op 29 maart 2021 aan de gevolgen van kanker. Chris: “Je wist dat het eraan zat te komen, maar toch was het heftig. We waren op dat moment in het Italiaanse Colere voor een World Cup. Een van de weinige wedstrijden die doorging in het coronaseizoen. Ik was heel blij dat ik daar was. Op een berg in de sneeuw met de club die zij ooit was begonnen. Ik deed daar wat zij altijd zo graag deed: snowboarden. Voor mijn gevoel kon ik op die manier afscheid van Bieb nemen. Het was goed zo.” Lisa: “Het was alsof het zo moest zijn dat we daar waren. Een van de mooiste herinneringen voor mij is dat we na Sochi door Bibian en haar man Edwin mee naar Canada werden genomen. Met een helikopter werden we in the middle of nowhere gedropt om offpiste en onder begeleiding van een gids te gaan boarden. We verbleven met elkaar in een lodge. Er waren geen liften, geen mensen. Niets. Dat was te gek.” Chris: “Ik herinner me nog goed dat we in 2015 in La Molina waren. Bieb had net gehoord dat ze uitzaaiingen had en stond vervolgens bij min twintig graden en keiharde sneeuw iemand te leren snowboarden. Ik ben haar heel dankbaar dat ze me de kans heeft gegeven om de sport te leren kennen. Door het snowboarden heb ik me kunnen ontwikkelen en dat heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.” Lisa: “Bibian heeft me vooral meege­geven dat ik moet doen wat ik leuk vind en ervan moet genieten. En om anderen te inspireren en helpen dat ook te doen.” Chris: “Ze heeft ons ook geleerd om iets terug te geven aan de sport. Ik weet hoeveel het waard is als mensen je helpen. Dat probeer ik te doen bij de volgende generatie snowboarders, bijvoorbeeld door ze te helpen met materiaal en tips. Lisa en ik willen laten zien wat er mogelijk is met een prothese of orthese. Twee jaar geleden heb ik mijn vliegbrevet gehaald. Vliegen met een beperking? Normaal gesproken is dat: boem, deur dicht. Door het zoeken naar de juiste mensen die de deur op een kier hielden, is het toch gelukt. Wat ik doe met snowboarden en vliegen is best extreem. Dat hoeft het natuurlijk niet voor iedereen te zijn. Het gaat erom dat kinderen doen wat ze het liefst willen. En dat er wordt gedacht in mogelijkheden. Dat proberen we ze tijdens clinics mee te geven.” Lisa: “Ook laten we ouders zien wat ze kunnen doen. Het helpt heel erg als ouders erin staan van: ga het proberen, kijk wat je kunt. Dat hebben onze ouders ook gedaan en die instelling neem je met je mee.” Chris: “Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een beperking kun je nog steeds je dromen najagen.” Helden Magazine 60 Het verhaal van Chris Vos en Lisa Bunschoten komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Chris Vos (23) en Lisa Bunschoten (26) zijn de beste parasnowboarders van Nederland. En een liefdeskoppel. In aanloop naar de Paralympische Winterspelen (4-13 maart) gingen we op bezoek bij de medaillekandidaten. Het moderne rijtjeshuis van Chris Vos en Lisa Bunschoten in een nieuwbouwwijk in Zuidoostbeemster is van alle gemakken voorzien. Afgelopen zomer zijn ze er ingetrokken na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond. In tegenstelling tot hun vorige woning hebben ze alleen geen balken meer aan het plafond waar ze hun gewonnen medailles aan op kunnen hangen. En dat zijn er nogal wat. Het is begin december 2021 en Chris en Lisa zijn net terug uit Landgraaf waar ze de eerste World Cup van hun bomvolle seizoen, met zowel het WK als de Paralympische Spelen, hebben gereden. Allebei zijn ze met goud thuisgekomen. “Mijn medaille hangt boven. Aan mijn snowboard die tussen de was staat,” zegt Chris lachend. “Als je gaat verhuizen ga je spullen uitzoeken. Ik heb enkele prijzen weggedaan. Onhandige dingen zoals een blok hout. Best gaaf, maar wat moet je ermee?! Maar medailles gooien we niet weg. In dit huis leggen we nieuwe medailles vaak een week op tafel. Daarna gaan ze in een mooie doos waarin we ze bewaren.” Lisa: “Als we alles wat we hebben gewonnen zouden ophangen, dan wordt het een beetje vol. De medailles van de Spelen en het WK hebben wel een mooi plekje gekregen.” Kantje boord Sinds de verhuizing woont Chris op tien minuten van zijn ouderlijk huis. Eén keer per week doen Lisa en hij op de zolder van de boerderij van zijn ouders krachttraining. Het is ook de plek waar het achttien jaar geleden vreselijk misging. Chris: “Toen ik vijf jaar oud was, werd er bij ons op het erf verbouwd. Als de grote machines aan het werk waren, mochten mijn broer en ik niet naar buiten. Op een dag deden we dat toch omdat we in het zand wilden spelen. De machinist van de graafmachine zag me niet en reed over mijn middel heen. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Mijn heupen waren op vier plaatsen gebroken en veel bloedvaten waren stuk. Ik was vanbinnen aan het doodbloeden. Het was kantje boord of ik het zou redden. De eerste dagen na de operaties was het kritisch. Er werd meerdere keren tegen mijn ouders gezegd dat ze afscheid van me moesten nemen. Ook toen ik een bacteriële infectie opliep waardoor mijn bilspier met spoed moest worden geamputeerd. Ik weet niet hoe, maar ik wist het te overleven. Het gevolg was wel dat mijn rechterbeen verlamd was.” De artsen dachten dat Chris nooit meer zou kunnen lopen en de rest van zijn leven in een rolstoel zou zitten. Maar dat vertikte hij. Chris wilde spelen zoals ieder kind en proberen weer te kunnen lopen, wat hem ook lukte met eerst een looprekje en later een orthese. “Er werd van alles afgeraden door de dokters. Gelukkig ben ik opgegroeid in een gezin dat twee keer nadacht en wel naar de mogelijkheden keek. Laat hem maar vallen, dachten mijn ouders. Hij staat wel weer op.” Met veel vallen, pijn, kramp en hulp van zijn vader, die een touw om zijn middel deed zodat ze samen de piste af konden, leerde Chris in zijn jeugdjaren zelfstandig snowboarden. Toen hij in 2010 Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen zag worden op de parallelreuzenslalom dacht hij: dat wil ik ook. Zo kwam hij in contact met Bibian Mentel, die bezig was met het oprichten van een team en van snowboarden een paralympische sport wilde maken. “Bieb nam me mee naar wedstrijden in Frankrijk en Spanje. Ik was twaalf jaar en kon er nog niets van, maar ik vond het heel gaaf. Ik kwam gasten tegen die ook met een prothese aan het snowboarden waren. In die tijd stonden ze allemaal nog te blowen. Het was één grote cracky bende, maar ik vond het geweldig. Van een team dat iedere zondag voor de lol ging trainen werden we steeds professioneler.” Kussen bij de lift Lisa werd geboren met fibula aplasie. Door het missen van haar kuitbeen en een incomplete knie was haar linkerbeen flink korter dan haar rechterbeen. Ook had ze een spitsvoet. “Op zesjarige leeftijd is mijn been verlengd. Mijn onderen bovenbeen werden gebroken en ik kreeg een stellage met pinnen door mijn been, op twee plekken zelfs door het bot. Negen maanden lang moest ik iedere dag aan een schroef draaien waardoor mijn been werd uitgerekt. Dat was niet fijn. Ik had vooral veel spierpijn. De pinnen van de stellage moesten iedere week worden schoongemaakt. Met watjes en alcohol. Dat was verschrikkelijk. Ik schreeuwde de hele straat bij elkaar van de pijn. Omdat de pinnen nat mochten worden, zetten mijn ouders voorafgaand aan het schoonmaken een sproeier buiten waar ik met kinderen uit de straat onder kon spelen. Ze koppelden nare momenten aan leuke dingen en dat hielp me heel erg. Het beenverschil van twaalf centimeter werd uiteindelijk teruggebracht naar vijf en mijn knieën kwamen op dezelfde hoogte te staan.” Op vijftienjarige leeftijd stond er opnieuw een beenverlenging en ook het rechtzetten van haar voet op de planning. Totdat een arts haar aan het twijfelen bracht. “Die arts dacht dat ik daardoor juist meer last zou krijgen naarmate ik ouder zou worden. Hij zei: ‘Als het mijn been was, dan zou ik voor amputatie kiezen.’ Dat waren heftige woorden. Ik besloot de afspraak af te zeggen en eerst goed rond te kijken. Toen ik zag wat mensen allemaal konden met een prothese, dacht ik: wow, dat wil ik ook kunnen. Daarna was de keuze snel gemaakt en werd mijn linkervoet geamputeerd.” Voor de amputatie had Lisa met een orthese leren snowboarden. Met een prothese bleek het ook te lukken. “Ik was heel blij dat ik na de ingreep weer op een snowboard kon staan. Tijdens een Fundag in Snowworld die was georganiseerd door de Mentelity Foundation kwam ik Bibian tegen. Ze vond het tof dat er nog een meisje met een prothese aan het snowboarden was en vroeg of ik mee wilde doen aan wedstrijden. Ik was meteen enthousiast.” Zo kwamen Chris en Lisa in hetzelfde team terecht. Maar van liefde op het eerste gezicht was niet bepaald sprake. Chris: “In het begin was ik jou aan het narren en plagen omdat je een beetje bang was en niet zo hard naar beneden durfde te gaan.” Lisa: “Ik ben tweeënhalf jaar ouder en vond jou maar een vervelend rotjoch. Chris: “In die tijd zagen we elkaar vijf keer per week in Snowworld. Daarnaast deden we wedstrijden met het team van Bieb.” Lisa: “We reisden de wereld over, maakten samen veel mee en daardoor ontstond er een vriendschap.” Twee jaar na hun eerste kennismaking sloeg de vonk over. Chris: “Mijn moeder zei: ‘Heb je weleens goed naar dat meisje gekeken?’ Toen ik dat deed, was het er ineens. Ik vond jou eerder leuk dan jij mij.” Lisa: “Ik merkte dat je veranderde. Daardoor ging ik ook anders naar jou kijken. Van een irritant jochie werd je ineens een leuke jongen.” Chris: “Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift. Vlak voor Sochi kregen we een relatie.” Onafscheidelijk duo Met zijn krap zestien jaar was Chris tijdens de Paralympische Winterspelen van 2014 de jongste Nederlandse deelnemer. Hij werd dertiende op de boardercross, Lisa werd zevende. In de daaropvolgende jaren bestormden ze samen de top. In 2015 en 2017 werd Chris wereldkampioen op de onderdelen banked slalom en boardercross. Na twee zilveren en één bronzen plak op het WK veroverde Lisa in 2019 ook op beide onderdelen de wereldtitel. Met dank aan hun streven elkaar en daarmee ook zichzelf beter te willen maken. Lisa: “We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. Tijdens trainingen doen we heats tegen elkaar. De drive om van elkaar te willen winnen is groot. Met boardercross ben ik op sommige stukken sneller dan Chris en andersom. Er gebeurt altijd iets als we het tegen elkaar opnemen.” Chris, lachend: “Er komt dan ook wat gescheld aan te pas. Wie wint wrijft dat zeker nog even in bij de ander. Het kan soms intens zijn, maar we zijn het gewend dat we dezelfde sport beoefenen en iedere dag samen zijn. Ik heb altijd mijn maatje bij me en daar heb ik veel aan.” Lisa: “Het komt soms voor dat de een met een gouden medaille thuiskomt en de ander met een teleurstellend resultaat. Toch zijn we dan blij voor de ander. Het is altijd beter dat in elk geval een van ons twee wint. Ik ben blijer voor Chris als hij wint dan voor mezelf.” Chris: “Dat heb ik ook. Maar het tofste is als we allebei een goed resultaat halen.” Chris: ‘Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift’ Lisa: “We vinden allebei dezelfde dingen leuk, maar qua karakter zijn we compleet verschillend.” Chris: “Jij bent een pietje-precies en heel gestructureerd. Ik ben chaotisch en een beetje lazy. Ik weet soms niet op welke dagen we een wedstrijd hebben.” Lisa, lachend: “Je weet soms niet eens wanneer je in een vliegtuig moet zitten!” Ook rond wedstrijden is het koppel onafscheidelijk. Al is er dan wel degelijk een verschil met thuis. Lisa: “Sta ik in de racemodus dan