Word abonnee

Wielrennen

Lorena Wiebes: ‘Elk huisje heeft zijn kruisje’

Martijn Gijsbertsen

Wielrennen

Lorena Wiebes: ‘Elk huisje heeft zijn kruisje’

door: Marlies van Cleeff
30 juli 2020
13 tot 18 minuten lezen

Lorena Wiebes (21) brak vorig jaar definitief door. De wielrenster werd onder meer Nederlands kampioen op de weg, won de Europese Spelen en maakte deze zomer de overstap naar Team Sunweb. Privé kreeg ze daarentegen het nodige te verduren. “Mijn broer was jarenlang zwaar verslaafd aan cocaïne.”

“Als gezin deden we toen ik klein was vaak leuke dingen met elkaar. We stonden langs de lijn als mijn broer moest voetballen, gingen gezellig met z’n vieren op vakantie. Enrico is zes jaar ouder dan ik, ik keek best tegen hem op. Toen hij het uitgaansleven ontdekte, ging het langzaam de verkeerde kant op. Het begon met drank. Als hij zijn verjaardag vierde, moesten er tientallen flessen sterke drank worden gehaald. Of hij kwam op z’n zestiende na het stappen pas om 5 uur ‘s ochtends thuis.

Toen kwam de drugs in zijn leven. Het begon met blowen, daarna stapte hij over op cocaïne. Mijn moeder vond geregeld van die envelopjes in zijn kamer. Enrico zei dat het van vrienden was, maar dat geloofden mijn ouders na een tijdje ook niet meer. Je zag het aan zijn ogen als hij had gebruikt. Enrico bleef ondertussen ontkennen.

Het ging echt fout toen mijn opa tien jaar geleden overleed. Wij denken dat hij vanaf dat moment alleen maar meer is gaan gebruiken om zijn verdriet te onderdrukken. Hoe erg het was, besefte ik toen niet. Ik was elf en voor mij was de situatie met mijn broer bijna ‘normaal’ geworden. Het lastigst vond ik dat mijn ouders vaak ruzie kregen over hoe ze het aan moesten pakken met Enrico. Als ik een weekend weg was geweest voor het wielrennen, vroeg ik me altijd af wat ik thuis aan zou treffen…

Als ík ergens mee zat, dan liet ik dat niet merken. ‘Je bent net je broer,’ riep m’n moeder als ze zag dat er iets was. Ik ben net als Enrico geen prater. Mijn vrienden op school vertelde ik niet over hem. De meiden in het juniorenpeloton wisten niet eens dat ik een broer had. Elk huisje heeft zijn kruisje.”

Tekst gaat verder onder de foto

Lorena Wiebes

‘Ik besloot mee te werken aan het tv-programma verslaafd. In mei vorig jaar kwamen ze hier thuis filmen voor de interventie’

M’n vader gooide op een dag Enrico het huis uit. Hij en mijn broer kregen weer eens ruzie en Enrico smeet toen het glas van de voordeur eruit. Dat was voor m’n vader de druppel. Hij deed ook meteen aangifte bij de politie tegen m’n broer. Enrico belde daarna vaak aan als m’n ouders er niet waren. Ik vond dat zo rot. Ik liet hem dan maar binnen, wist ook niet wat ik moest doen.

Of hij sliep op twee tuinstoelen in de tuin als m’n ouders thuis waren. Werd ik ‘s ochtends wakker en zag ik hem liggen. Dan deden we maar de gordijnen dicht. M’n broer heeft ook nog een tijdje bij mijn nicht Ivy gewoond, maar zij had twee jonge kinderen, dus dat ging op een gegeven moment ook niet meer. Enrico beloofde uiteindelijk beterschap en ging naar een afkickkliniek in Maastricht. Daar werd hij weggestuurd, daarna heeft hij in Utrecht een tijd op straat geleefd.

Op en dag zagen we hem op tv. Immanuelle Grives, later zelf veroordeeld wegens drugsbezit en -handel op een festival in België, maakte een programma over zwervers en een van hen was m’n broer. Ze had ons vooraf ingelicht dat ze ook Enrico gevolgd hadden, maar het was heel heftig om te zien hoe hij leefde en hoe hij eruitzag. We zagen dat hij van die slimme zwerverstrucjes wist. Had hij ontdekt dat je op het centraal stadion van Utrecht computergames kon uitproberen en ging hij daar een dag lang op de PlayStation spelen.

Enrico moest ondertussen natuurlijk aan die troep komen. Hij werkte vaak wel ergens, leende ook geld. Ik weet dat hij schulden had. Mijn vader moest nog een keer helpen. Hij had geld geleend van niet zomaar iemand en Enrico kneep hem toen flink.

Mijn ouders hadden nog wel contact met m’n broer. Ze maakten de afspraak dat hij op maandagen kon komen eten. Soms was ik er toevallig dan ook. Ik weet nog dat een goede vriendin en oud-ploeggenootje van Parkhotel, Esther van Veen, met haar vriend mee at. Ik schaamde me dood voor Enrico. Hij zag er zo onverzorgd uit. Meestal zorgde ik er op maandag voor dat ik ging kickboksen, zodat ik hem niet hoefde te zien. Ik wilde geen contact meer met hem, zag wat hij mijn ouders aandeed. Voor mij bestond m’n broer niet meer, in mijn ogen waren we een gezin van drie. Ik vond in het wielrennen mijn uitlaatklep. Als ik ergens een wedstrijd had, gingen m’n ouders ook geregeld mee, zo waren ze er meteen een weekendje uit.

Mijn nicht Ivy kwam ons op een avond vertellen dat ze Enrico had opgegeven voor het RTL-programma Verslaafd. Ik twijfelde heel sterk of ik mee wilde doen. Wat gaan andere mensen wel niet van me denken, dacht ik. Maar ze zeiden dat het heel belangrijk was dat ik erbij was, vooral bij de interventie.

Ik besloot mee te werken nadat ik goede gesprekken met begeleiders van mijn ploeg Parkhotel Valkenburg had gevoerd. In mei vorig jaar kwamen ze hier thuis filmen voor de interventie. Gelukkig wilde Enrico meewerken. We merkten dat hij er eindelijk echt klaar voor was om af te kicken.

M’n broer werd opgenomen in een kliniek en hij en ook mijn ouders werden begeleid. Na terugkomst is mijn broer naar een zogenaamd safe housegegaan en inmiddels woont hij onder begeleiding op zichzelf in Rotterdam. Hij is nu een jaar clean en wordt langzaam klaargestoomd om terug te keren in de maatschappij. M’n moeder belt Enrico drie keer per week. Soms neemt hij zijn telefoon niet op, dan maakt ze zich meteen zorgen. Gaat het wel goed met hem, zit hij wel lekker in zijn vel? Of heeft hij weer wat te verbergen?

Onlangs werd Enrico 27. Mijn ouders hadden hem opgehaald en we vierden thuis zijn verjaardag met mijn oma, oom en tante, Ivy en haar man Wesley en de kinderen. Op die momenten accepteer ik dat hij er weer is en is het ook gezellig. Ook omdat ik weet dat het nu goed gaat en hij niet gebruikt, want hij krijgt nog geregeld onverwachte drugstesten. De verslavingscoach van het tv-programma, Maarten Dammers, zei: ‘Eens een verslaafde, altijd een verslaafde.’

Ik weet dat Enrico heel trots op me is. Vorig jaar na een gewonnen wedstrijd feliciteerde hij me. Zelfs toen hij nog gebruikte, wilde hij mijn wedstrijden zien. Maar onze band is niet zomaar hersteld, daarvoor is er te veel gebeurd. Enrico vindt het denk ik ook nog lastig om ons weer toe te laten in zijn leven. Mij belt hij niet, ik hem ook niet. We sturen elkaar ook geen berichtjes. Als mijn ouders naar hem toe gaan, ga ik soms mee. Dan fiets ik naar Rotterdam en fietst mijn vader met me mee terug. Als we hem dan weer hebben gezien, zijn mijn ouders ook weer gerustgesteld.

Topsport is eigenlijk ook eens soort verslaving. De liefde voor wielrennen heb ik van m’n vader meegekregen. Hij heeft vroeger veel triatlons gedaan en is later gaan wielrennen. M’n vader nam mij als achtjarig meisje al mee naar onze club, UWTC in Uithoorn. Bij de Decathlon hadden we een kleine BMX gekocht, zodat ik aan crosswedstrijdjes van de club mee kon doen. Onze fietsenmaker had al snel door dat ik talent had. Hij riep tegen m’n vader dat ik de nieuwe Marianne Vos was. Dat vond ik mooi, want Marianne was vroeger echt mijn voorbeeld. Jaren geleden ben ik zelfs nog eens met haar op de foto gegaan na een cross. Ik trainde vroeger ook met m’n vader. Dan ging ik lekker in z’n wiel zitten. Hij heeft ook weleens geprobeerd mijn broer op de fiets te krijgen, maar dat is hem nooit gelukt.

Het veldrijden trok me altijd meer dan de weg. Nog steeds doe ik graag mee aan crossen in de winter. Mijn eerste wegwedstrijd reed ik pas zo’n zes jaar geleden: de Wielerronde van ‘t Maaskantje, bekend van de film New Kids.

Voor school had ik geen interesse, ik wilde me op het wielrennen focussen. Ik was vroeger one of the guys. Je zag mij nooit in een jurkje. Feestjes sloeg ik in die tijd altijd over of ik ging op tijd naar huis. En daarna werd ik niet meer uitgenodigd. Het uitgaansleven interesseerde me sowieso niet. Misschien kwam dat ook door mijn broer. Enrico was het voorbeeld om juist niet aan de drank en drugs te gaan en gaf me een extra stimulans om me vol op het wielrennen te richten.

Dat het zo snel zou gaan met me, had ik niet verwacht. Vorig jaar was geweldig. Mijn nationale titel vind ik het mooist. De meiden van Parkhotel Valkenburg reden allemaal voor mij, het was mooi dat ik het af kon maken en toprensters als Marianne Vos, Amy Pieters, Annemiek van Vleuten en Ellen van Dijk achter me kon laten in de sprint. De Europese Spelen in Minsk waren ook heel gaaf. Anna van der Breggen, Chantal Blaak, Marianne en Amy waren er ook bij en hielpen mij aan de overwinning. En in september pakte ik bij de Boels Ladies Tour nog twee overwinningen en ik werd tweede in het algemeen klassement. Ik sloot 2019 af met vijftien zeges en als nummer één op de wereldranglijst. Bizar.

De overstap naar Team Sunweb, afgelopen juni, had best wat voeten in de aarde. In de winter wilde ik graag weg bij Parkhotel, ik had er tweeënhalf jaar voor gereden. Het was voor mijn ontwikkeling beter als ik naar een andere ploeg zou gaan, ik heb het prima naar m’n zin gehad bij Parkhotel, maar ik zag de ploeg meer als opleidingsteam. Interesse van andere ploegen was er genoeg, maar Parkhotel hield me aan mijn contract.

Op het moment dat ik met de nationale selectie begin januari in het vliegtuig stapte naar Grand Canaria voor een trainingskamp, kreeg ik te horen dat ze een kort geding tegen me zouden aanspannen. De leiding van Parkhotel en mijn manager André Boskamp zijn er gelukkig uitgekomen voordat de zaak voor de rechter kwam. Ik zou nog een half jaar bij Parkhotel blijven en daarna was ik vrij om naar een andere ploeg te gaan. Dat was een enorme opluchting. Tot dat moment was mijn motivatie ver te zoeken. Ik had meer zin om naar de kickboksschool te gaan, dan om op mijn fiets te stappen. De ring trok me meer dan een koers en ik heb er serieus over nagedacht om te stoppen met wielrennen.

Ik was ook boos op Parkhotel, dacht: waarom laat je iemand niet gaan die weg wil? Nu begrijp ik hun keuze wel. Contract is contract. En de ploeg had mijn UCI-punten nodig zodat ze mochten starten in de World Tour- wedstrijden. Mijn ploeggenoten van Parkhotel snapten mijn keuze, maar vonden het ook moeilijk. Hun doel, om mij in wedstrijden te helpen aan de overwinning, viel ineens weg. Juist voor hen gaan er nu ook deuren open. Ik zei: nu kun je voor je eigen kansen gaan en zelf proberen te winnen.

Door het coronavirus heb ik nauwelijks nog wedstrijden gereden dit jaar. Helaas moest ik via Whatsapp op 1 juni afscheid nemen van mijn ploeggenoten van Parkhotel Valkenburg. Eerder mocht ik het vanwege de UCI-regels ook niet vertellen. Er is geen haat en nijd, het contact tussen mij en Parkhotel is prima. We zijn goed uit elkaar gegaan.

Mijn grote doel is goud winnen op de Olympische Spelen in 2024 in Parijs, als het parcours daar mij ligt tenminste. Ik ben meer een sprinter dan een klimmer, moet me daarom vooral op vlakke koersen focussen en de voorjaarsklassiekers, met alleen korte klimmetjes.

Het parcours van de Spelen in Tokio volgend jaar past helaas niet bij me. Bovendien zijn er maar vier plekken. Annemiek van Vleuten, Anna van der Breggen, Marianne Vos, Chantal Blaak; stuk voor stuk supersterke dames. Volgend jaar wil ik graag het WK rijden. En ik hoop dat we bij La Course nog een keer mogen finishen op de Champs Élysées. Dat zou dit jaar het geval zijn, maar vanwege de coronapandemie gaat dat niet door. Mijn ouders, oom en tante en broer zouden dit jaar komen kijken op de Champs Élysées. Daar keek vooral mijn broer echt naar uit. Ik hoop dat het volgend jaar gaat gebeuren en anders tijdens de Spelen in 2024. Het is een droom om in Parijs met m’n vader, moeder, en broer een gouden medaille te kunnen vieren.”

Helden Magazine 53

Het verhaal van Lorena Wiebes komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde.

Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’

Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic én blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan.

Ook ging Helden langs bij de familie van den Goorbergh. Zonta van den Goorbergh wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorberght, treden. De pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: