Word abonnee

Wielrennen

Explosiegevaar

Team DSM/ Patrick, Brunt & Vincent Riemersma, Keep Challenging

Wielrennen

Explosiegevaar

door: Jasper Boks
18 mei 2021
3 tot 8 minuten lezen

Wat goed is, komt snel. Dat is zeker op Cees Bol (25) van toepassing. De sprinter van Team DSM timmert hard aan de weg. De volgende stap: het hele sprintersgilde kloppen in een grote ronde. We spreken hem over de kunst van het sprinten, zijn sprinttrein, inspiratiebronnen en de gevaren.

De sprinttrein
“Onze sprinttrein staat goed op de rails, neemt niet weg dat hij nog steeds in ontwikkeling is. Als we niet koersen, zijn we met de jongens van de sprinttrein lekker aan het trainen, want het is echt een kwestie van heel goed op elkaar ingespeeld raken. We maken ook veel lol, tijdens trainingskampen zitten we na de trainingen vaak samen te gamen, we doen momenteel met elkaar racespel TrackMania. Op die manier leren we elkaar buiten de koers ook goed kennen. Want het creëren van een goede band is ook een van de pijlers van het succes van een sprinttrein. Los van het feit dat we grote delen van het jaar met elkaar doorbrengen, moeten we in de koers alles voor elkaar overhebben. Het maakt het allemaal een stuk makkelijker als we vriendschappelijk met elkaar omgaan.
We hebben vorig jaar ook allemaal wat persoonlijkheids­testen gedaan. Voor ons als sprinttrein was dat waardevolle informatie. Iedereen reageert anders op bepaalde situaties. Als de spanning hoog is, kan de één heel druk zijn en de ander juist stil worden. Als iemand heel anders reageert dan hoe hij dat normaal gesproken doet, dan moet bij de anderen duidelijk zijn dat er echt iets aan de hand is. We weten van elkaar hoe de ander reageert en hoe je het beste met elkaar om kunt gaan. Maar het begint ermee dat er jongens bij elkaar zijn gezet met een goed basisniveau en talent voor elk specifiek onderdeel van de sprinttrein. Hoe later je in de keten zit, des te meer sprinttraining je nodig hebt.
Vroeger was het gebruikelijk dat er onder ideale omstandig­ heden aan een sprinttrein werd gewerkt. De renners gingen op een mooie, lege weg keurig in lijn trainen. Iedereen deed precies wat hij moest doen. Na drie keer trainen ging dat al goed, maar dan ben je er nog lang niet. We doen het soms nog wel op die manier, maar zien het dan vooral als een goede fysieke training. Wij kiezen er tegenwoordig juist vaak voor om het zo rommelig mogelijk te maken als we met de sprint­trein op tactiek trainen. We maken niet te veel afspraken, houden het redelijk vaag. Of we laten iemand aanvallen en dan moeten wij dat als sprinttrein op zien te lossen. Op die manier trainen we op omstandigheden zoals je die in de finale, in aan­loop naar een massasprint ook meemaakt. Dan zijn er geen ideale omstandigheden, het is telkens anders en wij moeten als sprinttrein voortdurend kunnen anticiperen.

Het volledige verhaal lezen? Je kunt het magazine in de winkel halen óf online bestellen!

Delen: