Word abonnee

Column

Column Jasper: Wolff is een schot in de roos

door: Jasper Boks
1 maart 2016

Met zijn bril met zwart, dik montuur ziet René Wolff eruit als iemand die dagelijks op kantoor zit, een IT’er. Hij praat op rustige toon. En René is prima verstaanbaar in het Nederlands, hoewel geboren en getogen in Duitsland en pas zes jaar geleden naar Nederland gekomen. Kortom, hij is een beschaafd type.

Toen hij werd aangesteld door de wielerbond als coach van de baansprinters zorgde dat best voor wat gefronste wenkbrauwen. Voormalig boegbeeld Theo Bos reed op de weg en Tim Veldt had de overstap gemaakt naar het omnium. Alleen oudgedienden Teun Mulder, Willy Kanis en Yvonne Hijgenaar waren nog over. Tegelijkertijd heersten de Britten. Zij hadden in aanloop naar de Spelen in Londen jaarlijks miljoen te besteden, werkten met de beste coaches en het beste materiaal. Daar viel toch niet van te winnen. Moest voor het gevecht tegen windmolens een coach uit het buitenland worden gehaald? Was dat geen geld in een bodemloze put kieperen? Bovendien was René Wolff nog maar net gestopt als baansprinter en begonnen als coach. Als renner won hij in 2004 weliswaar olympisch goud op de teamsprint en een jaar later pakte hij de wereldtitel op de sprint. Maar hij was geen grote spierbundel. En juist de kleerkasten heersten ineens op de sprintnummers. Was Wolff niet te veel old school?

Achter de schermen ging Wolff aan de slag met een nieuwe lichting rijders. De coach sloot zijn ogen niet voor de realiteit. Tijdens het persmoment op het binnenterrein van de wielerbaan in Alkmaar vertelde hij een week voor de WK in Londen in alle bescheidenheid en op bijna fluisterende toon over zijn aanpak. “De wereld is de afgelopen jaren niet stil blijven staan. Binnen het sprinten hebben zich grote ontwikkelingen voorgedaan. Met de tijden die ik reed in 2005 en waar ik toen wereldkampioen mee werd, zou ik bij de afgelopen WK laatste zijn geworden. Het vergt dus een heel andere training dan destijds.”

'Wanneer kan ik in mijn functie nou een voldaan gevoel hebben? Ik begeleid de jongens en meisjes bij het bereiken van doelen'

Wolff cijfert zich graag weg, vertelt dat hij ook niet als een strenge vader zijn sporters op de nek zit. Ja, hij zegt gerust wat hij vindt en kan dat ook met stemverheffing doen, maar het moet uit de sprinters zelf komen, anders heeft het sowieso al geen kans van slagen.

“Ze zijn op de goede weg, ik kijk uit naar een mooie periode,” zei hij. Maar van de constatering dat toch ook dankzij hem weer een nieuwe succesvolle generatie is opgestaan, werd hij haast een beetje verlegen. Gevraagd of dat hem voldoening geeft, antwoordde hij: “Voldoening vind ik een moeilijk begrip voor een coach. Wanneer kan ik in mijn functie nou een voldaan gevoel hebben? Ik begeleid de jongens en meisjes bij het bereiken van hun doelen, zo moet je het zien.”

Bij de EK van vorig jaar, waar met name oud BMX’ers Elis Ligtlee en Jeffrey Hoogland, grossierden in medailles, bleek zijn aanpak te lonen. “De EK was heel belangrijk in hun ontwikkeling. Doordat we daar medailles wonnen, zag iedereen in dat de structuur en onze aanpak goed zijn. We kunnen winnen, dat weten we nu. Die bevestiging is er en daar ben ik natuurlijk heel tevreden over. Maar door het EK komen er voor mij als coach ook weer nieuwe uitdagingen bij. Door de resultaten bij de EK zijn de doelen verschoven. We gaan nu steeds meer naar details kijken. Gaaf dat we op dat punt zijn aanbeland.”

De sprinters zijn in aanloop naar de Spelen in Rio met z’n allen ondergebracht nabij de wielerbaan in Alkmaar, waar dagelijks hard wordt getraind. Dat zijn de details waar René op doelt. De renners hoeven niet langer uit het hele land naar de wielerbaan te komen voor trainingen, verspillen geen energie met autorijden en hebben meer tijd om zich te focussen op het fietsen of herstellen van trainingen.

Wolff roeit met de riemen die hij heeft. Je hoort hem niet openlijk klagen over een gebrek aan geld. Nee, hij heeft niet het geld om de wedloop met de Britten aan te gaan. Op de baan in Alkmaar rijden ze rond met de fietsen uit 2008, waar de Engelsen straks weer met hypermodern en supersnel materiaal op de proppen zullen komen. Maar wat kan Wolff aan de situatie veranderen? Alleen maar verspilde energie.

Wolff voelt zich ook niet te groot om een 32-jarige oud-kampioen weer toe te laten binnen de hechte sprintersgroep. Vijfvoudig wereldkampioen Theo Bos is onlangs teruggekeerd op de baan. Na de Spelen in Peking, in 2008, stapte hij over naar de weg en nu probeert hij als baansprinter Rio te halen.

'Theo Bos was vanaf dag één heel open, hij deelt alles wat hij weet'

Wolff en Bos reden nog tegen elkaar en heeft bewondering voor de keuze van Bos en zijn jonge sprinters kunnen gebruik maken van de expertise die hen gratis wordt aangeboden.

Toch werd er aanvankelijk ook met een schuin oog naar Bos gekeken. De sprinters hadden er immers ineens een concurrent bij. “We zijn vijf of zes jaar terug met een groepje sprinters deze weg ingeslagen. Ineens sprong Theo weer op de trein en dat vroeg acceptatie. Ik heb er goed op gelet of dat allemaal goed ging. Maar Theo was vanaf dag één heel open, deelt alles wat hij weet. Iedereen waardeert hem daardoor en hij is helemaal opgenomen in de groep. De anderen leren van Theo. Van zijn kijk op de sport, zijn ervaring en hoe hij omgaat met obstakels. Theo voegt een dimensie toe, heeft op meerdere Spelen gestaan. Ha, hij neemt mij veel werk af.”

René Wolff heeft zich in korte tijd bewezen. Zijn aanstelling bleek een schot in de roos. Zelf durft hij niet te zeggen dat hij een uitstekende coach is, daarom moeten anderen het maar doen.

Delen: