Word abonnee
Meer

Snowboarden

Lisa Bunschoten en Chris Vos: ‘Ons goud ligt in de Maxi-Cosi’

Paralympisch snowboarders Chris Vos (26) en Lisa Bunschoten (29) zijn anderhalf jaar geleden getrouwd. In juni vorig jaar werden ze ouders van dochter Jane Joanne. In aanloop naar het WK parasnowboard in Canada (4-10 maart) gingen we voor Helden Magazine nummer 75 bij het stel op bezoek, dat aast op de enige titel die ze allebei nog niet hebben gewonnen: paralympisch goud. Chris Vos en Lisa Bunschoten Chris Vos en Lisa Bunschoten stappen uit een vol bepakte auto met skikoffer op het dak. Lisa draagt de Maxi-Cosi met daarin de op 18 juli geboren Jane. Ook hond Riley springt uit de auto. We ontmoeten elkaar bij het ouderlijk huis van Chris in Noordbeemster, waar Chris is opgegroeid en waar Lisa en Chris in juni 2023 zijn getrouwd. Chris lachend: “We lijken soms wel een verhuisbedrijf, vooral als we op trainingskamp gaan. Gelukkig hebben we een grote auto.” Lisa: “In het voorseizoen ben ik nog thuisgebleven. Nu gaan we samen de bergen in en gaat Jane met ons mee.” Chris: “En onze moeders gaan mee naar de belangrijkste wedstrijden en passen op haar.” Lisa: “Ik heb altijd voor ogen gehad dat ik zo snel mogelijk wilde terugkeren na mijn zwangerschap.” Chris: “Jouw focus ligt nog op je herstel. Ik heb het ook rustig aan gedaan in de zomer, na de geboorte van Jane, maar heb wel doorgetraind en geprobeerd fit te blijven. In september ben ik weer naar de gletsjer in Zwitserland gegaan.” Lisa: “Jane was toen twee maanden oud, ik moest het thuis alleen doen. Het was pittig, maar ik kreeg veel hulp van onze ouders.” Chris: “We proberen het af te wisselen, ook ’s nachts. De ene keer ga jij eruit, de andere keer ik. Als ik moet trainen de volgende dag en jij niet, dan zorgen we er wel voor dat ik uitgerust ben, dan kan ik ervoor kiezen om in een andere kamer te slapen.” Lisa: “Van tevoren zeiden veel mensen: ‘Oh, ben je zwanger, dan is het zeker wel gedaan met het snowboarden?’ Als ik vertelde dat ik nog door wilde gaan met mijn sport, vroegen ze: ‘Hoe gaan jullie dat doen dan?’ Hoe we het precies moeten invullen, dat weten we ook nog niet. Niks is onmogelijk, we zien het als een uitdaging.” [caption id="attachment_20747" align="aligncenter" width="1707"] Lisa Bunschoten en Chris Vos[/caption] Chris, Lisa is gestructureerder dan jij, zei je in Helden twee jaar geleden. Hoe is dat nu met Jane erbij? Chris lachend: “Ik ben nog steeds niet heel gestructureerd, maar ik zal Jane niet zo snel ergens vergeten, hoor. Het gaat een beetje vanzelf. Van de een op andere dag heb je geen slaap meer. Blijkbaar maakt dat niet uit. Zonder slaap kan ik blijkbaar ook trainen.” Lisa knikt: “Voordat Jane er was, wist ik niet dat ik zoveel kon met zo weinig slaap.” Jullie hebben Zwitserland als trainingsbasis tegenwoordig… Chris: “Lisa, Dean van Kooij en ik kregen vorig jaar de kans om ons in te kopen bij het Zwitserse team. Dat hebben we gedaan. In Nederland hebben we niet genoeg expertise en een te klein team om het professioneel aan te pakken. We hebben nu een goede waxman, goede coaches en fysio’s die ons ondersteunen.” Lisa: “Toen ik 26 weken zwanger was, stond ik nog op mijn snowboard. We hadden ons net aangesloten bij het Zwitserse team, dus ik dacht wel: ze zien me al aankomen… Ze hebben me heel erg de kans gegeven, ik ben lang mee blijven doen, in de sneeuw blijven staan en heb geholpen met coachen. In Nederland kreeg ik wel wat begeleiding tijdens mijn zwangerschap, maar voor mijn trainer op Papendal was het ook de eerste keer dat hij een zwangere atleet begeleidde. Er is nog niet zoveel geregeld voor zwangere sporters.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Lisa Bunschoten en Chris Vos komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Paralympisch snowboarders Chris Vos (26) en Lisa Bunschoten (29) zijn anderhalf jaar geleden getrouwd. In juni vorig jaar werden ze ouders van dochter Jane Joanne. In aanloop naar het WK parasnowboard in Canada (4-10 maart) gingen we voor Helden Magazine nummer 75 bij het stel op bezoek, dat aast op de enige titel die ze allebei nog niet hebben gewonnen: paralympisch goud. Chris Vos en Lisa Bunschoten Chris Vos en Lisa Bunschoten stappen uit een vol bepakte auto met skikoffer op het dak. Lisa draagt de Maxi-Cosi met daarin de op 18 juli geboren Jane. Ook hond Riley springt uit de auto. We ontmoeten elkaar bij het ouderlijk huis van Chris in Noordbeemster, waar Chris is opgegroeid en waar Lisa en Chris in juni 2023 zijn getrouwd. Chris lachend: “We lijken soms wel een verhuisbedrijf, vooral als we op trainingskamp gaan. Gelukkig hebben we een grote auto.” Lisa: “In het voorseizoen ben ik nog thuisgebleven. Nu gaan we samen de bergen in en gaat Jane met ons mee.” Chris: “En onze moeders gaan mee naar de belangrijkste wedstrijden en passen op haar.” Lisa: “Ik heb altijd voor ogen gehad dat ik zo snel mogelijk wilde terugkeren na mijn zwangerschap.” Chris: “Jouw focus ligt nog op je herstel. Ik heb het ook rustig aan gedaan in de zomer, na de geboorte van Jane, maar heb wel doorgetraind en geprobeerd fit te blijven. In september ben ik weer naar de gletsjer in Zwitserland gegaan.” Lisa: “Jane was toen twee maanden oud, ik moest het thuis alleen doen. Het was pittig, maar ik kreeg veel hulp van onze ouders.” Chris: “We proberen het af te wisselen, ook ’s nachts. De ene keer ga jij eruit, de andere keer ik. Als ik moet trainen de volgende dag en jij niet, dan zorgen we er wel voor dat ik uitgerust ben, dan kan ik ervoor kiezen om in een andere kamer te slapen.” Lisa: “Van tevoren zeiden veel mensen: ‘Oh, ben je zwanger, dan is het zeker wel gedaan met het snowboarden?’ Als ik vertelde dat ik nog door wilde gaan met mijn sport, vroegen ze: ‘Hoe gaan jullie dat doen dan?’ Hoe we het precies moeten invullen, dat weten we ook nog niet. Niks is onmogelijk, we zien het als een uitdaging.” [caption id="attachment_20747" align="aligncenter" width="1707"] Lisa Bunschoten en Chris Vos[/caption] Chris, Lisa is gestructureerder dan jij, zei je in Helden twee jaar geleden. Hoe is dat nu met Jane erbij? Chris lachend: “Ik ben nog steeds niet heel gestructureerd, maar ik zal Jane niet zo snel ergens vergeten, hoor. Het gaat een beetje vanzelf. Van de een op andere dag heb je geen slaap meer. Blijkbaar maakt dat niet uit. Zonder slaap kan ik blijkbaar ook trainen.” Lisa knikt: “Voordat Jane er was, wist ik niet dat ik zoveel kon met zo weinig slaap.” Jullie hebben Zwitserland als trainingsbasis tegenwoordig… Chris: “Lisa, Dean van Kooij en ik kregen vorig jaar de kans om ons in te kopen bij het Zwitserse team. Dat hebben we gedaan. In Nederland hebben we niet genoeg expertise en een te klein team om het professioneel aan te pakken. We hebben nu een goede waxman, goede coaches en fysio’s die ons ondersteunen.” Lisa: “Toen ik 26 weken zwanger was, stond ik nog op mijn snowboard. We hadden ons net aangesloten bij het Zwitserse team, dus ik dacht wel: ze zien me al aankomen… Ze hebben me heel erg de kans gegeven, ik ben lang mee blijven doen, in de sneeuw blijven staan en heb geholpen met coachen. In Nederland kreeg ik wel wat begeleiding tijdens mijn zwangerschap, maar voor mijn trainer op Papendal was het ook de eerste keer dat hij een zwangere atleet begeleidde. Er is nog niet zoveel geregeld voor zwangere sporters.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Lisa Bunschoten en Chris Vos komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Basketbal

Dinja en Joeri van Liere: Wereldveroveraars

Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Golf

Joost Luiten: ‘Nu staat mijn zoontje op één’

Joost Luiten Joost Luiten (38) is al jaren het gezicht van golf in Nederland. Hij won zes toernooien op de Europese Tour, onder andere twee keer de KLM Open. In december vorig jaar werden hij en zijn vrouw Melanie de trotse ouders van zoontje Dex. Het leven lacht hem toe, maar dat is niet altijd zo geweest. Een burn-out beheerste een tijdje zijn leven. In Helden Magazine nummer 72 leggen we hem in aanloop naar de KLM Open – tussen 20 en 23 juni op The International in Amsterdam – vijf stellingen voor. [caption id="attachment_20104" align="alignnone" width="1200"] Trotse vader Joost met zoon Dex.[/caption] Sinds de geboorte van mijn zoontje Dex gooi ik mijn golfclubs niet meer in de boom “Ik ben misschien iets rustiger, maar die passie voor golf heb ik nog steeds. Wij zijn dag in dag uit bezig met dat spelletje en dat gaat zo in je kop zitten. Soms wordt het mij ook even te veel, dan knapt er iets en moet ik even mijn frustraties kwijt. Is niet altijd goed, maar het gebeurt in een split second. Dat ik mijn clubs in de boom gooide, ging viral.” Het gebeurde in november in Dubai dat je drie clubs in een boom gooide. Je klom er overigens niet zelf in om ze eruit te halen. Lachend: “Even nuanceren: ik gooide één club de boom in en die bleef hangen. Ik dacht: hoe krijg ik die er nu uit? Dus ik probeerde met een andere club die eruit te krijgen. Voor ik er erg in had, hingen er drie clubs in de boom. Een toeschouwer filmde dat en na afloop kwamen mensen van de Tour naar me toe met de vraag of ze het filmpje mochten gebruiken. De meeste spelers willen dat niet op social media hebben, maar ik dacht: waarom niet? Ik ben daar misschien wat makkelijker in dan anderen. Als ik het bij anderen zie gebeuren, lach ik me ook kapot. Toen ik het terugzag, moest ik heel hard lachen. Je moet ook een beetje zelfspot hebben, toch? Ik heb er heel veel reacties op gekregen van collega’s. Zij maakten er grapjes over, maar snapten tegelijkertijd precies waar ik doorheen ging op dat moment. Je hebt vandaag de dag met imago en sponsors te maken, maar ik vind: je moet jezelf niet te serieus nemen. Als iemand hier aanstoot aan neemt, tja...” Op 19 december afgelopen jaar werd je voor het eerst vader. Hoe is het leven als golfpapa? “Ik deel het leven iets anders in. Er is nu nog iets waar ik mijn focus op heb. Vroeger waren dat golf en mijn vrouw Melanie. Nu is daar ons zoontje Dex bijgekomen. Als ik in Nederland ben, merk ik vooral dat de indeling van mijn dagen anders is. Ik moet hem ook verzorgen, hij heeft aandacht nodig. Vind ik onwijs leuk, maar ik moest in het begin wel wennen. Hoe moest ik mijn tijd indelen? Wanneer had ik tijd om te trainen? Tot december stond golf op één en deelde ik de rest daaromheen in. Nu staat Dex op één en moet ik golf eromheen plannen als ik thuis ben. Het is ook heerlijk als ik drie weken weg ben geweest en het alleen maar golf, golf en nog eens golf is geweest, ik even afleiding heb als ik weer hier ben. Het vaderschap relativeert. Ik ben dus zeker als ik in Nederland vertoef wel veranderd.” Is het lastiger om van huis te gaan sinds je vader bent? “Nu nog niet. Ik ben al achttien jaar lang heel veel van huis weg. Er is altijd wel wat waar ik niet bij kan zijn of wat ik mis. Ik kan niet bij elk feestje zijn. Wat Dex betreft, denk ik dat ik het lastiger ga vinden om weg te gaan als hij doorkrijgt dat hij papa weer een tijdje moet missen. Dat hoor ik ook van collega’s die vader zijn. Nu heeft hij dat nog niet door en vind ik het lastiger om Mel alleen achter te laten. Zij moet al het werk met Dex in haar eentje doen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Joost Luiten komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen.
Joost Luiten Joost Luiten (38) is al jaren het gezicht van golf in Nederland. Hij won zes toernooien op de Europese Tour, onder andere twee keer de KLM Open. In december vorig jaar werden hij en zijn vrouw Melanie de trotse ouders van zoontje Dex. Het leven lacht hem toe, maar dat is niet altijd zo geweest. Een burn-out beheerste een tijdje zijn leven. In Helden Magazine nummer 72 leggen we hem in aanloop naar de KLM Open – tussen 20 en 23 juni op The International in Amsterdam – vijf stellingen voor. [caption id="attachment_20104" align="alignnone" width="1200"] Trotse vader Joost met zoon Dex.[/caption] Sinds de geboorte van mijn zoontje Dex gooi ik mijn golfclubs niet meer in de boom “Ik ben misschien iets rustiger, maar die passie voor golf heb ik nog steeds. Wij zijn dag in dag uit bezig met dat spelletje en dat gaat zo in je kop zitten. Soms wordt het mij ook even te veel, dan knapt er iets en moet ik even mijn frustraties kwijt. Is niet altijd goed, maar het gebeurt in een split second. Dat ik mijn clubs in de boom gooide, ging viral.” Het gebeurde in november in Dubai dat je drie clubs in een boom gooide. Je klom er overigens niet zelf in om ze eruit te halen. Lachend: “Even nuanceren: ik gooide één club de boom in en die bleef hangen. Ik dacht: hoe krijg ik die er nu uit? Dus ik probeerde met een andere club die eruit te krijgen. Voor ik er erg in had, hingen er drie clubs in de boom. Een toeschouwer filmde dat en na afloop kwamen mensen van de Tour naar me toe met de vraag of ze het filmpje mochten gebruiken. De meeste spelers willen dat niet op social media hebben, maar ik dacht: waarom niet? Ik ben daar misschien wat makkelijker in dan anderen. Als ik het bij anderen zie gebeuren, lach ik me ook kapot. Toen ik het terugzag, moest ik heel hard lachen. Je moet ook een beetje zelfspot hebben, toch? Ik heb er heel veel reacties op gekregen van collega’s. Zij maakten er grapjes over, maar snapten tegelijkertijd precies waar ik doorheen ging op dat moment. Je hebt vandaag de dag met imago en sponsors te maken, maar ik vind: je moet jezelf niet te serieus nemen. Als iemand hier aanstoot aan neemt, tja...” Op 19 december afgelopen jaar werd je voor het eerst vader. Hoe is het leven als golfpapa? “Ik deel het leven iets anders in. Er is nu nog iets waar ik mijn focus op heb. Vroeger waren dat golf en mijn vrouw Melanie. Nu is daar ons zoontje Dex bijgekomen. Als ik in Nederland ben, merk ik vooral dat de indeling van mijn dagen anders is. Ik moet hem ook verzorgen, hij heeft aandacht nodig. Vind ik onwijs leuk, maar ik moest in het begin wel wennen. Hoe moest ik mijn tijd indelen? Wanneer had ik tijd om te trainen? Tot december stond golf op één en deelde ik de rest daaromheen in. Nu staat Dex op één en moet ik golf eromheen plannen als ik thuis ben. Het is ook heerlijk als ik drie weken weg ben geweest en het alleen maar golf, golf en nog eens golf is geweest, ik even afleiding heb als ik weer hier ben. Het vaderschap relativeert. Ik ben dus zeker als ik in Nederland vertoef wel veranderd.” Is het lastiger om van huis te gaan sinds je vader bent? “Nu nog niet. Ik ben al achttien jaar lang heel veel van huis weg. Er is altijd wel wat waar ik niet bij kan zijn of wat ik mis. Ik kan niet bij elk feestje zijn. Wat Dex betreft, denk ik dat ik het lastiger ga vinden om weg te gaan als hij doorkrijgt dat hij papa weer een tijdje moet missen. Dat hoor ik ook van collega’s die vader zijn. Nu heeft hij dat nog niet door en vind ik het lastiger om Mel alleen achter te laten. Zij moet al het werk met Dex in haar eentje doen.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Joost Luiten komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen.

Golf

Anne van Dam: ‘Ik ben toch best aardig terechtgekomen’

  Anne van Dam (27) is de beste golfster [...]
  Anne van Dam (27) is de beste golfster van Nederland. Ze woont en speelt al sinds 2019 in Amerika. De komende tijd zal ze meer in Europa te zien zijn, te beginnen bij de Big Green Egg Open (8-10 september in Hilversum). “Golf mag, in de goede zin van het woord, best wat sexyer en aantrekkelijker gemaakt [...]

Judo

Juul Franssen: ‘De onbevangenheid heb ik nu weer terug’

De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De drie bronzen medailles – WK 2018, 2019 en EK 2020 – hebben toch het gedroomde geluk niet gebracht; evenmin de olympische deelname van 2021. Als vijfjarige had Juul Franssen (33) kennisgemaakt met de judomat, een klein half jaar geleden nam ze afscheid. Strijdbaar vertelt ze 27 jaar na haar kennismaking met haar sport waarom ze weer dat ‘onbevangen meisje’ wilde worden en hoe ze daarin geslaagd is. “Judo was vanaf het begin één groot feest. Ook omdat ik mijn teveel aan energie – nu zou dat ADHD genoemd worden – er in kwijt kon. Mijn eerste échte hoogtepunt was het WK-goud voor teams in 2010, met een geweldige groep meiden onder leiding van Marjolein van Unen, Cor van der Geest en Chris de Korte. Ik was een jonge hond, onbevangen en won van iedereen. Ik kon mijn olympische droom achterna; tot de judobond eind 2016, na de Spelen van Rio, besloot te centraliseren en alle judoka’s fulltime op Papendal wilde hebben. Daar werd ‘maatwerk’ beloofd. Maar ik wilde niet fulltime op Papendal trainen, maar bij mijn team blijven. Ik was vanuit Reuver, het Limburgse dorp waar ik altijd gewoond had, naar Rotterdam gegaan om bij de club van Chris de Korte, ook de trainer van mijn olympische held Mark Huizinga, de best mogelijke judoka te worden. Daar zei ik in het begin iedereen op straat met m’n zachte g heel vriendelijk gedag; zoals in Reuver, waar iedereen iedereen kent. Maar in Rotterdam werd ik dan aangekeken met ‘wat moet je van me’- blikken. Dus heb ik me snel aangepast. Ik was op mijn plek bij m’n trainer Mark van der Ham en de mensen op de club en blij met m’n vorderingen. Dat ging ik niet op het spel zetten om fulltime naar Papendal te verhuizen en te gaan werken onder trainers zonder EK-, WK- en olympische ervaring. Door mijn weigering moest ik in gesprek met de toenmalig technisch directeur van de bond, Henry Bonnes. Die vertelde me dat ze, als ik bleef weigeren, m’n A-status van het NOC*NSF zouden afnemen waardoor ik ook m’n auto en m’n inkomen als topsporter kwijt zou raken. Allebei hebben we genotuleerd, maar er zat geen enkele overeenkomst in die notities. Ik stond met m’n rug tegen de muur, voelde me heel eenzaam en heb daarom de hulp ingeroepen van NL Sporter en hun jurist Hetteke Frima. We hebben de bond zelf voorstellen gedaan, waar ze het niet mee eens waren. Dagelijks had ik contact met Hetteke, die me samen met advocaat Wil van Megen dag en nacht heeft bijgestaan, en een hele goeie vriendin is geworden. In december, een maand na de Grand Slam in Abu Dhabi, werd ik weer uitgenodigd door de technisch directeur. 'Tja, Ik loop niet als een mak schaap mee, verzet me tegen machtsmisbruik. Omdat ik uit de selectie was gezet had ik ook geen andere keuze' Het ‘gesprek’ bleek een mededeling te zijn die per brief werd bevestigd: ik was uit de selectie gezet. Ik heb doorgetraind, maar ook nagedacht en met Hetteke overlegd over volgende stappen. Op 13 januari, een kleine maand later, hebben we er een persbericht uitgegooid: we spannen een kort geding aan tegen de judobond. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Juul Franssen komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview. Hij spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst. De eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet. En Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep. Werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot. Spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman. En staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Michael Korrel: ‘Ik balanceer voortdurend op het randje’

Hij won grandslamtoernooien, voerde de wereldranglijst aan, maar de weg naar olympisch goud liep spaak. Wel werd Michael Korrel (28) onlangs Europees kampioen. In aanloop naar het WK (6-13 oktober in Tasjkent) spreekt Victoria Koblenko de judoka in de gewichtsklasse tot 100 kilogram. Hoe is judo in jouw leven gekomen? “Ik was vier toen ik begon, ben altijd al een potig ventje geweest. Ik was ook altijd aan het stoeien. Mijn tante gaf judoles en mijn neefjes en nichtjes deden aan judo.” Wanneer kreeg je het idee dat je goed kon judoën? “Toen ik op m’n zesde clubkampioen werd. Ik kan me dat nog goed herinneren. Die beker! Vanaf m’n zevende of achtste had ik elk weekend wedstrijdjes. Judo werd al snel een rode draad in mijn leven. Ik liet al snel zien dat ik potentie had. Mijn vader en moeder brachten me altijd. En altijd nam mijn moeder de camera mee. De foto’s heeft ze allemaal bewaard. Hoe ouder je wordt, des te leuker het is die oude foto’s terug te kijken.” Uit wat voor gezin kom je? “Uit een heel zorgzaam, liefdevol gezin. Mijn vader was lasser en m’n moeder nagelstyliste. Toen ze me in Vianen naar judo brachten, ging het nog, maar vanaf m’n dertiende moest mijn vader eerder van zijn werk komen voor mij en de uren later inhalen. Mijn ouders stimuleerden me, ik kon er niet met de pet naar gooien.” Iets wat een puber misschien wel soms zou willen. “Ik leerde trainen als ik daar eigenlijk geen zin in had. Maar ik zag ook meteen wat die discipline me bracht: ik mocht al snel meedoen aan NK’s. Ik snapte het spelletje, had een goede kracht en conditie door de fysieke training, was verder dan mijn leeftijdsgenoten. Op mijn zeventiende kwam zelfs deelname aan het EK in zicht. Dat was een heel grote stap. Ik ging drie keer in de week trainen, moest telkens heen en weer rijden naar Leusden, terwijl ik in Nieuwegein op school zat. Toen Theo Meijer, oud-judoka, mijn coach werd, ontwikkelde ik me pas echt als topsporter. Vanaf dat moment werd het professioneel.” 'In 2016 heb ik haar via Tinder leren kennen. Amanda was anders dan de rest. Ze zei 'nee; tegen mij waar de rest 'ja' zei' Terwijl je klasgenootjes vast stiekem rookten en op stap gingen... “Ik rookte of dronk niet met ze mee.” Dat geeft je kracht, maar kan ook voor een eenzame positie zorgen als je op die leeftijd bent, toch? “Maar die eenzaamheid ís topsport.” Kwetsbaar Waren er momenten dat je dacht: ik haal nooit de top? “Toen ik veertien was, werd ik derde bij het NK, terwijl ik met twee vingers in mijn neus eerste kon worden. Toen stortte mijn wereld in, ik was intens verdrietig. Maar het zorgde er tegelijkertijd voor dat ik tegen mezelf zei: dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Fascinerend om daar nu aan terug te denken.” Dus je gebruikte die nederlaag als brandstof? “Het gekke is dat het twee jaar later nog een keer gebeurde. Ik kwam de sportschool binnen en iedereen feliciteerde me al voordat het toernooi had plaatsgevonden. Het ging mis, ik werd opnieuw derde. De wereld verging minder, maar toch. Ik ging toen wel naar het EK, want ik was nog wel de beste Nederlander gerekend over een aantal toernooien, dus het verzachtte de pijn.” Er werd van jongs af aan al veel van je verwacht. Hoe ging jij daar als tiener mee om? “Ik merkte dat als de druk er niet op stond het makkelijker was om te winnen. Ik werd op m’n achttiende Nederlands kampioen bij de senioren, mede omdat er niet van me werd verwacht dat ik zou winnen. Het judoot zoveel lekkerder als je die druk niet op je schouders voelt. Maar ja, hoe ouder ik werd, des te groter werd de druk.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Michael Korrel komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij won grandslamtoernooien, voerde de wereldranglijst aan, maar de weg naar olympisch goud liep spaak. Wel werd Michael Korrel (28) onlangs Europees kampioen. In aanloop naar het WK (6-13 oktober in Tasjkent) spreekt Victoria Koblenko de judoka in de gewichtsklasse tot 100 kilogram. Hoe is judo in jouw leven gekomen? “Ik was vier toen ik begon, ben altijd al een potig ventje geweest. Ik was ook altijd aan het stoeien. Mijn tante gaf judoles en mijn neefjes en nichtjes deden aan judo.” Wanneer kreeg je het idee dat je goed kon judoën? “Toen ik op m’n zesde clubkampioen werd. Ik kan me dat nog goed herinneren. Die beker! Vanaf m’n zevende of achtste had ik elk weekend wedstrijdjes. Judo werd al snel een rode draad in mijn leven. Ik liet al snel zien dat ik potentie had. Mijn vader en moeder brachten me altijd. En altijd nam mijn moeder de camera mee. De foto’s heeft ze allemaal bewaard. Hoe ouder je wordt, des te leuker het is die oude foto’s terug te kijken.” Uit wat voor gezin kom je? “Uit een heel zorgzaam, liefdevol gezin. Mijn vader was lasser en m’n moeder nagelstyliste. Toen ze me in Vianen naar judo brachten, ging het nog, maar vanaf m’n dertiende moest mijn vader eerder van zijn werk komen voor mij en de uren later inhalen. Mijn ouders stimuleerden me, ik kon er niet met de pet naar gooien.” Iets wat een puber misschien wel soms zou willen. “Ik leerde trainen als ik daar eigenlijk geen zin in had. Maar ik zag ook meteen wat die discipline me bracht: ik mocht al snel meedoen aan NK’s. Ik snapte het spelletje, had een goede kracht en conditie door de fysieke training, was verder dan mijn leeftijdsgenoten. Op mijn zeventiende kwam zelfs deelname aan het EK in zicht. Dat was een heel grote stap. Ik ging drie keer in de week trainen, moest telkens heen en weer rijden naar Leusden, terwijl ik in Nieuwegein op school zat. Toen Theo Meijer, oud-judoka, mijn coach werd, ontwikkelde ik me pas echt als topsporter. Vanaf dat moment werd het professioneel.” 'In 2016 heb ik haar via Tinder leren kennen. Amanda was anders dan de rest. Ze zei 'nee; tegen mij waar de rest 'ja' zei' Terwijl je klasgenootjes vast stiekem rookten en op stap gingen... “Ik rookte of dronk niet met ze mee.” Dat geeft je kracht, maar kan ook voor een eenzame positie zorgen als je op die leeftijd bent, toch? “Maar die eenzaamheid ís topsport.” Kwetsbaar Waren er momenten dat je dacht: ik haal nooit de top? “Toen ik veertien was, werd ik derde bij het NK, terwijl ik met twee vingers in mijn neus eerste kon worden. Toen stortte mijn wereld in, ik was intens verdrietig. Maar het zorgde er tegelijkertijd voor dat ik tegen mezelf zei: dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Fascinerend om daar nu aan terug te denken.” Dus je gebruikte die nederlaag als brandstof? “Het gekke is dat het twee jaar later nog een keer gebeurde. Ik kwam de sportschool binnen en iedereen feliciteerde me al voordat het toernooi had plaatsgevonden. Het ging mis, ik werd opnieuw derde. De wereld verging minder, maar toch. Ik ging toen wel naar het EK, want ik was nog wel de beste Nederlander gerekend over een aantal toernooien, dus het verzachtte de pijn.” Er werd van jongs af aan al veel van je verwacht. Hoe ging jij daar als tiener mee om? “Ik merkte dat als de druk er niet op stond het makkelijker was om te winnen. Ik werd op m’n achttiende Nederlands kampioen bij de senioren, mede omdat er niet van me werd verwacht dat ik zou winnen. Het judoot zoveel lekkerder als je die druk niet op je schouders voelt. Maar ja, hoe ouder ik werd, des te groter werd de druk.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Michael Korrel komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Snowboarden

Chris Vos en Lisa Bunschoten: ‘Ik heb altijd mijn maatje bij me’

Chris Vos (23) en Lisa Bunschoten (26) zijn de beste parasnowboarders van Nederland. En een liefdeskoppel. In aanloop naar de Paralympische Winterspelen (4-13 maart) gingen we op bezoek bij de medaillekandidaten. Het moderne rijtjeshuis van Chris Vos en Lisa Bunschoten in een nieuwbouwwijk in Zuidoostbeemster is van alle gemakken voorzien. Afgelopen zomer zijn ze er ingetrokken na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond. In tegenstelling tot hun vorige woning hebben ze alleen geen balken meer aan het plafond waar ze hun gewonnen medailles aan op kunnen hangen. En dat zijn er nogal wat. Het is begin december 2021 en Chris en Lisa zijn net terug uit Landgraaf waar ze de eerste World Cup van hun bomvolle seizoen, met zowel het WK als de Paralympische Spelen, hebben gereden. Allebei zijn ze met goud thuisgekomen. “Mijn medaille hangt boven. Aan mijn snowboard die tussen de was staat,” zegt Chris lachend. “Als je gaat verhuizen ga je spullen uitzoeken. Ik heb enkele prijzen weggedaan. Onhandige dingen zoals een blok hout. Best gaaf, maar wat moet je ermee?! Maar medailles gooien we niet weg. In dit huis leggen we nieuwe medailles vaak een week op tafel. Daarna gaan ze in een mooie doos waarin we ze bewaren.” Lisa: “Als we alles wat we hebben gewonnen zouden ophangen, dan wordt het een beetje vol. De medailles van de Spelen en het WK hebben wel een mooi plekje gekregen.” Kantje boord Sinds de verhuizing woont Chris op tien minuten van zijn ouderlijk huis. Eén keer per week doen Lisa en hij op de zolder van de boerderij van zijn ouders krachttraining. Het is ook de plek waar het achttien jaar geleden vreselijk misging. Chris: “Toen ik vijf jaar oud was, werd er bij ons op het erf verbouwd. Als de grote machines aan het werk waren, mochten mijn broer en ik niet naar buiten. Op een dag deden we dat toch omdat we in het zand wilden spelen. De machinist van de graafmachine zag me niet en reed over mijn middel heen. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Mijn heupen waren op vier plaatsen gebroken en veel bloedvaten waren stuk. Ik was vanbinnen aan het doodbloeden. Het was kantje boord of ik het zou redden. De eerste dagen na de operaties was het kritisch. Er werd meerdere keren tegen mijn ouders gezegd dat ze afscheid van me moesten nemen. Ook toen ik een bacteriële infectie opliep waardoor mijn bilspier met spoed moest worden geamputeerd. Ik weet niet hoe, maar ik wist het te overleven. Het gevolg was wel dat mijn rechterbeen verlamd was.” De artsen dachten dat Chris nooit meer zou kunnen lopen en de rest van zijn leven in een rolstoel zou zitten. Maar dat vertikte hij. Chris wilde spelen zoals ieder kind en proberen weer te kunnen lopen, wat hem ook lukte met eerst een looprekje en later een orthese. “Er werd van alles afgeraden door de dokters. Gelukkig ben ik opgegroeid in een gezin dat twee keer nadacht en wel naar de mogelijkheden keek. Laat hem maar vallen, dachten mijn ouders. Hij staat wel weer op.” Met veel vallen, pijn, kramp en hulp van zijn vader, die een touw om zijn middel deed zodat ze samen de piste af konden, leerde Chris in zijn jeugdjaren zelfstandig snowboarden. Toen hij in 2010 Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen zag worden op de parallelreuzenslalom dacht hij: dat wil ik ook. Zo kwam hij in contact met Bibian Mentel, die bezig was met het oprichten van een team en van snowboarden een paralympische sport wilde maken. “Bieb nam me mee naar wedstrijden in Frankrijk en Spanje. Ik was twaalf jaar en kon er nog niets van, maar ik vond het heel gaaf. Ik kwam gasten tegen die ook met een prothese aan het snowboarden waren. In die tijd stonden ze allemaal nog te blowen. Het was één grote cracky bende, maar ik vond het geweldig. Van een team dat iedere zondag voor de lol ging trainen werden we steeds professioneler.” Kussen bij de lift Lisa werd geboren met fibula aplasie. Door het missen van haar kuitbeen en een incomplete knie was haar linkerbeen flink korter dan haar rechterbeen. Ook had ze een spitsvoet. “Op zesjarige leeftijd is mijn been verlengd. Mijn onderen bovenbeen werden gebroken en ik kreeg een stellage met pinnen door mijn been, op twee plekken zelfs door het bot. Negen maanden lang moest ik iedere dag aan een schroef draaien waardoor mijn been werd uitgerekt. Dat was niet fijn. Ik had vooral veel spierpijn. De pinnen van de stellage moesten iedere week worden schoongemaakt. Met watjes en alcohol. Dat was verschrikkelijk. Ik schreeuwde de hele straat bij elkaar van de pijn. Omdat de pinnen nat mochten worden, zetten mijn ouders voorafgaand aan het schoonmaken een sproeier buiten waar ik met kinderen uit de straat onder kon spelen. Ze koppelden nare momenten aan leuke dingen en dat hielp me heel erg. Het beenverschil van twaalf centimeter werd uiteindelijk teruggebracht naar vijf en mijn knieën kwamen op dezelfde hoogte te staan.” Op vijftienjarige leeftijd stond er opnieuw een beenverlenging en ook het rechtzetten van haar voet op de planning. Totdat een arts haar aan het twijfelen bracht. “Die arts dacht dat ik daardoor juist meer last zou krijgen naarmate ik ouder zou worden. Hij zei: ‘Als het mijn been was, dan zou ik voor amputatie kiezen.’ Dat waren heftige woorden. Ik besloot de afspraak af te zeggen en eerst goed rond te kijken. Toen ik zag wat mensen allemaal konden met een prothese, dacht ik: wow, dat wil ik ook kunnen. Daarna was de keuze snel gemaakt en werd mijn linkervoet geamputeerd.” Voor de amputatie had Lisa met een orthese leren snowboarden. Met een prothese bleek het ook te lukken. “Ik was heel blij dat ik na de ingreep weer op een snowboard kon staan. Tijdens een Fundag in Snowworld die was georganiseerd door de Mentelity Foundation kwam ik Bibian tegen. Ze vond het tof dat er nog een meisje met een prothese aan het snowboarden was en vroeg of ik mee wilde doen aan wedstrijden. Ik was meteen enthousiast.” Zo kwamen Chris en Lisa in hetzelfde team terecht. Maar van liefde op het eerste gezicht was niet bepaald sprake. Chris: “In het begin was ik jou aan het narren en plagen omdat je een beetje bang was en niet zo hard naar beneden durfde te gaan.” Lisa: “Ik ben tweeënhalf jaar ouder en vond jou maar een vervelend rotjoch. Chris: “In die tijd zagen we elkaar vijf keer per week in Snowworld. Daarnaast deden we wedstrijden met het team van Bieb.” Lisa: “We reisden de wereld over, maakten samen veel mee en daardoor ontstond er een vriendschap.” Twee jaar na hun eerste kennismaking sloeg de vonk over. Chris: “Mijn moeder zei: ‘Heb je weleens goed naar dat meisje gekeken?’ Toen ik dat deed, was het er ineens. Ik vond jou eerder leuk dan jij mij.” Lisa: “Ik merkte dat je veranderde. Daardoor ging ik ook anders naar jou kijken. Van een irritant jochie werd je ineens een leuke jongen.” Chris: “Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift. Vlak voor Sochi kregen we een relatie.” Onafscheidelijk duo Met zijn krap zestien jaar was Chris tijdens de Paralympische Winterspelen van 2014 de jongste Nederlandse deelnemer. Hij werd dertiende op de boardercross, Lisa werd zevende. In de daaropvolgende jaren bestormden ze samen de top. In 2015 en 2017 werd Chris wereldkampioen op de onderdelen banked slalom en boardercross. Na twee zilveren en één bronzen plak op het WK veroverde Lisa in 2019 ook op beide onderdelen de wereldtitel. Met dank aan hun streven elkaar en daarmee ook zichzelf beter te willen maken. Lisa: “We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. Tijdens trainingen doen we heats tegen elkaar. De drive om van elkaar te willen winnen is groot. Met boardercross ben ik op sommige stukken sneller dan Chris en andersom. Er gebeurt altijd iets als we het tegen elkaar opnemen.” Chris, lachend: “Er komt dan ook wat gescheld aan te pas. Wie wint wrijft dat zeker nog even in bij de ander. Het kan soms intens zijn, maar we zijn het gewend dat we dezelfde sport beoefenen en iedere dag samen zijn. Ik heb altijd mijn maatje bij me en daar heb ik veel aan.” Lisa: “Het komt soms voor dat de een met een gouden medaille thuiskomt en de ander met een teleurstellend resultaat. Toch zijn we dan blij voor de ander. Het is altijd beter dat in elk geval een van ons twee wint. Ik ben blijer voor Chris als hij wint dan voor mezelf.” Chris: “Dat heb ik ook. Maar het tofste is als we allebei een goed resultaat halen.” Chris: ‘Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift’ Lisa: “We vinden allebei dezelfde dingen leuk, maar qua karakter zijn we compleet verschillend.” Chris: “Jij bent een pietje-precies en heel gestructureerd. Ik ben chaotisch en een beetje lazy. Ik weet soms niet op welke dagen we een wedstrijd hebben.” Lisa, lachend: “Je weet soms niet eens wanneer je in een vliegtuig moet zitten!” Ook rond wedstrijden is het koppel onafscheidelijk. Al is er dan wel degelijk een verschil met thuis. Lisa: “Sta ik in de racemodus dan ben ik een ander persoon. Heel gek is dat. We zijn tijdens een raceweek samen, delen een hotelkamer, maar we leven langs elkaar heen. Alles draait dan om het snowboarden en om winnen.” Chris: “We doen dan heel erg ons eigen ding. Meestal gaan we tijdens zo’n week even ertussenuit en een hapje eten. Om echt samen te zijn. Niet als sporters, maar als stel.” Lisa: “Vaak is het zo dat de runs van de mannen en vrouwen door elkaar heen lopen. Dan staan we samen bij de start.” Chris: “Jij geeft me altijd een knuffel en een kus, dat vind ik soms irritant. Dan zit ik in mijn focus en denk ik: laat me met rust.” Lisa: “Ik krijg dan een blik toegeworpen van: ga weg!” Chris: “Maar andersom doe ik dat bij jou net zo goed. We wensen elkaar wel altijd succes.” Rare dag Vier jaar geleden, bij de Paralympics in Pyeongchang, werd de banked slalom van de mannen en vrouwen ook tegelijkertijd gehouden. Terwijl Lisa zich boven aan de piste klaarmaakte voor haar finale tegen mentor Bibian Mentel, zat Chris verderop op een stoeltje te wachten voor zijn eindstrijd die een paar minuten later zou beginnen. Chris: “Er hingen overal tv-schermen, maar ik keek niet naar de beelden omdat ik me volledig wilde focussen op mijn eigen race. Ik hoorde het startsein en even later allemaal oh’s en ah’s uit het publiek. Onze fysiotherapeut, die naast me zat, werd opgeroepen. Ik had door dat er een val was geweest. Zijn ze oké, kon ik nog net aan hem vragen. Dat was zo. En toen moest ik mijn finale rijden.” Lisa: “Ik ging er vol in, wilde laten zien wat ik in me had. Ik haalde Bibian in. Vlak daarna raakten we elkaar en kwamen we ten val. Mijn eerste reactie was: opstaan en doorgaan.” Mentel stond eerder op haar board en was sneller weg. Lisa moest genoegen nemen met een zilveren medaille. “Dat was erg balen. Toen ik beneden kwam, werd ik meteen meegenomen naar een bouwkeet. Er kwam een arts die zei: ‘Kijk maar even niet in de spiegel.’ Ik dacht alleen maar: waarom, wat is er aan de hand? Ik had wel bloed gezien na de val, maar dacht dat ik een bloedneus had. Pas toen kreeg ik door dat er een snee in mijn wang zat. Ik wilde de race van Chris zien, maar dat lukte niet.” Lisa: ‘We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. De drive om van elkaar te willen winnen op de training is groot’ Chris: “Ik stond gespannen aan de start. Ook omdat ik niet precies wist wat er met Lisa was gebeurd en wat de uitkomst van de race was. Mijn finale was snel voorbij. In de eerste sectie maakte ik een fout waardoor ik viel. Toen ik beneden kwam, ging ik meteen naar jou toe. Je hele gezicht lag open en je ging naar het ziekenhuis. Ik moest naar de dopingcontrole en vervolgens naar de medailleceremonie. We zagen elkaar pas om middernacht weer in het dorp. Ik had gewacht tot je terug was. Samen met de fysio aten we pizza. Dat was het enige wat je kon eten omdat je wang was gehecht en geplakt. Het was een heel rare dag. Jammer dat onze finales op die manier eindigden, dat het geen mooie strijd tot de finish was geweest.” Lisa: “Gelukkig komt er een nieuwe kans aan. Ik sta er goed voor richting Beijing, heb begin dit seizoen gemerkt dat het gat met de concurrentie nog groter is geworden.” Chris: “Bij de eerste World Cup in Landgraaf reed ik mijn beste race ooit nadat ik twee jaar lang geen wedstrijd had gewonnen. Ik heb nog nooit zo goed op mijn board gestaan als nu. Met dank aan mijn nieuwe racebeen, dat is gemaakt door paralympisch kampioen en concurrent Mike Schultz, die ook prothesebouwer is. Toen hij na de vorige Spelen zijn hulp aanbood, nam ik dat meteen aan. Vijftien jaar geleden ging ik met stijve benen de berg af. Pakte ik een schans, dan brak ik alle scharnieren af en moest mijn vader weer naar de prothesemaker. Nu heb ik een stevig en volledig carbonbeen met een veer uit een motorcrossfiets, die ik tot negentig graden kan buigen. Dat is een gave ontwikkeling geweest.” Lisa: “Onderling praten we niet veel over goud. Meer over hoe we nog beter kunnen worden. Al gaan we natuurlijk wel voor die ultieme beloning.” Chris: “Ik ben een ander mens dan in Zuid-Korea, ben slimmer en sterker geworden en heb veel meer ervaring. Een gouden medaille zou de kers op de taart zijn voor alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan.” Lisa: “Na de vorige Spelen zijn we een maand naar Bali gegaan en daarna weer volle bak gaan trainen. Eigenlijk zijn we al acht jaar aan het doorrammen.” Inspiratiebron In maart nemen Chris en Lisa voor de derde keer deel aan de Paralympics. Als vaandeldragers van het Nederlandse para­snowboarden. Het zullen de eerste Spelen zonder hun voor­malige mentor worden. Bibian Mentel overleed op 29 maart 2021 aan de gevolgen van kanker. Chris: “Je wist dat het eraan zat te komen, maar toch was het heftig. We waren op dat moment in het Italiaanse Colere voor een World Cup. Een van de weinige wedstrijden die doorging in het coronaseizoen. Ik was heel blij dat ik daar was. Op een berg in de sneeuw met de club die zij ooit was begonnen. Ik deed daar wat zij altijd zo graag deed: snowboarden. Voor mijn gevoel kon ik op die manier afscheid van Bieb nemen. Het was goed zo.” Lisa: “Het was alsof het zo moest zijn dat we daar waren. Een van de mooiste herinneringen voor mij is dat we na Sochi door Bibian en haar man Edwin mee naar Canada werden genomen. Met een helikopter werden we in the middle of nowhere gedropt om offpiste en onder begeleiding van een gids te gaan boarden. We verbleven met elkaar in een lodge. Er waren geen liften, geen mensen. Niets. Dat was te gek.” Chris: “Ik herinner me nog goed dat we in 2015 in La Molina waren. Bieb had net gehoord dat ze uitzaaiingen had en stond vervolgens bij min twintig graden en keiharde sneeuw iemand te leren snowboarden. Ik ben haar heel dankbaar dat ze me de kans heeft gegeven om de sport te leren kennen. Door het snowboarden heb ik me kunnen ontwikkelen en dat heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.” Lisa: “Bibian heeft me vooral meege­geven dat ik moet doen wat ik leuk vind en ervan moet genieten. En om anderen te inspireren en helpen dat ook te doen.” Chris: “Ze heeft ons ook geleerd om iets terug te geven aan de sport. Ik weet hoeveel het waard is als mensen je helpen. Dat probeer ik te doen bij de volgende generatie snowboarders, bijvoorbeeld door ze te helpen met materiaal en tips. Lisa en ik willen laten zien wat er mogelijk is met een prothese of orthese. Twee jaar geleden heb ik mijn vliegbrevet gehaald. Vliegen met een beperking? Normaal gesproken is dat: boem, deur dicht. Door het zoeken naar de juiste mensen die de deur op een kier hielden, is het toch gelukt. Wat ik doe met snowboarden en vliegen is best extreem. Dat hoeft het natuurlijk niet voor iedereen te zijn. Het gaat erom dat kinderen doen wat ze het liefst willen. En dat er wordt gedacht in mogelijkheden. Dat proberen we ze tijdens clinics mee te geven.” Lisa: “Ook laten we ouders zien wat ze kunnen doen. Het helpt heel erg als ouders erin staan van: ga het proberen, kijk wat je kunt. Dat hebben onze ouders ook gedaan en die instelling neem je met je mee.” Chris: “Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een beperking kun je nog steeds je dromen najagen.” Helden Magazine 60 Het verhaal van Chris Vos en Lisa Bunschoten komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Chris Vos (23) en Lisa Bunschoten (26) zijn de beste parasnowboarders van Nederland. En een liefdeskoppel. In aanloop naar de Paralympische Winterspelen (4-13 maart) gingen we op bezoek bij de medaillekandidaten. Het moderne rijtjeshuis van Chris Vos en Lisa Bunschoten in een nieuwbouwwijk in Zuidoostbeemster is van alle gemakken voorzien. Afgelopen zomer zijn ze er ingetrokken na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond. In tegenstelling tot hun vorige woning hebben ze alleen geen balken meer aan het plafond waar ze hun gewonnen medailles aan op kunnen hangen. En dat zijn er nogal wat. Het is begin december 2021 en Chris en Lisa zijn net terug uit Landgraaf waar ze de eerste World Cup van hun bomvolle seizoen, met zowel het WK als de Paralympische Spelen, hebben gereden. Allebei zijn ze met goud thuisgekomen. “Mijn medaille hangt boven. Aan mijn snowboard die tussen de was staat,” zegt Chris lachend. “Als je gaat verhuizen ga je spullen uitzoeken. Ik heb enkele prijzen weggedaan. Onhandige dingen zoals een blok hout. Best gaaf, maar wat moet je ermee?! Maar medailles gooien we niet weg. In dit huis leggen we nieuwe medailles vaak een week op tafel. Daarna gaan ze in een mooie doos waarin we ze bewaren.” Lisa: “Als we alles wat we hebben gewonnen zouden ophangen, dan wordt het een beetje vol. De medailles van de Spelen en het WK hebben wel een mooi plekje gekregen.” Kantje boord Sinds de verhuizing woont Chris op tien minuten van zijn ouderlijk huis. Eén keer per week doen Lisa en hij op de zolder van de boerderij van zijn ouders krachttraining. Het is ook de plek waar het achttien jaar geleden vreselijk misging. Chris: “Toen ik vijf jaar oud was, werd er bij ons op het erf verbouwd. Als de grote machines aan het werk waren, mochten mijn broer en ik niet naar buiten. Op een dag deden we dat toch omdat we in het zand wilden spelen. De machinist van de graafmachine zag me niet en reed over mijn middel heen. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Mijn heupen waren op vier plaatsen gebroken en veel bloedvaten waren stuk. Ik was vanbinnen aan het doodbloeden. Het was kantje boord of ik het zou redden. De eerste dagen na de operaties was het kritisch. Er werd meerdere keren tegen mijn ouders gezegd dat ze afscheid van me moesten nemen. Ook toen ik een bacteriële infectie opliep waardoor mijn bilspier met spoed moest worden geamputeerd. Ik weet niet hoe, maar ik wist het te overleven. Het gevolg was wel dat mijn rechterbeen verlamd was.” De artsen dachten dat Chris nooit meer zou kunnen lopen en de rest van zijn leven in een rolstoel zou zitten. Maar dat vertikte hij. Chris wilde spelen zoals ieder kind en proberen weer te kunnen lopen, wat hem ook lukte met eerst een looprekje en later een orthese. “Er werd van alles afgeraden door de dokters. Gelukkig ben ik opgegroeid in een gezin dat twee keer nadacht en wel naar de mogelijkheden keek. Laat hem maar vallen, dachten mijn ouders. Hij staat wel weer op.” Met veel vallen, pijn, kramp en hulp van zijn vader, die een touw om zijn middel deed zodat ze samen de piste af konden, leerde Chris in zijn jeugdjaren zelfstandig snowboarden. Toen hij in 2010 Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen zag worden op de parallelreuzenslalom dacht hij: dat wil ik ook. Zo kwam hij in contact met Bibian Mentel, die bezig was met het oprichten van een team en van snowboarden een paralympische sport wilde maken. “Bieb nam me mee naar wedstrijden in Frankrijk en Spanje. Ik was twaalf jaar en kon er nog niets van, maar ik vond het heel gaaf. Ik kwam gasten tegen die ook met een prothese aan het snowboarden waren. In die tijd stonden ze allemaal nog te blowen. Het was één grote cracky bende, maar ik vond het geweldig. Van een team dat iedere zondag voor de lol ging trainen werden we steeds professioneler.” Kussen bij de lift Lisa werd geboren met fibula aplasie. Door het missen van haar kuitbeen en een incomplete knie was haar linkerbeen flink korter dan haar rechterbeen. Ook had ze een spitsvoet. “Op zesjarige leeftijd is mijn been verlengd. Mijn onderen bovenbeen werden gebroken en ik kreeg een stellage met pinnen door mijn been, op twee plekken zelfs door het bot. Negen maanden lang moest ik iedere dag aan een schroef draaien waardoor mijn been werd uitgerekt. Dat was niet fijn. Ik had vooral veel spierpijn. De pinnen van de stellage moesten iedere week worden schoongemaakt. Met watjes en alcohol. Dat was verschrikkelijk. Ik schreeuwde de hele straat bij elkaar van de pijn. Omdat de pinnen nat mochten worden, zetten mijn ouders voorafgaand aan het schoonmaken een sproeier buiten waar ik met kinderen uit de straat onder kon spelen. Ze koppelden nare momenten aan leuke dingen en dat hielp me heel erg. Het beenverschil van twaalf centimeter werd uiteindelijk teruggebracht naar vijf en mijn knieën kwamen op dezelfde hoogte te staan.” Op vijftienjarige leeftijd stond er opnieuw een beenverlenging en ook het rechtzetten van haar voet op de planning. Totdat een arts haar aan het twijfelen bracht. “Die arts dacht dat ik daardoor juist meer last zou krijgen naarmate ik ouder zou worden. Hij zei: ‘Als het mijn been was, dan zou ik voor amputatie kiezen.’ Dat waren heftige woorden. Ik besloot de afspraak af te zeggen en eerst goed rond te kijken. Toen ik zag wat mensen allemaal konden met een prothese, dacht ik: wow, dat wil ik ook kunnen. Daarna was de keuze snel gemaakt en werd mijn linkervoet geamputeerd.” Voor de amputatie had Lisa met een orthese leren snowboarden. Met een prothese bleek het ook te lukken. “Ik was heel blij dat ik na de ingreep weer op een snowboard kon staan. Tijdens een Fundag in Snowworld die was georganiseerd door de Mentelity Foundation kwam ik Bibian tegen. Ze vond het tof dat er nog een meisje met een prothese aan het snowboarden was en vroeg of ik mee wilde doen aan wedstrijden. Ik was meteen enthousiast.” Zo kwamen Chris en Lisa in hetzelfde team terecht. Maar van liefde op het eerste gezicht was niet bepaald sprake. Chris: “In het begin was ik jou aan het narren en plagen omdat je een beetje bang was en niet zo hard naar beneden durfde te gaan.” Lisa: “Ik ben tweeënhalf jaar ouder en vond jou maar een vervelend rotjoch. Chris: “In die tijd zagen we elkaar vijf keer per week in Snowworld. Daarnaast deden we wedstrijden met het team van Bieb.” Lisa: “We reisden de wereld over, maakten samen veel mee en daardoor ontstond er een vriendschap.” Twee jaar na hun eerste kennismaking sloeg de vonk over. Chris: “Mijn moeder zei: ‘Heb je weleens goed naar dat meisje gekeken?’ Toen ik dat deed, was het er ineens. Ik vond jou eerder leuk dan jij mij.” Lisa: “Ik merkte dat je veranderde. Daardoor ging ik ook anders naar jou kijken. Van een irritant jochie werd je ineens een leuke jongen.” Chris: “Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift. Vlak voor Sochi kregen we een relatie.” Onafscheidelijk duo Met zijn krap zestien jaar was Chris tijdens de Paralympische Winterspelen van 2014 de jongste Nederlandse deelnemer. Hij werd dertiende op de boardercross, Lisa werd zevende. In de daaropvolgende jaren bestormden ze samen de top. In 2015 en 2017 werd Chris wereldkampioen op de onderdelen banked slalom en boardercross. Na twee zilveren en één bronzen plak op het WK veroverde Lisa in 2019 ook op beide onderdelen de wereldtitel. Met dank aan hun streven elkaar en daarmee ook zichzelf beter te willen maken. Lisa: “We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. Tijdens trainingen doen we heats tegen elkaar. De drive om van elkaar te willen winnen is groot. Met boardercross ben ik op sommige stukken sneller dan Chris en andersom. Er gebeurt altijd iets als we het tegen elkaar opnemen.” Chris, lachend: “Er komt dan ook wat gescheld aan te pas. Wie wint wrijft dat zeker nog even in bij de ander. Het kan soms intens zijn, maar we zijn het gewend dat we dezelfde sport beoefenen en iedere dag samen zijn. Ik heb altijd mijn maatje bij me en daar heb ik veel aan.” Lisa: “Het komt soms voor dat de een met een gouden medaille thuiskomt en de ander met een teleurstellend resultaat. Toch zijn we dan blij voor de ander. Het is altijd beter dat in elk geval een van ons twee wint. Ik ben blijer voor Chris als hij wint dan voor mezelf.” Chris: “Dat heb ik ook. Maar het tofste is als we allebei een goed resultaat halen.” Chris: ‘Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift’ Lisa: “We vinden allebei dezelfde dingen leuk, maar qua karakter zijn we compleet verschillend.” Chris: “Jij bent een pietje-precies en heel gestructureerd. Ik ben chaotisch en een beetje lazy. Ik weet soms niet op welke dagen we een wedstrijd hebben.” Lisa, lachend: “Je weet soms niet eens wanneer je in een vliegtuig moet zitten!” Ook rond wedstrijden is het koppel onafscheidelijk. Al is er dan wel degelijk een verschil met thuis. Lisa: “Sta ik in de racemodus dan ben ik een ander persoon. Heel gek is dat. We zijn tijdens een raceweek samen, delen een hotelkamer, maar we leven langs elkaar heen. Alles draait dan om het snowboarden en om winnen.” Chris: “We doen dan heel erg ons eigen ding. Meestal gaan we tijdens zo’n week even ertussenuit en een hapje eten. Om echt samen te zijn. Niet als sporters, maar als stel.” Lisa: “Vaak is het zo dat de runs van de mannen en vrouwen door elkaar heen lopen. Dan staan we samen bij de start.” Chris: “Jij geeft me altijd een knuffel en een kus, dat vind ik soms irritant. Dan zit ik in mijn focus en denk ik: laat me met rust.” Lisa: “Ik krijg dan een blik toegeworpen van: ga weg!” Chris: “Maar andersom doe ik dat bij jou net zo goed. We wensen elkaar wel altijd succes.” Rare dag Vier jaar geleden, bij de Paralympics in Pyeongchang, werd de banked slalom van de mannen en vrouwen ook tegelijkertijd gehouden. Terwijl Lisa zich boven aan de piste klaarmaakte voor haar finale tegen mentor Bibian Mentel, zat Chris verderop op een stoeltje te wachten voor zijn eindstrijd die een paar minuten later zou beginnen. Chris: “Er hingen overal tv-schermen, maar ik keek niet naar de beelden omdat ik me volledig wilde focussen op mijn eigen race. Ik hoorde het startsein en even later allemaal oh’s en ah’s uit het publiek. Onze fysiotherapeut, die naast me zat, werd opgeroepen. Ik had door dat er een val was geweest. Zijn ze oké, kon ik nog net aan hem vragen. Dat was zo. En toen moest ik mijn finale rijden.” Lisa: “Ik ging er vol in, wilde laten zien wat ik in me had. Ik haalde Bibian in. Vlak daarna raakten we elkaar en kwamen we ten val. Mijn eerste reactie was: opstaan en doorgaan.” Mentel stond eerder op haar board en was sneller weg. Lisa moest genoegen nemen met een zilveren medaille. “Dat was erg balen. Toen ik beneden kwam, werd ik meteen meegenomen naar een bouwkeet. Er kwam een arts die zei: ‘Kijk maar even niet in de spiegel.’ Ik dacht alleen maar: waarom, wat is er aan de hand? Ik had wel bloed gezien na de val, maar dacht dat ik een bloedneus had. Pas toen kreeg ik door dat er een snee in mijn wang zat. Ik wilde de race van Chris zien, maar dat lukte niet.” Lisa: ‘We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. De drive om van elkaar te willen winnen op de training is groot’ Chris: “Ik stond gespannen aan de start. Ook omdat ik niet precies wist wat er met Lisa was gebeurd en wat de uitkomst van de race was. Mijn finale was snel voorbij. In de eerste sectie maakte ik een fout waardoor ik viel. Toen ik beneden kwam, ging ik meteen naar jou toe. Je hele gezicht lag open en je ging naar het ziekenhuis. Ik moest naar de dopingcontrole en vervolgens naar de medailleceremonie. We zagen elkaar pas om middernacht weer in het dorp. Ik had gewacht tot je terug was. Samen met de fysio aten we pizza. Dat was het enige wat je kon eten omdat je wang was gehecht en geplakt. Het was een heel rare dag. Jammer dat onze finales op die manier eindigden, dat het geen mooie strijd tot de finish was geweest.” Lisa: “Gelukkig komt er een nieuwe kans aan. Ik sta er goed voor richting Beijing, heb begin dit seizoen gemerkt dat het gat met de concurrentie nog groter is geworden.” Chris: “Bij de eerste World Cup in Landgraaf reed ik mijn beste race ooit nadat ik twee jaar lang geen wedstrijd had gewonnen. Ik heb nog nooit zo goed op mijn board gestaan als nu. Met dank aan mijn nieuwe racebeen, dat is gemaakt door paralympisch kampioen en concurrent Mike Schultz, die ook prothesebouwer is. Toen hij na de vorige Spelen zijn hulp aanbood, nam ik dat meteen aan. Vijftien jaar geleden ging ik met stijve benen de berg af. Pakte ik een schans, dan brak ik alle scharnieren af en moest mijn vader weer naar de prothesemaker. Nu heb ik een stevig en volledig carbonbeen met een veer uit een motorcrossfiets, die ik tot negentig graden kan buigen. Dat is een gave ontwikkeling geweest.” Lisa: “Onderling praten we niet veel over goud. Meer over hoe we nog beter kunnen worden. Al gaan we natuurlijk wel voor die ultieme beloning.” Chris: “Ik ben een ander mens dan in Zuid-Korea, ben slimmer en sterker geworden en heb veel meer ervaring. Een gouden medaille zou de kers op de taart zijn voor alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan.” Lisa: “Na de vorige Spelen zijn we een maand naar Bali gegaan en daarna weer volle bak gaan trainen. Eigenlijk zijn we al acht jaar aan het doorrammen.” Inspiratiebron In maart nemen Chris en Lisa voor de derde keer deel aan de Paralympics. Als vaandeldragers van het Nederlandse para­snowboarden. Het zullen de eerste Spelen zonder hun voor­malige mentor worden. Bibian Mentel overleed op 29 maart 2021 aan de gevolgen van kanker. Chris: “Je wist dat het eraan zat te komen, maar toch was het heftig. We waren op dat moment in het Italiaanse Colere voor een World Cup. Een van de weinige wedstrijden die doorging in het coronaseizoen. Ik was heel blij dat ik daar was. Op een berg in de sneeuw met de club die zij ooit was begonnen. Ik deed daar wat zij altijd zo graag deed: snowboarden. Voor mijn gevoel kon ik op die manier afscheid van Bieb nemen. Het was goed zo.” Lisa: “Het was alsof het zo moest zijn dat we daar waren. Een van de mooiste herinneringen voor mij is dat we na Sochi door Bibian en haar man Edwin mee naar Canada werden genomen. Met een helikopter werden we in the middle of nowhere gedropt om offpiste en onder begeleiding van een gids te gaan boarden. We verbleven met elkaar in een lodge. Er waren geen liften, geen mensen. Niets. Dat was te gek.” Chris: “Ik herinner me nog goed dat we in 2015 in La Molina waren. Bieb had net gehoord dat ze uitzaaiingen had en stond vervolgens bij min twintig graden en keiharde sneeuw iemand te leren snowboarden. Ik ben haar heel dankbaar dat ze me de kans heeft gegeven om de sport te leren kennen. Door het snowboarden heb ik me kunnen ontwikkelen en dat heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.” Lisa: “Bibian heeft me vooral meege­geven dat ik moet doen wat ik leuk vind en ervan moet genieten. En om anderen te inspireren en helpen dat ook te doen.” Chris: “Ze heeft ons ook geleerd om iets terug te geven aan de sport. Ik weet hoeveel het waard is als mensen je helpen. Dat probeer ik te doen bij de volgende generatie snowboarders, bijvoorbeeld door ze te helpen met materiaal en tips. Lisa en ik willen laten zien wat er mogelijk is met een prothese of orthese. Twee jaar geleden heb ik mijn vliegbrevet gehaald. Vliegen met een beperking? Normaal gesproken is dat: boem, deur dicht. Door het zoeken naar de juiste mensen die de deur op een kier hielden, is het toch gelukt. Wat ik doe met snowboarden en vliegen is best extreem. Dat hoeft het natuurlijk niet voor iedereen te zijn. Het gaat erom dat kinderen doen wat ze het liefst willen. En dat er wordt gedacht in mogelijkheden. Dat proberen we ze tijdens clinics mee te geven.” Lisa: “Ook laten we ouders zien wat ze kunnen doen. Het helpt heel erg als ouders erin staan van: ga het proberen, kijk wat je kunt. Dat hebben onze ouders ook gedaan en die instelling neem je met je mee.” Chris: “Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een beperking kun je nog steeds je dromen najagen.” Helden Magazine 60 Het verhaal van Chris Vos en Lisa Bunschoten komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Judo

