Mathieu van der Poel reeg de overwinningen aaneen als veldrijder, wegrenner én mountainbiker in 2019. De verwachtingen van de 25-jarige MvdP zijn ook in 2020 torenhoog. “Ik weet nu dat ik olympisch goud kan winnen in Tokio, dat het niet langer alleen een droom is.”
Het was een bijzonder jaar, ja, ”zegt Mathieu van der Poel glimlachend. Het hele jaar door was het MvdP wat de klok sloeg. Als veldrijder won hij zo goed als overal waar hij aan de start verscheen, met als hoogtepunt zijn tweede wereldtitel in Bogense. Op de weg maakte hij voor het eerst serieus werk van het voorjaar. Hij won meteen op zelden vertoonde wijze de Amstel Gold Race en nog tal van koersen. Op de mountainbike wist hij zijn eerste wereldbekerwedstrijden crosscountry en de Europese titel te winnen door onder anderen olympisch kampioen Nino Schurter te kloppen. Terug op de weg scheelde het in een kletsnat Yorkshire maar weinig of Mathieu had ook meteen de eerste Nederlandse wereldtitel op de weg sinds 1985 gepakt. Twaalf kilometer van de meet viel hij bevangen door kou en honger weg uit de kopgroep.
Maar 2019 was ook nog eens het jaar waarin Mathieu uit huis ging om samen te wonen met vriendin Roxanne Bertels. En waarin hij op 13 november afscheid moest nemen van zijn opa, trouwe fan en wielerlegende Raymond Poulidor op 83-jarige leeftijd.
In 2020 zijn de verwachtingen onverminderd hoog wat betreft de man die in december werd verkozen tot Sportman van het Jaar. Als crosser wordt niets minder dan de derde wereldtitel veldrijden verwacht op 2 februari. Op de weg zal hij als favoriet van start gaan waar hij ook maar verschijnt. Of dat nou zijn – mogelijke – debuut in Milaan-San Remo of Parijs-Roubaix betreft of zijn tweede deelname aan de Ronde van Vlaanderen. In Tokio moet hij zijn vier jaar durende avontuur als mountainbiker bekronen met olympisch goud.
Zulke hoge verwachtingen, zoveel ogen op hem gericht. We legden Mathieu een paar quotes voor.
“De afgelopen tien jaar zat vrijwel iedere grote koers door het ploegenspel op slot en dat is vooral door Mathieu nu wel even anders. Hij koerst met zijn hart en dus zit je in het voorjaar bij iedere koers op het puntje van je stoel. Er is een einde gekomen aan een periode van saaie, voorspelbare koersen.”
– Leo van Vliet, oud-renner en organisator van de Amstel Gold Race –
“Dat is een van de grootste complimenten die ik kan krijgen. Ik besef wel dat het uniek is wat ik doe, door het crossen, de weg en het mountainbiken te combineren. Maar de manier van koersen veranderen… Ik probeer dat wel en het is mooi dat mensen vinden dat ik dat ook werkelijk doe.”
Je rijdt graag op je gevoel, terwijl in deze tijd veel coureurs op de weg kijken naar hun wattagemeter en luisteren naar wat de ploegleiding beslist in de volgwagen.
“We zijn bij de ploeg ook wetenschappelijk bezig, hoor. Je kunt in deze tijd niet zomaar iets doen. Alles wat we doen is onderbouwd. Maar als de koers bezig is, luister ik vaak naar m’n instinct. Veel andere renners luisteren naar de orders uit de auto.”
Hoe keek jij naar het wielrennen voordat je op de weg reed? Het was allemaal redelijk voorgeprogrammeerd, toch? Ergerde jij je aan de oortjes waarmee renners koersten?
“Ik vind dat er oortjes moeten zijn, maar meer voor de veiligheid. Laat ze vanuit de auto maar waarschuwen voor gevaarlijke situaties. Verder vind ik dat je renners vrij moet laten bij het maken van beslissingen in de koers, daar krijg je mooie en onverwachte koersen van.”
Niet alleen jij koerst op gevoel, ook Remco Evenepoel, Julian Alaphilippe en Wout Van Aert deden dat afgelopen jaar. Ligt dat aan jullie generatie renners, durven jullie meer?
“Misschien wel. Ik denk wel dat het in klassiekers of eendaagse koersen beter gaat om op instinct te rijden dan in grote rondes. Als ik in grote rondes dag in dag uit ga koersen als ik vorig jaar heb gedaan op de weg, dan kan ik na een week naar huis, vrees ik.”
Alaphilippe reed ook zo in de Tour, won twee etappes en reed lang in het geel.
“Ja, dat is waar. Ik vond de eerste week van de Tour een van de mooiste die ik ooit heb gezien. En met die manier van koersen is hij inderdaad nog heel ver gekomen. Julian is ook wel een voorbeeld voor me. Hij is niet alleen een heel leuke, joviale jongen met wie ik goed contact heb, hij is ook iemand die aanvallend rijdt en die gewoon probeert plezier in het wielrennen te behouden. Zo wil ik ook koersen.”
Door de successen op de weg in 2019 zullen steeds meer renners naar jou gaan kijken. Als je demarreert, zullen ze meteen in je wiel proberen te springen.
“Misschien moet ik het een beetje rustiger aan gaan doen, wat langer wachten. Ik ga soms te vroeg in de aanval, terwijl het parcours er niet voor gemaakt is om van zo ver al aan te gaan.”
Blijf nou gewoon aanvallen wanneer jij dat wil, dat maakt het voor ons juist leuk.
“Maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat het mij overwinningen gaat kosten.”
Afgelopen jaar bracht het je ook juist overwinningen, toch?
“Ja, dat weet ik ook. En als je het me op de man af vraagt, dan vind ik het ook leukst om zo te koersen. Soms win ik daardoor koersen en een andere keer verlies ik er juist door. Heel veel mensen komen na afloop zeggen dat ze me graag zien koersen, dat is me ook veel waard. Dat is ook een grote motivatie om het te blijven doen.”
Krijg je van collega’s veel reacties op wat je doet?
“Ja. Ik merkte het vooral in het voorjaar. Na elke wedstrijd kwamen er meer renners een praatje maken of om me te feliciteren. Vond ik leuk.”
”Hij moet nu bevestigen dat hij er echt staat. Iedere insider weet dat zo’n tweede jaar cruciaal is in een carrière.”
– Vader Adrie van der Poel –
”Mijn vader heeft misschien wel een punt, maar op zich heb ik al moeilijke jaren gehad. Tijdens mijn eerste profjaar bij de ploeg moest ik meteen het verlies van Niels Albert opvullen. Ik heb al wel wat meegemaakt in de loop der jaren, dus normaal gezien zou ik het wel aan moeten kunnen. Ja, 2019 is een heel goed jaar geweest. Extreem goed zelf. Vorig jaar verbeteren zal niet eenvoudig worden. Het was een uniek jaar. Maar ik ga in elk geval proberen om 2019 te evenaren of op z’n minst te benaderen. Voor 2020 heb ik ook heel veel doelen, die lopen als een rode draad door het jaar heen.”
De vergelijking met je vader is er altijd geweest en zal er nog wel even blijven. Is dat af en toe irritant?
“Ik heb er nooit last van gehad, heb het nooit als druk ervaren. Ik draag mijn naam met trots en ik vind het leuk dat ik door het winnen van de Amstel Gold Race in de voetsporen van mijn vader ben getreden. Aan zijn emoties na de finish kon ik zien dat hij trots was. Mijn vader heeft trouwens altijd al gezegd dat ik een grotere renner word dan hij is geweest. Geen idee waarom hij dat dacht. Dat zal de kenner in hem zijn. Hij heeft wel heel veel verstand van wielrennen, dus ik hoop dat hij gelijk heeft. Hij heeft een indrukwekkend palmares, heeft grote koersen op de weg gewonnen als Luik-Bastenaken- Luik, de Amstel Gold Race en de Ronde van Vlaanderen, in combinatie met veldrijden.”
‘Als de koers bezig is, luister ik vaak naar instinct. Veel andere renners luisteren naar de orders vanuit de auto.’
Wat voor rol speelt je vader in je loopbaan?
“Mijn vader is degene die me alles heeft geleerd. Vooral op mentaal vlak heb ik veel van hem opgestoken. Hij is nu iets meer op de achtergrond, maar tijdens de cross doet mijn vader nog altijd mijn materiaal en we bespreken nog steeds mijn trainingen. Maar het is niet zo dat mijn vader van jongs af aan een pad voor me heeft uitgestippeld, hoor. Mijn broer David en ik waren altijd aan het sporten, maar het was niet alleen maar fietsen wat de klok sloeg.
Ik voetbalde en tenniste ook. Vooral voetbal ging wel goed, ik heb nog eens meegedaan met Willem II. Ik liep er stage, maar viel af bij de laatste tien. Uiteindelijk moest ik kiezen. Het individuele in het fietsen sprak me aan. Ik heb het liefst alles in eigen hand. Toen mijn broer en ik begonnen met fietsen, kregen we handige tips van m’n vader. Hij heeft me altijd proberen te behoeden voor de fouten die hij heeft gemaakt tijdens zijn eigen wielercarrière. Mijn vader is een paar keer overtraind geweest. Ik heb dat ook een beetje in me, wil altijd maar doorgaan. Ik trainde soms ook te veel. Inmiddels weet ik wanneer ik rust moet nemen.
Helden Magazine 50
Het eerste gedeelte van het verhaal van Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 50, waar op het moment van uitkomen een nieuw decennium is begonnen. Voor Helden een goed moment om jonge, nieuwe sporthelden te belichten.
In deze editie is er uitgebreid aandacht voor Generatie Z. Er zijn al tal van voetballers die na de eeuwwisseling zijn geboren, zijn doorgebroken of op het punt staan dat te doen. Onder meer Orkun Kökcü, Mohamed Ihattaren en Myran Boadu komen aan het woord. Daarnaast blikten wij aan de hand van afbeeldingen terug met de assistent-trainer van Feyenoord, John de Wolf. Heeft oud-aanvoerster Mandy van den Berg het plezier in het voetbal weer teruggevonden én lees je over de cultclub van Andries Jonker en Co Adriaanse.
Verder in de 50ste editie van Helden gingen we langs bij schaatsster Esmee Visser en haar vriend Daan Olivier. Legden we het supertalent, Remco Evenepoel, negen namen voor én gaan we op wereldreis met baansprinter Theo Bos, die graag zijn carrière ‘rond’ wil maken. Daarnaast kan meerkampster Anouk Vetter weer lachen, nadat ze in 2019 door een diep dal ging, is de 21-jarige Griek: Stefanos Tsitsipas de nieuwe ster in het tennis, gaat Victoria Koblenko langs bij judoka Noël van ’t End én verteld Yara van Kerkhof, hoe haar wereld compleet instortte.
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.