Word abonnee
Meer

Roeien

Bente en Ilse Paulis – Roeizussen

Ilse en Bente Paulis Ilse (30, links) en Bente Paulis (27) hebben behoorlijk wat prestaties achter hun naam staan. Na de Spelen van Tokio koos Ilse, met olympisch goud en brons op zak, voor een leven als arts, trad in het huwelijk en deed mee aan Expeditie Robinson. Bente won in die tijd twee keer WK-zilver en maakt zich nu op voor haar eerste Spelen in de vrouwen dubbelvier. Wij nodigden de roeizussen voor Helden Magazine nummer 72 uit voor een shoot langs de Bosbaan. “Hé, zie ik nou een grijze haar bij jou?” zegt Bente Paulis lachend tegen haar drieënhalf jaar oudere zus Ilse tijdens de shoot. Ilse, lachend: “Ja, ik word oud, dat hoort bij mijn burgerlijke bestaan.” Ze vertelt: “Ik woon in Baarn, werk als arts, ben getrouwd en heb een hond. Veel burgerlijker wordt het niet, hoor.” Bente: “Baarn is inmiddels ook een beetje mijn thuis geworden.” Ilse knikt: “Wij hebben een heel goede band.” Bente: “En die wordt steeds sterker naarmate we ouder worden. Toen we nog wat kleiner waren, zaten we allebei in een andere fase. Toen jij in Amsterdam bent gaan wonen en ik daarna, werden we steeds hechter. Ik kwam steeds vaker over de vloer bij jou. Onze ouders woonden in Drenthe, dus was het heel fijn dat er iemand lekker dichtbij woonde, waar ik kon eten of een kop thee kon drinken.” Ilse: “We hebben nog een jonger zusje, Femke, zij roeit ook en studeert eveneens in Amsterdam. We hebben alle drie heel ambitieuze programma’s met werk, studie en sport, maar zodra we in de gelegenheid zijn, zoeken we elkaar op. Juist omdat we zo druk zijn, proberen we tijd voor elkaar vrij te maken.” Bente: “We hebben dezelfde interesses en we zijn alle drie competitief en sportief. Maar we zijn ook verschillend. Jij wil echt altijd alles winnen; als eerste omgekleed zijn, als eerste ergens zijn. Dat heb ik iets minder. In mijn sport ben ik heel competitief, maar jij bent net iets perfectionistischer dan ik.” Ilse: “Jij bent weer wat gevoeliger. Dat is ook jouw kracht. Ik kan in mijn perfectionisme soms weinig oog hebben voor anderen. Jij hebt meer die sociale radar.” Sportgenen Ilse en Bente zijn geboren in Leiderdorp, maar groeiden op in Dalen in Drenthe. Bente: “Ik was zes toen we verhuisden. Papa had een baan in Emmen gekregen. We roeiden in Overijssel, bij roeivereniging Salland.” Ilse: “Sport was een belangrijk thema in ons gezin. Ik heb op korfbal, basketbal, atletiek en tennis gezeten. Maar balsporten waren niet aan mij besteed. Jij en Femke hebben nog fanatiek gehockeyd. Door onze vader zijn we gaan roeien. Ik werd een keer meegenomen en in een boot gezet. Hij was een fanatieke sporter, van hem hebben wij wel de sportgenen meegekregen. Dat moet wel, want als alle drie jouw dochters op hoog niveau roeien, dan zal het genetisch ook wel kloppen. De eerste keer dat ik in een boot zat, was ik tien. Het virus is daarna overgeslagen op jou en Femke.” Bente: “Het fanatisme kwam van onze moeder. Zij heeft ons altijd gesteund, vond de sport ook heel mooi.” Ilse: “Roeien vond ik meteen leuk. Ik had een goed gevoel bij die boot, en als je als kind ergens goed in bent, dan is het ook al gauw leuk. Het begon met een beetje lol maken met vriendjes in die boot. Toen deed ik wat wedstrijdjes en zo rolde ik erin.” Bente: “Ik dacht: laat ik het ook maar eens proberen. Het begon op een woensdagmiddag. Daarna begon ik ook met regionale wedstrijden. Dat ging goed en ik wilde meer, blijven winnen. Maar ik was ook fanatiek met hockey. Een tijdje heb ik dat gecombineerd. Dan moest ik me in de auto omkleden na het roeien om meteen door te gaan naar het hockeyveld. Dat ging op een gegeven moment niet meer. Maar als jij niet was gaan roeien, had ik het misschien ook wel niet gedaan. Het is leuk dat we dezelfde sport deden, we konden het er ook goed over hebben met elkaar.” Ilse: “Het hielp mee dat we zoveel in leeftijd verschillen. We zijn nooit concurrenten van elkaar geweest.” Bente, lachend: “Voor de onderlinge sfeer hielp dat zeker.” Ze roeiden niet alleen beiden, ze kozen ook voor een studie geneeskunde. Bente: “Ik deed eerst een jaar biomedische wetenschappen, maar daarna ben ik geneeskunde gaan doen.” Ilse: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik voor jullie de weg moest uitstippelen, vond het juist altijd belangrijk dat jullie zelf kozen. Dat kan dan in dezelfde richting zijn. Ik had ook nooit bedacht dat ik topsporter wilde worden, maar een paar jaar later was ik het ineens.” Bente: “Als junior vielen wij alle drie al op. We zijn ook alle drie naar WK’s voor junioren geweest. Femke is na haar middelbareschooltijd gaan studeren en roeien in Amerika, Ilse en ik zijn naar Amsterdam gegaan en lid geworden van Nereus. We hebben ons alle drie op ons eigen manier ontwikkeld. Jij kwam in de lichtgewicht dubbeltwee terecht, ik in de dubbelvier.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het dubbelinterview met Ilse en Bente Paulis komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Ilse en Bente Paulis Ilse (30, links) en Bente Paulis (27) hebben behoorlijk wat prestaties achter hun naam staan. Na de Spelen van Tokio koos Ilse, met olympisch goud en brons op zak, voor een leven als arts, trad in het huwelijk en deed mee aan Expeditie Robinson. Bente won in die tijd twee keer WK-zilver en maakt zich nu op voor haar eerste Spelen in de vrouwen dubbelvier. Wij nodigden de roeizussen voor Helden Magazine nummer 72 uit voor een shoot langs de Bosbaan. “Hé, zie ik nou een grijze haar bij jou?” zegt Bente Paulis lachend tegen haar drieënhalf jaar oudere zus Ilse tijdens de shoot. Ilse, lachend: “Ja, ik word oud, dat hoort bij mijn burgerlijke bestaan.” Ze vertelt: “Ik woon in Baarn, werk als arts, ben getrouwd en heb een hond. Veel burgerlijker wordt het niet, hoor.” Bente: “Baarn is inmiddels ook een beetje mijn thuis geworden.” Ilse knikt: “Wij hebben een heel goede band.” Bente: “En die wordt steeds sterker naarmate we ouder worden. Toen we nog wat kleiner waren, zaten we allebei in een andere fase. Toen jij in Amsterdam bent gaan wonen en ik daarna, werden we steeds hechter. Ik kwam steeds vaker over de vloer bij jou. Onze ouders woonden in Drenthe, dus was het heel fijn dat er iemand lekker dichtbij woonde, waar ik kon eten of een kop thee kon drinken.” Ilse: “We hebben nog een jonger zusje, Femke, zij roeit ook en studeert eveneens in Amsterdam. We hebben alle drie heel ambitieuze programma’s met werk, studie en sport, maar zodra we in de gelegenheid zijn, zoeken we elkaar op. Juist omdat we zo druk zijn, proberen we tijd voor elkaar vrij te maken.” Bente: “We hebben dezelfde interesses en we zijn alle drie competitief en sportief. Maar we zijn ook verschillend. Jij wil echt altijd alles winnen; als eerste omgekleed zijn, als eerste ergens zijn. Dat heb ik iets minder. In mijn sport ben ik heel competitief, maar jij bent net iets perfectionistischer dan ik.” Ilse: “Jij bent weer wat gevoeliger. Dat is ook jouw kracht. Ik kan in mijn perfectionisme soms weinig oog hebben voor anderen. Jij hebt meer die sociale radar.” Sportgenen Ilse en Bente zijn geboren in Leiderdorp, maar groeiden op in Dalen in Drenthe. Bente: “Ik was zes toen we verhuisden. Papa had een baan in Emmen gekregen. We roeiden in Overijssel, bij roeivereniging Salland.” Ilse: “Sport was een belangrijk thema in ons gezin. Ik heb op korfbal, basketbal, atletiek en tennis gezeten. Maar balsporten waren niet aan mij besteed. Jij en Femke hebben nog fanatiek gehockeyd. Door onze vader zijn we gaan roeien. Ik werd een keer meegenomen en in een boot gezet. Hij was een fanatieke sporter, van hem hebben wij wel de sportgenen meegekregen. Dat moet wel, want als alle drie jouw dochters op hoog niveau roeien, dan zal het genetisch ook wel kloppen. De eerste keer dat ik in een boot zat, was ik tien. Het virus is daarna overgeslagen op jou en Femke.” Bente: “Het fanatisme kwam van onze moeder. Zij heeft ons altijd gesteund, vond de sport ook heel mooi.” Ilse: “Roeien vond ik meteen leuk. Ik had een goed gevoel bij die boot, en als je als kind ergens goed in bent, dan is het ook al gauw leuk. Het begon met een beetje lol maken met vriendjes in die boot. Toen deed ik wat wedstrijdjes en zo rolde ik erin.” Bente: “Ik dacht: laat ik het ook maar eens proberen. Het begon op een woensdagmiddag. Daarna begon ik ook met regionale wedstrijden. Dat ging goed en ik wilde meer, blijven winnen. Maar ik was ook fanatiek met hockey. Een tijdje heb ik dat gecombineerd. Dan moest ik me in de auto omkleden na het roeien om meteen door te gaan naar het hockeyveld. Dat ging op een gegeven moment niet meer. Maar als jij niet was gaan roeien, had ik het misschien ook wel niet gedaan. Het is leuk dat we dezelfde sport deden, we konden het er ook goed over hebben met elkaar.” Ilse: “Het hielp mee dat we zoveel in leeftijd verschillen. We zijn nooit concurrenten van elkaar geweest.” Bente, lachend: “Voor de onderlinge sfeer hielp dat zeker.” Ze roeiden niet alleen beiden, ze kozen ook voor een studie geneeskunde. Bente: “Ik deed eerst een jaar biomedische wetenschappen, maar daarna ben ik geneeskunde gaan doen.” Ilse: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik voor jullie de weg moest uitstippelen, vond het juist altijd belangrijk dat jullie zelf kozen. Dat kan dan in dezelfde richting zijn. Ik had ook nooit bedacht dat ik topsporter wilde worden, maar een paar jaar later was ik het ineens.” Bente: “Als junior vielen wij alle drie al op. We zijn ook alle drie naar WK’s voor junioren geweest. Femke is na haar middelbareschooltijd gaan studeren en roeien in Amerika, Ilse en ik zijn naar Amsterdam gegaan en lid geworden van Nereus. We hebben ons alle drie op ons eigen manier ontwikkeld. Jij kwam in de lichtgewicht dubbeltwee terecht, ik in de dubbelvier.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het dubbelinterview met Ilse en Bente Paulis komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Mountainbiken

Fem van Empel: ‘Liever wat modder’

Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Mountainbiken

Milan Vader: ‘Het is een wonder dat ik hier zit’

Milan Vader (27) kwam op 8 april 2022 hard ten val. Hij vocht dagenlang voor zijn leven in een ziekenhuis in Bilbao, lag twaalf dagen in coma. Vriendin Ilse Lutke (21) week niet van zijn zijde en stond hem bij tijdens zijn revalidatie. In oktober 2023 bekroonde hij zijn comeback met een ritzege en de eindoverwinning in World Tour-koers Ronde van Guangxi. Samen blikken ze terug op de val en de wederopstanding. Vrolijk lachend komen Milan Vader en Ilse Lutke de lobby van Cityhotel Wood binnengewandeld. Milan heeft het warme Spanje, waar hij zich voorbereid op het nieuwe wielerseizoen, voor even ingeruild voor geboorteplaats Middelburg. Even wat zaken regelen, tijd doorbrengen met zijn vriendin en ouders en dan snel weer terug naar Alicante, waar hij een appartement heeft. Ilse komt hem daar geregeld opzoeken, pendelt ook nog op en neer tussen Assen, waar ze vandaan komt, en de hoofdstad van Zeeland. Milan begint smakelijk te vertellen over hun eerste afspraak. “Ik kreeg een berichtje van jou op Instagram, dacht meteen: wat een mooie meid. We hebben over en weer berichtjes gestuurd via de chat en Ilse vroeg al snel of we konden bellen. We hingen meteen vier uur en elf minuten met elkaar aan de lijn. En dat met iemand die ik nog nooit had ontmoet, dat vond ik heel speciaal. Ik dacht meteen: nu moet ik doorpakken, want over een paar dagen ga ik voor training naar Spanje. Ik vroeg of ze het goed vond dat ik bij haar langskwam in Assen. Op pakjesavond 2020 zat ik daar. De pizzarette stond op tafel, ik leerde meteen jouw ouders kennen en bleef slapen.” Triomfantelijk lachend: “Toen was het geregeld.” Ilse: “Ik ben inmiddels gestopt, maar was in die tijd ook een fanatieke mountainbiker. Vriendinnen zeiden tijdens het NK in Sittard van 2020: ‘We kwamen net Milan Vader tegen.’ Ik wist niet wie jij was, besloot je te volgen en dacht: laat ik eens een berichtje sturen.” Milan: “Toen ik terugkwam uit Spanje stond je me samen met mijn vader op te wachten op het vliegveld en bent meteen met ons meegegaan naar Middelburg. En drie jaar later gaan we hier samenwonen.” Ze zijn druk bezig met het interieur van hun nieuwe huis, kunnen niet wachten tot een nieuw hoofdstuk in hun leven begint. De band is sterk, mede door wat ze afgelopen tijd mee hebben gemaakt. De val Milan ging het mountainbiken na de Spelen in Tokio – waar hij tiende werd – combineren met het wegwielrennen. Zijn trainer Tim Heemskerk wees hem er al een paar keer op dat hij het fysiek had om ook goed uit de voeten te kunnen op de weg. Toen Heemskerk de overstap maakte naar Team Jumbo-Visma liet hij de naam van Milan vallen en toonde de waardes die hij trapte. In februari 2022 maakte Milan vlak voor zijn 26ste verjaardag zijn debuut als wegrenner in de Ronde van Valencia. “Het was toch ook een gok om mij de kans te geven, iedereen vond het mooi dat het meteen zo goed ging.” Daarna reed hij Strade Bianche en mocht hij zijn opwachting maken in de Ronde van Baskenland. Op 8 april was de vijfde etappe, zijn negende koersdag als wegrenner. Ilse: “Ik was op de terugweg van Groningen, waar ik de opleiding Sport & Beweging volgde, naar Assen toen ik werd gebeld door jouw vader. Hij zei dat je was gevallen. ‘Het lijkt erop dat het niet heel erg is,’ zei hij.” Milan: “Het eerste bericht was dat ik mijn sleutelbeen en een paar ribben had gebroken. Kan gebeuren.” Ilse: “Later belde jouw vader opnieuw om te zeggen dat het toch ernstiger was. Toen kwam het telefoontje dat jouw ouders naar het ziekenhuis in Bilbao moesten komen. Ze vroegen of ik mee wilde. Ik heb meteen mijn koffer gepakt.” Milan: “Ik weet niets meer van de val, heb van horen zeggen dat ik tijdens een afdaling in een bocht met mijn pedaal het asfalt raakte en daardoor over mijn stuur vloog, zo over de vangrail de afgrond in. Er was ook nog een versie die luidt dat ik te veel snelheid had en daardoor de bocht niet hield. Door mijn fietscomputer konden ze opmaken dat ik met 68 kilometer per uur tegen de vangrail knalde. Ik ben al met al zo’n twintig meter door de lucht gevlogen en zo’n twee etages lager neergekomen, terwijl mijn fiets nog boven, tegen de vangrail lag.” Tomás Rodriguez was de ronde-arts. Hij zag eerst Kobe Goossens van Intermarché- Wanty. De Belg was in dezelfde bocht gevallen en wees meteen naar beneden: daar lag iemand die harder hulp nodig had. Toen de arts aankwam bij Milan, lag die op zijn buik in het gras. Bewusteloos. Toen Rodriguez bij hem was, kwam hij weer bij. “Het schijnt dat ik boos en opstandig was. Ik wilde op eigen kracht de ambulance instappen, dacht dat ik dat wel kon.” Milan vertelt dat hij geluk had dat de ronde-arts in het dagelijks leven hart- en vaatchirurg is. “Hij had al snel door dat ik geen zuurstof kreeg. Ik had een klaplong en een geperforeerde long en de halsslagaders waren beschadigd. Tijdens een noodstop heeft hij me geïntubeerd. Hij bracht ter plekke een beademingsbuis aan, zodat ik weer zuurstof binnenkreeg. In het ziekenhuis ben ik meteen geopereerd. Doordat ik waarschijnlijk op mijn hoofd en bovenlichaam ben geland, was het helemaal mis met mijn halsslagaders, de rechter was gescheurd en de linker beschadigd. Ze hebben in mijn rechterslagader een stent van vijftien centimeter geplaatst, van mijn nek, bij mijn oor langs tot mijn hersenen aan toe.” Ilse werd door haar ouders naar Bergen op Zoom gebracht en stapte daar om half elf ’s avonds bij Patrick en Ingrid, de ouders van Milan, en Damy, zijn vier jaar jongere broertje, in de auto. “De reis was vreselijk, die onzekerheid... We hebben tijdens de autorit verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe moest het verder met ons als jij verlamd – of erger – een kasplantje zou zijn? Ik zei meteen: mocht dat het geval zijn, dan blijf ik bij hem en zien we het wel.” Ilse: ‘We hebben verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe moest het verder met ons als jij verlamd – of erger – een kas- plantje zou zijn? Ik zei meteen: dan blijf ik bij hem’ Milan: “Mijn vader zei dat, heb ik van hem begrepen, omdat hij had gehoord dat er iets met mijn halsslagader was en toen realiseerde hij zich dat er ook iets mis kon zijn met de bloed- en zuurstoftoevoer naar mijn hersenen. Vandaar dat filosoferen. Mijn vader zei tegen je: ‘Jij bent nog jong, hebt nog een heel leven voor je. Er zijn nog genoeg andere leuke jongens.’” Ilse: “En toen zei ik: maar ik hou toch het meest van Milan.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Milan Vader en Ilse Lutke komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder is veldrijdster Fem van Empel een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Milan Vader (27) kwam op 8 april 2022 hard ten val. Hij vocht dagenlang voor zijn leven in een ziekenhuis in Bilbao, lag twaalf dagen in coma. Vriendin Ilse Lutke (21) week niet van zijn zijde en stond hem bij tijdens zijn revalidatie. In oktober 2023 bekroonde hij zijn comeback met een ritzege en de eindoverwinning in World Tour-koers Ronde van Guangxi. Samen blikken ze terug op de val en de wederopstanding. Vrolijk lachend komen Milan Vader en Ilse Lutke de lobby van Cityhotel Wood binnengewandeld. Milan heeft het warme Spanje, waar hij zich voorbereid op het nieuwe wielerseizoen, voor even ingeruild voor geboorteplaats Middelburg. Even wat zaken regelen, tijd doorbrengen met zijn vriendin en ouders en dan snel weer terug naar Alicante, waar hij een appartement heeft. Ilse komt hem daar geregeld opzoeken, pendelt ook nog op en neer tussen Assen, waar ze vandaan komt, en de hoofdstad van Zeeland. Milan begint smakelijk te vertellen over hun eerste afspraak. “Ik kreeg een berichtje van jou op Instagram, dacht meteen: wat een mooie meid. We hebben over en weer berichtjes gestuurd via de chat en Ilse vroeg al snel of we konden bellen. We hingen meteen vier uur en elf minuten met elkaar aan de lijn. En dat met iemand die ik nog nooit had ontmoet, dat vond ik heel speciaal. Ik dacht meteen: nu moet ik doorpakken, want over een paar dagen ga ik voor training naar Spanje. Ik vroeg of ze het goed vond dat ik bij haar langskwam in Assen. Op pakjesavond 2020 zat ik daar. De pizzarette stond op tafel, ik leerde meteen jouw ouders kennen en bleef slapen.” Triomfantelijk lachend: “Toen was het geregeld.” Ilse: “Ik ben inmiddels gestopt, maar was in die tijd ook een fanatieke mountainbiker. Vriendinnen zeiden tijdens het NK in Sittard van 2020: ‘We kwamen net Milan Vader tegen.’ Ik wist niet wie jij was, besloot je te volgen en dacht: laat ik eens een berichtje sturen.” Milan: “Toen ik terugkwam uit Spanje stond je me samen met mijn vader op te wachten op het vliegveld en bent meteen met ons meegegaan naar Middelburg. En drie jaar later gaan we hier samenwonen.” Ze zijn druk bezig met het interieur van hun nieuwe huis, kunnen niet wachten tot een nieuw hoofdstuk in hun leven begint. De band is sterk, mede door wat ze afgelopen tijd mee hebben gemaakt. De val Milan ging het mountainbiken na de Spelen in Tokio – waar hij tiende werd – combineren met het wegwielrennen. Zijn trainer Tim Heemskerk wees hem er al een paar keer op dat hij het fysiek had om ook goed uit de voeten te kunnen op de weg. Toen Heemskerk de overstap maakte naar Team Jumbo-Visma liet hij de naam van Milan vallen en toonde de waardes die hij trapte. In februari 2022 maakte Milan vlak voor zijn 26ste verjaardag zijn debuut als wegrenner in de Ronde van Valencia. “Het was toch ook een gok om mij de kans te geven, iedereen vond het mooi dat het meteen zo goed ging.” Daarna reed hij Strade Bianche en mocht hij zijn opwachting maken in de Ronde van Baskenland. Op 8 april was de vijfde etappe, zijn negende koersdag als wegrenner. Ilse: “Ik was op de terugweg van Groningen, waar ik de opleiding Sport & Beweging volgde, naar Assen toen ik werd gebeld door jouw vader. Hij zei dat je was gevallen. ‘Het lijkt erop dat het niet heel erg is,’ zei hij.” Milan: “Het eerste bericht was dat ik mijn sleutelbeen en een paar ribben had gebroken. Kan gebeuren.” Ilse: “Later belde jouw vader opnieuw om te zeggen dat het toch ernstiger was. Toen kwam het telefoontje dat jouw ouders naar het ziekenhuis in Bilbao moesten komen. Ze vroegen of ik mee wilde. Ik heb meteen mijn koffer gepakt.” Milan: “Ik weet niets meer van de val, heb van horen zeggen dat ik tijdens een afdaling in een bocht met mijn pedaal het asfalt raakte en daardoor over mijn stuur vloog, zo over de vangrail de afgrond in. Er was ook nog een versie die luidt dat ik te veel snelheid had en daardoor de bocht niet hield. Door mijn fietscomputer konden ze opmaken dat ik met 68 kilometer per uur tegen de vangrail knalde. Ik ben al met al zo’n twintig meter door de lucht gevlogen en zo’n twee etages lager neergekomen, terwijl mijn fiets nog boven, tegen de vangrail lag.” Tomás Rodriguez was de ronde-arts. Hij zag eerst Kobe Goossens van Intermarché- Wanty. De Belg was in dezelfde bocht gevallen en wees meteen naar beneden: daar lag iemand die harder hulp nodig had. Toen de arts aankwam bij Milan, lag die op zijn buik in het gras. Bewusteloos. Toen Rodriguez bij hem was, kwam hij weer bij. “Het schijnt dat ik boos en opstandig was. Ik wilde op eigen kracht de ambulance instappen, dacht dat ik dat wel kon.” Milan vertelt dat hij geluk had dat de ronde-arts in het dagelijks leven hart- en vaatchirurg is. “Hij had al snel door dat ik geen zuurstof kreeg. Ik had een klaplong en een geperforeerde long en de halsslagaders waren beschadigd. Tijdens een noodstop heeft hij me geïntubeerd. Hij bracht ter plekke een beademingsbuis aan, zodat ik weer zuurstof binnenkreeg. In het ziekenhuis ben ik meteen geopereerd. Doordat ik waarschijnlijk op mijn hoofd en bovenlichaam ben geland, was het helemaal mis met mijn halsslagaders, de rechter was gescheurd en de linker beschadigd. Ze hebben in mijn rechterslagader een stent van vijftien centimeter geplaatst, van mijn nek, bij mijn oor langs tot mijn hersenen aan toe.” Ilse werd door haar ouders naar Bergen op Zoom gebracht en stapte daar om half elf ’s avonds bij Patrick en Ingrid, de ouders van Milan, en Damy, zijn vier jaar jongere broertje, in de auto. “De reis was vreselijk, die onzekerheid... We hebben tijdens de autorit verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe moest het verder met ons als jij verlamd – of erger – een kasplantje zou zijn? Ik zei meteen: mocht dat het geval zijn, dan blijf ik bij hem en zien we het wel.” Ilse: ‘We hebben verschillende scenario’s doorgenomen. Hoe moest het verder met ons als jij verlamd – of erger – een kas- plantje zou zijn? Ik zei meteen: dan blijf ik bij hem’ Milan: “Mijn vader zei dat, heb ik van hem begrepen, omdat hij had gehoord dat er iets met mijn halsslagader was en toen realiseerde hij zich dat er ook iets mis kon zijn met de bloed- en zuurstoftoevoer naar mijn hersenen. Vandaar dat filosoferen. Mijn vader zei tegen je: ‘Jij bent nog jong, hebt nog een heel leven voor je. Er zijn nog genoeg andere leuke jongens.’” Ilse: “En toen zei ik: maar ik hou toch het meest van Milan.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Milan Vader en Ilse Lutke komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder is veldrijdster Fem van Empel een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Roeien

Karolien en Finn Florijn: ‘Wij hebben een goed pakketje genen’

Voorheen stonden Karolien (25) en Finn Florijn (23) bekend als dochter en zoon van Ronald Florijn, tweevoudig olympisch kampioen roeien. Tegenwoordig is het andersom. Deze zomer werden ze allebei wereldkampioen. Karolien prolongeerde haar wereldtitel in de skiff, Finn won goud in de mannen dubbelvier. “Het is ook bijzonder dat wij de familielijn voortzetten.” Tijdens de fotoshoot met Karolien en Finn Florijn op de Bosbaan in Amstelveen komt vader Ronald aangefietst op een e-bike vanuit zijn woonplaats Leiden. Ronald Florijn is tweevoudig olympisch kampioen. In 1988 won hij in Seoul goud in de dubbeltwee, in 1996 werd hij olympisch kampioen in Atlanta met de Holland Acht. Inmiddels is hij bondscoach van het coastal rowing, roeien op zee, dat een olympische discipline wordt op de Spelen van Los Angeles in 2028. Terwijl ze wordt gefotografeerd steekt Karolien even haar hand naar haar vader op. Finn loopt naar hem toe en geeft hem een klopje op de schouder. Wekelijks zien Karolien en Finn hun vader op de roeibaan, maar echt op de hoogte van elkaars dagelijkse bezigheden zijn ze niet. Finn: “Onze vader is niet betrokken bij ons team, bemoeit zich nergens mee. Hij is ook geen klankbord voor ons, of zo. Ik denk dat Karolien en ik eerder steun bij elkaar zoeken.”   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Karolien en Finn Florijn komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Voorheen stonden Karolien (25) en Finn Florijn (23) bekend als dochter en zoon van Ronald Florijn, tweevoudig olympisch kampioen roeien. Tegenwoordig is het andersom. Deze zomer werden ze allebei wereldkampioen. Karolien prolongeerde haar wereldtitel in de skiff, Finn won goud in de mannen dubbelvier. “Het is ook bijzonder dat wij de familielijn voortzetten.” Tijdens de fotoshoot met Karolien en Finn Florijn op de Bosbaan in Amstelveen komt vader Ronald aangefietst op een e-bike vanuit zijn woonplaats Leiden. Ronald Florijn is tweevoudig olympisch kampioen. In 1988 won hij in Seoul goud in de dubbeltwee, in 1996 werd hij olympisch kampioen in Atlanta met de Holland Acht. Inmiddels is hij bondscoach van het coastal rowing, roeien op zee, dat een olympische discipline wordt op de Spelen van Los Angeles in 2028. Terwijl ze wordt gefotografeerd steekt Karolien even haar hand naar haar vader op. Finn loopt naar hem toe en geeft hem een klopje op de schouder. Wekelijks zien Karolien en Finn hun vader op de roeibaan, maar echt op de hoogte van elkaars dagelijkse bezigheden zijn ze niet. Finn: “Onze vader is niet betrokken bij ons team, bemoeit zich nergens mee. Hij is ook geen klankbord voor ons, of zo. Ik denk dat Karolien en ik eerder steun bij elkaar zoeken.”   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Karolien en Finn Florijn komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Volleybal

Laura Dijkema & Nika Daalderop: ‘Globetrotters’

Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Volleybal

Nika Daalderop: ‘Ik kan een stresskip zijn, hoor’

Nika Daalderop (23) is een van de nieuwe boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Na de zomer gaat ze voor het Turkse VakifBank spelen, de beste club van Europa. Maar eerst speelt ze met het Nederlands team (23 september-15 oktober) het WK in Nederland en Polen. We legden Nika zeven stellingen voor. Ik wil ook buiten het volleybalveld het nieuwe gezicht worden van mijn sport “Als het gebeurt, vind ik het prima, hoor, maar het is niet per se mijn ambitie om het gezicht van het volleybal te worden. Ik ben iemand die de kat uit de boom kijkt, hoef niet in de schijnwerpers te staan. Ik ben me er natuurlijk van bewust dat het er in deze tijd met sociale media een beetje bij hoort dat topsporters meer van zichzelf laten zien dan alleen het sportieve, maar ik ben niet heel bewust bezig met mijn imago. Sinds kort ben ik wat actiever op social media, deels ook op aandringen van mijn omgeving, omdat ze weten dat ik er veel meer uit zou kunnen halen. Ik kijk gewoon of ik het leuk vind en verdien er ook nog een beetje geld mee af en toe. Zitten mensen erop te wachten dat ik meer van mezelf laat zien dan volleyballen? Denk ik eigenlijk ook nooit zo over na... Misschien komt dat ook doordat ik zelf nooit een groot voorbeeld, held of heldin heb gehad. Ik zie volleybal nog steeds als een uit de hand gelopen hobby, zie het zeker niet als mijn werk. Toen ik klein was heb ik ook nooit de ambitie gehad om volleybalster te worden, ik vond het altijd gewoon heel leuk om te doen en ben er eigenlijk gewoon ingerold.” Ik snap heel goed dat Lonneke Sloetjes en ook een tijdje Celeste Plak genoeg hadden van volleyballen “Er zijn gesprekken tussen spelers en coaches met de internationale volleybalbond geweest om iets te doen aan de overvolle agenda. Uit steeds meer hoeken komen de signalen dat het echt te veel is. De resultaten van die gesprekken zien we nog niet echt. In de Nations League speelden we nu twaalf wedstrijden in korte tijd over de hele wereld en vorig jaar waren dat er vijftien... Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Celeste heeft een sabbatical genomen om zich weer op te laden. Lonneke besloot na eerst een pauze te hebben genomen helemaal met volleybal te stoppen. Dat is toch zorgelijk? Dat moet toch het signaal zijn dat er snel wat moet gebeuren? Ik kan die meiden die een pauze inlassen heel goed begrijpen, omdat het mentaal en fysiek zo zwaar is wat wij doen. We spelen week in week uit bij onze club en daarnaast, in de periode dat we eigenlijk op krachten zouden moeten komen, spelen we voor het nationaal team. De spelers die club en nationaal team combineren, hebben daardoor hooguit twee weken vakantie per jaar. Er is dus geen tijd om tot rust te komen, zowel mentaal als fysiek. Ik snap heel goed dat dat ritme je na een paar jaar opbreekt. 'Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Dat is toch zorgelijk?' Ik had al een tijdje last van een slijmbeursontsteking in mijn heup. Bij de club denken ze aan de korte termijn. Vaak sta je één of twee seizoenen onder contract en in die periode moet je presteren. Daar krijg je veel sneller te horen: ‘Speel maar even door een pijntje heen.’ Bij het nationaal team wordt er beter op ons gelet, daar wordt juist wel naar de langere termijn gekeken, krijgen we eerder rust voorgeschreven. Ik heb in aanloop naar het WK ook de Nations League gemist om voor het WK van die slijmbeursontsteking af te komen. En dan zijn er nog de hoge verwachtingen waar je altijd mee te maken hebt. Je voelt die druk. Ik heb de afgelopen jaren in Italië gespeeld, bij Firenze en Novara. Bijna bij elke training kwamen de bazen van de club kijken: de president, sponsors. Zelfs tijdens trainingen voelde ik die ogen die op me gericht waren. Daardoor ga je ook heel veel van jezelf eisen. Het is niet gek dat je daar een keer aan onderdoor gaat. Bij sommige teams heb je ook een mental coach. Ik heb die mentale hulp nog niet nodig gehad, maar dat kan altijd nog veranderen. Ik ga na het WK naar VakifBank, al jaren een van de beste clubs ter wereld. Lonneke heeft daar ook vier jaar gespeeld, tot en met 2019. Ze heeft mij gezegd dat het de mooiste en de zwaarste jaren van haar loopbaan zijn geweest. Ik heb nooit gemerkt dat het zo pittig voor haar was, dat heeft ze goed kunnen maskeren. Pas op het einde, tijdens het olympisch kwalificatietoernooi voor Tokio, merkte ik dat ze anders in het veld stond dan ik gewend was van haar. Ik kan ook een stresskip zijn, hoor. Vooral als ik, zoals nu, naar een nieuwe club ga. Ik heb altijd even tijd nodig, moet iedereen eerst wat beter leren kennen voordat ik me op de training losser kan gedragen. Ik heb Lonneke veel gesproken toen ik de keuze had om naar VakifBank te gaan. Ze zei tegen mij: ‘Niek, als ik het heb overleefd, dan kun jij dat zeker.’ Dat stelde me gerust.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met Davy Klaassen die zich op maakt voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nika Daalderop (23) is een van de nieuwe boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Na de zomer gaat ze voor het Turkse VakifBank spelen, de beste club van Europa. Maar eerst speelt ze met het Nederlands team (23 september-15 oktober) het WK in Nederland en Polen. We legden Nika zeven stellingen voor. Ik wil ook buiten het volleybalveld het nieuwe gezicht worden van mijn sport “Als het gebeurt, vind ik het prima, hoor, maar het is niet per se mijn ambitie om het gezicht van het volleybal te worden. Ik ben iemand die de kat uit de boom kijkt, hoef niet in de schijnwerpers te staan. Ik ben me er natuurlijk van bewust dat het er in deze tijd met sociale media een beetje bij hoort dat topsporters meer van zichzelf laten zien dan alleen het sportieve, maar ik ben niet heel bewust bezig met mijn imago. Sinds kort ben ik wat actiever op social media, deels ook op aandringen van mijn omgeving, omdat ze weten dat ik er veel meer uit zou kunnen halen. Ik kijk gewoon of ik het leuk vind en verdien er ook nog een beetje geld mee af en toe. Zitten mensen erop te wachten dat ik meer van mezelf laat zien dan volleyballen? Denk ik eigenlijk ook nooit zo over na... Misschien komt dat ook doordat ik zelf nooit een groot voorbeeld, held of heldin heb gehad. Ik zie volleybal nog steeds als een uit de hand gelopen hobby, zie het zeker niet als mijn werk. Toen ik klein was heb ik ook nooit de ambitie gehad om volleybalster te worden, ik vond het altijd gewoon heel leuk om te doen en ben er eigenlijk gewoon ingerold.” Ik snap heel goed dat Lonneke Sloetjes en ook een tijdje Celeste Plak genoeg hadden van volleyballen “Er zijn gesprekken tussen spelers en coaches met de internationale volleybalbond geweest om iets te doen aan de overvolle agenda. Uit steeds meer hoeken komen de signalen dat het echt te veel is. De resultaten van die gesprekken zien we nog niet echt. In de Nations League speelden we nu twaalf wedstrijden in korte tijd over de hele wereld en vorig jaar waren dat er vijftien... Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Celeste heeft een sabbatical genomen om zich weer op te laden. Lonneke besloot na eerst een pauze te hebben genomen helemaal met volleybal te stoppen. Dat is toch zorgelijk? Dat moet toch het signaal zijn dat er snel wat moet gebeuren? Ik kan die meiden die een pauze inlassen heel goed begrijpen, omdat het mentaal en fysiek zo zwaar is wat wij doen. We spelen week in week uit bij onze club en daarnaast, in de periode dat we eigenlijk op krachten zouden moeten komen, spelen we voor het nationaal team. De spelers die club en nationaal team combineren, hebben daardoor hooguit twee weken vakantie per jaar. Er is dus geen tijd om tot rust te komen, zowel mentaal als fysiek. Ik snap heel goed dat dat ritme je na een paar jaar opbreekt. 'Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Dat is toch zorgelijk?' Ik had al een tijdje last van een slijmbeursontsteking in mijn heup. Bij de club denken ze aan de korte termijn. Vaak sta je één of twee seizoenen onder contract en in die periode moet je presteren. Daar krijg je veel sneller te horen: ‘Speel maar even door een pijntje heen.’ Bij het nationaal team wordt er beter op ons gelet, daar wordt juist wel naar de langere termijn gekeken, krijgen we eerder rust voorgeschreven. Ik heb in aanloop naar het WK ook de Nations League gemist om voor het WK van die slijmbeursontsteking af te komen. En dan zijn er nog de hoge verwachtingen waar je altijd mee te maken hebt. Je voelt die druk. Ik heb de afgelopen jaren in Italië gespeeld, bij Firenze en Novara. Bijna bij elke training kwamen de bazen van de club kijken: de president, sponsors. Zelfs tijdens trainingen voelde ik die ogen die op me gericht waren. Daardoor ga je ook heel veel van jezelf eisen. Het is niet gek dat je daar een keer aan onderdoor gaat. Bij sommige teams heb je ook een mental coach. Ik heb die mentale hulp nog niet nodig gehad, maar dat kan altijd nog veranderen. Ik ga na het WK naar VakifBank, al jaren een van de beste clubs ter wereld. Lonneke heeft daar ook vier jaar gespeeld, tot en met 2019. Ze heeft mij gezegd dat het de mooiste en de zwaarste jaren van haar loopbaan zijn geweest. Ik heb nooit gemerkt dat het zo pittig voor haar was, dat heeft ze goed kunnen maskeren. Pas op het einde, tijdens het olympisch kwalificatietoernooi voor Tokio, merkte ik dat ze anders in het veld stond dan ik gewend was van haar. Ik kan ook een stresskip zijn, hoor. Vooral als ik, zoals nu, naar een nieuwe club ga. Ik heb altijd even tijd nodig, moet iedereen eerst wat beter leren kennen voordat ik me op de training losser kan gedragen. Ik heb Lonneke veel gesproken toen ik de keuze had om naar VakifBank te gaan. Ze zei tegen mij: ‘Niek, als ik het heb overleefd, dan kun jij dat zeker.’ Dat stelde me gerust.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met Davy Klaassen die zich op maakt voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Mountainbiken

Bart Brentjes: ‘Ik was een graadmeter’

Hij zette het mountainbiken op de kaart. Bart Brentjens won de wereldbeker in 1994, werd een jaar later wereldkampioen en pakte in 1996 olympisch goud. Op zijn 53ste reist hij als teammanager van CST PostNL Bafang Mountainbike Racing Team de wereld rond. We spreken hem over neef Frans Maassen, ex-coach Gert-Jan Theunisse, echtgenote Petra en nieuw boegbeeld Mathieu van der Poel. Een grote vrachtwagen met ‘CST PostNL Bafana Mountainbike Racing Team’ erop staat op het erf naast de monumentale boerderij in het Brabantse buurtschap Huisseling. Bart Brentjens, zijn vrouw Petra, zoon Bart junior van negentien en Ginger van zeventien wonen er al jaren. De schuur ernaast is verbouwd en gepromoveerd tot een strak en mooi kantoor. Aan de muur hangt pontificaal de fiets met oranje frame waarmee Bart in 1996 historie schreef door de allereerste olympische titel in het mountainbiken te veroveren. In het magazijn staan verschillende mountainbikes en rekken vol accessoires. Petra zit achter de computer, doet veel administratief en logistiek werk voor de ploeg die Bart van de grond kreeg en waarvan hij al jarenlang teammanager is. Bart en Petra, dochter van oud-ploegleider Piet Libregts, leerden elkaar begin jaren negentig kennen op het kantoor van Manfred Krikke, destijds teamleider van Bart. Petra ontwierp daar fietskleding voor Ultima. In 1997 trouwden zij. Voor zijn werk reist Bart nog altijd de wereld over. Petra blijft meestal thuis. Naast de kinderen zijn er ook nog golden retriever Bram en het paard van Ginger die aandacht en zorg nodig hebben. Zelf fietst Bart, inmiddels 53, ook nog steeds. Onlangs won hij in Zuid-Afrika opnieuw de Cape Epic in de Grand Masters-categorie, een mountainbike-wedstrijd voor duo’s. “Ik vind het belangrijk om gezond te blijven en met mijn lijf bezig te zijn.” Ben je stiekem ook een beetje bang om oud te worden? Lachend: “Ik ontkom er niet aan. Ik merk dat ik ouder word, daar horen helaas ook mankementjes bij. Soms leg ik de lat iets te hoog, dan wil ik nog met de jonge mannen meerijden en dan kom je jezelf na een uur tegen.” • Bart groeide op in het Limburgse Haelen. Hij keek als tiener vooral op tegen zijn vier jaar oudere neef en plaatsgenoot Frans Maassen, die in 1987 prof werd en onder meer de Amstel Gold Race en een Tour-etappe won. “Frans was op de weg een klasse beter dan ik. Alleen als we offroad gingen fietsen kon ik het hem een beetje moeilijk maken. Maar toen werd begin jaren negentig het mountainbiken geïntroduceerd. Je had een iets andere positie op de fiets nodig, moest gevoel hebben voor techniek, grip en bochten. Op de mountainbike kon ik het Frans ineens wel lastig maken.” Het had niet veel gescheeld of Bart had nooit voor het fietsen gekozen. In zijn jeugd voetbalde hij. En in de winter was hij als het hard genoeg vroor op het ijs te vinden. Om tochten te schaatsen of te ijshockeyen. Het noodlot dirigeerde hem richting de fiets. “We konden als het vroor vaak al snel op de eendenvijver terecht, daarop waren we altijd aan het ijshockeyen. Dat deden we op noren, met het gevolg dat ik altijd grote blaren had op mijn hakken. Maar we konden natuurlijk niet wachten tot we op de beek konden schaatsen, daarop konden we tien kilometer aan één stuk schaatsen. Het gebeurde geregeld dat we door het ijs van de beek zakten, kon ik met een natte broek en koude voeten naar huis. Met het door het ijs zakken is op mijn dertiende een bacterie bij die blaren gekomen, die zijn gaan ontsteken. Ik heb toen een stafylokokbacterie in mijn beenmerg gekregen. Ik weet nog goed dat we ijsvrij kregen op school. 'De strijd die Gert-Jan Theunisse en ik voerden, was absurd. We wilden niet voor elkaar onderdoen, dat ging zó ver. Hij heeft me zo sterk gemaakt' 'S ochtends was ik met de fiets naar school gegaan, maar kon nadat we ijsvrij hadden gekregen niet meer met de fiets terug naar huis. Ik had zo’n pijn aan mijn knie. Ik was al een keer naar de huisarts geweest met mijn moeder, die zei: ‘Hij zal wel op zijn knie zijn gevallen, ga maar terug naar huis, het valt wel mee.’ Totdat ik ineens heel hoge koorts kreeg. Mijn moeder ging meteen naar de eerste hulp in het ziekenhuis. Ze hielden me gelijk. Het was kantje boord. In het dorp dachten ze al dat ik gestorven was."Er werd zelfs voor me gebeden in de kerk. In totaal heb ik zeven weken in het ziekenhuis gelegen, heb weer moeten leren lopen. Voetballen ging niet meer. Als revalidatie ben ik gaan fietsen.” • Mountainbiken werd zijn roeping. In de snelgroeiende sport hoorde hij al rap tot de wereldtop. Er werd in het begin raar naar hem gekeken. Wat moest iemand uit Nederland op een mountainbike, er was daar toch geen berg te bekennen? “Die opmerking krijgen Nederlandse mountainbikers nu nog steeds. Buitenlanders vragen zich af hoe Nederlanders zo goed kunnen mountainbiken. Nu, met Mathieu van der Poel, is dat opnieuw het geval. Ik denk niet dat je per se in de bergen moet wonen om een goede klimmer te zijn, tegen de wind in fietsen is bijna vergelijkbaar met bergop fietsen. Wat mountainbiken betreft: tegenwoordig zijn de klimmen in de olympische discipline maximaal twee of drie minuten. Dat kun je in Nederland ook goed trainen.” Helden Magazine 62 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bart Brentjes komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten.Een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan én Jetze Plat is een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij zette het mountainbiken op de kaart. Bart Brentjens won de wereldbeker in 1994, werd een jaar later wereldkampioen en pakte in 1996 olympisch goud. Op zijn 53ste reist hij als teammanager van CST PostNL Bafang Mountainbike Racing Team de wereld rond. We spreken hem over neef Frans Maassen, ex-coach Gert-Jan Theunisse, echtgenote Petra en nieuw boegbeeld Mathieu van der Poel. Een grote vrachtwagen met ‘CST PostNL Bafana Mountainbike Racing Team’ erop staat op het erf naast de monumentale boerderij in het Brabantse buurtschap Huisseling. Bart Brentjens, zijn vrouw Petra, zoon Bart junior van negentien en Ginger van zeventien wonen er al jaren. De schuur ernaast is verbouwd en gepromoveerd tot een strak en mooi kantoor. Aan de muur hangt pontificaal de fiets met oranje frame waarmee Bart in 1996 historie schreef door de allereerste olympische titel in het mountainbiken te veroveren. In het magazijn staan verschillende mountainbikes en rekken vol accessoires. Petra zit achter de computer, doet veel administratief en logistiek werk voor de ploeg die Bart van de grond kreeg en waarvan hij al jarenlang teammanager is. Bart en Petra, dochter van oud-ploegleider Piet Libregts, leerden elkaar begin jaren negentig kennen op het kantoor van Manfred Krikke, destijds teamleider van Bart. Petra ontwierp daar fietskleding voor Ultima. In 1997 trouwden zij. Voor zijn werk reist Bart nog altijd de wereld over. Petra blijft meestal thuis. Naast de kinderen zijn er ook nog golden retriever Bram en het paard van Ginger die aandacht en zorg nodig hebben. Zelf fietst Bart, inmiddels 53, ook nog steeds. Onlangs won hij in Zuid-Afrika opnieuw de Cape Epic in de Grand Masters-categorie, een mountainbike-wedstrijd voor duo’s. “Ik vind het belangrijk om gezond te blijven en met mijn lijf bezig te zijn.” Ben je stiekem ook een beetje bang om oud te worden? Lachend: “Ik ontkom er niet aan. Ik merk dat ik ouder word, daar horen helaas ook mankementjes bij. Soms leg ik de lat iets te hoog, dan wil ik nog met de jonge mannen meerijden en dan kom je jezelf na een uur tegen.” • Bart groeide op in het Limburgse Haelen. Hij keek als tiener vooral op tegen zijn vier jaar oudere neef en plaatsgenoot Frans Maassen, die in 1987 prof werd en onder meer de Amstel Gold Race en een Tour-etappe won. “Frans was op de weg een klasse beter dan ik. Alleen als we offroad gingen fietsen kon ik het hem een beetje moeilijk maken. Maar toen werd begin jaren negentig het mountainbiken geïntroduceerd. Je had een iets andere positie op de fiets nodig, moest gevoel hebben voor techniek, grip en bochten. Op de mountainbike kon ik het Frans ineens wel lastig maken.” Het had niet veel gescheeld of Bart had nooit voor het fietsen gekozen. In zijn jeugd voetbalde hij. En in de winter was hij als het hard genoeg vroor op het ijs te vinden. Om tochten te schaatsen of te ijshockeyen. Het noodlot dirigeerde hem richting de fiets. “We konden als het vroor vaak al snel op de eendenvijver terecht, daarop waren we altijd aan het ijshockeyen. Dat deden we op noren, met het gevolg dat ik altijd grote blaren had op mijn hakken. Maar we konden natuurlijk niet wachten tot we op de beek konden schaatsen, daarop konden we tien kilometer aan één stuk schaatsen. Het gebeurde geregeld dat we door het ijs van de beek zakten, kon ik met een natte broek en koude voeten naar huis. Met het door het ijs zakken is op mijn dertiende een bacterie bij die blaren gekomen, die zijn gaan ontsteken. Ik heb toen een stafylokokbacterie in mijn beenmerg gekregen. Ik weet nog goed dat we ijsvrij kregen op school. 'De strijd die Gert-Jan Theunisse en ik voerden, was absurd. We wilden niet voor elkaar onderdoen, dat ging zó ver. Hij heeft me zo sterk gemaakt' 'S ochtends was ik met de fiets naar school gegaan, maar kon nadat we ijsvrij hadden gekregen niet meer met de fiets terug naar huis. Ik had zo’n pijn aan mijn knie. Ik was al een keer naar de huisarts geweest met mijn moeder, die zei: ‘Hij zal wel op zijn knie zijn gevallen, ga maar terug naar huis, het valt wel mee.’ Totdat ik ineens heel hoge koorts kreeg. Mijn moeder ging meteen naar de eerste hulp in het ziekenhuis. Ze hielden me gelijk. Het was kantje boord. In het dorp dachten ze al dat ik gestorven was."Er werd zelfs voor me gebeden in de kerk. In totaal heb ik zeven weken in het ziekenhuis gelegen, heb weer moeten leren lopen. Voetballen ging niet meer. Als revalidatie ben ik gaan fietsen.” • Mountainbiken werd zijn roeping. In de snelgroeiende sport hoorde hij al rap tot de wereldtop. Er werd in het begin raar naar hem gekeken. Wat moest iemand uit Nederland op een mountainbike, er was daar toch geen berg te bekennen? “Die opmerking krijgen Nederlandse mountainbikers nu nog steeds. Buitenlanders vragen zich af hoe Nederlanders zo goed kunnen mountainbiken. Nu, met Mathieu van der Poel, is dat opnieuw het geval. Ik denk niet dat je per se in de bergen moet wonen om een goede klimmer te zijn, tegen de wind in fietsen is bijna vergelijkbaar met bergop fietsen. Wat mountainbiken betreft: tegenwoordig zijn de klimmen in de olympische discipline maximaal twee of drie minuten. Dat kun je in Nederland ook goed trainen.” Helden Magazine 62 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bart Brentjes komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten.Een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan én Jetze Plat is een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Mountainbiken

Nieuwe Helden: Chris van Dijk

Mountainbiker Chris van Dijk (18) is een van de sporters van TalentNED, dat staat voor duurzame talentonwikkeling in de sport en het bedrijfsleven. In de serie ‘Nieuwe Helden’ leren we het aanstormend mountainbiketalent beter kennen. Barbara Barend trapte met hem een rondje op de Cannondale e-bike. Mijn grote voorbeeld is.... “Mountainbiker Nino Schurter. Afgelopen seizoen is hij voor de achtste keer wereldkampioen geworden, ongekend knap.” Heb je hem weleens ontmoet? “Ik ben ooit met hem op de foto gegaan, maar toen had ik per ongeluk de timer van m’n telefoon aangezet. Dat werd dus een heel rare foto.” Op een onbewoond eiland met... “Een fiets en een goede vriend. Dan kan ik alles doen waar ik gelukkig van word: sporten, lachen en praten. Trainingskampen zie ik ook als fietsen met vrienden.” Over tien jaar ben ik... “Een van de betere mountainbikers. Ik hoef niet per se iemand te zijn die altijd wint, ik zou al erg blij zijn als ik van de sport kan leven. In het mountainbiken is dat best lastig, dus dan moet je wel tot de wereldtop behoren. Het lijkt me fantastisch als mijn leven bestaat uit reizen van plek naar plek voor wedstrijden.” Zijn de mountainbikers de ‘gekkies’ onder de fietsers? Lachend: “Misschien wel een beetje. We houden enorm van afdalen, daarvoor moet je wel gek zijn.” Zonder mijn Cannondale ben ik... “Leeg. Als ik niet kan fietsen, verveel ik me en ben ik een stuk minder gelukkig. Sporten - en met name fietsen - geeft me zoveel energie.” Mijn grootste kracht is... “Dat ik altijd het vertrouwen heb dat ik er weer bovenop kom. Ik raak niet snel in paniek. Tijdens wedstrijden houd ik dat altijd in m’n achterhoofd. Al zit ik er bij de start niet meteen bij, dan kan ik terugkomen en alsnog winnen. Dat is een rustgevende gedachte.”
Mountainbiker Chris van Dijk (18) is een van de sporters van TalentNED, dat staat voor duurzame talentonwikkeling in de sport en het bedrijfsleven. In de serie ‘Nieuwe Helden’ leren we het aanstormend mountainbiketalent beter kennen. Barbara Barend trapte met hem een rondje op de Cannondale e-bike. Mijn grote voorbeeld is.... “Mountainbiker Nino Schurter. Afgelopen seizoen is hij voor de achtste keer wereldkampioen geworden, ongekend knap.” Heb je hem weleens ontmoet? “Ik ben ooit met hem op de foto gegaan, maar toen had ik per ongeluk de timer van m’n telefoon aangezet. Dat werd dus een heel rare foto.” Op een onbewoond eiland met... “Een fiets en een goede vriend. Dan kan ik alles doen waar ik gelukkig van word: sporten, lachen en praten. Trainingskampen zie ik ook als fietsen met vrienden.” Over tien jaar ben ik... “Een van de betere mountainbikers. Ik hoef niet per se iemand te zijn die altijd wint, ik zou al erg blij zijn als ik van de sport kan leven. In het mountainbiken is dat best lastig, dus dan moet je wel tot de wereldtop behoren. Het lijkt me fantastisch als mijn leven bestaat uit reizen van plek naar plek voor wedstrijden.” Zijn de mountainbikers de ‘gekkies’ onder de fietsers? Lachend: “Misschien wel een beetje. We houden enorm van afdalen, daarvoor moet je wel gek zijn.” Zonder mijn Cannondale ben ik... “Leeg. Als ik niet kan fietsen, verveel ik me en ben ik een stuk minder gelukkig. Sporten - en met name fietsen - geeft me zoveel energie.” Mijn grootste kracht is... “Dat ik altijd het vertrouwen heb dat ik er weer bovenop kom. Ik raak niet snel in paniek. Tijdens wedstrijden houd ik dat altijd in m’n achterhoofd. Al zit ik er bij de start niet meteen bij, dan kan ik terugkomen en alsnog winnen. Dat is een rustgevende gedachte.”

