Zeventien Nederlanders droegen in de Tour de France ooit het tricot waar elke wielrenner van droomt: de gele trui. Van hen zijn er nog dertien in leven en poseerden er twaalf voor onze camera. Vandaag: Jacques Hanegraaf.
14 DECEMBER 1960, 2 DAGEN IN HET GEEL
“De Ronde van Italië en Ronde van Spanje zijn heel mooi, maar de Tour kun je gewoon niet vergelijken met andere wedstrijden, die is van een ander niveau. Ik maakte in 1984 eindelijk mijn debuut in de Tour de France. Het werd een fantastisch debuut, want na afloop van de tweede etappe mocht ik al de gele trui aantrekken. Ook de dag erna mocht ik de gele trui nog dragen, omdat Kwantum als vijfde was geëindigd in de ploegentijdrit. Daarna was de vreugde
voorbij en nam ploeggenoot Adrie van der Poel de gele trui van mij over.
Ik heb een van mijn gele tricots bewaard. Ik heb de herinneringen in mijn hoofd en dat ik hem heb gewonnen is een feit, om dat te bewijzen heb ik de gele trui niet per se nodig. Achter die bewaarde gele trui zit wel een mooi verhaal. Ik mocht ’m dragen op een regenachtige dag en na afloop van de etappe was de trui dan ook helemaal vies en zeiknat. Toen ik op mijn hotelkamer was, kwam mijn schoonvader binnen. Hij pakte de trui van de grond, nam hem mee naar huis en heeft hem toen heel mooi ingelijst. Had ik thuis dus een ingelijste vieze, natte trui.”