Word abonnee
Meer

Honkbal

Duivelse dilemma’s – Kalian Sams

Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Formule 1

Viervoudig wereldkampioen Max Verstappen is een geboren straatvechter

Het belooft een bijzonder jaar te worden voor viervoudig wereldkampioen Max Verstappen. De Red Bull Racing-coureur is dit seizoen sinds lange tijd geen favoriet bij de bookmakers. Daarnaast staat hij op het punt vader te worden van zijn eerste kind. Voor Helden Magazine nummer 76 legden we Viaplay-analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde vier stellingen voor in aanloop naar het nieuwe Formule 1-seizoen. Max Verstappen is aankomend seizoen niet de prooi, maar de jager Tom Coronel: “Je zou zeggen van wel. Toch blijft Max ook de prooi, want de rest van het veld wil hem maar wat graag onttronen als wereldkampioen. Dit seizoen wil iedereen aan zijn stoelpoten zagen en bij Max weet je: there is never a dull moment. Hoe scherper het wordt, hoe leuker Max het misschien ook wel vindt. Ik zie ook dat hij brutaler is dan de andere coureurs en die brutaliteit maakt de show voor de kijker thuis en op het circuit alleen maar beter. Aan zijn rijstijl gaat nooit wat veranderen, dat zit in de aard van het beestje. Max is een geboren straatvechter, die laat ook dit seizoen de kaas niet van zijn brood eten.” Giedo van der Garde: “Ze zullen het bij Red Bull Racing niet makkelijk hebben. Max kennende, zal hij nog nu meer eager zijn om een race te winnen. In 2021 was hij ook de jager en toen werd hij ook wereldkampioen.” Christijan Albers: “Ik hoop dat Max zichzelf koel kan houden. Zijn drang om succesvol te zijn is er van jongs af aan ingestampt en dat gaat er nooit meer uit. Dat zag je afgelopen seizoen ook in bepaalde acties tussen hem en Lando Norris van McLaren.” Max Verstappen leek vorig seizoen probleemloos op zijn vierde wereldtitel af te koersen. Van de eerste tien Grands Prix won hij er zeven. Vanaf de GP in Oostenrijk in juni ging het moeizamer, Red Bull worstelde met zogenaamde balansproblemen van de auto. De auto van McLaren, met aan het stuur Lando Norris, was aanmerkelijk sneller. Toch trok Verstappen vorig seizoen aan het langste eind: in de GP van Las Vegas in november, twee races voor het einde van het seizoen, kroonde hij zich voor de vierde keer tot wereldkampioen. Ook dit seizoen lijkt McLaren over de snelste auto te beschikken. Het maakt dat Verstappen voor het eerst in jaren niet als favoriet door de bookmakers wordt gezien. Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het verhaal over Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Het belooft een bijzonder jaar te worden voor viervoudig wereldkampioen Max Verstappen. De Red Bull Racing-coureur is dit seizoen sinds lange tijd geen favoriet bij de bookmakers. Daarnaast staat hij op het punt vader te worden van zijn eerste kind. Voor Helden Magazine nummer 76 legden we Viaplay-analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde vier stellingen voor in aanloop naar het nieuwe Formule 1-seizoen. Max Verstappen is aankomend seizoen niet de prooi, maar de jager Tom Coronel: “Je zou zeggen van wel. Toch blijft Max ook de prooi, want de rest van het veld wil hem maar wat graag onttronen als wereldkampioen. Dit seizoen wil iedereen aan zijn stoelpoten zagen en bij Max weet je: there is never a dull moment. Hoe scherper het wordt, hoe leuker Max het misschien ook wel vindt. Ik zie ook dat hij brutaler is dan de andere coureurs en die brutaliteit maakt de show voor de kijker thuis en op het circuit alleen maar beter. Aan zijn rijstijl gaat nooit wat veranderen, dat zit in de aard van het beestje. Max is een geboren straatvechter, die laat ook dit seizoen de kaas niet van zijn brood eten.” Giedo van der Garde: “Ze zullen het bij Red Bull Racing niet makkelijk hebben. Max kennende, zal hij nog nu meer eager zijn om een race te winnen. In 2021 was hij ook de jager en toen werd hij ook wereldkampioen.” Christijan Albers: “Ik hoop dat Max zichzelf koel kan houden. Zijn drang om succesvol te zijn is er van jongs af aan ingestampt en dat gaat er nooit meer uit. Dat zag je afgelopen seizoen ook in bepaalde acties tussen hem en Lando Norris van McLaren.” Max Verstappen leek vorig seizoen probleemloos op zijn vierde wereldtitel af te koersen. Van de eerste tien Grands Prix won hij er zeven. Vanaf de GP in Oostenrijk in juni ging het moeizamer, Red Bull worstelde met zogenaamde balansproblemen van de auto. De auto van McLaren, met aan het stuur Lando Norris, was aanmerkelijk sneller. Toch trok Verstappen vorig seizoen aan het langste eind: in de GP van Las Vegas in november, twee races voor het einde van het seizoen, kroonde hij zich voor de vierde keer tot wereldkampioen. Ook dit seizoen lijkt McLaren over de snelste auto te beschikken. Het maakt dat Verstappen voor het eerst in jaren niet als favoriet door de bookmakers wordt gezien. Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het verhaal over Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Formule 1

Max Verstappen: Het is niet makkelijk om teamgenoot van Max Verstappen te zijn

De Formule 1 droomde van een echte titelstrijd. In plaats daarvan zorgt Max Verstappen net als vorig seizoen voor een one man show, de derde wereldtitel op rij kan hem bijna niet ontgaan. Ongewild maar flink geholpen door zijn enige rivaal en teamgenoot. Omdat Sergio Perez dit seizoen alles doet wat hij vooral niet moet doen. “Dit kan best nog leuk worden.” Damon Hill, ex-wereldkampioen en tegenwoordig Formule 1-analist voor televisie, zei het in Melbourne, voor de derde Grand Prix van het jaar. Hij had het over het seizoen dat leek af te stevenen op een duel tussen twee teamgenoten. De auto van Red Bull was immers zo snel dat de andere topteams al de handdoek hadden gegooid. Zowel in Bahrein als Jeddah was er een één-tweetje voor Red Bull. Max Verstappen won in Bahrein voor teamgenoot Sergio Pérez en in Saudi-Arabië waren de rollen omgekeerd. Hill, optimistisch: “Daarmee is het seizoen niet voorbij, hoor. Er valt altijd wat te beleven als twee teamgenoten bikkelen om de titel.” We hadden even de neiging om de wereldkampioen van 1996 te geloven. Hij is immers ervaringsdeskundige. Hill: “De dynamiek is helemaal anders, als je teamgenoot je titelrivaal is. Dat doet iets met een mens. Ik herinner me dat ik in Monza kip zat te eten, en dat Jacques Villeneuve (zijn teamgenoot in ‘96) een bout van mijn bord pikte toen hij voorbij wandelde. Grapje van hem. Ik ging helemaal door het lint, dacht dat hij psychologische spelletjes speelde.” Een week eerder, tijdens de GP van Saudi- Arabië, had Max Verstappen een spelletje gespeeld. Toen de ingenieurs vreesden dat de aandrijfas van de Red Bull RB19 op het punt stond het te begeven, vroegen ze hun coureurs om het tempo te verlagen. Pérez, op dat moment aan de leiding, gehoorzaamde. Tot hij merkte dat Verstappen deed alsof zijn neus bloedde en in de laatste ronde nog de snelste tijd neerzette, goed voor een punt waarmee de Nederlander en niet Pérez de leiding in het kampioenschap greep. De woordenwisseling tussen de teamgenoten na de race en kort voordat ze het podium op gingen, was fel. Geen vertrouwen meer Het zat er natuurlijk aan te komen. Pérez en Verstappen vertrouwen elkaar dit seizoen voor geen meter. Het is een gevolg van wat in 2022 gebeurde. Verstappen en zijn entourage verdachten Pérez ervan dat hij in Monaco opzettelijk gecrasht was in de kwalificaties, zodat Max geen snellere tijd meer kon neerzetten. Perez won daardoor die race. Later in het seizoen, in Brazilië, presenteerde Verstappen de rekening. Max was al wereldkampioen, maar weigerde Perez, die goede zaken kon doen voor de tweede plek in het kampioenschap, voorbij te laten, zoals het team hem vroeg. “Nu heeft iedereen gezien hoe hij in elkaar zit,” zei een boze Pérez. Sindsdien is er vaker kwaad bloed tussen de twee. De Mexicaan, voor de start van dit seizoen: “Als Red Bull me niet op gelijke voet met Verstappen zet, dan kunnen ze vergeten dat ik voor het team rij.” En toen hij de race in Jeddah won, twitterde Checo meteen om het team te bedanken en hij sloot af met: “Meer van dat. Ik wil wereldkampioen worden.” Red Bull greep meteen in: de tweet van Perez verdween na een paar minuten plots heel even. Om dan terug te keren zonder dat laatste zinnetje. Alles willen winnen en de ander niets gunnen: veel, zo niet alle, coureurs in de Formule 1 denken zo. Allemaal hebben ze een soort aangeboren egoïsme als ze in de auto stappen. Bij Max zit dat er nog veel dieper in. “Hij laat de kaas niet van zijn boterham nemen,” zei vader Jos Verstappen al toen zijn zoon in 2015 net zijn debuut had gemaakt op zijn zeventiende. “Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte,” zei Max tijdens een interview, “hier is het ieder voor zich.” Max Verstappen: 'Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte, hier is het ieder voor zich' Verstappen paste dat motto al snel toe in zijn eerste seizoen bij Toro Rosso, toen teamgenoot Carlos Sainz net verse banden had gekregen en duidelijk sneller reed dan Max, die vlak voor hem reed. De teamleiding gaf Verstappen het bevel om zijn teamgenoot voorbij te laten. Dat was ‘strategisch beter’ liet de leiding van Toro Rosso weten. Waarop Max kurkdroog antwoordde op het verzoek met: “No.” Senna en Prost Verstappen won trouwens de derde GP van het seizoen in Melbourne. Maar twee weken later, in Bakoe, was Pérez weer de winnaar. Hij won in Azerbeidzjan niet alleen op zondag, maar ook de zogenaamde ‘sprintrace’ die voor het eerst werd georganiseerd. Vader Antonio Pérez stelde na afloop: “Mijn zoon kan dit seizoen wereldkampioen worden.” De quote ging de wereld rond en zorgde in Mexico voor collectief enthousiasme. Vader Perez is immers politicus en zit in de Mexicaanse Tweede Kamer. Hij staat erom bekend graag oneliners te gebruiken, de media nemen zijn woorden altijd snel over. Pérez werd plots gebombardeerd tot serieuze kanshebber voor de titel in Mexico. Vader Pérez stelde: “Je kunt de rivaliteit tussen Verstappen en Checo gerust vergelijken met die in de grote jaren van Ayrton Senna en Alain Prost bij McLaren.” Na de race in Bakoe was het een leuke headline. Inmiddels is het een pijnlijke uitspraak, als je de stand in het kampioenschap ziet. Maar het was bovenal een uitspraak die zijn zoon niet geholpen heeft. Terug naar de interne strijd tussen Senna en Prost bij McLaren in 1988 en 1989. Wat overeenkomt met die periode is de dominantie van één team. Red Bull is net zo oppermachtig als McLaren toen was. De overwinning van Verstappen in Hongarije betekende de elfde zege van Red Bull dit seizoen in elf races tot nu toe. De laatste race van 2022, in Abu Dhabi, werd ook gewonnen, waardoor Red Bull in Hongarije een streak van twaalf zeges op rij te pakken had. De twaalfde zege op rij door één team betekende een record in de Formule. McLaren won er in 1988 elf op een rij. Maar destijds was de strijd tussen coureurs veel spannender. Senna won zeven van die races en Prost vier. Aan het einde van het seizoen was de stand 8-7 in het voordeel van Senna. Prost en hij waren enorm aan elkaar gewaagd. Bij Red Bull was de stand na de GP in Hongarije alleen dit seizoen 9-2 in het voordeel van Verstappen en met zege van Max in de slotrace van 2022 erbij zelfs 10-2. Hier gaat de vergelijking tussen Senna en Prost in 1988 dus volledig mank. Van spanning is geen sprake meer geweest na Azerbeidzjan en de uitspraken van vader Pérez. Verstappen zegt telkens dat cijfers en statistieken hem niet interesseren, maar hij ziet de kloof met zijn teamgenoot natuurlijk ook wel. Op Silverstone, begin juli, sprak Max die absoluut hard aan zijn gekomen bij Pérez. Toen hem werd gevraagd of de slechte kwalificatie van Pérez - hij haalde alweer de derde en beslissende kwalificatieronde niet - een probleem was, zei Max: “Voor het team is het zeer belangrijk dat we ook de wereldtitel bij de constructeurs pakken, en dus allebei punten pakken. Maar ik denk dat ik dat wel alleen voor elkaar krijg...” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 68.Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
De Formule 1 droomde van een echte titelstrijd. In plaats daarvan zorgt Max Verstappen net als vorig seizoen voor een one man show, de derde wereldtitel op rij kan hem bijna niet ontgaan. Ongewild maar flink geholpen door zijn enige rivaal en teamgenoot. Omdat Sergio Perez dit seizoen alles doet wat hij vooral niet moet doen. “Dit kan best nog leuk worden.” Damon Hill, ex-wereldkampioen en tegenwoordig Formule 1-analist voor televisie, zei het in Melbourne, voor de derde Grand Prix van het jaar. Hij had het over het seizoen dat leek af te stevenen op een duel tussen twee teamgenoten. De auto van Red Bull was immers zo snel dat de andere topteams al de handdoek hadden gegooid. Zowel in Bahrein als Jeddah was er een één-tweetje voor Red Bull. Max Verstappen won in Bahrein voor teamgenoot Sergio Pérez en in Saudi-Arabië waren de rollen omgekeerd. Hill, optimistisch: “Daarmee is het seizoen niet voorbij, hoor. Er valt altijd wat te beleven als twee teamgenoten bikkelen om de titel.” We hadden even de neiging om de wereldkampioen van 1996 te geloven. Hij is immers ervaringsdeskundige. Hill: “De dynamiek is helemaal anders, als je teamgenoot je titelrivaal is. Dat doet iets met een mens. Ik herinner me dat ik in Monza kip zat te eten, en dat Jacques Villeneuve (zijn teamgenoot in ‘96) een bout van mijn bord pikte toen hij voorbij wandelde. Grapje van hem. Ik ging helemaal door het lint, dacht dat hij psychologische spelletjes speelde.” Een week eerder, tijdens de GP van Saudi- Arabië, had Max Verstappen een spelletje gespeeld. Toen de ingenieurs vreesden dat de aandrijfas van de Red Bull RB19 op het punt stond het te begeven, vroegen ze hun coureurs om het tempo te verlagen. Pérez, op dat moment aan de leiding, gehoorzaamde. Tot hij merkte dat Verstappen deed alsof zijn neus bloedde en in de laatste ronde nog de snelste tijd neerzette, goed voor een punt waarmee de Nederlander en niet Pérez de leiding in het kampioenschap greep. De woordenwisseling tussen de teamgenoten na de race en kort voordat ze het podium op gingen, was fel. Geen vertrouwen meer Het zat er natuurlijk aan te komen. Pérez en Verstappen vertrouwen elkaar dit seizoen voor geen meter. Het is een gevolg van wat in 2022 gebeurde. Verstappen en zijn entourage verdachten Pérez ervan dat hij in Monaco opzettelijk gecrasht was in de kwalificaties, zodat Max geen snellere tijd meer kon neerzetten. Perez won daardoor die race. Later in het seizoen, in Brazilië, presenteerde Verstappen de rekening. Max was al wereldkampioen, maar weigerde Perez, die goede zaken kon doen voor de tweede plek in het kampioenschap, voorbij te laten, zoals het team hem vroeg. “Nu heeft iedereen gezien hoe hij in elkaar zit,” zei een boze Pérez. Sindsdien is er vaker kwaad bloed tussen de twee. De Mexicaan, voor de start van dit seizoen: “Als Red Bull me niet op gelijke voet met Verstappen zet, dan kunnen ze vergeten dat ik voor het team rij.” En toen hij de race in Jeddah won, twitterde Checo meteen om het team te bedanken en hij sloot af met: “Meer van dat. Ik wil wereldkampioen worden.” Red Bull greep meteen in: de tweet van Perez verdween na een paar minuten plots heel even. Om dan terug te keren zonder dat laatste zinnetje. Alles willen winnen en de ander niets gunnen: veel, zo niet alle, coureurs in de Formule 1 denken zo. Allemaal hebben ze een soort aangeboren egoïsme als ze in de auto stappen. Bij Max zit dat er nog veel dieper in. “Hij laat de kaas niet van zijn boterham nemen,” zei vader Jos Verstappen al toen zijn zoon in 2015 net zijn debuut had gemaakt op zijn zeventiende. “Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte,” zei Max tijdens een interview, “hier is het ieder voor zich.” Max Verstappen: 'Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte, hier is het ieder voor zich' Verstappen paste dat motto al snel toe in zijn eerste seizoen bij Toro Rosso, toen teamgenoot Carlos Sainz net verse banden had gekregen en duidelijk sneller reed dan Max, die vlak voor hem reed. De teamleiding gaf Verstappen het bevel om zijn teamgenoot voorbij te laten. Dat was ‘strategisch beter’ liet de leiding van Toro Rosso weten. Waarop Max kurkdroog antwoordde op het verzoek met: “No.” Senna en Prost Verstappen won trouwens de derde GP van het seizoen in Melbourne. Maar twee weken later, in Bakoe, was Pérez weer de winnaar. Hij won in Azerbeidzjan niet alleen op zondag, maar ook de zogenaamde ‘sprintrace’ die voor het eerst werd georganiseerd. Vader Antonio Pérez stelde na afloop: “Mijn zoon kan dit seizoen wereldkampioen worden.” De quote ging de wereld rond en zorgde in Mexico voor collectief enthousiasme. Vader Perez is immers politicus en zit in de Mexicaanse Tweede Kamer. Hij staat erom bekend graag oneliners te gebruiken, de media nemen zijn woorden altijd snel over. Pérez werd plots gebombardeerd tot serieuze kanshebber voor de titel in Mexico. Vader Pérez stelde: “Je kunt de rivaliteit tussen Verstappen en Checo gerust vergelijken met die in de grote jaren van Ayrton Senna en Alain Prost bij McLaren.” Na de race in Bakoe was het een leuke headline. Inmiddels is het een pijnlijke uitspraak, als je de stand in het kampioenschap ziet. Maar het was bovenal een uitspraak die zijn zoon niet geholpen heeft. Terug naar de interne strijd tussen Senna en Prost bij McLaren in 1988 en 1989. Wat overeenkomt met die periode is de dominantie van één team. Red Bull is net zo oppermachtig als McLaren toen was. De overwinning van Verstappen in Hongarije betekende de elfde zege van Red Bull dit seizoen in elf races tot nu toe. De laatste race van 2022, in Abu Dhabi, werd ook gewonnen, waardoor Red Bull in Hongarije een streak van twaalf zeges op rij te pakken had. De twaalfde zege op rij door één team betekende een record in de Formule. McLaren won er in 1988 elf op een rij. Maar destijds was de strijd tussen coureurs veel spannender. Senna won zeven van die races en Prost vier. Aan het einde van het seizoen was de stand 8-7 in het voordeel van Senna. Prost en hij waren enorm aan elkaar gewaagd. Bij Red Bull was de stand na de GP in Hongarije alleen dit seizoen 9-2 in het voordeel van Verstappen en met zege van Max in de slotrace van 2022 erbij zelfs 10-2. Hier gaat de vergelijking tussen Senna en Prost in 1988 dus volledig mank. Van spanning is geen sprake meer geweest na Azerbeidzjan en de uitspraken van vader Pérez. Verstappen zegt telkens dat cijfers en statistieken hem niet interesseren, maar hij ziet de kloof met zijn teamgenoot natuurlijk ook wel. Op Silverstone, begin juli, sprak Max die absoluut hard aan zijn gekomen bij Pérez. Toen hem werd gevraagd of de slechte kwalificatie van Pérez - hij haalde alweer de derde en beslissende kwalificatieronde niet - een probleem was, zei Max: “Voor het team is het zeer belangrijk dat we ook de wereldtitel bij de constructeurs pakken, en dus allebei punten pakken. Maar ik denk dat ik dat wel alleen voor elkaar krijg...” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 68.Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Formule 1

Giedo van der Garde: ‘Wat ben ik een geluksvogel’

Aan zijn carrière in de Formule 1 kwam in 2015 een abrupt einde. Giedo van der Garde (38) had het er lang moeilijk mee, maar herpakte zich. Inmiddels is hij zakenman, vader van drie kinderen, analist bij Viaplay en racet hij nog altijd. Victoria Koblenko ging bij hem langs en sprak met hem over Jos en Max Verstappen, Nyck de Vries, echtgenote Denise en schoonvader Marcel Boekhoorn. Helingsproces Wat is jouw levensmotto? “Het leven is te kort om moeilijk te doen. Je leeft maar één keer en je moet er alles uit halen.” Heb je er altijd zo in gestaan? “Nou nee. Nadat het Formule 1-team van Sauber in 2015 besloot me niet te laten rijden en mij uitkocht, was ik wel echt de weg kwijt. Dat duurde twee jaar lang.” Ik verken in deze rubriek vaker het zwarte gat van sporters na hun carrière. Is dat wat je bedoelt? “Ik zat als coureur op mijn hoogtepunt, dacht dat ik nog zeker een paar jaar Formule 1 ging rijden. Dat liep allemaal anders. Ik was dertig en realiseerde me dat ik nooit meer terug kon komen in de Formule 1.” De rechtszaak die je aanspande tegen Sauber won je met verve en de schadevergoeding was royaal. Dat hielp niet bij de verwerking? “Ik kreeg een zak geld mee, maar dat vulde het gat niet. Ik wilde racen. En door die rechtszaak wist ik dat een nieuwe kans in de Formule 1 was verkeken.” Wat deed je in die twee jaar dat je de weg kwijt was? “Ik ben veel gekke dingen gaan doen. Ik kwam geregeld om zes uur ’s ochtends thuis, dan ging mijn vrouw Denise net naar haar werk. Vervolgens lag ik de hele dag in bed en ’s avonds ging ik weer stappen. En dat vier of vijf keer per week. Ik kon wat me was overkomen geen plek geven. Formule 1 is één grote adrenaline-rush. Toen ik die ineens niet meer kreeg, ging ik het in andere dingen zoeken. Het was een helingsproces. Ik ben in mijn eentje ook reizen gaan maken. Van Las Vegas tot Curaçao. Thuis was het moeilijk in die periode. Want het gat van het gemis van de sport kon ook niet door het gezin worden gevuld. Ik moest losgelaten worden, zodat ik weer terug op aarde kon komen.” Dat moet voor je vrouw Denise ook niet makkelijk zijn geweest. “Ja, we zijn door een moeilijke periode gegaan toen ik uit de Formule 1 werd gezet. Denise en ik waren net getrouwd. Ze had een bedrijf en ik wist tegelijkertijd niet meer waar ik stond in mijn leven. Dat heeft tijd gekost. Maar ik dacht ook: als je elkaar al zo lang kent, dan moet je eruit kunnen komen.” Wat was de succesformule om uit het gat te klimmen? “Een coach. Zij heeft me echt geholpen, had meteen door dat als ik tegenover haar zou blijven zitten om langdurig te praten, het niet op zou schieten. Ze keek het een half uur aan en nam me mee voor een wandeling door het Vondelpark. We hebben ontelbare rondjes Vondelpark gelopen.” Wat waren de grootste leermomenten? “Heb je even? Kijk, als topsporter ben je echt een egoïst. Dat egostukje moet je leren opgeven of opzij kunnen zetten. Het is fijn als er een onafhankelijke derde persoon is die dat tegen je gaat zeggen.” Kon je na die gesprekken meteen naar de toekomst kijken of moest je eerst verwerken dat je Formule 1-carrière voorbij was? “Beide. Er bleek zoveel meer te zijn dan topsport. Daarvoor zag ik dat niet door de oogkleppen die ik jarenlang droeg. Het einde van mijn carrière in de Formule 1 voelde zo abrupt, dat ik niet zag dat er meerdere mogelijkheden waren en dat ik veel meer talenten heb dan hard in een auto rijden.” Jouw schoonvader, ondernemer en investeerder Marcel Boekhoorn, schijnt zich toen van zijn beste kant te hebben laten zien, toch? “Marcel belde op en zei: ‘Het gaat niet goed met jou. Kom jij maar eens een jaartje met mij meelopen.’ Dat heb ik gedaan. Ik heb in die periode elke deal die Marcel maakte van dichtbij meegemaakt. Superleerzaam. Daardoor kreeg ik steeds meer door dat ik meer in mijn mars had dan autorijden.” Heb je veel gehuild in de periode dat je zoekende was? “Ik huil niet snel, bijna nooit. Maar bij het overlijden van de oma van Denise stond ik te huilen als een kind. Drie kwartier lang. Ik kon niet stoppen, alles kwam eruit. Toen ik naar huis reed, voelde ik me eigenlijk best lekker. Topsport is keihard, daar hoort huilen niet bij. Je krijgt een tik als je dat doet. Is dat goed? Weet ik niet. Is dat slecht? Weet ik ook niet. Je hebt een mentaliteit aangeleerd in de sport die je de rest van je leven gaat helpen. Als ik nu een zakelijke deal doe, moet ie lukken. Links- of rechtsom.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Giedo van der Garde komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Aan zijn carrière in de Formule 1 kwam in 2015 een abrupt einde. Giedo van der Garde (38) had het er lang moeilijk mee, maar herpakte zich. Inmiddels is hij zakenman, vader van drie kinderen, analist bij Viaplay en racet hij nog altijd. Victoria Koblenko ging bij hem langs en sprak met hem over Jos en Max Verstappen, Nyck de Vries, echtgenote Denise en schoonvader Marcel Boekhoorn. Helingsproces Wat is jouw levensmotto? “Het leven is te kort om moeilijk te doen. Je leeft maar één keer en je moet er alles uit halen.” Heb je er altijd zo in gestaan? “Nou nee. Nadat het Formule 1-team van Sauber in 2015 besloot me niet te laten rijden en mij uitkocht, was ik wel echt de weg kwijt. Dat duurde twee jaar lang.” Ik verken in deze rubriek vaker het zwarte gat van sporters na hun carrière. Is dat wat je bedoelt? “Ik zat als coureur op mijn hoogtepunt, dacht dat ik nog zeker een paar jaar Formule 1 ging rijden. Dat liep allemaal anders. Ik was dertig en realiseerde me dat ik nooit meer terug kon komen in de Formule 1.” De rechtszaak die je aanspande tegen Sauber won je met verve en de schadevergoeding was royaal. Dat hielp niet bij de verwerking? “Ik kreeg een zak geld mee, maar dat vulde het gat niet. Ik wilde racen. En door die rechtszaak wist ik dat een nieuwe kans in de Formule 1 was verkeken.” Wat deed je in die twee jaar dat je de weg kwijt was? “Ik ben veel gekke dingen gaan doen. Ik kwam geregeld om zes uur ’s ochtends thuis, dan ging mijn vrouw Denise net naar haar werk. Vervolgens lag ik de hele dag in bed en ’s avonds ging ik weer stappen. En dat vier of vijf keer per week. Ik kon wat me was overkomen geen plek geven. Formule 1 is één grote adrenaline-rush. Toen ik die ineens niet meer kreeg, ging ik het in andere dingen zoeken. Het was een helingsproces. Ik ben in mijn eentje ook reizen gaan maken. Van Las Vegas tot Curaçao. Thuis was het moeilijk in die periode. Want het gat van het gemis van de sport kon ook niet door het gezin worden gevuld. Ik moest losgelaten worden, zodat ik weer terug op aarde kon komen.” Dat moet voor je vrouw Denise ook niet makkelijk zijn geweest. “Ja, we zijn door een moeilijke periode gegaan toen ik uit de Formule 1 werd gezet. Denise en ik waren net getrouwd. Ze had een bedrijf en ik wist tegelijkertijd niet meer waar ik stond in mijn leven. Dat heeft tijd gekost. Maar ik dacht ook: als je elkaar al zo lang kent, dan moet je eruit kunnen komen.” Wat was de succesformule om uit het gat te klimmen? “Een coach. Zij heeft me echt geholpen, had meteen door dat als ik tegenover haar zou blijven zitten om langdurig te praten, het niet op zou schieten. Ze keek het een half uur aan en nam me mee voor een wandeling door het Vondelpark. We hebben ontelbare rondjes Vondelpark gelopen.” Wat waren de grootste leermomenten? “Heb je even? Kijk, als topsporter ben je echt een egoïst. Dat egostukje moet je leren opgeven of opzij kunnen zetten. Het is fijn als er een onafhankelijke derde persoon is die dat tegen je gaat zeggen.” Kon je na die gesprekken meteen naar de toekomst kijken of moest je eerst verwerken dat je Formule 1-carrière voorbij was? “Beide. Er bleek zoveel meer te zijn dan topsport. Daarvoor zag ik dat niet door de oogkleppen die ik jarenlang droeg. Het einde van mijn carrière in de Formule 1 voelde zo abrupt, dat ik niet zag dat er meerdere mogelijkheden waren en dat ik veel meer talenten heb dan hard in een auto rijden.” Jouw schoonvader, ondernemer en investeerder Marcel Boekhoorn, schijnt zich toen van zijn beste kant te hebben laten zien, toch? “Marcel belde op en zei: ‘Het gaat niet goed met jou. Kom jij maar eens een jaartje met mij meelopen.’ Dat heb ik gedaan. Ik heb in die periode elke deal die Marcel maakte van dichtbij meegemaakt. Superleerzaam. Daardoor kreeg ik steeds meer door dat ik meer in mijn mars had dan autorijden.” Heb je veel gehuild in de periode dat je zoekende was? “Ik huil niet snel, bijna nooit. Maar bij het overlijden van de oma van Denise stond ik te huilen als een kind. Drie kwartier lang. Ik kon niet stoppen, alles kwam eruit. Toen ik naar huis reed, voelde ik me eigenlijk best lekker. Topsport is keihard, daar hoort huilen niet bij. Je krijgt een tik als je dat doet. Is dat goed? Weet ik niet. Is dat slecht? Weet ik ook niet. Je hebt een mentaliteit aangeleerd in de sport die je de rest van je leven gaat helpen. Als ik nu een zakelijke deal doe, moet ie lukken. Links- of rechtsom.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Giedo van der Garde komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Windsurfen

Kiran Badloe: ‘Ik wil iets unieks doen’

Kiran Badloe (28) won in 2021 olympisch goud als windsurfer. Daarna maakte hij de overstap naar de nieuwe olympische iQFoil-klasse. Kiran heeft letterlijk en figuurlijk een transformatie ondergaan, zo is hij ruim twintig kilo aangekomen. Na de laatste olympisch kampioen in de RS:X zou hij dolgraag de eerste gouden olympische plak als foiler pakken. In aanloop naar het WK in Den Haag (10-20 augustus) doet hij zijn verhaal. Nieuw lichaam “Vergelijk het met een langebaanschaatser die de overstap maakt naar het shorttracken. Die stapt in een andere wereld. Je trekt voor allebei de takken van sport schaatsen aan, maar daar houdt zo’n beetje de vergelijking op. Of neem een wegwielrenner die ineens besluit te gaan BMX’en. Je moet op allebei de fietsen trappen, maar verder is het totaal anders. Of een atleet die de overstap maakt van de 200 meter naar de 400 meter horden. Zo moet je mijn overstap van de RS:X-klasse naar de iQFoil- klasse ook zien. Ik vaar met een andere plank, met ander materiaal. Met windsurfen moest ik mijn board door het water sturen en nu zweef ik met mijn plank boven het water. Daar komen heel andere technieken bij kijken. Ik moet mijn zeil op een andere manier trimmen en doordat we met een hogere snelheid varen, moet ik ook de wind anders ‘lezen’ dan voorheen. En voor het foilen ben ik ook ruim twintig kilo aangekomen. Voorheen moest ik mijn board niet te diep in het water drukken, dat gaf te veel weerstand. Nu ik boven het water zweef, is het juist goed om de foil, het uitsteeksel onder de plank, in het water te drukken. De foil wil door de snelheid en de wind juist alleen maar het water uit. Je hebt gewicht nodig om dat tegen te houden, om tegendruk te geven. Mijn coach Aaron McIntosh zag dat de zwaardere jongens harder gingen, dus we wisten wat me te doen stond. Op de Spelen in Tokio woog ik rond de zeventig kilo en nu ben ik 94 kilo. En dat heb ik niet voor elkaar gekregen door dagelijks bij de McDonald’s te zitten. Ik heb het gedaan met veel krachttraining en door juist gezond te eten. Voorheen leefde ik op een paar eitjes, toast, avocado en een glaasje sap. Na mijn overstap ben ik vooral veel meer gaan eten, diëtisten zagen erop toe dat het op een verantwoorde manier gebeurde. Elke twee of drie uur moest ik wat eten. Veel koolhydraten en proteïnen. Ik heb heel wat eieren gegeten. En bakken havermout. In het begin protesteerde m’n lichaam ook wel, ik was niet gewend om zoveel te eten. Vaak had ik geen honger, maar moest ik toch eten. Ik gooide voor mijn ontbijt ook vaak een deel in de blender, als shake kreeg ik het sneller en beter weg. Ik heb ook een heel nieuwe garderobe aan moeten schaffen. Mijn vriendin Nicky kreeg qua uiterlijk een heel nieuwe vriend. Ik moest er even aan wennen als ik mezelf in de spiegel zag, maar ben er nu aan gewend. Ik merk dat het lichaam dat ik nu heb ook veel beter bij me past. Nicky en mijn ouders vinden het ook beter voor me hoe ik er nu uitzie. Ik ben 1,96 meter en ben jarenlang wel heel erg licht geweest. Dat was jarenlang ‘normaal’, maar eigenlijk zag ik er ongezond uit, ik was zo mager. Op foto’s van mij in aanloop naar de Spelen, toen ik toch nog even twee kilo lichter wilde zijn dan ik gewend was, zie je elk botje. Niet dat ik anorexia had, maar zwaar ondergewicht kun je het wel noemen. Ik had sinds mijn veertiende een routine wat eten betreft waardoor ik precies op mijn ideale gewicht voor de RS:X-klasse bleef. Ik kon af en toe gerust snoepen, omdat ik in de zon en tijdens trainingen toch heel veel calorieën verbrandde. Pas de afgelopen periode, waarin ik zwaarder werd, heb ik gemerkt dat ik jarenlang veel van mijn lichaam heb geëist. Ik merk dat ik veel minder slaap nodig heb, waar ik voorheen altijd powernaps nodig had om de dag door te komen. Ik was ook best vaak ziek. Als ergens de airco had aangestaan, dan kon ik daar al last van krijgen. Mijn weerstand is jarenlang gewoon heel laag geweest. Lange tijd wist ik niet beter. Ik dacht: ik ben topsporter, dus ik vraag veel van mijn lichaam en heb meer slaap nodig dan gemiddeld. Ik heb nu meer reserves en dat voelt goed. Afgesloten hoofdstuk Ik krijg vaak de vraag of ik het niet jammer vind dat de RS:X-klasse niet langer olympisch is. Ik had nog een paar jaar kunnen domineren als windsurfer, maar als ik heel eerlijk ben, denk ik dat ik zou zijn gestopt als alles hetzelfde zou zijn gebleven. Ik ben ooit gaan windsurfen met de droom om op een dag de beste van de wereld te zijn. Met Dorian van Rijsselberghe en onze coach Aaron hebben we de RS:X-klasse jarenlang gedomineerd. Ik won drie wereldtitels op rij, twee Europese titels en sloot af met de olympische titel. Fantastisch. Ik had alles bereikt wat ik wilde. Maar ik merkte ook al dat ik in aanloop naar de Spelen in Tokio was uitgeleerd als windsurfer. En juist uit het leren van nieuwe dingen haalde ik altijd zoveel plezier. Ik was klaar voor een nieuwe stap. Dat gold ook voor Dorian en Aaron. Het was niet voor niets dat wij met z’n drieën de lobby zijn gestart om het foilen de olympische status te bezorgen. We deden het al een tijdje voor de lol, vonden het alle drie eigenlijk mooier om te doen dan windsurfen. We hebben het bedrijf benaderd dat ons materiaal altijd verzorgde en Antonio, een bevriende advocaat, heeft geholpen om dingen op papier te zetten. Dorian en ik zijn met het materiaal aan de slag gegaan. Uiteindelijk hebben we ons idee om van foilen de nieuwe olympische klasse te maken gepresenteerd. Als je ziet hoeveel kinderen nu aan het foilen zijn, waar je voorheen steeds minder kinderen zag windsurfen; geweldig. In 2019 werd duidelijk dat foilen olympisch zou worden op de Spelen van 2024. Ik stond te popelen om de overstap te maken, maar moest eerst nog een jaar door met de RS:X. Toen de Spelen door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld, werden dat er zelfs twee. Ik vond het mentaal zwaar, dacht vaak: mijn vrienden zijn al aan het foilen, zijn allemaal nieuwe dingen aan het leren en hebben een heel leuke tijd. Met Aaron – Dorian stopte toen duidelijk werd dat ik naar de Spelen mocht – was ik bezig aan een repeterend geheel. Ik wilde dolgraag olympisch goud winnen, dat ontbrak nog, vond het ook echt nog wel leuk om daarvoor te gaan, maar ik merkte ook dat ik de uitdaging miste van nieuwe dingen leren. Het voelde voor mij in aanloop naar de Spelen in Tokio vaak echt zo dat ik bezig was dat laatste vinkje te kunnen zetten. Na de Spelen was RS:X een afgesloten hoofdstuk voor me. Ik heb daarna nooit meer op die plank gestaan. Sterker: ik begreep dat het zeil waarmee ik voer tijdens de Spelen is verkocht aan een Zwitser. Materiaal voor de jeugd werd opgeruimd door de bond en daar bleek mijn olympische zeil dus ook tussen te zitten... Neemt niet weg dat ik natuurlijk met veel voldoening terugkijk op de hele RS:X-periode. We wilden niet alleen winnen, maar ook domineren. Dat is gelukt en geeft rust. Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Kiran Badloe (28) won in 2021 olympisch goud als windsurfer. Daarna maakte hij de overstap naar de nieuwe olympische iQFoil-klasse. Kiran heeft letterlijk en figuurlijk een transformatie ondergaan, zo is hij ruim twintig kilo aangekomen. Na de laatste olympisch kampioen in de RS:X zou hij dolgraag de eerste gouden olympische plak als foiler pakken. In aanloop naar het WK in Den Haag (10-20 augustus) doet hij zijn verhaal. Nieuw lichaam “Vergelijk het met een langebaanschaatser die de overstap maakt naar het shorttracken. Die stapt in een andere wereld. Je trekt voor allebei de takken van sport schaatsen aan, maar daar houdt zo’n beetje de vergelijking op. Of neem een wegwielrenner die ineens besluit te gaan BMX’en. Je moet op allebei de fietsen trappen, maar verder is het totaal anders. Of een atleet die de overstap maakt van de 200 meter naar de 400 meter horden. Zo moet je mijn overstap van de RS:X-klasse naar de iQFoil- klasse ook zien. Ik vaar met een andere plank, met ander materiaal. Met windsurfen moest ik mijn board door het water sturen en nu zweef ik met mijn plank boven het water. Daar komen heel andere technieken bij kijken. Ik moet mijn zeil op een andere manier trimmen en doordat we met een hogere snelheid varen, moet ik ook de wind anders ‘lezen’ dan voorheen. En voor het foilen ben ik ook ruim twintig kilo aangekomen. Voorheen moest ik mijn board niet te diep in het water drukken, dat gaf te veel weerstand. Nu ik boven het water zweef, is het juist goed om de foil, het uitsteeksel onder de plank, in het water te drukken. De foil wil door de snelheid en de wind juist alleen maar het water uit. Je hebt gewicht nodig om dat tegen te houden, om tegendruk te geven. Mijn coach Aaron McIntosh zag dat de zwaardere jongens harder gingen, dus we wisten wat me te doen stond. Op de Spelen in Tokio woog ik rond de zeventig kilo en nu ben ik 94 kilo. En dat heb ik niet voor elkaar gekregen door dagelijks bij de McDonald’s te zitten. Ik heb het gedaan met veel krachttraining en door juist gezond te eten. Voorheen leefde ik op een paar eitjes, toast, avocado en een glaasje sap. Na mijn overstap ben ik vooral veel meer gaan eten, diëtisten zagen erop toe dat het op een verantwoorde manier gebeurde. Elke twee of drie uur moest ik wat eten. Veel koolhydraten en proteïnen. Ik heb heel wat eieren gegeten. En bakken havermout. In het begin protesteerde m’n lichaam ook wel, ik was niet gewend om zoveel te eten. Vaak had ik geen honger, maar moest ik toch eten. Ik gooide voor mijn ontbijt ook vaak een deel in de blender, als shake kreeg ik het sneller en beter weg. Ik heb ook een heel nieuwe garderobe aan moeten schaffen. Mijn vriendin Nicky kreeg qua uiterlijk een heel nieuwe vriend. Ik moest er even aan wennen als ik mezelf in de spiegel zag, maar ben er nu aan gewend. Ik merk dat het lichaam dat ik nu heb ook veel beter bij me past. Nicky en mijn ouders vinden het ook beter voor me hoe ik er nu uitzie. Ik ben 1,96 meter en ben jarenlang wel heel erg licht geweest. Dat was jarenlang ‘normaal’, maar eigenlijk zag ik er ongezond uit, ik was zo mager. Op foto’s van mij in aanloop naar de Spelen, toen ik toch nog even twee kilo lichter wilde zijn dan ik gewend was, zie je elk botje. Niet dat ik anorexia had, maar zwaar ondergewicht kun je het wel noemen. Ik had sinds mijn veertiende een routine wat eten betreft waardoor ik precies op mijn ideale gewicht voor de RS:X-klasse bleef. Ik kon af en toe gerust snoepen, omdat ik in de zon en tijdens trainingen toch heel veel calorieën verbrandde. Pas de afgelopen periode, waarin ik zwaarder werd, heb ik gemerkt dat ik jarenlang veel van mijn lichaam heb geëist. Ik merk dat ik veel minder slaap nodig heb, waar ik voorheen altijd powernaps nodig had om de dag door te komen. Ik was ook best vaak ziek. Als ergens de airco had aangestaan, dan kon ik daar al last van krijgen. Mijn weerstand is jarenlang gewoon heel laag geweest. Lange tijd wist ik niet beter. Ik dacht: ik ben topsporter, dus ik vraag veel van mijn lichaam en heb meer slaap nodig dan gemiddeld. Ik heb nu meer reserves en dat voelt goed. Afgesloten hoofdstuk Ik krijg vaak de vraag of ik het niet jammer vind dat de RS:X-klasse niet langer olympisch is. Ik had nog een paar jaar kunnen domineren als windsurfer, maar als ik heel eerlijk ben, denk ik dat ik zou zijn gestopt als alles hetzelfde zou zijn gebleven. Ik ben ooit gaan windsurfen met de droom om op een dag de beste van de wereld te zijn. Met Dorian van Rijsselberghe en onze coach Aaron hebben we de RS:X-klasse jarenlang gedomineerd. Ik won drie wereldtitels op rij, twee Europese titels en sloot af met de olympische titel. Fantastisch. Ik had alles bereikt wat ik wilde. Maar ik merkte ook al dat ik in aanloop naar de Spelen in Tokio was uitgeleerd als windsurfer. En juist uit het leren van nieuwe dingen haalde ik altijd zoveel plezier. Ik was klaar voor een nieuwe stap. Dat gold ook voor Dorian en Aaron. Het was niet voor niets dat wij met z’n drieën de lobby zijn gestart om het foilen de olympische status te bezorgen. We deden het al een tijdje voor de lol, vonden het alle drie eigenlijk mooier om te doen dan windsurfen. We hebben het bedrijf benaderd dat ons materiaal altijd verzorgde en Antonio, een bevriende advocaat, heeft geholpen om dingen op papier te zetten. Dorian en ik zijn met het materiaal aan de slag gegaan. Uiteindelijk hebben we ons idee om van foilen de nieuwe olympische klasse te maken gepresenteerd. Als je ziet hoeveel kinderen nu aan het foilen zijn, waar je voorheen steeds minder kinderen zag windsurfen; geweldig. In 2019 werd duidelijk dat foilen olympisch zou worden op de Spelen van 2024. Ik stond te popelen om de overstap te maken, maar moest eerst nog een jaar door met de RS:X. Toen de Spelen door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld, werden dat er zelfs twee. Ik vond het mentaal zwaar, dacht vaak: mijn vrienden zijn al aan het foilen, zijn allemaal nieuwe dingen aan het leren en hebben een heel leuke tijd. Met Aaron – Dorian stopte toen duidelijk werd dat ik naar de Spelen mocht – was ik bezig aan een repeterend geheel. Ik wilde dolgraag olympisch goud winnen, dat ontbrak nog, vond het ook echt nog wel leuk om daarvoor te gaan, maar ik merkte ook dat ik de uitdaging miste van nieuwe dingen leren. Het voelde voor mij in aanloop naar de Spelen in Tokio vaak echt zo dat ik bezig was dat laatste vinkje te kunnen zetten. Na de Spelen was RS:X een afgesloten hoofdstuk voor me. Ik heb daarna nooit meer op die plank gestaan. Sterker: ik begreep dat het zeil waarmee ik voer tijdens de Spelen is verkocht aan een Zwitser. Materiaal voor de jeugd werd opgeruimd door de bond en daar bleek mijn olympische zeil dus ook tussen te zitten... Neemt niet weg dat ik natuurlijk met veel voldoening terugkijk op de hele RS:X-periode. We wilden niet alleen winnen, maar ook domineren. Dat is gelukt en geeft rust. Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met, Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Formule 1

Nyck de Vries: ‘Het gaat nu pas echt beginnen’

Nyck de Vries leeft zijn droom. Van jongs af aan was het grote doel de Formule 1 halen en op zijn 28ste is het dan eindelijk gelukt om een van de schaarse stoeltjes te bemachtigen. Helden ging op bezoek bij de coureur van AlphaTauri in zijn woonplaats Monaco. “Ik vind het vooral mooi dat mijn verhaal een sprookjesachtig vervolg heeft gekregen.” Zijn status is in korte tijd flink veranderd, maar de glimlach op zijn gezicht is dat niet. Met een door zijn zus Seychelle ontworpen cap met ‘zijn’ nummer 21 gaat Nyck de Vries op het terras van Cova Café in Monaco zitten. Het restaurant aan Avenue Princesse Grace is eigendom van Flavio Briatore, vertelt Nyck. De Italiaanse zakenman was directeur van modemerk Benetton en jarenlang teambaas van eerst Formule 1-team Benetton, waarvoor Michael Schumacher twee van zijn in totaal zeven wereldtitels pakte, en daarna Renault. Nyck woont sinds drie jaar in het vorstendom, ook het territorium van veel Formule 1-coureurs. “Ik voel me hier heel erg thuis. Het klinkt best raar, maar Monaco voelt voor mij niet veel anders dan Friesland. Eigenlijk is het een veilig, besloten dorp, net als waar ik ben opgegroeid. Iedereen kent elkaar hier, op straat kom ik veel bekenden tegen. Het klimaat is alleen een tikkeltje anders dan in Friesland. Iedereen heeft een bepaald beeld bij Monaco, maar ik vind dat je hier heel relaxed je eigen ding kunt doen.” Sinds kort is de 28-jarige Fries, geboren in Uitwellingerga – een dorpje met 350 inwoners nabij Sneek –, in het bezit van een van de twintig stoeltjes in de koningsklasse van de autosport. Hij komt uit voor AlphaTauri, het zusterteam van Red Bull Racing, waarvoor Max Verstappen de afgelopen twee seizoenen wereldkampioen werd. Nyck is in een nieuwe wereld gestapt, een waar hij van jongs af aan op heeft gejaagd. Hij is razend druk, maar klagen hoor je hem niet. “Ik zal een indruk geven hoe mijn dagen eruitzien,” zegt hij vrolijk. Hij pakt zijn telefoon en laat zijn agenda zien. Die zit vol met blokken van verschillende kleuren. Na een tijdje scrollen blijkt hij pas in mei voor het eerst een dag tegen te komen die nog helemaal blanco is. Even terug naar Friesland is er voorlopig dus niet bij, bevestigt Nyck terwijl hij een slok van zijn cappuccino neemt. De secretaresse van Mercedes-teambaas Toto Wolff loopt langs en komt een knuffel geven. Tot vorig jaar was Mercedes de werkgever van Nyck, hij was testcoureur voor de F1-renstal van het automerk en werd in 2021 wereldkampioen Formule E. Wolff riep destijds dat Nyck een stoeltje in de Formule 1 verdiende, al kon hij die hem zelf niet geven. Al jarenlang was het grote talent van Nyck, die op zijn vierde al door zijn vader en voormalig toerwagencoureur Hendrik Jan gemotiveerd werd in een kart te stappen, bekend. Als jochie won hij al alles wat er te winnen viel in de kart. Begin 2010, vlak voor zijn vijftiende verjaardag, werd hij opgepikt door raceteam McLaren, dat hem in zijn Young Driver Programme opnam. Ook zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton maakte ooit deel uit van dat programma. Negen jaar lang stond hij onder contract van McLaren, boekte in die tijd goede resultaten in de Formule Renault en de GP3. In 2019 werd hij in de Formule 2 wereldkampioen, normaal gesproken betekent die titel automatisch een stoeltje in de Formule 1, maar niet voor Nyck. Hij stapte eind 2019 over naar Mercedes, werd een jaar later dus wereldkampioen in de Formule E, maar opnieuw moest hij geduld hebben. Tot dit jaar. Na zijn debuut in de Formule 1 in september vorig jaar, als invaller voor Williams-coureur Alexander Albon, reed hij meteen naar een negende plek. Nyck finishte ruim voor vaste Williams-rijder Nicholas Latifi en werd door fans wereldwijd gekozen als Driver of the Day. Veel collega’s riepen dat Nyck echt een F1-stoeltje verdiende. Op zijn 28ste is hij dan toch rookie in de Formule 1. It has been a long ride. Roze wolk Waar was je toen je hoorde dat je een stoeltje bij AlphaTauri kreeg? Lachend: “Er was niet een specifiek moment waarop iemand zei: Nyck, gefeliciteerd, jij krijgt dat stoeltje. Dat is ook niet gebruikelijk in onze wereld. Je komt in een proces en lange tijd is onzeker of ik dat stoeltje ook werkelijk zou krijgen. Aan m’n water voelde ik telkens dat de kans groter werd dat het goed zou komen. Toen ik werd uitgenodigd om naar Red Bull in Oostenrijk te komen, dacht ik: nu wordt het echt serieus. Niet veel later zat ik op de fiets in de sportschool, hier iets verderop, toen Pierre Gasly me facetimede. We hebben hetzelfde management en Pierre vertelde dat hij vertrok bij AlphaTauri en naar Alpine ging. Ik wist op dat moment dat de grote puzzel in elkaar aan het vallen was. Eind september wist ik het echt, begin oktober werd het uiteindelijk bekendgemaakt.” Je bent 28, voelde het voor jou als nu of nooit wat betreft een plekje in de Formule 1? “Ik ben al zo vaak in the picture geweest. Er waren momenten dat ik dacht dat het nooit zou gaan gebeuren, maar ondertussen bleef ik dromen en hopen. Ik had telkens een halve voet tussen de deur van de Formule 1 en al die tijd was er dus een kans. Als het nu niet was gebeurd, dan was het misschien nooit gebeurd. Maar tegelijkertijd: dat heb ik al drie keer eerder gedacht. Toen ik wereldkampioen Formule 2 en Formule E was, hoopte ik ook dat het voldoende momentum genereerde om een kans af te dwingen.” Heb je getwijfeld of je ooit een kans zou krijgen? “Ik heb eigenlijk vaker gedacht dat ik die kans niet zou krijgen dan wel, maar in mij zit dat ik maar een heel klein beetje hoop hoef te hebben om niet op te geven.” Jij bent wel het toonbeeld van iemand die nooit opgeeft, die ondanks alles zijn koers is blijven varen. Lachend: “Achteraf kun je dat makkelijk zeggen. Ik vind het vooral mooi dat mijn verhaal een sprookjesachtig vervolg heeft gekregen. Als dat niet het geval was geweest, dan had ik ook een mooie carrière gehad, maar dan had het toch als niet compleet gevoeld. Dan had je altijd kunnen denken: we hebben het altijd over de Formule 1 gehad bij Nyck, maar het is nooit werkelijkheid geworden. Ik ben heel dankbaar dat ik nu de kans krijg om mijn verhaal een vervolg te geven.” Hoe heb je gevierd dat je het stoeltje bij AlphaTauri binnen had?  “Mijn zusje was als verrassing overgekomen. Mijn vader was op dat moment in Zuid-Frankrijk op bezoek bij kennissen met wie wij altijd gingen skiën en mijn beste maatje was op dat moment ook in de buurt. We zijn hier lekker gaan eten met een grote groep. Op dat moment was het trouwens nog niet definitief, maar we wisten dat het eigenlijk niet meer mis kon gaan.” 'Max Verstappen heeft het vast weleens over me gehad en heeft zeker een goed woordje voor me gedaan' Je vader en zusje hebben het hele traject met jou doorlopen. Van jongs af aan ben jij met hen naar races in het buitenland gegaan met de gedeelde droom dat je op een dag de Formule 1 zou bereiken. Stonden jullie daarbij stil tijdens dat etentje? “Zij hebben die reis natuurlijk helemaal met me meegemaakt, maar tijdens dat etentje hebben we daar niet uitgebreid over gesproken. Wij zijn niet van die hele grote praters, in ons zit ook niet dat we elkaar ophemelen. Maar ik voel wel heel erg dat voor ons de cirkel nu rond is. De afgelopen jaren heb ik mijn professionele carrière in de autosport opgebouwd en dat deed ik toch voor een groot gedeelte alleen. Ik bouwde mijn leven op hier in Monaco. Mijn vader en zus waren er op de achtergrond om mij te steunen, maar de noodzaak om support te hebben was iets minder. Maar wat ik nu meemaak, is zo intensief dat ik hen weer echt nodig heb. Zoals het ook het geval was toen ik net begon en we met z’n drieën naar de races gingen. Mijn zusje werkt nauw samen met mijn management, doet mijn merchandise en is bezig het merk Nyck uit te bouwen met een groep mensen die zij om zich heen heeft verzameld. De cap die ik nu draag is een sample. Mijn vader is altijd mijn grootste klankbord geweest. Nu het heel intens is wat ik meemaak, heb ik hem wat meer nodig. Ik ben, op vier dagen met kerst na, het afgelopen jaar denk ik maar één dag in Friesland geweest, maar gelukkig komen mijn vader en zusje vaak naar mij toe, dat is praktischer.” Je ouders zijn op voor jou jonge leeftijd gescheiden. Speelt je moeder ook een rol in het leven dat je nu leidt? “We zijn opgegroeid bij onze vader, mijn moeder heeft nooit echt onderdeel uitgemaakt van ons team. Speelt ze een rol? Ze is mijn moeder, we hebben af en toe contact en dan is het goed.” Wat kwam er op je af nadat duidelijk werd dat je een stoeltje bij AlphaTauri kreeg? “Ik heb een paar maanden op een roze wolk geleefd. Iedereen was enthousiast. Maar op een gegeven moment moest ik verder. Het is 2023, vanaf nu draait het alleen nog maar om presteren in de Formule 1. Het gaat nu echt beginnen.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nyck de Vries komt voort uit Helden Magazine 66. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nyck de Vries leeft zijn droom. Van jongs af aan was het grote doel de Formule 1 halen en op zijn 28ste is het dan eindelijk gelukt om een van de schaarse stoeltjes te bemachtigen. Helden ging op bezoek bij de coureur van AlphaTauri in zijn woonplaats Monaco. “Ik vind het vooral mooi dat mijn verhaal een sprookjesachtig vervolg heeft gekregen.” Zijn status is in korte tijd flink veranderd, maar de glimlach op zijn gezicht is dat niet. Met een door zijn zus Seychelle ontworpen cap met ‘zijn’ nummer 21 gaat Nyck de Vries op het terras van Cova Café in Monaco zitten. Het restaurant aan Avenue Princesse Grace is eigendom van Flavio Briatore, vertelt Nyck. De Italiaanse zakenman was directeur van modemerk Benetton en jarenlang teambaas van eerst Formule 1-team Benetton, waarvoor Michael Schumacher twee van zijn in totaal zeven wereldtitels pakte, en daarna Renault. Nyck woont sinds drie jaar in het vorstendom, ook het territorium van veel Formule 1-coureurs. “Ik voel me hier heel erg thuis. Het klinkt best raar, maar Monaco voelt voor mij niet veel anders dan Friesland. Eigenlijk is het een veilig, besloten dorp, net als waar ik ben opgegroeid. Iedereen kent elkaar hier, op straat kom ik veel bekenden tegen. Het klimaat is alleen een tikkeltje anders dan in Friesland. Iedereen heeft een bepaald beeld bij Monaco, maar ik vind dat je hier heel relaxed je eigen ding kunt doen.” Sinds kort is de 28-jarige Fries, geboren in Uitwellingerga – een dorpje met 350 inwoners nabij Sneek –, in het bezit van een van de twintig stoeltjes in de koningsklasse van de autosport. Hij komt uit voor AlphaTauri, het zusterteam van Red Bull Racing, waarvoor Max Verstappen de afgelopen twee seizoenen wereldkampioen werd. Nyck is in een nieuwe wereld gestapt, een waar hij van jongs af aan op heeft gejaagd. Hij is razend druk, maar klagen hoor je hem niet. “Ik zal een indruk geven hoe mijn dagen eruitzien,” zegt hij vrolijk. Hij pakt zijn telefoon en laat zijn agenda zien. Die zit vol met blokken van verschillende kleuren. Na een tijdje scrollen blijkt hij pas in mei voor het eerst een dag tegen te komen die nog helemaal blanco is. Even terug naar Friesland is er voorlopig dus niet bij, bevestigt Nyck terwijl hij een slok van zijn cappuccino neemt. De secretaresse van Mercedes-teambaas Toto Wolff loopt langs en komt een knuffel geven. Tot vorig jaar was Mercedes de werkgever van Nyck, hij was testcoureur voor de F1-renstal van het automerk en werd in 2021 wereldkampioen Formule E. Wolff riep destijds dat Nyck een stoeltje in de Formule 1 verdiende, al kon hij die hem zelf niet geven. Al jarenlang was het grote talent van Nyck, die op zijn vierde al door zijn vader en voormalig toerwagencoureur Hendrik Jan gemotiveerd werd in een kart te stappen, bekend. Als jochie won hij al alles wat er te winnen viel in de kart. Begin 2010, vlak voor zijn vijftiende verjaardag, werd hij opgepikt door raceteam McLaren, dat hem in zijn Young Driver Programme opnam. Ook zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton maakte ooit deel uit van dat programma. Negen jaar lang stond hij onder contract van McLaren, boekte in die tijd goede resultaten in de Formule Renault en de GP3. In 2019 werd hij in de Formule 2 wereldkampioen, normaal gesproken betekent die titel automatisch een stoeltje in de Formule 1, maar niet voor Nyck. Hij stapte eind 2019 over naar Mercedes, werd een jaar later dus wereldkampioen in de Formule E, maar opnieuw moest hij geduld hebben. Tot dit jaar. Na zijn debuut in de Formule 1 in september vorig jaar, als invaller voor Williams-coureur Alexander Albon, reed hij meteen naar een negende plek. Nyck finishte ruim voor vaste Williams-rijder Nicholas Latifi en werd door fans wereldwijd gekozen als Driver of the Day. Veel collega’s riepen dat Nyck echt een F1-stoeltje verdiende. Op zijn 28ste is hij dan toch rookie in de Formule 1. It has been a long ride. Roze wolk Waar was je toen je hoorde dat je een stoeltje bij AlphaTauri kreeg? Lachend: “Er was niet een specifiek moment waarop iemand zei: Nyck, gefeliciteerd, jij krijgt dat stoeltje. Dat is ook niet gebruikelijk in onze wereld. Je komt in een proces en lange tijd is onzeker of ik dat stoeltje ook werkelijk zou krijgen. Aan m’n water voelde ik telkens dat de kans groter werd dat het goed zou komen. Toen ik werd uitgenodigd om naar Red Bull in Oostenrijk te komen, dacht ik: nu wordt het echt serieus. Niet veel later zat ik op de fiets in de sportschool, hier iets verderop, toen Pierre Gasly me facetimede. We hebben hetzelfde management en Pierre vertelde dat hij vertrok bij AlphaTauri en naar Alpine ging. Ik wist op dat moment dat de grote puzzel in elkaar aan het vallen was. Eind september wist ik het echt, begin oktober werd het uiteindelijk bekendgemaakt.” Je bent 28, voelde het voor jou als nu of nooit wat betreft een plekje in de Formule 1? “Ik ben al zo vaak in the picture geweest. Er waren momenten dat ik dacht dat het nooit zou gaan gebeuren, maar ondertussen bleef ik dromen en hopen. Ik had telkens een halve voet tussen de deur van de Formule 1 en al die tijd was er dus een kans. Als het nu niet was gebeurd, dan was het misschien nooit gebeurd. Maar tegelijkertijd: dat heb ik al drie keer eerder gedacht. Toen ik wereldkampioen Formule 2 en Formule E was, hoopte ik ook dat het voldoende momentum genereerde om een kans af te dwingen.” Heb je getwijfeld of je ooit een kans zou krijgen? “Ik heb eigenlijk vaker gedacht dat ik die kans niet zou krijgen dan wel, maar in mij zit dat ik maar een heel klein beetje hoop hoef te hebben om niet op te geven.” Jij bent wel het toonbeeld van iemand die nooit opgeeft, die ondanks alles zijn koers is blijven varen. Lachend: “Achteraf kun je dat makkelijk zeggen. Ik vind het vooral mooi dat mijn verhaal een sprookjesachtig vervolg heeft gekregen. Als dat niet het geval was geweest, dan had ik ook een mooie carrière gehad, maar dan had het toch als niet compleet gevoeld. Dan had je altijd kunnen denken: we hebben het altijd over de Formule 1 gehad bij Nyck, maar het is nooit werkelijkheid geworden. Ik ben heel dankbaar dat ik nu de kans krijg om mijn verhaal een vervolg te geven.” Hoe heb je gevierd dat je het stoeltje bij AlphaTauri binnen had?  “Mijn zusje was als verrassing overgekomen. Mijn vader was op dat moment in Zuid-Frankrijk op bezoek bij kennissen met wie wij altijd gingen skiën en mijn beste maatje was op dat moment ook in de buurt. We zijn hier lekker gaan eten met een grote groep. Op dat moment was het trouwens nog niet definitief, maar we wisten dat het eigenlijk niet meer mis kon gaan.” 'Max Verstappen heeft het vast weleens over me gehad en heeft zeker een goed woordje voor me gedaan' Je vader en zusje hebben het hele traject met jou doorlopen. Van jongs af aan ben jij met hen naar races in het buitenland gegaan met de gedeelde droom dat je op een dag de Formule 1 zou bereiken. Stonden jullie daarbij stil tijdens dat etentje? “Zij hebben die reis natuurlijk helemaal met me meegemaakt, maar tijdens dat etentje hebben we daar niet uitgebreid over gesproken. Wij zijn niet van die hele grote praters, in ons zit ook niet dat we elkaar ophemelen. Maar ik voel wel heel erg dat voor ons de cirkel nu rond is. De afgelopen jaren heb ik mijn professionele carrière in de autosport opgebouwd en dat deed ik toch voor een groot gedeelte alleen. Ik bouwde mijn leven op hier in Monaco. Mijn vader en zus waren er op de achtergrond om mij te steunen, maar de noodzaak om support te hebben was iets minder. Maar wat ik nu meemaak, is zo intensief dat ik hen weer echt nodig heb. Zoals het ook het geval was toen ik net begon en we met z’n drieën naar de races gingen. Mijn zusje werkt nauw samen met mijn management, doet mijn merchandise en is bezig het merk Nyck uit te bouwen met een groep mensen die zij om zich heen heeft verzameld. De cap die ik nu draag is een sample. Mijn vader is altijd mijn grootste klankbord geweest. Nu het heel intens is wat ik meemaak, heb ik hem wat meer nodig. Ik ben, op vier dagen met kerst na, het afgelopen jaar denk ik maar één dag in Friesland geweest, maar gelukkig komen mijn vader en zusje vaak naar mij toe, dat is praktischer.” Je ouders zijn op voor jou jonge leeftijd gescheiden. Speelt je moeder ook een rol in het leven dat je nu leidt? “We zijn opgegroeid bij onze vader, mijn moeder heeft nooit echt onderdeel uitgemaakt van ons team. Speelt ze een rol? Ze is mijn moeder, we hebben af en toe contact en dan is het goed.” Wat kwam er op je af nadat duidelijk werd dat je een stoeltje bij AlphaTauri kreeg? “Ik heb een paar maanden op een roze wolk geleefd. Iedereen was enthousiast. Maar op een gegeven moment moest ik verder. Het is 2023, vanaf nu draait het alleen nog maar om presteren in de Formule 1. Het gaat nu echt beginnen.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nyck de Vries komt voort uit Helden Magazine 66. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Windsurfen

Youri Zoon: Carrièreswitch

Youri Zoon (32) reist al negentien jaar lang als kitesurfer de wereld over, van het ene zonnige oord naar het andere. Tweemaal werd hij wereldkampioen freestyle. Een paar jaar geleden vond Youri naast het kitesurfen een nieuwe uitdaging in zijn leven: de triatlon. “Stilzitten is niet aan mij besteed.” “Mensen vragen mij vaak: ‘Ga je nu alweer op vakantie?’ Maar als ik in het buitenland ben, heb ik juist geen vakantie. Als ik in Nederland ben, heb ik dat pas. Natuurlijk laat ik op Instagram die mooie locaties zien. Maar wat je niet ziet, zijn die talloze trainingsuren voor het kiten en de triatlon. Ook als het windkracht 7 waait en keihard regent, zit ik vier uur op de fiets nadat ik al op het water heb getraind.” 'Triatlon kun je best lang volhouden. De snelste triatleet van dit moment, de Duitser Jan Frodeno, is al veertig. Ik kan dus nog jaren mee' Malediven Youri Zoon is, samen met Kevin Langeree en Ruben Lenten, nog altijd de bekendste kitesurfer van ons land. Vijftien jaar lang bestond zijn leven als professioneel kitesurfer uit actie. Trainen, demo’s doen voor importeurs van zijn materiaal en kleding, clinics en trainingen geven, en fotoshoots voor zijn sponsors. “Ik ging van Brazilië naar Griekenland, van Griekenland naar Kaapstad, dan weer naar de Malediven... Ik zat negen maanden per jaar in het buitenland.” In 2011 en 2012 werd hij wereldkampioen, daarna werd hij nog tweemaal tweede, een keer derde en vierde van de wereld. “In die vijftien jaar stond ik altijd wel in de top vijf." Eind 2019 besloot Youri deels te stoppen met kitesurfen en het reizen. Van het internationale wedstrijdcircuit nam hij afscheid, maar voor clinics, demo’s en film- en fotoshoots voor sponsors vliegt hij nog altijd de wereld over. “Het freestyle kiten is enorm belastend voor m’n lichaam, ik krijg harde klappen te verduren. Mijn lijf begon na al die jaren tegen te stribbelen, ik had een scheur in mijn rechterknie en rechterschouder. Maar inmiddels was er ook een nieuwe generatie kitesurfers opgestaan die mij van het podium stootte. Wat ik deed op mijn zestiende, gebeurde nu bij mij: jonge gasten streefden mij voorbij. Ik kon het topniveau nog wel halen, maar lichamelijk kon ik dat niet meer het hele jaar vasthouden. Bovendien was mijn vriendin zwanger van ons inmiddels tweejarige zoontje, ik wilde meer thuis zijn en dus minder reizen.” Tijdritfiets Per toeval kwam de triatlon op zijn pad eind 2019. “Ik had een shoot staan op IJsland. Ik zou op zaterdag vliegen, op die dag werd er ook een triatlon gehouden op de Brouwersdam, nabij mijn hometown Ouddorp. Een aantal vrienden deed mee. Mijn vliegticket werd plotseling gewijzigd naar zondag. Ik stuurde de organisatie gekscherend een mailtje, vroeg of ze toevallig nog een plekje hadden. Ik had er niet op gerekend dat ik twee minuten later een berichtje terugkreeg met: ‘Natuurlijk, voor jou altijd, leuk dat je meedoet.’ Helden Magazine 61 Het eerste gedeelte van het verhaal van Youri Zoon komt voort uit Helden Magazine 61. In deze editie wordt er stil gestaan bij Johan Cruijff. Cruijff zou op 25 april 75 zijn geworden. Barbara en Frits Barend reisden naar Barcelona voor een bijzonder gesprek met Jordi Cruijff over zijn vader. In Helden Magazine 61 lees je een uitgebreid interview met Kiki Bertens en Marit Bouwmeester. De mama’s in spé behoren tot de succesvolste sportvrouwen die Nederland ooit heeft gehad en staan nu voor een nieuwe uitdaging in hun leven. Ook spraken we Justin Bijlow en zijn vriendin, zij verwachten in juni hun eerste kindje. Het gaat de keeper van Feyenoord en Oranje voor de wind. Daarnaast is Jurriën Timber onomstreden in de verdediging bij Ajax en Oranje. Een gesprek over zijn moeder, tweelingbroer Quinten, Curaçao en Louis van Gaal. Ook spraken we met Emma Oosterwegel over haar geheim, hoort Tallon Griekspoor er nu echt bij én behoort Sebastian Langeveld tot de beste Nederlandse klassiekerrenners van het peleton. Joey & Henk Veerman zijn oud-teamgenoten, vrienden en plaatsgenoten. De Volendammers gingen het gesprek aan over onder meer hun vriendschap en transfers. Bovendien een bijzonder interview met Stig Broeckx, de oud-wielrenner lag maandenlang in diepe coma en was gedoemd een kasplantje te worden, maar stond letterlijk weer op. Verder was Gijs van Lennep een succesvolle autocoureur in de jaren zestig en zeventig. Blikten we terug met Hennie Kuiper op zijn imposante wielercarrière én met Matthijs Büchli en Laurine van Riessen terug op de Spelen in Tokio. Victoria Koblenko trekt een sprintje met 400 meterloper Liemarvin Bonevacia én Jill Roord staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij David Leeuw met zijn gezin. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 61 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Youri Zoon (32) reist al negentien jaar lang als kitesurfer de wereld over, van het ene zonnige oord naar het andere. Tweemaal werd hij wereldkampioen freestyle. Een paar jaar geleden vond Youri naast het kitesurfen een nieuwe uitdaging in zijn leven: de triatlon. “Stilzitten is niet aan mij besteed.” “Mensen vragen mij vaak: ‘Ga je nu alweer op vakantie?’ Maar als ik in het buitenland ben, heb ik juist geen vakantie. Als ik in Nederland ben, heb ik dat pas. Natuurlijk laat ik op Instagram die mooie locaties zien. Maar wat je niet ziet, zijn die talloze trainingsuren voor het kiten en de triatlon. Ook als het windkracht 7 waait en keihard regent, zit ik vier uur op de fiets nadat ik al op het water heb getraind.” 'Triatlon kun je best lang volhouden. De snelste triatleet van dit moment, de Duitser Jan Frodeno, is al veertig. Ik kan dus nog jaren mee' Malediven Youri Zoon is, samen met Kevin Langeree en Ruben Lenten, nog altijd de bekendste kitesurfer van ons land. Vijftien jaar lang bestond zijn leven als professioneel kitesurfer uit actie. Trainen, demo’s doen voor importeurs van zijn materiaal en kleding, clinics en trainingen geven, en fotoshoots voor zijn sponsors. “Ik ging van Brazilië naar Griekenland, van Griekenland naar Kaapstad, dan weer naar de Malediven... Ik zat negen maanden per jaar in het buitenland.” In 2011 en 2012 werd hij wereldkampioen, daarna werd hij nog tweemaal tweede, een keer derde en vierde van de wereld. “In die vijftien jaar stond ik altijd wel in de top vijf." Eind 2019 besloot Youri deels te stoppen met kitesurfen en het reizen. Van het internationale wedstrijdcircuit nam hij afscheid, maar voor clinics, demo’s en film- en fotoshoots voor sponsors vliegt hij nog altijd de wereld over. “Het freestyle kiten is enorm belastend voor m’n lichaam, ik krijg harde klappen te verduren. Mijn lijf begon na al die jaren tegen te stribbelen, ik had een scheur in mijn rechterknie en rechterschouder. Maar inmiddels was er ook een nieuwe generatie kitesurfers opgestaan die mij van het podium stootte. Wat ik deed op mijn zestiende, gebeurde nu bij mij: jonge gasten streefden mij voorbij. Ik kon het topniveau nog wel halen, maar lichamelijk kon ik dat niet meer het hele jaar vasthouden. Bovendien was mijn vriendin zwanger van ons inmiddels tweejarige zoontje, ik wilde meer thuis zijn en dus minder reizen.” Tijdritfiets Per toeval kwam de triatlon op zijn pad eind 2019. “Ik had een shoot staan op IJsland. Ik zou op zaterdag vliegen, op die dag werd er ook een triatlon gehouden op de Brouwersdam, nabij mijn hometown Ouddorp. Een aantal vrienden deed mee. Mijn vliegticket werd plotseling gewijzigd naar zondag. Ik stuurde de organisatie gekscherend een mailtje, vroeg of ze toevallig nog een plekje hadden. Ik had er niet op gerekend dat ik twee minuten later een berichtje terugkreeg met: ‘Natuurlijk, voor jou altijd, leuk dat je meedoet.’ Helden Magazine 61 Het eerste gedeelte van het verhaal van Youri Zoon komt voort uit Helden Magazine 61. In deze editie wordt er stil gestaan bij Johan Cruijff. Cruijff zou op 25 april 75 zijn geworden. Barbara en Frits Barend reisden naar Barcelona voor een bijzonder gesprek met Jordi Cruijff over zijn vader. In Helden Magazine 61 lees je een uitgebreid interview met Kiki Bertens en Marit Bouwmeester. De mama’s in spé behoren tot de succesvolste sportvrouwen die Nederland ooit heeft gehad en staan nu voor een nieuwe uitdaging in hun leven. Ook spraken we Justin Bijlow en zijn vriendin, zij verwachten in juni hun eerste kindje. Het gaat de keeper van Feyenoord en Oranje voor de wind. Daarnaast is Jurriën Timber onomstreden in de verdediging bij Ajax en Oranje. Een gesprek over zijn moeder, tweelingbroer Quinten, Curaçao en Louis van Gaal. Ook spraken we met Emma Oosterwegel over haar geheim, hoort Tallon Griekspoor er nu echt bij én behoort Sebastian Langeveld tot de beste Nederlandse klassiekerrenners van het peleton. Joey & Henk Veerman zijn oud-teamgenoten, vrienden en plaatsgenoten. De Volendammers gingen het gesprek aan over onder meer hun vriendschap en transfers. Bovendien een bijzonder interview met Stig Broeckx, de oud-wielrenner lag maandenlang in diepe coma en was gedoemd een kasplantje te worden, maar stond letterlijk weer op. Verder was Gijs van Lennep een succesvolle autocoureur in de jaren zestig en zeventig. Blikten we terug met Hennie Kuiper op zijn imposante wielercarrière én met Matthijs Büchli en Laurine van Riessen terug op de Spelen in Tokio. Victoria Koblenko trekt een sprintje met 400 meterloper Liemarvin Bonevacia én Jill Roord staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij David Leeuw met zijn gezin. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 61 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Windsurfen

Kiran Badloe: Man op een nieuwe missie

Omdat zijn sport verdwijnt van de olympische agenda, werd Kiran Badloe de laatste olympisch kampioen windsurfen. Nu stapt hij over naar de iQFoil, met als doel in 2024 de eerste kampioen te worden in deze nieuwe olympische sport. Victoria Koblenko nodigde Kiran uit voor een strandwandeling. Begin 2020 had je de concurrentiestrijd met Dorian van Rijsselberghe gewonnen. Je kwam terug uit Australië met een gouden WK-medaille en was in bloedvorm. Toen werden de Spelen afgelast. “Er zat in mijn hoofd dat ik een streepje voor had op de concurrentie, ik dacht toen ik terugkwam van het WK dat een olympische medaille haast gegarandeerd was.” Was je gefrustreerd? “Nee, het was onverwacht fijn om langere tijd in Nederland te kunnen zijn. Normaal ben ik driekwart van het jaar op reis. Ineens ontstond er regelmaat, zat ik thuis met mijn vriendin in Scheveningen. Ik besloot in die periode met mijn coach Aaron McIntosh alvast het foilen te gaan ontdekken. En ik had tijd om eens mijn volle aandacht te richten op m’n privéleven.” De lockdown heeft het op elkaars lip zitten tot sport verheven en jullie liefde heeft het met verve overleefd? “Nicky en ik zijn gaan samenwonen en vorige week hebben we ons eerste huis gekocht.” Ik doe een dansje voor haar. Nicky prees jou voor de persoonlijke groei die je hebt kunnen maken afgelopen jaar. In haar ogen een prestatie die veel lastiger was dan het winnen van olympisch goud. Waar doelde ze precies op? “Ik was communicatief niet de sterkste, doe immers een individuele sport...” Je zat toch met een heel team in het buitenland? Dan moet je toch ook communiceren? “Dorian, Aaron en ik hadden geen woorden nodig. Als ik iets nodig had, dan communiceerde ik. Maar dan draait alles om de sport. Dat is een andere manier van communiceren dan privé. Juist op dat vlak heb ik stappen gemaakt.” Waarom is Nicky voor jou de ware? “Er zijn heel veel redenen, maar dat ze the one is, is zeker! Nicky is zorgzaam, lief en gezellig. En ze steunt me in alles wat ik doe. Herstel: in alles dat we doen, want we doen het samen. Weet je, als Nicky met me mee is naar een wedstrijd, dan presteer ik beter. Maar dat geldt ook als mijn familie erbij is. Ik moet me thuis kunnen voelen. Mijn sportcarrière vergt een grote commitment van m’n omgeving, daar ben ik me erg van bewust. Nicky is sinds 2018, toen we nog maar een jaartje met elkaar gingen, komen kijken naar alle grote wedstrijden. Daar ben ik haar zo dankbaar voor, want dat is ook voor haar een flinke opgave. 'Als ik voor Expeditie Robinson gevraagd word, doe ik mee. De proeven en het overleven op een eiland trekken me' Zoals ik ook mijn ouders heel erg dankbaar ben. Zij hebben me ooit die paar surflessen cadeau gedaan voor m’n verjaardag. Alle tijd en energie die ze in mijn carrière hebben gestoken, zijn onbetaalbaar. Daarnaast investeerden ze in mijn carrière, kochten mijn materiaal en tickets. Als zij dat niet hadden gedaan, had ik niet gestaan waar ik nu sta.” Wat is de mooiste levensles van je ouders? “Dat je met beide voetjes op de grond moet staan. Altijd jezelf blijven. Bescheiden blijven. Ik vind het nog steeds heel moeilijk om te zeggen dat ik olympisch kampioen ben. Ik loop er niet mee te koop. Stel, ik maak kennis met iemand, dan ga ik zeker niet zeggen: ik ben Kiran Badloe en ik ben olympisch kampioen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Omdat zijn sport verdwijnt van de olympische agenda, werd Kiran Badloe de laatste olympisch kampioen windsurfen. Nu stapt hij over naar de iQFoil, met als doel in 2024 de eerste kampioen te worden in deze nieuwe olympische sport. Victoria Koblenko nodigde Kiran uit voor een strandwandeling. Begin 2020 had je de concurrentiestrijd met Dorian van Rijsselberghe gewonnen. Je kwam terug uit Australië met een gouden WK-medaille en was in bloedvorm. Toen werden de Spelen afgelast. “Er zat in mijn hoofd dat ik een streepje voor had op de concurrentie, ik dacht toen ik terugkwam van het WK dat een olympische medaille haast gegarandeerd was.” Was je gefrustreerd? “Nee, het was onverwacht fijn om langere tijd in Nederland te kunnen zijn. Normaal ben ik driekwart van het jaar op reis. Ineens ontstond er regelmaat, zat ik thuis met mijn vriendin in Scheveningen. Ik besloot in die periode met mijn coach Aaron McIntosh alvast het foilen te gaan ontdekken. En ik had tijd om eens mijn volle aandacht te richten op m’n privéleven.” De lockdown heeft het op elkaars lip zitten tot sport verheven en jullie liefde heeft het met verve overleefd? “Nicky en ik zijn gaan samenwonen en vorige week hebben we ons eerste huis gekocht.” Ik doe een dansje voor haar. Nicky prees jou voor de persoonlijke groei die je hebt kunnen maken afgelopen jaar. In haar ogen een prestatie die veel lastiger was dan het winnen van olympisch goud. Waar doelde ze precies op? “Ik was communicatief niet de sterkste, doe immers een individuele sport...” Je zat toch met een heel team in het buitenland? Dan moet je toch ook communiceren? “Dorian, Aaron en ik hadden geen woorden nodig. Als ik iets nodig had, dan communiceerde ik. Maar dan draait alles om de sport. Dat is een andere manier van communiceren dan privé. Juist op dat vlak heb ik stappen gemaakt.” Waarom is Nicky voor jou de ware? “Er zijn heel veel redenen, maar dat ze the one is, is zeker! Nicky is zorgzaam, lief en gezellig. En ze steunt me in alles wat ik doe. Herstel: in alles dat we doen, want we doen het samen. Weet je, als Nicky met me mee is naar een wedstrijd, dan presteer ik beter. Maar dat geldt ook als mijn familie erbij is. Ik moet me thuis kunnen voelen. Mijn sportcarrière vergt een grote commitment van m’n omgeving, daar ben ik me erg van bewust. Nicky is sinds 2018, toen we nog maar een jaartje met elkaar gingen, komen kijken naar alle grote wedstrijden. Daar ben ik haar zo dankbaar voor, want dat is ook voor haar een flinke opgave. 'Als ik voor Expeditie Robinson gevraagd word, doe ik mee. De proeven en het overleven op een eiland trekken me' Zoals ik ook mijn ouders heel erg dankbaar ben. Zij hebben me ooit die paar surflessen cadeau gedaan voor m’n verjaardag. Alle tijd en energie die ze in mijn carrière hebben gestoken, zijn onbetaalbaar. Daarnaast investeerden ze in mijn carrière, kochten mijn materiaal en tickets. Als zij dat niet hadden gedaan, had ik niet gestaan waar ik nu sta.” Wat is de mooiste levensles van je ouders? “Dat je met beide voetjes op de grond moet staan. Altijd jezelf blijven. Bescheiden blijven. Ik vind het nog steeds heel moeilijk om te zeggen dat ik olympisch kampioen ben. Ik loop er niet mee te koop. Stel, ik maak kennis met iemand, dan ga ik zeker niet zeggen: ik ben Kiran Badloe en ik ben olympisch kampioen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kiran Badloe komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Autosport

Max Verstappen: De ‘nieuwe Max’ is opgestaan

Max Verstappen kan eindelijk de strijd met Lewis Hamilton met gelijke wapens aangaan. Maar belangrijker: de afgelopen tijd heeft hij weer een stap gezet. Nog altijd even snel op de baan, maar nu veel sterker in het hoofd. Het jongetje dat op zijn zeventiende in de Formule 1 debuteerde is op zijn 23ste helemaal volwassen. Op naar de wereldtitel. De klok tikt. Onverbiddelijk. Hij wordt nog altijd tot de ‘nieuwe generatie’ gerekend. Jonkie. Omdat het nog als een post­it in het collectieve geheugen kleeft: hoe Max Verstappen, zeventien jaar en 166 dagen oud, in 2015 debuteerde in de Grand Prix van Australië. Een paar races later en hij werd al bestempeld als meervoudig wereldkampioen van de toekomst. We zijn zesenhalf jaar verder en Verstappen II is bezig aan zijn zevende seizoen: een eeuwigheid naar F1­normen. Jackie Stewart reed negen jaar mee en werd in die tijd drie keer wereldkampioen. Op de teller van Max staat nog geen enkele titel. Het waren andere tijden, die van Sir Jackie, maar toch. De verwachtingen van alle experts mogen nu langzaamaan wel uitkomen. Wereldkampioen. Ouder en wijzer Bij Red Bull geloofden ze er al in dat Lewis Hamilton en Mercedes pas op de plaats moesten maken toen het seizoen 2021 in maart op gang kwam. Je merkte aan alles dat er een nieuw optimisme rond het team hing. Enthousiasme dat door twee rationele factoren werd ingefluisterd. Zo was er een op het eerste gezicht kleine, niet eens fundamentele wijziging in het reglement: de onderkant van de auto moest voor dit seizoen veranderen om de neerwaartse druk of ‘downforce’ te beperken. En ja, die downforce was nou net de grote troef van Mercedes. Maar het was vooral de nieuwe motor die Honda bouwde voor de Red Bull RB16B. De fabrikant was er bijna lyrisch over. De baas van het F1­project van Honda stelde: “We hebben een juweeltje gemaakt. Met deze motor moeten we Mercedes eindelijk kunnen kloppen.” Het seizoen is ondertussen halverwege en het optimisme bij Red Bull blijkt terecht. Voor het eerst is Max echt titel­ kandidaat. Volgens veel waarnemers in de paddock is hij zelfs de grote titelfavoriet. Het is een nieuwe rol die Verstappen speelt en hij doet dat met verve. De status van favoriet kan hem op geen enkele manier onder druk zetten, lijkt hem op het lijf geschreven. Het jongetje is een man geworden. Max heeft de afgelopen zeven jaar ervaring opgedaan en blijft rustig, in en naast de auto. De races spelen zich niet alleen af op de baan, maar juist tussen de oren. Max maakte het in zijn eerste seizoen geregeld bont. Niet alleen door stuurfoutjes, zoals in Monaco 2015. Ook verbaal vloog hij weleens uit de bocht, stelde hij vol bravoure: “Ik rij ze straks van de baan.” Er verschenen zelfs verhalen waarin met wetenschappelijke onderbouwing gepoogd werd aan te tonen dat het brein van een achttien­ jarige nog onvoldoende ontwikkeld is om risico’s perfect in te kunnen schatten. Maar goed, een 23­jarige, eind september wordt Max 24, denkt en handelt anders dan een zeventienjarige. Je krijgt ook een spoedcursus volwassen worden als je je voortbeweegt in een genadeloze wereld als de autosport. Vader Jos Verstappen zei daar eerder al over in Helden: “Op zijn achttiende was Max al veel rijper dan de doorsnee jongen van zijn leeftijd. En daar heb ik geen rol in gespeeld: dat is persoonlijkheid. Ik had alleen een indirecte rol, dat wel. Bekijk het zo. Max is opgegroeid in een wereld met alleen maar volwassenen: als kind al vroeg in een kart en ondertussen meegaan met zijn autoracende papa, erbij gaan zitten als ik een interview moest doen. Altijd oudere mensen om zich heen. Dan word je sneller volwassen.” Max was vroegrijp, maar dat belette niet dat er schuivers waren. In Brazilië 2018, niet eens zo lang geleden, toen Max op een heel lompe manier van de baan was gereden door Esteban Ocon, leek het na de race even tot een handgemeen te komen. Scherpe kantjes die er nu niet meer zijn. Max schopt nog weleens tegen dat verdomde linkerachterwiel, zoals in juni in Bakoe toen hij een zeker lijkende overwinning zag verdwij­nen door een klapband. Maar daarna: de rust zelve. Maar hij bewaart ook de rust na een indrukwekkende overwinning. Zoals na de Grand Prix van Frankrijk, toen hij vlak voor het einde van de race Hamilton nog passeerde. Iedereen was lyrisch. En Max? Die zei koeltjes: “Ja, de auto was goed vandaag...” Misschien was vorig seizoen wel het keerpunt. Eigenlijk al na één of twee races wist Max al dat het gat met Mercedes niet was gedicht. Iedereen verwachtte een balende Max. Vader Jos daar­ over in tijdschrift Formule 1 in mei 2020: “Na een paar races is er natuurlijk frustratie, want je merkt dat je alweer niet mee kan doen om de hoofdprijs. Maar plots zei Max me: ‘Kijk, ik kan hier wel gefrustreerd rondlopen en balen, maar daar schiet ik niets mee op. Ik ga er dus gewoon van genieten, zo hard mogelijk rijden en zo goed mogelijke resultaten halen.’ Ja, op dat moment merkte ik en zei bij mezelf: hij wordt ouder en wijzer.” De rust zelve Het was niet de enige koerswijziging in de manier waarop Max zijn vak benadert. De grootste metamorfose onderging hij misschien wel in zijn omgaan met fouten of tekortkomin­ gen van anderen. Lees: zijn team. Ze waren niet te tellen, de sneren aan het adres van Renault, motorenfabrikant in de eerste seizoenen van Max bij Red Bull. En hoe vaak zei hij jaren geleden niet dat Red Bull hem dringend een auto moest geven waarmee hij kon winnen? Of hij deelde met stemverheffing zijn ongenoegen via de boordradio tijdens races. Die zaken lijken verleden tijd. Het overleg met zijn race­ingenieur, over de boordradio, is nu rustig. Zelfs als Red Bull in de fout gaat of zelfs blundert, gaat Max niet meer door het lint. Sterker, hij neemt zijn team in bescherming. Zoals na de seizoensopener in Bahrein. Max had die GP moeten winnen, want zijn Red Bull was sneller dan de Mercedes. Maar Red Bull verloor op strategie, met een eerste pitstop die veel te laat kwam. Toen Hamilton, tot dat moment tweede achter Verstappen, met zijn verse banden buiten kwam, was hij maar liefst drieënhalve seconde sneller dan Max. Genoeg om zijn achterstand in amper één rondje om te bui­gen in een voorsprong. Max maakte zijn pitstop en zag daarna dat hij plots achtervolgde in plaats van leidde. Na afloop geen fulminerende Max. Hij hield het bij een zeer vriendelijke: “Ja, dat moeten we straks eens bekijken.” Dat deden betrokkenen ook. Diagnose: Red Bull had te weinig goede en vooral juiste banden gespaard voor de race, waardoor de race­-ingenieur van Max minder strategische mogelijkheden had dan die van Hamilton. Max reageerde diplomatiek: “Natuurlijk ben ik ontgoocheld, maar je moet ook de goede kant bekijken. Vorig jaar waren we door het dolle heen geweest met dit resultaat.” Die nieuwe sereniteit van Max bleek nog duidelijker na de vierde GP van het seizoen, in Barcelona. Want daar blunderde Red Bull. Max had die race moeten winnen. Alleen al door het verschil dat hij maakte bij de start. In de eerste bocht ging hij Hamilton al voorbij. Daarna volgde het ondertussen klassieke duel: Max versus Lewis. En dan is er een derde, zeer zeldzame soort coureurs: snel en soms onbesuisd in het begin, maar met de jaren steeds foutlozer en nog altijd even snel. In die categorie zit Max Vooraf was de vraag of de race uit kon worden gereden met één of twee pitstops. In de 43ste van de in totaal 66 ronden ging Hamilton naar binnen voor zijn tweede stop. Red Bull besloot door te rijden, gaf geen krimp. Ook niet toen Max via de radio zijn wanhoop ventileerde: “Met deze banden haal ik nooit het einde.” Een paar ronden later was Hamilton al te dicht genaderd. Weg was de optie voor Max om ook te stoppen én aan de leiding te blijven. Max opnieuw via de radio: “Ik kan hem nooit achter me houden...” Zes ronden voor het einde kreeg hij gelijk. Noem het een geval van verkeerd rekenen. Formule 1 is wiskunde op hoog niveau. Eigenlijk voeren de coureurs alleen uit, zo goed en snel als ze kunnen, wat de ingenieurs berekend hebben. In de Formule 1 is een cultuur ontstaan waarin in­ genieurs een blind vertrouwen hebben in wat de computer simuleert: bij Red Bull zei de computer dus dat Verstappen het misschien wel zou redden. Terwijl Max’ onderbuikgevoel het tegendeel beweerde. En Max kreeg gelijk, omdat racen hem in het bloed zit. Hij heeft geen computer nodig, zijn intuïtie zit er niet vaak naast. Max foeterde alweer niet na de race, stelde: “Ach, ik was niet snel genoeg. Ik weet niet of ik het met een tweede bandenwissel wel had gered.” Max nam zijn team opnieuw in bescherming. Max: foutloos onder druk In Formule 1 is het niet alleen een kwestie van snel zijn. Je mag ook geen fouten maken. “Om eerste te worden, moet je eerst finishen,” doceerde Jackie Stewart altijd. Er zijn verschillende type coureurs. Er zijn er die razendsnel zijn, maar in iedere race wel een foutje maken dat ervoor zorgt dat wat ze gewonnen hebben op snelheid meteen weer verloren is. De Fransman Romain Grosjean, die er dit seizoen niet meer bij is, was daar het voorbeeld van. Je hebt coureurs die in hun beginjaren snel zijn en fouten maken en die op een gegeven moment een switch maken. Maar bij hen gaat het maken van minder fouten gepaard met minder snelheid. Jody Scheckter, wereldkam­ pioen in 1979, was zo’n coureur. In het prille begin van zijn F1­carrière, in 1973, racete hij zoals hij het altijd gewend was geweest: roekeloos. Toen hij op Silverstone de grootste crash in de geschiedenis van de Formule 1 veroorzaakte, eisten de andere coureurs een schorsing. In 1974 kwam hij als herbo­ ren aan de start: geen brokken meer, geen bonje met andere coureurs meer, maar ook veel trager. En dan is er een derde, zeer zeldzame soort coureurs: snel en soms onbesuisd in het begin, maar met de jaren steeds foutlozer en nog altijd even snel. In die categorie zit Max. Neem de races van dit seizoen tot nu toe en je ziet dat Max op dat terrein zelfs beter scoort dan zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton. De fouten van Max in 2021, tot en met de GP van Silverstone? De klapband in Bakoe was niet zijn schuld. En dat hij in leidende positie van de baan vloog op Silverstone kwam zoals bekend op het conto van Hamilton. Max ging alleen even van de baan in Bahrein, in een poging om Hamilton in te halen, maar ook niet meer dan dat. Hamilton heeft voor het eerst sinds 2016 – toen was het teamgenoot Nico Rosberg – te maken met een échte concur­ rent om de wereldtitel en staat dus onder grotere druk dan afgelopen jaren. Hamilton heeft meer ervaring, maar maakte desondanks fouten die veel duurder waren. Hij vloog van de baan op Imola en werd gered door een ander incident dat voor een herstart zorgde. Hamilton was veel te onbesuisd na de herstart in Bakoe. Zijn rivaal Max was al uitgevallen, Hamilton kon goede zaken doen. Een zeker lijkende over­ winning vergooide hij, weg 25 punten. Het zou achteraf een beslissend moment kunnen zijn in de strijd om de wereldtitel. Met dank aan vader Jos Max Verstappen is geboren om te racen. Daar is een haast wetenschappelijke verklaring voor. Sinds zijn vierde zit Max achter het stuur. Al die tijd hoefde hij aan niets anders te denken dan racen. Hij hoefde zich nooit de vraag te stellen of er wel geld zou zijn voor een nieuwe motor, kopzorgen die de Hamiltons of Buttons wel hadden in hun jeugd. Maar vooral: van zijn vierde tot zijn zeventiende werd hij dagelijks gecoacht door een hoogleraar die zijn diploma in de praktijk had behaald: vader Jos Verstappen. Combineer dat met natuurlijk talent, en je krijgt een uitzonderlijke coureur. Jos Verstappen reed Formule 1 van 1994 tot 2003. Alle rijtech­ nische kennis die hij in die negen seizoenen in zich opnam, gaf hij door aan Max. Al heel vroeg. Een wereld van verschil met andere jongetjes van zijn generatie die gingen karten, met een vader die nooit achter het stuur van een echte racewagen had gezeten, of hooguit in een opstapklasse had geracet. Jos Verstappen: 'Weet je wat ik nog altijd het allermooiste vind? Toen we vroeger na een kartrace met ons busje naar huis reden vanuit een of ander buitenland. Ik denk daar nog vaak aan terug' En vanaf zijn vierde werd Max niet opgeleid om zomaar te racen, hem werd geleerd om Formule 1 te rijden. De nuance is belangrijk: leerden de andere kinderen met een kart rijden, dan had Jos in die beginjaren al het allerhoogste in het achter­ hoofd. “Een van de grote wapens van Max is dat hij meteen heel snel kan zijn, in de eerste ronde al, als de banden nog geen optimale temperatuur hebben,” gaf Jos eerder als voorbeeld in Helden. “Ik heb dat altijd gestimuleerd, al sinds het prille begin in karting. Ik deed niet zoals andere vaders toen we op het circuit aankwamen. Die zeiden tegen hun zoontje: ‘Rij nu eerst maar drie of vier rustige rondjes om het circuit te leren kennen.’ Ik wilde dat hij vanaf de eerste ronde zo hard mogelijk ging pezen. Inderdaad, omdat dat o zo belangrijk is in de Formule 1. Daarin krijg je geen tijd om ‘op te bouwen’. Je moet meteen knallen. Of ik Formule 1 toen al in mijn achterhoofd had, als grote doel? Onbewust wel, ja. Ik voelde al heel vroeg dat ik iets speciaals in handen had. Dat ventje stak er ieder jaar weer met kop en schouders bovenuit. Ik kon niet anders dan ambitieus denken...” En dat Max nu al bekendstaat als een van de coureurs die het beste in kan halen in de F1­geschiedenis, is ook niet zomaar. Jos eerder in Helden: “Ik hoorde en las weleens dat ik streng was voor Max, in de kartingjaren. Klopt. Ik eiste honderd procent inzet. Ik was al die jaren dan ook vierentwintig uur per dag met hem bezig. En ja, ik kon boos zijn als hij niet iedere ronde perfect zuiver reed. Maar boos zijn betekent niet dat je zo’n ventje als een idioot moet staan uitschelden. Je moet alles zeer goed uitleggen, met engelengeduld. Dat deed ik. En ik stond nooit met Max te discussiëren in het bijzijn van anderen. Dat gebeurde als we alleen waren. Neem de manier waarop je moet inhalen. Je kunt voorbij een tegenstander gaan en in die actie een halve seconde verliezen. Als hij dat vroeger deed, dan werd ik boos, ja. Omdat ik hem wilde zien passeren zonder ook maar een beetje tijd te verliezen. Op plaatsen waar niemand het verwachtte. Dan zei ik hem: in die bochten mag je van mij niet inhalen, je moet het daar of daar doen. Inderdaad, op de moeilijkste plaatsen. Je kunt de uren niet tellen die we vulden met leren inhalen.” Max over die tijd: “In karting leerde ik alles van mijn vader. Ik leerde begrijpen waarom ik snel was of waarom niet. En dan leer je nog sneller worden, telkens weer een stap vooruitzetten. Eigenlijk is dat in Formule 1 niet anders: je doet, je analyseert en je leert om sneller en beter te worden. Want er is altijd een manier om beter te worden. Je moet alleen weten waar je die manier moet zoeken.” Natuurlijk zorgden al die jaren samen voor een hechte band tussen vader en zoon. Jos, over die periode in hun leven: “Sportief bekeken zijn er drie tijdperken in mijn leven. Mijn carrière als coureur, de jaren in karting met Max, en dan nu Formule 1 als ‘vader van’. De tweede periode vind ik met voor­ sprong de leukste, als ik terugblik. Omdat je het veel meer in eigen hand hebt. Maar ook omdat het gewoon een heerlijke tijd was. Weet je wat ik nog altijd het allermooiste vind? Toen we vroeger na een kartrace met ons busje naar huis reden van­ uit een of ander buitenland. Ik denk daar nog vaak aan terug. We vertrokken meteen na de race. Max sliep achterin en ik zat achter het stuur. Het was donker, weinig verkeer, ver van huis, nog al die kilometers voor de boeg. Ik had tijd om te denken, hoe het verder moest met Max, nieuwe ideeën uitspitten. Dat denken hield me de hele nacht wakker, tot we thuis waren. Fantastische tijden...” Maar ook vader en zoon Hamilton waren dag en nacht samen in de kartingjaren. Net zoals de Buttons en de Vettels. Alleen: zodra ze in de Formule 1 zaten, kwam die relatie tussen vader en zoon onder druk te staan. Omdat de coureur plots geen kind meer was, niet langer een zoon die geholpen en onder­ steund moest worden. Niet makkelijk om mee om te gaan. De Hamiltons kregen zelfs ruzie, volgens ingewijden omdat de zoon het gehad had met de bemoeienissen van de vader. Ze spraken elkaar lange tijd niet meer. En sinds de verzoening laat vader Anthony zich nog maar zelden zien in de paddock. En zo zijn er nog andere voorbeelden. De Verstappens vormen een uitzondering. Ze zijn nog altijd vier handen op één buik. Vader en zoon hebben een nieuw evenwicht gevonden in hun relatie, in een context die nu hele­ maal anders is. Jos daarover: “Op een bepaald moment heb ik heel bewust wat afstand genomen. Vandaag probeer ik vooral achter de schermen te helpen.” Max vorig jaar: “Mijn vader is de enige in de paddock die me door en door kent. Ik heb hem nu minder nodig dan een paar jaar geleden, klopt, want ik heb toch ook al zes jaar ervaring in Formule 1. Maar dat neemt niet weg dat ik nog veel dingen met hem bespreek. En dat gaat vanzelf, heel spontaan. Hij weet wat ik nodig heb, hij weet wat ik in iedere situatie moet doen, en ik heb blind vertrouwen in zijn oordeel.” Rustig in de storm Er was een tijd dat er niet eens zoveel nodig was om Max op de kast te krijgen. Neem de GP van België in 2016. Max had in de eerste bocht al een aanvaring met beide Ferrari’s. Max na de race: “De volgende keer rij ik ze van de baan.” Datzelfde jaar in Italië reageerde Max tijdens zijn persmoment op een uitspraak van Jacques Villeneuve die naar aanleiding van het incident in Spa had gezegd dat Max moest uitkijken, want dat er straks nog doden zouden vallen. “Dat hij maar rustig blijft, Villeneuve heeft zelf iemand doodgereden.” Het was een ongelukkige verwijzing naar een dodelijke crash waarbij Villeneuve in 2001 betrokken was. Je zal er de ‘nieuwe’ Max Verstappen niet meer op betrappen. Hij schopt niet om zich heen na een crash en reageert niet meer giftig op een sneer van een tegenstander of andersdenkende. Hoe hard Lewis Hamilton dit seizoen ook probeerde om het duel om de titel een tweede dimensie te geven, die van psycho­ logische oorlogsvoering: het lukt niet om Max tot een vileine reactie te verleiden. “Ik heb de indruk dat Verstappen in ieder duel met mij het gevoel heeft dat hij iets moet bewijzen,” zei Hamilton in Monaco over zijn rivaliteit met de Nederlander. Natuurlijk trok de pers met die uitspraak naar Max, maar er viel niets te halen. “Netjes duelleren, dat komt altijd van twee kanten,” zei Max. En daar bleef het bij. Alleen na de race, die Max overtuigend won, was er die knipoog: “Ik praat niet, maar presteer.” En wat hij daar precies mee bedoelde? Glimlachje: “Dat ik de koers gewonnen heb.” En dan, later in het seizoen, de zoveelste poging van een Britse journalist om die scherpe quote van Max te krijgen. Of hij niet vond dat Hamilton dit seizoen onder druk niet te veel steken laat vallen? Max: “Ach, we doen allemaal ons best. Je zal me niet horen zeggen dat Lewis nu meer fouten maakt. Hij wil gewoon zo hard mogelijk rijden. En dat is wat ik ook probeer.” Wat vijf jaar geleden werd geïnterpreteerd als arrogantie, klinkt nu als zelfverzekerdheid. En volwassenheid. Omdat hij het an­ders verwoordt. En toen kwam de race op Silverstone. 51G, dat was de kracht die Max Verstappen te verwerken kreeg toen hij in die bandenmuur werd gekatapulteerd. Na contact met Hamilton. De race werd stilgelegd, Max moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, Hamilton kreeg een straf van tien seconden en won de race. Max: ‘Ik heb daar eigenlijk niet zoveel over te vertellen. Het interesseert me ook niet: ik weet wat er gebeurde op Silverstone, want ik zat in de auto’ Oorlog? Nee dus. Max bleef opvallend rustig. Ja, er was die tweet vanuit het ziekenhuis. “Onsportief en respectloos hoe Hamilton zijn overwinning vierde terwijl ik in het ziekenhuis was voor onderzoek.” Je kon het interpreteren als een sneer, maar dat was het niet. Het bericht kwam zo goed als zeker van de pr­mensen van Red Bull, die de kwestie opbliezen. Voor de GP in Boedapest troffen Max en Lewis elkaar voor het eerst sinds de crash weer. Wie zich opmaakte voor een strijd naast de baan kwam bedrogen uit. “Ik ben maar met één ding bezig,” zei Max. “Zo snel mogelijk zijn en zondag winnen.” Max bleef rustig in de vooraf aangewakkerde storm. Tussen de regels door hoorde je dat Max zich zelfs wat distantieerde voor het beroep dat zijn team had aangetekend tegen de sanctie voor Hamilton. Red Bull wilde meer dan tien seconden straftijd in de Silverstone­race. Max: “Ik heb daar eigenlijk niet zoveel over te vertellen. Het interesseert me ook niet: ik weet wat er gebeurde op Silverstone, want ik zat in de auto.” Glimlachje. “Nu heb ik maar één doel: zo snel mogelijk weer zo sterk mogelijk zijn... Dat protest, het formele gedeelte, dat is voor Red Bull.” Vijf jaar geleden had Max na zo’n voorval heel anders gereageerd. Kortom: Max is volwassen en hij is er klaar voor om wereldkampioen te worden. Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Max Verstappen kan eindelijk de strijd met Lewis Hamilton met gelijke wapens aangaan. Maar belangrijker: de afgelopen tijd heeft hij weer een stap gezet. Nog altijd even snel op de baan, maar nu veel sterker in het hoofd. Het jongetje dat op zijn zeventiende in de Formule 1 debuteerde is op zijn 23ste helemaal volwassen. Op naar de wereldtitel. De klok tikt. Onverbiddelijk. Hij wordt nog altijd tot de ‘nieuwe generatie’ gerekend. Jonkie. Omdat het nog als een post­it in het collectieve geheugen kleeft: hoe Max Verstappen, zeventien jaar en 166 dagen oud, in 2015 debuteerde in de Grand Prix van Australië. Een paar races later en hij werd al bestempeld als meervoudig wereldkampioen van de toekomst. We zijn zesenhalf jaar verder en Verstappen II is bezig aan zijn zevende seizoen: een eeuwigheid naar F1­normen. Jackie Stewart reed negen jaar mee en werd in die tijd drie keer wereldkampioen. Op de teller van Max staat nog geen enkele titel. Het waren andere tijden, die van Sir Jackie, maar toch. De verwachtingen van alle experts mogen nu langzaamaan wel uitkomen. Wereldkampioen. Ouder en wijzer Bij Red Bull geloofden ze er al in dat Lewis Hamilton en Mercedes pas op de plaats moesten maken toen het seizoen 2021 in maart op gang kwam. Je merkte aan alles dat er een nieuw optimisme rond het team hing. Enthousiasme dat door twee rationele factoren werd ingefluisterd. Zo was er een op het eerste gezicht kleine, niet eens fundamentele wijziging in het reglement: de onderkant van de auto moest voor dit seizoen veranderen om de neerwaartse druk of ‘downforce’ te beperken. En ja, die downforce was nou net de grote troef van Mercedes. Maar het was vooral de nieuwe motor die Honda bouwde voor de Red Bull RB16B. De fabrikant was er bijna lyrisch over. De baas van het F1­project van Honda stelde: “We hebben een juweeltje gemaakt. Met deze motor moeten we Mercedes eindelijk kunnen kloppen.” Het seizoen is ondertussen halverwege en het optimisme bij Red Bull blijkt terecht. Voor het eerst is Max echt titel­ kandidaat. Volgens veel waarnemers in de paddock is hij zelfs de grote titelfavoriet. Het is een nieuwe rol die Verstappen speelt en hij doet dat met verve. De status van favoriet kan hem op geen enkele manier onder druk zetten, lijkt hem op het lijf geschreven. Het jongetje is een man geworden. Max heeft de afgelopen zeven jaar ervaring opgedaan en blijft rustig, in en naast de auto. De races spelen zich niet alleen af op de baan, maar juist tussen de oren. Max maakte het in zijn eerste seizoen geregeld bont. Niet alleen door stuurfoutjes, zoals in Monaco 2015. Ook verbaal vloog hij weleens uit de bocht, stelde hij vol bravoure: “Ik rij ze straks van de baan.” Er verschenen zelfs verhalen waarin met wetenschappelijke onderbouwing gepoogd werd aan te tonen dat het brein van een achttien­ jarige nog onvoldoende ontwikkeld is om risico’s perfect in te kunnen schatten. Maar goed, een 23­jarige, eind september wordt Max 24, denkt en handelt anders dan een zeventienjarige. Je krijgt ook een spoedcursus volwassen worden als je je voortbeweegt in een genadeloze wereld als de autosport. Vader Jos Verstappen zei daar eerder al over in Helden: “Op zijn achttiende was Max al veel rijper dan de doorsnee jongen van zijn leeftijd. En daar heb ik geen rol in gespeeld: dat is persoonlijkheid. Ik had alleen een indirecte rol, dat wel. Bekijk het zo. Max is opgegroeid in een wereld met alleen maar volwassenen: als kind al vroeg in een kart en ondertussen meegaan met zijn autoracende papa, erbij gaan zitten als ik een interview moest doen. Altijd oudere mensen om zich heen. Dan word je sneller volwassen.” Max was vroegrijp, maar dat belette niet dat er schuivers waren. In Brazilië 2018, niet eens zo lang geleden, toen Max op een heel lompe manier van de baan was gereden door Esteban Ocon, leek het na de race even tot een handgemeen te komen. Scherpe kantjes die er nu niet meer zijn. Max schopt nog weleens tegen dat verdomde linkerachterwiel, zoals in juni in Bakoe toen hij een zeker lijkende overwinning zag verdwij­nen door een klapband. Maar daarna: de rust zelve. Maar hij bewaart ook de rust na een indrukwekkende overwinning. Zoals na de Grand Prix van Frankrijk, toen hij vlak voor het einde van de race Hamilton nog passeerde. Iedereen was lyrisch. En Max? Die zei koeltjes: “Ja, de auto was goed vandaag...” Misschien was vorig seizoen wel het keerpunt. Eigenlijk al na één of twee races wist Max al dat het gat met Mercedes niet was gedicht. Iedereen verwachtte een balende Max. Vader Jos daar­ over in tijdschrift Formule 1 in mei 2020: “Na een paar races is er natuurlijk frustratie, want je merkt dat je alweer niet mee kan doen om de hoofdprijs. Maar plots zei Max me: ‘Kijk, ik kan hier wel gefrustreerd rondlopen en balen, maar daar schiet ik niets mee op. Ik ga er dus gewoon van genieten, zo hard mogelijk rijden en zo goed mogelijke resultaten halen.’ Ja, op dat moment merkte ik en zei bij mezelf: hij wordt ouder en wijzer.” De rust zelve Het was niet de enige koerswijziging in de manier waarop Max zijn vak benadert. De grootste metamorfose onderging hij misschien wel in zijn omgaan met fouten of tekortkomin­ gen van anderen. Lees: zijn team. Ze waren niet te tellen, de sneren aan het adres van Renault, motorenfabrikant in de eerste seizoenen van Max bij Red Bull. En hoe vaak zei hij jaren geleden niet dat Red Bull hem dringend een auto moest geven waarmee hij kon winnen? Of hij deelde met stemverheffing zijn ongenoegen via de boordradio tijdens races. Die zaken lijken verleden tijd. Het overleg met zijn race­ingenieur, over de boordradio, is nu rustig. Zelfs als Red Bull in de fout gaat of zelfs blundert, gaat Max niet meer door het lint. Sterker, hij neemt zijn team in bescherming. Zoals na de seizoensopener in Bahrein. Max had die GP moeten winnen, want zijn Red Bull was sneller dan de Mercedes. Maar Red Bull verloor op strategie, met een eerste pitstop die veel te laat kwam. Toen Hamilton, tot dat moment tweede achter Verstappen, met zijn verse banden buiten kwam, was hij maar liefst drieënhalve seconde sneller dan Max. Genoeg om zijn achterstand in amper één rondje om te bui­gen in een voorsprong. Max maakte zijn pitstop en zag daarna dat hij plots achtervolgde in plaats van leidde. Na afloop geen fulminerende Max. Hij hield het bij een zeer vriendelijke: “Ja, dat moeten we straks eens bekijken.” Dat deden betrokkenen ook. Diagnose: Red Bull had te weinig goede en vooral juiste banden gespaard voor de race, waardoor de race­-ingenieur van Max minder strategische mogelijkheden had dan die van Hamilton. Max reageerde diplomatiek: “Natuurlijk ben ik ontgoocheld, maar je moet ook de goede kant bekijken. Vorig jaar waren we door het dolle heen geweest met dit resultaat.” Die nieuwe sereniteit van Max bleek nog duidelijker na de vierde GP van het seizoen, in Barcelona. Want daar blunderde Red Bull. Max had die race moeten winnen. Alleen al door het verschil dat hij maakte bij de start. In de eerste bocht ging hij Hamilton al voorbij. Daarna volgde het ondertussen klassieke duel: Max versus Lewis. En dan is er een derde, zeer zeldzame soort coureurs: snel en soms onbesuisd in het begin, maar met de jaren steeds foutlozer en nog altijd even snel. In die categorie zit Max Vooraf was de vraag of de race uit kon worden gereden met één of twee pitstops. In de 43ste van de in totaal 66 ronden ging Hamilton naar binnen voor zijn tweede stop. Red Bull besloot door te rijden, gaf geen krimp. Ook niet toen Max via de radio zijn wanhoop ventileerde: “Met deze banden haal ik nooit het einde.” Een paar ronden later was Hamilton al te dicht genaderd. Weg was de optie voor Max om ook te stoppen én aan de leiding te blijven. Max opnieuw via de radio: “Ik kan hem nooit achter me houden...” Zes ronden voor het einde kreeg hij gelijk. Noem het een geval van verkeerd rekenen. Formule 1 is wiskunde op hoog niveau. Eigenlijk voeren de coureurs alleen uit, zo goed en snel als ze kunnen, wat de ingenieurs berekend hebben. In de Formule 1 is een cultuur ontstaan waarin in­ genieurs een blind vertrouwen hebben in wat de computer simuleert: bij Red Bull zei de computer dus dat Verstappen het misschien wel zou redden. Terwijl Max’ onderbuikgevoel het tegendeel beweerde. En Max kreeg gelijk, omdat racen hem in het bloed zit. Hij heeft geen computer nodig, zijn intuïtie zit er niet vaak naast. Max foeterde alweer niet na de race, stelde: “Ach, ik was niet snel genoeg. Ik weet niet of ik het met een tweede bandenwissel wel had gered.” Max nam zijn team opnieuw in bescherming. Max: foutloos onder druk In Formule 1 is het niet alleen een kwestie van snel zijn. Je mag ook geen fouten maken. “Om eerste te worden, moet je eerst finishen,” doceerde Jackie Stewart altijd. Er zijn verschillende type coureurs. Er zijn er die razendsnel zijn, maar in iedere race wel een foutje maken dat ervoor zorgt dat wat ze gewonnen hebben op snelheid meteen weer verloren is. De Fransman Romain Grosjean, die er dit seizoen niet meer bij is, was daar het voorbeeld van. Je hebt coureurs die in hun beginjaren snel zijn en fouten maken en die op een gegeven moment een switch maken. Maar bij hen gaat het maken van minder fouten gepaard met minder snelheid. Jody Scheckter, wereldkam­ pioen in 1979, was zo’n coureur. In het prille begin van zijn F1­carrière, in 1973, racete hij zoals hij het altijd gewend was geweest: roekeloos. Toen hij op Silverstone de grootste crash in de geschiedenis van de Formule 1 veroorzaakte, eisten de andere coureurs een schorsing. In 1974 kwam hij als herbo­ ren aan de start: geen brokken meer, geen bonje met andere coureurs meer, maar ook veel trager. En dan is er een derde, zeer zeldzame soort coureurs: snel en soms onbesuisd in het begin, maar met de jaren steeds foutlozer en nog altijd even snel. In die categorie zit Max. Neem de races van dit seizoen tot nu toe en je ziet dat Max op dat terrein zelfs beter scoort dan zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton. De fouten van Max in 2021, tot en met de GP van Silverstone? De klapband in Bakoe was niet zijn schuld. En dat hij in leidende positie van de baan vloog op Silverstone kwam zoals bekend op het conto van Hamilton. Max ging alleen even van de baan in Bahrein, in een poging om Hamilton in te halen, maar ook niet meer dan dat. Hamilton heeft voor het eerst sinds 2016 – toen was het teamgenoot Nico Rosberg – te maken met een échte concur­ rent om de wereldtitel en staat dus onder grotere druk dan afgelopen jaren. Hamilton heeft meer ervaring, maar maakte desondanks fouten die veel duurder waren. Hij vloog van de baan op Imola en werd gered door een ander incident dat voor een herstart zorgde. Hamilton was veel te onbesuisd na de herstart in Bakoe. Zijn rivaal Max was al uitgevallen, Hamilton kon goede zaken doen. Een zeker lijkende over­ winning vergooide hij, weg 25 punten. Het zou achteraf een beslissend moment kunnen zijn in de strijd om de wereldtitel. Met dank aan vader Jos Max Verstappen is geboren om te racen. Daar is een haast wetenschappelijke verklaring voor. Sinds zijn vierde zit Max achter het stuur. Al die tijd hoefde hij aan niets anders te denken dan racen. Hij hoefde zich nooit de vraag te stellen of er wel geld zou zijn voor een nieuwe motor, kopzorgen die de Hamiltons of Buttons wel hadden in hun jeugd. Maar vooral: van zijn vierde tot zijn zeventiende werd hij dagelijks gecoacht door een hoogleraar die zijn diploma in de praktijk had behaald: vader Jos Verstappen. Combineer dat met natuurlijk talent, en je krijgt een uitzonderlijke coureur. Jos Verstappen reed Formule 1 van 1994 tot 2003. Alle rijtech­ nische kennis die hij in die negen seizoenen in zich opnam, gaf hij door aan Max. Al heel vroeg. Een wereld van verschil met andere jongetjes van zijn generatie die gingen karten, met een vader die nooit achter het stuur van een echte racewagen had gezeten, of hooguit in een opstapklasse had geracet. Jos Verstappen: 'Weet je wat ik nog altijd het allermooiste vind? Toen we vroeger na een kartrace met ons busje naar huis reden vanuit een of ander buitenland. Ik denk daar nog vaak aan terug' En vanaf zijn vierde werd Max niet opgeleid om zomaar te racen, hem werd geleerd om Formule 1 te rijden. De nuance is belangrijk: leerden de andere kinderen met een kart rijden, dan had Jos in die beginjaren al het allerhoogste in het achter­ hoofd. “Een van de grote wapens van Max is dat hij meteen heel snel kan zijn, in de eerste ronde al, als de banden nog geen optimale temperatuur hebben,” gaf Jos eerder als voorbeeld in Helden. “Ik heb dat altijd gestimuleerd, al sinds het prille begin in karting. Ik deed niet zoals andere vaders toen we op het circuit aankwamen. Die zeiden tegen hun zoontje: ‘Rij nu eerst maar drie of vier rustige rondjes om het circuit te leren kennen.’ Ik wilde dat hij vanaf de eerste ronde zo hard mogelijk ging pezen. Inderdaad, omdat dat o zo belangrijk is in de Formule 1. Daarin krijg je geen tijd om ‘op te bouwen’. Je moet meteen knallen. Of ik Formule 1 toen al in mijn achterhoofd had, als grote doel? Onbewust wel, ja. Ik voelde al heel vroeg dat ik iets speciaals in handen had. Dat ventje stak er ieder jaar weer met kop en schouders bovenuit. Ik kon niet anders dan ambitieus denken...” En dat Max nu al bekendstaat als een van de coureurs die het beste in kan halen in de F1­geschiedenis, is ook niet zomaar. Jos eerder in Helden: “Ik hoorde en las weleens dat ik streng was voor Max, in de kartingjaren. Klopt. Ik eiste honderd procent inzet. Ik was al die jaren dan ook vierentwintig uur per dag met hem bezig. En ja, ik kon boos zijn als hij niet iedere ronde perfect zuiver reed. Maar boos zijn betekent niet dat je zo’n ventje als een idioot moet staan uitschelden. Je moet alles zeer goed uitleggen, met engelengeduld. Dat deed ik. En ik stond nooit met Max te discussiëren in het bijzijn van anderen. Dat gebeurde als we alleen waren. Neem de manier waarop je moet inhalen. Je kunt voorbij een tegenstander gaan en in die actie een halve seconde verliezen. Als hij dat vroeger deed, dan werd ik boos, ja. Omdat ik hem wilde zien passeren zonder ook maar een beetje tijd te verliezen. Op plaatsen waar niemand het verwachtte. Dan zei ik hem: in die bochten mag je van mij niet inhalen, je moet het daar of daar doen. Inderdaad, op de moeilijkste plaatsen. Je kunt de uren niet tellen die we vulden met leren inhalen.” Max over die tijd: “In karting leerde ik alles van mijn vader. Ik leerde begrijpen waarom ik snel was of waarom niet. En dan leer je nog sneller worden, telkens weer een stap vooruitzetten. Eigenlijk is dat in Formule 1 niet anders: je doet, je analyseert en je leert om sneller en beter te worden. Want er is altijd een manier om beter te worden. Je moet alleen weten waar je die manier moet zoeken.” Natuurlijk zorgden al die jaren samen voor een hechte band tussen vader en zoon. Jos, over die periode in hun leven: “Sportief bekeken zijn er drie tijdperken in mijn leven. Mijn carrière als coureur, de jaren in karting met Max, en dan nu Formule 1 als ‘vader van’. De tweede periode vind ik met voor­ sprong de leukste, als ik terugblik. Omdat je het veel meer in eigen hand hebt. Maar ook omdat het gewoon een heerlijke tijd was. Weet je wat ik nog altijd het allermooiste vind? Toen we vroeger na een kartrace met ons busje naar huis reden van­ uit een of ander buitenland. Ik denk daar nog vaak aan terug. We vertrokken meteen na de race. Max sliep achterin en ik zat achter het stuur. Het was donker, weinig verkeer, ver van huis, nog al die kilometers voor de boeg. Ik had tijd om te denken, hoe het verder moest met Max, nieuwe ideeën uitspitten. Dat denken hield me de hele nacht wakker, tot we thuis waren. Fantastische tijden...” Maar ook vader en zoon Hamilton waren dag en nacht samen in de kartingjaren. Net zoals de Buttons en de Vettels. Alleen: zodra ze in de Formule 1 zaten, kwam die relatie tussen vader en zoon onder druk te staan. Omdat de coureur plots geen kind meer was, niet langer een zoon die geholpen en onder­ steund moest worden. Niet makkelijk om mee om te gaan. De Hamiltons kregen zelfs ruzie, volgens ingewijden omdat de zoon het gehad had met de bemoeienissen van de vader. Ze spraken elkaar lange tijd niet meer. En sinds de verzoening laat vader Anthony zich nog maar zelden zien in de paddock. En zo zijn er nog andere voorbeelden. De Verstappens vormen een uitzondering. Ze zijn nog altijd vier handen op één buik. Vader en zoon hebben een nieuw evenwicht gevonden in hun relatie, in een context die nu hele­ maal anders is. Jos daarover: “Op een bepaald moment heb ik heel bewust wat afstand genomen. Vandaag probeer ik vooral achter de schermen te helpen.” Max vorig jaar: “Mijn vader is de enige in de paddock die me door en door kent. Ik heb hem nu minder nodig dan een paar jaar geleden, klopt, want ik heb toch ook al zes jaar ervaring in Formule 1. Maar dat neemt niet weg dat ik nog veel dingen met hem bespreek. En dat gaat vanzelf, heel spontaan. Hij weet wat ik nodig heb, hij weet wat ik in iedere situatie moet doen, en ik heb blind vertrouwen in zijn oordeel.” Rustig in de storm Er was een tijd dat er niet eens zoveel nodig was om Max op de kast te krijgen. Neem de GP van België in 2016. Max had in de eerste bocht al een aanvaring met beide Ferrari’s. Max na de race: “De volgende keer rij ik ze van de baan.” Datzelfde jaar in Italië reageerde Max tijdens zijn persmoment op een uitspraak van Jacques Villeneuve die naar aanleiding van het incident in Spa had gezegd dat Max moest uitkijken, want dat er straks nog doden zouden vallen. “Dat hij maar rustig blijft, Villeneuve heeft zelf iemand doodgereden.” Het was een ongelukkige verwijzing naar een dodelijke crash waarbij Villeneuve in 2001 betrokken was. Je zal er de ‘nieuwe’ Max Verstappen niet meer op betrappen. Hij schopt niet om zich heen na een crash en reageert niet meer giftig op een sneer van een tegenstander of andersdenkende. Hoe hard Lewis Hamilton dit seizoen ook probeerde om het duel om de titel een tweede dimensie te geven, die van psycho­ logische oorlogsvoering: het lukt niet om Max tot een vileine reactie te verleiden. “Ik heb de indruk dat Verstappen in ieder duel met mij het gevoel heeft dat hij iets moet bewijzen,” zei Hamilton in Monaco over zijn rivaliteit met de Nederlander. Natuurlijk trok de pers met die uitspraak naar Max, maar er viel niets te halen. “Netjes duelleren, dat komt altijd van twee kanten,” zei Max. En daar bleef het bij. Alleen na de race, die Max overtuigend won, was er die knipoog: “Ik praat niet, maar presteer.” En wat hij daar precies mee bedoelde? Glimlachje: “Dat ik de koers gewonnen heb.” En dan, later in het seizoen, de zoveelste poging van een Britse journalist om die scherpe quote van Max te krijgen. Of hij niet vond dat Hamilton dit seizoen onder druk niet te veel steken laat vallen? Max: “Ach, we doen allemaal ons best. Je zal me niet horen zeggen dat Lewis nu meer fouten maakt. Hij wil gewoon zo hard mogelijk rijden. En dat is wat ik ook probeer.” Wat vijf jaar geleden werd geïnterpreteerd als arrogantie, klinkt nu als zelfverzekerdheid. En volwassenheid. Omdat hij het an­ders verwoordt. En toen kwam de race op Silverstone. 51G, dat was de kracht die Max Verstappen te verwerken kreeg toen hij in die bandenmuur werd gekatapulteerd. Na contact met Hamilton. De race werd stilgelegd, Max moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, Hamilton kreeg een straf van tien seconden en won de race. Max: ‘Ik heb daar eigenlijk niet zoveel over te vertellen. Het interesseert me ook niet: ik weet wat er gebeurde op Silverstone, want ik zat in de auto’ Oorlog? Nee dus. Max bleef opvallend rustig. Ja, er was die tweet vanuit het ziekenhuis. “Onsportief en respectloos hoe Hamilton zijn overwinning vierde terwijl ik in het ziekenhuis was voor onderzoek.” Je kon het interpreteren als een sneer, maar dat was het niet. Het bericht kwam zo goed als zeker van de pr­mensen van Red Bull, die de kwestie opbliezen. Voor de GP in Boedapest troffen Max en Lewis elkaar voor het eerst sinds de crash weer. Wie zich opmaakte voor een strijd naast de baan kwam bedrogen uit. “Ik ben maar met één ding bezig,” zei Max. “Zo snel mogelijk zijn en zondag winnen.” Max bleef rustig in de vooraf aangewakkerde storm. Tussen de regels door hoorde je dat Max zich zelfs wat distantieerde voor het beroep dat zijn team had aangetekend tegen de sanctie voor Hamilton. Red Bull wilde meer dan tien seconden straftijd in de Silverstone­race. Max: “Ik heb daar eigenlijk niet zoveel over te vertellen. Het interesseert me ook niet: ik weet wat er gebeurde op Silverstone, want ik zat in de auto.” Glimlachje. “Nu heb ik maar één doel: zo snel mogelijk weer zo sterk mogelijk zijn... Dat protest, het formele gedeelte, dat is voor Red Bull.” Vijf jaar geleden had Max na zo’n voorval heel anders gereageerd. Kortom: Max is volwassen en hij is er klaar voor om wereldkampioen te worden. Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.