Word abonnee

Wielrennen

‘Mensen zijn momenteel snel op hun teentjes getrapt’

Paul Raats

Wielrennen

‘Mensen zijn momenteel snel op hun teentjes getrapt’

door: Jaap Stalenburg
18 mei 2021
3 tot 8 minuten lezen

Bauke Mollema (34) is niet kapot te krijgen. Hij rijdt achter elkaar de Giro en de Tour om daarna voor olympisch goud te gaan in Tokio. Maar Bauke sluit ondertussen niet zijn ogen voor de wereld om hem heen. Een gesprek over een nieuwe generatie renners, politiek, Black Lives Matter en het leven in coronatijd. “Al die korte lontjes.”

Bauke Mollema voelt zich thuis bij Trek- Segafredo, een ploeg van vrijbuiters uit landen als Italië, Denemarken en België. Het is er geregeld party time in de teambus. Dan gaan vooral de Vlaamse coureurs Jasper Stuyven en Edward Theuns los op de beats van de Brabantse feestact Snollebollekes en kan de hele wereld via YouTube meegenieten. Het feest in de bus op de Via Roma in San Remo na de zege van Stuyven werd honderdduizenden keren bekeken.
“Ik heb niks met die Snollebollekes,” zegt Bauke lachend, “dat is iets van de Belgen en de andere jonge coureurs hossen dan ook mee. Ik ben meer van de rust voor en na de koers. Maar als ik ook Milaan-San Remo had gedaan, was ik waarschijnlijk wel mee gaan hossen want veel mooier wordt het in de koers niet. Maar ik heb niks met die keiharde muziek in de bus van de ‘klassiekermannen’, krijg er soms pijn in m’n oren van en zeg er ook weleens wat van. Ik hoef geen Snollebollekes voor de koers. Maar die mannen hebben die opzwepende muziek juist nodig.”
Bauke kruipt voor of na een koers liever stilletjes in een hoek met een goed boek. “Ik denk dat ze dat van mij nu wel gewend zijn.”

Niet jaloers
Bauke is de dertig al ruimschoots gepasseerd, is getrouwd en heeft drie kinderen. Hij staat anders in het leven dan al die jonge honden die nu voor een revolutie zorgen in het peloton. Jongens als Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Tadej Pogacar, Julian Alaphilippe, Tom Pidcock, Egan Bernal, Remco Evenepoel en Marc Hirschi hebben het wielrennen flink opgeschud de afgelopen tijd.
“Ik ben absoluut niet jaloers op de vrijheid die de jonge coureurs nu in de grote rondes krijgen. Wij hadden bij Rabobank die vrijheid niet, maar ik had dat niveau van de jonge jongens van nu ook niet. Die jongens doen op hun twintigste meteen mee van voren en kunnen ook nog aanvallen. Ze zijn zo sterk, steken er fysiek bovenuit, dus daarom kunnen ze zo koersen. Die jonge gasten hebben het niveau om al op vijftig kilometer van de streep voor de aanval te kiezen. Een gat slaan is één, maar om het daarna ook nog vol te kunnen houden is een heel ander verhaal. Daarom is dat voortdurend aanvallen van coureurs als Wout van Aert en Mathieu van der Poel zo knap.

Het volledige verhaal lezen? Je kunt het magazine in de winkel halen óf online bestellen!

Delen: