Na 248 wedstrijden zit de interlandcarrière van recordinternational Sherida Spitse erop. Ze speelde haar laatste interland, een oefenwedstrijd tegen Canada, in oktober in Nijmegen (1-0 winst). Sherida verliet het veld in de 48ste minuut onder luid applaus en met een erehaag van haar medespeelsters.
Sherida maakte haar Oranjedebuut in 2006, op zestienjarige leeftijd. Ze gaf het Nederlands elftal, als jarenlange aanvoerster, kleur. Eerder in Helden zei ze over haar ontwikkeling: “Bij het EK van 2009 zat ik op de bank, heb ik vooral heel veel warmgelopen. Ik was achttien, keek goed om me heen en moest mijn job doen. Uiteindelijk werd ik basisspeelster, maar ik voelde de opdracht om me wel te blijven ontwikkelen. Omdat het Nederlandse vrouwenvoetbal ook met sprongen vooruitging. Ik moest mee.”
Sherida was er ook bij toen de Oranjevrouwen in 2015 voor het eerst meededen aan het WK. Net als twee jaar later, toen in Utrecht de Europese titel werd veroverd. In 2019 won ze WK-zilver. Maar teleurstelling was er ook. Door een knieblessure miste Sherida de Spelen van 2021 in Tokio. En op haar laatste EK, vorige zomer, werd Oranje al in de poulefase uitgeschakeld. Bijna twee decennia lang was ze een van de belangrijke gezichten van het vrouwenvoetbal. Ze heeft niet alleen de sport zien veranderen, Sherida wás de sport.

