Word abonnee

Column

Column Jasper Boks: Fignon: een onbegrepen professor

door: Jasper Boks
15 juli 2014

15 juli 1984

Laurent Fignon won de Tour de France van 1983. Maar toen deed Bernard Hinault niet mee. In 1984 won hij opnieuw en de basis voor die eindzege legde hij vandaag precies dertig jaar terug. Maar herinnerd wordt hij vooral om die schlemielige acht seconden.

'Bent u niet de man die ooit op acht seconden de Tour de France verloor?' werd Laurent Fignon ooit gevraagd. 'Nee meneer, ik ben de man die hem twee keer won,' antwoordde de Fransman.

Bernard Hinault is nog altijd de laatste Franse Tour-winnaar, hij won in 1985. Maar Fignon had dat kunnen, misschien wel moeten, zijn. Die acht tellen die hij in 1989 tekort kwam, achtervolgden hem de rest van zijn leven. Fignon begon de laatste etappe van de Tour, een tijdrit door de straten van zijn geboortestad Parijs, in het geel en met een voorsprong van 50 seconden op zijn voormalige knecht Greg LeMond. Op de streep op de Champs Élysées bedroeg het verschil acht seconden. In het voordeel van de Amerikaan. Inleveren dat geel. Weg derde Tour-zege. Had hij zijn paardenstaart eraf geknipt, dan had hij minder weerstand gehad en de eindzege veiliggesteld, beweerden gefrustreerde Franse wielerfans. Fignon werd de schlemiel in de spannendste Tour-ontknoping ooit.

Door de bril en zijn (niet afgemaakte) universitaire studie kreeg hij al snel de bijnaam Le Professeur

Fignon was een talentvolle voetballer en studeerde aan de universiteit. Daar stopte hij allebei mee toen de fiets in zijn leven kwam. In 1981 deed hij mee aan een wedstrijd waar ook profs aan meededen. Amateur Fignon ging tijdens de Ronde van Corsica doodleuk in het wiel van Bernard Hinault, de beste wielrenner van de wereld, zitten en hij kwam daar niet meer uit vandaan. Cyrille Guimard, ploegleider van Renault-Elf, haalde de 21-jarige renner daarop meteen binnen.

Fignon was een opvallende verschijning in het profpeloton. Hij reed rond met een paardenstaart en had een brilletje met ronde glazen. Door de bril en zijn (niet afgemaakte) universitaire studie kreeg hij al snel de bijnaam Le Professeur. De Professor bleek ook wispelturige, tegendraads en vaak nukkig.

Hij werd de meesterknecht van Hinault en hielp zijn kopman in 1982 aan de eindoverwinning in de Giro en in 1983 aan die in de Vuelta. De Tour van ’83, die toen nog na de Ronde van Spanje werd gereden, zou Fignon niet rijden. Guimard vond hem nog te jong voor twee grote ronden in één jaar.

Maar nood brak wetten. Hinault kon door knieproblemen zijn Tour-zege niet verdedigen. Fignon mocht toch starten en kreeg carte blanche. Hij deed het goed in zijn eerste Tour, reed in het wit en stond tweede. Maar het verschil met gele trui-drager Pascal Simon bedroeg ruim vier minuten. Toen viel Simon. Hij brak zijn sleutelbeen, fietste nog wel zes dagen door, maar gaf uiteindelijk in het geel en tijdens de etappe naar Alpe d’Huez op. Het was Fignon die de gele trui naar Parijs reed. Met zijn 22 jaar was hij de jongste Tour-winnaar sinds 1933.

Had hij ook gewonnen als Hinault had meegedaan of als Simon níet was gevallen? Natuurlijk niet, zeiden de wielerkenners. Fignon was ook de eerste om de winst te bagatelliseren. Had zijn kopman meegedaan, dan had hij in zijn dienst gereden en dus niet gewonnen. Het maakte dat hij toch een beetje werd gezien als de Tour-kampioen van de armoede.