Roeien

De gouden dubbelvier: Ploegje nooitgenoeg

Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers zorgden in Tokio voor het eerste Nederlandse olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar. Een gesprek over jongensdromen, bikkelhard trainen, coronastress en een snoek. Om half elf Japanse tijd op woensdagochtend 28 juli lag de boot van de heren dubbelvier op de Sea Forest Waterway klaar voor de olympische finale. Voor Koen Metsemakers, Tone Wieten, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard was de aanloop naar dit o zo belangrijke moment allesbehalve zorgeloos geweest. Sterker nog, ze hadden flinke stress gekend. Nadat ze op 17 juli met de beruchte vlucht KL861 naar Tokio waren gekomen, bleken in de daaropvolgende dagen drie leden van de Nederlandse roeiploeg – coach Josy Verdonkschot, bewegingswetenschapper Jabik-Jan Bastiaans en skiffeur Finn Florijn – besmet te zijn met het coronavirus. Het was het begin van een rollercoaster. Tone: “We waren ons klaar aan het maken om te gaan slapen, toen ineens de bondsarts in ons appartement stond. Hij klopte niet eens aan. De deur ging open en hij zei: ‘Jongens, Finn is positief.’ Finn lag al te slapen. Hij werd wakker gemaakt, moest zijn spullen pakken en twee minuten later stond hij buiten.” Koen: “Dat was heel naar om te zien. Finn werd ineens uit zijn olympische droom getrokken. Bizar.” Dirk: “Met dank aan bondscoach Eelco Meenhorst hadden we vooraf met de verschillende boten al afgesproken dat we het appartement zouden scheiden, aparte badkamers zouden gebruiken en niet met elkaar naar de eetzaal zouden gaan.” Tone: “Maar de besmettingen kwamen toen wel heel dichtbij. Iedere ochtend moesten we in een buisje spugen en dat inleveren. Die avond of de volgende ochtend kreeg je de uitslag van je coronatest.” Dirk: “Het voelde als Russisch roulette: er werd elke dag gedraaid en dan hoorde je of je wel of niet mocht blijven. We deden er alles aan om niet besmet te raken; twee mondkapjes op, overal desinfecteren. Het was mijn grootste nachtmerrie dat een van ons niet zou kunnen varen, omdat hij positief was.” Abe: “Wij zaten aan de ene kant van het appartement, de dubbeltwee en Finn aan de andere kant. Binnen zagen we elkaar niet. Dat was niet gezellig en best stressvol. Het was echt niet leuk.” Koen: “En het gaf spanning. Roeiers uit andere landen liepen in een boogje om ons heen. Sommigen waren panisch dat ze besmet zouden raken en in hun emotie riepen ze tegen ons: ‘Weg! Weg! Jullie mogen hier niet zijn!’ Op dat moment was het naar, maar ik zou hetzelfde hebben gedaan. Je wil gewoon niet dat je toernooi wordt vernacheld.” Dirk: “Als we door de gang liepen en roeiers van een ander land zagen ons, dan versnelden ze hun pas en liepen ze snel een andere kant op. Het was een natuurlijk reactie, maar soms wel vervelend.” Tone: “Naarmate de finale dichterbij kwam, dachten we alleen maar: alsjeblieft laat het goed gaan. We waren echt aan het aftellen. Je kon op de ochtend van de finale nog van je bed worden gelicht.” Dirk: “De finale werd ook nog eens een dag uitgesteld vanwege de slechte omstandigheden. Dat maakte de kans nog groter dat iemand van ons positief zou testen. Twee dagen voor de finale was er zoveel stress bij ons in de boot dat het op het water voelde alsof we het roeien verleerd waren.” Koen: “Na alle onrust kwam er op een gegeven moment een zekere berusting over ons. Het enige wat we konden doen, was ons focussen op het roeien. Door er een soort ‘wij tegen de rest’ van te maken, probeerden we er een positieve draai aan te geven. Maar ik zei ook: als we hier heelhuids doorheen komen, dan steken we een kaarsje op.” Voor de roeiers van de dubbelvier lag in Tokio de eindstreep van een intense expeditie van tweeënhalfjaar. Na de vijfde plaats op de WK 2018 werd het roer drastisch omgegooid. Onder leiding van coaches Eelco Meenhorst en Diederik Simon, en bewegingswetenschapper Bastiaans werd het aantal trainingsuren serieus opgeschroefd met als hoofddoel twee keer per jaar op de belangrijke toernooien pieken. Tone: “Als je het schema voor de komende maanden zag, dacht je: dit is niet normaal, hoe gaan we dat doen? Er ging week per week een schepje bovenop. Zo werden het hapklare stukjes in plaats van één grote brok.” Koen: “Ik had niet zoiets van: o jee, wat krijgen we nu? Ik deed altijd al wat extra training dus het sloot aan op wat ik lekker vind en waar ik in geloof.” Dirk: “Het was een vernieuwend en goed uitgedacht plan. Daar wilde ik graag mijn schouders onder zetten.” Abe: “Van kort beukwerk gingen we naar lange afstanden. Het was een hele omschakeling. Voor mij voelde het alsof we de Stille Oceaan op gingen varen en wel zouden zien of we zouden terugkomen. Maar ik wilde het wel proberen. We trainden twee tot drie keer per dag, twintig tot dertig uur per week. Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen, maar op een gegeven moment kon ik er niet meer tegenop eten en had ik de energie niet meer. De meest pittige dagen waren rond kerst. In plaats van twee trainingen deden we één lange training van 52 kilometer, zodat we ook onze families konden zien. Ik zat ’s avonds niet erg gezellig aan het kerstdiner, ik was gesloopt.” Tone: “De vermoeidheid stapelde zich op tijdens een trainingsweek. Op vrijdag hadden we vaak een zware training. Zaterdag was je dan eigenlijk op, maar dan zei de coach: ‘Morgen ben je vrij dus ga maar lekker door.’ Je hebt blaren, pijn aan je kont van het zitten, vermoeide knieën, schouders en rug. Alles in je lichaam zegt: stop waarmee je bezig bent.” Koen: “We werkten naar piekmomenten toe. En zelfs op een piekmoment vroeg je je af: ben ik wel fit? Het grootste deel van het jaar waren we moe.” Tone: “Chronisch moe inderdaad. Het toeval wil dat we alle vier heel perfectionistisch en zelfkritisch zijn. We werden niet voor niets Ploegje Nooitgenoeg genoemd.” Koen: “We hadden allemaal iets van: het gaat me niet gebeuren dat ik degene ben door wie de boot langzamer gaat. Daardoor dreven we elkaar tot het uiterste.” Dirk: “We gingen bewust over de limiet en kwamen onszelf dubbel en dwars tegen. Dat waren uitdagende momenten.” Koen: “Als je permanent op elkaars lip zit, leer je elkaar heel goed kennen. Vooral omdat iedereen tot het randje werd gepusht.” Tone: “Als de een het even niet meer zag zitten, zei de ander: ‘Kom op, jongen! We moeten nog even door. Gewoon doen, dan is het zo klaar.’ Zo trokken we elkaar op de moeilijke momenten er doorheen.” Abe: “Omdat we zo kritisch zijn, zorgde dat soms voor wrijving en onzekerheid. Het vertrouwen in elkaar moest groeien en dat gebeurde vanaf het moment dat we gingen winnen.” Na een jaar keihard trainen verbaasde de dubbelvier door begin juni 2019 goud te veroveren bij de EK in het Zwitserse Luzern. Koen, Tone, Abe en Dirk waren eveneens verrast, want ze hadden tot dan toe geen wedstrijden geroeid en nog geen enkele indicatie hoe ze zich verhielden tot de concurrentie. Koen: “Het was echt een vuurproef. We hadden geïnvesteerd in een plan, maar wat was het waard?” Dirk: “Bij mijn eerste WK bij de senioren in 2013 zat ik ook in de dubbelvier en werden we achtste. Na dat toernooi zei ik tegen mijn vriendin: ‘Nederland kan nooit een gouden medaille winnen in de dubbelvier.’ In de boten van de andere landen zaten allemaal van die kleerkasten. In 2019 wonnen we ineens met vijf seconden verschil. Dat was zo onwerkelijk.” Abe: 'Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen' Abe: “Tot dan toe hadden we altijd meegevaren in de A-finale, maar nooit vooraan in de race. Ineens wonnen we met overmacht.” Tone: “Het was voor ons allemaal de eerste echte titel.” Dirk: “We zijn redelijk gereserveerd met z’n vieren, maar daar volgde bij ons allemaal echt een ontlading.” Koen: “Natuurlijk hadden we rottrainingen moeten doen, maar vanaf dat moment wisten we dat ons programma loonde. Het versterkte het vertrouwen in elkaar. Vanaf dat moment wisten we dat winnen mogelijk was.” Een paar maanden later werd bij de WK in het Oostenrijkse Linz ook de wereldtitel veroverd. Daarmee was deelname aan de Spelen veiliggesteld, die vervolgens door de coronapandemie werden uitgesteld. Koen: “Dat was even schakelen, maar daardoor hadden we ook een jaar extra de tijd om beter te worden.” Abe: “In het olympische jaar hebben we allemaal fysieke ongemakken gehad. Er waren dagen dat ik soms nauwelijks uit mijn bed kon komen, omdat ik last had van een paar spieren in m’n rug. Maar dat duurde dan drie dagen en daarna ging het wel weer.” Koen: “We wisten dat we er goed voorstonden, gingen met vertrouwen naar Japan. Na alle onrust mochten we uiteindelijk de olympische finale roeien. Tijdens het oproeien, de warming-up, zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben de start in elk geval gehaald, jongens.’ Na alles wat we hadden meegemaakt voelde dat al een beetje als een overwinning.” Even later ging er een golf van paniek door de dubbelvier. Nog voor de doorkomst na 500 meter maakte Dirk, die op boeg helemaal voorin de boot zat, een misslag. Tone: “Volgens mij is de ‘snoek’ de bekendste roeiterm sinds de Spelen geworden.” Koen: “Ik voelde wat er gebeurde, maar ik zat zoals altijd achteraan op slag dus kon het niet zien.” Abe: “Koen en Tone zaten met hun rug naar mij toe en dachten dat ik het was. In zware trainingen, als we echt op maximale snelheid roeiden, was ik vaak degene die zo’n snoek had. Nu was Dirk het. Ik kreeg een hartverzakking. Dacht: wat overkomt ons nu?” Dirk: “We hadden de pech dat de wind was aangetrokken toen we het water opgingen, die stond schuin vanachter en blies hard. De omstandigheden waren erg moeilijk, maar ik was de oudste en meest ervaren roeier in de boot. Het had me niet mogen overkomen. Dat moment leek een eeuwigheid te duren. Ik voelde de boot afremmen, alle snelheid ging eruit. Het enige wat ik dacht was: ik moet mijn riem eruit krijgen en weer doorgaan. En zeker niet gaan overcompenseren.” Tone: “We schreeuwden allemaal: ‘Focus! Rust!’ We moesten niet blind gaan rammen.” Dirk: “Ik had twee of drie halen gemist. Ik keek om me heen en zag dat de andere boten ook moeite hadden met de omstandigheden. Daarna keek ik niet veel meer. Het kostte me zoveel energie om erop te letten dat ik alles netjes deed en recht bleef zitten om de boot in balans te houden.” Koen: “Toen de rust was teruggekeerd, voelden we dat we weer terug in de race kwamen.” Abe: “Tussen de 1000 en 1250 meter dacht ik: dit gaat goed. Op de 1500 meter zag ik dat we konden winnen, als we dit zouden volhouden. Ik gaf de calls in de boot en riep: voor goud!” Tone: “Toen we zagen dat we in de laatste 500 meter vooroplagen, was het vooral: geen fouten meer. Ik was meer bezig met netjes roeien dan met pompen, pompen, pompen.” Tone: 'Hoe het verdergaat met de dubbelvier, weten we nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar blijven zien, als we zijn gestopt' Dirk: “De ontlading na de finish was enorm. Van opluchting sloeg ik op het water. Ik was zo blij dat het ondanks die snoek was gelukt. Hadden we niet gewonnen, dan had ik dat mezelf erg kwalijk genomen. Alle boten hebben een snoek gemaakt, daar hoef ik me dus niet voor te schamen. Toch heb ik me er later nog best schuldig over gevoeld. Maar als het je overkomt, moet je het ook kunnen oplossen en dat is me redelijk goed gelukt.” Tone: “Het was absoluut niet de finale die we vooraf hadden verwacht. Maar dat maakte niets uit, we waren olympisch kampioen.” Dirk: “Na de race moesten Koen en Abe naar de dopingcontrole. Met Tone en Eelco stond ik het zoute water van de boot af te spoelen. Toen kwamen we erachter dat we ondanks die snoek ook nog eens een wereldrecord hadden gevaren. ‘Hoe bizar is dit,’ zeiden we tegen elkaar.” Koen: “Die ochtend hadden we nog een speekseltest moeten inleveren. Na de finale hadden we zoiets van: het maakt nu niet meer uit wat er gebeurt. Al hadden we positief getest en tien dagen in een quarantainehotel moeten zitten, dan hadden we dat ook wel overleefd.” [caption id="attachment_14683" align="alignnone" width="1920"] V.L.N.R.: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers[/caption] De volgende ochtend ging om halfzes de wekker en moesten de roeiers richting vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Voor ze het wisten waren ze weer op Hollandse bodem en gingen ze voor de huldiging naar Scheveningen, waar ze werden opgewacht door familie en hun geliefden. Ook de ouders van roeier Daan Brühl, die in 2010 uit het leven stapte, waren aanwezig. Dirk sprak destijds op de begrafenis van zijn boezemvriend. Hij sloot zijn speech af met de belofte dat hij ging proberen hun gezamenlijke droom waar te maken: olympisch kampioen worden. Dirk: “Het is heel mooi dat het is gelukt. In Scheveningen kreeg ik een dikke knuffel van zijn ouders. Vooraf hadden ze tegen me gezegd: ‘Je doet het niet voor Daan, je doet het voor jezelf.’ Het is ook niet zo dat mijn belofte aan Daan op de begrafenis het middelpunt van mijn roeicarrière is geweest. Het voelde voor mij ook niet als een verplichting naar hem toe, ik wilde gewoon proberen onze droom af te maken. Daarbij is Daan op sommige momenten een inspiratie geweest. Het is heel bijzonder, dat besef ik zeker en dat koester ik ook. Mijn droom als kind is uitgekomen en daar hoort Daan ook bij.” Tone: “Die gouden medaille is de beloning voor jarenlang heel hard werken. Het besef dat je vier, in dit geval zelfs vijf jaar, toewerkt naar een race van minder dan zes minuten waarin je het moet doen. Als het dan lukt, geeft dat een heel voldaan gevoel.” Koen: “Het is de afsluiting van een periode waarin we veel mooie ervaringen hebben opgedaan, rotmomenten hebben gekend en herinneringen hebben gemaakt. Eigenlijk vind ik die medaille het minst boeiend. Juist het verhaal dat erbij hoort, maakt het zo bijzonder.” Abe: “Toen we in 2019 wereldkampioen waren geworden, werden we door de roeiers van de dubbelvier die in 1989 voor het laatst de wereldtitel hadden gepakt, uitgenodigd voor een etentje. Dertig jaar later waren ze nog steeds vrienden. Ik had het idee dat wij wel een weerspiegeling van hen waren.” Tone: “Hoe het de komende jaren precies verdergaat met de dubbelvier, weten we op dit moment nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar ook nog wel blijven zien, als we zijn gestopt. We zijn meer dan collega’s.” Koen: “Na de Spelen zijn we allemaal bij de huldigingen op elkaars roeiverenigingen geweest. Bij mijn huldiging kreeg ik van de jongens als cadeau een heel grote kaars. Ik had tijdens die onrustige dagen voorafgaand aan de finale in Tokio gezegd dat ik er een zou opsteken als we er heelhuids vanaf zouden komen. Ik denk dat ik die kaars nog een hele tijd in mijn huis laat staan!” Helden Magazine 59 Het verhaal van de dubbelvier komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers zorgden in Tokio voor het eerste Nederlandse olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar. Een gesprek over jongensdromen, bikkelhard trainen, coronastress en een snoek. Om half elf Japanse tijd op woensdagochtend 28 juli lag de boot van de heren dubbelvier op de Sea Forest Waterway klaar voor de olympische finale. Voor Koen Metsemakers, Tone Wieten, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard was de aanloop naar dit o zo belangrijke moment allesbehalve zorgeloos geweest. Sterker nog, ze hadden flinke stress gekend. Nadat ze op 17 juli met de beruchte vlucht KL861 naar Tokio waren gekomen, bleken in de daaropvolgende dagen drie leden van de Nederlandse roeiploeg – coach Josy Verdonkschot, bewegingswetenschapper Jabik-Jan Bastiaans en skiffeur Finn Florijn – besmet te zijn met het coronavirus. Het was het begin van een rollercoaster. Tone: “We waren ons klaar aan het maken om te gaan slapen, toen ineens de bondsarts in ons appartement stond. Hij klopte niet eens aan. De deur ging open en hij zei: ‘Jongens, Finn is positief.’ Finn lag al te slapen. Hij werd wakker gemaakt, moest zijn spullen pakken en twee minuten later stond hij buiten.” Koen: “Dat was heel naar om te zien. Finn werd ineens uit zijn olympische droom getrokken. Bizar.” Dirk: “Met dank aan bondscoach Eelco Meenhorst hadden we vooraf met de verschillende boten al afgesproken dat we het appartement zouden scheiden, aparte badkamers zouden gebruiken en niet met elkaar naar de eetzaal zouden gaan.” Tone: “Maar de besmettingen kwamen toen wel heel dichtbij. Iedere ochtend moesten we in een buisje spugen en dat inleveren. Die avond of de volgende ochtend kreeg je de uitslag van je coronatest.” Dirk: “Het voelde als Russisch roulette: er werd elke dag gedraaid en dan hoorde je of je wel of niet mocht blijven. We deden er alles aan om niet besmet te raken; twee mondkapjes op, overal desinfecteren. Het was mijn grootste nachtmerrie dat een van ons niet zou kunnen varen, omdat hij positief was.” Abe: “Wij zaten aan de ene kant van het appartement, de dubbeltwee en Finn aan de andere kant. Binnen zagen we elkaar niet. Dat was niet gezellig en best stressvol. Het was echt niet leuk.” Koen: “En het gaf spanning. Roeiers uit andere landen liepen in een boogje om ons heen. Sommigen waren panisch dat ze besmet zouden raken en in hun emotie riepen ze tegen ons: ‘Weg! Weg! Jullie mogen hier niet zijn!’ Op dat moment was het naar, maar ik zou hetzelfde hebben gedaan. Je wil gewoon niet dat je toernooi wordt vernacheld.” Dirk: “Als we door de gang liepen en roeiers van een ander land zagen ons, dan versnelden ze hun pas en liepen ze snel een andere kant op. Het was een natuurlijk reactie, maar soms wel vervelend.” Tone: “Naarmate de finale dichterbij kwam, dachten we alleen maar: alsjeblieft laat het goed gaan. We waren echt aan het aftellen. Je kon op de ochtend van de finale nog van je bed worden gelicht.” Dirk: “De finale werd ook nog eens een dag uitgesteld vanwege de slechte omstandigheden. Dat maakte de kans nog groter dat iemand van ons positief zou testen. Twee dagen voor de finale was er zoveel stress bij ons in de boot dat het op het water voelde alsof we het roeien verleerd waren.” Koen: “Na alle onrust kwam er op een gegeven moment een zekere berusting over ons. Het enige wat we konden doen, was ons focussen op het roeien. Door er een soort ‘wij tegen de rest’ van te maken, probeerden we er een positieve draai aan te geven. Maar ik zei ook: als we hier heelhuids doorheen komen, dan steken we een kaarsje op.” Voor de roeiers van de dubbelvier lag in Tokio de eindstreep van een intense expeditie van tweeënhalfjaar. Na de vijfde plaats op de WK 2018 werd het roer drastisch omgegooid. Onder leiding van coaches Eelco Meenhorst en Diederik Simon, en bewegingswetenschapper Bastiaans werd het aantal trainingsuren serieus opgeschroefd met als hoofddoel twee keer per jaar op de belangrijke toernooien pieken. Tone: “Als je het schema voor de komende maanden zag, dacht je: dit is niet normaal, hoe gaan we dat doen? Er ging week per week een schepje bovenop. Zo werden het hapklare stukjes in plaats van één grote brok.” Koen: “Ik had niet zoiets van: o jee, wat krijgen we nu? Ik deed altijd al wat extra training dus het sloot aan op wat ik lekker vind en waar ik in geloof.” Dirk: “Het was een vernieuwend en goed uitgedacht plan. Daar wilde ik graag mijn schouders onder zetten.” Abe: “Van kort beukwerk gingen we naar lange afstanden. Het was een hele omschakeling. Voor mij voelde het alsof we de Stille Oceaan op gingen varen en wel zouden zien of we zouden terugkomen. Maar ik wilde het wel proberen. We trainden twee tot drie keer per dag, twintig tot dertig uur per week. Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen, maar op een gegeven moment kon ik er niet meer tegenop eten en had ik de energie niet meer. De meest pittige dagen waren rond kerst. In plaats van twee trainingen deden we één lange training van 52 kilometer, zodat we ook onze families konden zien. Ik zat ’s avonds niet erg gezellig aan het kerstdiner, ik was gesloopt.” Tone: “De vermoeidheid stapelde zich op tijdens een trainingsweek. Op vrijdag hadden we vaak een zware training. Zaterdag was je dan eigenlijk op, maar dan zei de coach: ‘Morgen ben je vrij dus ga maar lekker door.’ Je hebt blaren, pijn aan je kont van het zitten, vermoeide knieën, schouders en rug. Alles in je lichaam zegt: stop waarmee je bezig bent.” Koen: “We werkten naar piekmomenten toe. En zelfs op een piekmoment vroeg je je af: ben ik wel fit? Het grootste deel van het jaar waren we moe.” Tone: “Chronisch moe inderdaad. Het toeval wil dat we alle vier heel perfectionistisch en zelfkritisch zijn. We werden niet voor niets Ploegje Nooitgenoeg genoemd.” Koen: “We hadden allemaal iets van: het gaat me niet gebeuren dat ik degene ben door wie de boot langzamer gaat. Daardoor dreven we elkaar tot het uiterste.” Dirk: “We gingen bewust over de limiet en kwamen onszelf dubbel en dwars tegen. Dat waren uitdagende momenten.” Koen: “Als je permanent op elkaars lip zit, leer je elkaar heel goed kennen. Vooral omdat iedereen tot het randje werd gepusht.” Tone: “Als de een het even niet meer zag zitten, zei de ander: ‘Kom op, jongen! We moeten nog even door. Gewoon doen, dan is het zo klaar.’ Zo trokken we elkaar op de moeilijke momenten er doorheen.” Abe: “Omdat we zo kritisch zijn, zorgde dat soms voor wrijving en onzekerheid. Het vertrouwen in elkaar moest groeien en dat gebeurde vanaf het moment dat we gingen winnen.” Na een jaar keihard trainen verbaasde de dubbelvier door begin juni 2019 goud te veroveren bij de EK in het Zwitserse Luzern. Koen, Tone, Abe en Dirk waren eveneens verrast, want ze hadden tot dan toe geen wedstrijden geroeid en nog geen enkele indicatie hoe ze zich verhielden tot de concurrentie. Koen: “Het was echt een vuurproef. We hadden geïnvesteerd in een plan, maar wat was het waard?” Dirk: “Bij mijn eerste WK bij de senioren in 2013 zat ik ook in de dubbelvier en werden we achtste. Na dat toernooi zei ik tegen mijn vriendin: ‘Nederland kan nooit een gouden medaille winnen in de dubbelvier.’ In de boten van de andere landen zaten allemaal van die kleerkasten. In 2019 wonnen we ineens met vijf seconden verschil. Dat was zo onwerkelijk.” Abe: 'Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen' Abe: “Tot dan toe hadden we altijd meegevaren in de A-finale, maar nooit vooraan in de race. Ineens wonnen we met overmacht.” Tone: “Het was voor ons allemaal de eerste echte titel.” Dirk: “We zijn redelijk gereserveerd met z’n vieren, maar daar volgde bij ons allemaal echt een ontlading.” Koen: “Natuurlijk hadden we rottrainingen moeten doen, maar vanaf dat moment wisten we dat ons programma loonde. Het versterkte het vertrouwen in elkaar. Vanaf dat moment wisten we dat winnen mogelijk was.” Een paar maanden later werd bij de WK in het Oostenrijkse Linz ook de wereldtitel veroverd. Daarmee was deelname aan de Spelen veiliggesteld, die vervolgens door de coronapandemie werden uitgesteld. Koen: “Dat was even schakelen, maar daardoor hadden we ook een jaar extra de tijd om beter te worden.” Abe: “In het olympische jaar hebben we allemaal fysieke ongemakken gehad. Er waren dagen dat ik soms nauwelijks uit mijn bed kon komen, omdat ik last had van een paar spieren in m’n rug. Maar dat duurde dan drie dagen en daarna ging het wel weer.” Koen: “We wisten dat we er goed voorstonden, gingen met vertrouwen naar Japan. Na alle onrust mochten we uiteindelijk de olympische finale roeien. Tijdens het oproeien, de warming-up, zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben de start in elk geval gehaald, jongens.’ Na alles wat we hadden meegemaakt voelde dat al een beetje als een overwinning.” Even later ging er een golf van paniek door de dubbelvier. Nog voor de doorkomst na 500 meter maakte Dirk, die op boeg helemaal voorin de boot zat, een misslag. Tone: “Volgens mij is de ‘snoek’ de bekendste roeiterm sinds de Spelen geworden.” Koen: “Ik voelde wat er gebeurde, maar ik zat zoals altijd achteraan op slag dus kon het niet zien.” Abe: “Koen en Tone zaten met hun rug naar mij toe en dachten dat ik het was. In zware trainingen, als we echt op maximale snelheid roeiden, was ik vaak degene die zo’n snoek had. Nu was Dirk het. Ik kreeg een hartverzakking. Dacht: wat overkomt ons nu?” Dirk: “We hadden de pech dat de wind was aangetrokken toen we het water opgingen, die stond schuin vanachter en blies hard. De omstandigheden waren erg moeilijk, maar ik was de oudste en meest ervaren roeier in de boot. Het had me niet mogen overkomen. Dat moment leek een eeuwigheid te duren. Ik voelde de boot afremmen, alle snelheid ging eruit. Het enige wat ik dacht was: ik moet mijn riem eruit krijgen en weer doorgaan. En zeker niet gaan overcompenseren.” Tone: “We schreeuwden allemaal: ‘Focus! Rust!’ We moesten niet blind gaan rammen.” Dirk: “Ik had twee of drie halen gemist. Ik keek om me heen en zag dat de andere boten ook moeite hadden met de omstandigheden. Daarna keek ik niet veel meer. Het kostte me zoveel energie om erop te letten dat ik alles netjes deed en recht bleef zitten om de boot in balans te houden.” Koen: “Toen de rust was teruggekeerd, voelden we dat we weer terug in de race kwamen.” Abe: “Tussen de 1000 en 1250 meter dacht ik: dit gaat goed. Op de 1500 meter zag ik dat we konden winnen, als we dit zouden volhouden. Ik gaf de calls in de boot en riep: voor goud!” Tone: “Toen we zagen dat we in de laatste 500 meter vooroplagen, was het vooral: geen fouten meer. Ik was meer bezig met netjes roeien dan met pompen, pompen, pompen.” Tone: 'Hoe het verdergaat met de dubbelvier, weten we nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar blijven zien, als we zijn gestopt' Dirk: “De ontlading na de finish was enorm. Van opluchting sloeg ik op het water. Ik was zo blij dat het ondanks die snoek was gelukt. Hadden we niet gewonnen, dan had ik dat mezelf erg kwalijk genomen. Alle boten hebben een snoek gemaakt, daar hoef ik me dus niet voor te schamen. Toch heb ik me er later nog best schuldig over gevoeld. Maar als het je overkomt, moet je het ook kunnen oplossen en dat is me redelijk goed gelukt.” Tone: “Het was absoluut niet de finale die we vooraf hadden verwacht. Maar dat maakte niets uit, we waren olympisch kampioen.” Dirk: “Na de race moesten Koen en Abe naar de dopingcontrole. Met Tone en Eelco stond ik het zoute water van de boot af te spoelen. Toen kwamen we erachter dat we ondanks die snoek ook nog eens een wereldrecord hadden gevaren. ‘Hoe bizar is dit,’ zeiden we tegen elkaar.” Koen: “Die ochtend hadden we nog een speekseltest moeten inleveren. Na de finale hadden we zoiets van: het maakt nu niet meer uit wat er gebeurt. Al hadden we positief getest en tien dagen in een quarantainehotel moeten zitten, dan hadden we dat ook wel overleefd.” [caption id="attachment_14683" align="alignnone" width="1920"] V.L.N.R.: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers[/caption] De volgende ochtend ging om halfzes de wekker en moesten de roeiers richting vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Voor ze het wisten waren ze weer op Hollandse bodem en gingen ze voor de huldiging naar Scheveningen, waar ze werden opgewacht door familie en hun geliefden. Ook de ouders van roeier Daan Brühl, die in 2010 uit het leven stapte, waren aanwezig. Dirk sprak destijds op de begrafenis van zijn boezemvriend. Hij sloot zijn speech af met de belofte dat hij ging proberen hun gezamenlijke droom waar te maken: olympisch kampioen worden. Dirk: “Het is heel mooi dat het is gelukt. In Scheveningen kreeg ik een dikke knuffel van zijn ouders. Vooraf hadden ze tegen me gezegd: ‘Je doet het niet voor Daan, je doet het voor jezelf.’ Het is ook niet zo dat mijn belofte aan Daan op de begrafenis het middelpunt van mijn roeicarrière is geweest. Het voelde voor mij ook niet als een verplichting naar hem toe, ik wilde gewoon proberen onze droom af te maken. Daarbij is Daan op sommige momenten een inspiratie geweest. Het is heel bijzonder, dat besef ik zeker en dat koester ik ook. Mijn droom als kind is uitgekomen en daar hoort Daan ook bij.” Tone: “Die gouden medaille is de beloning voor jarenlang heel hard werken. Het besef dat je vier, in dit geval zelfs vijf jaar, toewerkt naar een race van minder dan zes minuten waarin je het moet doen. Als het dan lukt, geeft dat een heel voldaan gevoel.” Koen: “Het is de afsluiting van een periode waarin we veel mooie ervaringen hebben opgedaan, rotmomenten hebben gekend en herinneringen hebben gemaakt. Eigenlijk vind ik die medaille het minst boeiend. Juist het verhaal dat erbij hoort, maakt het zo bijzonder.” Abe: “Toen we in 2019 wereldkampioen waren geworden, werden we door de roeiers van de dubbelvier die in 1989 voor het laatst de wereldtitel hadden gepakt, uitgenodigd voor een etentje. Dertig jaar later waren ze nog steeds vrienden. Ik had het idee dat wij wel een weerspiegeling van hen waren.” Tone: “Hoe het de komende jaren precies verdergaat met de dubbelvier, weten we op dit moment nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar ook nog wel blijven zien, als we zijn gestopt. We zijn meer dan collega’s.” Koen: “Na de Spelen zijn we allemaal bij de huldigingen op elkaars roeiverenigingen geweest. Bij mijn huldiging kreeg ik van de jongens als cadeau een heel grote kaars. Ik had tijdens die onrustige dagen voorafgaand aan de finale in Tokio gezegd dat ik er een zou opsteken als we er heelhuids vanaf zouden komen. Ik denk dat ik die kaars nog een hele tijd in mijn huis laat staan!” Helden Magazine 59 Het verhaal van de dubbelvier komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Volleybal

Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen: Huwelijksdip

Beachvolleyballers Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen vormen al elf jaar een duo. Ze werden wereldkampioen in 2013 en wonnen brons op de Spelen in 2016. De laatste jaren vielen de prestaties tegen. “Die bronzen medaille in Rio was absoluut ons hoogtepunt,” zegt Robert Meeuwsen. Alexander Brouwer knikt: “Ik kan me ook de kleine dingen nog herinneren: de fysio die daar mijn haar heeft geschoren, en dat we tijdens de warming-up in een storm terechtkwamen en alle parasols over het strand vlogen.” Robert: “De laatste tijd gaat het minder met ons; maar juist als wij in het grootste dal zitten, komen wij supersterk terug.” Alexander: “Deze periode past perfect in de Brouwer/Meeuwsen tijdlijn. Handicap Na hun wereldtitel in 2013 en olympisch brons in 2016, werd gedacht dat ze standaard voor de podiumplekken zouden strijden. Maar vanaf 2017 werden ze in World Tour-toernooien en op EK’s en WK’s geregeld vroegtijdig uitgeschakeld. Alexander: “Na Rio namen we gas terug. Het was logisch dat we daarna geen goed jaar hadden. In 2018 herpakten we ons. We wonnen meerdere toernooien en stonden eerste op de wereldranglijst.” Robert: “In 2019 stelden we olympische deelname in Tokio zo goed als veilig door een paar goede resultaten, maar op het WK en EK bakten we er niks van.” Ook hun jarenlange samenwerking met toenmalig bondscoach Gijs Ronnes stopte vlak voor het WK. Robert: “Het was een gekke periode. We hadden zoveel met elkaar meegemaakt en snapten zijn keuze en op termijn is het ook vast goed geweest voor ons, maar wij waren er niet blij mee. We hadden het totaal niet zien aankomen.” Alexander: 'Het is weleens voorgekomen dat een speler belde met het voorstel een nieuw duo te vormen. Flirten doe je in een normale relatie toch ook?' Alexander: “Gijs gaf aan dat hij het plezier in zijn werk was verloren. Bovendien waren de resultaten zo slecht, dat hij dacht: het werkt niet meer, ik moet de knoop doorhakken. Ik hoor het hem ons nog vertellen in de coachkamer. De tranen stonden in onze ogen.” Victor Anfiloff volgde Ronnes op. Robert: “We sloten het jaar af met een zilveren medaille op een World Tour- toernooi in Mexico. Veel mensen zeiden dat ze nieuwe dingen zagen, dat de energie er weer bij ons vanaf spatte.” Alexander: “Toen kwam de covid-periode. Op het moment dat we hoorden dat de Spelen werden uitgesteld, dachten we allebei: waar doen we het nog voor? Wij zijn allebei meer wedstrijd-, dan trainingsbeesten.” Robert: “We waren alleen maar thuis. Dan lag daar zo’n squat-stang… Elke dag dacht ik: waarom ben ik dit in godsnaam aan het doen? Ik vond dat heel zwaar, een beetje doelloos trainen.” Alexander: “Ik was net verhuisd en heb in die periode onze tuin aangelegd, de bestrating gedaan, overkappingen gebouwd, een grasmat gelegd. Maar toen we weer gingen trainen, was ik zes kilo aan spiermassa verloren. Ik moest flink aan de bak om weer fit te worden. Nog steeds moet ik op de blaren zitten.” Robert: “Ik heb veel gegolfd, mijn handicap omlaag gebracht. Maar toen we weer mochten trainen, ben ik vol gas gegaan. Helden Magazine 57 Het eerste gedeelte van het verhaal van Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal. In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace. Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988. Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenbandde mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger. Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af én wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster.. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Beachvolleyballers Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen vormen al elf jaar een duo. Ze werden wereldkampioen in 2013 en wonnen brons op de Spelen in 2016. De laatste jaren vielen de prestaties tegen. “Die bronzen medaille in Rio was absoluut ons hoogtepunt,” zegt Robert Meeuwsen. Alexander Brouwer knikt: “Ik kan me ook de kleine dingen nog herinneren: de fysio die daar mijn haar heeft geschoren, en dat we tijdens de warming-up in een storm terechtkwamen en alle parasols over het strand vlogen.” Robert: “De laatste tijd gaat het minder met ons; maar juist als wij in het grootste dal zitten, komen wij supersterk terug.” Alexander: “Deze periode past perfect in de Brouwer/Meeuwsen tijdlijn. Handicap Na hun wereldtitel in 2013 en olympisch brons in 2016, werd gedacht dat ze standaard voor de podiumplekken zouden strijden. Maar vanaf 2017 werden ze in World Tour-toernooien en op EK’s en WK’s geregeld vroegtijdig uitgeschakeld. Alexander: “Na Rio namen we gas terug. Het was logisch dat we daarna geen goed jaar hadden. In 2018 herpakten we ons. We wonnen meerdere toernooien en stonden eerste op de wereldranglijst.” Robert: “In 2019 stelden we olympische deelname in Tokio zo goed als veilig door een paar goede resultaten, maar op het WK en EK bakten we er niks van.” Ook hun jarenlange samenwerking met toenmalig bondscoach Gijs Ronnes stopte vlak voor het WK. Robert: “Het was een gekke periode. We hadden zoveel met elkaar meegemaakt en snapten zijn keuze en op termijn is het ook vast goed geweest voor ons, maar wij waren er niet blij mee. We hadden het totaal niet zien aankomen.” Alexander: 'Het is weleens voorgekomen dat een speler belde met het voorstel een nieuw duo te vormen. Flirten doe je in een normale relatie toch ook?' Alexander: “Gijs gaf aan dat hij het plezier in zijn werk was verloren. Bovendien waren de resultaten zo slecht, dat hij dacht: het werkt niet meer, ik moet de knoop doorhakken. Ik hoor het hem ons nog vertellen in de coachkamer. De tranen stonden in onze ogen.” Victor Anfiloff volgde Ronnes op. Robert: “We sloten het jaar af met een zilveren medaille op een World Tour- toernooi in Mexico. Veel mensen zeiden dat ze nieuwe dingen zagen, dat de energie er weer bij ons vanaf spatte.” Alexander: “Toen kwam de covid-periode. Op het moment dat we hoorden dat de Spelen werden uitgesteld, dachten we allebei: waar doen we het nog voor? Wij zijn allebei meer wedstrijd-, dan trainingsbeesten.” Robert: “We waren alleen maar thuis. Dan lag daar zo’n squat-stang… Elke dag dacht ik: waarom ben ik dit in godsnaam aan het doen? Ik vond dat heel zwaar, een beetje doelloos trainen.” Alexander: “Ik was net verhuisd en heb in die periode onze tuin aangelegd, de bestrating gedaan, overkappingen gebouwd, een grasmat gelegd. Maar toen we weer gingen trainen, was ik zes kilo aan spiermassa verloren. Ik moest flink aan de bak om weer fit te worden. Nog steeds moet ik op de blaren zitten.” Robert: “Ik heb veel gegolfd, mijn handicap omlaag gebracht. Maar toen we weer mochten trainen, ben ik vol gas gegaan. Helden Magazine 57 Het eerste gedeelte van het verhaal van Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal. In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace. Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988. Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenbandde mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger. Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af én wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster.. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.