Word abonnee
Meer

Roeien

De Kannibalen van de Dubbelvier

Ze werden ‘De Kannibalen van de Dubbelvier’ genoemd. Ze vraten alles en iedereen op. Finn Florijn (24), Lennart van Lierop (30), Koen Metsemakers (32) en Tone Wieten (30) grepen na de wereldtitel ook olympisch goud. Het was de aftrap van een ongekende serie Nederlandse roeisuccessen. “Misschien zitten we over vier jaar met z’n vieren weer in de dubbelvier in Los Angeles. Zeg nooit nooit.” Helden Magazine ging voor het dubbeldikke jubileumnummer langs op de Bosbaan voor een reünie. Mannen Dubbelvier “Wij hadden helemaal niet zo’n moeilijk raceplan: goed starten, vervolgens de snelheid vasthouden en dan versnellen in de laatste 500 meter,” zegt Tone Wieten over het strijdplan van de boot die afgelopen jaren veranderde in een onverslaanbaar monster. Niet voor niets werden ze ‘de Kannibalen van de Dubbelvier’ genoemd. Ook op de roeibaan in Vaires-sur-Marne, net buiten Parijs, werd het beproefde recept weer gebruikt. Maar de echte kracht zat hem misschien juist wel in het middenstuk van de twee kilometer lange race. De concurrentie, gegeseld door het tempo van de Nederlanders, voelde de krachten beetje bij beetje uit het lichaam sijpelen. Tone: “We hebben er afgelopen jaren keihard aan gewerkt om de snelheid vast te houden. In Parijs wisten we: we zijn de afgelopen drie jaar nooit fitter in de boot gestapt.” [caption id="attachment_20586" align="aligncenter" width="1875"] V.l.n.r. Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten.[/caption] Bij de start pakten Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten meteen een voorsprong. Halverwege probeerden de Italianen en Polen nog het gaatje te dichten, maar die aanval werd afgeslagen, waarna de Nederlanders centimeter voor centimeter uitliepen. Lennart: “Met nog vijfhonderd meter te gaan, was het gat met de Italianen een bootlengte. Even dacht ik: dit zou goed moeten komen. Maar meteen daarna zei ik tegen mezelf: doorgaan, we hebben nog niks.” Finn: “Ik had met mezelf afgesproken niet naar links of rechts te kijken. Ik had wel in m’n achterhoofd: de Italianen hebben een goede eindsprint, dus we moeten echt tot op de finish vol gas blijven geven. Pas op de streep keek ik om me heen en zag ik dat de Italianen en Polen niet eens zo ver achter ons zaten.” Lennart: “Dat we heel goed waren, is duidelijk. En dat het misschien nog een tikkeltje beter had gekund, heeft ook te maken met de druk vooraf en de grootsheid van die finale.” Lennart: 'Dat we heel goed waren, is duidelijk. En dat het misschien nog een tikkeltje beter had gekund, heeft ook te maken met de druk vooraf en de grootsheid van die finale' De dubbelvier pakte op woensdag 31 juli, op dag vijf van de Spelen, de eerste Nederlandse olympische titel in Parijs. De boot was ook nog eens de eerste in de Hollandse roeihistorie die de olympische titel wist te prolongeren. Lennart: “Er was nog geen goud gewonnen, wij waren de eerste Nederlandse boot in een olympische finale in Parijs en we werden bestempeld als topfavoriet. Tegen ons werd voor de finale ook iets gezegd als: jullie moeten het doen voor Nederland.” Koen: “Het deed mij niet zoveel dat wij de eerste gouden medaille voor Nederland wonnen. Zoals het me ook niet zoveel deed dat wij de eerste boot in de Nederlandse roeihistorie waren die een olympische titel wist te prolongeren. Ik roei niet voor de statistieken. Voor mij was de olympische finale de afsluiting van een schitterende reis die we met elkaar hebben afgelegd.” Finn: “Ik voelde vooral opluchting toen we gefinisht waren. Natuurlijk ook blijdschap. En vermoeidheid. Je bent zo kapot dat het lijkt of je denkvermogen wordt uitgeschakeld.” Tone pakte na olympisch brons met de acht in 2016 en goud in 2021 met de dubbelvier nu opnieuw goud. Daarnaast kan hij ook nog eens twee wereldtitels en twee Europese titels overleggen, wat hem de succesvolste Nederlandse roeier ooit maakt. Tone: “Bij mij kwamen de tranen na afloop. In Tokio voelde ik vooral opluchting toen we goud wonnen, maar in Parijs was het ontlading. Ik vond het zo vet dat het nog een keer was gelukt. Vooraf werd in een interview al gezegd dat ik Nico Rienks af kon lossen als succesvolste Nederlandse roeier, maar daar heb ik verder nooit bij stilgestaan. Wat het me nu doet? Individueel ben ik niet de beste roeier van allemaal, maar ik heb het geluk dat ik telkens een heel mooi team om me heen heb gehad.” Privilege Koen en Tone mochten in 2021 ook al feestvieren in Tokio, destijds met Dirk Uittenbogaard en Abe Wiersma aan hun zijde. Koen: “Natuurlijk is het heel speciaal om dit met Tone mee te maken. We zitten nu vijf jaar met elkaar in een boot, best bijzonder om zo lang bij elkaar in een team te zitten. De medailles zijn allebei uniek. Het traject naar Tokio was heel anders dan die naar Parijs.” Tone: “Ik had het er heel moeilijk mee dat de Spelen in Tokio door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld. Ik liep al rond met een rugblessure en moest ineens nog een jaar langer keihard blijven trainen. Mentaal was dat heel zwaar. Ik wilde eigenlijk niet dat jaar extra door, maar tegelijkertijd wist ik: we zijn in 2019 wereldkampioen geworden, zijn favoriet voor goud in Tokio. Dat wilde ik niet missen. Ik dacht de hele tijd daardoor: na Tokio is het klaar, dan heb ik mijn grote doel bereikt en is het mooi geweest.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met de gouden roeiers van de dubbelvier is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden. Ze vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Ze werden ‘De Kannibalen van de Dubbelvier’ genoemd. Ze vraten alles en iedereen op. Finn Florijn (24), Lennart van Lierop (30), Koen Metsemakers (32) en Tone Wieten (30) grepen na de wereldtitel ook olympisch goud. Het was de aftrap van een ongekende serie Nederlandse roeisuccessen. “Misschien zitten we over vier jaar met z’n vieren weer in de dubbelvier in Los Angeles. Zeg nooit nooit.” Helden Magazine ging voor het dubbeldikke jubileumnummer langs op de Bosbaan voor een reünie. Mannen Dubbelvier “Wij hadden helemaal niet zo’n moeilijk raceplan: goed starten, vervolgens de snelheid vasthouden en dan versnellen in de laatste 500 meter,” zegt Tone Wieten over het strijdplan van de boot die afgelopen jaren veranderde in een onverslaanbaar monster. Niet voor niets werden ze ‘de Kannibalen van de Dubbelvier’ genoemd. Ook op de roeibaan in Vaires-sur-Marne, net buiten Parijs, werd het beproefde recept weer gebruikt. Maar de echte kracht zat hem misschien juist wel in het middenstuk van de twee kilometer lange race. De concurrentie, gegeseld door het tempo van de Nederlanders, voelde de krachten beetje bij beetje uit het lichaam sijpelen. Tone: “We hebben er afgelopen jaren keihard aan gewerkt om de snelheid vast te houden. In Parijs wisten we: we zijn de afgelopen drie jaar nooit fitter in de boot gestapt.” [caption id="attachment_20586" align="aligncenter" width="1875"] V.l.n.r. Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten.[/caption] Bij de start pakten Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten meteen een voorsprong. Halverwege probeerden de Italianen en Polen nog het gaatje te dichten, maar die aanval werd afgeslagen, waarna de Nederlanders centimeter voor centimeter uitliepen. Lennart: “Met nog vijfhonderd meter te gaan, was het gat met de Italianen een bootlengte. Even dacht ik: dit zou goed moeten komen. Maar meteen daarna zei ik tegen mezelf: doorgaan, we hebben nog niks.” Finn: “Ik had met mezelf afgesproken niet naar links of rechts te kijken. Ik had wel in m’n achterhoofd: de Italianen hebben een goede eindsprint, dus we moeten echt tot op de finish vol gas blijven geven. Pas op de streep keek ik om me heen en zag ik dat de Italianen en Polen niet eens zo ver achter ons zaten.” Lennart: “Dat we heel goed waren, is duidelijk. En dat het misschien nog een tikkeltje beter had gekund, heeft ook te maken met de druk vooraf en de grootsheid van die finale.” Lennart: 'Dat we heel goed waren, is duidelijk. En dat het misschien nog een tikkeltje beter had gekund, heeft ook te maken met de druk vooraf en de grootsheid van die finale' De dubbelvier pakte op woensdag 31 juli, op dag vijf van de Spelen, de eerste Nederlandse olympische titel in Parijs. De boot was ook nog eens de eerste in de Hollandse roeihistorie die de olympische titel wist te prolongeren. Lennart: “Er was nog geen goud gewonnen, wij waren de eerste Nederlandse boot in een olympische finale in Parijs en we werden bestempeld als topfavoriet. Tegen ons werd voor de finale ook iets gezegd als: jullie moeten het doen voor Nederland.” Koen: “Het deed mij niet zoveel dat wij de eerste gouden medaille voor Nederland wonnen. Zoals het me ook niet zoveel deed dat wij de eerste boot in de Nederlandse roeihistorie waren die een olympische titel wist te prolongeren. Ik roei niet voor de statistieken. Voor mij was de olympische finale de afsluiting van een schitterende reis die we met elkaar hebben afgelegd.” Finn: “Ik voelde vooral opluchting toen we gefinisht waren. Natuurlijk ook blijdschap. En vermoeidheid. Je bent zo kapot dat het lijkt of je denkvermogen wordt uitgeschakeld.” Tone pakte na olympisch brons met de acht in 2016 en goud in 2021 met de dubbelvier nu opnieuw goud. Daarnaast kan hij ook nog eens twee wereldtitels en twee Europese titels overleggen, wat hem de succesvolste Nederlandse roeier ooit maakt. Tone: “Bij mij kwamen de tranen na afloop. In Tokio voelde ik vooral opluchting toen we goud wonnen, maar in Parijs was het ontlading. Ik vond het zo vet dat het nog een keer was gelukt. Vooraf werd in een interview al gezegd dat ik Nico Rienks af kon lossen als succesvolste Nederlandse roeier, maar daar heb ik verder nooit bij stilgestaan. Wat het me nu doet? Individueel ben ik niet de beste roeier van allemaal, maar ik heb het geluk dat ik telkens een heel mooi team om me heen heb gehad.” Privilege Koen en Tone mochten in 2021 ook al feestvieren in Tokio, destijds met Dirk Uittenbogaard en Abe Wiersma aan hun zijde. Koen: “Natuurlijk is het heel speciaal om dit met Tone mee te maken. We zitten nu vijf jaar met elkaar in een boot, best bijzonder om zo lang bij elkaar in een team te zitten. De medailles zijn allebei uniek. Het traject naar Tokio was heel anders dan die naar Parijs.” Tone: “Ik had het er heel moeilijk mee dat de Spelen in Tokio door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld. Ik liep al rond met een rugblessure en moest ineens nog een jaar langer keihard blijven trainen. Mentaal was dat heel zwaar. Ik wilde eigenlijk niet dat jaar extra door, maar tegelijkertijd wist ik: we zijn in 2019 wereldkampioen geworden, zijn favoriet voor goud in Tokio. Dat wilde ik niet missen. Ik dacht de hele tijd daardoor: na Tokio is het klaar, dan heb ik mijn grote doel bereikt en is het mooi geweest.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met de gouden roeiers van de dubbelvier is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden. Ze vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Waterpolo

Jelto Spijker: ‘Ik kies ervoor om ermee te koop te lopen’

Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Roeien

Bente en Ilse Paulis – Roeizussen

Ilse en Bente Paulis Ilse (30, links) en Bente Paulis (27) hebben behoorlijk wat prestaties achter hun naam staan. Na de Spelen van Tokio koos Ilse, met olympisch goud en brons op zak, voor een leven als arts, trad in het huwelijk en deed mee aan Expeditie Robinson. Bente won in die tijd twee keer WK-zilver en maakt zich nu op voor haar eerste Spelen in de vrouwen dubbelvier. Wij nodigden de roeizussen voor Helden Magazine nummer 72 uit voor een shoot langs de Bosbaan. “Hé, zie ik nou een grijze haar bij jou?” zegt Bente Paulis lachend tegen haar drieënhalf jaar oudere zus Ilse tijdens de shoot. Ilse, lachend: “Ja, ik word oud, dat hoort bij mijn burgerlijke bestaan.” Ze vertelt: “Ik woon in Baarn, werk als arts, ben getrouwd en heb een hond. Veel burgerlijker wordt het niet, hoor.” Bente: “Baarn is inmiddels ook een beetje mijn thuis geworden.” Ilse knikt: “Wij hebben een heel goede band.” Bente: “En die wordt steeds sterker naarmate we ouder worden. Toen we nog wat kleiner waren, zaten we allebei in een andere fase. Toen jij in Amsterdam bent gaan wonen en ik daarna, werden we steeds hechter. Ik kwam steeds vaker over de vloer bij jou. Onze ouders woonden in Drenthe, dus was het heel fijn dat er iemand lekker dichtbij woonde, waar ik kon eten of een kop thee kon drinken.” Ilse: “We hebben nog een jonger zusje, Femke, zij roeit ook en studeert eveneens in Amsterdam. We hebben alle drie heel ambitieuze programma’s met werk, studie en sport, maar zodra we in de gelegenheid zijn, zoeken we elkaar op. Juist omdat we zo druk zijn, proberen we tijd voor elkaar vrij te maken.” Bente: “We hebben dezelfde interesses en we zijn alle drie competitief en sportief. Maar we zijn ook verschillend. Jij wil echt altijd alles winnen; als eerste omgekleed zijn, als eerste ergens zijn. Dat heb ik iets minder. In mijn sport ben ik heel competitief, maar jij bent net iets perfectionistischer dan ik.” Ilse: “Jij bent weer wat gevoeliger. Dat is ook jouw kracht. Ik kan in mijn perfectionisme soms weinig oog hebben voor anderen. Jij hebt meer die sociale radar.” Sportgenen Ilse en Bente zijn geboren in Leiderdorp, maar groeiden op in Dalen in Drenthe. Bente: “Ik was zes toen we verhuisden. Papa had een baan in Emmen gekregen. We roeiden in Overijssel, bij roeivereniging Salland.” Ilse: “Sport was een belangrijk thema in ons gezin. Ik heb op korfbal, basketbal, atletiek en tennis gezeten. Maar balsporten waren niet aan mij besteed. Jij en Femke hebben nog fanatiek gehockeyd. Door onze vader zijn we gaan roeien. Ik werd een keer meegenomen en in een boot gezet. Hij was een fanatieke sporter, van hem hebben wij wel de sportgenen meegekregen. Dat moet wel, want als alle drie jouw dochters op hoog niveau roeien, dan zal het genetisch ook wel kloppen. De eerste keer dat ik in een boot zat, was ik tien. Het virus is daarna overgeslagen op jou en Femke.” Bente: “Het fanatisme kwam van onze moeder. Zij heeft ons altijd gesteund, vond de sport ook heel mooi.” Ilse: “Roeien vond ik meteen leuk. Ik had een goed gevoel bij die boot, en als je als kind ergens goed in bent, dan is het ook al gauw leuk. Het begon met een beetje lol maken met vriendjes in die boot. Toen deed ik wat wedstrijdjes en zo rolde ik erin.” Bente: “Ik dacht: laat ik het ook maar eens proberen. Het begon op een woensdagmiddag. Daarna begon ik ook met regionale wedstrijden. Dat ging goed en ik wilde meer, blijven winnen. Maar ik was ook fanatiek met hockey. Een tijdje heb ik dat gecombineerd. Dan moest ik me in de auto omkleden na het roeien om meteen door te gaan naar het hockeyveld. Dat ging op een gegeven moment niet meer. Maar als jij niet was gaan roeien, had ik het misschien ook wel niet gedaan. Het is leuk dat we dezelfde sport deden, we konden het er ook goed over hebben met elkaar.” Ilse: “Het hielp mee dat we zoveel in leeftijd verschillen. We zijn nooit concurrenten van elkaar geweest.” Bente, lachend: “Voor de onderlinge sfeer hielp dat zeker.” Ze roeiden niet alleen beiden, ze kozen ook voor een studie geneeskunde. Bente: “Ik deed eerst een jaar biomedische wetenschappen, maar daarna ben ik geneeskunde gaan doen.” Ilse: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik voor jullie de weg moest uitstippelen, vond het juist altijd belangrijk dat jullie zelf kozen. Dat kan dan in dezelfde richting zijn. Ik had ook nooit bedacht dat ik topsporter wilde worden, maar een paar jaar later was ik het ineens.” Bente: “Als junior vielen wij alle drie al op. We zijn ook alle drie naar WK’s voor junioren geweest. Femke is na haar middelbareschooltijd gaan studeren en roeien in Amerika, Ilse en ik zijn naar Amsterdam gegaan en lid geworden van Nereus. We hebben ons alle drie op ons eigen manier ontwikkeld. Jij kwam in de lichtgewicht dubbeltwee terecht, ik in de dubbelvier.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het dubbelinterview met Ilse en Bente Paulis komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Ilse en Bente Paulis Ilse (30, links) en Bente Paulis (27) hebben behoorlijk wat prestaties achter hun naam staan. Na de Spelen van Tokio koos Ilse, met olympisch goud en brons op zak, voor een leven als arts, trad in het huwelijk en deed mee aan Expeditie Robinson. Bente won in die tijd twee keer WK-zilver en maakt zich nu op voor haar eerste Spelen in de vrouwen dubbelvier. Wij nodigden de roeizussen voor Helden Magazine nummer 72 uit voor een shoot langs de Bosbaan. “Hé, zie ik nou een grijze haar bij jou?” zegt Bente Paulis lachend tegen haar drieënhalf jaar oudere zus Ilse tijdens de shoot. Ilse, lachend: “Ja, ik word oud, dat hoort bij mijn burgerlijke bestaan.” Ze vertelt: “Ik woon in Baarn, werk als arts, ben getrouwd en heb een hond. Veel burgerlijker wordt het niet, hoor.” Bente: “Baarn is inmiddels ook een beetje mijn thuis geworden.” Ilse knikt: “Wij hebben een heel goede band.” Bente: “En die wordt steeds sterker naarmate we ouder worden. Toen we nog wat kleiner waren, zaten we allebei in een andere fase. Toen jij in Amsterdam bent gaan wonen en ik daarna, werden we steeds hechter. Ik kwam steeds vaker over de vloer bij jou. Onze ouders woonden in Drenthe, dus was het heel fijn dat er iemand lekker dichtbij woonde, waar ik kon eten of een kop thee kon drinken.” Ilse: “We hebben nog een jonger zusje, Femke, zij roeit ook en studeert eveneens in Amsterdam. We hebben alle drie heel ambitieuze programma’s met werk, studie en sport, maar zodra we in de gelegenheid zijn, zoeken we elkaar op. Juist omdat we zo druk zijn, proberen we tijd voor elkaar vrij te maken.” Bente: “We hebben dezelfde interesses en we zijn alle drie competitief en sportief. Maar we zijn ook verschillend. Jij wil echt altijd alles winnen; als eerste omgekleed zijn, als eerste ergens zijn. Dat heb ik iets minder. In mijn sport ben ik heel competitief, maar jij bent net iets perfectionistischer dan ik.” Ilse: “Jij bent weer wat gevoeliger. Dat is ook jouw kracht. Ik kan in mijn perfectionisme soms weinig oog hebben voor anderen. Jij hebt meer die sociale radar.” Sportgenen Ilse en Bente zijn geboren in Leiderdorp, maar groeiden op in Dalen in Drenthe. Bente: “Ik was zes toen we verhuisden. Papa had een baan in Emmen gekregen. We roeiden in Overijssel, bij roeivereniging Salland.” Ilse: “Sport was een belangrijk thema in ons gezin. Ik heb op korfbal, basketbal, atletiek en tennis gezeten. Maar balsporten waren niet aan mij besteed. Jij en Femke hebben nog fanatiek gehockeyd. Door onze vader zijn we gaan roeien. Ik werd een keer meegenomen en in een boot gezet. Hij was een fanatieke sporter, van hem hebben wij wel de sportgenen meegekregen. Dat moet wel, want als alle drie jouw dochters op hoog niveau roeien, dan zal het genetisch ook wel kloppen. De eerste keer dat ik in een boot zat, was ik tien. Het virus is daarna overgeslagen op jou en Femke.” Bente: “Het fanatisme kwam van onze moeder. Zij heeft ons altijd gesteund, vond de sport ook heel mooi.” Ilse: “Roeien vond ik meteen leuk. Ik had een goed gevoel bij die boot, en als je als kind ergens goed in bent, dan is het ook al gauw leuk. Het begon met een beetje lol maken met vriendjes in die boot. Toen deed ik wat wedstrijdjes en zo rolde ik erin.” Bente: “Ik dacht: laat ik het ook maar eens proberen. Het begon op een woensdagmiddag. Daarna begon ik ook met regionale wedstrijden. Dat ging goed en ik wilde meer, blijven winnen. Maar ik was ook fanatiek met hockey. Een tijdje heb ik dat gecombineerd. Dan moest ik me in de auto omkleden na het roeien om meteen door te gaan naar het hockeyveld. Dat ging op een gegeven moment niet meer. Maar als jij niet was gaan roeien, had ik het misschien ook wel niet gedaan. Het is leuk dat we dezelfde sport deden, we konden het er ook goed over hebben met elkaar.” Ilse: “Het hielp mee dat we zoveel in leeftijd verschillen. We zijn nooit concurrenten van elkaar geweest.” Bente, lachend: “Voor de onderlinge sfeer hielp dat zeker.” Ze roeiden niet alleen beiden, ze kozen ook voor een studie geneeskunde. Bente: “Ik deed eerst een jaar biomedische wetenschappen, maar daarna ben ik geneeskunde gaan doen.” Ilse: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik voor jullie de weg moest uitstippelen, vond het juist altijd belangrijk dat jullie zelf kozen. Dat kan dan in dezelfde richting zijn. Ik had ook nooit bedacht dat ik topsporter wilde worden, maar een paar jaar later was ik het ineens.” Bente: “Als junior vielen wij alle drie al op. We zijn ook alle drie naar WK’s voor junioren geweest. Femke is na haar middelbareschooltijd gaan studeren en roeien in Amerika, Ilse en ik zijn naar Amsterdam gegaan en lid geworden van Nereus. We hebben ons alle drie op ons eigen manier ontwikkeld. Jij kwam in de lichtgewicht dubbeltwee terecht, ik in de dubbelvier.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het dubbelinterview met Ilse en Bente Paulis komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Waterpolo

Simone van de Kraats: ‘Wij willen laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn’

Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Roeien

Karolien en Finn Florijn: ‘Wij hebben een goed pakketje genen’

Voorheen stonden Karolien (25) en Finn Florijn (23) bekend als dochter en zoon van Ronald Florijn, tweevoudig olympisch kampioen roeien. Tegenwoordig is het andersom. Deze zomer werden ze allebei wereldkampioen. Karolien prolongeerde haar wereldtitel in de skiff, Finn won goud in de mannen dubbelvier. “Het is ook bijzonder dat wij de familielijn voortzetten.” Tijdens de fotoshoot met Karolien en Finn Florijn op de Bosbaan in Amstelveen komt vader Ronald aangefietst op een e-bike vanuit zijn woonplaats Leiden. Ronald Florijn is tweevoudig olympisch kampioen. In 1988 won hij in Seoul goud in de dubbeltwee, in 1996 werd hij olympisch kampioen in Atlanta met de Holland Acht. Inmiddels is hij bondscoach van het coastal rowing, roeien op zee, dat een olympische discipline wordt op de Spelen van Los Angeles in 2028. Terwijl ze wordt gefotografeerd steekt Karolien even haar hand naar haar vader op. Finn loopt naar hem toe en geeft hem een klopje op de schouder. Wekelijks zien Karolien en Finn hun vader op de roeibaan, maar echt op de hoogte van elkaars dagelijkse bezigheden zijn ze niet. Finn: “Onze vader is niet betrokken bij ons team, bemoeit zich nergens mee. Hij is ook geen klankbord voor ons, of zo. Ik denk dat Karolien en ik eerder steun bij elkaar zoeken.”   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Karolien en Finn Florijn komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Voorheen stonden Karolien (25) en Finn Florijn (23) bekend als dochter en zoon van Ronald Florijn, tweevoudig olympisch kampioen roeien. Tegenwoordig is het andersom. Deze zomer werden ze allebei wereldkampioen. Karolien prolongeerde haar wereldtitel in de skiff, Finn won goud in de mannen dubbelvier. “Het is ook bijzonder dat wij de familielijn voortzetten.” Tijdens de fotoshoot met Karolien en Finn Florijn op de Bosbaan in Amstelveen komt vader Ronald aangefietst op een e-bike vanuit zijn woonplaats Leiden. Ronald Florijn is tweevoudig olympisch kampioen. In 1988 won hij in Seoul goud in de dubbeltwee, in 1996 werd hij olympisch kampioen in Atlanta met de Holland Acht. Inmiddels is hij bondscoach van het coastal rowing, roeien op zee, dat een olympische discipline wordt op de Spelen van Los Angeles in 2028. Terwijl ze wordt gefotografeerd steekt Karolien even haar hand naar haar vader op. Finn loopt naar hem toe en geeft hem een klopje op de schouder. Wekelijks zien Karolien en Finn hun vader op de roeibaan, maar echt op de hoogte van elkaars dagelijkse bezigheden zijn ze niet. Finn: “Onze vader is niet betrokken bij ons team, bemoeit zich nergens mee. Hij is ook geen klankbord voor ons, of zo. Ik denk dat Karolien en ik eerder steun bij elkaar zoeken.”   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Karolien en Finn Florijn komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Waterpolo

Bente en Lieke Rogge: Golden sisters

Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Roeien

De gouden dubbelvier: Ploegje nooitgenoeg

Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers zorgden in Tokio voor het eerste Nederlandse olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar. Een gesprek over jongensdromen, bikkelhard trainen, coronastress en een snoek. Om half elf Japanse tijd op woensdagochtend 28 juli lag de boot van de heren dubbelvier op de Sea Forest Waterway klaar voor de olympische finale. Voor Koen Metsemakers, Tone Wieten, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard was de aanloop naar dit o zo belangrijke moment allesbehalve zorgeloos geweest. Sterker nog, ze hadden flinke stress gekend. Nadat ze op 17 juli met de beruchte vlucht KL861 naar Tokio waren gekomen, bleken in de daaropvolgende dagen drie leden van de Nederlandse roeiploeg – coach Josy Verdonkschot, bewegingswetenschapper Jabik-Jan Bastiaans en skiffeur Finn Florijn – besmet te zijn met het coronavirus. Het was het begin van een rollercoaster. Tone: “We waren ons klaar aan het maken om te gaan slapen, toen ineens de bondsarts in ons appartement stond. Hij klopte niet eens aan. De deur ging open en hij zei: ‘Jongens, Finn is positief.’ Finn lag al te slapen. Hij werd wakker gemaakt, moest zijn spullen pakken en twee minuten later stond hij buiten.” Koen: “Dat was heel naar om te zien. Finn werd ineens uit zijn olympische droom getrokken. Bizar.” Dirk: “Met dank aan bondscoach Eelco Meenhorst hadden we vooraf met de verschillende boten al afgesproken dat we het appartement zouden scheiden, aparte badkamers zouden gebruiken en niet met elkaar naar de eetzaal zouden gaan.” Tone: “Maar de besmettingen kwamen toen wel heel dichtbij. Iedere ochtend moesten we in een buisje spugen en dat inleveren. Die avond of de volgende ochtend kreeg je de uitslag van je coronatest.” Dirk: “Het voelde als Russisch roulette: er werd elke dag gedraaid en dan hoorde je of je wel of niet mocht blijven. We deden er alles aan om niet besmet te raken; twee mondkapjes op, overal desinfecteren. Het was mijn grootste nachtmerrie dat een van ons niet zou kunnen varen, omdat hij positief was.” Abe: “Wij zaten aan de ene kant van het appartement, de dubbeltwee en Finn aan de andere kant. Binnen zagen we elkaar niet. Dat was niet gezellig en best stressvol. Het was echt niet leuk.” Koen: “En het gaf spanning. Roeiers uit andere landen liepen in een boogje om ons heen. Sommigen waren panisch dat ze besmet zouden raken en in hun emotie riepen ze tegen ons: ‘Weg! Weg! Jullie mogen hier niet zijn!’ Op dat moment was het naar, maar ik zou hetzelfde hebben gedaan. Je wil gewoon niet dat je toernooi wordt vernacheld.” Dirk: “Als we door de gang liepen en roeiers van een ander land zagen ons, dan versnelden ze hun pas en liepen ze snel een andere kant op. Het was een natuurlijk reactie, maar soms wel vervelend.” Tone: “Naarmate de finale dichterbij kwam, dachten we alleen maar: alsjeblieft laat het goed gaan. We waren echt aan het aftellen. Je kon op de ochtend van de finale nog van je bed worden gelicht.” Dirk: “De finale werd ook nog eens een dag uitgesteld vanwege de slechte omstandigheden. Dat maakte de kans nog groter dat iemand van ons positief zou testen. Twee dagen voor de finale was er zoveel stress bij ons in de boot dat het op het water voelde alsof we het roeien verleerd waren.” Koen: “Na alle onrust kwam er op een gegeven moment een zekere berusting over ons. Het enige wat we konden doen, was ons focussen op het roeien. Door er een soort ‘wij tegen de rest’ van te maken, probeerden we er een positieve draai aan te geven. Maar ik zei ook: als we hier heelhuids doorheen komen, dan steken we een kaarsje op.” Voor de roeiers van de dubbelvier lag in Tokio de eindstreep van een intense expeditie van tweeënhalfjaar. Na de vijfde plaats op de WK 2018 werd het roer drastisch omgegooid. Onder leiding van coaches Eelco Meenhorst en Diederik Simon, en bewegingswetenschapper Bastiaans werd het aantal trainingsuren serieus opgeschroefd met als hoofddoel twee keer per jaar op de belangrijke toernooien pieken. Tone: “Als je het schema voor de komende maanden zag, dacht je: dit is niet normaal, hoe gaan we dat doen? Er ging week per week een schepje bovenop. Zo werden het hapklare stukjes in plaats van één grote brok.” Koen: “Ik had niet zoiets van: o jee, wat krijgen we nu? Ik deed altijd al wat extra training dus het sloot aan op wat ik lekker vind en waar ik in geloof.” Dirk: “Het was een vernieuwend en goed uitgedacht plan. Daar wilde ik graag mijn schouders onder zetten.” Abe: “Van kort beukwerk gingen we naar lange afstanden. Het was een hele omschakeling. Voor mij voelde het alsof we de Stille Oceaan op gingen varen en wel zouden zien of we zouden terugkomen. Maar ik wilde het wel proberen. We trainden twee tot drie keer per dag, twintig tot dertig uur per week. Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen, maar op een gegeven moment kon ik er niet meer tegenop eten en had ik de energie niet meer. De meest pittige dagen waren rond kerst. In plaats van twee trainingen deden we één lange training van 52 kilometer, zodat we ook onze families konden zien. Ik zat ’s avonds niet erg gezellig aan het kerstdiner, ik was gesloopt.” Tone: “De vermoeidheid stapelde zich op tijdens een trainingsweek. Op vrijdag hadden we vaak een zware training. Zaterdag was je dan eigenlijk op, maar dan zei de coach: ‘Morgen ben je vrij dus ga maar lekker door.’ Je hebt blaren, pijn aan je kont van het zitten, vermoeide knieën, schouders en rug. Alles in je lichaam zegt: stop waarmee je bezig bent.” Koen: “We werkten naar piekmomenten toe. En zelfs op een piekmoment vroeg je je af: ben ik wel fit? Het grootste deel van het jaar waren we moe.” Tone: “Chronisch moe inderdaad. Het toeval wil dat we alle vier heel perfectionistisch en zelfkritisch zijn. We werden niet voor niets Ploegje Nooitgenoeg genoemd.” Koen: “We hadden allemaal iets van: het gaat me niet gebeuren dat ik degene ben door wie de boot langzamer gaat. Daardoor dreven we elkaar tot het uiterste.” Dirk: “We gingen bewust over de limiet en kwamen onszelf dubbel en dwars tegen. Dat waren uitdagende momenten.” Koen: “Als je permanent op elkaars lip zit, leer je elkaar heel goed kennen. Vooral omdat iedereen tot het randje werd gepusht.” Tone: “Als de een het even niet meer zag zitten, zei de ander: ‘Kom op, jongen! We moeten nog even door. Gewoon doen, dan is het zo klaar.’ Zo trokken we elkaar op de moeilijke momenten er doorheen.” Abe: “Omdat we zo kritisch zijn, zorgde dat soms voor wrijving en onzekerheid. Het vertrouwen in elkaar moest groeien en dat gebeurde vanaf het moment dat we gingen winnen.” Na een jaar keihard trainen verbaasde de dubbelvier door begin juni 2019 goud te veroveren bij de EK in het Zwitserse Luzern. Koen, Tone, Abe en Dirk waren eveneens verrast, want ze hadden tot dan toe geen wedstrijden geroeid en nog geen enkele indicatie hoe ze zich verhielden tot de concurrentie. Koen: “Het was echt een vuurproef. We hadden geïnvesteerd in een plan, maar wat was het waard?” Dirk: “Bij mijn eerste WK bij de senioren in 2013 zat ik ook in de dubbelvier en werden we achtste. Na dat toernooi zei ik tegen mijn vriendin: ‘Nederland kan nooit een gouden medaille winnen in de dubbelvier.’ In de boten van de andere landen zaten allemaal van die kleerkasten. In 2019 wonnen we ineens met vijf seconden verschil. Dat was zo onwerkelijk.” Abe: 'Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen' Abe: “Tot dan toe hadden we altijd meegevaren in de A-finale, maar nooit vooraan in de race. Ineens wonnen we met overmacht.” Tone: “Het was voor ons allemaal de eerste echte titel.” Dirk: “We zijn redelijk gereserveerd met z’n vieren, maar daar volgde bij ons allemaal echt een ontlading.” Koen: “Natuurlijk hadden we rottrainingen moeten doen, maar vanaf dat moment wisten we dat ons programma loonde. Het versterkte het vertrouwen in elkaar. Vanaf dat moment wisten we dat winnen mogelijk was.” Een paar maanden later werd bij de WK in het Oostenrijkse Linz ook de wereldtitel veroverd. Daarmee was deelname aan de Spelen veiliggesteld, die vervolgens door de coronapandemie werden uitgesteld. Koen: “Dat was even schakelen, maar daardoor hadden we ook een jaar extra de tijd om beter te worden.” Abe: “In het olympische jaar hebben we allemaal fysieke ongemakken gehad. Er waren dagen dat ik soms nauwelijks uit mijn bed kon komen, omdat ik last had van een paar spieren in m’n rug. Maar dat duurde dan drie dagen en daarna ging het wel weer.” Koen: “We wisten dat we er goed voorstonden, gingen met vertrouwen naar Japan. Na alle onrust mochten we uiteindelijk de olympische finale roeien. Tijdens het oproeien, de warming-up, zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben de start in elk geval gehaald, jongens.’ Na alles wat we hadden meegemaakt voelde dat al een beetje als een overwinning.” Even later ging er een golf van paniek door de dubbelvier. Nog voor de doorkomst na 500 meter maakte Dirk, die op boeg helemaal voorin de boot zat, een misslag. Tone: “Volgens mij is de ‘snoek’ de bekendste roeiterm sinds de Spelen geworden.” Koen: “Ik voelde wat er gebeurde, maar ik zat zoals altijd achteraan op slag dus kon het niet zien.” Abe: “Koen en Tone zaten met hun rug naar mij toe en dachten dat ik het was. In zware trainingen, als we echt op maximale snelheid roeiden, was ik vaak degene die zo’n snoek had. Nu was Dirk het. Ik kreeg een hartverzakking. Dacht: wat overkomt ons nu?” Dirk: “We hadden de pech dat de wind was aangetrokken toen we het water opgingen, die stond schuin vanachter en blies hard. De omstandigheden waren erg moeilijk, maar ik was de oudste en meest ervaren roeier in de boot. Het had me niet mogen overkomen. Dat moment leek een eeuwigheid te duren. Ik voelde de boot afremmen, alle snelheid ging eruit. Het enige wat ik dacht was: ik moet mijn riem eruit krijgen en weer doorgaan. En zeker niet gaan overcompenseren.” Tone: “We schreeuwden allemaal: ‘Focus! Rust!’ We moesten niet blind gaan rammen.” Dirk: “Ik had twee of drie halen gemist. Ik keek om me heen en zag dat de andere boten ook moeite hadden met de omstandigheden. Daarna keek ik niet veel meer. Het kostte me zoveel energie om erop te letten dat ik alles netjes deed en recht bleef zitten om de boot in balans te houden.” Koen: “Toen de rust was teruggekeerd, voelden we dat we weer terug in de race kwamen.” Abe: “Tussen de 1000 en 1250 meter dacht ik: dit gaat goed. Op de 1500 meter zag ik dat we konden winnen, als we dit zouden volhouden. Ik gaf de calls in de boot en riep: voor goud!” Tone: “Toen we zagen dat we in de laatste 500 meter vooroplagen, was het vooral: geen fouten meer. Ik was meer bezig met netjes roeien dan met pompen, pompen, pompen.” Tone: 'Hoe het verdergaat met de dubbelvier, weten we nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar blijven zien, als we zijn gestopt' Dirk: “De ontlading na de finish was enorm. Van opluchting sloeg ik op het water. Ik was zo blij dat het ondanks die snoek was gelukt. Hadden we niet gewonnen, dan had ik dat mezelf erg kwalijk genomen. Alle boten hebben een snoek gemaakt, daar hoef ik me dus niet voor te schamen. Toch heb ik me er later nog best schuldig over gevoeld. Maar als het je overkomt, moet je het ook kunnen oplossen en dat is me redelijk goed gelukt.” Tone: “Het was absoluut niet de finale die we vooraf hadden verwacht. Maar dat maakte niets uit, we waren olympisch kampioen.” Dirk: “Na de race moesten Koen en Abe naar de dopingcontrole. Met Tone en Eelco stond ik het zoute water van de boot af te spoelen. Toen kwamen we erachter dat we ondanks die snoek ook nog eens een wereldrecord hadden gevaren. ‘Hoe bizar is dit,’ zeiden we tegen elkaar.” Koen: “Die ochtend hadden we nog een speekseltest moeten inleveren. Na de finale hadden we zoiets van: het maakt nu niet meer uit wat er gebeurt. Al hadden we positief getest en tien dagen in een quarantainehotel moeten zitten, dan hadden we dat ook wel overleefd.” [caption id="attachment_14683" align="alignnone" width="1920"] V.L.N.R.: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers[/caption] De volgende ochtend ging om halfzes de wekker en moesten de roeiers richting vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Voor ze het wisten waren ze weer op Hollandse bodem en gingen ze voor de huldiging naar Scheveningen, waar ze werden opgewacht door familie en hun geliefden. Ook de ouders van roeier Daan Brühl, die in 2010 uit het leven stapte, waren aanwezig. Dirk sprak destijds op de begrafenis van zijn boezemvriend. Hij sloot zijn speech af met de belofte dat hij ging proberen hun gezamenlijke droom waar te maken: olympisch kampioen worden. Dirk: “Het is heel mooi dat het is gelukt. In Scheveningen kreeg ik een dikke knuffel van zijn ouders. Vooraf hadden ze tegen me gezegd: ‘Je doet het niet voor Daan, je doet het voor jezelf.’ Het is ook niet zo dat mijn belofte aan Daan op de begrafenis het middelpunt van mijn roeicarrière is geweest. Het voelde voor mij ook niet als een verplichting naar hem toe, ik wilde gewoon proberen onze droom af te maken. Daarbij is Daan op sommige momenten een inspiratie geweest. Het is heel bijzonder, dat besef ik zeker en dat koester ik ook. Mijn droom als kind is uitgekomen en daar hoort Daan ook bij.” Tone: “Die gouden medaille is de beloning voor jarenlang heel hard werken. Het besef dat je vier, in dit geval zelfs vijf jaar, toewerkt naar een race van minder dan zes minuten waarin je het moet doen. Als het dan lukt, geeft dat een heel voldaan gevoel.” Koen: “Het is de afsluiting van een periode waarin we veel mooie ervaringen hebben opgedaan, rotmomenten hebben gekend en herinneringen hebben gemaakt. Eigenlijk vind ik die medaille het minst boeiend. Juist het verhaal dat erbij hoort, maakt het zo bijzonder.” Abe: “Toen we in 2019 wereldkampioen waren geworden, werden we door de roeiers van de dubbelvier die in 1989 voor het laatst de wereldtitel hadden gepakt, uitgenodigd voor een etentje. Dertig jaar later waren ze nog steeds vrienden. Ik had het idee dat wij wel een weerspiegeling van hen waren.” Tone: “Hoe het de komende jaren precies verdergaat met de dubbelvier, weten we op dit moment nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar ook nog wel blijven zien, als we zijn gestopt. We zijn meer dan collega’s.” Koen: “Na de Spelen zijn we allemaal bij de huldigingen op elkaars roeiverenigingen geweest. Bij mijn huldiging kreeg ik van de jongens als cadeau een heel grote kaars. Ik had tijdens die onrustige dagen voorafgaand aan de finale in Tokio gezegd dat ik er een zou opsteken als we er heelhuids vanaf zouden komen. Ik denk dat ik die kaars nog een hele tijd in mijn huis laat staan!” Helden Magazine 59 Het verhaal van de dubbelvier komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers zorgden in Tokio voor het eerste Nederlandse olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar. Een gesprek over jongensdromen, bikkelhard trainen, coronastress en een snoek. Om half elf Japanse tijd op woensdagochtend 28 juli lag de boot van de heren dubbelvier op de Sea Forest Waterway klaar voor de olympische finale. Voor Koen Metsemakers, Tone Wieten, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard was de aanloop naar dit o zo belangrijke moment allesbehalve zorgeloos geweest. Sterker nog, ze hadden flinke stress gekend. Nadat ze op 17 juli met de beruchte vlucht KL861 naar Tokio waren gekomen, bleken in de daaropvolgende dagen drie leden van de Nederlandse roeiploeg – coach Josy Verdonkschot, bewegingswetenschapper Jabik-Jan Bastiaans en skiffeur Finn Florijn – besmet te zijn met het coronavirus. Het was het begin van een rollercoaster. Tone: “We waren ons klaar aan het maken om te gaan slapen, toen ineens de bondsarts in ons appartement stond. Hij klopte niet eens aan. De deur ging open en hij zei: ‘Jongens, Finn is positief.’ Finn lag al te slapen. Hij werd wakker gemaakt, moest zijn spullen pakken en twee minuten later stond hij buiten.” Koen: “Dat was heel naar om te zien. Finn werd ineens uit zijn olympische droom getrokken. Bizar.” Dirk: “Met dank aan bondscoach Eelco Meenhorst hadden we vooraf met de verschillende boten al afgesproken dat we het appartement zouden scheiden, aparte badkamers zouden gebruiken en niet met elkaar naar de eetzaal zouden gaan.” Tone: “Maar de besmettingen kwamen toen wel heel dichtbij. Iedere ochtend moesten we in een buisje spugen en dat inleveren. Die avond of de volgende ochtend kreeg je de uitslag van je coronatest.” Dirk: “Het voelde als Russisch roulette: er werd elke dag gedraaid en dan hoorde je of je wel of niet mocht blijven. We deden er alles aan om niet besmet te raken; twee mondkapjes op, overal desinfecteren. Het was mijn grootste nachtmerrie dat een van ons niet zou kunnen varen, omdat hij positief was.” Abe: “Wij zaten aan de ene kant van het appartement, de dubbeltwee en Finn aan de andere kant. Binnen zagen we elkaar niet. Dat was niet gezellig en best stressvol. Het was echt niet leuk.” Koen: “En het gaf spanning. Roeiers uit andere landen liepen in een boogje om ons heen. Sommigen waren panisch dat ze besmet zouden raken en in hun emotie riepen ze tegen ons: ‘Weg! Weg! Jullie mogen hier niet zijn!’ Op dat moment was het naar, maar ik zou hetzelfde hebben gedaan. Je wil gewoon niet dat je toernooi wordt vernacheld.” Dirk: “Als we door de gang liepen en roeiers van een ander land zagen ons, dan versnelden ze hun pas en liepen ze snel een andere kant op. Het was een natuurlijk reactie, maar soms wel vervelend.” Tone: “Naarmate de finale dichterbij kwam, dachten we alleen maar: alsjeblieft laat het goed gaan. We waren echt aan het aftellen. Je kon op de ochtend van de finale nog van je bed worden gelicht.” Dirk: “De finale werd ook nog eens een dag uitgesteld vanwege de slechte omstandigheden. Dat maakte de kans nog groter dat iemand van ons positief zou testen. Twee dagen voor de finale was er zoveel stress bij ons in de boot dat het op het water voelde alsof we het roeien verleerd waren.” Koen: “Na alle onrust kwam er op een gegeven moment een zekere berusting over ons. Het enige wat we konden doen, was ons focussen op het roeien. Door er een soort ‘wij tegen de rest’ van te maken, probeerden we er een positieve draai aan te geven. Maar ik zei ook: als we hier heelhuids doorheen komen, dan steken we een kaarsje op.” Voor de roeiers van de dubbelvier lag in Tokio de eindstreep van een intense expeditie van tweeënhalfjaar. Na de vijfde plaats op de WK 2018 werd het roer drastisch omgegooid. Onder leiding van coaches Eelco Meenhorst en Diederik Simon, en bewegingswetenschapper Bastiaans werd het aantal trainingsuren serieus opgeschroefd met als hoofddoel twee keer per jaar op de belangrijke toernooien pieken. Tone: “Als je het schema voor de komende maanden zag, dacht je: dit is niet normaal, hoe gaan we dat doen? Er ging week per week een schepje bovenop. Zo werden het hapklare stukjes in plaats van één grote brok.” Koen: “Ik had niet zoiets van: o jee, wat krijgen we nu? Ik deed altijd al wat extra training dus het sloot aan op wat ik lekker vind en waar ik in geloof.” Dirk: “Het was een vernieuwend en goed uitgedacht plan. Daar wilde ik graag mijn schouders onder zetten.” Abe: “Van kort beukwerk gingen we naar lange afstanden. Het was een hele omschakeling. Voor mij voelde het alsof we de Stille Oceaan op gingen varen en wel zouden zien of we zouden terugkomen. Maar ik wilde het wel proberen. We trainden twee tot drie keer per dag, twintig tot dertig uur per week. Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen, maar op een gegeven moment kon ik er niet meer tegenop eten en had ik de energie niet meer. De meest pittige dagen waren rond kerst. In plaats van twee trainingen deden we één lange training van 52 kilometer, zodat we ook onze families konden zien. Ik zat ’s avonds niet erg gezellig aan het kerstdiner, ik was gesloopt.” Tone: “De vermoeidheid stapelde zich op tijdens een trainingsweek. Op vrijdag hadden we vaak een zware training. Zaterdag was je dan eigenlijk op, maar dan zei de coach: ‘Morgen ben je vrij dus ga maar lekker door.’ Je hebt blaren, pijn aan je kont van het zitten, vermoeide knieën, schouders en rug. Alles in je lichaam zegt: stop waarmee je bezig bent.” Koen: “We werkten naar piekmomenten toe. En zelfs op een piekmoment vroeg je je af: ben ik wel fit? Het grootste deel van het jaar waren we moe.” Tone: “Chronisch moe inderdaad. Het toeval wil dat we alle vier heel perfectionistisch en zelfkritisch zijn. We werden niet voor niets Ploegje Nooitgenoeg genoemd.” Koen: “We hadden allemaal iets van: het gaat me niet gebeuren dat ik degene ben door wie de boot langzamer gaat. Daardoor dreven we elkaar tot het uiterste.” Dirk: “We gingen bewust over de limiet en kwamen onszelf dubbel en dwars tegen. Dat waren uitdagende momenten.” Koen: “Als je permanent op elkaars lip zit, leer je elkaar heel goed kennen. Vooral omdat iedereen tot het randje werd gepusht.” Tone: “Als de een het even niet meer zag zitten, zei de ander: ‘Kom op, jongen! We moeten nog even door. Gewoon doen, dan is het zo klaar.’ Zo trokken we elkaar op de moeilijke momenten er doorheen.” Abe: “Omdat we zo kritisch zijn, zorgde dat soms voor wrijving en onzekerheid. Het vertrouwen in elkaar moest groeien en dat gebeurde vanaf het moment dat we gingen winnen.” Na een jaar keihard trainen verbaasde de dubbelvier door begin juni 2019 goud te veroveren bij de EK in het Zwitserse Luzern. Koen, Tone, Abe en Dirk waren eveneens verrast, want ze hadden tot dan toe geen wedstrijden geroeid en nog geen enkele indicatie hoe ze zich verhielden tot de concurrentie. Koen: “Het was echt een vuurproef. We hadden geïnvesteerd in een plan, maar wat was het waard?” Dirk: “Bij mijn eerste WK bij de senioren in 2013 zat ik ook in de dubbelvier en werden we achtste. Na dat toernooi zei ik tegen mijn vriendin: ‘Nederland kan nooit een gouden medaille winnen in de dubbelvier.’ In de boten van de andere landen zaten allemaal van die kleerkasten. In 2019 wonnen we ineens met vijf seconden verschil. Dat was zo onwerkelijk.” Abe: 'Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen' Abe: “Tot dan toe hadden we altijd meegevaren in de A-finale, maar nooit vooraan in de race. Ineens wonnen we met overmacht.” Tone: “Het was voor ons allemaal de eerste echte titel.” Dirk: “We zijn redelijk gereserveerd met z’n vieren, maar daar volgde bij ons allemaal echt een ontlading.” Koen: “Natuurlijk hadden we rottrainingen moeten doen, maar vanaf dat moment wisten we dat ons programma loonde. Het versterkte het vertrouwen in elkaar. Vanaf dat moment wisten we dat winnen mogelijk was.” Een paar maanden later werd bij de WK in het Oostenrijkse Linz ook de wereldtitel veroverd. Daarmee was deelname aan de Spelen veiliggesteld, die vervolgens door de coronapandemie werden uitgesteld. Koen: “Dat was even schakelen, maar daardoor hadden we ook een jaar extra de tijd om beter te worden.” Abe: “In het olympische jaar hebben we allemaal fysieke ongemakken gehad. Er waren dagen dat ik soms nauwelijks uit mijn bed kon komen, omdat ik last had van een paar spieren in m’n rug. Maar dat duurde dan drie dagen en daarna ging het wel weer.” Koen: “We wisten dat we er goed voorstonden, gingen met vertrouwen naar Japan. Na alle onrust mochten we uiteindelijk de olympische finale roeien. Tijdens het oproeien, de warming-up, zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben de start in elk geval gehaald, jongens.’ Na alles wat we hadden meegemaakt voelde dat al een beetje als een overwinning.” Even later ging er een golf van paniek door de dubbelvier. Nog voor de doorkomst na 500 meter maakte Dirk, die op boeg helemaal voorin de boot zat, een misslag. Tone: “Volgens mij is de ‘snoek’ de bekendste roeiterm sinds de Spelen geworden.” Koen: “Ik voelde wat er gebeurde, maar ik zat zoals altijd achteraan op slag dus kon het niet zien.” Abe: “Koen en Tone zaten met hun rug naar mij toe en dachten dat ik het was. In zware trainingen, als we echt op maximale snelheid roeiden, was ik vaak degene die zo’n snoek had. Nu was Dirk het. Ik kreeg een hartverzakking. Dacht: wat overkomt ons nu?” Dirk: “We hadden de pech dat de wind was aangetrokken toen we het water opgingen, die stond schuin vanachter en blies hard. De omstandigheden waren erg moeilijk, maar ik was de oudste en meest ervaren roeier in de boot. Het had me niet mogen overkomen. Dat moment leek een eeuwigheid te duren. Ik voelde de boot afremmen, alle snelheid ging eruit. Het enige wat ik dacht was: ik moet mijn riem eruit krijgen en weer doorgaan. En zeker niet gaan overcompenseren.” Tone: “We schreeuwden allemaal: ‘Focus! Rust!’ We moesten niet blind gaan rammen.” Dirk: “Ik had twee of drie halen gemist. Ik keek om me heen en zag dat de andere boten ook moeite hadden met de omstandigheden. Daarna keek ik niet veel meer. Het kostte me zoveel energie om erop te letten dat ik alles netjes deed en recht bleef zitten om de boot in balans te houden.” Koen: “Toen de rust was teruggekeerd, voelden we dat we weer terug in de race kwamen.” Abe: “Tussen de 1000 en 1250 meter dacht ik: dit gaat goed. Op de 1500 meter zag ik dat we konden winnen, als we dit zouden volhouden. Ik gaf de calls in de boot en riep: voor goud!” Tone: “Toen we zagen dat we in de laatste 500 meter vooroplagen, was het vooral: geen fouten meer. Ik was meer bezig met netjes roeien dan met pompen, pompen, pompen.” Tone: 'Hoe het verdergaat met de dubbelvier, weten we nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar blijven zien, als we zijn gestopt' Dirk: “De ontlading na de finish was enorm. Van opluchting sloeg ik op het water. Ik was zo blij dat het ondanks die snoek was gelukt. Hadden we niet gewonnen, dan had ik dat mezelf erg kwalijk genomen. Alle boten hebben een snoek gemaakt, daar hoef ik me dus niet voor te schamen. Toch heb ik me er later nog best schuldig over gevoeld. Maar als het je overkomt, moet je het ook kunnen oplossen en dat is me redelijk goed gelukt.” Tone: “Het was absoluut niet de finale die we vooraf hadden verwacht. Maar dat maakte niets uit, we waren olympisch kampioen.” Dirk: “Na de race moesten Koen en Abe naar de dopingcontrole. Met Tone en Eelco stond ik het zoute water van de boot af te spoelen. Toen kwamen we erachter dat we ondanks die snoek ook nog eens een wereldrecord hadden gevaren. ‘Hoe bizar is dit,’ zeiden we tegen elkaar.” Koen: “Die ochtend hadden we nog een speekseltest moeten inleveren. Na de finale hadden we zoiets van: het maakt nu niet meer uit wat er gebeurt. Al hadden we positief getest en tien dagen in een quarantainehotel moeten zitten, dan hadden we dat ook wel overleefd.” [caption id="attachment_14683" align="alignnone" width="1920"] V.L.N.R.: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers[/caption] De volgende ochtend ging om halfzes de wekker en moesten de roeiers richting vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Voor ze het wisten waren ze weer op Hollandse bodem en gingen ze voor de huldiging naar Scheveningen, waar ze werden opgewacht door familie en hun geliefden. Ook de ouders van roeier Daan Brühl, die in 2010 uit het leven stapte, waren aanwezig. Dirk sprak destijds op de begrafenis van zijn boezemvriend. Hij sloot zijn speech af met de belofte dat hij ging proberen hun gezamenlijke droom waar te maken: olympisch kampioen worden. Dirk: “Het is heel mooi dat het is gelukt. In Scheveningen kreeg ik een dikke knuffel van zijn ouders. Vooraf hadden ze tegen me gezegd: ‘Je doet het niet voor Daan, je doet het voor jezelf.’ Het is ook niet zo dat mijn belofte aan Daan op de begrafenis het middelpunt van mijn roeicarrière is geweest. Het voelde voor mij ook niet als een verplichting naar hem toe, ik wilde gewoon proberen onze droom af te maken. Daarbij is Daan op sommige momenten een inspiratie geweest. Het is heel bijzonder, dat besef ik zeker en dat koester ik ook. Mijn droom als kind is uitgekomen en daar hoort Daan ook bij.” Tone: “Die gouden medaille is de beloning voor jarenlang heel hard werken. Het besef dat je vier, in dit geval zelfs vijf jaar, toewerkt naar een race van minder dan zes minuten waarin je het moet doen. Als het dan lukt, geeft dat een heel voldaan gevoel.” Koen: “Het is de afsluiting van een periode waarin we veel mooie ervaringen hebben opgedaan, rotmomenten hebben gekend en herinneringen hebben gemaakt. Eigenlijk vind ik die medaille het minst boeiend. Juist het verhaal dat erbij hoort, maakt het zo bijzonder.” Abe: “Toen we in 2019 wereldkampioen waren geworden, werden we door de roeiers van de dubbelvier die in 1989 voor het laatst de wereldtitel hadden gepakt, uitgenodigd voor een etentje. Dertig jaar later waren ze nog steeds vrienden. Ik had het idee dat wij wel een weerspiegeling van hen waren.” Tone: “Hoe het de komende jaren precies verdergaat met de dubbelvier, weten we op dit moment nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar ook nog wel blijven zien, als we zijn gestopt. We zijn meer dan collega’s.” Koen: “Na de Spelen zijn we allemaal bij de huldigingen op elkaars roeiverenigingen geweest. Bij mijn huldiging kreeg ik van de jongens als cadeau een heel grote kaars. Ik had tijdens die onrustige dagen voorafgaand aan de finale in Tokio gezegd dat ik er een zou opsteken als we er heelhuids vanaf zouden komen. Ik denk dat ik die kaars nog een hele tijd in mijn huis laat staan!” Helden Magazine 59 Het verhaal van de dubbelvier komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Roeien

Ilse Paulis en Maaike Head: ‘Die euforie komt nooit meer terug’

Een jaar geleden roeiden Maaike Head (33) en Ilse Paulis (24) in de lichte dubbeltwee naar het goud op de Spelen in Rio. Hoe anders ziet het leven van de olympisch kampioenen er nu uit. De een is arts, de ander loopt coschappen en denkt alweer aan een tweede gouden medaille. We legden het duo zeven dilemma’s voor. Een doktersjas of een roeipakje? Maaike Head: “Ik ben nu heel gelukkig met m’n dokters­ jas, maar ik mis het roeien wel. Sinds die gouden medaille is er veel gebeurd. De maanden na Rio, eigenlijk tot en met het Sportgala in december, waren hectisch. Huldiging hier, feestje daar. Vanaf oktober ging ik al parttime werken, dat was best snel. Toch vond ik het heerlijk om die jas aan te trekken en wat anders te kunnen doen. Nu is de rust weder­ gekeerd. Mijn nieuwe leven bestaat uit werken, en af en toe sporten. Wel hee het bij mij even geduurd voordat ik me realiseerde dat het roeien echt klaar was. Eigenlijk wilde ik er na Rio nog geen afscheid van nemen, maar ik ben nu 33 en heb ook andere ambities. Ik moest deze keuze maken.” Ilse Paulis: “Het zijn twee zulke verschillende werelden. Na Rio lag mijn focus ook op m’n studie. Ik heb mijn bachelor geneeskunde afgerond en sinds mei loop ik co­ schappen. Maar ik ben ook heel gelukkig met mijn roeipak, geniet nog van het afzien. Toch was het niet vanzelfsprekend dat ik door zou gaan. Dat hele grote doel was weg, maar ik had wel snel het gevoel dat het nog niet klaar was.” Maaike: “Weet je, als ik kon kiezen, zou ik de rest van mijn leven het liefst buiten spelen. Het is alleen helaas tijd voor mij om op te groeien.” Ilse: “Wat je mist aan roeien zijn alle mooie momenten, en dan vergeet je weleens dat je ook heel hard moet trainen.” Maaike: “Het is allebei heel hard werken en ook wel vergelijkbaar. Met roeien wilde ik de beste zijn en was ik een specialist in de lichte dubbeltwee. Als arts wil ik ook de beste zijn en tot specialist uitgroeien, alleen is het wat minder meetbaar.” Ilse: “Als coassistent sta ik echt weer helemaal onderaan de ladder. Ik vond het lastig om te weten waar mijn taken liggen. Ik ben nog geen arts, dus ik heb niet die verantwoor­ delijkheid. Maar ik wil wel leren, dus moet ik ook taken op me nemen. Het is zoeken waar ik die kan pakken en waar ik gewoon moet toekijken. In de boot wist ik precies wat er van me werd verwacht.” Maaike, lachend: “Nou, dat blij ook zo. Ik ben soms ook nog een slaafje van de afdeling. Als beginnend arts werk ik samen met veel verschillende specialisten, en die willen dingen het liefst op hun manier doen. Daar moet ik ook een weg in vinden. Soms herkennen patiënten me; een beetje ongemakkelijk. Laatst stond ik een patiënt te hechten, toen haar zoon me feliciteerde met mijn medaille en vervolgens allemaal vragen stelde. Leuk hoor, maar laat me nu gewoon even voor je moeder zorgen, dacht ik. Ik ben blij dat ik geen Epke Zonderland ben. Niet iedereen herkent mij. Dat is bij hem vast wel anders.” Uit het oog of uit het hart? Ilse: “In die maanden na Rio hebben we elkaar heel veel gezien, nu was het alweer een tijdje geleden. Uit het oog dus.” Maaike: “Na Rio waren we zo happy, konden ook weer alles eten en drinken wat we wilden. We hadden zulke leuke dingen samen meegemaakt, die wilden we blijven delen. Maar het leven gaat door.” Ilse, lachend: “Ons hele leven zullen we aan elkaar vast­ zitten.” Maaike: “Onze samenwerking ging goed omdat we elkaars krachten kenden, maar ook omdat we gewoon heel veel lol hadden.” Ilse, lachend: “Een relatietherapeut hebben we niet nodig gehad, nee. Maar we hebben wel duidelijk uitgesproken wat elkaars sterke en mindere punten zijn. We kennen elkaar zo goed. Als roeisters hadden we een bepaalde band, maar als het roeien ineens ophoudt, krijg je een heel andere relatie.” Maaike knikt: “En welk stempel geef je dat? Ik zou haar eerder mijn zusje noemen dan een vriendin.” Ilse, lachend: “Ik heb al twee zussen, maar nog geen oudere. Met vriendinnen maak je niet zulke intense gebeurtenissen mee. Het blij toch meer aan de oppervlakte. Maaike vertrouw ik door en door, ik kon op haar bouwen.” Maaike: “Toen Ilse zilver won op het afgelopen EK in Tsjechië met haar nieuwe partner Marieke Keijser, was ik mee om te kijken en te flyeren voor een internationale roeiwedstrijd in Nederland. Ik was zo intens zenuw­achtig voor haar wedstrijd. Dat had ik vroeger ook bij mijn broertje als hij een schaatswedstrijd had. Zat ik mezelf ook op te vreten.” Ilse: “Je bent nog heel erg betrokken, dat is leuk.” Maaike: “Ik wil graag dat jullie het heel goed doen, ook omdat ik weet hoe lastig het voor jou is om al die trainin­gen en wedstrijden maar tussen je studie te proppen." Maaike of Marieke? Ilse, lachend: “Dat is als kiezen tussen je twee kinderen, om toch in de familiesferen te blijven. Het is lastig om als je zo intens met iemand hebt samengewerkt, weer met een nieuw iemand dezelfde band op te bouwen. Ik moet een knop omzetten, weer een nieuw traject in met nieuwe uitdagingen, nieuwe manieren vinden om samen te werken. Dat is waar ik op dit moment met Marieke sta. We kennen elkaar, maar nog niet goed genoeg. Uiteindelijk hoop ik met Marieke net zo goed te worden als met Maaike. Maaike en Marieke zijn zo anders. Marieke is energiek, een stuiterbal. Ze hee dit jaar haar middelbare school afgerond. Maaike is wat volwassener, rustiger.” Maaike: “Ilse is ook tien jaar jonger dan ik, maar toen we bij elkaar in de boot kwamen, roeide ze al veel langer. Zij had meer bootgevoel, dat leerde ik weer van haar. Ik was in 2012 al op de Spelen geweest, werd achtste, maar het was bij ons niet zo van: ik weet nu hoe het moet, luister naar mij.” Ilse: “Voor het EK heb ik Maaike nog om advies gevraagd. Niet zozeer over technische dingen, maar wel over mijn nieuwe rol. Even sparren. Nu ben ik degene met ervaring in de boot.” Maaike: “Ik weet nog dat je zei: ‘Ik heb nu de rol die jij vorig jaar had. Ik ben de oudste en degene die haar mond open moet trekken.’” Ilse: “Bij Maaike bleef ik altijd meer op de achtergrond. Als iets even niet zo goed liep, zei ik gewoon even niks. Ik merkte dat Marieke diezelfde reactie had als ik. Nu was ik dus degene die moest zeggen: ‘Marieke, we moeten hier nu over praten.’ Het is even wennen. Toch pakten we meteen zilver op het EK, dus het is een mooi begin.” Maaike: “Qua talent is dit de beste optie voor Ilse, ze zijn de twee beste lichte dames. Of het op persoonlijk vlak helemaal goed gaat komen, moet blijken. Ze hebben nog genoeg tijd om daaraan te werken. Hard zullen ze denk ik toch wel gaan.” Ilse of je vriend Meindert Klem? Maaike, lachend: “Natuurlijk mis ik Ilse, maar ik kan natuurlijk niet anders dan kiezen voor mijn vriend. Na Rio is het wel een tijdje uit geweest tussen ons. Ik had zo naar die Spelen toegewerkt, zag Ilse veel vaker dan Meindert. En ik deelde op een gegeven moment ook meer met Ilse dan met hem, had het idee dat Ilse en ons hele team dichterbij mij stonden dan hij. Daar ging het mis. Het is ook mijn eigen schuld dat ik hem er niet genoeg bij betrok. In februari is het weer goed gekomen. Meindert is ook oud­roeier. Onze relatie is ont­staan door een koffer op Schiphol: ik had overgewicht en dumpte de helft van mijn kleren in zijn koffer. Ilse: ‘De relatie met mijn vriend stond ook onder druk. Zo’n jaar is nou eenmaal heftig’ Ilse: “De relatie met mijn vriend Dominic stond ook onder druk. Het is dan wel niet uit geweest tussen ons, maar zo’n jaar is nou eenmaal he ig. Alleen al omdat je elkaar zo weinig ziet. En als we elkaar zagen, was ik vaak niet meer zo gezellig aan het einde van de dag.” Een pezig lichaam of vrouwelijke vormen? Maaike: “Ik vind het vreselijk dat ik mijn sportlichaam kwijt ben, had er zo hard voor gewerkt om het zo t te krij­ gen. Ik kom net terug van twee weken vakantie. Ik heb niet gesport, alleen een beetje gewandeld en slecht gegeten. Ik voelde me meteen dik.” Ilse, lachend: “Ik kies ook voor een sportlijf. Maar vooral omdat ik mezelf er lekkerder bij voel.” Maaike, lachend: “Maar mijn vriend kiest voor de rondingen. Op het EK keek ik naar Ilse, toen dacht ik echt: was ik ook zo? Toen besefte ik dat het lichte roeien echt ongezond is. Maar als je erin zit, zie je het niet. In Rio was ik extreem dun en afgetraind, ik had echt spillebeentjes.” Ilse: “Naast het roeien komt er wel een extra dimensie bij in de lichte dubbeltwee. Het altijd maar op dieet zijn. Maar als je je daar druk om blij maken, wordt het veel te zwaar.” Maaike: “Die levensstijl van gezond eten probeer ik wel vast te houden, maar ik ben nu wel vijf kilo zwaarder. Heel af en toe zit ik nog in een boot, maar ik vind het frustrerend te merken dat het zo snel achteruit gaat. Voor roeien moet je hele lichaam getraind zijn. Uiteindelijk wil ik wel weer gaan roeien voor de lol, maar ik moet eerst even afstand nemen en het gevoel een beetje kwijt zijn. Over een tijdje ga ik dan in zo’n acht zitten met andere oud­roeisters. Gewoon gezellig.” Ilse, lachend: “En na afloop koffie met appeltaart. Dat klinkt best aantrekkelijk.” Water of wijn? Ilse: “Voor mij nog steeds water, met af en toe wijn. Ik heb de touwtjes ook wel even laten vieren, hoor. Ik heb af en toe een feestje meegepakt, toen we dit jaar met mijn studentenvereniging Nereus de Varsity wonnen bijvoorbeeld. Maar ik ben nog steeds geen feestbeest.” Maaike: ‘Ik ben heel blij dat ik weer mee kan doen met vrijdagmiddag­ borrels en gewoon dronken naar huis kan etsen’ Maaike: “Voor mij is het duidelijk: wijn. Ik ben heel blij dat ik weer mee kan doen met vrijdagmiddagborrels en gewoon dronken naar huis kan etsen. En dat dat dan geen bal uitmaakt. Dat kan bij de chirurgie prima. In december ben ik mee geweest op wintersport met mijn collega’s, dat feesten ging voor mij naar een heel nieuw level.” Een gouden medaille of een mensenleven redden? Ilse, lachend: “Nou, ik heb nog nooit een mensenleven gered. Maar als het om een situatie van leven of dood gaat, maakt die medaille echt niks meer uit.” Maaike: “Het gevoel van euforie na zo’n gouden medaille waar je zo lang voor hebt getraind, komt denk ik nooit meer terug. Dat is echt briljant. In je werk is dat anders. Ik heb misschien weleens een leven gered, maar niet in m’n eentje.” Ilse: “Als arts voel je denk ik meer opluchting als je iemand hebt kunnen helpen, geen euforie. Ik ben ook trots op mijn gouden medaille. Het hee me rust gegeven, voor mij is mijn carrière nu echt geslaagd. Ik hoef me niet meer te bewij­zen als roeister. Die bewijsdrang komt natuurlijk wel weer als de Spelen van Tokio dichterbij komen.” Maaike: “Die medaille gee mij ook rust. En laten we hopen dat die gouden medaille ook nog specifek iets oplevert. Ik ben arts­assistent chirurgie in Amsterdam en wissel tussen verschillende afdelingen, maar ik moet nu solliciteren naar een opleidingsplek tot specialist. En eigenlijk ben ik best oud om te beginnen als arts. Toch merk ik in het ziekenhuis dat die gouden plak wel iets magisch is. Ik ben iemand met een verhaal. Ik hoop dat het me gaat helpen in de sollicitaties.” Ilse: “Bij mij staat mijn maatschappelijke carrière nu ook even op de eerste plaats. In september is het WK, maar ik heb besloten om niet mee te doen, omdat ik nu niet mijn topniveau kan halen. Ik ben wel fit en blijf dat ook, maar die laatste procent kan ik op dit moment niet geven, ook vanwege mijn coschappen. En ik doe alleen mee om medailles, anders loopt het alleen maar uit op een teleurstelling. Zo’n twee jaar voor de Spelen zal mijn focus weer vol op het roeien zijn. Want ik ga voor die tweede gouden medaille.” Maaike: “Ik hoop dat Ilse dat gaat lukken. Het gevoel van goud winnen, ga ik nooit meer voelen. Maar mijn nieuwe doel is een heel goede arts worden. En ik wil graag de binding met sport houden. Tijdens de Tour de France zag ik al die renners van hun etsen vallen, op den duur zou ik ook graag als arts mee willen naar wie­ lerkoersen. En wie weet uiteindelijk ook een gezinnetje stichten. Maar daar ben ik nog niet zo mee bezig.” Ilse: “Ik heb twee konijnen, dat vind ik voorlopig ook genoeg verantwoordelijkheid.” Maaike, lachend: “Vertel even hoe ze heten.” Ilse: “Rio en Tokio!” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Een jaar geleden roeiden Maaike Head (33) en Ilse Paulis (24) in de lichte dubbeltwee naar het goud op de Spelen in Rio. Hoe anders ziet het leven van de olympisch kampioenen er nu uit. De een is arts, de ander loopt coschappen en denkt alweer aan een tweede gouden medaille. We legden het duo zeven dilemma’s voor. Een doktersjas of een roeipakje? Maaike Head: “Ik ben nu heel gelukkig met m’n dokters­ jas, maar ik mis het roeien wel. Sinds die gouden medaille is er veel gebeurd. De maanden na Rio, eigenlijk tot en met het Sportgala in december, waren hectisch. Huldiging hier, feestje daar. Vanaf oktober ging ik al parttime werken, dat was best snel. Toch vond ik het heerlijk om die jas aan te trekken en wat anders te kunnen doen. Nu is de rust weder­ gekeerd. Mijn nieuwe leven bestaat uit werken, en af en toe sporten. Wel hee het bij mij even geduurd voordat ik me realiseerde dat het roeien echt klaar was. Eigenlijk wilde ik er na Rio nog geen afscheid van nemen, maar ik ben nu 33 en heb ook andere ambities. Ik moest deze keuze maken.” Ilse Paulis: “Het zijn twee zulke verschillende werelden. Na Rio lag mijn focus ook op m’n studie. Ik heb mijn bachelor geneeskunde afgerond en sinds mei loop ik co­ schappen. Maar ik ben ook heel gelukkig met mijn roeipak, geniet nog van het afzien. Toch was het niet vanzelfsprekend dat ik door zou gaan. Dat hele grote doel was weg, maar ik had wel snel het gevoel dat het nog niet klaar was.” Maaike: “Weet je, als ik kon kiezen, zou ik de rest van mijn leven het liefst buiten spelen. Het is alleen helaas tijd voor mij om op te groeien.” Ilse: “Wat je mist aan roeien zijn alle mooie momenten, en dan vergeet je weleens dat je ook heel hard moet trainen.” Maaike: “Het is allebei heel hard werken en ook wel vergelijkbaar. Met roeien wilde ik de beste zijn en was ik een specialist in de lichte dubbeltwee. Als arts wil ik ook de beste zijn en tot specialist uitgroeien, alleen is het wat minder meetbaar.” Ilse: “Als coassistent sta ik echt weer helemaal onderaan de ladder. Ik vond het lastig om te weten waar mijn taken liggen. Ik ben nog geen arts, dus ik heb niet die verantwoor­ delijkheid. Maar ik wil wel leren, dus moet ik ook taken op me nemen. Het is zoeken waar ik die kan pakken en waar ik gewoon moet toekijken. In de boot wist ik precies wat er van me werd verwacht.” Maaike, lachend: “Nou, dat blij ook zo. Ik ben soms ook nog een slaafje van de afdeling. Als beginnend arts werk ik samen met veel verschillende specialisten, en die willen dingen het liefst op hun manier doen. Daar moet ik ook een weg in vinden. Soms herkennen patiënten me; een beetje ongemakkelijk. Laatst stond ik een patiënt te hechten, toen haar zoon me feliciteerde met mijn medaille en vervolgens allemaal vragen stelde. Leuk hoor, maar laat me nu gewoon even voor je moeder zorgen, dacht ik. Ik ben blij dat ik geen Epke Zonderland ben. Niet iedereen herkent mij. Dat is bij hem vast wel anders.” Uit het oog of uit het hart? Ilse: “In die maanden na Rio hebben we elkaar heel veel gezien, nu was het alweer een tijdje geleden. Uit het oog dus.” Maaike: “Na Rio waren we zo happy, konden ook weer alles eten en drinken wat we wilden. We hadden zulke leuke dingen samen meegemaakt, die wilden we blijven delen. Maar het leven gaat door.” Ilse, lachend: “Ons hele leven zullen we aan elkaar vast­ zitten.” Maaike: “Onze samenwerking ging goed omdat we elkaars krachten kenden, maar ook omdat we gewoon heel veel lol hadden.” Ilse, lachend: “Een relatietherapeut hebben we niet nodig gehad, nee. Maar we hebben wel duidelijk uitgesproken wat elkaars sterke en mindere punten zijn. We kennen elkaar zo goed. Als roeisters hadden we een bepaalde band, maar als het roeien ineens ophoudt, krijg je een heel andere relatie.” Maaike knikt: “En welk stempel geef je dat? Ik zou haar eerder mijn zusje noemen dan een vriendin.” Ilse, lachend: “Ik heb al twee zussen, maar nog geen oudere. Met vriendinnen maak je niet zulke intense gebeurtenissen mee. Het blij toch meer aan de oppervlakte. Maaike vertrouw ik door en door, ik kon op haar bouwen.” Maaike: “Toen Ilse zilver won op het afgelopen EK in Tsjechië met haar nieuwe partner Marieke Keijser, was ik mee om te kijken en te flyeren voor een internationale roeiwedstrijd in Nederland. Ik was zo intens zenuw­achtig voor haar wedstrijd. Dat had ik vroeger ook bij mijn broertje als hij een schaatswedstrijd had. Zat ik mezelf ook op te vreten.” Ilse: “Je bent nog heel erg betrokken, dat is leuk.” Maaike: “Ik wil graag dat jullie het heel goed doen, ook omdat ik weet hoe lastig het voor jou is om al die trainin­gen en wedstrijden maar tussen je studie te proppen." Maaike of Marieke? Ilse, lachend: “Dat is als kiezen tussen je twee kinderen, om toch in de familiesferen te blijven. Het is lastig om als je zo intens met iemand hebt samengewerkt, weer met een nieuw iemand dezelfde band op te bouwen. Ik moet een knop omzetten, weer een nieuw traject in met nieuwe uitdagingen, nieuwe manieren vinden om samen te werken. Dat is waar ik op dit moment met Marieke sta. We kennen elkaar, maar nog niet goed genoeg. Uiteindelijk hoop ik met Marieke net zo goed te worden als met Maaike. Maaike en Marieke zijn zo anders. Marieke is energiek, een stuiterbal. Ze hee dit jaar haar middelbare school afgerond. Maaike is wat volwassener, rustiger.” Maaike: “Ilse is ook tien jaar jonger dan ik, maar toen we bij elkaar in de boot kwamen, roeide ze al veel langer. Zij had meer bootgevoel, dat leerde ik weer van haar. Ik was in 2012 al op de Spelen geweest, werd achtste, maar het was bij ons niet zo van: ik weet nu hoe het moet, luister naar mij.” Ilse: “Voor het EK heb ik Maaike nog om advies gevraagd. Niet zozeer over technische dingen, maar wel over mijn nieuwe rol. Even sparren. Nu ben ik degene met ervaring in de boot.” Maaike: “Ik weet nog dat je zei: ‘Ik heb nu de rol die jij vorig jaar had. Ik ben de oudste en degene die haar mond open moet trekken.’” Ilse: “Bij Maaike bleef ik altijd meer op de achtergrond. Als iets even niet zo goed liep, zei ik gewoon even niks. Ik merkte dat Marieke diezelfde reactie had als ik. Nu was ik dus degene die moest zeggen: ‘Marieke, we moeten hier nu over praten.’ Het is even wennen. Toch pakten we meteen zilver op het EK, dus het is een mooi begin.” Maaike: “Qua talent is dit de beste optie voor Ilse, ze zijn de twee beste lichte dames. Of het op persoonlijk vlak helemaal goed gaat komen, moet blijken. Ze hebben nog genoeg tijd om daaraan te werken. Hard zullen ze denk ik toch wel gaan.” Ilse of je vriend Meindert Klem? Maaike, lachend: “Natuurlijk mis ik Ilse, maar ik kan natuurlijk niet anders dan kiezen voor mijn vriend. Na Rio is het wel een tijdje uit geweest tussen ons. Ik had zo naar die Spelen toegewerkt, zag Ilse veel vaker dan Meindert. En ik deelde op een gegeven moment ook meer met Ilse dan met hem, had het idee dat Ilse en ons hele team dichterbij mij stonden dan hij. Daar ging het mis. Het is ook mijn eigen schuld dat ik hem er niet genoeg bij betrok. In februari is het weer goed gekomen. Meindert is ook oud­roeier. Onze relatie is ont­staan door een koffer op Schiphol: ik had overgewicht en dumpte de helft van mijn kleren in zijn koffer. Ilse: ‘De relatie met mijn vriend stond ook onder druk. Zo’n jaar is nou eenmaal heftig’ Ilse: “De relatie met mijn vriend Dominic stond ook onder druk. Het is dan wel niet uit geweest tussen ons, maar zo’n jaar is nou eenmaal he ig. Alleen al omdat je elkaar zo weinig ziet. En als we elkaar zagen, was ik vaak niet meer zo gezellig aan het einde van de dag.” Een pezig lichaam of vrouwelijke vormen? Maaike: “Ik vind het vreselijk dat ik mijn sportlichaam kwijt ben, had er zo hard voor gewerkt om het zo t te krij­ gen. Ik kom net terug van twee weken vakantie. Ik heb niet gesport, alleen een beetje gewandeld en slecht gegeten. Ik voelde me meteen dik.” Ilse, lachend: “Ik kies ook voor een sportlijf. Maar vooral omdat ik mezelf er lekkerder bij voel.” Maaike, lachend: “Maar mijn vriend kiest voor de rondingen. Op het EK keek ik naar Ilse, toen dacht ik echt: was ik ook zo? Toen besefte ik dat het lichte roeien echt ongezond is. Maar als je erin zit, zie je het niet. In Rio was ik extreem dun en afgetraind, ik had echt spillebeentjes.” Ilse: “Naast het roeien komt er wel een extra dimensie bij in de lichte dubbeltwee. Het altijd maar op dieet zijn. Maar als je je daar druk om blij maken, wordt het veel te zwaar.” Maaike: “Die levensstijl van gezond eten probeer ik wel vast te houden, maar ik ben nu wel vijf kilo zwaarder. Heel af en toe zit ik nog in een boot, maar ik vind het frustrerend te merken dat het zo snel achteruit gaat. Voor roeien moet je hele lichaam getraind zijn. Uiteindelijk wil ik wel weer gaan roeien voor de lol, maar ik moet eerst even afstand nemen en het gevoel een beetje kwijt zijn. Over een tijdje ga ik dan in zo’n acht zitten met andere oud­roeisters. Gewoon gezellig.” Ilse, lachend: “En na afloop koffie met appeltaart. Dat klinkt best aantrekkelijk.” Water of wijn? Ilse: “Voor mij nog steeds water, met af en toe wijn. Ik heb de touwtjes ook wel even laten vieren, hoor. Ik heb af en toe een feestje meegepakt, toen we dit jaar met mijn studentenvereniging Nereus de Varsity wonnen bijvoorbeeld. Maar ik ben nog steeds geen feestbeest.” Maaike: ‘Ik ben heel blij dat ik weer mee kan doen met vrijdagmiddag­ borrels en gewoon dronken naar huis kan etsen’ Maaike: “Voor mij is het duidelijk: wijn. Ik ben heel blij dat ik weer mee kan doen met vrijdagmiddagborrels en gewoon dronken naar huis kan etsen. En dat dat dan geen bal uitmaakt. Dat kan bij de chirurgie prima. In december ben ik mee geweest op wintersport met mijn collega’s, dat feesten ging voor mij naar een heel nieuw level.” Een gouden medaille of een mensenleven redden? Ilse, lachend: “Nou, ik heb nog nooit een mensenleven gered. Maar als het om een situatie van leven of dood gaat, maakt die medaille echt niks meer uit.” Maaike: “Het gevoel van euforie na zo’n gouden medaille waar je zo lang voor hebt getraind, komt denk ik nooit meer terug. Dat is echt briljant. In je werk is dat anders. Ik heb misschien weleens een leven gered, maar niet in m’n eentje.” Ilse: “Als arts voel je denk ik meer opluchting als je iemand hebt kunnen helpen, geen euforie. Ik ben ook trots op mijn gouden medaille. Het hee me rust gegeven, voor mij is mijn carrière nu echt geslaagd. Ik hoef me niet meer te bewij­zen als roeister. Die bewijsdrang komt natuurlijk wel weer als de Spelen van Tokio dichterbij komen.” Maaike: “Die medaille gee mij ook rust. En laten we hopen dat die gouden medaille ook nog specifek iets oplevert. Ik ben arts­assistent chirurgie in Amsterdam en wissel tussen verschillende afdelingen, maar ik moet nu solliciteren naar een opleidingsplek tot specialist. En eigenlijk ben ik best oud om te beginnen als arts. Toch merk ik in het ziekenhuis dat die gouden plak wel iets magisch is. Ik ben iemand met een verhaal. Ik hoop dat het me gaat helpen in de sollicitaties.” Ilse: “Bij mij staat mijn maatschappelijke carrière nu ook even op de eerste plaats. In september is het WK, maar ik heb besloten om niet mee te doen, omdat ik nu niet mijn topniveau kan halen. Ik ben wel fit en blijf dat ook, maar die laatste procent kan ik op dit moment niet geven, ook vanwege mijn coschappen. En ik doe alleen mee om medailles, anders loopt het alleen maar uit op een teleurstelling. Zo’n twee jaar voor de Spelen zal mijn focus weer vol op het roeien zijn. Want ik ga voor die tweede gouden medaille.” Maaike: “Ik hoop dat Ilse dat gaat lukken. Het gevoel van goud winnen, ga ik nooit meer voelen. Maar mijn nieuwe doel is een heel goede arts worden. En ik wil graag de binding met sport houden. Tijdens de Tour de France zag ik al die renners van hun etsen vallen, op den duur zou ik ook graag als arts mee willen naar wie­ lerkoersen. En wie weet uiteindelijk ook een gezinnetje stichten. Maar daar ben ik nog niet zo mee bezig.” Ilse: “Ik heb twee konijnen, dat vind ik voorlopig ook genoeg verantwoordelijkheid.” Maaike, lachend: “Vertel even hoe ze heten.” Ilse: “Rio en Tokio!” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.