Vijf keer probeerde Hinault weg te rijden, alle keren bleef Fignon in zijn wiel zitten, zoals tijdens hun eerste kennismaking op Corsica

Voor Fignon kwam het goed uit dat zakenman en multimiljonair Bernard Tapie met zijn flappen ging zwaaien. Hinault, die op dat moment toch al een moeizame relatie had met Guimard, zwichtte en stapte over naar La Vie Claire. Fignon promoveerde tot kopman. In 1984 was de Patron terug in de Tour, hij ging voor zijn vijfde eindzege en de verwachting was dat hij het peloton als vanouds weer zijn wil op zou leggen. Ook Fignon zou daar niets aan kunnen veranderen, zo werd verwacht. Hij was immers pas 23 jaar en moest het hebben van de hulp van de eveneens 23-jarige Tour-debutant en wereldkampioen Greg LeMond. Hinault was 29 jaar, in de kracht van zijn leven, fit en wilde Guimard graag een lesje leren.

De Das won meteen de proloog, Renault-Elf won de ploegentijdrit en Fignon deelde een tikje uit door de eerste tijdrit te winnen met 49 seconden verschil. Dat zou Hinault in de klimtijdrit en daarna in de bergen wel dubbel en dwars goedmaken, dacht iedereen.

Op 15 juli 1984 was de rit tegen de klok over 22 kilometer van Les Échelles naar La Ruchère. Fignon deelde een mentale dreun van jewelste uit door Hinault 33 tellen voor te blijven. De Professor won, het geel bleef nog om de schouders van ploeggenoot Vincent Barteau, maar voor het eerst trad hij echt uit de schaduw van Hinault.

Een dag later, in de rit van Grenoble naar Alpe d’Huez ging Hinault volop in de aanval. Vijf keer probeerde hij weg te rijden, alle keren bleef Fignon in zijn wiel zitten, zoals tijdens hun eerste kennismaking op Corsica. Nadat zijn voormalige kopman was uitgeraasd, reed Fignon weg, pakte bijna drie minuten op Hinault en greep, net als een jaar eerder, de gele trui op Alpe d’Huez.

Met groot machtsvertoon won De Professor de Tour. Hij won in zeven dagen tijd liefst vier etappes, won in totaal vijf ritten én de ploegentijdrit en kwam in Parijs over de streep met liefst 10 minuten en 32 seconden voorsprong op Hinault. Frankrijk had een nieuwe held, iemand die de Tour nog jaren zou domineren, schreven de kranten.

LeMond droeg een aerodynamische helm en had een triatlonstuur. Fignon starte met een gewoon stuur, had geen helm op en had ook nog eens last van zadelpijn

Dat was niet het geval. Tot een nieuwe clash met Hinault kwam het niet. Fignon moest de Tour van 1985 laten schieten door een knieblessure. Een jaar later was hij niet in vorm en gaf hij al snel op. In 1987 werd hij zevende in de Tour en een jaar later gaf hij opnieuw op. Zijn loopbaan verliep net zo grillig als zijn karakter. Als hij fit en gefocust was, kon hij alles. Maar hij kwam ook zo vaak ongeïnspireerd, niet fit en uit vorm aan de start.

In 1989 stond hij er ineens weer. Hij won Milaan-San Remo, de Giro en pakte de eerste plaats op de UCI wereldranglijst. De Tour draaide uit op een strijd tussen Fignon en zijn oude knecht LeMond, die zijn rentree maakte na zijn Tour-zege in 1986. De Amerikaan had bijna het leven gelaten nadat zijn zwager tijdens de jacht geritsel in de bosjes hoorde. Hij vuurde een schot hagel af, maar het geritsel bleek van LeMond te komen.

Tijdens de Tour van 1989 was het stuivertje wisselen tussen LeMond en Fignon. Opnieuw op Alpe d’Huez leek Fignon de Tour te beslissen. Gert-Jan Theunisse won de etappe, maar de Fransman reed LeMond uit het geel. Een dag later pakte Fignon de ritzege en in Parijs had hij een voorsprong van vijftig tellen voor de afsluitende tijdrit van 24,5 kilometer. Hij mocht twee tellen per kilometer verliezen en dat leek onmogelijk.

