Word abonnee
Meer

Honkbal

Duivelse dilemma’s – Kalian Sams

Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Kickboksen

Rico Verhoeven: ‘Je moet mij niet in een doosje willen stoppen’

Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Soufiane Touzani: ‘Frenkie de Jong is gewoon untouchable’

Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Susila Cruijff: ‘Ik wil het gedachtegoed van mijn vader voortzetten’

De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Motorcross

Zonta van den Goorbergh: Project Zonta

Zonta van den Goorbergh (14) wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorbergh, treden. Zoals Max Verstappen aan de hand werd genomen door zijn vader Jos, doet Jurgen dat nu met Zonta. Helden ging langs bij de familie waar alles in het teken staat van motorsport. Racen, racen en nog eens racen. Daar draait het om bij de familie Van den Goorbergh. Het gezin woont in Breda in een huis met een aangrenzende loods vol motoren, racepakken, helmen, een kantoor vol prijzen, een werkplaats om te sleutelen en er staat een camper om mee af te reizen naar de circuits. Zonta van den Goorbergh naar de wereldtop van het wegracen krijgen is een familiemissie. En met de deelname aan de European Talent Cup én de Red Bull MotoGP Rookies Cup begint die missie serieuze vormen aan te nemen. Het is immers dé opstap naar de MotoGP, de Formule 1 van de motorsport. De motorsport zit bij de veertienjarige Zonta in het dna. Vader Jurgen, vijftig inmiddels, was jarenlang het gezicht van de motorsport in Nederland. Hij schopte het tot de MotoGP, had als beste resultaat een vierde plek in een grand prix en stoomt nu zijn zoon klaar voor een carrière zoals hij die heeft gehad. Jurgen is de chef monteur van Zonta, zoekt sponsors voor het raceavontuur van zijn zoon en rijdt met de camper naar alle circuits toe. Maar er zijn er meer die intensief betrokken zijn bij Project Zonta. Oom Patrick van den Goorbergh, die ook uitkwam in de MotoGP en als beste resultaat een zesde plek in een GP had, is de rider coach en data analist van zijn neefje en verzorgt de banden. Neef Tiger, de achttienjarige zoon van Patrick, gaat sinds 2019 mee als monteur van Zonta naar de European Talent Cup. Zus Quincy, twee jaar ouder dan Zonta, monteert video’s van de races van haar broertje en helpt hem met zijn huiswerk. Moeder Misha is de officemanager, zij regelt alles achter de schermen. Wat vind jij ervan dat de hele familie in dienst is van jouw racecarrière? Zonta: “Natuurlijk is het fijn om het met m'n familie te doen. Ze staan dichtbij me en weten meteen wat er aan de hand is als er iets is.” Jurgen: “Door de ervaring die Patrick en ik hebben, kunnen we Zonta dingen heel goed bijbrengen. Als we over twee of drie jaar de stap maken naar het Junior WK of de Moto3, dan kunnen we kijken of we terechtkunnen bij een team. Het is ook weleens lastig dat we familie zijn, want er zijn momenten dat we ook streng moeten zijn. Het is altijd zoeken naar een middenweg, maar ik denk dat het voor Zonta toch een voordeel is dat wij hem met de hele familie helpen. Hij heeft jongetjes om zich heen die in een groot team zitten, bij hen ziet het er allemaal heel mooi uit, maar presteren doen ze niet. Bij die teams is het gewoon: hier heb je een zak met centen. Uiteindelijk doen wij het beter met minder budget.” Misha: “Ik denk dat Zonta zich er niet van bewust is dat iedereen in de familie met hem bezig is. Hij heeft niet in de gaten dat ik mijn vrije avond aan de bedrijfsadministratie besteed of dat Quincy na zijn wedstrijd een filmpje maakt, terwijl zij ook nog haar huiswerk wil doen.” Patrick: “Zonta moet zich gewoon focussen op het rijden.” Jurgen: “Om hem echt op het allerhoogste niveau te krijgen, weet ik gewoon wat er nodig is voor Zonta.” Sprookje De link met Max Verstappen is snel gelegd. Jurgen: “Jos en Max hebben hetzelfde meegemaakt. Jos heeft een carrière gehad in de Formule 1 en besloot met zijn zoon hetzelfde pad te bewandelen. Hij kon met al zijn kennis Max waarschuwen voor de valkuilen. Dat is bij ons hetzelfde.” Hebben jullie profijt van het succes van Max Verstappen? Jurgen: ''Het is zeker niet nadelig. Dankzij Max is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport. Zonta heeft drie mooie sponsors achter zich staan die er ook echt in geloven. Daarnaast zijn er nog mensen die hem ondersteunen met materialen.” Misha: “Het voordeel van het Verstappen-verhaal is dat mensen hebben gezien dat deze aanpak succesvol kan zijn. Max begon ook op jonge leeftijd en kwam mede dankzij de kennis van zijn vader waar hij nu is. Mensen hebben dat sprookje zien gebeuren. Ze zien in dat het een voordeel is dat Zonta ook op jonge leeftijd is begonnen en dat hij ook gebruik kan maken van alle kennis die onder dit dak zit.” Jurgen: “We willen gewoon laten zien dat een Nederlander ook de top kan bereiken, hoewel we een klein motorsportland zijn. Max is op dit moment de beste Formule 1-coureur die er is, als hij de allerbeste auto heeft, wordt hij wereldkampioen. Waarom zou een Nederlander dat ook niet in de MotoGP kunnen? Wij denken dat het kan, anders waren we hier ook niet aan begonnen.” 'Dankzij Max Verstappen is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport' Dacht je toen je wist dat jullie in verwachting waren van een zoon: mooi, daar gaan we een topcoureur van maken? Jurgen: “Nee, ik dacht niet meteen al aan een motorcoureur, hoor. Echt niet!” Zonta, hoe oud was je toen je voor het eerst op een motor zat? “Ik was drie toen ik op een klein elektrisch trailmotortje reed. Ik kon nog amper praten, maar vond het meteen leuk.” Misha: “De loods stond hier vol met motoren: Dakar-motors, crossmotors, een enduramotor, noem maar op. Zoals bij een voetbalgezin overal ballen liggen en bij een wielrennersgezin overal fietsen staan en er automatisch gefietst wordt, zo werd er bij ons motor gereden. Toen kwamen ook net die elektrische motortjes. Hij kreeg er een voor zijn derde verjaardag.” Jurgen: “Nou kreeg... hij moest er wel wat voor doen.” Misha: “Zonta moest eerst kunnen fietsen, want je kunt niet motorrijden als je niet kunt fietsen. Dat ging vrij snel, hij was tweeënhalf toen hij kon fietsen. Maar hij moest ook zijn speen inleveren. Je mocht geen tut als je wilde motorrijden. Overdag had hij zijn motorfiets, maar als hij ’s avonds naar bed ging, zei Zonta: ‘Zal ik mijn motorfiets teruggeven, want ik wil eigenlijk mijn speen wel weer.’ Dan antwoordde ik: dat kan niet schatje, je kunt niet motorrijden en een speen hebben. Het heeft een aantal weken geduurd, maar uiteindelijk viel zijn keuze toch op de motor. We hebben natuurlijk mazzel met de loods hier. Tiger kwam in de weekenden ook vaak langs. Toen ze wat groter werden, hadden we hele stellages buiten en gingen ze binnendoor en buitenom springen met de motor.” Quincy: “Er waren hele constructies in de tuin gebouwd. Van springschansen tot banken die platlagen, waar een plank overheen lag.” Misha: “Levensgevaarlijk, maar die passie is dus al snel begonnen.” Zonta: “Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu niet meer durven.” Wanneer ontdekten jullie dat Zonta echt talent had? Zonta: “Toen ik in de NSF100 Cup reed bij Molenaar. Ik was elf, het was het eerste jaar dat ik echt races reed. Ik startte een wedstrijd vanaf de vijftiende plek en won. Terwijl ik racete tegen jongens die al een aantal jaren in die klasse reden.” Jurgen: “Daaraan kon je het al zien, ja. In het begin waren er veel valpartijen en moest de rijstijl nog worden aangepast. Zonta kwam vanuit de motorcross, daarin duw je veel met de motorfiets. Na driekwart jaar vielen alle puzzelstukjes op hun plek en had hij ineens het ronderecord te pakken op de Junior Track. En dat tussen jongens die al zeven of acht jaar lang op racebanen reden.” Patrick: “Het was eigenlijk een beetje zoals het bij ons is gegaan, Jurgen. Ook Zonta stapte koud op een motor...” Ja, waren jullie ook zo jong? Patrick: “Ik was achttien.” Jurgen: “Ik ben vanaf mijn zestiende gaan racen, maar je moest eigenlijk achttien zijn en je rijbewijs hebben. Dus ik heb veel illegaal gereden.” Hoe oud waren jullie toen je op het niveau was waar Zonta nu op zijn veertiende is? Patrick: “Ik denk dat wij 21 of 22 waren.” Jurgen: “Toen reden wij net allebei GP, samen met Max Biaggi. In 1997 ging ik 500cc rijden, dat was toen de hoogste raceklasse, wat nu MotoGP is. Ik was destijds 27. De jongens van nu liggen zo’n acht jaar op ons voor.” Kijken jullie weleens met Zonta naar oude beelden uit jullie tijd? Jurgen: “Die zijn er nauwelijks.” Patrick: “Er zijn ook totaal geen raakvlakken meer.” Jurgen: “De rijstijl is nu zo anders. Als je ziet hoe het racen geëvolueerd is, dat is bizar. Ze raken bijna met de ellebogen de grond. Dat zag je in onze tijd niet.” Misha: “Ik was een tijdje terug oude foto’s aan het scannen, dus ik liet een foto aan Zonta zien en zei: kijk, dat is papa. Wat was het eerste dat jij zei?” Zonta, lachend: “Ik riep: als ik dat zo doe, dan krijg ik een knal voor m’n kop!” Jeffrey Herlings Zonta debuteerde in 2019 in de European Talent Cup en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Met zijn dertien jaar was hij de jongste van het veld. Zonta: “Het was een heel leerzaam jaar. Ik heb er veel nieuwe vrienden bij en ik ken nu iedereen op de paddock. Dat maakt het veel leuker.” Jurgen: “Aan het begin van het seizoen was het doel om een aantal keer in de top vijftien te komen in de Rookies Cup. Zonta werd uiteindelijk dertiende, reed elke race in de punten en heeft zelfs al in de kopgroep meegereden tussen jongens van zestien jaar. We lopen nu eigenlijk op de planning vooruit. Hij is pas veertien.” Wat is dan precies de planning? Jurgen: “We gaan nu nog een jaar hetzelfde doen, dus European Talent Cup en Red Bull Rookies Cup. Vanaf 2021 is het dan de bedoeling om op een echte WK Junior motorfiets te rijden.” Wie is jouw grote voorbeeld, Zonta? “Marc Márquez (achtvoudig wereldkampioen en huidig MotoGP-kampioen, red.), vanwege zijn rijstijl en vrolijkheid. Ook als er iets negatiefs gebeurt, blijft hij vrolijk. Ik heb hem in 2017 voor het eerst ontmoet toen ik in het Marc Márquez Junior Motor Camp zat. Nu zie ik hem, en ook andere MotoGP-coureurs, weleens op de paddock als ik daar ben voor de Red Bull Rookies Cup. Márquez is heel aardig en niet te vol van zichzelf. En hij is heel snel en gefocust.” Maar je rijdt met nummer 84, dat is te danken aan een andere coureur. Zonta: “Ja, dat is het nummer van Jeffrey Herlings. Dat is nog uit mijn motorcrosstijd, waar ik mee begon toen ik acht jaar was. Jeffrey was toen nog mijn grote voorbeeld.” Misha: “Als je hem vroeger vroeg wat hij wilde worden zei hij: ‘Wereldkampioen motorcross.’ Wegrace bestond niet in zijn ogen.” Wanneer verkoos je het wegracen boven het motorcrossen? Zonta: “Nóóit!” Jurgen, lachend: “Zijn ouders hebben dat besluit voor hem genomen.” Zonta: “Ik kon gewoon niet kiezen en toen heeft papa het besluit genomen. Volgens mij hebben jullie niet eens overlegd.” Misha: “Jawel, wij hebben veel gesprekken met je gevoerd.” Jurgen: “Zonta hoorde als motorcrosser bij de top tien van Nederland van zijn leeftijdscategorie, stond zelfs aan de leiding in het kampioenschap toen we ermee stopten. Niemand geloofde ons toen we vertelden dat ze ons niet meer zouden zien. De keuze voor het wegracen heb ik genomen door mijn eigen achtergrond. Ik weet er veel van en heb geen verstand van crossen. Wel heb ik de Dakar Rally gereden, maar dat wil niet zeggen dat ik een goede motorcrosser ben. Ik weet niet eens hoe ik goed een springbult moet pakken. We kregen de kans om het wegracen te testen in de Molenaar NSF100 Cup en dat ging meteen goed. Toen zijn we ons daarop gaan focussen. De ervaring van het motorcrossen komt ook weer goed van pas bij het wegracen, er zat wel een plan achter het crossen. Dat was ook de reden dat Zonta aan BMX’en heeft gedaan. Daardoor is zijn start heel goed bij de race.” Zonta: “Ik heb de NSF één jaar gedaan en toen ze me vroegen of ik dat nog een jaar wilde, zei ik nee. Ik had er geen plezier meer in. Zat aan mijn limiet, had baanrecords gereden en wilde verder. Ik kon niet meer harder.” Yogalesje Zonta brengt op zijn veertiende al twintig weekenden per jaar door in het buitenland. Misha rekende in 2019 uit dat hun zoon in totaal meer dan honderd dagen niet thuis sliep. Jurgen: “Ook om te trainen zijn we veel in het buitenland. We hebben een mooie camper die tijdens het seizoen op een vaste plek in Valencia staat. Eigenlijk alles wat je kunt bedenken, zit erin: douche, toilet, keukentje, bedden, airconditioning, televisie en een mooie werkplaats. We hebben het dus best goed voor elkaar.” Hoe vind je het om zoveel op pad te zijn met je vader, Zonta? “Ik vind het niet heel erg. Als papa over de snelweg rijdt, zit ik meestal achterin, dan lig ik lekker in het bedje.” Jurgen: “Anders wordt hij ziek... Maar het is niet zo dat Zonta altijd met me meerijdt in de camper. De lange reizen gaat hij met Patrick en Tiger mee met het vliegtuig. Ik rijd dan met het materiaal. Zonta zit natuurlijk ook op school, dus hij moet zo snel mogelijk weer terug zijn.” Hoe is het racen te combineren met school? Zonta: “Het is druk, ik heb ook veel toetsen die ik nog moet inhalen. Mama en Quincy helpen mij ook met school. Maar het gaat heel goed.” Misha: “Hij werkt er heel hard voor. Er kan onderweg weleens wat geleerd worden, maar niet in een raceweekend. Dan ligt de focus op racen en moet je niet ook nog eens willen leren voor een proefwerk biologie.” Zonta: “Ik moet ook wel mijn best doen, want ik doe havo en als ik nu niet blijf zitten, dan ben ik op m’n zestiende van school af. Als ik op die leeftijd nog examen moet doen en ik rijd tegelijkertijd in het WK met twintig wedstrijden per jaar over de hele wereld, dan ga ik het niet halen. Ik mag dus niet blijven zitten, anders moet ik naar de mavo toe.” En hoe zit het met vriendjes en vriendinnetjes? Jurgen en Tiger: “Nou, dat laatste zit wel snor!” Zonta, lachend: “Stelletje eikels! Op school en in het racen heb ik vrienden.” Misha: “Je moet jezelf op school alleen af en toe opnieuw voorstellen. Soms komt hij na vier weken weer eens binnenvallen.” Wat doe je in je vrije tijd? Zonta, lachend: “Ik heb geen vrije tijd.” Jurgen: “Gamen...” Welk spel speel je dan? Zonta: “Vooral MotoGP 19... Maar als ik een weekend vrij ben, dan ga ik naar vrienden toe of zij komen hier.” Jurgen, lachend: “En het liefst gaan ze dan motorrijden!” Word je er nooit moe van dat alles om racen draait, Misha? “Jawel. Ik ben altijd bezig, altijd aan het vooruitplannen en het regelen. Dat geldt ook voor Jurgen. Maar de eerste dag dat ze weg zijn, zit ik meestal met Quincy op de bank. Na een yogalesje denk ik vaak even: hèhè, iedereen is opgezouten.” Wat vind jij er als moeder van dat jouw zoon zo’n risicovolle sport beoefent? Misha: “Ik heb weleens geroepen: dammen mag ook. Jurgen en ik zijn jarenlang bezig geweest met het racen. Maar nu gaat het wel om m’n kind. Dat is af en toe wel een dingetje, zeker als het niet goed gaat of als er wat gebeurt.” Zonta: “Mam gaf gewoon niets om jou pap, en ze strest om mij!” Misha: “Dat is niet waar, want als papa nu de Dakar Rally rijdt, heb ik slapeloze nachten en ligt de telefoon naast me. Maar Jurgen was volwassen en wilde gewoon heel thuiskomen, hij was geen crasher, dus om hem hoefde ik me niet druk te maken.” Hoe beleef je zijn races? Misha: “Uiterst geconcentreerd. Ik zie alles, veelal vanaf de bank. Ik heb de tijdwaarneming altijd aanstaan. De moeder van Patrick en Jurgen liep tijdens de start altijd rondjes met de hond en kwam halverwege de wedstrijd binnen. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik zou er wel vaker bij willen zijn om input te geven, af en toe een kus en een knuffel en om successen mee te vieren. Maar Quincy zat afgelopen tijd in de eindexamenklas havo. Ik kon haar niet elk weekend meenemen. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten. Hotelletje, autootje, je bent zo duizend euro kwijt. En dan heb ik zelf ook nog een baan.” Maar kijk je naar de race of kijk je naar Zonta? Misha: “Ik kijk naar Zonta. Ja, dat is precies zoals het is: ik kijk naar Zonta.” Jurgen: “Ik heb hetzelfde. Ik kijk naar hem als rijder, maar ook als mijn zoon. Dus ik wil ook dat hij alles zo veilig mogelijk doet en probeer alleen maar merken aan hem te verbinden die goed zijn. En we rijden op goede circuits. Ik bedoel, we gaan niet op stratencircuits rijden.” Misha: “Jurgen heeft wel één ding geleerd: bel me niet op een racedag. Als je me dan ’s middags belt, dan redeneer ik meteen dat er iets aan de hand moet zijn. Waarom zou je me anders bellen? Dan denk ik: foute boel, sleutelbeentje op z’n minst. Ik heb dat ook ooit gehad met de manager van Jurgen, die me belde om iets onbenulligs. Ik voel mijn hart nog in mijn keel zitten. Als er gereden wordt, moet je niet bellen. Het is gewoon zo spannend.” Heb je al zware blessures opgelopen? Zonta: “Een gebroken voet, schouder bezeerd, mijn sleutelbeen is er een aantal keren uitgeschoten. Maar dat hoort allemaal een beetje bij het racen. Als ik crash, is altijd mijn eerste reactie dat ik zo snel mogelijk weer op die motor moet. Ik heb een keer gehad dat ik opstond en zo weer neerviel. Toen kwamen er officials naar me toe met een brancard. Ik dacht: als ik daar op kom te liggen, is het foute boel. Ik kreeg echter de motor niet aan de praat, waardoor ik toch naar het medical center moest voor een check: lichte hersenschudding. Maar ook als er iets gebroken is, wil ik gewoon doorrijden.” Juiste instelling Over zijn doelstellingen voor de komende tijd is Zonta heel duidelijk: kampioen worden in zowel de European Talent Cup als de Red Bull Rookies Cup. Jurgen nuanceert: “Kampioen worden hoeft helemaal niet. Dat moet je straks doen als je Moto3 rijdt.” Patrick: “Nu moet je vooral laten zien dat je snelheid en talent hebt. Verder jezelf blijven ontwikkelen. Je moet er snel staan en laten zien dat je het gevecht durft aan te gaan.” Jurgen: “Als je zestien of zeventien bent, moet je zorgen dat je het WK Moto3 rijdt. Dus eerst bewijzen dat je goed genoeg bent. Zo is dat ook bij Max Verstappen gegaan. En dan moet je als Nederlander geluk hebben dat je een kans krijgt bij een goed team.” Wat is jouw droom, Zonta? Zonta: “Kampioen worden in de MotoGP.” Is dat haalbaar? Jurgen: “Ja. Het hoeven echt niet alleen maar Spanjaarden of Italianen te zijn die kampioen worden. Hoe hoog het motorcrossniveau hier in Nederland is, zo hoog is het wegraceniveau daar. We zijn de helft van het jaar ook in Spanje. Daar gebeurt het. Met de juiste instelling, het doorzettingsvermogen en het stappenplan is het zeker mogelijk.” Misha: “En geluk. Er komt veel meer bij kijken dan alleen een stappenplan. Laten we eerlijk zijn.” Waarin onderscheidt Zonta zich ten opzichte van de rest? Patrick: “Het belangrijkste is talent. Met alleen hard werken word je geen kampioen.” Helden Magazine 53 Het verhaal van Zonta van den Goorbergh komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving. Ze werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Zonta van den Goorbergh (14) wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorbergh, treden. Zoals Max Verstappen aan de hand werd genomen door zijn vader Jos, doet Jurgen dat nu met Zonta. Helden ging langs bij de familie waar alles in het teken staat van motorsport. Racen, racen en nog eens racen. Daar draait het om bij de familie Van den Goorbergh. Het gezin woont in Breda in een huis met een aangrenzende loods vol motoren, racepakken, helmen, een kantoor vol prijzen, een werkplaats om te sleutelen en er staat een camper om mee af te reizen naar de circuits. Zonta van den Goorbergh naar de wereldtop van het wegracen krijgen is een familiemissie. En met de deelname aan de European Talent Cup én de Red Bull MotoGP Rookies Cup begint die missie serieuze vormen aan te nemen. Het is immers dé opstap naar de MotoGP, de Formule 1 van de motorsport. De motorsport zit bij de veertienjarige Zonta in het dna. Vader Jurgen, vijftig inmiddels, was jarenlang het gezicht van de motorsport in Nederland. Hij schopte het tot de MotoGP, had als beste resultaat een vierde plek in een grand prix en stoomt nu zijn zoon klaar voor een carrière zoals hij die heeft gehad. Jurgen is de chef monteur van Zonta, zoekt sponsors voor het raceavontuur van zijn zoon en rijdt met de camper naar alle circuits toe. Maar er zijn er meer die intensief betrokken zijn bij Project Zonta. Oom Patrick van den Goorbergh, die ook uitkwam in de MotoGP en als beste resultaat een zesde plek in een GP had, is de rider coach en data analist van zijn neefje en verzorgt de banden. Neef Tiger, de achttienjarige zoon van Patrick, gaat sinds 2019 mee als monteur van Zonta naar de European Talent Cup. Zus Quincy, twee jaar ouder dan Zonta, monteert video’s van de races van haar broertje en helpt hem met zijn huiswerk. Moeder Misha is de officemanager, zij regelt alles achter de schermen. Wat vind jij ervan dat de hele familie in dienst is van jouw racecarrière? Zonta: “Natuurlijk is het fijn om het met m'n familie te doen. Ze staan dichtbij me en weten meteen wat er aan de hand is als er iets is.” Jurgen: “Door de ervaring die Patrick en ik hebben, kunnen we Zonta dingen heel goed bijbrengen. Als we over twee of drie jaar de stap maken naar het Junior WK of de Moto3, dan kunnen we kijken of we terechtkunnen bij een team. Het is ook weleens lastig dat we familie zijn, want er zijn momenten dat we ook streng moeten zijn. Het is altijd zoeken naar een middenweg, maar ik denk dat het voor Zonta toch een voordeel is dat wij hem met de hele familie helpen. Hij heeft jongetjes om zich heen die in een groot team zitten, bij hen ziet het er allemaal heel mooi uit, maar presteren doen ze niet. Bij die teams is het gewoon: hier heb je een zak met centen. Uiteindelijk doen wij het beter met minder budget.” Misha: “Ik denk dat Zonta zich er niet van bewust is dat iedereen in de familie met hem bezig is. Hij heeft niet in de gaten dat ik mijn vrije avond aan de bedrijfsadministratie besteed of dat Quincy na zijn wedstrijd een filmpje maakt, terwijl zij ook nog haar huiswerk wil doen.” Patrick: “Zonta moet zich gewoon focussen op het rijden.” Jurgen: “Om hem echt op het allerhoogste niveau te krijgen, weet ik gewoon wat er nodig is voor Zonta.” Sprookje De link met Max Verstappen is snel gelegd. Jurgen: “Jos en Max hebben hetzelfde meegemaakt. Jos heeft een carrière gehad in de Formule 1 en besloot met zijn zoon hetzelfde pad te bewandelen. Hij kon met al zijn kennis Max waarschuwen voor de valkuilen. Dat is bij ons hetzelfde.” Hebben jullie profijt van het succes van Max Verstappen? Jurgen: ''Het is zeker niet nadelig. Dankzij Max is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport. Zonta heeft drie mooie sponsors achter zich staan die er ook echt in geloven. Daarnaast zijn er nog mensen die hem ondersteunen met materialen.” Misha: “Het voordeel van het Verstappen-verhaal is dat mensen hebben gezien dat deze aanpak succesvol kan zijn. Max begon ook op jonge leeftijd en kwam mede dankzij de kennis van zijn vader waar hij nu is. Mensen hebben dat sprookje zien gebeuren. Ze zien in dat het een voordeel is dat Zonta ook op jonge leeftijd is begonnen en dat hij ook gebruik kan maken van alle kennis die onder dit dak zit.” Jurgen: “We willen gewoon laten zien dat een Nederlander ook de top kan bereiken, hoewel we een klein motorsportland zijn. Max is op dit moment de beste Formule 1-coureur die er is, als hij de allerbeste auto heeft, wordt hij wereldkampioen. Waarom zou een Nederlander dat ook niet in de MotoGP kunnen? Wij denken dat het kan, anders waren we hier ook niet aan begonnen.” 'Dankzij Max Verstappen is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport' Dacht je toen je wist dat jullie in verwachting waren van een zoon: mooi, daar gaan we een topcoureur van maken? Jurgen: “Nee, ik dacht niet meteen al aan een motorcoureur, hoor. Echt niet!” Zonta, hoe oud was je toen je voor het eerst op een motor zat? “Ik was drie toen ik op een klein elektrisch trailmotortje reed. Ik kon nog amper praten, maar vond het meteen leuk.” Misha: “De loods stond hier vol met motoren: Dakar-motors, crossmotors, een enduramotor, noem maar op. Zoals bij een voetbalgezin overal ballen liggen en bij een wielrennersgezin overal fietsen staan en er automatisch gefietst wordt, zo werd er bij ons motor gereden. Toen kwamen ook net die elektrische motortjes. Hij kreeg er een voor zijn derde verjaardag.” Jurgen: “Nou kreeg... hij moest er wel wat voor doen.” Misha: “Zonta moest eerst kunnen fietsen, want je kunt niet motorrijden als je niet kunt fietsen. Dat ging vrij snel, hij was tweeënhalf toen hij kon fietsen. Maar hij moest ook zijn speen inleveren. Je mocht geen tut als je wilde motorrijden. Overdag had hij zijn motorfiets, maar als hij ’s avonds naar bed ging, zei Zonta: ‘Zal ik mijn motorfiets teruggeven, want ik wil eigenlijk mijn speen wel weer.’ Dan antwoordde ik: dat kan niet schatje, je kunt niet motorrijden en een speen hebben. Het heeft een aantal weken geduurd, maar uiteindelijk viel zijn keuze toch op de motor. We hebben natuurlijk mazzel met de loods hier. Tiger kwam in de weekenden ook vaak langs. Toen ze wat groter werden, hadden we hele stellages buiten en gingen ze binnendoor en buitenom springen met de motor.” Quincy: “Er waren hele constructies in de tuin gebouwd. Van springschansen tot banken die platlagen, waar een plank overheen lag.” Misha: “Levensgevaarlijk, maar die passie is dus al snel begonnen.” Zonta: “Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu niet meer durven.” Wanneer ontdekten jullie dat Zonta echt talent had? Zonta: “Toen ik in de NSF100 Cup reed bij Molenaar. Ik was elf, het was het eerste jaar dat ik echt races reed. Ik startte een wedstrijd vanaf de vijftiende plek en won. Terwijl ik racete tegen jongens die al een aantal jaren in die klasse reden.” Jurgen: “Daaraan kon je het al zien, ja. In het begin waren er veel valpartijen en moest de rijstijl nog worden aangepast. Zonta kwam vanuit de motorcross, daarin duw je veel met de motorfiets. Na driekwart jaar vielen alle puzzelstukjes op hun plek en had hij ineens het ronderecord te pakken op de Junior Track. En dat tussen jongens die al zeven of acht jaar lang op racebanen reden.” Patrick: “Het was eigenlijk een beetje zoals het bij ons is gegaan, Jurgen. Ook Zonta stapte koud op een motor...” Ja, waren jullie ook zo jong? Patrick: “Ik was achttien.” Jurgen: “Ik ben vanaf mijn zestiende gaan racen, maar je moest eigenlijk achttien zijn en je rijbewijs hebben. Dus ik heb veel illegaal gereden.” Hoe oud waren jullie toen je op het niveau was waar Zonta nu op zijn veertiende is? Patrick: “Ik denk dat wij 21 of 22 waren.” Jurgen: “Toen reden wij net allebei GP, samen met Max Biaggi. In 1997 ging ik 500cc rijden, dat was toen de hoogste raceklasse, wat nu MotoGP is. Ik was destijds 27. De jongens van nu liggen zo’n acht jaar op ons voor.” Kijken jullie weleens met Zonta naar oude beelden uit jullie tijd? Jurgen: “Die zijn er nauwelijks.” Patrick: “Er zijn ook totaal geen raakvlakken meer.” Jurgen: “De rijstijl is nu zo anders. Als je ziet hoe het racen geëvolueerd is, dat is bizar. Ze raken bijna met de ellebogen de grond. Dat zag je in onze tijd niet.” Misha: “Ik was een tijdje terug oude foto’s aan het scannen, dus ik liet een foto aan Zonta zien en zei: kijk, dat is papa. Wat was het eerste dat jij zei?” Zonta, lachend: “Ik riep: als ik dat zo doe, dan krijg ik een knal voor m’n kop!” Jeffrey Herlings Zonta debuteerde in 2019 in de European Talent Cup en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Met zijn dertien jaar was hij de jongste van het veld. Zonta: “Het was een heel leerzaam jaar. Ik heb er veel nieuwe vrienden bij en ik ken nu iedereen op de paddock. Dat maakt het veel leuker.” Jurgen: “Aan het begin van het seizoen was het doel om een aantal keer in de top vijftien te komen in de Rookies Cup. Zonta werd uiteindelijk dertiende, reed elke race in de punten en heeft zelfs al in de kopgroep meegereden tussen jongens van zestien jaar. We lopen nu eigenlijk op de planning vooruit. Hij is pas veertien.” Wat is dan precies de planning? Jurgen: “We gaan nu nog een jaar hetzelfde doen, dus European Talent Cup en Red Bull Rookies Cup. Vanaf 2021 is het dan de bedoeling om op een echte WK Junior motorfiets te rijden.” Wie is jouw grote voorbeeld, Zonta? “Marc Márquez (achtvoudig wereldkampioen en huidig MotoGP-kampioen, red.), vanwege zijn rijstijl en vrolijkheid. Ook als er iets negatiefs gebeurt, blijft hij vrolijk. Ik heb hem in 2017 voor het eerst ontmoet toen ik in het Marc Márquez Junior Motor Camp zat. Nu zie ik hem, en ook andere MotoGP-coureurs, weleens op de paddock als ik daar ben voor de Red Bull Rookies Cup. Márquez is heel aardig en niet te vol van zichzelf. En hij is heel snel en gefocust.” Maar je rijdt met nummer 84, dat is te danken aan een andere coureur. Zonta: “Ja, dat is het nummer van Jeffrey Herlings. Dat is nog uit mijn motorcrosstijd, waar ik mee begon toen ik acht jaar was. Jeffrey was toen nog mijn grote voorbeeld.” Misha: “Als je hem vroeger vroeg wat hij wilde worden zei hij: ‘Wereldkampioen motorcross.’ Wegrace bestond niet in zijn ogen.” Wanneer verkoos je het wegracen boven het motorcrossen? Zonta: “Nóóit!” Jurgen, lachend: “Zijn ouders hebben dat besluit voor hem genomen.” Zonta: “Ik kon gewoon niet kiezen en toen heeft papa het besluit genomen. Volgens mij hebben jullie niet eens overlegd.” Misha: “Jawel, wij hebben veel gesprekken met je gevoerd.” Jurgen: “Zonta hoorde als motorcrosser bij de top tien van Nederland van zijn leeftijdscategorie, stond zelfs aan de leiding in het kampioenschap toen we ermee stopten. Niemand geloofde ons toen we vertelden dat ze ons niet meer zouden zien. De keuze voor het wegracen heb ik genomen door mijn eigen achtergrond. Ik weet er veel van en heb geen verstand van crossen. Wel heb ik de Dakar Rally gereden, maar dat wil niet zeggen dat ik een goede motorcrosser ben. Ik weet niet eens hoe ik goed een springbult moet pakken. We kregen de kans om het wegracen te testen in de Molenaar NSF100 Cup en dat ging meteen goed. Toen zijn we ons daarop gaan focussen. De ervaring van het motorcrossen komt ook weer goed van pas bij het wegracen, er zat wel een plan achter het crossen. Dat was ook de reden dat Zonta aan BMX’en heeft gedaan. Daardoor is zijn start heel goed bij de race.” Zonta: “Ik heb de NSF één jaar gedaan en toen ze me vroegen of ik dat nog een jaar wilde, zei ik nee. Ik had er geen plezier meer in. Zat aan mijn limiet, had baanrecords gereden en wilde verder. Ik kon niet meer harder.” Yogalesje Zonta brengt op zijn veertiende al twintig weekenden per jaar door in het buitenland. Misha rekende in 2019 uit dat hun zoon in totaal meer dan honderd dagen niet thuis sliep. Jurgen: “Ook om te trainen zijn we veel in het buitenland. We hebben een mooie camper die tijdens het seizoen op een vaste plek in Valencia staat. Eigenlijk alles wat je kunt bedenken, zit erin: douche, toilet, keukentje, bedden, airconditioning, televisie en een mooie werkplaats. We hebben het dus best goed voor elkaar.” Hoe vind je het om zoveel op pad te zijn met je vader, Zonta? “Ik vind het niet heel erg. Als papa over de snelweg rijdt, zit ik meestal achterin, dan lig ik lekker in het bedje.” Jurgen: “Anders wordt hij ziek... Maar het is niet zo dat Zonta altijd met me meerijdt in de camper. De lange reizen gaat hij met Patrick en Tiger mee met het vliegtuig. Ik rijd dan met het materiaal. Zonta zit natuurlijk ook op school, dus hij moet zo snel mogelijk weer terug zijn.” Hoe is het racen te combineren met school? Zonta: “Het is druk, ik heb ook veel toetsen die ik nog moet inhalen. Mama en Quincy helpen mij ook met school. Maar het gaat heel goed.” Misha: “Hij werkt er heel hard voor. Er kan onderweg weleens wat geleerd worden, maar niet in een raceweekend. Dan ligt de focus op racen en moet je niet ook nog eens willen leren voor een proefwerk biologie.” Zonta: “Ik moet ook wel mijn best doen, want ik doe havo en als ik nu niet blijf zitten, dan ben ik op m’n zestiende van school af. Als ik op die leeftijd nog examen moet doen en ik rijd tegelijkertijd in het WK met twintig wedstrijden per jaar over de hele wereld, dan ga ik het niet halen. Ik mag dus niet blijven zitten, anders moet ik naar de mavo toe.” En hoe zit het met vriendjes en vriendinnetjes? Jurgen en Tiger: “Nou, dat laatste zit wel snor!” Zonta, lachend: “Stelletje eikels! Op school en in het racen heb ik vrienden.” Misha: “Je moet jezelf op school alleen af en toe opnieuw voorstellen. Soms komt hij na vier weken weer eens binnenvallen.” Wat doe je in je vrije tijd? Zonta, lachend: “Ik heb geen vrije tijd.” Jurgen: “Gamen...” Welk spel speel je dan? Zonta: “Vooral MotoGP 19... Maar als ik een weekend vrij ben, dan ga ik naar vrienden toe of zij komen hier.” Jurgen, lachend: “En het liefst gaan ze dan motorrijden!” Word je er nooit moe van dat alles om racen draait, Misha? “Jawel. Ik ben altijd bezig, altijd aan het vooruitplannen en het regelen. Dat geldt ook voor Jurgen. Maar de eerste dag dat ze weg zijn, zit ik meestal met Quincy op de bank. Na een yogalesje denk ik vaak even: hèhè, iedereen is opgezouten.” Wat vind jij er als moeder van dat jouw zoon zo’n risicovolle sport beoefent? Misha: “Ik heb weleens geroepen: dammen mag ook. Jurgen en ik zijn jarenlang bezig geweest met het racen. Maar nu gaat het wel om m’n kind. Dat is af en toe wel een dingetje, zeker als het niet goed gaat of als er wat gebeurt.” Zonta: “Mam gaf gewoon niets om jou pap, en ze strest om mij!” Misha: “Dat is niet waar, want als papa nu de Dakar Rally rijdt, heb ik slapeloze nachten en ligt de telefoon naast me. Maar Jurgen was volwassen en wilde gewoon heel thuiskomen, hij was geen crasher, dus om hem hoefde ik me niet druk te maken.” Hoe beleef je zijn races? Misha: “Uiterst geconcentreerd. Ik zie alles, veelal vanaf de bank. Ik heb de tijdwaarneming altijd aanstaan. De moeder van Patrick en Jurgen liep tijdens de start altijd rondjes met de hond en kwam halverwege de wedstrijd binnen. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik zou er wel vaker bij willen zijn om input te geven, af en toe een kus en een knuffel en om successen mee te vieren. Maar Quincy zat afgelopen tijd in de eindexamenklas havo. Ik kon haar niet elk weekend meenemen. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten. Hotelletje, autootje, je bent zo duizend euro kwijt. En dan heb ik zelf ook nog een baan.” Maar kijk je naar de race of kijk je naar Zonta? Misha: “Ik kijk naar Zonta. Ja, dat is precies zoals het is: ik kijk naar Zonta.” Jurgen: “Ik heb hetzelfde. Ik kijk naar hem als rijder, maar ook als mijn zoon. Dus ik wil ook dat hij alles zo veilig mogelijk doet en probeer alleen maar merken aan hem te verbinden die goed zijn. En we rijden op goede circuits. Ik bedoel, we gaan niet op stratencircuits rijden.” Misha: “Jurgen heeft wel één ding geleerd: bel me niet op een racedag. Als je me dan ’s middags belt, dan redeneer ik meteen dat er iets aan de hand moet zijn. Waarom zou je me anders bellen? Dan denk ik: foute boel, sleutelbeentje op z’n minst. Ik heb dat ook ooit gehad met de manager van Jurgen, die me belde om iets onbenulligs. Ik voel mijn hart nog in mijn keel zitten. Als er gereden wordt, moet je niet bellen. Het is gewoon zo spannend.” Heb je al zware blessures opgelopen? Zonta: “Een gebroken voet, schouder bezeerd, mijn sleutelbeen is er een aantal keren uitgeschoten. Maar dat hoort allemaal een beetje bij het racen. Als ik crash, is altijd mijn eerste reactie dat ik zo snel mogelijk weer op die motor moet. Ik heb een keer gehad dat ik opstond en zo weer neerviel. Toen kwamen er officials naar me toe met een brancard. Ik dacht: als ik daar op kom te liggen, is het foute boel. Ik kreeg echter de motor niet aan de praat, waardoor ik toch naar het medical center moest voor een check: lichte hersenschudding. Maar ook als er iets gebroken is, wil ik gewoon doorrijden.” Juiste instelling Over zijn doelstellingen voor de komende tijd is Zonta heel duidelijk: kampioen worden in zowel de European Talent Cup als de Red Bull Rookies Cup. Jurgen nuanceert: “Kampioen worden hoeft helemaal niet. Dat moet je straks doen als je Moto3 rijdt.” Patrick: “Nu moet je vooral laten zien dat je snelheid en talent hebt. Verder jezelf blijven ontwikkelen. Je moet er snel staan en laten zien dat je het gevecht durft aan te gaan.” Jurgen: “Als je zestien of zeventien bent, moet je zorgen dat je het WK Moto3 rijdt. Dus eerst bewijzen dat je goed genoeg bent. Zo is dat ook bij Max Verstappen gegaan. En dan moet je als Nederlander geluk hebben dat je een kans krijgt bij een goed team.” Wat is jouw droom, Zonta? Zonta: “Kampioen worden in de MotoGP.” Is dat haalbaar? Jurgen: “Ja. Het hoeven echt niet alleen maar Spanjaarden of Italianen te zijn die kampioen worden. Hoe hoog het motorcrossniveau hier in Nederland is, zo hoog is het wegraceniveau daar. We zijn de helft van het jaar ook in Spanje. Daar gebeurt het. Met de juiste instelling, het doorzettingsvermogen en het stappenplan is het zeker mogelijk.” Misha: “En geluk. Er komt veel meer bij kijken dan alleen een stappenplan. Laten we eerlijk zijn.” Waarin onderscheidt Zonta zich ten opzichte van de rest? Patrick: “Het belangrijkste is talent. Met alleen hard werken word je geen kampioen.” Helden Magazine 53 Het verhaal van Zonta van den Goorbergh komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving. Ze werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Motorcross

Jeffrey Herlings: ‘Vrouwen zijn er over tien jaar ook nog’

Op Jeffrey Herlings staat geen maat. De motorcrosser is al drievoudig wereldkampioen in de MX2-klasse, dit jaar is hij hard op weg om de wereldtitel te veroveren in de koningsklasse, de MGPX. Wat is zijn geheim? “Ik kijk weleens om me heen en denk dan: jeetje, ik ben pas 23, heb een prach­tig leven, woon in een mooi huis en hoef me financieel geen zorgen te maken. Maar als ik zie wat ik ervoor heb moeten doen, de ontelbare uren die ik erin heb gestoken.... Ik heb ook veel pijn geleden, zou het niet zo snel overdoen. Ik cross al achttien jaar en ben er 24 uur per dag, zeven dagen in de week mee bezig. Het is niet alleen mijn werk, het is ook mijn leven. Ik ben niet anders gewend. Winnen is een verslaving, de grootste kick die er is. Het crossen is er met de paplepel ingegoten. Mijn vader croste ook op hoog niveau en mijn tien jaar oudere broer Danny croste bij de amateurs. Ik kreeg m’n eerste minimotor voor m’n vijfde verjaardag van mijn opa en oma, een peeweetje, nog geen halve meter hoog. Op zondag moesten mijn broer en vader rijden, ik was op zaterdag al aan de beurt. Er ging altijd wel iemand met me mee, m’n vader of moeder en soms m’n opa of oma. Maar mijn ouders moesten vaak nog werken op zaterdag, ze stonden op de markt in Eindhoven met een fruitstal. Ouders zijn in het begin fanatieker dan het kind zelf. Dat was bij mij ook het geval. M’n vader was nooit streng voor me, maar wilde wel dat ik m’n best deed. Ik gooide er nooit met de pet naar. Maar een normale jeugd heb ik niet gehad. Alles stond in het teken van crossen. Naar kinderfeestjes ging ik niet en aan school had ik een hekel. Mijn vriendjes voetbalden, die vonden het wel vet dat ik een crossmotor had. Als ze vroegen of ze er even op mochten, vlogen ze meteen de heg in. Blijf maar voetballen, zei ik dan. Ik liep altijd voor op leeftijdsgenoten. In motorcross herken je talent snel. Aan de techniek, de manier van rijden en het doorzettingsvermogen. Er zijn veel verschillende omstandigheden: hard of mul zand, hoge en lage bulten. Ik moet zoveel dingen tegelijk doen. Koppelen, schakelen; te veel om op te noemen. Over mij zeiden ze dat ik heel jong al een goede techniek had. Ik wist al snel hoe ik die motor goed over de baan moest krijgen. Op mijn achtste werd ik voor het eerst Nederlands kampioen, ik won van jongens van elf. Ik was een heel slechte verliezer, deed er echt alles aan om te winnen, zelfs al was het een onbelang­rijke wedstrijd tegen wat amateurs. Nog steeds kan ik niet tegen m’n verlies. Of het nou om een potje bowlen, poolen of karten gaat, ik laat alles vallen om te winnen. [caption id="attachment_17884" align="alignnone" width="2560"] Jeffrey Herlings met moeder Alice[/caption] Scheiding Mijn ouders zijn gescheiden toen ik twaalf was. Er was gelukkig geen haat en nijd en ik heb er nooit hinder van gehad. Ik vond het juist fijn, de spanning thuis viel weg. M’n vader was vroeger ook m’n mon­teur, maar is na de scheiding een beetje uit beeld geraakt. Helemaal toen ik op m’n veertiende m’n eerste professionele fabriekscontract tekende bij KTM. Zonder KTM had ik nooit zover kunnen komen. Bij m’n ouders raakten ook de centen op. Het is zo’n dure sport, het was wachten op een fabrieksteam en dat kwam. M’n vader kon vanaf dat moment niet echt meer wat betekenen in mijn carrière. Of hij dat jammer vindt, weet ik niet. Hij doet weinig moeite om er erg betrokken bij te blijven, misschien wil hij me ook wel loslaten omdat ik volwassen ben. Ik woonde tot m’n 21ste bij m’n moeder. Ze zette mij altijd op de eerste plaats. Zo’n twee jaar nadat ik mijn con­tract had getekend, had ik het financieel op orde en kon ik mijn moeder in dienst nemen. Ik was blij dat ik wat voor haar kon terugdoen. Ze neemt me veel werk uit handen, helpt met mijn reisschema’s, zorgt dat de benzinetank van de bus ge­vuld is, maar maakt ook m’n huis schoon en werkt in de tuin. Kleine dingen die gedaan moeten worden en waar ik helaas niet de tijd voor heb. Ellende Op jonge leeftijd wist ik al dat ik wereldkampioen wilde worden. In de jeugdklassen lukte dat een aantal keer, op m’n dertiende voor het eerst. Maar het draaide om die seniorentitel. Op mijn zeventiende was het zover. Ik werd wereldkampioen in een van de twee hoogste klassen, de MX2. Het is nog steeds mijn mooiste titel. Talent is de belangrijkste gave, maar je moet ook heel hard willen werken. En natuurlijk over een dosis lef beschikken. Want er kan veel fout gaan. Zo is mijn baas bij KTM verlamd geraakt en ik heb ook genoeg sterfgevallen meegemaakt. Vorig jaar heb ik voor mijn neus iemand zien sterven. Tijdens de GP in Tsjechië viel een jongen, iemand anders sprong er bovenop. Die jongen overleed ter plekke. Toen dacht ik wel: pff, morgen moet ik hier ook omlaag springen. Maar ja, ik heb ook weleens in de file gestaan van­wege een dodelijk auto­-ongeluk. Het risico is groter als je crost. Maar als je pech hebt op de snelweg, kun je ook zo worden geschept door een vrachtwagen. Ik probeer er niet over na te denken. Als het moet gebeuren, gebeurt het toch. 'Vorig jaar heb ik tijdens de GP in Tsjechië iemand voor mijn neus zien sterven’ Ik ben niet vaak bang, alleen weleens voor de start en in de eerste ronde, omdat ik zelf ook serieuze blessures heb gehad. In 2014 en 2015 had ik veel ellende. Eerst brak ik mijn bovenbeen, daar heb ik zes maanden van moeten herstellen. Daar­ na brak ik mijn sleutelbeen, verloor ik bijna mijn pink en viel er iemand op me: een heup uit de kom. Weer vier maan­den herstel. Ik heb dat jaar weken achter elkaar in het ziekenhuis gelegen, veel pijn gehad en vervelende infecties opgelopen. Het scheelde weinig of ik was gestopt. Toch won ik een jaar later mijn derde wereldtitel in de MX2. Met een gebroken sleutelbeen. In 2017 ben ik overgestapt naar de hoog­ste klasse, de MXGP. Een gebroken mid­denhandsbeentje aan de start van het sei­zoen kostte me de wereldtitel, de eerste vier GP’s reed ik op halve kracht. Nu heb ik al een tijd nergens last van. Toch heb ik voor iedere wedstrijd even een steen in m’n maag. Bij ons gaat er zo’n bordje omhoog: nog 15 secon­den... Klote, we moeten weer, denk ik dan. Maar als eenmaal het starthek valt, verdwijnt ook die spanning. Vroeger kon ik de nacht ervoor niet eens slapen, inmiddels is het routine geworden. Al denk ik altijd: als alles maar goed gaat. Veilig thuiskomen is net zo belangrijk geworden als winnen. Colaatje De start is het belangrijkst en misschien ook wel het moeilijkst. Je moet wel vijftien dingen perfect doen. De juiste positie, het juiste toerental, op het juiste moment schakelen, op het juiste moment je achterwiel in het zand krij­gen voor de meeste drive. En dan zijn er nog m’n concurrenten. Als er iemand met zijn ellenbogen voor me zit, is het al game over. Maar als ik vanaf de eer­ ste ronde aan de leiding ga, hoef ik me alleen nog te focussen op m’n eigen race, ben ik niet met anderen in gevecht die links en rechts van me van de spring­bulten vliegen. De Italiaan Antonio Cairoli is mijn grote concurrent. Hij is negenvoudig wereld­kampioen. Hij rijdt ook bij KTM, maar zit in het andere team. We doen niet aan koude oorlogsvoering, groeten elkaar en gaan daarna onze eigen weg. Maar we zijn ook zeker geen vrienden. Cairoli is een betere starter, ook omdat hij kleiner is en minder weegt. Natuur­lijk is techniek belangrijk bij de start, maar je gewicht net zo goed. We vertrek­ken vanuit stilstaande positie, als je dan met massa moet beginnen van zeventig of tachtig kilo, scheelt dat een hoop. Vorig seizoen moest ik nog te veel inhalen. Dat is op veel banen lastig, vaak loopt er maar één ideaal spoor in het losse zand. Het afgelopen jaar ben ik daarom tien kilo afgevallen, vijf kilo vet en vijf kilo spiermassa. Ik weeg nu 75 in plaats 85 kilo. Vroeger dronk ik ‘s avonds een colaatje, nu water. Ook at ik soms een pizza of een frietje, dat doe ik ook niet meer. Ik voel me nu veel beter. Vroe­ger zag ik nog weleens een kwabbetje hangen. Dat is weg. Ik zie er toch best fit uit, denk ik nu als ik voor de spiegel sta. Een wedstrijd is conditioneel heel zwaar. M’n hartslag is constant maximaal, zeker bij een heel diepe zandbaan. Ik train gemiddeld vier keer per week op de motor, ik zit bijna iedere dag op m’n mountainbike of fiets van Specialized en ben sowieso iedere dag in de sportschool voor kracht­ en stabiliteitsoefeningen. Sommige rijders hebben een motor­trainer, een conditietrainer en een voedingsdeskundige. Maar als je je er zelf in verdiept, kom je er ook uit. Vorig jaar ben ik naar Amerika gegaan om met een van de beste trainers te werken. Daar heb ik veel van geleerd. Nu maak ik m’n eigen schema’s. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik het meest uit mezelf kan halen als ik naar mijn lichaam luister. Wereldtitel In Amerika en veel landen in Europa is de sport best groot, maar in Nederland is motorcross relatief klein. Ik kan hier normaal over straat. Als ik door het dorp loop, word ik aangesproken, maar boodschappen doen lukt gewoon, hoor. Al schuif ik ‘s avonds meestal bij mijn moeder aan voor het eten als ik er ben. Dit jaar wil ik wereldkampioen worden. Ik sta er goed voor. Hoe lang ik dit nog blijf doen, weet ik niet. Veel motorcros­sers zijn rond hun 35ste wel een beetje klaar. Fysiek, maar ook mentaal. Als je al zoveel jaren zo’n zwaar programma draait, breekt je dat op een gegeven moment op. We rijden twintig wedstrijden per seizoen voor het wereld­kampioenschap, dat is veel. Van maart tot oktober bijna ieder weekend. Na het crossen is er ook nog een leven, hè. Ik wil in de toekomst graag een gezin. Natuurlijk sta ik wel een beetje in de publiciteit en er zijn zeker vrouwen die zich aanbie­den, maar daar ga ik niet op in. Ik heb geen tijd en ruimte voor de liefde, wil het maxi­male uit m’n werk halen. Vrouwen zijn er over tien jaar ook nog.” Helden Magazine 42 Het verhaal van Jeffrey Herlings komt voort uit Helden Magazine 42 waar Dafne Schippers de cover siert. Schippers leeft onder een vergrootglas sinds dat ze in 2015 voor de sprint koos. En dat is wennen. ‘’Ik ben er wel achter dat ik geen robot ben’’ Verder in de 42ste editie van Helden, is er veel aandacht voor de Tour de France. Topsprinter Dylan Groenewegen, eerste Nederlandse Tourwinnaar Jan Janssen, superster Peter Sagan en Servais Knaven, ploegleider van Chris Froome komen allemaal voorbij in het Tourgedeelte. Dirk Kuyt blikt terug op zijn carrière, Ranomi Kromowidjojo over goud, het geloof en nog meer, hockeysters Lidewij Welten en Frédérique Matla over het WK Hockey, oud-voetballer Glenn Helder en Barbara Barend ontmoet Hans van Breukelen. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Op Jeffrey Herlings staat geen maat. De motorcrosser is al drievoudig wereldkampioen in de MX2-klasse, dit jaar is hij hard op weg om de wereldtitel te veroveren in de koningsklasse, de MGPX. Wat is zijn geheim? “Ik kijk weleens om me heen en denk dan: jeetje, ik ben pas 23, heb een prach­tig leven, woon in een mooi huis en hoef me financieel geen zorgen te maken. Maar als ik zie wat ik ervoor heb moeten doen, de ontelbare uren die ik erin heb gestoken.... Ik heb ook veel pijn geleden, zou het niet zo snel overdoen. Ik cross al achttien jaar en ben er 24 uur per dag, zeven dagen in de week mee bezig. Het is niet alleen mijn werk, het is ook mijn leven. Ik ben niet anders gewend. Winnen is een verslaving, de grootste kick die er is. Het crossen is er met de paplepel ingegoten. Mijn vader croste ook op hoog niveau en mijn tien jaar oudere broer Danny croste bij de amateurs. Ik kreeg m’n eerste minimotor voor m’n vijfde verjaardag van mijn opa en oma, een peeweetje, nog geen halve meter hoog. Op zondag moesten mijn broer en vader rijden, ik was op zaterdag al aan de beurt. Er ging altijd wel iemand met me mee, m’n vader of moeder en soms m’n opa of oma. Maar mijn ouders moesten vaak nog werken op zaterdag, ze stonden op de markt in Eindhoven met een fruitstal. Ouders zijn in het begin fanatieker dan het kind zelf. Dat was bij mij ook het geval. M’n vader was nooit streng voor me, maar wilde wel dat ik m’n best deed. Ik gooide er nooit met de pet naar. Maar een normale jeugd heb ik niet gehad. Alles stond in het teken van crossen. Naar kinderfeestjes ging ik niet en aan school had ik een hekel. Mijn vriendjes voetbalden, die vonden het wel vet dat ik een crossmotor had. Als ze vroegen of ze er even op mochten, vlogen ze meteen de heg in. Blijf maar voetballen, zei ik dan. Ik liep altijd voor op leeftijdsgenoten. In motorcross herken je talent snel. Aan de techniek, de manier van rijden en het doorzettingsvermogen. Er zijn veel verschillende omstandigheden: hard of mul zand, hoge en lage bulten. Ik moet zoveel dingen tegelijk doen. Koppelen, schakelen; te veel om op te noemen. Over mij zeiden ze dat ik heel jong al een goede techniek had. Ik wist al snel hoe ik die motor goed over de baan moest krijgen. Op mijn achtste werd ik voor het eerst Nederlands kampioen, ik won van jongens van elf. Ik was een heel slechte verliezer, deed er echt alles aan om te winnen, zelfs al was het een onbelang­rijke wedstrijd tegen wat amateurs. Nog steeds kan ik niet tegen m’n verlies. Of het nou om een potje bowlen, poolen of karten gaat, ik laat alles vallen om te winnen. [caption id="attachment_17884" align="alignnone" width="2560"] Jeffrey Herlings met moeder Alice[/caption] Scheiding Mijn ouders zijn gescheiden toen ik twaalf was. Er was gelukkig geen haat en nijd en ik heb er nooit hinder van gehad. Ik vond het juist fijn, de spanning thuis viel weg. M’n vader was vroeger ook m’n mon­teur, maar is na de scheiding een beetje uit beeld geraakt. Helemaal toen ik op m’n veertiende m’n eerste professionele fabriekscontract tekende bij KTM. Zonder KTM had ik nooit zover kunnen komen. Bij m’n ouders raakten ook de centen op. Het is zo’n dure sport, het was wachten op een fabrieksteam en dat kwam. M’n vader kon vanaf dat moment niet echt meer wat betekenen in mijn carrière. Of hij dat jammer vindt, weet ik niet. Hij doet weinig moeite om er erg betrokken bij te blijven, misschien wil hij me ook wel loslaten omdat ik volwassen ben. Ik woonde tot m’n 21ste bij m’n moeder. Ze zette mij altijd op de eerste plaats. Zo’n twee jaar nadat ik mijn con­tract had getekend, had ik het financieel op orde en kon ik mijn moeder in dienst nemen. Ik was blij dat ik wat voor haar kon terugdoen. Ze neemt me veel werk uit handen, helpt met mijn reisschema’s, zorgt dat de benzinetank van de bus ge­vuld is, maar maakt ook m’n huis schoon en werkt in de tuin. Kleine dingen die gedaan moeten worden en waar ik helaas niet de tijd voor heb. Ellende Op jonge leeftijd wist ik al dat ik wereldkampioen wilde worden. In de jeugdklassen lukte dat een aantal keer, op m’n dertiende voor het eerst. Maar het draaide om die seniorentitel. Op mijn zeventiende was het zover. Ik werd wereldkampioen in een van de twee hoogste klassen, de MX2. Het is nog steeds mijn mooiste titel. Talent is de belangrijkste gave, maar je moet ook heel hard willen werken. En natuurlijk over een dosis lef beschikken. Want er kan veel fout gaan. Zo is mijn baas bij KTM verlamd geraakt en ik heb ook genoeg sterfgevallen meegemaakt. Vorig jaar heb ik voor mijn neus iemand zien sterven. Tijdens de GP in Tsjechië viel een jongen, iemand anders sprong er bovenop. Die jongen overleed ter plekke. Toen dacht ik wel: pff, morgen moet ik hier ook omlaag springen. Maar ja, ik heb ook weleens in de file gestaan van­wege een dodelijk auto­-ongeluk. Het risico is groter als je crost. Maar als je pech hebt op de snelweg, kun je ook zo worden geschept door een vrachtwagen. Ik probeer er niet over na te denken. Als het moet gebeuren, gebeurt het toch. 'Vorig jaar heb ik tijdens de GP in Tsjechië iemand voor mijn neus zien sterven’ Ik ben niet vaak bang, alleen weleens voor de start en in de eerste ronde, omdat ik zelf ook serieuze blessures heb gehad. In 2014 en 2015 had ik veel ellende. Eerst brak ik mijn bovenbeen, daar heb ik zes maanden van moeten herstellen. Daar­ na brak ik mijn sleutelbeen, verloor ik bijna mijn pink en viel er iemand op me: een heup uit de kom. Weer vier maan­den herstel. Ik heb dat jaar weken achter elkaar in het ziekenhuis gelegen, veel pijn gehad en vervelende infecties opgelopen. Het scheelde weinig of ik was gestopt. Toch won ik een jaar later mijn derde wereldtitel in de MX2. Met een gebroken sleutelbeen. In 2017 ben ik overgestapt naar de hoog­ste klasse, de MXGP. Een gebroken mid­denhandsbeentje aan de start van het sei­zoen kostte me de wereldtitel, de eerste vier GP’s reed ik op halve kracht. Nu heb ik al een tijd nergens last van. Toch heb ik voor iedere wedstrijd even een steen in m’n maag. Bij ons gaat er zo’n bordje omhoog: nog 15 secon­den... Klote, we moeten weer, denk ik dan. Maar als eenmaal het starthek valt, verdwijnt ook die spanning. Vroeger kon ik de nacht ervoor niet eens slapen, inmiddels is het routine geworden. Al denk ik altijd: als alles maar goed gaat. Veilig thuiskomen is net zo belangrijk geworden als winnen. Colaatje De start is het belangrijkst en misschien ook wel het moeilijkst. Je moet wel vijftien dingen perfect doen. De juiste positie, het juiste toerental, op het juiste moment schakelen, op het juiste moment je achterwiel in het zand krij­gen voor de meeste drive. En dan zijn er nog m’n concurrenten. Als er iemand met zijn ellenbogen voor me zit, is het al game over. Maar als ik vanaf de eer­ ste ronde aan de leiding ga, hoef ik me alleen nog te focussen op m’n eigen race, ben ik niet met anderen in gevecht die links en rechts van me van de spring­bulten vliegen. De Italiaan Antonio Cairoli is mijn grote concurrent. Hij is negenvoudig wereld­kampioen. Hij rijdt ook bij KTM, maar zit in het andere team. We doen niet aan koude oorlogsvoering, groeten elkaar en gaan daarna onze eigen weg. Maar we zijn ook zeker geen vrienden. Cairoli is een betere starter, ook omdat hij kleiner is en minder weegt. Natuur­lijk is techniek belangrijk bij de start, maar je gewicht net zo goed. We vertrek­ken vanuit stilstaande positie, als je dan met massa moet beginnen van zeventig of tachtig kilo, scheelt dat een hoop. Vorig seizoen moest ik nog te veel inhalen. Dat is op veel banen lastig, vaak loopt er maar één ideaal spoor in het losse zand. Het afgelopen jaar ben ik daarom tien kilo afgevallen, vijf kilo vet en vijf kilo spiermassa. Ik weeg nu 75 in plaats 85 kilo. Vroeger dronk ik ‘s avonds een colaatje, nu water. Ook at ik soms een pizza of een frietje, dat doe ik ook niet meer. Ik voel me nu veel beter. Vroe­ger zag ik nog weleens een kwabbetje hangen. Dat is weg. Ik zie er toch best fit uit, denk ik nu als ik voor de spiegel sta. Een wedstrijd is conditioneel heel zwaar. M’n hartslag is constant maximaal, zeker bij een heel diepe zandbaan. Ik train gemiddeld vier keer per week op de motor, ik zit bijna iedere dag op m’n mountainbike of fiets van Specialized en ben sowieso iedere dag in de sportschool voor kracht­ en stabiliteitsoefeningen. Sommige rijders hebben een motor­trainer, een conditietrainer en een voedingsdeskundige. Maar als je je er zelf in verdiept, kom je er ook uit. Vorig jaar ben ik naar Amerika gegaan om met een van de beste trainers te werken. Daar heb ik veel van geleerd. Nu maak ik m’n eigen schema’s. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik het meest uit mezelf kan halen als ik naar mijn lichaam luister. Wereldtitel In Amerika en veel landen in Europa is de sport best groot, maar in Nederland is motorcross relatief klein. Ik kan hier normaal over straat. Als ik door het dorp loop, word ik aangesproken, maar boodschappen doen lukt gewoon, hoor. Al schuif ik ‘s avonds meestal bij mijn moeder aan voor het eten als ik er ben. Dit jaar wil ik wereldkampioen worden. Ik sta er goed voor. Hoe lang ik dit nog blijf doen, weet ik niet. Veel motorcros­sers zijn rond hun 35ste wel een beetje klaar. Fysiek, maar ook mentaal. Als je al zoveel jaren zo’n zwaar programma draait, breekt je dat op een gegeven moment op. We rijden twintig wedstrijden per seizoen voor het wereld­kampioenschap, dat is veel. Van maart tot oktober bijna ieder weekend. Na het crossen is er ook nog een leven, hè. Ik wil in de toekomst graag een gezin. Natuurlijk sta ik wel een beetje in de publiciteit en er zijn zeker vrouwen die zich aanbie­den, maar daar ga ik niet op in. Ik heb geen tijd en ruimte voor de liefde, wil het maxi­male uit m’n werk halen. Vrouwen zijn er over tien jaar ook nog.” Helden Magazine 42 Het verhaal van Jeffrey Herlings komt voort uit Helden Magazine 42 waar Dafne Schippers de cover siert. Schippers leeft onder een vergrootglas sinds dat ze in 2015 voor de sprint koos. En dat is wennen. ‘’Ik ben er wel achter dat ik geen robot ben’’ Verder in de 42ste editie van Helden, is er veel aandacht voor de Tour de France. Topsprinter Dylan Groenewegen, eerste Nederlandse Tourwinnaar Jan Janssen, superster Peter Sagan en Servais Knaven, ploegleider van Chris Froome komen allemaal voorbij in het Tourgedeelte. Dirk Kuyt blikt terug op zijn carrière, Ranomi Kromowidjojo over goud, het geloof en nog meer, hockeysters Lidewij Welten en Frédérique Matla over het WK Hockey, oud-voetballer Glenn Helder en Barbara Barend ontmoet Hans van Breukelen. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Kickboksen

Mister Nice Guy

Hij is wereldkampioen, zijn biografie vliegt over de toonbank, hij was te zien in College Tour en andere tv-programma’s, lanceerde zijn eigen app en hij leende zijn stem aan stier Ferdinand in de gelijknamige animatie lm. Kortom, Rico Verhoeven is hot. Victoria Koblenko zocht de wereldkampioen kickboksen op en ging de verbale strijd met hem aan. We acteren de stare down, staan tegenover elkaar en kijken elkaar streng en diep in de ogen aan. Ik krijg tijdens de psychologische oorlog toestemming om te knipogen, waardoor ik Rico Verhoeven uit z’n concentratie breng. De wereldkampioen kickboksen herstelt zich snel. Er zijn weinig topsporters die op hun 28ste instemmen met een biografie. Was dat een van de dromen voor na het winnen van de wereldtitel? “Het lag niet in de planning, het boek kwam gewoon op ons pad. Ik voelde dat ik graag wilde laten zien wie ik ben, waar ik nu ben en hoe ik er gekomen ben. Ik heb wel wat te vertellen nu.” Dat vinden meer dan vijftigduizend mensen kennelijk ook. Het boek dat Leon Verdonschot schreef, leest als een filmscript. “Gelukkig wel. Kijk, misschien dat ik over tien jaar nog een boek schrijf. Maar nu raak ik een hoop jonge mensen, die ik dan misschien niet zou raken. Ik inspireer jongeren die niet lekker in hun vel zitten of geen fijne jeugd hebben gehad. Ik laat zien dat het niet uitmaakt, omdat je zelf je eigen toekomst bepaalt. Dat is de insteek van het boek.” Er staan zoveel openhartige openbaringen en inzichten in dat elk interview haast overbodig lijkt. Toch ben je met een gigantisch media-offensief bezig. Dat is niet alleen goed voor het merk Rico Verhoeven, maar ook voor de sport als geheel. Al zien sommige mensen het helaas nog steeds als een ordinair potje straatvechten. “Ik laat zien dat je niet per se van de straat hoe te komen om deze sport goed te kunnen beoefenen. Of dat je alleen slechte dingen meegemaakt moet hebben om erin te rollen. Natuurlijk heb ik ook moeilijke dingen meegemaakt, maar die zijn binnen de privé sfeer gebleven. Ik kan laten zien dat ik een normale jongen ben, die wel kan vechten. Daardoor wordt kickboksen hopelijk meer als sport gezien dan als ‘gewoon’ vechten.” Wat als je moet kiezen tussen de langstzittende kampioen of de langste rij ongeslagen wedstrijden? “Dat is heel makkelijk. We noemen al die wedstrijden wel een pannenkoekenberg. Wat heb je eraan? Kampioenen worden legendes. Een kampioen laat iets achter, die gaat de geschiedenis­ boeken in.” Vorige week lanceerde je een app om ook in digitale zin een legacy na te laten. Je droom is dingen doen die geen kickbokser ooit heeft gedaan. Is de app daar een voorbeeld van? “Ik kreeg van heel veel mensen de vraag hoe ik in shape blijf. Dat was reden voor me om het platform Winners Workout te ontwikkelen. Met de app hoop ik Nederland in beweging te krijgen en mijn visie op sporten over te brengen. Het is geen afslank­app en het is ook niet bedoeld om meer spierballen te kweken. Dat kan uiteindelijk wel gebeuren als je de app gebruikt, maar dat zie ik als ‘bijproduct’. De insteek is Nederland fitter maken door video’s van goede oefeningen te laten zien en gezonde recepten te delen.” Een investering in de volksgezondheid, maar ook een beetje in het leven na het kickboksen? “Ja, dit zou zomaar iets kunnen zijn waarmee ik mijn pensioen kan halen.” BV RICO Je zegt in je boek een keer tegen een ondernemer: ‘Was ik maar slim, dan hoefde ik niet te vechten voor mijn geld.’ Die zin kwam wel even binnen bij me. “Dat was geestig bedoeld, hoor.” Maar je timmert nu wel aardig aan de weg buiten de ring. Laatst maakte het AD een artikel over de BV Rico. “Ik was daar niet van gecharmeerd. Omdat er te veel aannames in stonden. Er werden sponsordeals genoemd met totaal verkeerde schattingen en sommige sponsors werden jammer genoeg helemaal niet genoemd. Dat verhaal gaf een vertekend beeld van de realiteit.” Hoeveel procent van jouw inkomsten komen nu al van activiteiten buiten de ring? “Dertig procent, denk ik. Het grootste deel verdien ik nog steeds aan de wedstrijden. Het zou ideaal zijn als dat percentage inkomsten buiten de ring kan groeien door het boek, de app, merchandise en clinics. Fifty fifty zou ideaal zijn.” Stel, je zou morgen je geld kunnen verdienen als acteur, zou je die overstap dan serieus overwegen? “Ik wil eerst nog een sportieve legacy nalaten. Ik wil de langstzit­tende kampioen worden, met de meeste overwinningen. Daarna zou ik eerst alleen nog de grote wedstrijden willen vechten. En als ik met acteren echt rollen kan krijgen die er toe doen... Dan komt het vechten op een gegeven moment op het tweede plan. Kijk, ik doe aan kickboksen omdat ik het leuk vind om de allerbeste te zijn. Het was mijn droom om dat te worden en dat ben ik nu. Zolang ik deze sport doe, wil ik kampioen blijven, maar áls ik de kans zou krijgen om echt m’n brood te verdienen met mooie rollen, dan is het zeker het overwegen waard om over te stappen.” Je kreeg een rol aangeboden in de hitserie Smeris als gay hitman. Waarom durfde je die rol toch niet aan? “Als ik meer ervaring had gehad als acteur, dan was zo’n rol helemaal geen probleem. Want als ik al een paar rollen gespeeld had, was dat juist een manier om te laten zien: dat kan ik ook. Maar als eerste rol leek het me niet slim.” Het ligt voor de hand dat juist in jouw sport dat zou kunnen leiden tot opmerkingen van tegenstanders en spreekkoren die je concentratie niet ten goede zouden kunnen komen. Zou je zo’n rol na je sportcarrière wel durven spelen? “Misschien dat ik het nu zelfs al wel zou doen. Ik ben nu een paar stapjes verder en als men me ermee zou pesten, dan zou me dat op dit moment in mijn leven en carrière niets doen, denk ik. Ik ben nu mentaal klaar om zo’n rol te kunnen spelen. Sterker, ik zou er heel veel van leren.” ‘Als ik de kans zou krijgen om echt m’n brood te verdienen met mooie rollen, dan is het zeker het overwegen waard’ HEFTIG Wanneer was je voor het laatst overmoedig? “Een paar jaar geleden had ik een wedstrijd in China waarvan ik dacht: dat doe ik wel even tussendoor. Mijn tegenstander was oké, maar niet top. Maar er was thuis veel aan de hand. Mijn vrouw was hoogzwanger, ze was begin januari uitgerekend en moest naar het ziekenhuis. Toen werd ik even teruggefloten en op m’n plaats gezet in de ring. Ik moet dit spel serieus nemen, er worden serieuze trappen uitgedeeld. Ik heb een zware voorbereiding, iedereen lijdt eronder, ook m’n gezin. Ik verplicht mezelf altijd scherp te zijn en nooit iemand te onderschatten.” Van onderschatten was bij het gevecht met Badr Hari geen sprake. Je trainers hadden in hun carrière nog nooit een vibe meegemaakt zoals voorafgaand aan die wedstrijd. Je vecht dan op twee fronten, binnen en buiten de ring. Tegen Badr en tegen alles wat om Badr heen hangt. Wanneer krijgt hij een herkansing? “Hopelijk heel binnenkort.” De biograaf van Badr Hari labelde het publiek bij kickbokswedstrijden als ‘crimineel’. Dat helpt de reputa- tie van de sport niet. Is het een missie van je om dit imago bij te schaven? “Weet ik niet. Ik laat gewoon graag zien dat als je hard werkt en goed traint, iedereen dit kan.” Is het raar dat het lijkt alsof agressie de basis is van de sport? “Het is gecontroleerde agressie, dat is totaal iets anders.” Een bijtende voetballer is een grotere uitzondering dan een spugende kickbokser of iemand die je na afloop weigert te feliciteren. Wat sportiviteit in de ring betreft, is er nog een inhaalslag te maken. “Maar het is natuurlijk ook een heel emotionele sport...” Maar jij lijkt juist een meester in het jongleren van je emoties. Zou het kunnen zijn dat de emotionele rollercoaster waarin je verkeerde met je vader, met wie je een tijd geen contact had, een cadeau is geweest om die eigenschap te perfectioneren? “Ik zou het zeker geen ‘cadeau’ noemen, eerder een harde les. Ik denk dat ik er op de juiste manier mee om ben gegaan, maar ik weet niet of iedereen dat had gekund. Er zijn heftige dingen gebeurd, waardoor sommige prestaties de andere kant op hadden kunnen vallen en ik misschien niet de Rico had kunnen worden die ik nu ben. Gelukkig heb ik de hele situatie met mijn vader om kunnen draaien in iets positiefs.” Jouw vader introduceerde je in de sport en trainde je totdat hij je niet meer beter kon maken. Je stond toen voor een zware beslissing om je vader niet meer deel uit te laten maken van je professionele team. Dat loyaliteitsconflict heb je als ‘brandstof’ gebruikt om door te pakken in de sport, helaas ten koste van de relatie met je vader. “Ik denk dat de dingen die gebeurden met mijn vader mij hard hebben gemaakt. Ik heb geleerd meer voor mezelf te kiezen en me beter af te sluiten. De discussies die we hadden voor wedstrijden hebben me geholpen alleen maar te focussen op de prestatie, ongeacht wat er om me heen gebeurde. Dat af kunnen sluiten is nu wel een van mijn grootste krachten.” Het respect voor je overleden vader valt van elke pagina in jouw biografie af te lezen en ik denk dat niemand het droog kan houden bij het hoofdstuk waarbij je liggend op zijn borst afscheid van hem moet nemen. Je vrouw heeft een grote rol gespeeld in jullie uiteindelijke toenadering. Wat is het recept van jullie liefde? “Je moet elkaar aanvoelen. Je moet begrijpen waarom je een leven met elkaar gaat doorbrengen. Zo’n besluit is niet alleen van: je bent lekker en leuk. Er zit zoveel meer achter. Mijn vrouw is mijn beste vriend. Je komt dingen tegen, zowel in je relatie als om je heen, die heftig zijn en dan is het belangrijk om niet op te geven. Liefde bestaat uit zoveel meer dan uit één ding. En je moet je ook allebei kunnen blijven ontwikkelen. Ik ben zoveel dingen tegelijk aan het doen nu, maar het is net zo belangrijk dat mijn vrouw ook de dingen kan blijven doen die ze wil. Het moet niet zo zijn dat de een de ander voorbij gaat, dat de een geen ruimte krijgt doordat de ander die neemt.” Je was al vader van twee dochters en hebt sinds kort ook een zoon. Wat zou je willen overdragen op jouw zoon wat je meeneemt uit de relatie met je vader? “Ik hoop dat ik naar hem luister, naar zijn gevoel. En dat hij vanuit zijn gevoel met mij kan communiceren. Mijn vader dramde zijn visie en mening door en dat wil ik anders doen.” Hoe leg je aan de kinderen uit wat voor werk je doet? “Toen de oudste nog klein was, zeiden we: ‘Papa moet boem­boem doen.’ Maar dat begreep ze ook wel. We hadden toen weinig geld, ze ging vaak met me mee naar de sportschool. Ze zat op een kleed met wat speeltjes in de ring, terwijl ik buiten de ring aan het trainen was. En nu is papa gewoon wereldkampioen! Alle dingen om het kickboksen heen, maken het voor de kinderen weleens lastig...” Ze vragen zeker: ‘Papa, moet je nu weer op de foto?’ Lachend: “Ja, dat hoort tegenwoordig bij papa z’n werk. Mensen zijn enthousiast om papa te zien, omdat papa goed kan boksen en nu op tv komt. Dat enthousiasme moet en wil ik omarmen. Ik mag ook niet vergeten dat ik succesvol ben door al die enthousiaste mensen. Alles gaat nu goed: de sport, de merchandise... Ik kan daar maar beter heel dankbaar voor zijn.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Hij is wereldkampioen, zijn biografie vliegt over de toonbank, hij was te zien in College Tour en andere tv-programma’s, lanceerde zijn eigen app en hij leende zijn stem aan stier Ferdinand in de gelijknamige animatie lm. Kortom, Rico Verhoeven is hot. Victoria Koblenko zocht de wereldkampioen kickboksen op en ging de verbale strijd met hem aan. We acteren de stare down, staan tegenover elkaar en kijken elkaar streng en diep in de ogen aan. Ik krijg tijdens de psychologische oorlog toestemming om te knipogen, waardoor ik Rico Verhoeven uit z’n concentratie breng. De wereldkampioen kickboksen herstelt zich snel. Er zijn weinig topsporters die op hun 28ste instemmen met een biografie. Was dat een van de dromen voor na het winnen van de wereldtitel? “Het lag niet in de planning, het boek kwam gewoon op ons pad. Ik voelde dat ik graag wilde laten zien wie ik ben, waar ik nu ben en hoe ik er gekomen ben. Ik heb wel wat te vertellen nu.” Dat vinden meer dan vijftigduizend mensen kennelijk ook. Het boek dat Leon Verdonschot schreef, leest als een filmscript. “Gelukkig wel. Kijk, misschien dat ik over tien jaar nog een boek schrijf. Maar nu raak ik een hoop jonge mensen, die ik dan misschien niet zou raken. Ik inspireer jongeren die niet lekker in hun vel zitten of geen fijne jeugd hebben gehad. Ik laat zien dat het niet uitmaakt, omdat je zelf je eigen toekomst bepaalt. Dat is de insteek van het boek.” Er staan zoveel openhartige openbaringen en inzichten in dat elk interview haast overbodig lijkt. Toch ben je met een gigantisch media-offensief bezig. Dat is niet alleen goed voor het merk Rico Verhoeven, maar ook voor de sport als geheel. Al zien sommige mensen het helaas nog steeds als een ordinair potje straatvechten. “Ik laat zien dat je niet per se van de straat hoe te komen om deze sport goed te kunnen beoefenen. Of dat je alleen slechte dingen meegemaakt moet hebben om erin te rollen. Natuurlijk heb ik ook moeilijke dingen meegemaakt, maar die zijn binnen de privé sfeer gebleven. Ik kan laten zien dat ik een normale jongen ben, die wel kan vechten. Daardoor wordt kickboksen hopelijk meer als sport gezien dan als ‘gewoon’ vechten.” Wat als je moet kiezen tussen de langstzittende kampioen of de langste rij ongeslagen wedstrijden? “Dat is heel makkelijk. We noemen al die wedstrijden wel een pannenkoekenberg. Wat heb je eraan? Kampioenen worden legendes. Een kampioen laat iets achter, die gaat de geschiedenis­ boeken in.” Vorige week lanceerde je een app om ook in digitale zin een legacy na te laten. Je droom is dingen doen die geen kickbokser ooit heeft gedaan. Is de app daar een voorbeeld van? “Ik kreeg van heel veel mensen de vraag hoe ik in shape blijf. Dat was reden voor me om het platform Winners Workout te ontwikkelen. Met de app hoop ik Nederland in beweging te krijgen en mijn visie op sporten over te brengen. Het is geen afslank­app en het is ook niet bedoeld om meer spierballen te kweken. Dat kan uiteindelijk wel gebeuren als je de app gebruikt, maar dat zie ik als ‘bijproduct’. De insteek is Nederland fitter maken door video’s van goede oefeningen te laten zien en gezonde recepten te delen.” Een investering in de volksgezondheid, maar ook een beetje in het leven na het kickboksen? “Ja, dit zou zomaar iets kunnen zijn waarmee ik mijn pensioen kan halen.” BV RICO Je zegt in je boek een keer tegen een ondernemer: ‘Was ik maar slim, dan hoefde ik niet te vechten voor mijn geld.’ Die zin kwam wel even binnen bij me. “Dat was geestig bedoeld, hoor.” Maar je timmert nu wel aardig aan de weg buiten de ring. Laatst maakte het AD een artikel over de BV Rico. “Ik was daar niet van gecharmeerd. Omdat er te veel aannames in stonden. Er werden sponsordeals genoemd met totaal verkeerde schattingen en sommige sponsors werden jammer genoeg helemaal niet genoemd. Dat verhaal gaf een vertekend beeld van de realiteit.” Hoeveel procent van jouw inkomsten komen nu al van activiteiten buiten de ring? “Dertig procent, denk ik. Het grootste deel verdien ik nog steeds aan de wedstrijden. Het zou ideaal zijn als dat percentage inkomsten buiten de ring kan groeien door het boek, de app, merchandise en clinics. Fifty fifty zou ideaal zijn.” Stel, je zou morgen je geld kunnen verdienen als acteur, zou je die overstap dan serieus overwegen? “Ik wil eerst nog een sportieve legacy nalaten. Ik wil de langstzit­tende kampioen worden, met de meeste overwinningen. Daarna zou ik eerst alleen nog de grote wedstrijden willen vechten. En als ik met acteren echt rollen kan krijgen die er toe doen... Dan komt het vechten op een gegeven moment op het tweede plan. Kijk, ik doe aan kickboksen omdat ik het leuk vind om de allerbeste te zijn. Het was mijn droom om dat te worden en dat ben ik nu. Zolang ik deze sport doe, wil ik kampioen blijven, maar áls ik de kans zou krijgen om echt m’n brood te verdienen met mooie rollen, dan is het zeker het overwegen waard om over te stappen.” Je kreeg een rol aangeboden in de hitserie Smeris als gay hitman. Waarom durfde je die rol toch niet aan? “Als ik meer ervaring had gehad als acteur, dan was zo’n rol helemaal geen probleem. Want als ik al een paar rollen gespeeld had, was dat juist een manier om te laten zien: dat kan ik ook. Maar als eerste rol leek het me niet slim.” Het ligt voor de hand dat juist in jouw sport dat zou kunnen leiden tot opmerkingen van tegenstanders en spreekkoren die je concentratie niet ten goede zouden kunnen komen. Zou je zo’n rol na je sportcarrière wel durven spelen? “Misschien dat ik het nu zelfs al wel zou doen. Ik ben nu een paar stapjes verder en als men me ermee zou pesten, dan zou me dat op dit moment in mijn leven en carrière niets doen, denk ik. Ik ben nu mentaal klaar om zo’n rol te kunnen spelen. Sterker, ik zou er heel veel van leren.” ‘Als ik de kans zou krijgen om echt m’n brood te verdienen met mooie rollen, dan is het zeker het overwegen waard’ HEFTIG Wanneer was je voor het laatst overmoedig? “Een paar jaar geleden had ik een wedstrijd in China waarvan ik dacht: dat doe ik wel even tussendoor. Mijn tegenstander was oké, maar niet top. Maar er was thuis veel aan de hand. Mijn vrouw was hoogzwanger, ze was begin januari uitgerekend en moest naar het ziekenhuis. Toen werd ik even teruggefloten en op m’n plaats gezet in de ring. Ik moet dit spel serieus nemen, er worden serieuze trappen uitgedeeld. Ik heb een zware voorbereiding, iedereen lijdt eronder, ook m’n gezin. Ik verplicht mezelf altijd scherp te zijn en nooit iemand te onderschatten.” Van onderschatten was bij het gevecht met Badr Hari geen sprake. Je trainers hadden in hun carrière nog nooit een vibe meegemaakt zoals voorafgaand aan die wedstrijd. Je vecht dan op twee fronten, binnen en buiten de ring. Tegen Badr en tegen alles wat om Badr heen hangt. Wanneer krijgt hij een herkansing? “Hopelijk heel binnenkort.” De biograaf van Badr Hari labelde het publiek bij kickbokswedstrijden als ‘crimineel’. Dat helpt de reputa- tie van de sport niet. Is het een missie van je om dit imago bij te schaven? “Weet ik niet. Ik laat gewoon graag zien dat als je hard werkt en goed traint, iedereen dit kan.” Is het raar dat het lijkt alsof agressie de basis is van de sport? “Het is gecontroleerde agressie, dat is totaal iets anders.” Een bijtende voetballer is een grotere uitzondering dan een spugende kickbokser of iemand die je na afloop weigert te feliciteren. Wat sportiviteit in de ring betreft, is er nog een inhaalslag te maken. “Maar het is natuurlijk ook een heel emotionele sport...” Maar jij lijkt juist een meester in het jongleren van je emoties. Zou het kunnen zijn dat de emotionele rollercoaster waarin je verkeerde met je vader, met wie je een tijd geen contact had, een cadeau is geweest om die eigenschap te perfectioneren? “Ik zou het zeker geen ‘cadeau’ noemen, eerder een harde les. Ik denk dat ik er op de juiste manier mee om ben gegaan, maar ik weet niet of iedereen dat had gekund. Er zijn heftige dingen gebeurd, waardoor sommige prestaties de andere kant op hadden kunnen vallen en ik misschien niet de Rico had kunnen worden die ik nu ben. Gelukkig heb ik de hele situatie met mijn vader om kunnen draaien in iets positiefs.” Jouw vader introduceerde je in de sport en trainde je totdat hij je niet meer beter kon maken. Je stond toen voor een zware beslissing om je vader niet meer deel uit te laten maken van je professionele team. Dat loyaliteitsconflict heb je als ‘brandstof’ gebruikt om door te pakken in de sport, helaas ten koste van de relatie met je vader. “Ik denk dat de dingen die gebeurden met mijn vader mij hard hebben gemaakt. Ik heb geleerd meer voor mezelf te kiezen en me beter af te sluiten. De discussies die we hadden voor wedstrijden hebben me geholpen alleen maar te focussen op de prestatie, ongeacht wat er om me heen gebeurde. Dat af kunnen sluiten is nu wel een van mijn grootste krachten.” Het respect voor je overleden vader valt van elke pagina in jouw biografie af te lezen en ik denk dat niemand het droog kan houden bij het hoofdstuk waarbij je liggend op zijn borst afscheid van hem moet nemen. Je vrouw heeft een grote rol gespeeld in jullie uiteindelijke toenadering. Wat is het recept van jullie liefde? “Je moet elkaar aanvoelen. Je moet begrijpen waarom je een leven met elkaar gaat doorbrengen. Zo’n besluit is niet alleen van: je bent lekker en leuk. Er zit zoveel meer achter. Mijn vrouw is mijn beste vriend. Je komt dingen tegen, zowel in je relatie als om je heen, die heftig zijn en dan is het belangrijk om niet op te geven. Liefde bestaat uit zoveel meer dan uit één ding. En je moet je ook allebei kunnen blijven ontwikkelen. Ik ben zoveel dingen tegelijk aan het doen nu, maar het is net zo belangrijk dat mijn vrouw ook de dingen kan blijven doen die ze wil. Het moet niet zo zijn dat de een de ander voorbij gaat, dat de een geen ruimte krijgt doordat de ander die neemt.” Je was al vader van twee dochters en hebt sinds kort ook een zoon. Wat zou je willen overdragen op jouw zoon wat je meeneemt uit de relatie met je vader? “Ik hoop dat ik naar hem luister, naar zijn gevoel. En dat hij vanuit zijn gevoel met mij kan communiceren. Mijn vader dramde zijn visie en mening door en dat wil ik anders doen.” Hoe leg je aan de kinderen uit wat voor werk je doet? “Toen de oudste nog klein was, zeiden we: ‘Papa moet boem­boem doen.’ Maar dat begreep ze ook wel. We hadden toen weinig geld, ze ging vaak met me mee naar de sportschool. Ze zat op een kleed met wat speeltjes in de ring, terwijl ik buiten de ring aan het trainen was. En nu is papa gewoon wereldkampioen! Alle dingen om het kickboksen heen, maken het voor de kinderen weleens lastig...” Ze vragen zeker: ‘Papa, moet je nu weer op de foto?’ Lachend: “Ja, dat hoort tegenwoordig bij papa z’n werk. Mensen zijn enthousiast om papa te zien, omdat papa goed kan boksen en nu op tv komt. Dat enthousiasme moet en wil ik omarmen. Ik mag ook niet vergeten dat ik succesvol ben door al die enthousiaste mensen. Alles gaat nu goed: de sport, de merchandise... Ik kan daar maar beter heel dankbaar voor zijn.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Motorcross

De dag dat alles misging: Wil Hartog

Wil Hartog, Jack Middelburg en Boet van Dulmen vormden zo’n veertig jaar geleden De Grote Drie van het Nederlandse motorracen op de weg.
Wil Hartog, Jack Middelburg en Boet van Dulmen vormden zo’n veertig jaar geleden De Grote Drie van het Nederlandse motorracen op de weg.