Zwemmen
Sharon van Rouwendaal (31) kroonde zich in Parijs tot de beste openwaterzwemster ooit. Ze voegde in 2024 twee wereldtitels en olympisch goud toe aan haar indrukwekkende palmares. Haar tweede olympische titel, nadat ze in 2016 ook al won, kwam na intens verdriet. “Het hele lijstje is afgevinkt.” Je leest het interview in Helden Magazine nummer 74.
Sharon van Rouwendaal
“Overmacht.” Maarten van der Weijden, in 2008 de eerste olympisch kampioen openwater, vatte de race van Sharon van Rouwendaal in Parijs als NOS-commentator in slechts één woord samen toen ze op 8 augustus als eerste aantikte. Acht jaar na de olympische titel in Rio en drie jaar na het zilver in Tokio was het opnieuw goud.
“Dit was mijn mooiste race. Tien jaar geleden droomde ik er al van om op een dag op deze wijze kampioen te worden. Ik zwom al vroeg in de wedstrijd weg met mijn trainings- en huisgenoot Moesha Johnson uit Australië en de Italiaanse Ginevra Taddeucci. Daardoor wist ik al snel dat ik zeker was van het podium, dat gaf rust. Wat me nog te doen stond, was de andere twee kloppen in de sprint. Ik wist dat ik sneller was. Eigenlijk was het een van mijn makkelijkste wedstrijden ooit. Al die jaren van keiharde training zorgden ervoor dat ik in Parijs met overmacht kon winnen. Ik had al veel eerder weg kunnen gaan bij Johnson en Taddeucci, had er ook nog een veel langere sprint van kunnen maken. Ik was volledig in controle.”
[caption id="attachment_20590" align="aligncenter" width="2560"] Sharon van Rouwendaal[/caption]
Stroming
Eigenlijk won Sharon de olympische titel al een dag eerder. Ze ging trainen in de Seine waar veel concurrenten, onder wie de Duitse Leonie Beck en Ana Marcela Cunha – de Braziliaanse olympisch kampioene van 2021 – die kans lieten lopen. “Er was in aanloop naar de Spelen veel te doen over het water in de Seine waarin wij moesten zwemmen. Het was te vies, als het veel regende kon alles uit het riool van Parijs zo de rivier in lopen.”
In aanloop naar haar wedstrijd werd de triatlon uitgesteld, net als een eerdere mogelijkheid om in de Seine te trainen. De rivier was te erg vervuild. “Toen we hoorden dat de training een dag voor onze wedstrijd wel door kon gaan, heb ik geen moment getwijfeld. Het is zo belangrijk om de omstandigheden te ervaren, om te ontdekken hoe de stroming loopt.
Ik heb jarenlang zeven of acht uur per dag getraind en dan zou ik een dag voor de race waarvoor ik dat allemaal heb gedaan niet het water ingaan? No way! Dan neem ik maar het risico om ziek te worden. Het medisch team vertelde me om preventief antibiotica te nemen, zodat ik het water in kon. Cunha en Beck besloten de laatste training te laten schieten, hun Italiaanse coach had het hen afgeraden, wilde het risico om ziek te worden vermijden.”
Ze kreeg twee uur de tijd om te trainen. Sharon besloot pas laat het water in te gaan, op het moment dat veel van haar concurrenten het voor gezien hielden. Ferry Weertman, net als Sharon olympisch kampioen openwater in Rio en na de Spelen van Tokio gestopt, had ze gevraagd om met haar mee het water in te gaan om de ronde, die ze tijdens de wedstrijd zes keer moest zwemmen, te verkennen.
“Op belangrijke punten van het parkoers, zoals bij de brug waar we onderdoor moesten, maakten we een balletje van ons lichaam om te ervaren waar de stroming ons heen bracht. Op die manier ontdekten we wat de ideale lijn was. Normaal blijf ik voor een verkenning drie kwartier in het water, in Parijs bleef ik er zeventig minuten in. Ik heb de volledige ronde twee keer gezwommen en het laatste stuk richting de finish keer op keer geoefend. Toen ik het water uitging, wist ik hoe de stroming liep, wat de ideale lijn was en waar kansen lagen.”
Kotsen
Op de ochtend van haar olympische wedstrijd was er ineens paniek. “Ik ben altijd heel zenuwachtig voor een race. Bij mij is het zo: hoe beroerder ik me voel, des te beter ik presteer. In Parijs voelde ik me in eerste instantie prima. Ik at mijn ontbijt, heb er nog wat bietensap bij gedronken. Maar toen werd ik misselijk, zo erg dat ik mijn hele dienblad onderkotste in de ontbijtruimte van het olympisch dorp. Ik dacht: shit, wat nu? Bondscoach Thijs Hagelstein, teamarts Conny van Bentum en mijn fysiotherapeut waren erbij, zij bleven heel rustig, haalden meteen broodjes om mee te nemen voor onderweg. Eenmaal op de plek van bestemming was ik nog meer gestrest, kwam alles wat ik had genomen er opnieuw uit.
Ik moest huilen, dacht: dit komt niet goed, want ik heb nog nooit een belangrijke race op een lege maag gezwommen. Vlak voordat ik om half acht het water inging, heb ik nog snel een gelletje en een paar cafeïnepillen genomen, die hield ik gelukkig wel binnen. Wat me enigszins geruststelde was dat er tijdens de race vijf keer de mogelijkheid was om voeding tot me te nemen. Ik kon dan wat drinken, maar ook een cafeïnegelletje tot me nemen.”
Piece of cake
De start van Sharon was niet goed. Het eerste stuk naar de eerste boei ging met de stroming mee en ze kwam als een van de laatsten bij de boei aan. “Ik had vooraf tegen Moesha, die een dag eerder ook had getraind, gezegd dat we niet meteen de ideale lijnen moesten zwemmen. Ik dacht: dan gaan Cunha en Beck ons natuurlijk volgen. Doordat ik zo ver van achter zat, was ik bang dat ik de slag zou missen. Ik besloot tegen de stroming in meteen de ideale lijnen te zwemmen.
Ik rukte in één klap op naar de vierde of vijfde plek. En toen ik daar lag, dacht ik: ik heb nu mijn tactiek toch al laten zien, laat ik maar op kop gaan zwemmen. Ik zag meteen het verschil tussen de zwemsters die een dag eerder niet hadden getraind en degenen die dat wel hadden gedaan. De zwemsters die op de kant waren gebleven, hadden veel meer last van de stroming. Daar moesten we meteen van profiteren. Moesha volgde mij. De eerste ronde was het zwaarst, daarna was het eigenlijk piece of cake. Er viel al snel een gaatje, alleen Taddeucci kon nog aanhaken. Ik zwom twee ronden op kop en daarna nam Moesha het over. Ik keek in de derde ronde op het grote beeldscherm langs de kant en zag dat we 42 seconden voorlagen op de achtervolgende groep en wist: die komen er niet meer bij.”
Door haar hoofd schoot een gesprek dat ze in april met bondscoach Thijs Hagelstein had gevoerd. Hij had aan Sharon een keer g vraagd hoe haar ideale podium in Parijs eruitzag. Ze noemde als eerste de naam van haar vriendin, trainings- en huisgenoot Moesha Johnson en daarna die van de Italiaanse Taddeucci. “Zij is heel erg fan van mij, heeft ooit badmutsen en T-shirts van mij gevraagd. Ze houdt ervan om op kop te zwemmen. Haar probleem was vaak dat ze in de eindsprint nog voorbij werd gezwommen.
En ze is altijd heel vriendelijk, in het water gaf ze me altijd de ruimte als ik ertussen wilde, waar anderen dan juist op je voeten gaan staan. Ik vond dat zij ook een medaille verdiende. Toen ik langs Thijs zwom, lachte ik naar hem. Omdat ik juist met die meiden over wie we het hadden gehad op kop lag. En omdat ik tegelijkertijd wist: het moet wel raar lopen als ik geen goud pak. Ik zat voorop met twee meiden die al blij waren dat ze een medaille gingen pakken en van wie ik wist dat ze niet honderd procent het geloof hadden dat ze ook konden winnen.”
‘Ik at mijn ontbijt, heb er nog wat bietensap bij gedronken. Maar toen werd ik misselijk, zo erg dat ik mijn hele dienblad onderkotste in het olympisch dorp’
E. colibacterie
Doordat ze haar ontbijt niet binnen had weten te houden, kreeg Sharon flinke dorst tijdens de race. “In de vierde ronde schoot steeds door mijn hoofd: goh, wat zou ik graag lekker wat kouds willen drinken. Nou, het water van de Seine was wel lekker koud... Natuurlijk kende ik de verhalen over de E. colibacterie, die afkomstig is van menselijke ontlasting. Daar kun je heel ziek van worden.
Tijdens de race was ik er verbaasd over hoe schoon het water in de Seine was. Ik had in veel viezer en vervuilder water gezwommen. Vorig jaar zwom ik bij de eerste olympische kwalificatiewedstrijd in Fukuoka in zwart water. Het barstte van de kwallen, maar ik zag ze niet. In Parijs zag ik gewoon mijn hand in het water en de voeten van de zwemsters voor me. Ik had er rekening mee gehouden dat ik in heel donker water zou zwemmen. Doordat dat niet het geval was, kon ik heel makkelijk de lijn volgen die ik vooraf had uitgestippeld.
Ik heb ook geen drollen voorbij zien drijven, had door de verhalen vooraf daar wel een beetje rekening mee gehouden. Doordat ik dus zo’n dorst had en het water minder vies was dan ik had verwacht, dacht ik: nou, een klein slokje dan. Daardoor kon ik er weer tegenaan. Ik heb geen moment verslapping gevoeld. De wil om te winnen was te groot, denk ik. Ik had maar één doel en voor andere dingen was geen ruimte in mijn hoofd.”
GOAT
Sharon zwom bij de laatste passage van de brug over de Seine een andere lijn dan Johnson en Taddeucci, greep daardoor de leiding en versnelde met de finishstraat in zicht. “Ik zwom vanaf dat moment volle bak met mijn benen erbij. Daardoor verzuur je sneller. Ik dacht: ik ben er bijna, nu nog even volle bak. Maar er stond zoveel stroming, die finish kwam voor mijn gevoel maar niet dichterbij. De laatste tien meter kon ik echt niet meer. Door mijn hoofd schoot: het zal toch niet zo zijn dat ik nu nog word ingehaald? Toen ik aantikte, keek ik achterom. Het leek dat Moesha dicht achter me zat, maar het duurde nog vijf seconden voordat ze aantikte door de stroming. Over een stukje waar ik normaal dertig seconden over doe, deed ik in de Seine anderhalve minuut.”
Na olympisch goud in Rio en zilver in Tokio was het dus opnieuw goud. Dat gevoegd bij acht WK-titels, waarvan drie gouden, en acht Europese titels maakte haar onbetwist de Greatest Of All Time van haar sport, die sinds 2008 olympisch is. “Ik wist vooraf: als ik voor de derde keer een olympische medaille weet te winnen, ben ik de GOAT. Ik zag ook een lijstje van sporters die hun olympische titel terug hadden gepakt nadat ze hem kwijt waren geraakt. Michael Phelps stond in dat lijstje. Ik dacht: hoe mooi zou het zijn om die titel na 2016 weer terug te pakken? Dat gaf mij extra motivatie, ik wilde in dat rijtje met Phelps. Maar goud werd een nog groter doel toen Rio overleed. Ik wilde hem eren.”
Ziek van verdriet
Rio, het dwergkeeshondje van Sharon, overleed begin mei toen hij complicaties kreeg na een operatie. Haar wereld stortte in en een maand lang was ze ziek van verdriet. “Ik dacht in eerste instantie: waarom moet ik nog naar de Spelen, waarom wil ik nog een medaille? Niets voelde nog belangrijk. Rio was mijn alles, voelde als mijn kindje. Ik had een huis in Nederland gekocht zodat ik me daar na de Spelen lekker kon settelen met Rio. Die droom vervloog. Al mijn medailles en prijzen had ik zo voor hem ingeruild. Mijn vader zei op een gegeven moment: ‘Zwem nog één keer, doe het voor Rio.’ Dat werd mijn drive.”
Na de dood van Rio liet ze een tatoeage van een hondenpootje op haar rechterpols zetten met daarbij zijn naam. “Ik riep in aanloop naar de Spelen in interviews steeds dat ik goud wilde winnen voor Rio, dat ik dan voor de camera’s naar mijn tatoeage zou wijzen. Ik wilde iedereen laten weten hoe belangrijk Rio voor mij is geweest. Dat het ook werkelijk zo is gegaan als ik vooraf had gehoopt, voelt als een sprookje dat uitkwam. Op de kant ging ik door mijn knieën en wees ik naar mijn pols. Ik brak. Nog steeds lever ik zonder twijfel mijn olympische titel in als ik Rio daarmee terug zou krijgen.”
De reacties stroomden binnen op de app, in de mail en op haar social mediakanalen. “Ik heb veel foto’s van mensen met hun hond gekregen, ze vertelden erbij dat hun hond ook overleden is en dat ze mijn verdriet snapten. Er zitten heel veel mensen tussen die net als ik single zijn en voor wie hun hond hun grote steun en toeverlaat is. Ik heb heel veel tekeningen en portretten van Rio gekregen van mensen. En ook een kettinkje met een pandorahangertje met Rio erop.
Er zijn speciale hondenaccounts waarop het moment dat ik naar mijn pols wees, voorbijkwam. Die posts kregen iets van anderhalf miljoen likes. Ik heb nog steeds niet alle reacties gelezen. Ik wil de tijd nemen om iedereen netjes te antwoorden en bedanken. Ook allerlei goede doelen die zich hardmaken voor het welzijn van honden melden zich of ik ambassadeur wil worden. Dat doe ik graag. Ik wist niet dat het zoveel los zou maken.”
Er zitten voor zover Sharon weet geen negatieve reacties tussen de berichten die ze kreeg, al snapt ze ook wel dat er mensen zijn die haar verdriet niet begrijpen. “Ik hoor geregeld ook iemand tegen zijn of haar hond zeggen: ‘Kom maar bij mama of papa.’ Vroeger dacht ik als ik dat hoorde: die zijn niet goed bij hun hoofd. De afgelopen jaren ben ik daar zelf ook aan mee gaan doen.”
Rouwproces
Het zegt wel wat over haar sport en de weg die ze bewandeld heeft dat ze haar hondje bestempelde als ‘haar alles’, zegt Sharon. “Ik heb zelf jarenlang voor de moeilijke weg gekozen. Eerst door bij Philippe Lucas in Frankrijk te trainen en de afgelopen jaren bij Bernd Berkhahn in Maagdenburg. Ik ben heel vaak en lang alleen geweest. Dat was niet altijd makkelijk. Mijn moeder vroeg laatst of ik het anders had gedaan als ik het over kon doen. Ik vertelde dat ik het opnieuw zo zou doen. Het heeft me veel gebracht. Mensen willen nu clinics van mij of bellen me voor advies, willen van mij leren. Ze willen me ontmoeten of met me op de foto.
Dat ik vroeger alleen wilde zijn en niet met meisjes wilde spelen, zat toch al in mij. Ik heb het ook fijn gevonden om zo lang in mijn eigen bubbel te zitten. Ik ben heel hard voor mezelf, kan in mijn eentje ook supergelukkig zijn, maar belde wel vaak met mijn ouders. En op een gegeven moment had ik Rio. Meer dan de liefde die ik van hem kreeg, had ik niet nodig. Voor wedstrijden bracht ik hem vaak naar mijn ouders en voor een wedstrijd belde ik hen altijd en vroeg ik standaard of ik Rio nog even kon zien. Dat was een soort ritueel. Ik had het gevoel dat het mij geluk bracht.”
Ze heeft haar nieuwe huis in Gemert, vlakbij dat van haar ouders, inmiddels betrokken. Ze zit er niet alleen. Pongo, ook een dwergkeeshond, is nu haar steun en toeverlaat. “Hij is van oktober vorig jaar en wil heel veel knuffelen. Hij is elke keer zo blij als ik thuiskom. Pongo helpt mij heel erg bij het rouwproces van Rio. Voor mijn ouders heb ik ook een hondje gekocht, want zij waren ook heel verdrietig. Rio was vaak bij hen. Zij hebben nu Harley.”
Datingshow
De tijd dat ze zich volledig wegcijferde voor haar sport is voorbij. Voor de Spelen gaf ze aan dat ze ernaar uitkeek om terug te keren naar Nederland en dat ze toe was aan een nieuwe levensfase en de liefde. Mannen mochten zich melden, grapte ze. “Van mij was bekend dat ik in aanloop naar de Spelen B&B Vol Liefde keek en er was iemand die me vroeg of ik ooit mee wilde doen aan zo’n tv-programma. Niet veel later stond op een site: ‘Sharon van Rouwendaal is op zoek naar de liefde en wil meedoen aan datingshow.’ Toen kreeg ik ook de vraag van mannen of ik met hen wilde daten. Het waren allemaal van die kroeg- en darttypes die zich meldden...
Mijn droomman moet er wel een beetje goed uitzien, maar hij moet vooral heel lief zijn. Hij hoeft niet elke dag in de sportschool te staan, hoor. Omdat ik topsporter ben, denken mannen bij mij al snel dat ze ook erg sportief moeten zijn. Ze zijn best een beetje bang om mij te benaderen. Ik heb het idee dat een man snel onzeker wordt van een vrouw die sterk en succesvol is. Je moet bij mij niet naar die medailles kijken.
Ik heb drie of vier jaar geleden voor de grap weleens op Tinder gezeten. Toen kreeg ik al heel snel de vraag: ‘Wat doet een olympisch kampioen op Tinder? Waarom heb jij dit nodig?’ En als ik een gesprek had, ging het al snel over seks. Dus daar ben ik snel mee gestopt. Ik ben nog van het ouderwetse daten. Ik word graag op een romantische manier versierd.”
Frank Evenblij
Sharon is op dit moment bezig ‘het normale leven’ te ontdekken. Ze riep in Parijs met de gouden medaille om haar nek dat ze eerst vier maanden niets wilde doen en daarna zou besluiten of ze nog door wilde gaan met zwemmen. “Het leven zonder topsport bevalt me goed. Ik slaap veel beter en vind het heerlijk dat ik veel meer tijd heb voor andere dingen.
Zwemmen staat nu even niet op de eerste plaats en misschien blijft dat ook zo. Ik heb nu mijn huisje en geef clinics, waarvoor ik in korte tijd Egypte, Curaçao, Ibiza, Cyprus, Dubai en Tahiti heb aangedaan. Ik zeg niet dat ik stop, die beslissing schuif ik nog even voor me uit, maar het is voor mij wel een teken aan de wand dat ik het wedstrijdzwemmen nu niet mis. Ook al met zekerheid zeggen dat ik sowieso niet meer voor een vijfde keer naar de Spelen zal gaan in Los Angeles.”
Als afsluiting van haar olympische carrière die vier deelnames aan de Spelen besloeg, liet ze samen met tv-presentator Frank Evenblij een tatoeage van de olympische ringen op haar heup zetten. “Toen ik op mijn achttiende meedeed aan mijn eerste Spelen, in Londen, wilde ik al een tattoo. Toen vond ik mezelf nog een beetje jong, ik was bang dat ik spijt zou krijgen. Daarna werd ik olympisch kampioen. Je ziet juist veel sporters die olympische ringen op hun lichaam zetten die geen medaille hebben gewonnen, eigenlijk om te laten zien dat ook zij mee hebben gedaan aan de Spelen.
Ik had daar die tattoo niet voor nodig, had een olympische gouden medaille om dat aan te tonen. Frank appte al voor de Spelen met de vraag of ik een olympische tattoo had. Ik vertelde dat ik die niet had, waarop Frank vroeg of we die samen zouden laten zetten als ik een medaille zou pakken in Parijs. Ik vond dat wel mooi, dacht: het is een mooie manier om mijn olympische carrière af te sluiten.”
Niet zeuren
Ze won in 2024 dus niet alleen olympisch goud, maar in Doha veroverde ze ook de wereldtitels op de 5 en 10 kilometer. Ze is de grootste in haar sport en is ‘nog maar’ 31... “Ik hoor nu al: ‘Als je nu twee jaar stopt en je pakt het twee jaar voor de Spelen van 2028 weer op...’ Dan antwoord ik: nee joh, dat gaat toch niet? Of mensen vragen of ik niet weer de rugslag wil gaan doen in het zwembad, zoals ik vroeger deed. En ze vragen of het me niet leuk lijkt om de overstap naar de triatlon te maken, omdat ik ook redelijk kan hardlopen. Ik antwoord steeds: wat heb ik nog te bewijzen?
Ik ben nog moe van alle inspanningen van de afgelopen jaren, laat me eerst even bijkomen. De competitiedrang is weg. Het hele lijstje is afgevinkt, dat geeft rust. Als ik naar mijn concurrenten kijk... Leonie Beck en Ana Marcela Cunha zijn meteen weer gaan trainen. Omdat ze nog wat missen, omdat hun carrières nog niet compleet zijn. Beck heeft twee wereldtitels, maar nog geen olympische medaille. Cunha heeft nog geen wereldtitel op de 10 kilometer te pakken. Ik heb alles.”
Wat de Spelen van 2028 betreft: Sharon hoopt daarbij te zijn, maar dan in de rol van begeleider van Moesha Johnson. "Ze zou mij graag als mental coach willen hebben. Ik heb ook een belletje gehad van de ouders van een meisje van vijftien die bij Philippe Lucas traint met de vraag of ik een maand contact met haar kan hebben. Er zijn ook meiden die vragen of ze mij voor een race kunnen bellen. Het lijkt me leuk om mensen te helpen als een soort mentale begeleider of mentor. Ik kan sporters wel uitleggen hoe ze hun gevoelens uit moeten schakelen en gewoon hard moeten zwemmen. Ze mogen best wat harder voor zichzelf zijn. Niet zeuren.”
Bitch
Tot slot: heeft Sharon nog last gehad van de naweeën van zwemmen in en het drinken van water van de Seine? “Ik hoorde verhalen van zwemsters die vertelden dat ze een dag na de race ziek waren geworden van het water in de Seine en ik vraag me af of die kloppen. Er zijn er een stuk of wat na de wedstrijd gaan feesten in Parijs. Als je om half vier ’s ochtends naast je bed staat, een loodzware wedstrijd zwemt en daarna alcohol gaat drinken, dan is de kans groot dat je je een dag later niet goed voelt. Dat kun je ook gewoon een kater noemen. Ik begreep dat je namelijk pas drie of vier dagen later de gevolgen in je lichaam merkt van de E. colibacterie. Ik heb nergens last van gehad. Zoals ik net al zei: niet zeuren.”
Lachend: “Ik kan wel heel hard zijn, dus misschien denken mensen al snel: daar heb je die bitch van een Sharon weer.”
Helden Magazine nummer 74
Het met Sharon van Rouwendaal is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa.
Olympische Spelen
Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Marit Bouwmeester, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal.
Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen.
Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging.
Sportjaar 2024
2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.”
Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen.
Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!