Sanne van Dijke: ‘Is dit dan nu mijn leven?

Sanne van Dijke (25) verloor anderhalf jaar geleden onverwachts haar broer Steven en twee maanden later oud-trainingsmaatje Ilona Lucassen. Terwijl ze haar verdriet noodgedwongen probeerde te parkeren, blonk ze uit op de judomat. Ze werd Europees kampioen, won WK-brons en olympisch brons. “Ik ben trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig.” “De Olympische Spelen overtroffen al mijn verwachtingen. ‘Met publiek zijn de Spelen nog zoveel gaver,’ zeiden mensen om mij heen. Nou, ik vond het in Tokio allesbehalve saai. Ik vond het jammer dat mijn familie er niet bij kon zijn, maar dit was sport in de puurste vorm. Daar leef ik voor. Een week voor de start van de Spelen hadden we ons voorbereid op een plek bij een universiteit waar we vaker wa­ren geweest. Er stond een boom in ons hotel, daarin hadden Japanse kinderen gelukwensen gehangen. Die spreuken hadden ze voor ons proberen te ver­ talen. Op een stond: ‘Ik verwacht een medaille.’ Die vond ik mooi, want ik verwachtte ook echt een medaille van mezelf. Het briefje heb ik uit de boom gehaald en op de kast voor mijn bed geplakt. Iedere ochtend als ik wakker werd, zag ik die Japanse spreuk. Op de wedstrijddag las ik hem en ik zei tegen mezelf: nou San, ga het maar doen. Ik had er zin in en de eerste partij ging goed. Ik won op ippon. De tweede partij werd een tricky gevecht. Ik won dankzij golden score. In de halve finale stond ik tegenover de Oostenrijkse Michaela Polleres, een meisje van wie ik echt kon winnen. Ik zette een schouderworp in, dacht dat ik haar had. Maar ze pakte me over. Ik zat even goed stuk. Ik heb even goed gescholden en met wat dingen gegooid. Na een paar minuten dacht ik: oké, focus, ik kan nog brons winnen. Na een half uur stond ik op de mat tegen­ over de Duitse Giovanna Scoccimarro. Zij is meer een tactische judoka, dat ligt mij niet echt. Ik kwam achter met twee shido’s, bij drie had ik verloren. Met mijn rug stond ik tegen de muur, werd er moedeloos van. Ik probeerde aan te val­len, maar het lukte niet. Toen gingen we de golden score in, iedere fout was funest. Ik merkte dat zij moe werd, daardoor kon ik wat beter aanvallen. Ik zag een gaatje en kon haar ver op haar rug vast­ pakken. Dit moet hem zijn, dacht ik. De eerste poging mislukte, maar ik had haar nog steeds vast. De tweede poging dan. Ik voelde haar tenen wankelen en dacht: daar ga je. Zo opgelucht was ik. Ik zakte in elkaar en voelde hoe moe ik was, het had bijna acht minuten geduurd voor­ dat ik die golden score maakte. Daarna kwamen de emoties eruit. Het was gelukt. En ik dacht: deze is voor Steven." • Steven is op 8 april 2020 uit het leven gestapt. Mijn broers Steven, Wouter en ik waren heel close. Steven leek op mijn moeder, was net als zij echt een gevoelsmens en een ontzettend lieve jongen. Hij deelde veel over zijn leven met me, maar had het nooit over de dingen waar hij tegenaan liep. Steven wilde altijd een ander helpen, maar zelf hoefde hij niet geholpen te worden. Ik ben ook niet zo’n prater, maar als ik met iets zat, ging ik naar Steven of mijn moeder. Steven was ook altijd enorm betrokken bij mijn judo. Zonder hem had ik überhaupt niet gejudood, ik was denk ik een jaar oud, toen ik al met hem meeging naar de judotraining. Wouter is ook betrokken hoor, maar hij is, net als ik, altijd druk. Wouter heeft een succesvol bedrijf dat hij al vanaf zijn zeventiende aan het uitbouwen is. Als ik bij mijn moeder aan het eten was, kon Wouter zeggen: ‘Hé, ik zie je koffer in de gang staan, ga je weer weg?’ Dan wist hij niet dat ik een maand naar Azië ging. ‘O, veel plezier,’ zei hij dan. Steven wist altijd precies wat ik deed en waar ik was. Hij zette de wekker voor mijn wedstrijden en bleef ervoor thuis. Steven haalde weleens mijn oma op in Geldrop, dan zette hij een beamer aan en keek met haar naar mijn wedstrijden. Hij zei ook geregeld dat hij trots op me was, kon ineens zeggen: ‘San, ik ben zo trots op wie je bent.’ Ik zou ook nog zoveel tegen hem willen zeggen... Met Wouter ben ik ook close, maar hij is zakelijker. Sinds het overlijden van Steven is onze band wel veranderd. Nu hij er niet meer is, hebben we bijna iedere dag contact. Dat Steven uit het leven wilde stappen, heb ik niet aan zien komen. Hij had gokproblemen en was al eerder teruggevallen, dus we wisten dat het weer mis kon gaan. We waren er dus wel mee bezig, maar aan deze consequentie hadden we nooit gedacht. Ik heb heel veel verdriet gehad om Steven, maar na een paar maanden trainen leek het of ik het verdriet een beetje kon parkeren. Ik merkte ineens hoe sterk het mentale vermogen van een mens is. Je kunt bepaalde dingen blijkbaar voor je uit duwen. Net als wanneer je op vakantie gaat en dan ineens ziek wordt. Je mind laat in die drukke periode ervoor niet toe dat je ziek wordt. Met je hoofd kun je iets lichamelijks tegenhouden. Bij mij was het dat ik het rouwen onbewust deels uitstelde. De Spelen stonden nog op het programma. Ik moest aan de gang, had werk te doen. Ik zat ook nog eens in een volle concurrentiestrijd met Kim Polling. Het voelde heel cru dat ik eigenlijk moest zeggen dat ik mijn verdriet uit moest stellen. Aan motivatie had ik geen gebrek, maar ik zat wel in de knoop met mezelf. Ik wilde rouwen, maar had daar geen tijd voor. Een psycholoog hielp me in die periode. Ik wist ook dat Steven het heel erg zou vinden als ik zou opgeven. Hij wilde niks liever dan dat ik naar de Spelen zou gaan. Als hij niks met judo had gehad, dan was het een ander verhaal geweest, dan had ik niet aan mezelf kunnen verantwoorden dat ik er zo snel mee was doorgegaan. Maar Steven wilde niet dat wij ons leven zouden stilzetten om hem. Als hij had kunnen zien dat ik die droom had opgegeven, zou hij daar ontzettend van hebben gebaald. Vanwege het coronavirus mochten we in mei pas weer judoën. De Spelen waren uitgesteld, in mijn hoofd had ik toen ook totaal geen ruimte voor de Spelen. Toen ik weer begon met judo, had ik ruimte voor structuur, meer ook niet. Judo was een reden om uit bed te komen. Mijn beste vrienden, onder wie Michelle Schellekens, hebben mij echt op de been gehouden. Mijn coach Micha Bazynski is ook heel belangrijk geweest. Belangrijker dan hij zelf beseft. Hij heeft me gesteund en veel naar me geluisterd, maar hij hielp me vooral door naar Papendal te komen. Hij zei: ‘Ik ben er, kijk maar wat voor jou goed voelt. Ik snap het als je niet komt en als je wel komt, gaan we trainen.’ Micha woont in Duitsland en reed er wel ruim twee uur voor naar Papendal. Dus als ik niet zou komen, zou hij dat hele stuk voor niks hebben gereden. Zonder mij druk op te leggen, zorgde hij voor structuur in mijn leven. Judo was zo goed voor me in die periode. Ik bewoog, wat al goed voor me was, reed iedere dag een uur naar Papendal en weer terug, daarna was de halve dag al om. Dat hielp me enorm. Toen gebeurde het weer. Twee maanden later, op 12 juni, overleed mijn oude trainingsgenoot Ilona Lucassen. Ook zij stapte uit het leven. Het klinkt raar, maar om Ilona ben ik op dat moment minder verdrietig geweest als om Steven. Mijn emmer met verdriet zat al vol. Ik was al een vaatdoek, wat word je daarna, een servetje? Wel merkte ik dat ik de wereld heel oneerlijk begon te vinden. Ik had het gevoel dat iedereen tegen mij was en werd heel negatief, dacht: wat heeft het voor zin, iedereen gaat toch dood. Met Ilona had ik jarenlang in Eind­hoven getraind. Ze was een paar jaar jonger dan ik en een beetje een gekkie. Ilona was een sfeermaker, maar ze was ook heel beïnvloedbaar. Je kon haar opnaaien om alles. Als we iets grappigs hadden bedacht, voerde zij het wel uit. Als we op het matje moesten komen bij een trainer, wist ik zeker dat zij wat terug zou zeggen. Ik heb misschien een grote bek, maar Ilona had dat helemaal. We waren allebei een beetje ratjes. Echte pubers. Op Papendal zijn we een beetje uit elkaar gegroeid. Ik werd serieuzer in mijn sport. We zagen elkaar nog steeds iedere dag, maar hadden minder contact. Op Papendal werd ik een wat belangrijkere speler. Ik had vroeger te maken met types als Edith Bosch. Zij kon echt een bitch zijn, trapte tegen je schenen en haalde je onderuit. Ik haatte haar toen, maar waardeer nu wat ze heeft gedaan. Ik ben er knetterhard van geworden, zonder Edith en de andere oudere judoka’s was ik niet waar ik nu was. ‘Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht’ Dat gedrag nam ik ook een beetje over. Als iemand zat te klooien, kon ik ook zeggen: ga lekker naar huis als je niet je best doet. Dat heb ik ook bij Ilona moeten doen. Zij kon dat totaal niet van mij hebben, dacht: wij zijn juist toch maatjes? Ilona vond het lastig als ik haar ergens op aansprak. Judo heeft Ilona op het rechte pad gehouden. Van mezelf denk ik soms ook: als ik niet had gejudood, weet ik ook niet hoe ik terecht was gekomen. Maar bij Ilona dacht ik dat helemaal. Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht. Margriet Bergstra, een van mijn beste vriendinnen, was Ilona’s beste vriendin. Zij heeft het van dichtbij meegemaakt dat zij weggleed. Margriet belde mij meteen toen het vreselijke nieuws over Ilona bekend was. Ik dacht: nee, niet nog een keer. Ik kreeg wel een klap, maar niet zo erg als die aankwam bij de anderen, omdat ik zelf dus al vol zat met verdriet. Vooral probeerde ik er voor Margriet te zijn. Bij de uitvaart van Ilona ben ik niet geweest, dat mocht niet vanwege corona. We hebben het in Eindhoven online gekeken met andere judoka’s en coaches en hadden een erehaag gemaakt voor haar. Ik heb me heel eenzaam gevoeld. Michelle en ik hebben wel veel steun aan elkaar gehad. Zij was ook een heel goede vriendin van Ilona en van Steven. We zijn allebei geen praters, maar bij elkaar zijn, hielp al. We keken films, hingen op de bank. Het was zo veel wat er was gebeurd, we konden dat allebei niet behappen. In die tijd was ik eigenlijk een beetje ontoerekeningsvatbaar. Ik dronk veel, was mijn verdriet niet aan het verwerken, maar meer aan het ontsnappen. Structuur, bewegen en een dagelijks doel om mijn bed uit te komen, gaven mij houvast. Maar de Spelen konden me echt gestolen worden. Ik heb zelfs gezegd: laat Kim Polling maar gewoon gaan. Als onze strijd niet zo persoonlijk was geworden, had ik mijn vorm misschien nooit meer teruggevonden. De manier waarop de concurrentiestrijd met Kim is gegaan, heeft me enorm geraakt. Lang hebben Kim en ik niks met elkaar te maken gehad, zij is vijf jaar ouder. In 2017 werd ik Europees kampioen in Warschau. Dat was het startschot van onze concurrentiestrijd. Kim riep geregeld wat over mij en dat krenkte me. Die gevoelens parkeerde ik, maar die kwamen eruit toen bekend werd dat ik de olympische selectie van Kim had gewonnen. Ik was niet blij, voelde vooral boosheid, had zo’n negatief gevoel overgehouden aan die strijd. In die tijd heb ik veel met een psycholoog gepraat. Die zei: ‘Je moet het afsluiten.’ Op aanraden van haar schreef ik briefjes waarop ik mijn negatieve gevoelens schreef. Die heb ik in de houthaard in de tuin gegooid. Daarna heb ik in mijn eentje een fles champagne opengemaakt. Eerst heb ik een glas gedronken, daarna ben ik naar Michelle gefietst en heb ik met haar een glas gedronken. Tot slot ben ik naar mijn moeder gegaan en heb ik met haar nog een glas genomen. Mijn moeder vond het geweldig dat ik de Spelen had gehaald. Eindelijk voelde ik die blijdschap toen ook een beetje. Vervolgens spande Kim nog een rechtszaak aan om op die manier te proberen alsnog het olympische ticket af te dwingen. Ik denk dat Kim heel anders is dan ik en haar acties daarom niet zo goed begrijp. Veel dingen heeft ze ook netjes gedaan, ze heeft me gecondoleerd na het overlijden van Steven. En ze heeft me gefeliciteerd met mijn kwalificatie voor de Spelen en na het winnen van een medaille. Ik vind het knap dat ze dat kon opbrengen, weet niet of ik dat had gekund. Wat betreft mijn judocarrière: ik wil sowieso doorgaan tot en met de Spelen in Parijs. En als mijn lichaam het houdt en ik heb er nog plezier in, dan ga ik door tot en met de Spelen in Los Angeles in 2028. Met mijn twee Europese titels, WK-brons en een bronzen olympische medaille is mijn carrière al geslaagd. Alles wat ik graag wilde, heb ik behaald. Natuurlijk zal ik straks weer meegesleept worden in de olympische hype en wil ik dat ticket bemachtigen, maar er zit wel een bepaalde rust in me. Ik hoef mezelf niet meer te bewijzen. In Tokio zag ik judo als werk, in Parijs ga ik er hopelijk van genieten. Met mijn familie op de tribune. • Na Tokio ben ik bij Stevens graf geweest met mijn medaille in mijn zak. We hebben het geflikt hè, zei ik. Ondanks alles wat er is gebeurd, heb ik dit jaar heel goed gepresteerd. Op judogebied ging het heel goed, maar ik heb wel gemerkt: succes is niet zaligmakend. Mijn leven is niet ineens goed met een olympische medaille. Ik ben er trots op en heel blij mee, hoor, het is een beloning voor het harde werken. Maar alles wat er is gebeurd, is niet ineens weg. Na Tokio ben ik opnieuw het verwerkingsproces in gegaan. Toen de Spelen afgelopen waren, haalde het verdriet me in. De eerste maand na de Spelen heb ik 26 nachten nachtmerries gehad over Steven. Dan was hij er ineens weer in mijn dromen en zei hij dingen als: ‘Het is allemaal in scène gezet.’ Vlak nadat hij was overleden, had ik ook die nachtmerries, maar in de zes maanden voor de Spelen had ik er geen last van gehad. Ineens merkte ik hoe erg ik mijn verdriet aan de kant had gezet. ‘Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte’ Aan Steven denk ik iedere dag. Meestal voordat ik naar bed ga, maar er zijn ook veel andere momenten waarop ik aan hem denk. Bij films en muziek, tijdens gesprekken die ik met mensen voer, of als zijn club PSV moet voetballen. Vroeger speelden we altijd samen het spel Football Manager. Als we dan lazen dat een speler was verkocht voor veel geld, konden we tegen elkaar zeggen: ‘Ja, maar wij hebben hem gescout, hè.’ Als ik nu iets lees over een speler die een transfer maakt, heb ik de neiging Steven te appen. De rollercoaster van de afgelopen twee jaar is gelukkig voorbij. Tot en met de Spelen werd ik geleefd, nu kan ik alles even op mijn manier doen. Maar het licht aan het einde van de tunnel zie ik nog niet. Ik ga twee stappen achteruit, en dan weer één stap vooruit. Mijn psycholoog heeft gezegd dat het niet raar is dat ik nu terugval. En iedereen die ik spreek die iets soortgelijks heeft meegemaakt, zegt: het gaat nooit helemaal voorbij. De gedachte dat ik hier nooit meer overheen kom, vind ik zo heftig. Is dit dan nu mijn leven? Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte. Mijn geluk is dat ik heel fijne mensen om me heen heb. Ik heb een fantastische vriendengroep en een heel lieve vriendin, Natalie Powell. Natalie is ook judoka, we zijn nu drieënhalf jaar samen. Bij haar kan ik mezelf zijn. Sinds kort wonen we samen. Soms kan ik niet uit mijn bed komen, heb ik een offday, dan komt ze een kop thee brengen. Af en toe is het voor haar ook lastig. Ik kan nog weleens flippen als het me te veel wordt en primitief reageren. Maar ze gaat er heel goed mee om. Ik vind het heel fijn dat ze Steven nog gekend heeft. Ik zie echt een toekomst met haar, volgens mij zij ook met mij. • Ik probeer nu ook meer op anderen te letten, door bewuster en wat vaker te vragen: hoe gaat het nou met je? Dat in plaats van vluchtig: hé, hoi, hoe is het? Als je je er bewust van bent, merk je dat heel veel mensen tegen dingen aanlopen of zich soms niet zo gelukkig voelen. We doen allemaal maar alsof we het zo goed voor elkaar hebben, maar schijn bedriegt. Als je met een kater op de bank ligt en door Instagram scrolt, zie je de ene na de andere perfecte bikinifoto op Bali verschijnen. Op jouw slechtste moment zie je het beste moment van iemand anders. Nou, dan voel je je vanzelf wel een mislukkeling. Dat is wat sociale media teweegbrengen. Met een goede vriendin heb ik dit najaar de marathon van Amsterdam gelopen. Dat plan ontstond al vorig jaar in coronatijd, maar toen ging de marathon niet door. Ik wilde er een goed doel aan koppelen, dat werd 113 Zelfmoordpreventie. We hebben ruim 15.000 euro opgehaald. Dat geld is belangrijk en hard nodig, maar ik vind het vooral belangrijk dat het gesprek wordt opengebroken. Dat mensen die niet gelukkig zijn, zich uitspreken, en er in een vriendengroep niet stoer over wordt gedaan of dat het weggelachen wordt.” Helden Magazine 59 Het verhaal van Sanne van Dijke komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Sanne van Dijke (25) verloor anderhalf jaar geleden onverwachts haar broer Steven en twee maanden later oud-trainingsmaatje Ilona Lucassen. Terwijl ze haar verdriet noodgedwongen probeerde te parkeren, blonk ze uit op de judomat. Ze werd Europees kampioen, won WK-brons en olympisch brons. “Ik ben trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig.” “De Olympische Spelen overtroffen al mijn verwachtingen. ‘Met publiek zijn de Spelen nog zoveel gaver,’ zeiden mensen om mij heen. Nou, ik vond het in Tokio allesbehalve saai. Ik vond het jammer dat mijn familie er niet bij kon zijn, maar dit was sport in de puurste vorm. Daar leef ik voor. Een week voor de start van de Spelen hadden we ons voorbereid op een plek bij een universiteit waar we vaker wa­ren geweest. Er stond een boom in ons hotel, daarin hadden Japanse kinderen gelukwensen gehangen. Die spreuken hadden ze voor ons proberen te ver­ talen. Op een stond: ‘Ik verwacht een medaille.’ Die vond ik mooi, want ik verwachtte ook echt een medaille van mezelf. Het briefje heb ik uit de boom gehaald en op de kast voor mijn bed geplakt. Iedere ochtend als ik wakker werd, zag ik die Japanse spreuk. Op de wedstrijddag las ik hem en ik zei tegen mezelf: nou San, ga het maar doen. Ik had er zin in en de eerste partij ging goed. Ik won op ippon. De tweede partij werd een tricky gevecht. Ik won dankzij golden score. In de halve finale stond ik tegenover de Oostenrijkse Michaela Polleres, een meisje van wie ik echt kon winnen. Ik zette een schouderworp in, dacht dat ik haar had. Maar ze pakte me over. Ik zat even goed stuk. Ik heb even goed gescholden en met wat dingen gegooid. Na een paar minuten dacht ik: oké, focus, ik kan nog brons winnen. Na een half uur stond ik op de mat tegen­ over de Duitse Giovanna Scoccimarro. Zij is meer een tactische judoka, dat ligt mij niet echt. Ik kwam achter met twee shido’s, bij drie had ik verloren. Met mijn rug stond ik tegen de muur, werd er moedeloos van. Ik probeerde aan te val­len, maar het lukte niet. Toen gingen we de golden score in, iedere fout was funest. Ik merkte dat zij moe werd, daardoor kon ik wat beter aanvallen. Ik zag een gaatje en kon haar ver op haar rug vast­ pakken. Dit moet hem zijn, dacht ik. De eerste poging mislukte, maar ik had haar nog steeds vast. De tweede poging dan. Ik voelde haar tenen wankelen en dacht: daar ga je. Zo opgelucht was ik. Ik zakte in elkaar en voelde hoe moe ik was, het had bijna acht minuten geduurd voor­ dat ik die golden score maakte. Daarna kwamen de emoties eruit. Het was gelukt. En ik dacht: deze is voor Steven." • Steven is op 8 april 2020 uit het leven gestapt. Mijn broers Steven, Wouter en ik waren heel close. Steven leek op mijn moeder, was net als zij echt een gevoelsmens en een ontzettend lieve jongen. Hij deelde veel over zijn leven met me, maar had het nooit over de dingen waar hij tegenaan liep. Steven wilde altijd een ander helpen, maar zelf hoefde hij niet geholpen te worden. Ik ben ook niet zo’n prater, maar als ik met iets zat, ging ik naar Steven of mijn moeder. Steven was ook altijd enorm betrokken bij mijn judo. Zonder hem had ik überhaupt niet gejudood, ik was denk ik een jaar oud, toen ik al met hem meeging naar de judotraining. Wouter is ook betrokken hoor, maar hij is, net als ik, altijd druk. Wouter heeft een succesvol bedrijf dat hij al vanaf zijn zeventiende aan het uitbouwen is. Als ik bij mijn moeder aan het eten was, kon Wouter zeggen: ‘Hé, ik zie je koffer in de gang staan, ga je weer weg?’ Dan wist hij niet dat ik een maand naar Azië ging. ‘O, veel plezier,’ zei hij dan. Steven wist altijd precies wat ik deed en waar ik was. Hij zette de wekker voor mijn wedstrijden en bleef ervoor thuis. Steven haalde weleens mijn oma op in Geldrop, dan zette hij een beamer aan en keek met haar naar mijn wedstrijden. Hij zei ook geregeld dat hij trots op me was, kon ineens zeggen: ‘San, ik ben zo trots op wie je bent.’ Ik zou ook nog zoveel tegen hem willen zeggen... Met Wouter ben ik ook close, maar hij is zakelijker. Sinds het overlijden van Steven is onze band wel veranderd. Nu hij er niet meer is, hebben we bijna iedere dag contact. Dat Steven uit het leven wilde stappen, heb ik niet aan zien komen. Hij had gokproblemen en was al eerder teruggevallen, dus we wisten dat het weer mis kon gaan. We waren er dus wel mee bezig, maar aan deze consequentie hadden we nooit gedacht. Ik heb heel veel verdriet gehad om Steven, maar na een paar maanden trainen leek het of ik het verdriet een beetje kon parkeren. Ik merkte ineens hoe sterk het mentale vermogen van een mens is. Je kunt bepaalde dingen blijkbaar voor je uit duwen. Net als wanneer je op vakantie gaat en dan ineens ziek wordt. Je mind laat in die drukke periode ervoor niet toe dat je ziek wordt. Met je hoofd kun je iets lichamelijks tegenhouden. Bij mij was het dat ik het rouwen onbewust deels uitstelde. De Spelen stonden nog op het programma. Ik moest aan de gang, had werk te doen. Ik zat ook nog eens in een volle concurrentiestrijd met Kim Polling. Het voelde heel cru dat ik eigenlijk moest zeggen dat ik mijn verdriet uit moest stellen. Aan motivatie had ik geen gebrek, maar ik zat wel in de knoop met mezelf. Ik wilde rouwen, maar had daar geen tijd voor. Een psycholoog hielp me in die periode. Ik wist ook dat Steven het heel erg zou vinden als ik zou opgeven. Hij wilde niks liever dan dat ik naar de Spelen zou gaan. Als hij niks met judo had gehad, dan was het een ander verhaal geweest, dan had ik niet aan mezelf kunnen verantwoorden dat ik er zo snel mee was doorgegaan. Maar Steven wilde niet dat wij ons leven zouden stilzetten om hem. Als hij had kunnen zien dat ik die droom had opgegeven, zou hij daar ontzettend van hebben gebaald. Vanwege het coronavirus mochten we in mei pas weer judoën. De Spelen waren uitgesteld, in mijn hoofd had ik toen ook totaal geen ruimte voor de Spelen. Toen ik weer begon met judo, had ik ruimte voor structuur, meer ook niet. Judo was een reden om uit bed te komen. Mijn beste vrienden, onder wie Michelle Schellekens, hebben mij echt op de been gehouden. Mijn coach Micha Bazynski is ook heel belangrijk geweest. Belangrijker dan hij zelf beseft. Hij heeft me gesteund en veel naar me geluisterd, maar hij hielp me vooral door naar Papendal te komen. Hij zei: ‘Ik ben er, kijk maar wat voor jou goed voelt. Ik snap het als je niet komt en als je wel komt, gaan we trainen.’ Micha woont in Duitsland en reed er wel ruim twee uur voor naar Papendal. Dus als ik niet zou komen, zou hij dat hele stuk voor niks hebben gereden. Zonder mij druk op te leggen, zorgde hij voor structuur in mijn leven. Judo was zo goed voor me in die periode. Ik bewoog, wat al goed voor me was, reed iedere dag een uur naar Papendal en weer terug, daarna was de halve dag al om. Dat hielp me enorm. Toen gebeurde het weer. Twee maanden later, op 12 juni, overleed mijn oude trainingsgenoot Ilona Lucassen. Ook zij stapte uit het leven. Het klinkt raar, maar om Ilona ben ik op dat moment minder verdrietig geweest als om Steven. Mijn emmer met verdriet zat al vol. Ik was al een vaatdoek, wat word je daarna, een servetje? Wel merkte ik dat ik de wereld heel oneerlijk begon te vinden. Ik had het gevoel dat iedereen tegen mij was en werd heel negatief, dacht: wat heeft het voor zin, iedereen gaat toch dood. Met Ilona had ik jarenlang in Eind­hoven getraind. Ze was een paar jaar jonger dan ik en een beetje een gekkie. Ilona was een sfeermaker, maar ze was ook heel beïnvloedbaar. Je kon haar opnaaien om alles. Als we iets grappigs hadden bedacht, voerde zij het wel uit. Als we op het matje moesten komen bij een trainer, wist ik zeker dat zij wat terug zou zeggen. Ik heb misschien een grote bek, maar Ilona had dat helemaal. We waren allebei een beetje ratjes. Echte pubers. Op Papendal zijn we een beetje uit elkaar gegroeid. Ik werd serieuzer in mijn sport. We zagen elkaar nog steeds iedere dag, maar hadden minder contact. Op Papendal werd ik een wat belangrijkere speler. Ik had vroeger te maken met types als Edith Bosch. Zij kon echt een bitch zijn, trapte tegen je schenen en haalde je onderuit. Ik haatte haar toen, maar waardeer nu wat ze heeft gedaan. Ik ben er knetterhard van geworden, zonder Edith en de andere oudere judoka’s was ik niet waar ik nu was. ‘Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht’ Dat gedrag nam ik ook een beetje over. Als iemand zat te klooien, kon ik ook zeggen: ga lekker naar huis als je niet je best doet. Dat heb ik ook bij Ilona moeten doen. Zij kon dat totaal niet van mij hebben, dacht: wij zijn juist toch maatjes? Ilona vond het lastig als ik haar ergens op aansprak. Judo heeft Ilona op het rechte pad gehouden. Van mezelf denk ik soms ook: als ik niet had gejudood, weet ik ook niet hoe ik terecht was gekomen. Maar bij Ilona dacht ik dat helemaal. Judo gaf Ilona structuur, maar door corona viel dat weg. Maar dat ze dit zou doen, had ik nooit verwacht. Margriet Bergstra, een van mijn beste vriendinnen, was Ilona’s beste vriendin. Zij heeft het van dichtbij meegemaakt dat zij weggleed. Margriet belde mij meteen toen het vreselijke nieuws over Ilona bekend was. Ik dacht: nee, niet nog een keer. Ik kreeg wel een klap, maar niet zo erg als die aankwam bij de anderen, omdat ik zelf dus al vol zat met verdriet. Vooral probeerde ik er voor Margriet te zijn. Bij de uitvaart van Ilona ben ik niet geweest, dat mocht niet vanwege corona. We hebben het in Eindhoven online gekeken met andere judoka’s en coaches en hadden een erehaag gemaakt voor haar. Ik heb me heel eenzaam gevoeld. Michelle en ik hebben wel veel steun aan elkaar gehad. Zij was ook een heel goede vriendin van Ilona en van Steven. We zijn allebei geen praters, maar bij elkaar zijn, hielp al. We keken films, hingen op de bank. Het was zo veel wat er was gebeurd, we konden dat allebei niet behappen. In die tijd was ik eigenlijk een beetje ontoerekeningsvatbaar. Ik dronk veel, was mijn verdriet niet aan het verwerken, maar meer aan het ontsnappen. Structuur, bewegen en een dagelijks doel om mijn bed uit te komen, gaven mij houvast. Maar de Spelen konden me echt gestolen worden. Ik heb zelfs gezegd: laat Kim Polling maar gewoon gaan. Als onze strijd niet zo persoonlijk was geworden, had ik mijn vorm misschien nooit meer teruggevonden. De manier waarop de concurrentiestrijd met Kim is gegaan, heeft me enorm geraakt. Lang hebben Kim en ik niks met elkaar te maken gehad, zij is vijf jaar ouder. In 2017 werd ik Europees kampioen in Warschau. Dat was het startschot van onze concurrentiestrijd. Kim riep geregeld wat over mij en dat krenkte me. Die gevoelens parkeerde ik, maar die kwamen eruit toen bekend werd dat ik de olympische selectie van Kim had gewonnen. Ik was niet blij, voelde vooral boosheid, had zo’n negatief gevoel overgehouden aan die strijd. In die tijd heb ik veel met een psycholoog gepraat. Die zei: ‘Je moet het afsluiten.’ Op aanraden van haar schreef ik briefjes waarop ik mijn negatieve gevoelens schreef. Die heb ik in de houthaard in de tuin gegooid. Daarna heb ik in mijn eentje een fles champagne opengemaakt. Eerst heb ik een glas gedronken, daarna ben ik naar Michelle gefietst en heb ik met haar een glas gedronken. Tot slot ben ik naar mijn moeder gegaan en heb ik met haar nog een glas genomen. Mijn moeder vond het geweldig dat ik de Spelen had gehaald. Eindelijk voelde ik die blijdschap toen ook een beetje. Vervolgens spande Kim nog een rechtszaak aan om op die manier te proberen alsnog het olympische ticket af te dwingen. Ik denk dat Kim heel anders is dan ik en haar acties daarom niet zo goed begrijp. Veel dingen heeft ze ook netjes gedaan, ze heeft me gecondoleerd na het overlijden van Steven. En ze heeft me gefeliciteerd met mijn kwalificatie voor de Spelen en na het winnen van een medaille. Ik vind het knap dat ze dat kon opbrengen, weet niet of ik dat had gekund. Wat betreft mijn judocarrière: ik wil sowieso doorgaan tot en met de Spelen in Parijs. En als mijn lichaam het houdt en ik heb er nog plezier in, dan ga ik door tot en met de Spelen in Los Angeles in 2028. Met mijn twee Europese titels, WK-brons en een bronzen olympische medaille is mijn carrière al geslaagd. Alles wat ik graag wilde, heb ik behaald. Natuurlijk zal ik straks weer meegesleept worden in de olympische hype en wil ik dat ticket bemachtigen, maar er zit wel een bepaalde rust in me. Ik hoef mezelf niet meer te bewijzen. In Tokio zag ik judo als werk, in Parijs ga ik er hopelijk van genieten. Met mijn familie op de tribune. • Na Tokio ben ik bij Stevens graf geweest met mijn medaille in mijn zak. We hebben het geflikt hè, zei ik. Ondanks alles wat er is gebeurd, heb ik dit jaar heel goed gepresteerd. Op judogebied ging het heel goed, maar ik heb wel gemerkt: succes is niet zaligmakend. Mijn leven is niet ineens goed met een olympische medaille. Ik ben er trots op en heel blij mee, hoor, het is een beloning voor het harde werken. Maar alles wat er is gebeurd, is niet ineens weg. Na Tokio ben ik opnieuw het verwerkingsproces in gegaan. Toen de Spelen afgelopen waren, haalde het verdriet me in. De eerste maand na de Spelen heb ik 26 nachten nachtmerries gehad over Steven. Dan was hij er ineens weer in mijn dromen en zei hij dingen als: ‘Het is allemaal in scène gezet.’ Vlak nadat hij was overleden, had ik ook die nachtmerries, maar in de zes maanden voor de Spelen had ik er geen last van gehad. Ineens merkte ik hoe erg ik mijn verdriet aan de kant had gezet. ‘Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte’ Aan Steven denk ik iedere dag. Meestal voordat ik naar bed ga, maar er zijn ook veel andere momenten waarop ik aan hem denk. Bij films en muziek, tijdens gesprekken die ik met mensen voer, of als zijn club PSV moet voetballen. Vroeger speelden we altijd samen het spel Football Manager. Als we dan lazen dat een speler was verkocht voor veel geld, konden we tegen elkaar zeggen: ‘Ja, maar wij hebben hem gescout, hè.’ Als ik nu iets lees over een speler die een transfer maakt, heb ik de neiging Steven te appen. De rollercoaster van de afgelopen twee jaar is gelukkig voorbij. Tot en met de Spelen werd ik geleefd, nu kan ik alles even op mijn manier doen. Maar het licht aan het einde van de tunnel zie ik nog niet. Ik ga twee stappen achteruit, en dan weer één stap vooruit. Mijn psycholoog heeft gezegd dat het niet raar is dat ik nu terugval. En iedereen die ik spreek die iets soortgelijks heeft meegemaakt, zegt: het gaat nooit helemaal voorbij. De gedachte dat ik hier nooit meer overheen kom, vind ik zo heftig. Is dit dan nu mijn leven? Ik ben heel blij en trots op wat ik heb gepresteerd, maar ik ben niet gelukkig. Ik weet niet of ik me ooit weer beter ga voelen, dat is een heel enge gedachte. Mijn geluk is dat ik heel fijne mensen om me heen heb. Ik heb een fantastische vriendengroep en een heel lieve vriendin, Natalie Powell. Natalie is ook judoka, we zijn nu drieënhalf jaar samen. Bij haar kan ik mezelf zijn. Sinds kort wonen we samen. Soms kan ik niet uit mijn bed komen, heb ik een offday, dan komt ze een kop thee brengen. Af en toe is het voor haar ook lastig. Ik kan nog weleens flippen als het me te veel wordt en primitief reageren. Maar ze gaat er heel goed mee om. Ik vind het heel fijn dat ze Steven nog gekend heeft. Ik zie echt een toekomst met haar, volgens mij zij ook met mij. • Ik probeer nu ook meer op anderen te letten, door bewuster en wat vaker te vragen: hoe gaat het nou met je? Dat in plaats van vluchtig: hé, hoi, hoe is het? Als je je er bewust van bent, merk je dat heel veel mensen tegen dingen aanlopen of zich soms niet zo gelukkig voelen. We doen allemaal maar alsof we het zo goed voor elkaar hebben, maar schijn bedriegt. Als je met een kater op de bank ligt en door Instagram scrolt, zie je de ene na de andere perfecte bikinifoto op Bali verschijnen. Op jouw slechtste moment zie je het beste moment van iemand anders. Nou, dan voel je je vanzelf wel een mislukkeling. Dat is wat sociale media teweegbrengen. Met een goede vriendin heb ik dit najaar de marathon van Amsterdam gelopen. Dat plan ontstond al vorig jaar in coronatijd, maar toen ging de marathon niet door. Ik wilde er een goed doel aan koppelen, dat werd 113 Zelfmoordpreventie. We hebben ruim 15.000 euro opgehaald. Dat geld is belangrijk en hard nodig, maar ik vind het vooral belangrijk dat het gesprek wordt opengebroken. Dat mensen die niet gelukkig zijn, zich uitspreken, en er in een vriendengroep niet stoer over wordt gedaan of dat het weggelachen wordt.” Helden Magazine 59 Het verhaal van Sanne van Dijke komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Snowboarden

Bibian Mentel: ‘Het leven is als een ui die je helemaal afpelt’

Paralympisch snowboardster Bibian Mentel was een inspiratie voor velen vanwege haar optimisme en doorzettingsvermogen. Talloze keren kreeg ze te maken met kanker. Drie weken voor haar overlijden op 29 maart dit jaar ging Barbara Barend bij haar langs voor een afscheidsinterview. Ik schrok van het bericht begin dit jaar dat er bij Bibian Mentel tumoren in haar hoofd gevonden waren, dat ze nu echt was uitbehandeld en het snel kon gaan. “Mag ik afscheid van je nemen?” vroeg ik haar per app. “Natuurlijk,” antwoordden zij en haar man Edwin Spee. Edwin belde me vervolgens. Geïnspireerd door de vorig jaar overleden Marc de Hond zei hij: “Barbara, we hebben een vraag. Bieb zou graag nog een laatste interview afgeven om te publiceren na haar dood.” En zo treffen we elkaar begin maart, met de wetenschap dat we elkaar daarna nooit meer zullen zien. We zitten tegenover elkaar op het bed van Edwin en Bibian. Bibian ligt er broos, maar tegelijk stralend bij. Ik heb taart meegenomen. Bibian: “Ik heb jarenlang alleen maar gegeten wat goed voor mij was. Mijn dokter zei dat ik vanaf nu niet meer gezond, maar lekker moet eten. Dit kan zo maar mijn laatste taartje zijn. Heerlijk, rode vruchten bavarois.” Hoe hoorde je dat je je moest voorbereiden op het afscheid van het leven? Bibian: “Ik voelde me niet lekker, had een afspraak met mijn dokter om te kijken wat er mogelijk was. We zouden een masker laten aanmeten dat nodig was om mijn hoofd stil te houden bij bestralingen voor de tumoren. Voordat we het masker zouden aanmeten, zei hij: ‘Ik heb slecht nieuws.’ Hij vertelde me dat er nu echt niets meer te doen was en dat als we verder zouden gaan met behandelen, er niet alleen geen enkele garantie op verbetering was, maar ook een grote kans op bloedingen die gepaard zouden gaan met vreselijke hoofdpijn. Hij zei: ‘Dan moeten we gaan afwegen: weegt de zeer minimale kans op uitstel op tegen de mogelijk helse pijnen die je te wachten staan.’ Voor het uittekenen van dat masker moest ik veertig minuten bewegingloos op mijn rug blijven liggen. We probeerden het, maar ik moest meteen heel erg hoesten. Dat overkwam me wel vaker, maar toen had ik ineens twijfel. De dokter had me net verteld dat het snel slechter zou worden. Ik vroeg hem of het uittekenen van het masker een dagje uitgesteld kon worden. Hij zei: ‘Natuurlijk, als je je zo beroerd voelt, dan zie ik je vrijdag weer.’ Donderdag lag ik de hele dag in bed, ik voelde me echt niet lekker. Vrijdagochtend moest ik ’s ochtends naar het toilet en ik kreeg geen lucht meer. Ik was aan het snakken naar adem, iets dat ik helemaal niet kende. Ik maakte Ed wakker en zei: ‘Ik krijg geen lucht.’ Toen zei hij: ‘Dan kunnen we ook niet naar het ziekenhuis voor dat masker, want zo ga ik je niet meenemen.’ Edwin heeft de afspraak afgebeld en gezegd: ‘We moeten het uittekenen van het masker toch over het weekend heen tillen.’ De ziekenhuizen in Leiden en Amsterdam hadden contact gehad, waarop mijn arts me belde en vroeg of hij langs mocht komen. We voelden dat hij niet even gezellig een kopje thee kwam drinken. Hij zei: ‘We hebben alle scenario’s doorgenomen en eigenlijk kunnen we niks meer doen. Door jouw positieve instelling zijn we al diverse keren verder gegaan dan we normaal gesproken zouden doen. Maar we zijn nu op een punt gekomen dat we niets meer kunnen bedenken dat jou gaat helpen. Willen we gaan opereren, dan moet je stoppen met je bloedverdunners, maar die heb je ontzettend hard nodig. Want zonder bloedverdunners krijg je gegarandeerd een herseninfarct. Dus Bibian, we weten het gewoon niet meer, eigenlijk kunnen we niks meer.’ In het weekend dat volgde, voelde ik me echt beroerd. Ik moest het nieuws verwerken. Het was me allemaal te veel. Als ik aan dat moment terugdenk, word ik weer emotioneel.” Bibian vervolgt: “Het eerste wat ik tegen de dokter zei, was: ik wil niet stikken. Wat ik die ochtend had meegemaakt, wilde ik niet nog een keer. Zo sterven lijkt me vreselijk. Na onderling overleg tussen de neurochirurg, de huisarts en de oncoloog hebben we besloten dat ik niet opgenomen hoefde te worden, maar thuis mocht blijven en in direct contact met de huisarts moest staan. Dat was ook mijn keuze. Ik vroeg of ze me iets konden geven om van die benauwdheid af te komen. De gedachte dat Ed en de kinderen me misschien zouden zien stikken, vond ik vreselijk. De huisarts heeft ervoor gezorgd dat de euthanasiespullen naast ons bed kwamen te liggen, een neusspray voor het geval ik zou dreigen te stikken. Ik zou vier sprays in het ene en vier in het andere neusgat moeten doen en dan zou ik vredig inslapen. Dat geeft me rust, dan is dat geregeld. Ik vond het ook wel pittig, want ik voelde dat alle artsen dachten: ik weet niet of ze het weekend gaat halen. Dat weekend heb ik hele delen niet bewust meegemaakt. Na dat weekend begonnen we met de dexamethason, dat is een prednison maar dan vele malen sterker, waardoor de benauwdheid minder werd. Ik kreeg ook antibiotica voor mijn longen. Vanaf dat moment ging het weer een beetje bergopwaarts. Ik voel me weer zo goed dat ik nog graag mensen ontvang die ik liefheb, ondanks corona. Ook dat heb ik met de huisarts besproken. De huisarts zei: ‘Bieb, natuurlijk moet je voorzichtig doen en een beetje afstand houden, maar als jij in deze fase van je leven je familie of vriendinnen een kus wil geven, dan geef je ze lekker een kus.” Edwin komt even langs, legt een extra kussen in Bibians rug en gaat naar kantoor. Hij is meer dan twintig kilo afgevallen. Edwin: “Ik houd er rekening mee dat Bibian straks niet meer mobiel is en dat ik haar moet tillen als ze iets wil. Dat doe ik nu al af en toe. Dus ik moet wel in training blijven.” Bibian: “Dank je, knapperd.” Ze kussen elkaar en Edwin gaat weg. Je straalt. Bibian knikt: “Het leuke is dat ik niet van de ene op de andere dag uit het leven ben gerukt en de tijd heb gekregen afscheid te nemen van mijn dierbaren. Ik heb mooie gesprekken met mijn zoon Julian gehad, met onze meiden Bella en Laila. De meiden zijn lekkere binnenvetters, ik heb ze een beetje losgebroken en gezegd: kom op, gewoon kletsen. Ze zijn twee dagen geleden 22 geworden. Ik besprak met ze hoe ze hun leven willen inrichten, maar zei ze ook dat ik ze dankbaar ben voor de mooie momenten met hen en hoe ze mij, als nieuwe vrouw van hun vader, in hun leven hebben toegelaten. Dat soort gesprekken maakt het naderen van het einde zo mooi dat ik ’s ochtends met een glimlach wakker word. Dan lig ik naast mijn vent, komt mijn zoon naar beneden in zijn onderbroek om me een kus te geven en straalt de zon. Dan voel ik rust dat ik mijn laatste dagen zo mag uittekenen. Dat is toch prachtig? Natuurlijk verbaas ik mezelf hoe ik deze laatste dagen onderga, of straks als mensen dit artikel lezen, heb ondergaan... Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad. Er komen veel vriendinnen langs. Ze wisselen elkaar af en komen voor ons koken. 'Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad' Een vriendin uit Haarlem komt drie keer in de week om te koken en een ander, die in Brussel woont, komt iedere week een dag langs om het eten te verzorgen. Dat is ook voor Ed een opluchting, het geeft hem rust. Het zijn bijna allemaal nog mijn middelbare schoolvriendinnen. Zes ervan zitten nu in het hoofdbestuur van de Mentelity Foundation. Ed zei: ‘Wie weten nou beter dan je beste vriendinnen waar jij naartoe wil met de stichting?’ Bibian neemt even pauze om rustig te ademen. Ze lacht. “Weet je, normaal krijg je alle loftuitingen als je bent overleden. Ik krijg ze nog bij leven. Dat is zo bijzonder. Van de week ging de deurbel, toen stond er zo’n officiële bode voor de deur met een zwarte zonnebril op. Hij kwam een brief van Prinses Margriet brengen. Zo lief dat ze überhaupt iets heeft geschreven en erover nadenkt. Ik heb haar een paar keer mogen ontmoeten. Ze heeft me, ook namens Koning Willem-Alexander, bedankt voor de mooie sportmomenten, maar ook hoe ik als mens een voorbeeld ben geweest. Ik heb geregeld gesprekken met haar gevoerd over haar zoon Bernhard die immers ook kanker heeft gehad. Ze kon ook goed met mijn moeder overweg, ze hebben elkaar ontmoet tijdens de Spelen. Zij deelden iets gemeenschappelijks. Het is een lief en warm mens, dus die brief was te gek.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bibian Mentel komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Paralympisch snowboardster Bibian Mentel was een inspiratie voor velen vanwege haar optimisme en doorzettingsvermogen. Talloze keren kreeg ze te maken met kanker. Drie weken voor haar overlijden op 29 maart dit jaar ging Barbara Barend bij haar langs voor een afscheidsinterview. Ik schrok van het bericht begin dit jaar dat er bij Bibian Mentel tumoren in haar hoofd gevonden waren, dat ze nu echt was uitbehandeld en het snel kon gaan. “Mag ik afscheid van je nemen?” vroeg ik haar per app. “Natuurlijk,” antwoordden zij en haar man Edwin Spee. Edwin belde me vervolgens. Geïnspireerd door de vorig jaar overleden Marc de Hond zei hij: “Barbara, we hebben een vraag. Bieb zou graag nog een laatste interview afgeven om te publiceren na haar dood.” En zo treffen we elkaar begin maart, met de wetenschap dat we elkaar daarna nooit meer zullen zien. We zitten tegenover elkaar op het bed van Edwin en Bibian. Bibian ligt er broos, maar tegelijk stralend bij. Ik heb taart meegenomen. Bibian: “Ik heb jarenlang alleen maar gegeten wat goed voor mij was. Mijn dokter zei dat ik vanaf nu niet meer gezond, maar lekker moet eten. Dit kan zo maar mijn laatste taartje zijn. Heerlijk, rode vruchten bavarois.” Hoe hoorde je dat je je moest voorbereiden op het afscheid van het leven? Bibian: “Ik voelde me niet lekker, had een afspraak met mijn dokter om te kijken wat er mogelijk was. We zouden een masker laten aanmeten dat nodig was om mijn hoofd stil te houden bij bestralingen voor de tumoren. Voordat we het masker zouden aanmeten, zei hij: ‘Ik heb slecht nieuws.’ Hij vertelde me dat er nu echt niets meer te doen was en dat als we verder zouden gaan met behandelen, er niet alleen geen enkele garantie op verbetering was, maar ook een grote kans op bloedingen die gepaard zouden gaan met vreselijke hoofdpijn. Hij zei: ‘Dan moeten we gaan afwegen: weegt de zeer minimale kans op uitstel op tegen de mogelijk helse pijnen die je te wachten staan.’ Voor het uittekenen van dat masker moest ik veertig minuten bewegingloos op mijn rug blijven liggen. We probeerden het, maar ik moest meteen heel erg hoesten. Dat overkwam me wel vaker, maar toen had ik ineens twijfel. De dokter had me net verteld dat het snel slechter zou worden. Ik vroeg hem of het uittekenen van het masker een dagje uitgesteld kon worden. Hij zei: ‘Natuurlijk, als je je zo beroerd voelt, dan zie ik je vrijdag weer.’ Donderdag lag ik de hele dag in bed, ik voelde me echt niet lekker. Vrijdagochtend moest ik ’s ochtends naar het toilet en ik kreeg geen lucht meer. Ik was aan het snakken naar adem, iets dat ik helemaal niet kende. Ik maakte Ed wakker en zei: ‘Ik krijg geen lucht.’ Toen zei hij: ‘Dan kunnen we ook niet naar het ziekenhuis voor dat masker, want zo ga ik je niet meenemen.’ Edwin heeft de afspraak afgebeld en gezegd: ‘We moeten het uittekenen van het masker toch over het weekend heen tillen.’ De ziekenhuizen in Leiden en Amsterdam hadden contact gehad, waarop mijn arts me belde en vroeg of hij langs mocht komen. We voelden dat hij niet even gezellig een kopje thee kwam drinken. Hij zei: ‘We hebben alle scenario’s doorgenomen en eigenlijk kunnen we niks meer doen. Door jouw positieve instelling zijn we al diverse keren verder gegaan dan we normaal gesproken zouden doen. Maar we zijn nu op een punt gekomen dat we niets meer kunnen bedenken dat jou gaat helpen. Willen we gaan opereren, dan moet je stoppen met je bloedverdunners, maar die heb je ontzettend hard nodig. Want zonder bloedverdunners krijg je gegarandeerd een herseninfarct. Dus Bibian, we weten het gewoon niet meer, eigenlijk kunnen we niks meer.’ In het weekend dat volgde, voelde ik me echt beroerd. Ik moest het nieuws verwerken. Het was me allemaal te veel. Als ik aan dat moment terugdenk, word ik weer emotioneel.” Bibian vervolgt: “Het eerste wat ik tegen de dokter zei, was: ik wil niet stikken. Wat ik die ochtend had meegemaakt, wilde ik niet nog een keer. Zo sterven lijkt me vreselijk. Na onderling overleg tussen de neurochirurg, de huisarts en de oncoloog hebben we besloten dat ik niet opgenomen hoefde te worden, maar thuis mocht blijven en in direct contact met de huisarts moest staan. Dat was ook mijn keuze. Ik vroeg of ze me iets konden geven om van die benauwdheid af te komen. De gedachte dat Ed en de kinderen me misschien zouden zien stikken, vond ik vreselijk. De huisarts heeft ervoor gezorgd dat de euthanasiespullen naast ons bed kwamen te liggen, een neusspray voor het geval ik zou dreigen te stikken. Ik zou vier sprays in het ene en vier in het andere neusgat moeten doen en dan zou ik vredig inslapen. Dat geeft me rust, dan is dat geregeld. Ik vond het ook wel pittig, want ik voelde dat alle artsen dachten: ik weet niet of ze het weekend gaat halen. Dat weekend heb ik hele delen niet bewust meegemaakt. Na dat weekend begonnen we met de dexamethason, dat is een prednison maar dan vele malen sterker, waardoor de benauwdheid minder werd. Ik kreeg ook antibiotica voor mijn longen. Vanaf dat moment ging het weer een beetje bergopwaarts. Ik voel me weer zo goed dat ik nog graag mensen ontvang die ik liefheb, ondanks corona. Ook dat heb ik met de huisarts besproken. De huisarts zei: ‘Bieb, natuurlijk moet je voorzichtig doen en een beetje afstand houden, maar als jij in deze fase van je leven je familie of vriendinnen een kus wil geven, dan geef je ze lekker een kus.” Edwin komt even langs, legt een extra kussen in Bibians rug en gaat naar kantoor. Hij is meer dan twintig kilo afgevallen. Edwin: “Ik houd er rekening mee dat Bibian straks niet meer mobiel is en dat ik haar moet tillen als ze iets wil. Dat doe ik nu al af en toe. Dus ik moet wel in training blijven.” Bibian: “Dank je, knapperd.” Ze kussen elkaar en Edwin gaat weg. Je straalt. Bibian knikt: “Het leuke is dat ik niet van de ene op de andere dag uit het leven ben gerukt en de tijd heb gekregen afscheid te nemen van mijn dierbaren. Ik heb mooie gesprekken met mijn zoon Julian gehad, met onze meiden Bella en Laila. De meiden zijn lekkere binnenvetters, ik heb ze een beetje losgebroken en gezegd: kom op, gewoon kletsen. Ze zijn twee dagen geleden 22 geworden. Ik besprak met ze hoe ze hun leven willen inrichten, maar zei ze ook dat ik ze dankbaar ben voor de mooie momenten met hen en hoe ze mij, als nieuwe vrouw van hun vader, in hun leven hebben toegelaten. Dat soort gesprekken maakt het naderen van het einde zo mooi dat ik ’s ochtends met een glimlach wakker word. Dan lig ik naast mijn vent, komt mijn zoon naar beneden in zijn onderbroek om me een kus te geven en straalt de zon. Dan voel ik rust dat ik mijn laatste dagen zo mag uittekenen. Dat is toch prachtig? Natuurlijk verbaas ik mezelf hoe ik deze laatste dagen onderga, of straks als mensen dit artikel lezen, heb ondergaan... Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad. Er komen veel vriendinnen langs. Ze wisselen elkaar af en komen voor ons koken. 'Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad' Een vriendin uit Haarlem komt drie keer in de week om te koken en een ander, die in Brussel woont, komt iedere week een dag langs om het eten te verzorgen. Dat is ook voor Ed een opluchting, het geeft hem rust. Het zijn bijna allemaal nog mijn middelbare schoolvriendinnen. Zes ervan zitten nu in het hoofdbestuur van de Mentelity Foundation. Ed zei: ‘Wie weten nou beter dan je beste vriendinnen waar jij naartoe wil met de stichting?’ Bibian neemt even pauze om rustig te ademen. Ze lacht. “Weet je, normaal krijg je alle loftuitingen als je bent overleden. Ik krijg ze nog bij leven. Dat is zo bijzonder. Van de week ging de deurbel, toen stond er zo’n officiële bode voor de deur met een zwarte zonnebril op. Hij kwam een brief van Prinses Margriet brengen. Zo lief dat ze überhaupt iets heeft geschreven en erover nadenkt. Ik heb haar een paar keer mogen ontmoeten. Ze heeft me, ook namens Koning Willem-Alexander, bedankt voor de mooie sportmomenten, maar ook hoe ik als mens een voorbeeld ben geweest. Ik heb geregeld gesprekken met haar gevoerd over haar zoon Bernhard die immers ook kanker heeft gehad. Ze kon ook goed met mijn moeder overweg, ze hebben elkaar ontmoet tijdens de Spelen. Zij deelden iets gemeenschappelijks. Het is een lief en warm mens, dus die brief was te gek.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bibian Mentel komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.