ben ik een ander persoon. Heel gek is dat. We zijn tijdens een raceweek samen, delen een hotelkamer, maar we leven langs elkaar heen. Alles draait dan om het snowboarden en om winnen.” Chris: “We doen dan heel erg ons eigen ding. Meestal gaan we tijdens zo’n week even ertussenuit en een hapje eten. Om echt samen te zijn. Niet als sporters, maar als stel.” Lisa: “Vaak is het zo dat de runs van de mannen en vrouwen door elkaar heen lopen. Dan staan we samen bij de start.” Chris: “Jij geeft me altijd een knuffel en een kus, dat vind ik soms irritant. Dan zit ik in mijn focus en denk ik: laat me met rust.” Lisa: “Ik krijg dan een blik toegeworpen van: ga weg!” Chris: “Maar andersom doe ik dat bij jou net zo goed. We wensen elkaar wel altijd succes.” Rare dag Vier jaar geleden, bij de Paralympics in Pyeongchang, werd de banked slalom van de mannen en vrouwen ook tegelijkertijd gehouden. Terwijl Lisa zich boven aan de piste klaarmaakte voor haar finale tegen mentor Bibian Mentel, zat Chris verderop op een stoeltje te wachten voor zijn eindstrijd die een paar minuten later zou beginnen. Chris: “Er hingen overal tv-schermen, maar ik keek niet naar de beelden omdat ik me volledig wilde focussen op mijn eigen race. Ik hoorde het startsein en even later allemaal oh’s en ah’s uit het publiek. Onze fysiotherapeut, die naast me zat, werd opgeroepen. Ik had door dat er een val was geweest. Zijn ze oké, kon ik nog net aan hem vragen. Dat was zo. En toen moest ik mijn finale rijden.” Lisa: “Ik ging er vol in, wilde laten zien wat ik in me had. Ik haalde Bibian in. Vlak daarna raakten we elkaar en kwamen we ten val. Mijn eerste reactie was: opstaan en doorgaan.” Mentel stond eerder op haar board en was sneller weg. Lisa moest genoegen nemen met een zilveren medaille. “Dat was erg balen. Toen ik beneden kwam, werd ik meteen meegenomen naar een bouwkeet. Er kwam een arts die zei: ‘Kijk maar even niet in de spiegel.’ Ik dacht alleen maar: waarom, wat is er aan de hand? Ik had wel bloed gezien na de val, maar dacht dat ik een bloedneus had. Pas toen kreeg ik door dat er een snee in mijn wang zat. Ik wilde de race van Chris zien, maar dat lukte niet.” Lisa: ‘We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. De drive om van elkaar te willen winnen op de training is groot’ Chris: “Ik stond gespannen aan de start. Ook omdat ik niet precies wist wat er met Lisa was gebeurd en wat de uitkomst van de race was. Mijn finale was snel voorbij. In de eerste sectie maakte ik een fout waardoor ik viel. Toen ik beneden kwam, ging ik meteen naar jou toe. Je hele gezicht lag open en je ging naar het ziekenhuis. Ik moest naar de dopingcontrole en vervolgens naar de medailleceremonie. We zagen elkaar pas om middernacht weer in het dorp. Ik had gewacht tot je terug was. Samen met de fysio aten we pizza. Dat was het enige wat je kon eten omdat je wang was gehecht en geplakt. Het was een heel rare dag. Jammer dat onze finales op die manier eindigden, dat het geen mooie strijd tot de finish was geweest.” Lisa: “Gelukkig komt er een nieuwe kans aan. Ik sta er goed voor richting Beijing, heb begin dit seizoen gemerkt dat het gat met de concurrentie nog groter is geworden.” Chris: “Bij de eerste World Cup in Landgraaf reed ik mijn beste race ooit nadat ik twee jaar lang geen wedstrijd had gewonnen. Ik heb nog nooit zo goed op mijn board gestaan als nu. Met dank aan mijn nieuwe racebeen, dat is gemaakt door paralympisch kampioen en concurrent Mike Schultz, die ook prothesebouwer is. Toen hij na de vorige Spelen zijn hulp aanbood, nam ik dat meteen aan. Vijftien jaar geleden ging ik met stijve benen de berg af. Pakte ik een schans, dan brak ik alle scharnieren af en moest mijn vader weer naar de prothesemaker. Nu heb ik een stevig en volledig carbonbeen met een veer uit een motorcrossfiets, die ik tot negentig graden kan buigen. Dat is een gave ontwikkeling geweest.” Lisa: “Onderling praten we niet veel over goud. Meer over hoe we nog beter kunnen worden. Al gaan we natuurlijk wel voor die ultieme beloning.” Chris: “Ik ben een ander mens dan in Zuid-Korea, ben slimmer en sterker geworden en heb veel meer ervaring. Een gouden medaille zou de kers op de taart zijn voor alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan.” Lisa: “Na de vorige Spelen zijn we een maand naar Bali gegaan en daarna weer volle bak gaan trainen. Eigenlijk zijn we al acht jaar aan het doorrammen.” Inspiratiebron In maart nemen Chris en Lisa voor de derde keer deel aan de Paralympics. Als vaandeldragers van het Nederlandse para­snowboarden. Het zullen de eerste Spelen zonder hun voor­malige mentor worden. Bibian Mentel overleed op 29 maart 2021 aan de gevolgen van kanker. Chris: “Je wist dat het eraan zat te komen, maar toch was het heftig. We waren op dat moment in het Italiaanse Colere voor een World Cup. Een van de weinige wedstrijden die doorging in het coronaseizoen. Ik was heel blij dat ik daar was. Op een berg in de sneeuw met de club die zij ooit was begonnen. Ik deed daar wat zij altijd zo graag deed: snowboarden. Voor mijn gevoel kon ik op die manier afscheid van Bieb nemen. Het was goed zo.” Lisa: “Het was alsof het zo moest zijn dat we daar waren. Een van de mooiste herinneringen voor mij is dat we na Sochi door Bibian en haar man Edwin mee naar Canada werden genomen. Met een helikopter werden we in the middle of nowhere gedropt om offpiste en onder begeleiding van een gids te gaan boarden. We verbleven met elkaar in een lodge. Er waren geen liften, geen mensen. Niets. Dat was te gek.” Chris: “Ik herinner me nog goed dat we in 2015 in La Molina waren. Bieb had net gehoord dat ze uitzaaiingen had en stond vervolgens bij min twintig graden en keiharde sneeuw iemand te leren snowboarden. Ik ben haar heel dankbaar dat ze me de kans heeft gegeven om de sport te leren kennen. Door het snowboarden heb ik me kunnen ontwikkelen en dat heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.” Lisa: “Bibian heeft me vooral meege­geven dat ik moet doen wat ik leuk vind en ervan moet genieten. En om anderen te inspireren en helpen dat ook te doen.” Chris: “Ze heeft ons ook geleerd om iets terug te geven aan de sport. Ik weet hoeveel het waard is als mensen je helpen. Dat probeer ik te doen bij de volgende generatie snowboarders, bijvoorbeeld door ze te helpen met materiaal en tips. Lisa en ik willen laten zien wat er mogelijk is met een prothese of orthese. Twee jaar geleden heb ik mijn vliegbrevet gehaald. Vliegen met een beperking? Normaal gesproken is dat: boem, deur dicht. Door het zoeken naar de juiste mensen die de deur op een kier hielden, is het toch gelukt. Wat ik doe met snowboarden en vliegen is best extreem. Dat hoeft het natuurlijk niet voor iedereen te zijn. Het gaat erom dat kinderen doen wat ze het liefst willen. En dat er wordt gedacht in mogelijkheden. Dat proberen we ze tijdens clinics mee te geven.” Lisa: “Ook laten we ouders zien wat ze kunnen doen. Het helpt heel erg als ouders erin staan van: ga het proberen, kijk wat je kunt. Dat hebben onze ouders ook gedaan en die instelling neem je met je mee.” Chris: “Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een beperking kun je nog steeds je dromen najagen.” Helden Magazine 60 Het verhaal van Chris Vos en Lisa Bunschoten komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Hockey

Frédérique Matla: ‘Meid, je bent lekker bezig’

Frédérique Matla scoort altijd en overal. De spits van de Nederlandse hockeyvrouwen was in Tokio ook weer goud waard. Ze scoorde in zeven van de acht duels, werd topscorer van het toernooi en veroverde de olympische titel. Een gesprek over een gouden droom, Lionel Messi, ijskonijnen en huilbuien. Goud “Die gouden olympische medaille is van jongs af aan het grote doel geweest. Ik ben na de Spelen in Rio aangesloten bij het Nederlands team. We wonnen in die periode drie keer het EK en we werden wereldkampioen. Geweldig. Maar telkens zei ik tegen mezelf: het mooiste toernooi moet nog komen. Aan het einde van de olympische finale tegen Argentinië zat ik op de bank. We stonden 3-1 voor en telden langs de kant met elkaar af tot het eindsignaal. We omhelsden elkaar, juichten, maar het besef dat het was gelukt, kwam bij mij pas toen ik die gouden medaille om mijn nek had. Toen ik ‘m vastpakte en ernaar keek... Er is er geen een zo mooi als die, hij is zwaarder, mooier en gouder dan al die andere gouden plakken. Er zit zoveel bloed, zweet en tranen in die medaille. De postolympische dip is ook voor mij een bekend fenomeen. Na de Spelen was ik heel moe en lusteloos, pas toen merkte ik hoe zwaar de afgelopen jaren zijn geweest. Tot de olympische finale had ik nooit wat gevoeld, ik ging altijd maar door. Na de Spelen was ik ook ineens ziek, dat ben ik echt nooit. Terug in Nederland moest ik echt even ‘aarden’. Ik ben twee weken op vakantie geweest met m’n vriend, daarna begon de competitie alweer. Ik vond het lastig om de boel weer op te pakken en ik merk nu nog dat de intensiteit lager is dan tot en met de Spelen. Die vijf jaar zijn zo intensief geweest. 'Argentijnse fans vergeleken mij met Lionel Messi, omdat het er bij mij heel stilistisch uitzag als ik de bal aan de stick had. Mooi compliment toch?' Ik heb goede gesprekken gevoerd met mijn mental coach over waar ik de komende tijd energie uit wil halen. Ik heb meegedaan aan een campagne voor Spieren voor Spieren met kinderen die een lichamelijke beperking hebben. Zij bezorgden mij zo’n leuke dag, ik heb zoveel energie van hen gekregen. Ik wil graag mijn bachelor Gezondheid & Maatschappij halen aan de Universiteit van Wageningen. Wat de sport betreft: volgend jaar is het WK in eigen land en ik kijk ook alweer uit naar de Spelen van Parijs. Over drie jaar wil ik nog een keer olympisch goud winnen, maar dan met familie en vrienden op de tribune.” Het record “Ik werd topscorer van de Spelen met negen goals. En ik pakte een bijzonder record: scoorde in dertien wedstrijden op rij, waarvan zeven op de Spelen. Op de finale na heb ik in elke wedstrijd gescoord in Tokio. In de finale werd de eerste goal in eerste instantie achter mijn naam gezet maar de bal bleek via de stick van Margot van Geffen het doel in te zijn gegaan. Ook prima, maakte me echt niets uit. Tijdens de Spelen werd ik na elke wedstrijd waarin ik weer scoorde herinnerd aan het record van Lisanne Lejeune en in de halve finale tegen Groot-Brittannië pakte ik het. Zelf was ik niet bezig met dat record maar nu ik het heb, vind ik het wel mooi. Ik ben er trots op dat ik het telkens weer waarmaak. De kunst van scoren is voor mij een resultaat van lekker in m’n vel zitten. Ik ben eigenlijk helemaal niet bezig met per se scoren, dat obsessieve heb ik niet. Als ik scoor is het mooi meegenomen, maar het draait maar om één ding: winnen. De mooiste goals zijn natuurlijk de belangrijke goals. De ontlading die ik dan voel... Afgelopen jaar heb ik dat vaak gehad. Niet alleen op de Spelen, maar ook in de halve finale van de European Hockey League met Den Bosch toen ik één minuut voor tijd scoorde tegen Amsterdam en we na shoot-outs wisten te winnen. Het hele team ging los. En in de play-offs om de landstitel scoorde ik ook vlak voor tijd tegen Amsterdam. Dat betekende de landstitel. Ik heb meteen weer kippenvel als ik erover vertel. Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Frédérique Matla komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Frédérique Matla scoort altijd en overal. De spits van de Nederlandse hockeyvrouwen was in Tokio ook weer goud waard. Ze scoorde in zeven van de acht duels, werd topscorer van het toernooi en veroverde de olympische titel. Een gesprek over een gouden droom, Lionel Messi, ijskonijnen en huilbuien. Goud “Die gouden olympische medaille is van jongs af aan het grote doel geweest. Ik ben na de Spelen in Rio aangesloten bij het Nederlands team. We wonnen in die periode drie keer het EK en we werden wereldkampioen. Geweldig. Maar telkens zei ik tegen mezelf: het mooiste toernooi moet nog komen. Aan het einde van de olympische finale tegen Argentinië zat ik op de bank. We stonden 3-1 voor en telden langs de kant met elkaar af tot het eindsignaal. We omhelsden elkaar, juichten, maar het besef dat het was gelukt, kwam bij mij pas toen ik die gouden medaille om mijn nek had. Toen ik ‘m vastpakte en ernaar keek... Er is er geen een zo mooi als die, hij is zwaarder, mooier en gouder dan al die andere gouden plakken. Er zit zoveel bloed, zweet en tranen in die medaille. De postolympische dip is ook voor mij een bekend fenomeen. Na de Spelen was ik heel moe en lusteloos, pas toen merkte ik hoe zwaar de afgelopen jaren zijn geweest. Tot de olympische finale had ik nooit wat gevoeld, ik ging altijd maar door. Na de Spelen was ik ook ineens ziek, dat ben ik echt nooit. Terug in Nederland moest ik echt even ‘aarden’. Ik ben twee weken op vakantie geweest met m’n vriend, daarna begon de competitie alweer. Ik vond het lastig om de boel weer op te pakken en ik merk nu nog dat de intensiteit lager is dan tot en met de Spelen. Die vijf jaar zijn zo intensief geweest. 'Argentijnse fans vergeleken mij met Lionel Messi, omdat het er bij mij heel stilistisch uitzag als ik de bal aan de stick had. Mooi compliment toch?' Ik heb goede gesprekken gevoerd met mijn mental coach over waar ik de komende tijd energie uit wil halen. Ik heb meegedaan aan een campagne voor Spieren voor Spieren met kinderen die een lichamelijke beperking hebben. Zij bezorgden mij zo’n leuke dag, ik heb zoveel energie van hen gekregen. Ik wil graag mijn bachelor Gezondheid & Maatschappij halen aan de Universiteit van Wageningen. Wat de sport betreft: volgend jaar is het WK in eigen land en ik kijk ook alweer uit naar de Spelen van Parijs. Over drie jaar wil ik nog een keer olympisch goud winnen, maar dan met familie en vrienden op de tribune.” Het record “Ik werd topscorer van de Spelen met negen goals. En ik pakte een bijzonder record: scoorde in dertien wedstrijden op rij, waarvan zeven op de Spelen. Op de finale na heb ik in elke wedstrijd gescoord in Tokio. In de finale werd de eerste goal in eerste instantie achter mijn naam gezet maar de bal bleek via de stick van Margot van Geffen het doel in te zijn gegaan. Ook prima, maakte me echt niets uit. Tijdens de Spelen werd ik na elke wedstrijd waarin ik weer scoorde herinnerd aan het record van Lisanne Lejeune en in de halve finale tegen Groot-Brittannië pakte ik het. Zelf was ik niet bezig met dat record maar nu ik het heb, vind ik het wel mooi. Ik ben er trots op dat ik het telkens weer waarmaak. De kunst van scoren is voor mij een resultaat van lekker in m’n vel zitten. Ik ben eigenlijk helemaal niet bezig met per se scoren, dat obsessieve heb ik niet. Als ik scoor is het mooi meegenomen, maar het draait maar om één ding: winnen. De mooiste goals zijn natuurlijk de belangrijke goals. De ontlading die ik dan voel... Afgelopen jaar heb ik dat vaak gehad. Niet alleen op de Spelen, maar ook in de halve finale van de European Hockey League met Den Bosch toen ik één minuut voor tijd scoorde tegen Amsterdam en we na shoot-outs wisten te winnen. Het hele team ging los. En in de play-offs om de landstitel scoorde ik ook vlak voor tijd tegen Amsterdam. Dat betekende de landstitel. Ik heb meteen weer kippenvel als ik erover vertel. Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Frédérique Matla komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.