Maar LeMond had uren in de windtunnel doorgebracht om zijn houding op de fiets te verbeteren. Hij droeg een aerodynamische helm en had een triatlonstuur op z’n fiets gemonteerd. Fignon starte met een gewoon stuur, had geen helm op en had ook nog eens last van zadelpijn, waardoor hij slecht had geslapen.

Er lagen al speciale edities van de Franse kranten klaar. Alles kon de versnipperaar in nadat Fignon de Tour verloor op acht seconden.

Epo deed zijn intrede. En Fignon weigerde zich in te laten met het nieuwe wondermiddel

Kans op revanche kwam er niet meer voor Fignon. De renner die later bekende, ‘zoals iedereen in het peloton van de jaren zeventig en tachtig’, cortisonen en amfetaminen te hebben gebruikt, zag dat er wat veranderde in het peloton begin jaren negentig. Epo deed zijn intrede. En Fignon weigerde zich in te laten met het nieuwe wondermiddel. In 1993 stopte hij met wielrennen, omdat middelmatige renners hem ineens voorbij reden, zo stelde hij in zijn autobiografie. Na zijn loopbaan bleef Fignon het wielrennen trouw. Hij organiseerde koersen en werd een populaire wielercommentator bij de Franse tv.   

In 2009 werd bij hem longkanker geconstateerd. Zijn ziekte had niets te maken met de cortisonen en amfetaminen die hij tijdens zijn loopbaan tot zich had genomen, verklaarde hij. De chemotherapie bleek onvoldoende aan te slaan en de tumor begon tegen een zenuw aan te drukken, waardoor zijn stem hees werd. De Franse tv gaf hem de eer die hij verdiende, liet hem in 2010 ondanks zijn stemproblemen ‘gewoon’ commentaar geven. Hinault riep hem nog op het Tour-podium, overhandigde hem een ingelijste rugnummer 1 en gearmd poseerden de oude rivalen en ploeggenoten voor de fotografen en camera's.

Het bleek een van zijn laatste publieke optredens. Op 31 augustus 2010 overleed hij op net vijftigjarige leeftijd. Hinault was aanwezig bij de uitvaartdienst op 3 september op de Parijse begraafplaats Père Lachaise. In besloten kring werd hij daarna gecremeerd en zijn urn werd bijgezet op de beroemde begraafplaats waar ook Edith Piaf en Jim Morrison hun laatste rustplaats hebben.

LeMond: 'Ik vond het altijd triest om te horen dat hij sprak over twee Tour-zeges in zijn loopbaan, terwijl we in 1989 allebei hadden kunnen winnen'

LeMond zei: 'Fignon behoorde tot de grootheden binnen het wielrennen, die helaas veel te kampen heeft gehad met blessures. Hij was een heel, heel groot talent. Niet iedereen heeft dat ingezien. Hij was een unieke man.'

LeMond had zijn eindzege in de Tour in 1989 graag met Fignon willen delen. 'We waren eigenlijk beiden winnaar. Ik vond het altijd triest om te horen dat hij sprak over twee Tour-zeges in zijn loopbaan, terwijl we in 1989 allebei hadden kunnen winnen. We waren niet alleen rivalen, maar ook vrienden.'

Fignon werd tot zijn frustratie vooral gezien als de man die ooit de Tour verloor op acht tellen. Ja, hij had meer uit zijn wielercarriere kunnen halen. Maar voorbij werd vaak gegaan aan de indrukwekkende wijze waarop hij de Tour van 1984 won, een eindzege die vandaag precies dertig jaar geleden gestalte kreeg in La Ruchère. Bij leven had hij meer eer verdiend, geregeld moet hij zich een onbegrepen professor hebben gevoeld.

Delen: