Word abonnee
Meer

Tour de France

Prognose etappe 5: Remco Evenepoel wint de eerste tijdrit

De eerste vier etappes van de Tour gingen niet helemaal zoals Remco Evenepoel had gehoopt. Hij miste de slag in rit één, toen er waaiers ontstonden. Hij viel ook al en kon in etappe vier op hangen en wurgen mee met de groep favorieten. Vandaag kan de Belgische kopman van Soudal Quick-Step een flink deel van zijn achterstand goedmaken. Op voorhand dacht iedereen dat Evenepoel in de 33 kilometer tellende tijdrit met start en finish in Caen het geel zou gaan pakken. Ga maar na: Evenepoel won de afgelopen jaren zo’n beetje elke vlakke tijdrit die hij reed, is regerend wereld- en olympisch kampioen tijdrijden. Maar na vier ritten heeft hij al een achterstand van 58 seconden op gele truidrager Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar, op wie hij dezelfde achterstand heeft. Op Jonas Vingegaard moet hij vijftig tellen goedmaken. Die achterstand heeft hij hoofdzakelijk opgelopen in de waaieretappe. De tijdrit voert over vlakke, brede wegen. Het is een parkoers zoals Evenepoel hem gewenst zou hebben. In het Critérium du Dauphine won hij met een voorsprong van twintig seconden op nummer twee Vingegaard. Pogacar verloor op 11 juni dit jaar zelfs 48 tellen. Als je dan bedenkt dat die tijdrit slechts zeventien kilometer lang was en over glooiender terrein ging, dan is het te begrijpen dat Evenepoel na rit vier vertelde dat hij zijn gele droom nog niet heeft opgegeven. Ook is het nog interessant om naar de eerste tijdrit in de Tour van 2025 te kijken. Evenepoel won in Gevrey-Chambertin. Hij was na 25,3 kilometer – het parkoers was iets zwaarder dan deze tijdrit - slechts twaalf tellen sneller dan Pogacar. Vingegaard, die amper hersteld was van zijn zware crash in het voorjaar, was toen 37 seconden langzamer. Het zal waarschijnlijk een secondespel worden wat betreft de gele trui. Op meerdere vlakken. Het verschil tussen Pogacar en Vingegaard bedraagt slecht acht seconden. En brengt de gele trui bij Van der Poel, toch al een heel behoorlijke tijdrijder, extra krachten naar boven? Afgaande op de Dauphiné denken wij toch dat Vingegaard het geel pakt. De kanshebbers van Helden *** Remco Evenepoel ** Jonas Vingegaard *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21420" align="alignnone" width="1024"] Getty Images[/caption]
De eerste vier etappes van de Tour gingen niet helemaal zoals Remco Evenepoel had gehoopt. Hij miste de slag in rit één, toen er waaiers ontstonden. Hij viel ook al en kon in etappe vier op hangen en wurgen mee met de groep favorieten. Vandaag kan de Belgische kopman van Soudal Quick-Step een flink deel van zijn achterstand goedmaken. Op voorhand dacht iedereen dat Evenepoel in de 33 kilometer tellende tijdrit met start en finish in Caen het geel zou gaan pakken. Ga maar na: Evenepoel won de afgelopen jaren zo’n beetje elke vlakke tijdrit die hij reed, is regerend wereld- en olympisch kampioen tijdrijden. Maar na vier ritten heeft hij al een achterstand van 58 seconden op gele truidrager Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar, op wie hij dezelfde achterstand heeft. Op Jonas Vingegaard moet hij vijftig tellen goedmaken. Die achterstand heeft hij hoofdzakelijk opgelopen in de waaieretappe. De tijdrit voert over vlakke, brede wegen. Het is een parkoers zoals Evenepoel hem gewenst zou hebben. In het Critérium du Dauphine won hij met een voorsprong van twintig seconden op nummer twee Vingegaard. Pogacar verloor op 11 juni dit jaar zelfs 48 tellen. Als je dan bedenkt dat die tijdrit slechts zeventien kilometer lang was en over glooiender terrein ging, dan is het te begrijpen dat Evenepoel na rit vier vertelde dat hij zijn gele droom nog niet heeft opgegeven. Ook is het nog interessant om naar de eerste tijdrit in de Tour van 2025 te kijken. Evenepoel won in Gevrey-Chambertin. Hij was na 25,3 kilometer – het parkoers was iets zwaarder dan deze tijdrit - slechts twaalf tellen sneller dan Pogacar. Vingegaard, die amper hersteld was van zijn zware crash in het voorjaar, was toen 37 seconden langzamer. Het zal waarschijnlijk een secondespel worden wat betreft de gele trui. Op meerdere vlakken. Het verschil tussen Pogacar en Vingegaard bedraagt slecht acht seconden. En brengt de gele trui bij Van der Poel, toch al een heel behoorlijke tijdrijder, extra krachten naar boven? Afgaande op de Dauphiné denken wij toch dat Vingegaard het geel pakt. De kanshebbers van Helden *** Remco Evenepoel ** Jonas Vingegaard *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21420" align="alignnone" width="1024"] Getty Images[/caption]

Tour de France

Prognose etappe 4: Weer Van der Poel

Gerrit Solleveld, Jan Raas en Fedor den Hertog wonnen ooit in Rouen. Als de Tour de hoofdstad van Normandië aandeed, draaide het vaak uit op een massasprint, maar dat lijkt vandaag uitgesloten. In de vierde etappes, een heuvelrit van 173 kilometer die voert van Amiens naar Rouen, is opnieuw aan de punchers, de mannen die zondag ook de tweede rit kleurden. Goed nieuws dus voor Mathieu van der Poel. Die zondag zijn tweede Tour-etappe won en net als in de tweede rit in 2021 de gele trui veroverde. MVDP liet eerder weten dat de Tour niet zijn favoriete koers is, omdat hij daarin doorgaans te weinig kansen heeft op succes. Voor de echte bergritten is hij niet gemaakt en in de vlakke etappes zijn de sprintersploegen oppermachtig. Dus was hij voorgaande jaren - met succes - vooral meesterknecht van ploeggenoot en sprinter Jasper Philipsen, die gisteren na een harde val en in de groene trui de Tour moest verlaten met onder andere een gebroken sleutelbeen en rib. Dit jaar heeft de organisatie veel meer rekening gehouden met renners als Van der Poel. Vooral de finale belooft spektakel. Op iets meer dan twintig kilometer van de streep ligt de Côte de Bonsecours (900 meter tegen 7,2 procent). Op vijftien kilometer van de meet begint de Côte de Grand Mare (1,8 kilometer à 5 procent) en op iets meer dan zes kilometer van de finish is de Rampe Saint-Hilaire (900 meter tegen 10, 6 procent). De laatste kilometer loopt net als in etappe 2 met gemiddeld 5 procent omhoog. De kanshebbers vandaag zijn dezelfde als in rit twee, met titanen Van der Poel en Tadej Pogacar als topfavorieten. Niet alleen de ritzege staat op het spel, maar misschien ligt ook de gele trui voor het grijpen voor het geval Van der Poel geklopt wordt. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard
Gerrit Solleveld, Jan Raas en Fedor den Hertog wonnen ooit in Rouen. Als de Tour de hoofdstad van Normandië aandeed, draaide het vaak uit op een massasprint, maar dat lijkt vandaag uitgesloten. In de vierde etappes, een heuvelrit van 173 kilometer die voert van Amiens naar Rouen, is opnieuw aan de punchers, de mannen die zondag ook de tweede rit kleurden. Goed nieuws dus voor Mathieu van der Poel. Die zondag zijn tweede Tour-etappe won en net als in de tweede rit in 2021 de gele trui veroverde. MVDP liet eerder weten dat de Tour niet zijn favoriete koers is, omdat hij daarin doorgaans te weinig kansen heeft op succes. Voor de echte bergritten is hij niet gemaakt en in de vlakke etappes zijn de sprintersploegen oppermachtig. Dus was hij voorgaande jaren - met succes - vooral meesterknecht van ploeggenoot en sprinter Jasper Philipsen, die gisteren na een harde val en in de groene trui de Tour moest verlaten met onder andere een gebroken sleutelbeen en rib. Dit jaar heeft de organisatie veel meer rekening gehouden met renners als Van der Poel. Vooral de finale belooft spektakel. Op iets meer dan twintig kilometer van de streep ligt de Côte de Bonsecours (900 meter tegen 7,2 procent). Op vijftien kilometer van de meet begint de Côte de Grand Mare (1,8 kilometer à 5 procent) en op iets meer dan zes kilometer van de finish is de Rampe Saint-Hilaire (900 meter tegen 10, 6 procent). De laatste kilometer loopt net als in etappe 2 met gemiddeld 5 procent omhoog. De kanshebbers vandaag zijn dezelfde als in rit twee, met titanen Van der Poel en Tadej Pogacar als topfavorieten. Niet alleen de ritzege staat op het spel, maar misschien ligt ook de gele trui voor het grijpen voor het geval Van der Poel geklopt wordt. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard

Tour de France

Prognose etappe 3: Sprintersbal in Duinkerke

In 1995 sprintte Jeroen Blijlevens naar de winst in Duinkerke en het is zo goed als zeker dat het vandaag opnieuw sprinten geblazen wordt. De derde etappe van de Tour de France start in Valencienes en eindig na 172 hoofdzakelijk vlakke kilometers in de havenplaats aan de Noordzee. Mathieu van der Poel won op zondag zijn tweede Tour-etappe en veroverde net als in 2021 de gele trui in de tweede rit van de Tour. Zijn trui komt normaal gesproken niet in gevaar in de tweede etappe. Op dertig kilometer van de streep is de Côte de Cassel (2,3 kilometer tegen 4,5 procent) het enige klimmetje van de dag. Voor renners van de kleinere ploegen is het vandaag een kans om in beeld te rijden en de sponsor blij te maken, maar als Duinkerke nadert zullen de sprinterstreinen geformeerd worden en het tempo opgevoerd worden. Het wordt dringen in de laatste kilometers om voorin te komen en blijven, dus het risico op valpartijen is opnieuw groot. Jasper Philipsen - nog steeds drager van de groene trui - won etappe 1 en Tim Merlier en Jonathan Milan waren de grote verliezers van de eerste rit. Zij zullen vandaag wat recht willen zetten, aangezien zij na vandaag een aantal dagen moeten wachten voordat er een nieuwe kans voor een massasprint komt. De kanshebbers van Helden *** Jonathan Milan ** Jasper Philipsen * Tim Merlier [caption id="attachment_21391" align="alignnone" width="2560"] Getty Images[/caption]
In 1995 sprintte Jeroen Blijlevens naar de winst in Duinkerke en het is zo goed als zeker dat het vandaag opnieuw sprinten geblazen wordt. De derde etappe van de Tour de France start in Valencienes en eindig na 172 hoofdzakelijk vlakke kilometers in de havenplaats aan de Noordzee. Mathieu van der Poel won op zondag zijn tweede Tour-etappe en veroverde net als in 2021 de gele trui in de tweede rit van de Tour. Zijn trui komt normaal gesproken niet in gevaar in de tweede etappe. Op dertig kilometer van de streep is de Côte de Cassel (2,3 kilometer tegen 4,5 procent) het enige klimmetje van de dag. Voor renners van de kleinere ploegen is het vandaag een kans om in beeld te rijden en de sponsor blij te maken, maar als Duinkerke nadert zullen de sprinterstreinen geformeerd worden en het tempo opgevoerd worden. Het wordt dringen in de laatste kilometers om voorin te komen en blijven, dus het risico op valpartijen is opnieuw groot. Jasper Philipsen - nog steeds drager van de groene trui - won etappe 1 en Tim Merlier en Jonathan Milan waren de grote verliezers van de eerste rit. Zij zullen vandaag wat recht willen zetten, aangezien zij na vandaag een aantal dagen moeten wachten voordat er een nieuwe kans voor een massasprint komt. De kanshebbers van Helden *** Jonathan Milan ** Jasper Philipsen * Tim Merlier [caption id="attachment_21391" align="alignnone" width="2560"] Getty Images[/caption]

Tour de France

Prognose etappe 2: Mathieu van der Poel gaat voor geel

Jasper Philipsen pakte gisteren in de eerste etappe van de Tour de France de zege, de gele trui én de groene trui. Mathieu van der Poel, zijn ploeggenoot bij Alpecin-Deceuninck, fungeerde niet voor het eerst als meesterknecht. Vandaag, in de tweede etappe van de Tour van 2025, is het aan de MVDP zelf. Hij won in 2021 de tweede etappe van de Tour en greep de gele trui. Dat zou vandaag ook zomaar kunnen gebeuren. De etappe is in elk geval gemaakt voor punchers, explosieve renners die goed een klimmetje kunnen verteren en ook nog een behoorlijke sprint in huis hebben. In de tweede rit, de langste etappe van deze Tour, krijgen de renners 2100 hoogtemeters voorgeschoteld. Na vertrek uit Lauwin-Planque voert het eerste deel van de 209 kilometer lange etappe over glooiend terrein in de richting van het Nauw van Calais en finishplaats Boulogne-Sur-Mer. Na honderd kilometer wacht de Côte de Cavron-Saint-Martin (1,2 kilometer à 5,6 procent) en na 179 kilometer de Côte du Haut Pichot (1 kilometer tegen 10,3 procent). In de laatste tien kilometer wordt vuurwerk verwacht. Op de Côte de Saint-Étienne-au-Mont (900 meter tegen een stijgingspercentage van 10,8 procent) en de Côte d’Outreau (800 meter tegen 7,9 procent) zullen de punchers proberen alle sprinters te lozen. Na het laatste klimmetje is het nog iets meer dan vijf kilometer naar de streep. De slotkilometer loopt met vijf procent omhoog. Naast MvdP zijn Wout van Aert  en Biniam Girmay vandaag kanshebbers. En wat te denken van alleskunner Tadej Pogacar? Wellicht wil hij vandaag al kostbare seconden pakken op Jonas Vingegaard, met de gele trui als bonus. Onze inschatting is dat Mathieu van der Poel zijn twee etappezege in de Tour pakt en net als in 2021 de gele trui pakt. De progmose van Helden:  *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21365" align="alignnone" width="2176"] Foto door: Getty Images[/caption] Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.
Jasper Philipsen pakte gisteren in de eerste etappe van de Tour de France de zege, de gele trui én de groene trui. Mathieu van der Poel, zijn ploeggenoot bij Alpecin-Deceuninck, fungeerde niet voor het eerst als meesterknecht. Vandaag, in de tweede etappe van de Tour van 2025, is het aan de MVDP zelf. Hij won in 2021 de tweede etappe van de Tour en greep de gele trui. Dat zou vandaag ook zomaar kunnen gebeuren. De etappe is in elk geval gemaakt voor punchers, explosieve renners die goed een klimmetje kunnen verteren en ook nog een behoorlijke sprint in huis hebben. In de tweede rit, de langste etappe van deze Tour, krijgen de renners 2100 hoogtemeters voorgeschoteld. Na vertrek uit Lauwin-Planque voert het eerste deel van de 209 kilometer lange etappe over glooiend terrein in de richting van het Nauw van Calais en finishplaats Boulogne-Sur-Mer. Na honderd kilometer wacht de Côte de Cavron-Saint-Martin (1,2 kilometer à 5,6 procent) en na 179 kilometer de Côte du Haut Pichot (1 kilometer tegen 10,3 procent). In de laatste tien kilometer wordt vuurwerk verwacht. Op de Côte de Saint-Étienne-au-Mont (900 meter tegen een stijgingspercentage van 10,8 procent) en de Côte d’Outreau (800 meter tegen 7,9 procent) zullen de punchers proberen alle sprinters te lozen. Na het laatste klimmetje is het nog iets meer dan vijf kilometer naar de streep. De slotkilometer loopt met vijf procent omhoog. Naast MvdP zijn Wout van Aert  en Biniam Girmay vandaag kanshebbers. En wat te denken van alleskunner Tadej Pogacar? Wellicht wil hij vandaag al kostbare seconden pakken op Jonas Vingegaard, met de gele trui als bonus. Onze inschatting is dat Mathieu van der Poel zijn twee etappezege in de Tour pakt en net als in 2021 de gele trui pakt. De progmose van Helden:  *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21365" align="alignnone" width="2176"] Foto door: Getty Images[/caption] Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.

Tour de France

Prognose etappe 1: Tim Merlier topfavoriet voor het geel in Lille

De Grand Depart van de 112e editie van de Tour de France vindt op zaterdag 5 juli plaats in Lille. Daar ligt na 185 hoofdzakelijk vlakke kilometer ook de streep.  Het moet wel heel raar lopen als de eerste etappe niet eindigt in een massasprint. De renners maken een grote lus ten westen van Lille en in totaal hoeven niet eens duizend hoogtemeters overbrugd te worden. Helemaal vlak is de eerste rit niet. De Côte de Notre-Dam-de-Lorette (1,1 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,8 procent), de Côte de Cassel (2,3 kilometer à 3,7 procent), de Mont Noir (1,3 kilometer tegen 5,8 procent) zijn opgenomen in het parkoers. Na het laatste klimmetje is het nog 45 kilometer tot de finish. De slotkilometer is vlak dus de treintjes van alle sprinters zullen in stelling worden gebracht en het zal dringen zijn voorin. Het risico op valpartijen is dus groot. Grootste kanshebbers voor de eerste gele trui van deze Tour zijn Tim Merlier, Jasper Philipsen - met luxe gangmaker Mathieu van der Poel - en Jonathan Milan. Of verrast Biniam Girmay, winnaar van de groene trui in de vorige Tour, hen? De winnaar zal zo goed als zeker niet alleen het geel, maar ook de groene trui aan mogen trekken. Merlier heeft zich dit jaar tot op heden de rapste sprinter getoond. Hij heeft in tegenstelling tot Philipsen van Alpecin-Deceuninck en Milan van Lidl-Trek niet de beschikking over een volledige sprinterstrein, aangezien zijn ploeg Soudal Quick-Step ook klassementsambities heeft met Remco Evenepoel. Toch zetten wij ons geld in op de 32-jarige Belg die één keer eerder een etappe in de Tour wist te winnen. De kanshebbers volgens Helden *** Tim Merlier ** Johathan Milan *Jasper Philipsen Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.
De Grand Depart van de 112e editie van de Tour de France vindt op zaterdag 5 juli plaats in Lille. Daar ligt na 185 hoofdzakelijk vlakke kilometer ook de streep.  Het moet wel heel raar lopen als de eerste etappe niet eindigt in een massasprint. De renners maken een grote lus ten westen van Lille en in totaal hoeven niet eens duizend hoogtemeters overbrugd te worden. Helemaal vlak is de eerste rit niet. De Côte de Notre-Dam-de-Lorette (1,1 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,8 procent), de Côte de Cassel (2,3 kilometer à 3,7 procent), de Mont Noir (1,3 kilometer tegen 5,8 procent) zijn opgenomen in het parkoers. Na het laatste klimmetje is het nog 45 kilometer tot de finish. De slotkilometer is vlak dus de treintjes van alle sprinters zullen in stelling worden gebracht en het zal dringen zijn voorin. Het risico op valpartijen is dus groot. Grootste kanshebbers voor de eerste gele trui van deze Tour zijn Tim Merlier, Jasper Philipsen - met luxe gangmaker Mathieu van der Poel - en Jonathan Milan. Of verrast Biniam Girmay, winnaar van de groene trui in de vorige Tour, hen? De winnaar zal zo goed als zeker niet alleen het geel, maar ook de groene trui aan mogen trekken. Merlier heeft zich dit jaar tot op heden de rapste sprinter getoond. Hij heeft in tegenstelling tot Philipsen van Alpecin-Deceuninck en Milan van Lidl-Trek niet de beschikking over een volledige sprinterstrein, aangezien zijn ploeg Soudal Quick-Step ook klassementsambities heeft met Remco Evenepoel. Toch zetten wij ons geld in op de 32-jarige Belg die één keer eerder een etappe in de Tour wist te winnen. De kanshebbers volgens Helden *** Tim Merlier ** Johathan Milan *Jasper Philipsen Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.

Tour de France

Jasper Philipsen: ‘Ik vertrouw Mathieu van der Poel voor honderd procent’

Jasper Philipsen zou zomaar de gele en de groene trui in bezit kunnen hebben na de eerste etappe van de Tour de France. De Belgische sprinter blikt vooruit en bespreekt de samenwerking met ploeggenoot Mathieu van der Poel. Zijn lead out, maar tegelijkertijd een concurrent voor de groene trui deze Tour. Jasper Philipsen is een van de favorieten om op de Champs-Élysées de groene trui aan te trekken. Ga maar na: de Belgische sprinter ging in 2023 ook met de trui naar huis en won in de voorgaande drie edities van de Tour de France bij elkaar opgeteld negen ritten. Vorig jaar liet hij zich verrassen, toen was het Biniam Girmay die de puntentrui pakte. Philipsen gaf aan dat hij en zijn ploeg Alpecin-Deceuninck zich vorig jaar een beetje hadden laten verrassen. “We hadden gerekend op een zware strijd om de groene trui in de laatste week van de Tour. De voorbereiding was zo ingericht dat ik tegen die tijd op mijn best zou zijn. De realiteit was dat ik voor het begin van de derde week van de Tour al een grote achterstand had op Girmay in de tussenstand om de groene trui. Het is dit keer de bedoeling om er meteen te staan,” vertelde Philipsen eerder dit jaar tegen Helden. De kans is groot dat de eerste etappe met vertrek en aankomst in Lille zal uitdraaien in een massasprint. De winnaar mag als bonus ook nog eens de gele trui aantrekken. Jasper Philipsen is een van de kanshebbers voor het eerste geel. “Voor een sprinter geldt dat hij die flow moet zien te krijgen. Je ziet vaak in het wielrennen dat zodra je als sprinter begint te winnen het daarna een stuk makkelijker gaat. Ik moet het nemen wanneer het komt.” De grootste concurrent voor de groene trui zit dit jaar misschien wel in zijn eigen ploeg. Er zijn naast veel etappes met de nodige hoogtemeters en venijnige klimmetjes in de finale dit jaar. Het zijn ritten waarin ploeggenoot Mathieu van der Poel zich kan uitleven. Wat vindt Philipsen van de beslissing van de ASO, organisator van de Tour, om steeds meer hoogtemeters en minder vlakke ritten op te nemen in het etappeschema? “Vorig jaar hebben we in de Tour kunnen zien dat die vlakke ritte soms heel saai zijn. Ik had toen al opgevangen dat de ASO liever een paar van die tussenritten heeft, waarin er meer hoogtemeters afgelegd worden. Omdat het meer strijd oplevert. Ik heb daar niet veel over te zeggen.” Lachend: “Ik vind eigenlijk dat er elke wedstrijd niet te veel geklommen moet worden. Wie ben ik om daar iets aan te veranderen? Het wielrennen blijft een entertainmentsport en het is de organisatie er veel aan gelegen om het zo interessant mogelijk te maken. Van een lange saaie rit op een mooie zomerse dag in juli worden niet veel mensen vrolijk.” Mathieu van der Poel won in 2021, in zijn eerste Tour, de tweede rit met aankomst op Mûr-de-Bretagne en pakte ook het geel. In de drie daaropvolgende edities was Mathieu eerder een veredelde meesterknecht van Philipsen, omdat er weinig kansen voor eigen succes waren. Mathieu liet daarop weten dat de Ronde van Frankrijk niet zijn meest favoriete koers is. De ASO leek gevoelig voor die woorden, afgaande op het parkoers van dit jaar. Philipsen: “De Tour is niet zijn favoriete koers, maar er zijn nu meer kansen voor Mathieu met onder andere opnieuw Mûr-de-Bretagne (daar eindigt de zevende etappe dit jaar) in het parkoers. We gaan dit jaar pas in de tweede week de bergen in, dus dat is goed voor zowel Mathieu als mij. Deze aanpak van de organisatie nodigt uit om de beste sprinters, de beste klassiekerrenners en de beste klassementsrenners aan de start te krijgen. Het zou zomaar een heel mooie eerste anderhalve week kunnen worden voor Alpecin-Deceuninck. In de vlakke ritten kan het de kaart Jasper Philipsen spelen, met Van der Poel als aantrekker van de sprint. In de etappes met klimmetjes in de finale kan de ploeg in dienst rijden van MVDP. Philipsen denkt dat de twee boegbeelden van de ploeg elkaar niet in de weg zullen zitten. “Ik weet dat ik Mathieu honderd procent kan vertrouwen, dat hij altijd de overhand gaat nemen ten opzicht van de andere sterke jongens in de voorbereiding op een massasprint. Je weet dat hij je altijd op een ideale plek af gaat zetten, voordat de sprint begint. Het is een luxepositie om Mathieu in de ploeg te hebben. Dat heb ik tot nu toe altijd als een voordeel ervaren. Ik vind het altijd heel leuk om samen te rijden in de koers. Niet alleen sportief, ook buiten de koers is de sfeer altijd goed als Mathieu erbij is. Hij gunt mij alles en andersom is dat hetzelfde. Er is totaal geen afgunst.”
Jasper Philipsen zou zomaar de gele en de groene trui in bezit kunnen hebben na de eerste etappe van de Tour de France. De Belgische sprinter blikt vooruit en bespreekt de samenwerking met ploeggenoot Mathieu van der Poel. Zijn lead out, maar tegelijkertijd een concurrent voor de groene trui deze Tour. Jasper Philipsen is een van de favorieten om op de Champs-Élysées de groene trui aan te trekken. Ga maar na: de Belgische sprinter ging in 2023 ook met de trui naar huis en won in de voorgaande drie edities van de Tour de France bij elkaar opgeteld negen ritten. Vorig jaar liet hij zich verrassen, toen was het Biniam Girmay die de puntentrui pakte. Philipsen gaf aan dat hij en zijn ploeg Alpecin-Deceuninck zich vorig jaar een beetje hadden laten verrassen. “We hadden gerekend op een zware strijd om de groene trui in de laatste week van de Tour. De voorbereiding was zo ingericht dat ik tegen die tijd op mijn best zou zijn. De realiteit was dat ik voor het begin van de derde week van de Tour al een grote achterstand had op Girmay in de tussenstand om de groene trui. Het is dit keer de bedoeling om er meteen te staan,” vertelde Philipsen eerder dit jaar tegen Helden. De kans is groot dat de eerste etappe met vertrek en aankomst in Lille zal uitdraaien in een massasprint. De winnaar mag als bonus ook nog eens de gele trui aantrekken. Jasper Philipsen is een van de kanshebbers voor het eerste geel. “Voor een sprinter geldt dat hij die flow moet zien te krijgen. Je ziet vaak in het wielrennen dat zodra je als sprinter begint te winnen het daarna een stuk makkelijker gaat. Ik moet het nemen wanneer het komt.” De grootste concurrent voor de groene trui zit dit jaar misschien wel in zijn eigen ploeg. Er zijn naast veel etappes met de nodige hoogtemeters en venijnige klimmetjes in de finale dit jaar. Het zijn ritten waarin ploeggenoot Mathieu van der Poel zich kan uitleven. Wat vindt Philipsen van de beslissing van de ASO, organisator van de Tour, om steeds meer hoogtemeters en minder vlakke ritten op te nemen in het etappeschema? “Vorig jaar hebben we in de Tour kunnen zien dat die vlakke ritte soms heel saai zijn. Ik had toen al opgevangen dat de ASO liever een paar van die tussenritten heeft, waarin er meer hoogtemeters afgelegd worden. Omdat het meer strijd oplevert. Ik heb daar niet veel over te zeggen.” Lachend: “Ik vind eigenlijk dat er elke wedstrijd niet te veel geklommen moet worden. Wie ben ik om daar iets aan te veranderen? Het wielrennen blijft een entertainmentsport en het is de organisatie er veel aan gelegen om het zo interessant mogelijk te maken. Van een lange saaie rit op een mooie zomerse dag in juli worden niet veel mensen vrolijk.” Mathieu van der Poel won in 2021, in zijn eerste Tour, de tweede rit met aankomst op Mûr-de-Bretagne en pakte ook het geel. In de drie daaropvolgende edities was Mathieu eerder een veredelde meesterknecht van Philipsen, omdat er weinig kansen voor eigen succes waren. Mathieu liet daarop weten dat de Ronde van Frankrijk niet zijn meest favoriete koers is. De ASO leek gevoelig voor die woorden, afgaande op het parkoers van dit jaar. Philipsen: “De Tour is niet zijn favoriete koers, maar er zijn nu meer kansen voor Mathieu met onder andere opnieuw Mûr-de-Bretagne (daar eindigt de zevende etappe dit jaar) in het parkoers. We gaan dit jaar pas in de tweede week de bergen in, dus dat is goed voor zowel Mathieu als mij. Deze aanpak van de organisatie nodigt uit om de beste sprinters, de beste klassiekerrenners en de beste klassementsrenners aan de start te krijgen. Het zou zomaar een heel mooie eerste anderhalve week kunnen worden voor Alpecin-Deceuninck. In de vlakke ritten kan het de kaart Jasper Philipsen spelen, met Van der Poel als aantrekker van de sprint. In de etappes met klimmetjes in de finale kan de ploeg in dienst rijden van MVDP. Philipsen denkt dat de twee boegbeelden van de ploeg elkaar niet in de weg zullen zitten. “Ik weet dat ik Mathieu honderd procent kan vertrouwen, dat hij altijd de overhand gaat nemen ten opzicht van de andere sterke jongens in de voorbereiding op een massasprint. Je weet dat hij je altijd op een ideale plek af gaat zetten, voordat de sprint begint. Het is een luxepositie om Mathieu in de ploeg te hebben. Dat heb ik tot nu toe altijd als een voordeel ervaren. Ik vind het altijd heel leuk om samen te rijden in de koers. Niet alleen sportief, ook buiten de koers is de sfeer altijd goed als Mathieu erbij is. Hij gunt mij alles en andersom is dat hetzelfde. Er is totaal geen afgunst.”

Tour de France

Philip Roodhooft: ‘We moeten het niet normaal vinden wat Mathieu presteert’

Op Mathieu van der Poel staat ook dit jaar geen maat. Zijn volgende afspraak: de Tour de France (5-27 juli). Kan hij net als in 2021 een etappe winnen en de gele trui pakken? Bij MvdP kijk je nergens meer van op. Philip Roodhooft (49), samen met zijn broer Christoph (51) eigenaar en manager van Alpecin-Deceuninck, laat zijn licht schijnen over zijn kroonjuweel. “Wij zijn erin geslaagd het tempo van Mathieu te volgen.” “Geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de top van mijn kunnen moet kunnen zijn. Daarna weet ik het niet,” zei Mathieu van der Poel aan het begin van het jaar, vlak nadat hij op 19 januari dertig was geworden. Hij sprak toen al over een geslaagde carrière, had net voor de zevende keer de wereldtitel veldrijden gepakt en hij won al zes ‘Monumenten’: Milaan-San Remo, drie keer Ronde van Vlaanderen en tweemaal Parijs-Roubaix. Plus de wereldtitel op de weg, de wereldtitel gravel, de Amstel Gold Race, Strade Bianche, een Tour- en Giro-etappe en hij had de gele trui en roze trui al afgevinkt. Het klonk gemeend toen hij voor het wegseizoen van 2025 zei: “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Dit voorjaar was het weer raak. Hij won een schitterende editie van Milaan-San Remo, had een antwoord op alles wat Tadej Pogacar probeerde om hem te lossen. Daarna won hij ook de E3 Saxo Classic. Een griepje zorgde ervoor dat hij niet helemaal top was tijdens Ronde van Vlaanderen, waardoor hij derde werd achter een oppermachtige Pogacar. In Parijs-Roubaix, de afsluiting van zijn voorjaar, reden de twee beste renners van de wereld – Pogi en MvdP – opnieuw samen op kop. Pogacar maakte een stuurfout, waarop Van der Poel voor de derde keer op rij kon juichen op de wielerbaan van Roubaix. Van de vijf eendagskoersen die hij dit voorjaar reed, won hij er vier, hij won begin maart namelijk ook de Samyn Classic. Mathieu vormt al sinds zijn juniorentijd een drie-eenheid met de Belgische broers Philip en Christoph Roodhooft, managers en eigenaars van wielerploeg Alpecin-Deceuninck. Dat Mathieu zijn dertigste verjaardag ‘een dingetje’ noemde en ook een beetje een ‘wake up call’, snapt Philip niet. “Ik vind: Mathieu is pás dertig. Hij heeft niet al een wegcarrière van tien jaar achter de rug.” Mathieu was net twintig toen hij als jongste ooit zijn eerste regenboogtrui bij de profs won als veldrijder. Hij was 24 jaar toen hij zijn eerste klassieker, de Ronde van Vlaanderen, reed. In Parijs-Roubaix debuteerde hij pas in 2021, net zoals hij zijn eerste Tour de France reed op zijn 26ste. Philip Roodhooft vindt niet dat ze met terugwerkende kracht te lang hebben gewacht voordat ze Mathieu de grote wedstrijden lieten rijden. Sterker: Mathieu begon ooit met gezonde tegenzin aan zijn carrière op de weg, leefde voor het veldrijden en reed er tot 2019 wat kleine koersen op de weg bij. Mathieu vond het lange tijd prima zoals het ging. Dat Mathieu geleidelijk werd gebracht als wegrenner, is juist een van de redenen waarom hij nu zo goed is, denkt Philip. Meer lezen? Het eerste deel van het interview met Philip Roodhooft komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Op Mathieu van der Poel staat ook dit jaar geen maat. Zijn volgende afspraak: de Tour de France (5-27 juli). Kan hij net als in 2021 een etappe winnen en de gele trui pakken? Bij MvdP kijk je nergens meer van op. Philip Roodhooft (49), samen met zijn broer Christoph (51) eigenaar en manager van Alpecin-Deceuninck, laat zijn licht schijnen over zijn kroonjuweel. “Wij zijn erin geslaagd het tempo van Mathieu te volgen.” “Geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de top van mijn kunnen moet kunnen zijn. Daarna weet ik het niet,” zei Mathieu van der Poel aan het begin van het jaar, vlak nadat hij op 19 januari dertig was geworden. Hij sprak toen al over een geslaagde carrière, had net voor de zevende keer de wereldtitel veldrijden gepakt en hij won al zes ‘Monumenten’: Milaan-San Remo, drie keer Ronde van Vlaanderen en tweemaal Parijs-Roubaix. Plus de wereldtitel op de weg, de wereldtitel gravel, de Amstel Gold Race, Strade Bianche, een Tour- en Giro-etappe en hij had de gele trui en roze trui al afgevinkt. Het klonk gemeend toen hij voor het wegseizoen van 2025 zei: “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Dit voorjaar was het weer raak. Hij won een schitterende editie van Milaan-San Remo, had een antwoord op alles wat Tadej Pogacar probeerde om hem te lossen. Daarna won hij ook de E3 Saxo Classic. Een griepje zorgde ervoor dat hij niet helemaal top was tijdens Ronde van Vlaanderen, waardoor hij derde werd achter een oppermachtige Pogacar. In Parijs-Roubaix, de afsluiting van zijn voorjaar, reden de twee beste renners van de wereld – Pogi en MvdP – opnieuw samen op kop. Pogacar maakte een stuurfout, waarop Van der Poel voor de derde keer op rij kon juichen op de wielerbaan van Roubaix. Van de vijf eendagskoersen die hij dit voorjaar reed, won hij er vier, hij won begin maart namelijk ook de Samyn Classic. Mathieu vormt al sinds zijn juniorentijd een drie-eenheid met de Belgische broers Philip en Christoph Roodhooft, managers en eigenaars van wielerploeg Alpecin-Deceuninck. Dat Mathieu zijn dertigste verjaardag ‘een dingetje’ noemde en ook een beetje een ‘wake up call’, snapt Philip niet. “Ik vind: Mathieu is pás dertig. Hij heeft niet al een wegcarrière van tien jaar achter de rug.” Mathieu was net twintig toen hij als jongste ooit zijn eerste regenboogtrui bij de profs won als veldrijder. Hij was 24 jaar toen hij zijn eerste klassieker, de Ronde van Vlaanderen, reed. In Parijs-Roubaix debuteerde hij pas in 2021, net zoals hij zijn eerste Tour de France reed op zijn 26ste. Philip Roodhooft vindt niet dat ze met terugwerkende kracht te lang hebben gewacht voordat ze Mathieu de grote wedstrijden lieten rijden. Sterker: Mathieu begon ooit met gezonde tegenzin aan zijn carrière op de weg, leefde voor het veldrijden en reed er tot 2019 wat kleine koersen op de weg bij. Mathieu vond het lange tijd prima zoals het ging. Dat Mathieu geleidelijk werd gebracht als wegrenner, is juist een van de redenen waarom hij nu zo goed is, denkt Philip. Meer lezen? Het eerste deel van het interview met Philip Roodhooft komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Tadej Pogacar versus Jonas Vingegaard

Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Roxane Knetemann: ‘Die achternaam kleeft toch een beetje aan me’

Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Thymen Arensman op zoek naar de balans

Thymen Arensman (25) werd al twee keer zesde in de Giro. De ronderenner van Ineos worstelde desondanks met zichzelf. Dit jaar ging het roer om, en met succes. Het plezier is terug. In aanloop naar zijn waarschijnlijke Tour-debuut doet hij zijn verhaal in Helden Magazine nummer 77. Thymen Arensman F1-simulator Welke sport vind je eigenlijk leuk buiten wielrennen? “Ik volg graag Formule 1, probeer altijd te kijken als het tenminste niet midden in de nacht is. Het liefst kijk ik alles, zelfs de vrije trainingen. Ik vind het leuk om te kijken wat de pace is van elke auto. Vooral de eerste training is interessant, welke auto er goed voor staat en welke minder goed. De tweede en derde training gaan meer over de set-up en de long runs, maar idealiter kijk ik die ook. En ik heb zelf ook een F1-simulator.” Zo één met een stoel? “Ja, die heb ik met een paar vrienden gekocht. Niet met zo’n heel dure stoel hoor, het is meer een soort campingstoeltje. Maar wel met een goede simulator erop. En dan vinden we het leuk om tegen elkaar te racen. Al gebeurt dat de laatste tijd wat minder, als je 25 bent, wordt het leven toch wat serieuzer. En mijn vriendin trekt nu ook bij me in, die heeft daar ook wat minder mee.” Heb je een favoriete coureur? “Niet echt. Als Nederlander volg ik sowieso Max Verstappen, maar ik ben vooral fan van de sport, niet van een team of een coureur. Hoewel ik de persoonlijkheid van Oscar Piastri wel leuk vind, vooral hoe hij in het leven staat. Bij hem heb ik het idee dat hij het gewoon geweldig vindt om in een Formule 1-auto te zitten, maar alles erom heen lijkt hem totaal niet te boeien.” Maar heb je niet een afslag gemist als je autoracen zo leuk vindt? “Nee, wielrennen past beter bij me en ik geloof ook niet ik het talent van een Max heb. Maar ik merkte wel in de coronatijd, toen ik er veel tijd in stak, dat ik snel vooruitging. Ik zal door het fietsen waarschijnlijk ook wel een extra gevoel voor bochtenwerk, rempunten en wiel-tot-wiel racen hebben.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Thymen Arensman komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Thymen Arensman (25) werd al twee keer zesde in de Giro. De ronderenner van Ineos worstelde desondanks met zichzelf. Dit jaar ging het roer om, en met succes. Het plezier is terug. In aanloop naar zijn waarschijnlijke Tour-debuut doet hij zijn verhaal in Helden Magazine nummer 77. Thymen Arensman F1-simulator Welke sport vind je eigenlijk leuk buiten wielrennen? “Ik volg graag Formule 1, probeer altijd te kijken als het tenminste niet midden in de nacht is. Het liefst kijk ik alles, zelfs de vrije trainingen. Ik vind het leuk om te kijken wat de pace is van elke auto. Vooral de eerste training is interessant, welke auto er goed voor staat en welke minder goed. De tweede en derde training gaan meer over de set-up en de long runs, maar idealiter kijk ik die ook. En ik heb zelf ook een F1-simulator.” Zo één met een stoel? “Ja, die heb ik met een paar vrienden gekocht. Niet met zo’n heel dure stoel hoor, het is meer een soort campingstoeltje. Maar wel met een goede simulator erop. En dan vinden we het leuk om tegen elkaar te racen. Al gebeurt dat de laatste tijd wat minder, als je 25 bent, wordt het leven toch wat serieuzer. En mijn vriendin trekt nu ook bij me in, die heeft daar ook wat minder mee.” Heb je een favoriete coureur? “Niet echt. Als Nederlander volg ik sowieso Max Verstappen, maar ik ben vooral fan van de sport, niet van een team of een coureur. Hoewel ik de persoonlijkheid van Oscar Piastri wel leuk vind, vooral hoe hij in het leven staat. Bij hem heb ik het idee dat hij het gewoon geweldig vindt om in een Formule 1-auto te zitten, maar alles erom heen lijkt hem totaal niet te boeien.” Maar heb je niet een afslag gemist als je autoracen zo leuk vindt? “Nee, wielrennen past beter bij me en ik geloof ook niet ik het talent van een Max heb. Maar ik merkte wel in de coronatijd, toen ik er veel tijd in stak, dat ik snel vooruitging. Ik zal door het fietsen waarschijnlijk ook wel een extra gevoel voor bochtenwerk, rempunten en wiel-tot-wiel racen hebben.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Thymen Arensman komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.