Voetbal
Sem Steijn (23) stond als jonge voetballer van ADO Den Haag niet te boek als groot talent. Inmiddels is de middenvelder een van de smaakmakers van FC Twente en hard op weg topscorer van de eredivisie te worden. Een gesprek in Helden Magazine nummer 76 over zijn achternaam, vader Maurice, Ruud van Nistelrooij, Jari Litmanen en Ronald Koeman.
Sem Steijn
Je gaat als een trein bij FC Twente. Er moet veel gebeuren wil jij geen topscorer van de eredivisie worden. Heeft bondscoach Ronald Koeman je al gebeld?
Lachend: “Nee, nog niet. Ik zat wel een keer dichtbij, oktober vorig jaar. Meneer Koeman zei dat hij erover na had gedacht om mij op te roepen voor het Nederlands elftal. Nou, dat zorgde wel even voor kippenvel. Vanaf het moment dat ik in het tweede elftal van ADO zat, werd het Nederlands elftal halen een groot doel. Ik probeer er niet te veel aan te denken. Ik heb er ook nog nooit bijgezeten, dus wil er niet te veel op hopen.”
De concurrentie is groot op het middenveld van Oranje met concurrenten als Ryan Gravenberch, Tijjani Reijnders en Xavi Simons. Let jij extra op dat soort spelers?
“Ik kijk heel graag naar Ryan. Hij werkt net als ik met Patrick Woerst, een individuele coach die zich focust op het bewustzijn van spelers. Van Patrick krijg ik geregeld beelden van Ryan te zien. Ik kan echt van zijn spel genieten. Patrick en ik zijn nu bezig met de zogenaamde no touch-turn; dan laat je de bal met je meelopen en je draait, zonder dat je de bal aanraakt en snelheid verliest.
Dat kan Ryan als geen ander. Ik probeer dat ook toe te passen in wedstrijden en steeds vaker lukt het. Maar ik kijk ook graag naar Phil Foden en ik ben altijd een groot fan van Lionel Messi geweest.”
Jouw vader Maurice Steijn, huidig trainer van Sparta, vergeleek jou eerder in Helden met Jari Litmanen en zei dat jij qua type voetballer een echte Ajax-speler bent.
“Onze zaakwaarnemer Rodger Linse en mijn vader zeggen al heel lang dat Jari Litmanen en ik gelijkenissen vertonen. Rodger zei dat al toen ik nog een klein ventje was. Ik probeerde beelden van hem te vinden. Op YouTube had ik wel wat gezien, maar daar stond niet heel veel op. Na lang zoeken kwam ik op een andere site terecht, Footballia.net, waar je heel veel oude wedstrijden kunt terugkijken.
"Zaakwaarnemer Rodger Linse en mijn vader zeggen al heel lang dat ik op Jari Litmanen lijk. Ik heb veel wedstrijden van hem teruggekeken en zag wel gelijkenissen"
Ik heb veel wedstrijden van Litmanen teruggekeken en zag inderdaad wel gelijkenissen, bij het diep lopen bijvoorbeeld. “Ik snap dus wat Roger en mijn vader bedoelen, maar Jari Litmanen staat nog een trapje hoger op de trede dan Sem Steijn, hoor.”
Heb je hem weleens ontmoet?
“Nee, dat zou ik graag een keer willen. Ik zou dolgraag een keer met hem het veld oplopen.”
Blonde vrouwen
Hoe was jij als jongetje?
“Een druk baasje, altijd in de weer met een bal. Als klein kind moesten mijn ouders de boel voor mij barricaderen. Ik klom continu op tafel om van alles te pakken. En ik liep dus altijd met een bal rond, van Beertje Paddington. Toevallig vertelde mijn moeder daar laatst over en liet een foto zien.”
Op je tiende werd je opgenomen in de jeugdopleiding van ADO Den Haag. Wanneer had jij door dat je beter was dan andere kinderen?
“Ik heb eerst bij GDA gespeeld in Den Haag en bij KMD in Wateringen. Daar werd ik gescout, we gingen met het hele gezin naar ADO. Op straat merkte ik dat kindjes bij mij in het team wilden. Ik mocht vaak met oudere jongens meedoen, omdat ik dingen met de bal deed die zij nog niet konden. Mijn vrienden hadden geen PlayStation of speelden er niet mee, wij waren altijd buiten. Laatst ben ik met mijn vriendengroep teruggegaan naar het pleintje om te voetballen. Ik werd herkend, maar er waren maar weinig kinderen op straat, dus we konden gewoon ons potje afmaken.”
Over jou werd lang gezegd dat je niet een megatalent was.
“Dat klopt, mensen hadden altijd twijfels over mij. Mijn achternaam speelde ook nog een rol. Ik heb altijd goals gemaakt, hoor, was elk jaar topscorer van de jeugdelftallen waarin ik speelde, maar was toch nooit het grote talent.”
Was jouw achternaam een lust of een last?
“Mijn achternaam voelde geregeld als een last, maar daardoor wilde ik juist aan mensen laten zien dat ik het eerste van ADO kon halen. Ik haalde er motivatie uit. Ik wilde laten zien dat ik beter was dan iedereen dacht. Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader.”
"Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader"
Hoe ging jouw vader daar mee om?
“Mijn ouders vonden het heel leuk voor me dat ik het goed deed. Ze waren er trots op dat ik bij ADO mocht voetballen. Ze zijn altijd het hele land doorgereisd om bij mij te kijken en dat doen ze nog steeds.”
Jouw vader was trainer bij ADO Den Haag, VVV-Venlo, Al-Wahda in Abu Dhabi, NAC,
Sparta, Ajax, en is nu weer trainer bij Sparta. Heeft hij daar tijd voor?
“Als Sparta en Twente niet tegelijk spelen, dan komt hij kijken.”
Toen jouw vader in 2014 hoofdtrainer werd in Venlo, bleef jij met jouw moeder Priscilla en zus Biba achter in Den Haag.
“Ik zat toen nog in de jeugdopleiding bij ADO en op school. Biba zat ook op school. Mijn vader reed drie jaar lang op en neer of sliep in hotels.”
In Helden vertelde hij dat het gezin ook een moeilijke tijd heeft gehad. In jouw jeugd overleed jouw opa, de vader van jouw moeder, aan zelfdoding. Jij en jouw zus werden daar pas jaren later van op de hoogte gesteld.
“Ik was heel jong toen dat gebeurde. In eerste instantie hebben mijn ouders ons inderdaad niks verteld. Jaren later vertelde mijn moeder het, ik was een jaar of twaalf. Ik kan me niet herinneren dat ik dat op dat moment als heel lastig heb ervaren. Ik was erg jong, maar voor mijn ouders en vooral voor mijn moeder blijft het een heel groot litteken.”
In 2018 tekende je jouw eerste profcontract, bij ADO. Jouw vader had verlengd bij VVV en jij werd verhuurd aan die club. Jullie verhuisden naar Venlo, het gezin was herenigd en je vader werd jouw trainer. Hoe was het dat jouw vader ook je trainer was?
“Ik heb een heel goede band met mijn vader en we kregen de kans om samen iedere dag op het veld te staan. Het was aan de ene kant dus heel mooi. Maar het was niet alleen maar rooskleurig. Ik was zestien, twijfelde ook veel in die tijd. Nam mijn vader mij er niet alleen bij omdat ik zijn zoon was? Was ik wel goed genoeg? Ik worstelde met die gevoelens. Soms zorgde dat voor aparte of vervelende situaties.”
Wat voor situaties waren dat?
“Het was niet zo dat ploeggenoten of anderen het vervelend von- den dat wij vader en zoon waren, hoor. Ik zat vooral mezelf in de weg. Maar ik kon het op voetbalgebied heel goed aan.”
En thuis bespraken jullie samen nog een keer de training of wedstrijd?
“In de jeugd deden we dat al. Dan had hij dingen gezien en bespraken we die na afloop. Ik had een soort privécoach, we spraken altijd over voetbal. Dat doen we nog steeds. We bellen na iedere wedstrijd en bespreken wat ik kan verbeteren.”
Jouw vader heeft jou laten debuteren in de beker, op 25 september 2018 tegen Westlandia en in de eredivisie drie maan- den later tegen Feyenoord. Er zijn weinig spelers die kunnen zeggen dat ze onder hun vader hun debuut hebben gemaakt.
“Daar staan we eigenlijk niet zo bij stil. We denken weleens aan die periode terug, hoor, hoe mooi het was om samen op het veld te staan. Net als dat we het nog geregeld hebben over het halve jaar daarna, toen we naar Al-Wahda gingen in Abu Dhabi. Een groot avontuur. Mijn vader en ik leefden twee maanden samen in een hotel, trainden iedere dag met elkaar, deden alles samen.
Na twee maanden kwamen de dames. Zij vonden het er ook leuk, voor Biba was het wel lastig. Ze voelden zich er wel vrij. Ze hoefden alleen een hoofddoek te dragen in de moskee. Mannen keken op straat wel geregeld op, omdat ze er niet zo vaak blonde vrouwen zien. Maar de mensen waren er heel respectvol, het respect was wederzijds.”
'Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader.'
Jouw vader werd daar na drie speelrondes al ontslagen...
“Tja, dat kan gebeuren. Dat weet je als je daar heen gaat.”
Jullie keerden weer terug naar Den Haag. Jij speelde er nog tweeënhalf seizoen, voordat je in 2022 een transfer maakte naar Twente. Voelde het moment dat jij het eerste haalde een beetje als een lange neus naar iedereen die aan jou twijfelde in de jeugd?
“Mijn laatste seizoen bij ADO maakte ik mijn debuut in het eerste, vanaf dat moment mocht ik alles spelen. Die lange neus kwam pas toen ik mijn contract naar Twente had verdiend.”
Had jij met jouw vader een stappenplan klaarliggen?
“Niet echt. Al wist ik heel sterk dat als Twente zou komen, ik daarvoor wilde gaan. Er waren meerdere clubs die zich hadden gemeld, maar ik wilde op Twente wachten. Ik was nog nooit in de Grolsch Veste geweest, maar had een heel sterk gevoel bij de club. Ik wist dat Twente een fanatieke aanhang had. En de stap van ADO naar Twente leek mij een goede.”
Xavi en Iniesta
Ron Jans was op dat moment trainer bij FC Twente en haalde jou.
“Het eerste jaar was een aanpassingsjaar. Ik heb dat jaar heel veel geleerd.”
Er werd jou in die tijd verteld dat je jouw kijkgedrag in het veld moest verbeteren.
“Ik heb er gesprekken over gevoerd met de trainer en ik ben er op vrije dagen ook mee aan de slag gegaan met Jeffrey de Visscher, de assistent-trainer, hoor. Maar ik wilde en zocht meer begeleiding. Ik was ook altijd al in het kijkgedrag geïnteresseerd, keek met verbazing naar middenvelders als Xavi en Andrés Iniesta. Ik snapte nooit hoe het kon dat ze zoveel tijd overhielden op het veld.”
En toen kwam dat verlossende filmpje op het Jeugdjournaal...
“Op het Jeugdjournaal zag ik een filmpje van iemand die in dat kijkgedrag gespecialiseerd was, die grote voetballers daarmee hielp. Er stond alleen geen naam bij. Ik kwam erachter dat het om Patrick Woerst ging, en benaderde hem. Hij begon met het analyseren van mijn wedstrijden om bepaalde patronen te achterhalen.
Patrick kijkt naar mijn gedrag voordat de bal onderweg is, op het moment dat de bal onderweg is en hoe mijn body positioning daarbij is. Sta ik ingedraaid waardoor ik tegenstanders beter kan zien? Voordat de bal naar mij wordt gespeeld, kan ik kijken waar de ruimtes zijn. Maar ik kan ook nog een keer over mijn schouder kijken als de bal wordt gespeeld. Klopt de situatie dan nog? Dat kun je heel makkelijk trainen door bijvoorbeeld een tennisbal tegen de muur te gooien, weg te kijken, en weer te vangen. We bespreken al mijn wedstrijden, hebben wekelijks contact. Inmiddels train ik al twee jaar met hem.”
Andere bekende voetballers als Ryan Gravenberch, Lutsharel Geertruida en Denzel Dumfries, trainen ook met hem en zijn ook lovend. Vragen ploeggenoten jou nooit om zijn nummer?
“Nee.”
Hoe vinden jouw trainers bij Twente het dat jij met hem traint?
“Ze zijn ervan op de hoogte en vinden het prima. Die denken waarschijnlijk: Sem wordt er beter van, dus doe maar.”
Naast Patrick Woerst riep je ook de hulp in van Ruud van Nistelrooij. Hoe kwam dat tot stand?
“Ruud en ik hebben dezelfde zaakwaarnemer. Als kind keek ik daardoor altijd al naar Ruud en mijn vader zei ook altijd: ‘Let op de trap van Van Nistelrooij.’ Het was eigenlijk Ruuds idee. Hij had gezegd: ‘Ik heb een kwartiertje met Sem nodig.’ Dat hoefde je mij geen twee keer te zeggen. Ik heb twee keer met Ruud getraind, voordat hij in november vorig jaar trainer van Manchester United werd. Hij rolde een paar ballen naar me toe, keek gedetailleerd naar mijn trap, en gaf tips.”
Heb je nu nog weleens contact met hem?
“Af en toe. Hij appte me in februari nog voor de wedstrijd tegen Heerenveen, die in 3-3 eindigde. Hij schreef dat hij ging kijken en wenste me succes. En in mei vorig jaar kwam hij kijken tegen Volendam. Het werd 7-2 en ik scoorde drie keer. Er is een leuk shot dat hij met mijn vader op de tribune stond te juichen en ze elkaar een knuffel gaven.”
Jij komt in het veld, maar ook erbuiten, heel steady over. Heb jij nu nog weleens twijfels, ervaar jij weleens druk?
“Eigenlijk nooit. Ik ben nooit zenuwachtig voor een wedstrijd. Een van de weinige keren dat ik dat wel was, was in de Europa League, uit tegen Manchester United in september vorig jaar.”
Moet je dan tien keer naar de wc voordat je het veld op gaat?
Lachend: “Dat moet ik sowieso. Ik was in de bus ernaartoe meer gespannen dan normaal. Gelukkig was het snel over. Eén keer eerder heb ik dat gehad, bij mijn debuut in de Grolsch Veste. O ja, en voor mijn schoolexamen.”
Heb je dat wel gehaald?
“Ja, na de mavo ben ik gestopt, omdat we naar Abu Dhabi gingen. Ik had niet zoveel moeite met school, was geen vervelende leerling. Ik wilde het gewoon halen, zodat ik ervan af was. Ik was ook daarin best gedreven. En na de mavo wist ik: ik ga slagen als voetballer.”
Je klinkt een beetje als de ideale schoonzoon...
Lachend: “Nou, dat ben ik niet, hoor.”
Wat is jouw rauwe randje dan?
“Ik kan soms misschien wat opvliegerig zijn.”
Botte dingen
Analisten spreken lovend over jou. Ibrahim Afellay riep in december al dat jij de beste speler was van de eerste seizoenshelft. Pierre van Hooijdonk zei dat jij de beste traptechniek hebt van de hele eredivisie. Maar er is ook kritiek geweest op jouw voet- ballend vermogen. Krijg jij die commentaren mee?
“Ik kijk er niet bewust naar, maar krijg het wel mee. Ik hoor en zie het voorbijkomen als er iets over mij is gezegd, op Instagram bijvoorbeeld.”
Veel voetballers hebben een beetje een haat-liefdeverhouding met de aandacht die ze krijgen. Hoe is dat bij jou?
“Ik heb ook weleens momenten gehad dat ik mijn Instagram eraf heb gegooid omdat ik er even geen zin meer in had. Ik hoef niet in de spotlights te staan. Of het nou positief of negatief is wat er gezegd wordt, ik heb liever dat er over anderen gesproken wordt dan over mij.”
Ben je terughoudender geworden door de periode waarin jouw vader trainer was van Ajax, van juli 2023 tot zijn ontslag eind oktober 2023, en er als gezin veel op jullie af kwam?
“Misschien een beetje. Ik was als voetballer al redelijk bekend, omdat het goed ging bij Twente. Maar voor Biba veranderde er veel. Zij ging in een dag van tweeduizend volgers op Instagram naar dertigduizend en kwam ineens op allerlei sites te staan. Het gezin werd wat bekender en daar zaten we allemaal niet op te wachten.”
Toenmalig technisch directeur Sven Mislintat en jouw vader lagen niet op één lijn. Jouw vader kreeg met spelers te maken waar hij niet per se voor gekozen had. Zien jullie het als pure pech dat het niet is gelukt?
“Als trainer kan het altijd fout gaan bij een club. Mijn vader is daar heel reëel in. Bij Ajax is het alleen niet op zijn manier fout gegaan, niet op de manier hoe hij dingen voor zich zag. Als hij de spelers had gekregen die hij wilde hebben en het was dan niet gelukt, dan had hij daar vrede mee kunnen hebben. Nu niet. Ik had het er ook wel moeilijk mee.”
Werd jij daarmee geholpen door de club?
“Ik had het zelf in die periode niet eens door dat ik er zo erg mee bezig was. Bij de club hadden mensen het wel door, soms werd er gezegd: ‘Sem, kom even mee en ga eens even zitten.’ Dat was heel fijn. Ook ploeggenoten toonden veel begrip.”
Wat raakte jou het meest?
“Dat er zulke botten dingen werden gezegd en geschreven in de media. Ik belde hem elke dag, wist wat er gaande was en wat wel en niet klopte.”
Is het binnen het gezin nog een pijnlijk dossier?
“Het was een droom dat mijn vader trainer werd van Ajax. Het is doodzone als je bedenkt hoe mooi het had kunnen worden. Maar het is allang afgesloten voor ons. Mijn vader gunt Ajax het beste en andersom ook. Onlangs was hij met mijn moeder twee dagen in Amsterdam. Dan komen mensen het terras af om met hem op de foto te gaan. Hij heeft nog steeds een warm gevoel bij Amsterdam en de club. Ook als hij in het stadion komt, wordt er leuk op hem gereageerd.”
Meer lezen?
Givairo Read: 'Dit is pas het begin'
Bart Nieuwkoop: 'Ik wil ook gewoon voetballen'