Word abonnee
Meer

Waterpolo

Jelto Spijker: ‘Ik kies ervoor om ermee te koop te lopen’

Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Waterpolo

Simone van de Kraats: ‘Wij willen laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn’

Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd in 2023 wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. In januari 2024 veroverde ze ook nog de Europese titel. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Het geloof In en rond Barneveld speelt het geloof een belangrijke rol, veel mensen zijn daar gereformeerd. Mijn ouders zijn gelovig opgevoed. Mijn vader mocht vanwege het geloof niet op zondag sporten. Hij kreeg toen hij jong was de kans om met de regionale teams mee te trainen, maar mijn opa en oma zagen dat niet zitten, want de trainingen waren op zondag. Mijn broer en ik zijn ook met het geloof opgevoed. Voor maaltijden werd er gebeden en als we bij mijn opa en oma van mijn vaders kant waren, werd er altijd voorgelezen uit de Bijbel als we bleven eten. Vond ik altijd een fijn moment. Een moment van rust. Toen bleek dat mijn broertje en ik talent hadden, zei mijn vader: ‘Ik had vroeger graag de kans gepakt die jullie nu krijgen. Ga vooral lekker bewegen en alles uit jezelf proberen te halen met waterpolo.’ Binnen de familie wordt het me niet kwalijk genomen dat ik ook op zondag speel. Ze vinden het vooral heel erg leuk dat ik het zo goed doe. Familieleden komen ook geregeld bij me kijken. Mijn lichaam “Vanaf mijn zestiende kreeg ik het stempel groot talent. Voor die tijd was ik een dunne spriet. Ik kreeg toen geregeld naar mijn hoofd geslingerd dat ik niet goed genoeg was, dat ik niet kon schieten en dat ik het spel niet snapte. Leuk was het niet, ik denk dat het ook anders had gekund, maar ik ben er mentaal wel heel sterk van geworden. Vanaf mijn zestiende kwam ik ‘los’. Ik werd sterker. Met de jaren werd ik steeds gespierder. Ik doe drie keer per week anderhalf uur krachttraining. Benen, rug, buik, schouders, armen; alles komt aan bod. Moet ook wel, want we moeten ons wapenen tegen de tegenstanders die vaak aan me hangen. In het water ben ik ook vaak in de weer met ballen met gewicht. Dat heeft ertoe bijgedragen dat ik nu juist een goed schot heb. Als ik in de spiegel kijk, dan ben ik blij met het lichaam dat ik door het waterpolo heb gekregen. Ik krijg er ook eigenlijk alleen maar complimenten over, zo van: ‘Wat ben jij lekker afgetraind.’ Bij ons is het zo dat bij elke positie een ander lichaam hoort. De sterkere meiden komen terecht op de centrale posities. Ik ben vooral heel snel, moet het van mijn explosiviteit en schot hebben. Daarvoor is het belangrijk dat ik niet op de posities kom waar ik de fysieke duels aan moet gaan. Doordat mijn snelheid een wapen is, moet ik ervoor waken dat ik niet te zwaar en gespierd word.” Mijn wapens “Mijn snelheid, linkshandigheid en doelgerichtheid zijn mijn wapens. In het waterpolo zijn er niet veel speelsters links. Vivian Sevenich is het ook, lange tijd was zij de enige in Oranje. Het voordeel als linkshandige speelster is om aan de rechterkant de bal met links te vangen en meteen op doel te gooien. Dat is echt een wapen als het goed wordt ingezet. In het voetbal heb je spelers die tweebenig zijn, maar in het waterpolo zie je eigenlijk geen spelers die zowel met links als rechts hard en gericht kunnen gooien. Mijn snelheid heb ik te danken aan de tijd dat ik aan wedstrijdzwemmen deed. Dat heb ik in mijn jeugd een tijd gecombineerd met waterpolo. André Cats, nu directeur topsport van NOC*NSF, is ook een tijd bij DWK aangesloten geweest bij het wedstrijdzwemmen en hij zei dat ik daar ook talent voor had. Vooral voor de borstcrawl. Misschien had ik de top ook kunnen halen als zwemster, maar ik vond sporten in teamverband leuker. Sabrina van der Sloot en ik zijn de snelste zwemmers, wij zwemmen ook altijd op voor de bal als die in het midden ligt.” Spanje “Ik speel al drie jaar bij Mataró, nabij Barcelona. Ik heb me nooit eenzaam gevoeld. Vivian Sevenich speelde al bij de club, sprak Spaans en ving mij geweldig op. Spanje heeft de beste waterpolocompetitie, van de vier beste clubteams van de wereld kwamen er dit seizoen drie uit Spanje. Ik blijf als het aan mij ligt er voorlopig ook spelen, maar zal na de Spelen wel vertrekken naar een andere club. Ik ga naar Sabadell, vorig jaar – toen ze ons in de finale versloegen – en dit jaar winnaar van de Champions League. Bij Mataró vinden ze het jammer dat ik wegga en ze staan niet te juichen dat ik uitgerekend naar de grote concurrent ga. Ik ben heel loyaal geweest en ze snappen me ook wel. Bij Sabadell spelen veel meiden van het Spaans nationaal team, allemaal hebben ze veel ervaring. Bij Mataró moesten de buitenlandse speelsters voor de ervaring zorgen. Ik vind het een mooie, nieuwe stap, kijk ernaar uit om van die Spaanse meiden te leren. We zijn Spanje de laatste tijd vaak tegengekomen in belangrijke wedstrijden. Zowel in de WK-finale van 2023 als in de EK-finale van 2024 wonnen wij. Doordat veel Nederlandse internationals in Spanje spelen, kennen we elkaar heel goed. Daardoor zijn de wedstrijden steeds heel close. Wij kennen hun specialiteiten en speelstijl zoals zij dat van ons weten.” Huisje, boompje, beestje “Mijn vriend Kay is heel trots op me, komt vaak kijken bij mijn wedstrijden. Hij zit ook op de tribune bij de Spelen in Parijs, samen met mijn familie en schoonfamilie. Kay en ik zijn ruim zes jaar samen, hebben elkaar leren kennen bij Polar Bears. Wij zaten ook op dezelfde middelbare school, een die het toestond dat we allebei in de ochtend konden trainen. Ik was destijds nog een puppy en inmiddels wonen we alweer twee jaar samen in Spanje. Kay werkt voor een bedrijf uit India en kan veel van zijn werk op afstand doen. Ideaal. Maar we wilden ook in Nederland een eigen plekje en hebben net een huis gekocht in Wageningen. Daar zullen we de ko- mende jaren dus niet heel vaak zijn, omdat ik voorlopig in het buitenland blijf spelen. Ze zeggen dat een waterpoloster rond haar 27ste op haar top is. Ik ben 23, mijn beste jaren moeten dus eigenlijk nog komen. Of je moeder kunt worden en daarna weer kan gaan waterpo- loën? Dat gebeurt eigenlijk alleen in Rusland. Bij de Russen zag je geregeld dat een speelster er twee jaar uit was, moeder werd en weer terugkeerde. Geen idee hoe de bondscoach en de staf tegenover een speelster staan die terug wil keren nadat ze moe- der is geworden, trouwens... Ik denk daar niet over na, hoor, ben nog hartstikke jong. Wat een beestje betreft: dat lijkt me leuk in de toekomst. Nu ben ik veel te veel weg. Ik leid best een egoïstisch bestaan. Daar voer ik ook gesprekken over met mijn vriend en mijn ouders. Het is heel mooi en leuk wat ik allemaal meemaak, maar ik ben niet belangrijker dan een ander.” Werken en studeren Universiteit, ben bezig met het laatste deel van mijn scriptie en hoop mijn master eind dit jaar af te ronden. Daarnaast werk ik sinds september vorig jaar parttime bij Deloitte als analist. Daarvoor heb ik ook nog twee jaar gewerkt als topsportbegeleider bij de Hogeschool Utrecht. Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken en niet al- leen met waterpolo bezig te zijn. Ik krijg er energie van en daar profiteer ik als sporter ook weer van. En ik ben niet de enige. Er zijn meerdere speelsters van het Nederlands team die naast het waterpolo een parttimebaan hebben of studeren en het fijn vinden om intellectueel uitgedaagd te worden. Werken of een opleiding is ook een goede back-up voor als het waterpoloën voorbij is. Als ik morgen van de trap val en mijn sportcarrière is voorbij, dan moet ik ook gewoon werken. Vooral in de periodes tussen eindtoernooien in vind ik het leuk om ook andere dingen te doen.” Bekendheid “Binnen de waterpolowereld en in Barneveld weten ze wie ik ben. Rond wedstrijden in eigen land, zoals laatst bij het EK in Eindhoven, zijn er veel kinderen die op de foto willen of ons om een handtekening vragen. Ik ben me er wel van bewust dat wij rolmodellen zijn voor die kinderen, vind het belangrijk om te laten zien hoe leuk waterpolo is en ook hoe gezond het is om lekker te zwemmen of sporten. Een sport gaat natuurlijk leven als er successen zijn. Dat heb je bij de vrouwen ook bij hockey, voetbal en handbal gezien. Een wereldtitel doet echt wel wat. Daarna pakten we EK-goud in eigen land met elke wedstrijd volle bak in Eindhoven. We hebben de laatste tijd veel publiciteit en er wordt heel leuk op ons gereageerd. Het probleem is dat wij vaak slecht te herkennen zijn. We liggen in het water, dragen een cap. Voetbalsters, hockeysters, handbalsters en volleybalsters zijn veel beter te herkennen. Uit die teams kunnen veel mensen wel een paar namen noemen. Waterpolo is toch een beetje een onbekende sport. Wij wisten ons als eerste Nederlands team te kwalificeren voor de Spelen, maar ik denk niet dat ze ons als eerste noemen als je aan mensen op straat vraagt een vrouwen- team te noemen dat straks meedoet in Parijs. Ik zou het heel leuk vinden als meer mensen weten dat wij er ook zijn en dat we het hartstikke goed doen. Doordat we niet heel herkenbaar zijn, is het ook lastig om goede sponsors te trekken. Dat merk ik ook als ik praat met mensen met een marketingachtergrond. Het is belangrijk om zichtbaar te zijn als Nederlands team, om interviews als deze te geven, om een goed verhaal te hebben na een wedstrijd voor de camera van de NOS. Dat zijn momenten dat we onze cap af hebben, zijn we ineens meer dan een naam en een nummer op onze cap. Wij zijn geen lelijke meiden. Dat maakt het toch nog leuker om naar ons te kijken? Een paar mooie shoots in Helden en iedereen weet wie we zijn. We willen meer op de kaart komen en dat hebben we zelf ook in de hand. Het begint met resultaten en een paar boegbeelden. De resultaten zijn er, nu moeten we het succes continueren, laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn. We willen onze naam vestigen. Dat begint bij het focussen op ons team en onze prestaties. We mogen ons doel nooit vergeten: samen goed spelen en plezier hebben.” Schrijven “Ik vind het leuk om te schrijven. Het is voor mij een uitlaatklep, een manier om tegenslagen te verwerken, maar ook om mooie momenten te delen. Ik schrijf ook geregeld posts op LinkedIn, gebruik sociale media om mijn mening te verkon- digen en om serieuze thema’s die spelen in het waterpolo aan te kaarten. Ik ben ook aangesloten bij Sportspeakers, vind het leuk om mijn verhaal te vertellen en belangrijk om me te uiten. Nu ik ouder word, merk ik dat ik me over steeds meer dingen een mening ga vormen en die wil ik graag verkondigen als ik denk dat het mensen kan helpen. Ik ben ook nieuwsgierig. Als er iets gebeurt waar ik nog niet genoeg kennis over heb, dan ga ik op zoek naar informatie om me een mening te kunnen vormen. Ik heb me op sociale media uitgesproken over de ongelijkheid binnen het waterpolo tussen mannen en vrouwen. Bloedirritant dat het vandaag de dag nog steeds nodig is. Maar ook op andere vlakken is het niet eerlijk verdeeld. Neem de inrichting van het olympisch waterpolotoernooi. Bij de mannen doen in Parijs twaalf landen mee en bij ons tien. Dat is toch raar? Ik heb wel iets activistisch in me. Dat heb ik van jongs af aan meegekregen. Maar ik wil zaken wel op een respectvolle ma- nier aankaarten. Ik heb veel reacties gehad toen ik de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in het waterpolo aankaartte. Sommige reacties waren negatief, maar de overgrote meerderheid was positief. Ik vind het vooral belangrijk om het gesprek daarover aan te gaan. Als iemand met heel goede argumenten komt waarom die situatie zo is als die nu is en dat het zo moet blijven, dan ben ik daar ook benieuwd naar. Als wordt geroepen dat mannen meer kracht hebben en dat hun waterpolo daarom aantrekkelijker is om naar te kijken, dan zeg ik: het is ook vet om naar te kijken. Bij de vrouwen draait het veel meer om snelheid en tactiek, dat is ook heel mooi. Het kan heel goed naast elkaar bestaan, als je de charme van allebei maar inziet. Ik vind het ook mooi om mijn stem en pen te gebruiken om te laten zien hoe leuk onze sport is. Achterliggende gedachte is ook om te proberen kinderen enthousiast te maken voor water- polo of bewegen in het algemeen. Want dat gaat niet heel goed en vind ik verontrustend. Zoals ik duurzaamheid en de klimaatkwestie ook belangrijke thema’s vind. Ook in het waterpolo. Wij drinken voor, tijdens en na een wedstrijd heel veel water, vaak uit plastic flesjes en die slingeren overal rond. Als we nou allemaal een eigen bidon meenemen en die vullen, dan scheelt dat veel afval. Kleine moeite. De afgelopen toernooien hebben de organisaties dit steeds vaker toegepast, een enorm goed initiatief. Maar er zijn ook zaken waar ik zo snel geen oplossing voor zie. Het kost veel energie om het water op te warmen. Voor toernooien vliegen we de hele wereld over. Ik vlieg ook op en neer naar Spanje. Niet heel erg milieubewust allemaal. Dan kan ik roepen: we moeten veel minder vliegen binnen onze sport, maar het is niet zo dat door mij iedereen voortaan met de trein gaat in het waterpolo. Maar er over praten kan geen kwaad. Maatschappelijke thema’s interesseren mij zo, omdat topsport juist heel erg individualistisch en vaak ook egoïstisch is. Ik wil ook graag geven. Als ik door mijn mond open te trekken iets goeds kan doen voor anderen, dan laat ik dat niet na. Het is voor mij niet ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd in 2023 wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. In januari 2024 veroverde ze ook nog de Europese titel. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Het geloof In en rond Barneveld speelt het geloof een belangrijke rol, veel mensen zijn daar gereformeerd. Mijn ouders zijn gelovig opgevoed. Mijn vader mocht vanwege het geloof niet op zondag sporten. Hij kreeg toen hij jong was de kans om met de regionale teams mee te trainen, maar mijn opa en oma zagen dat niet zitten, want de trainingen waren op zondag. Mijn broer en ik zijn ook met het geloof opgevoed. Voor maaltijden werd er gebeden en als we bij mijn opa en oma van mijn vaders kant waren, werd er altijd voorgelezen uit de Bijbel als we bleven eten. Vond ik altijd een fijn moment. Een moment van rust. Toen bleek dat mijn broertje en ik talent hadden, zei mijn vader: ‘Ik had vroeger graag de kans gepakt die jullie nu krijgen. Ga vooral lekker bewegen en alles uit jezelf proberen te halen met waterpolo.’ Binnen de familie wordt het me niet kwalijk genomen dat ik ook op zondag speel. Ze vinden het vooral heel erg leuk dat ik het zo goed doe. Familieleden komen ook geregeld bij me kijken. Mijn lichaam “Vanaf mijn zestiende kreeg ik het stempel groot talent. Voor die tijd was ik een dunne spriet. Ik kreeg toen geregeld naar mijn hoofd geslingerd dat ik niet goed genoeg was, dat ik niet kon schieten en dat ik het spel niet snapte. Leuk was het niet, ik denk dat het ook anders had gekund, maar ik ben er mentaal wel heel sterk van geworden. Vanaf mijn zestiende kwam ik ‘los’. Ik werd sterker. Met de jaren werd ik steeds gespierder. Ik doe drie keer per week anderhalf uur krachttraining. Benen, rug, buik, schouders, armen; alles komt aan bod. Moet ook wel, want we moeten ons wapenen tegen de tegenstanders die vaak aan me hangen. In het water ben ik ook vaak in de weer met ballen met gewicht. Dat heeft ertoe bijgedragen dat ik nu juist een goed schot heb. Als ik in de spiegel kijk, dan ben ik blij met het lichaam dat ik door het waterpolo heb gekregen. Ik krijg er ook eigenlijk alleen maar complimenten over, zo van: ‘Wat ben jij lekker afgetraind.’ Bij ons is het zo dat bij elke positie een ander lichaam hoort. De sterkere meiden komen terecht op de centrale posities. Ik ben vooral heel snel, moet het van mijn explosiviteit en schot hebben. Daarvoor is het belangrijk dat ik niet op de posities kom waar ik de fysieke duels aan moet gaan. Doordat mijn snelheid een wapen is, moet ik ervoor waken dat ik niet te zwaar en gespierd word.” Mijn wapens “Mijn snelheid, linkshandigheid en doelgerichtheid zijn mijn wapens. In het waterpolo zijn er niet veel speelsters links. Vivian Sevenich is het ook, lange tijd was zij de enige in Oranje. Het voordeel als linkshandige speelster is om aan de rechterkant de bal met links te vangen en meteen op doel te gooien. Dat is echt een wapen als het goed wordt ingezet. In het voetbal heb je spelers die tweebenig zijn, maar in het waterpolo zie je eigenlijk geen spelers die zowel met links als rechts hard en gericht kunnen gooien. Mijn snelheid heb ik te danken aan de tijd dat ik aan wedstrijdzwemmen deed. Dat heb ik in mijn jeugd een tijd gecombineerd met waterpolo. André Cats, nu directeur topsport van NOC*NSF, is ook een tijd bij DWK aangesloten geweest bij het wedstrijdzwemmen en hij zei dat ik daar ook talent voor had. Vooral voor de borstcrawl. Misschien had ik de top ook kunnen halen als zwemster, maar ik vond sporten in teamverband leuker. Sabrina van der Sloot en ik zijn de snelste zwemmers, wij zwemmen ook altijd op voor de bal als die in het midden ligt.” Spanje “Ik speel al drie jaar bij Mataró, nabij Barcelona. Ik heb me nooit eenzaam gevoeld. Vivian Sevenich speelde al bij de club, sprak Spaans en ving mij geweldig op. Spanje heeft de beste waterpolocompetitie, van de vier beste clubteams van de wereld kwamen er dit seizoen drie uit Spanje. Ik blijf als het aan mij ligt er voorlopig ook spelen, maar zal na de Spelen wel vertrekken naar een andere club. Ik ga naar Sabadell, vorig jaar – toen ze ons in de finale versloegen – en dit jaar winnaar van de Champions League. Bij Mataró vinden ze het jammer dat ik wegga en ze staan niet te juichen dat ik uitgerekend naar de grote concurrent ga. Ik ben heel loyaal geweest en ze snappen me ook wel. Bij Sabadell spelen veel meiden van het Spaans nationaal team, allemaal hebben ze veel ervaring. Bij Mataró moesten de buitenlandse speelsters voor de ervaring zorgen. Ik vind het een mooie, nieuwe stap, kijk ernaar uit om van die Spaanse meiden te leren. We zijn Spanje de laatste tijd vaak tegengekomen in belangrijke wedstrijden. Zowel in de WK-finale van 2023 als in de EK-finale van 2024 wonnen wij. Doordat veel Nederlandse internationals in Spanje spelen, kennen we elkaar heel goed. Daardoor zijn de wedstrijden steeds heel close. Wij kennen hun specialiteiten en speelstijl zoals zij dat van ons weten.” Huisje, boompje, beestje “Mijn vriend Kay is heel trots op me, komt vaak kijken bij mijn wedstrijden. Hij zit ook op de tribune bij de Spelen in Parijs, samen met mijn familie en schoonfamilie. Kay en ik zijn ruim zes jaar samen, hebben elkaar leren kennen bij Polar Bears. Wij zaten ook op dezelfde middelbare school, een die het toestond dat we allebei in de ochtend konden trainen. Ik was destijds nog een puppy en inmiddels wonen we alweer twee jaar samen in Spanje. Kay werkt voor een bedrijf uit India en kan veel van zijn werk op afstand doen. Ideaal. Maar we wilden ook in Nederland een eigen plekje en hebben net een huis gekocht in Wageningen. Daar zullen we de ko- mende jaren dus niet heel vaak zijn, omdat ik voorlopig in het buitenland blijf spelen. Ze zeggen dat een waterpoloster rond haar 27ste op haar top is. Ik ben 23, mijn beste jaren moeten dus eigenlijk nog komen. Of je moeder kunt worden en daarna weer kan gaan waterpo- loën? Dat gebeurt eigenlijk alleen in Rusland. Bij de Russen zag je geregeld dat een speelster er twee jaar uit was, moeder werd en weer terugkeerde. Geen idee hoe de bondscoach en de staf tegenover een speelster staan die terug wil keren nadat ze moe- der is geworden, trouwens... Ik denk daar niet over na, hoor, ben nog hartstikke jong. Wat een beestje betreft: dat lijkt me leuk in de toekomst. Nu ben ik veel te veel weg. Ik leid best een egoïstisch bestaan. Daar voer ik ook gesprekken over met mijn vriend en mijn ouders. Het is heel mooi en leuk wat ik allemaal meemaak, maar ik ben niet belangrijker dan een ander.” Werken en studeren Universiteit, ben bezig met het laatste deel van mijn scriptie en hoop mijn master eind dit jaar af te ronden. Daarnaast werk ik sinds september vorig jaar parttime bij Deloitte als analist. Daarvoor heb ik ook nog twee jaar gewerkt als topsportbegeleider bij de Hogeschool Utrecht. Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken en niet al- leen met waterpolo bezig te zijn. Ik krijg er energie van en daar profiteer ik als sporter ook weer van. En ik ben niet de enige. Er zijn meerdere speelsters van het Nederlands team die naast het waterpolo een parttimebaan hebben of studeren en het fijn vinden om intellectueel uitgedaagd te worden. Werken of een opleiding is ook een goede back-up voor als het waterpoloën voorbij is. Als ik morgen van de trap val en mijn sportcarrière is voorbij, dan moet ik ook gewoon werken. Vooral in de periodes tussen eindtoernooien in vind ik het leuk om ook andere dingen te doen.” Bekendheid “Binnen de waterpolowereld en in Barneveld weten ze wie ik ben. Rond wedstrijden in eigen land, zoals laatst bij het EK in Eindhoven, zijn er veel kinderen die op de foto willen of ons om een handtekening vragen. Ik ben me er wel van bewust dat wij rolmodellen zijn voor die kinderen, vind het belangrijk om te laten zien hoe leuk waterpolo is en ook hoe gezond het is om lekker te zwemmen of sporten. Een sport gaat natuurlijk leven als er successen zijn. Dat heb je bij de vrouwen ook bij hockey, voetbal en handbal gezien. Een wereldtitel doet echt wel wat. Daarna pakten we EK-goud in eigen land met elke wedstrijd volle bak in Eindhoven. We hebben de laatste tijd veel publiciteit en er wordt heel leuk op ons gereageerd. Het probleem is dat wij vaak slecht te herkennen zijn. We liggen in het water, dragen een cap. Voetbalsters, hockeysters, handbalsters en volleybalsters zijn veel beter te herkennen. Uit die teams kunnen veel mensen wel een paar namen noemen. Waterpolo is toch een beetje een onbekende sport. Wij wisten ons als eerste Nederlands team te kwalificeren voor de Spelen, maar ik denk niet dat ze ons als eerste noemen als je aan mensen op straat vraagt een vrouwen- team te noemen dat straks meedoet in Parijs. Ik zou het heel leuk vinden als meer mensen weten dat wij er ook zijn en dat we het hartstikke goed doen. Doordat we niet heel herkenbaar zijn, is het ook lastig om goede sponsors te trekken. Dat merk ik ook als ik praat met mensen met een marketingachtergrond. Het is belangrijk om zichtbaar te zijn als Nederlands team, om interviews als deze te geven, om een goed verhaal te hebben na een wedstrijd voor de camera van de NOS. Dat zijn momenten dat we onze cap af hebben, zijn we ineens meer dan een naam en een nummer op onze cap. Wij zijn geen lelijke meiden. Dat maakt het toch nog leuker om naar ons te kijken? Een paar mooie shoots in Helden en iedereen weet wie we zijn. We willen meer op de kaart komen en dat hebben we zelf ook in de hand. Het begint met resultaten en een paar boegbeelden. De resultaten zijn er, nu moeten we het succes continueren, laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn. We willen onze naam vestigen. Dat begint bij het focussen op ons team en onze prestaties. We mogen ons doel nooit vergeten: samen goed spelen en plezier hebben.” Schrijven “Ik vind het leuk om te schrijven. Het is voor mij een uitlaatklep, een manier om tegenslagen te verwerken, maar ook om mooie momenten te delen. Ik schrijf ook geregeld posts op LinkedIn, gebruik sociale media om mijn mening te verkon- digen en om serieuze thema’s die spelen in het waterpolo aan te kaarten. Ik ben ook aangesloten bij Sportspeakers, vind het leuk om mijn verhaal te vertellen en belangrijk om me te uiten. Nu ik ouder word, merk ik dat ik me over steeds meer dingen een mening ga vormen en die wil ik graag verkondigen als ik denk dat het mensen kan helpen. Ik ben ook nieuwsgierig. Als er iets gebeurt waar ik nog niet genoeg kennis over heb, dan ga ik op zoek naar informatie om me een mening te kunnen vormen. Ik heb me op sociale media uitgesproken over de ongelijkheid binnen het waterpolo tussen mannen en vrouwen. Bloedirritant dat het vandaag de dag nog steeds nodig is. Maar ook op andere vlakken is het niet eerlijk verdeeld. Neem de inrichting van het olympisch waterpolotoernooi. Bij de mannen doen in Parijs twaalf landen mee en bij ons tien. Dat is toch raar? Ik heb wel iets activistisch in me. Dat heb ik van jongs af aan meegekregen. Maar ik wil zaken wel op een respectvolle ma- nier aankaarten. Ik heb veel reacties gehad toen ik de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in het waterpolo aankaartte. Sommige reacties waren negatief, maar de overgrote meerderheid was positief. Ik vind het vooral belangrijk om het gesprek daarover aan te gaan. Als iemand met heel goede argumenten komt waarom die situatie zo is als die nu is en dat het zo moet blijven, dan ben ik daar ook benieuwd naar. Als wordt geroepen dat mannen meer kracht hebben en dat hun waterpolo daarom aantrekkelijker is om naar te kijken, dan zeg ik: het is ook vet om naar te kijken. Bij de vrouwen draait het veel meer om snelheid en tactiek, dat is ook heel mooi. Het kan heel goed naast elkaar bestaan, als je de charme van allebei maar inziet. Ik vind het ook mooi om mijn stem en pen te gebruiken om te laten zien hoe leuk onze sport is. Achterliggende gedachte is ook om te proberen kinderen enthousiast te maken voor water- polo of bewegen in het algemeen. Want dat gaat niet heel goed en vind ik verontrustend. Zoals ik duurzaamheid en de klimaatkwestie ook belangrijke thema’s vind. Ook in het waterpolo. Wij drinken voor, tijdens en na een wedstrijd heel veel water, vaak uit plastic flesjes en die slingeren overal rond. Als we nou allemaal een eigen bidon meenemen en die vullen, dan scheelt dat veel afval. Kleine moeite. De afgelopen toernooien hebben de organisaties dit steeds vaker toegepast, een enorm goed initiatief. Maar er zijn ook zaken waar ik zo snel geen oplossing voor zie. Het kost veel energie om het water op te warmen. Voor toernooien vliegen we de hele wereld over. Ik vlieg ook op en neer naar Spanje. Niet heel erg milieubewust allemaal. Dan kan ik roepen: we moeten veel minder vliegen binnen onze sport, maar het is niet zo dat door mij iedereen voortaan met de trein gaat in het waterpolo. Maar er over praten kan geen kwaad. Maatschappelijke thema’s interesseren mij zo, omdat topsport juist heel erg individualistisch en vaak ook egoïstisch is. Ik wil ook graag geven. Als ik door mijn mond open te trekken iets goeds kan doen voor anderen, dan laat ik dat niet na. Het is voor mij niet ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Boksen

Peter Aerts: God in Japan

Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Waterpolo

Bente en Lieke Rogge: Golden sisters

Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Boksen

Nouchka Fontijn: ‘Waarom ik, waarom is dit mij overkomen?’

Dat had ze niet verwacht. Dat de tranen in haar ogen zouden springen bij het terugblikken op de gouden WK-medaille die ze alweer kwijt was nog voor hij om haar nek hing. Op verzoek is Nouchka Fontijn – 35 en sinds 2021 gestopt met boksen – in gedachten teruggegaan naar het in Siberië gelegen OelanOede, waar ze in oktober 2019 een passend vervolg zou gaan geven aan haar bokscarrière. WK-brons en -zilver waren al in haar bezit, dus was ze maar in één kleur geïnteresseerd. Groot was de bevrijding toen na de finale haar arm door de scheidsrechter omhoog werd getild en ze werd uitgeroepen tot wereldkampioen. Maar na een eindeloos voelend wachten op de medailleceremonie ging het goud ineens naar tegenstander Lauren Price. “De lijn van mijn WK’s was duidelijk. Bij mijn eerste, in 2010, haalde ik de A-status van het NOC*NSF, wat me hun financiële steun opleverde. In 2014 pakte ik brons en in 2016 en 2018 zilver. In 2019 wist ik zeker dat ik goud kon binnenhalen. Alles verliep naar wens en in de finale trof ik een Britse tegenstander. In 2017 had ik voor het eerst tegen haar gebokst en na afloop had ze gezegd dat ze nog nooit een vrouw was tegengekomen die haar zo hard had geslagen. Daarna heeft zij zich enorm weten te verbeteren. Op het WK 2018 heb ik nog van haar gewonnen, maar was het al kielekiele. En in de zomer van 2019, bij de European Games, won zij van mij. Dus zijn we gaan analyseren: wat moet anders en beter? Ze was kleiner dan ik, stond rechts voor, bewoog heel snel, stapte heel snel in en uit en klemde vaak. Zulke puzzels vond ik altijd leuk om op te lossen. Maar ze was wel een irritante opponent. Zoals altijd had ik m’n gameplan op papier en ik heb constant in m’n hoofd herhaald: dit zijn je taken, hier moet je aan denken en aan niks anders. De 24 uur voor een wedstrijd waren er om m’n plan te trekken. In die driemaal drie minuten in de ring moest het gebeuren en daarin had ik geen tijd meer om van alles te ‘bedenken’. Als ik een klap kreeg, was het: shit en door, herpakken. Je kon er niet bij stilstaan van: o, waar kwam die ineens vandaan? En wat nu? Fantastisch slapen was er de nacht voor een finale niet bij. M’n lichaam voelde ook dat ik al wedstrijden achter de rug had. M’n armen waren verzuurd. Mijn vaste wedstrijddagprogramma luidde: gewogen worden, ontbijten, wandelen, rust pakken, filmpje kijken, havermout maken met de elektrische pan die altijd meeging, douchen, tas inpakken en dan met m’n coaches op weg. Die laatste uren voor zo’n wedstrijd waren verschríkkelijk. In de kleedkamer, bij het omkleden en de warming-up vloog je hartslag omhoog en dat wilde ik niet. Tijdens m’n oefeningen ging ik dan altijd tellen; om daar maar mee bezig te zijn, als afleiding, om rustig te blijven en te focussen. Tijdens die warming-up voelde ik heel snel vermoeidheid, én spanning; terwijl ik een ‘energie-spaarmodus’ probeerde te zoeken. ‘Ik wilde niet alleen maar geïdentificeerd worden als het meisje dat dacht dat ze wereldkampioen was en het niet was’ In de ring, op het moment dat de bel ging, viel dat allemaal weg. Dan waren er alleen maar de tegenstander en m’n coach, Abdul Fkiri, en assistent-coach Sayit Yanik die ik allebei altijd hoorde. Soms hoorde ik ook de coaches van m’n tegenstander, wat niet altijd handig was. Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nouchka Fontijn komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste is Fenna Kalma de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Dat had ze niet verwacht. Dat de tranen in haar ogen zouden springen bij het terugblikken op de gouden WK-medaille die ze alweer kwijt was nog voor hij om haar nek hing. Op verzoek is Nouchka Fontijn – 35 en sinds 2021 gestopt met boksen – in gedachten teruggegaan naar het in Siberië gelegen OelanOede, waar ze in oktober 2019 een passend vervolg zou gaan geven aan haar bokscarrière. WK-brons en -zilver waren al in haar bezit, dus was ze maar in één kleur geïnteresseerd. Groot was de bevrijding toen na de finale haar arm door de scheidsrechter omhoog werd getild en ze werd uitgeroepen tot wereldkampioen. Maar na een eindeloos voelend wachten op de medailleceremonie ging het goud ineens naar tegenstander Lauren Price. “De lijn van mijn WK’s was duidelijk. Bij mijn eerste, in 2010, haalde ik de A-status van het NOC*NSF, wat me hun financiële steun opleverde. In 2014 pakte ik brons en in 2016 en 2018 zilver. In 2019 wist ik zeker dat ik goud kon binnenhalen. Alles verliep naar wens en in de finale trof ik een Britse tegenstander. In 2017 had ik voor het eerst tegen haar gebokst en na afloop had ze gezegd dat ze nog nooit een vrouw was tegengekomen die haar zo hard had geslagen. Daarna heeft zij zich enorm weten te verbeteren. Op het WK 2018 heb ik nog van haar gewonnen, maar was het al kielekiele. En in de zomer van 2019, bij de European Games, won zij van mij. Dus zijn we gaan analyseren: wat moet anders en beter? Ze was kleiner dan ik, stond rechts voor, bewoog heel snel, stapte heel snel in en uit en klemde vaak. Zulke puzzels vond ik altijd leuk om op te lossen. Maar ze was wel een irritante opponent. Zoals altijd had ik m’n gameplan op papier en ik heb constant in m’n hoofd herhaald: dit zijn je taken, hier moet je aan denken en aan niks anders. De 24 uur voor een wedstrijd waren er om m’n plan te trekken. In die driemaal drie minuten in de ring moest het gebeuren en daarin had ik geen tijd meer om van alles te ‘bedenken’. Als ik een klap kreeg, was het: shit en door, herpakken. Je kon er niet bij stilstaan van: o, waar kwam die ineens vandaan? En wat nu? Fantastisch slapen was er de nacht voor een finale niet bij. M’n lichaam voelde ook dat ik al wedstrijden achter de rug had. M’n armen waren verzuurd. Mijn vaste wedstrijddagprogramma luidde: gewogen worden, ontbijten, wandelen, rust pakken, filmpje kijken, havermout maken met de elektrische pan die altijd meeging, douchen, tas inpakken en dan met m’n coaches op weg. Die laatste uren voor zo’n wedstrijd waren verschríkkelijk. In de kleedkamer, bij het omkleden en de warming-up vloog je hartslag omhoog en dat wilde ik niet. Tijdens m’n oefeningen ging ik dan altijd tellen; om daar maar mee bezig te zijn, als afleiding, om rustig te blijven en te focussen. Tijdens die warming-up voelde ik heel snel vermoeidheid, én spanning; terwijl ik een ‘energie-spaarmodus’ probeerde te zoeken. ‘Ik wilde niet alleen maar geïdentificeerd worden als het meisje dat dacht dat ze wereldkampioen was en het niet was’ In de ring, op het moment dat de bel ging, viel dat allemaal weg. Dan waren er alleen maar de tegenstander en m’n coach, Abdul Fkiri, en assistent-coach Sayit Yanik die ik allebei altijd hoorde. Soms hoorde ik ook de coaches van m’n tegenstander, wat niet altijd handig was. Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nouchka Fontijn komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste is Fenna Kalma de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Timothy Beck: Van vaandeldrager tot voetbalvader

Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Boksen

Peter Müllenberg: ‘Spijt is voor domme mensen’

Hij was een succesvol bokser met twee zilveren EK-medailles, een militaire wereldtitel en als hoogtepunt deelname aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Daarna kwam Peter Müllenberg vooral in het nieuws als Peter M., inclusief bijbehorend zwart balkje voor de ogen. Het verhaal van een bokser in verval uit Helden Magazine nummer 56. Peter Müllenberg Samen met zijn Turkse vrouw Asiye woont Peter Müllenberg in een keurige Vinex-wijk in Duiven, waar ogenschijnlijk nooit iets gebeurt. Lekker in de buurt van Papendal, dat maakt normaal gesproken het reizen van en naar de training wel zo makkelijk. Maar achter de voordeur van huisnummer 71 schuilt veel pijn en ellende. De bokser overleefde de afgelopen jaren twee liquidatiepogingen, mag zijn zoontje van zeven al bijna twee jaar niet zien, werd door de boksbond geschorst vanwege een filmpje op Dumpert en is momenteel in een rechtszaak verwikkeld wegens bedreiging, mishandeling en verboden wapenbezit. Hoe hij de afgelopen jaren in één woord zou omschrijven? “Mag twee ook? Nogal hectisch.” In maart 2019 kopte De Telegraaf: ‘Amateurbokser en militair in de fout; Peter M. verdacht van reeks delicten.’ Wat was er precies aan de hand? “Eigenlijk begon alles halverwege 2017, toen ontstond de relatiebreuk met mijn ex. Samen hebben we een zoontje van inmiddels zeven jaar oud, Noah. Vlak nadat het uitging, viel er een arrestatieteam van defensie mijn huis binnen. Mijn ex had aangifte tegen mij gedaan. Ik zou vuurwapens hebben, haar vader hebben mishandeld en haar bedreigd hebben. Een hele reeks beschuldigingen, ontstaan uit wraak. Zo zie ik het.” Hoe ging die inval? “Ik was thuis. Met een stormram werd aan het eind van de middag de deur geforceerd, er stonden ineens iets van acht mannetjes in arrestatie-outfit, met getrokken wapens voor mijn neus. Ik hoorde heel vaak en hard: ‘Handen omhoog! Op je knieën!’ Vervolgens werd ik geblinddoekt en in de handboeien afgevoerd. Ik ben best wat gewend, raak niet zo snel onder de indruk. Als het mijn tijd is, is het mijn tijd. Maar dit was natuurlijk wel heftig. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Al snel hoorde ik van de officier van justitie dat ik was aangehouden op verdenking van mishandeling, bedreiging, verboden vuurwapenbezit en ik had grote sommen geld in bezit waar de herkomst niet van te herleiden was.” Wat is daarvan waar? “Niks! Ik zou mijn voormalige schoonvader bedreigd hebben. Die man is zestig en niet zo groot. En ik boks. Als ik hem wat aan had gedaan, zou je dat echt wel aan hem hebben gezien.” Klik op de afbeelding of op deze link en lees het hele verhaal gratis verder.
Hij was een succesvol bokser met twee zilveren EK-medailles, een militaire wereldtitel en als hoogtepunt deelname aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Daarna kwam Peter Müllenberg vooral in het nieuws als Peter M., inclusief bijbehorend zwart balkje voor de ogen. Het verhaal van een bokser in verval uit Helden Magazine nummer 56. Peter Müllenberg Samen met zijn Turkse vrouw Asiye woont Peter Müllenberg in een keurige Vinex-wijk in Duiven, waar ogenschijnlijk nooit iets gebeurt. Lekker in de buurt van Papendal, dat maakt normaal gesproken het reizen van en naar de training wel zo makkelijk. Maar achter de voordeur van huisnummer 71 schuilt veel pijn en ellende. De bokser overleefde de afgelopen jaren twee liquidatiepogingen, mag zijn zoontje van zeven al bijna twee jaar niet zien, werd door de boksbond geschorst vanwege een filmpje op Dumpert en is momenteel in een rechtszaak verwikkeld wegens bedreiging, mishandeling en verboden wapenbezit. Hoe hij de afgelopen jaren in één woord zou omschrijven? “Mag twee ook? Nogal hectisch.” In maart 2019 kopte De Telegraaf: ‘Amateurbokser en militair in de fout; Peter M. verdacht van reeks delicten.’ Wat was er precies aan de hand? “Eigenlijk begon alles halverwege 2017, toen ontstond de relatiebreuk met mijn ex. Samen hebben we een zoontje van inmiddels zeven jaar oud, Noah. Vlak nadat het uitging, viel er een arrestatieteam van defensie mijn huis binnen. Mijn ex had aangifte tegen mij gedaan. Ik zou vuurwapens hebben, haar vader hebben mishandeld en haar bedreigd hebben. Een hele reeks beschuldigingen, ontstaan uit wraak. Zo zie ik het.” Hoe ging die inval? “Ik was thuis. Met een stormram werd aan het eind van de middag de deur geforceerd, er stonden ineens iets van acht mannetjes in arrestatie-outfit, met getrokken wapens voor mijn neus. Ik hoorde heel vaak en hard: ‘Handen omhoog! Op je knieën!’ Vervolgens werd ik geblinddoekt en in de handboeien afgevoerd. Ik ben best wat gewend, raak niet zo snel onder de indruk. Als het mijn tijd is, is het mijn tijd. Maar dit was natuurlijk wel heftig. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Al snel hoorde ik van de officier van justitie dat ik was aangehouden op verdenking van mishandeling, bedreiging, verboden vuurwapenbezit en ik had grote sommen geld in bezit waar de herkomst niet van te herleiden was.” Wat is daarvan waar? “Niks! Ik zou mijn voormalige schoonvader bedreigd hebben. Die man is zestig en niet zo groot. En ik boks. Als ik hem wat aan had gedaan, zou je dat echt wel aan hem hebben gezien.” Klik op de afbeelding of op deze link en lees het hele verhaal gratis verder.

Alpineskiën

Carsten Nienhuis: Fryslan Boppe

Carsten Nienhuis (18) is een van de meest talentvolle alpineskiërs van Nederland. Hij is geboren in het Friese Dokkum, maar woonde een groot deel van zijn jeugd in Oostenrijk. Sinds zijn twaalfde jaagt hij zijn grote droom na: deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Carsten Nienhuis kan de verbaasde blikken van zijn leeftijdsgenoten en hun ouders bij de nationale jeugdkampioenschappen in 2014 nog zo voor zich zien. In tegenstelling tot zijn concurrenten, die allemaal de lange reis vanuit Nederland naar de Oostenrijkse bergen hadden gemaakt voor de NK, kwam hij samen met zijn vader aanrijden in een auto met een Oostenrijks nummerbord. Hij zag iedereen denken: wie is dat nou? Niemand die hem kende. Even later, tijdens de wedstrijd, knalde hij volle bak de piste af en liet zien dat hij een van de beste alpineskiërs van het deelnemersveld was. Viermaal keerde hij na een NK met een podiumplaats en medaille huiswaarts. Niet zoals zijn tegenstanders naar Nederland maar naar Wagrain, een skidorp in het Salzburgerland. Verhuizen Acht jaar is Carsten als zijn ouders het roer omgooien. Ze verlaten het Friese Dokkum en emigreren met hun drie kinderen naar Oostenrijk om er een pension te bestieren. Ze hadden zo uit het tv-programma ‘Ik Vertrek’ kunnen komen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat we gingen verhuizen,” herinnert Carsten zich.“Natuurlijk was het lastig om afscheid te nemen van familie en vriendjes, maar ik had er vooral heel veel zin in. Het voelde als één groot avontuur. We vertrokken in november 2011 naar Wagrain en een maand later stonden de eerste gasten al op de stoep. Als gezin kwamen we in een sector terecht waar we helemaal geen ervaring mee hadden. Er konden maximaal 35 gasten in het pension verblijven en iedereen binnen de familie hielp mee. Ik ook, met het klaarzetten en afruimen van het ontbijt of het schoonmaken van de kamers.” 'Ik heb veel naar Hirscher gekeken. Soms trainden we op dezelfde piste en dan zeiden we gewoon 'hoi' tegen elkaar' Door eerdere wintersportvakanties is Carsten al verslingerd geraakt aan skiën. “Op m’n derde hebben mijn ouders me op de ski’s gezet. Er kwam geen leraar of les aan te pas. Ik leerde skiën op de Oostenrijkse manier: met een touw om mijn middel en achter mijn vader of moeder aan de piste af. Vanaf het eerste moment had ik er enorm veel lol in. Als aan het einde van de dag de liften dichtgingen, stond ik te huilen omdat ik van geen stoppen wilde weten. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Carsten Nienhuis komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Carsten Nienhuis (18) is een van de meest talentvolle alpineskiërs van Nederland. Hij is geboren in het Friese Dokkum, maar woonde een groot deel van zijn jeugd in Oostenrijk. Sinds zijn twaalfde jaagt hij zijn grote droom na: deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Carsten Nienhuis kan de verbaasde blikken van zijn leeftijdsgenoten en hun ouders bij de nationale jeugdkampioenschappen in 2014 nog zo voor zich zien. In tegenstelling tot zijn concurrenten, die allemaal de lange reis vanuit Nederland naar de Oostenrijkse bergen hadden gemaakt voor de NK, kwam hij samen met zijn vader aanrijden in een auto met een Oostenrijks nummerbord. Hij zag iedereen denken: wie is dat nou? Niemand die hem kende. Even later, tijdens de wedstrijd, knalde hij volle bak de piste af en liet zien dat hij een van de beste alpineskiërs van het deelnemersveld was. Viermaal keerde hij na een NK met een podiumplaats en medaille huiswaarts. Niet zoals zijn tegenstanders naar Nederland maar naar Wagrain, een skidorp in het Salzburgerland. Verhuizen Acht jaar is Carsten als zijn ouders het roer omgooien. Ze verlaten het Friese Dokkum en emigreren met hun drie kinderen naar Oostenrijk om er een pension te bestieren. Ze hadden zo uit het tv-programma ‘Ik Vertrek’ kunnen komen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat we gingen verhuizen,” herinnert Carsten zich.“Natuurlijk was het lastig om afscheid te nemen van familie en vriendjes, maar ik had er vooral heel veel zin in. Het voelde als één groot avontuur. We vertrokken in november 2011 naar Wagrain en een maand later stonden de eerste gasten al op de stoep. Als gezin kwamen we in een sector terecht waar we helemaal geen ervaring mee hadden. Er konden maximaal 35 gasten in het pension verblijven en iedereen binnen de familie hielp mee. Ik ook, met het klaarzetten en afruimen van het ontbijt of het schoonmaken van de kamers.” 'Ik heb veel naar Hirscher gekeken. Soms trainden we op dezelfde piste en dan zeiden we gewoon 'hoi' tegen elkaar' Door eerdere wintersportvakanties is Carsten al verslingerd geraakt aan skiën. “Op m’n derde hebben mijn ouders me op de ski’s gezet. Er kwam geen leraar of les aan te pas. Ik leerde skiën op de Oostenrijkse manier: met een touw om mijn middel en achter mijn vader of moeder aan de piste af. Vanaf het eerste moment had ik er enorm veel lol in. Als aan het einde van de dag de liften dichtgingen, stond ik te huilen omdat ik van geen stoppen wilde weten. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Carsten Nienhuis komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Boksen

Mike Tyson: ‘Ik was een zielig mannetje’

Mike Tyson was in de jaren tachtig van de vorige eeuw een geoliede boksmachine. Dertig jaar geleden verloor hij zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid. Hij gleed daarna steeds verder af. Net op tijd wist hij het tij te keren. “Ik heb de donkere weg bewandeld, heb de duivel ontmoet en een tijd met hem doorgebracht.” Op zijn 53ste werkt Tyson aan een comeback... 11 februari 1990 Een snoeiharde uppercut op de kin. Mike Tyson slaat naar achteren en laat door de dreun meteen zijn dekking zakken. James ‘Buster’ Douglas laat een hele serie stoten op het hoofd van zijn weerloze tegenstander los. Na elke voltreffer doet de wereldkampioen een stapje naar achteren. De zoveelste klap, een linkse directe op de kaak, blijkt de genadeklap. Voor het eerst in z’n profcarrière, die begon op 6 maart 1985, gaat Tyson naar de grond. Hij valt achterover, als z’n rug het canvas raakt, vliegt de gebitsbeschermer uit z’n mond. Hij blijft een paar seconden op z’n rug liggen, krabbelt dan op z’n knieën terwijl scheidsrechter Octavio Meyran richting tien telt. Z’n wenkbrauw en ooglid zijn zo erg opgezwollen, dat het linkeroog niet eens meer open kan. Met z’n bokshandschoen raapt hij z’n bitje van de grond en doet die voor de helft in z’n mond. Tyson staat op, maar zwalkt op z’n benen als de scheidsrechter ‘tien’ roept. Na één minuut en 23 seconden in de tiende ronde slaat de scheidsrechter beide armen om het bovenlichaam van Tyson als teken dat het gevecht voorbij is. The biggest upset in boxing history is een feit. Tyson kwam ongetraind en veel te zwaar aan in Tokio voor zijn 37ste profpartij. Zijn leven was op dat moment een rommeltje. Eigenlijk zette het verval al in voordat hij op 22 november 1986 op zijn twintigste de jongste wereldkampioen in het zwaargewicht werd na een overwinning op Trevor Berbick. Op 4 november 1985 overleed Cus D’Amato op 77-jarige leeftijd aan een longontsteking. De beroemde bokstrainer had zich over Tyson ontfermd nadat hij op zijn dertiende werd ontslagen uit de jeugdgevangenis, waar hij was terechtgekomen na 38 arrestaties wegens diefstallen, overvallen en mishandelingen in Brooklyn, New York. Toen hij zijn straf uitzat, pakte Tyson het boksen op. D’Amato haalde hem naar Catskill, tweehonderd kilometer boven New York, waar hij zijn gym had. Tyson ging bij hem en zijn vrouw wonen en de bokstrainer werd zelfs zijn voogd toen Tysons moeder Lorna overleed aan kanker. Vader Jimmy Kirkpatrick had het gezin al verlaten rond de geboorte van Tyson. Zijn boksvader maakte van Tyson een Terminator; een meedogenloze boksmachine die iedereen binnen de kortste keren verpulverde in de ring. Niemand was sneller, explosiever en sloeg zo hard als hij. Tyson boezemde angst in, zijn bijnaam luidde al snel Iron Mike. [caption id="attachment_18141" align="alignnone" width="2560"] V.L.N.R.: Mike Tyson, promoter Don King en uitdager Buster Douglas.[/caption] Na de dood van D’Amato werd diens assistent Kevin Rooney de trainer van Tyson. Het zakelijke deel nemen managers Bill Cayton en Jim Jacobs voor hun rekening. Maar zij hebben minder grip op hem dan D’Amato. Zeker nadat het geld binnen begon te stromen en hij volop aandacht kreeg. Knappe vrouwen stonden ineens voor hem in de rij, terwijl meisjes voorheen nooit naar hem omkeken. Uit het ruime aanbod koos hij actrice Robin Givens, met wie hij in februari 1988 trouwde. Tyson veranderde steeds meer in een ongeleid projectiel. Buiten de ring gebruikte hij zijn vuisten ook steeds vaker. Hij sloeg zijn vrouw geregeld, vertelde vrienden dat ‘she hit every fucking wall in the apartment’. En als hij zich in het uitgaansleven stortte, was niemand veilig voor hem. Steeds vaker greep hij naar drank en drugs. Terwijl zijn depressieve buien en woede-uitbarstingen alleen maar heviger werden. 'Ik ben één grote grap. Dat zei ik nu in. Voorheen nam ik mezelf zó serieus. Toen ik inzag dat ik één grote grap was, heb ik besloten maar om mezelf te lachen' Een paar maanden na de trouwerij vulde Givens de scheidingspapieren in en in februari 1989 werd het huwelijk ontbonden. Voor de beruchte bokspromotor Don King was dat het moment om toenadering te zoeken. Team Tyson had alle goudzoekers jarenlang buiten de deur weten te houden, maar de glad pratende King wist Tyson te overtuigen met hem in zee te gaan. Coach Kevin Rooney werd ook meteen bedankt voor bewezen diensten, waardoor van het team waarmee hij de wereld begon te veroveren en met wie hij de onbetwiste zwaargewicht kampioen werd niemand meer over was. Helden Magazine 52 Het eerste gedeelte van het verhaal van Mike Tyson komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. Harrie Lavreysen, Alexander Brouwer, Niek Kimmann, Kim Polling, Kira Toussaint, Frédérique Matla, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo, Ferry Weertman en Marit Bouwmeester zouden afgelopen zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide echter roet in het eten. Helden fotografeerde de sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio op een bijzondere wijze in ‘Tokiogangers’ In deze editie gaan wij ook terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale bereikte én onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert blikken terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Mike Tyson was in de jaren tachtig van de vorige eeuw een geoliede boksmachine. Dertig jaar geleden verloor hij zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid. Hij gleed daarna steeds verder af. Net op tijd wist hij het tij te keren. “Ik heb de donkere weg bewandeld, heb de duivel ontmoet en een tijd met hem doorgebracht.” Op zijn 53ste werkt Tyson aan een comeback... 11 februari 1990 Een snoeiharde uppercut op de kin. Mike Tyson slaat naar achteren en laat door de dreun meteen zijn dekking zakken. James ‘Buster’ Douglas laat een hele serie stoten op het hoofd van zijn weerloze tegenstander los. Na elke voltreffer doet de wereldkampioen een stapje naar achteren. De zoveelste klap, een linkse directe op de kaak, blijkt de genadeklap. Voor het eerst in z’n profcarrière, die begon op 6 maart 1985, gaat Tyson naar de grond. Hij valt achterover, als z’n rug het canvas raakt, vliegt de gebitsbeschermer uit z’n mond. Hij blijft een paar seconden op z’n rug liggen, krabbelt dan op z’n knieën terwijl scheidsrechter Octavio Meyran richting tien telt. Z’n wenkbrauw en ooglid zijn zo erg opgezwollen, dat het linkeroog niet eens meer open kan. Met z’n bokshandschoen raapt hij z’n bitje van de grond en doet die voor de helft in z’n mond. Tyson staat op, maar zwalkt op z’n benen als de scheidsrechter ‘tien’ roept. Na één minuut en 23 seconden in de tiende ronde slaat de scheidsrechter beide armen om het bovenlichaam van Tyson als teken dat het gevecht voorbij is. The biggest upset in boxing history is een feit. Tyson kwam ongetraind en veel te zwaar aan in Tokio voor zijn 37ste profpartij. Zijn leven was op dat moment een rommeltje. Eigenlijk zette het verval al in voordat hij op 22 november 1986 op zijn twintigste de jongste wereldkampioen in het zwaargewicht werd na een overwinning op Trevor Berbick. Op 4 november 1985 overleed Cus D’Amato op 77-jarige leeftijd aan een longontsteking. De beroemde bokstrainer had zich over Tyson ontfermd nadat hij op zijn dertiende werd ontslagen uit de jeugdgevangenis, waar hij was terechtgekomen na 38 arrestaties wegens diefstallen, overvallen en mishandelingen in Brooklyn, New York. Toen hij zijn straf uitzat, pakte Tyson het boksen op. D’Amato haalde hem naar Catskill, tweehonderd kilometer boven New York, waar hij zijn gym had. Tyson ging bij hem en zijn vrouw wonen en de bokstrainer werd zelfs zijn voogd toen Tysons moeder Lorna overleed aan kanker. Vader Jimmy Kirkpatrick had het gezin al verlaten rond de geboorte van Tyson. Zijn boksvader maakte van Tyson een Terminator; een meedogenloze boksmachine die iedereen binnen de kortste keren verpulverde in de ring. Niemand was sneller, explosiever en sloeg zo hard als hij. Tyson boezemde angst in, zijn bijnaam luidde al snel Iron Mike. [caption id="attachment_18141" align="alignnone" width="2560"] V.L.N.R.: Mike Tyson, promoter Don King en uitdager Buster Douglas.[/caption] Na de dood van D’Amato werd diens assistent Kevin Rooney de trainer van Tyson. Het zakelijke deel nemen managers Bill Cayton en Jim Jacobs voor hun rekening. Maar zij hebben minder grip op hem dan D’Amato. Zeker nadat het geld binnen begon te stromen en hij volop aandacht kreeg. Knappe vrouwen stonden ineens voor hem in de rij, terwijl meisjes voorheen nooit naar hem omkeken. Uit het ruime aanbod koos hij actrice Robin Givens, met wie hij in februari 1988 trouwde. Tyson veranderde steeds meer in een ongeleid projectiel. Buiten de ring gebruikte hij zijn vuisten ook steeds vaker. Hij sloeg zijn vrouw geregeld, vertelde vrienden dat ‘she hit every fucking wall in the apartment’. En als hij zich in het uitgaansleven stortte, was niemand veilig voor hem. Steeds vaker greep hij naar drank en drugs. Terwijl zijn depressieve buien en woede-uitbarstingen alleen maar heviger werden. 'Ik ben één grote grap. Dat zei ik nu in. Voorheen nam ik mezelf zó serieus. Toen ik inzag dat ik één grote grap was, heb ik besloten maar om mezelf te lachen' Een paar maanden na de trouwerij vulde Givens de scheidingspapieren in en in februari 1989 werd het huwelijk ontbonden. Voor de beruchte bokspromotor Don King was dat het moment om toenadering te zoeken. Team Tyson had alle goudzoekers jarenlang buiten de deur weten te houden, maar de glad pratende King wist Tyson te overtuigen met hem in zee te gaan. Coach Kevin Rooney werd ook meteen bedankt voor bewezen diensten, waardoor van het team waarmee hij de wereld begon te veroveren en met wie hij de onbetwiste zwaargewicht kampioen werd niemand meer over was. Helden Magazine 52 Het eerste gedeelte van het verhaal van Mike Tyson komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. Harrie Lavreysen, Alexander Brouwer, Niek Kimmann, Kim Polling, Kira Toussaint, Frédérique Matla, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo, Ferry Weertman en Marit Bouwmeester zouden afgelopen zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide echter roet in het eten. Helden fotografeerde de sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio op een bijzondere wijze in ‘Tokiogangers’ In deze editie gaan wij ook terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale bereikte én onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert blikken terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Boksen

Rico versus Max

Ze zijn bekend tot ver buiten de landsgrenzen. Wereldkampioen kickboksen Rico Verhoeven (29) en Formule 1-coureur Max Verstappen (21) zijn wereldsterren. Onlangs kwamen ze op uitnodiging van bedrijfssoftwareontwikkelaar Exact samen voor een goed gesprek. Helden was erbij. “Max, jij rijdt wel een beetje als Rocky.” Ze hebben allebei de status dat alleen bij het noemen van de voornaam iedereen al weet om wie het gaat. Max en Rico zijn allebei hun sport ontstegen, hebben fans over de hele wereld. Waar zij gaan, openen deuren zich als vanzelf. Ze zijn als een magneet: in welke ruimte ze zich ook vertonen, overal komen mensen op hen af voor een selfie, handtekening of gewoon om hen aan te gapen. De begroeting tussen de 29-jarige, 119 kilo wegende, 1,96 meter lange spierbundel en de acht jaar jongere, bijna twintig centimeter kleinere en vijftig kilo lichtere coureur van Team Red Bull Racing is hartelijk. Rico Verhoeven en Max Verstappen komen weliswaar uit twee totaal verschillende werelden, ze zijn ook gelijkgestemden. De een weet van de ander wat hij ondergaat, omdat hij hetzelfde meemaakt. “Deze man is klein, maar hij is gewoon een baas!” roept Rico enthousiast. Max zegt lachend: “Ik zou in de Formule 1 soms weleens het lichaam van Rico willen hebben. Als ik in de clinch lig met mijn conculega’s zou dat wel uitkomst bieden. Ik zou graag wat gespierder zijn, maar het probleem is dat ik dan veel te zwaar en te breed voor de auto word. Als ik meer dan 72 kilo weeg, heeft dat meteen effect op mijn rondetijden. Ik moet mijn gewicht steady houden.” Rico vertelt dat hij weleens heeft geracet op het circuit van Zandvoort. “Ik dacht dat ik echt heel erg hard ging. Totdat ik een rondje meereed met een echte coureur. Ik riep: we rijden tweehonderd kilometer per uur en daar is de bocht al, hè! En Max, jij rijdt nog een flink stuk harder. Niet normaal hoe snel je moet reageren. Als ik jou in de weer zie tijdens een Grand Prix, eerst doen alsof je iemand rechts voorbij gaat en dan, hup, links er langs. Lijkt me een geweldige ervaring.” Max, droogjes: “Je mag wel een keer met me meerijden, hoor.” Het gesprek komt op een filmpje waarin Max in de auto zit met vader Jos Verstappen, zelf ex-coureur, maar aan zijn gezicht en houding waren te zien dat hij het geen pretje vond om naast zijn zoon te zitten. “Dat was op het stratencircuit in Monaco, vond ie niet fijn, nee,” zegt Max lachend, “‘Dat gaan we niet nog een keer doen,’ zei hij na afloop.” Rico: “Wat ik mooi vind als ik naar jou kijk: jij rijdt wel een beetje als Rocky. Jij klapt er gewoon op.” Max: “Ik laat wel merken dat ik er ben, ja.” Rico: “Ik heb trouwens ook weleens beelden van jou gezien waarop je met een personal trainer aan het boksen was. Zag er niet verkeerd uit trouwens.” Max, hoofdschuddend: “Als ik bezig ben, denk ik vaak: gaat best lekker. Totdat ik de beelden terugzie. Dan kijk ik toch liever naar wedstrijden van jou.” Max: ‘Ik zou in de Formule 1 soms weleens het lichaam van Rico willen hebben. Als ik in de clinch lig met mijn conculega’s zou dat wel uitkomst bieden’ Rico en Max beoefenen allebei een sport waarbij het gevaar op de loer ligt. De voorbeelden van collega’s die het leven lieten in de ring of op het circuit zijn talrijk. Bang zijn ze niet, zeggen ze. Rico: “Ik stap altijd de ring in met de instelling dat ik het gewoon ga flikken. Dat is het beste. Als ik ga denken: het is gevaarlijk, dan wordt het ook gevaarlijk. Dan kan ik beter stoppen.” Max: “Ik sta ook niet stil bij de snelheden waarmee wij rijden. Ik merk het pas als ik een keer een flinke crash maak, dan schiet even door mijn hoofd: goh, we rijden best hard.” Waar het in de Formule 1 draait om mooie inhaalacties, gaat het publiek bij kickboksen op de banken bij een knockout. Rico: “Het toppunt van dominantie is natuurlijk de knock-out en ik wil graag dominant zijn in de ring. Maar het is niet zo dat ik per se op zoek ben naar een knock-out. Het gaat uiteindelijk maar om één ding: winnen.” Max knikt. Leuk, alle mooie inhaalacties en complimenten, maar als hij achteraf het gevoel heeft dat hij niet alles uit de race heeft gehaald, staat hij toch balend voor de camera’s. Rico vervolgt: “Een overwinning mag nooit in gevaar komen omdat ik te veel risico neem. Onderschatting is dodelijk. De laatste ronde is altijd heel gevaarlijk voor mij. Omdat ik dan vaak al ver voor sta, omdat ik het publiek een mooi einde van de partij wil geven, maar tegelijkertijd vecht mijn tegenstander voor z’n laatste kans.” Ze beginnen allebei te lachen als wordt gevraagd of ze hun skills graag ook weleens buiten de ring of het circuit zouden willen gebruiken. Dat Rico dus z’n vuisten gebruikt in het dagelijkse leven en Max op de snelweg spectaculaire inhaalacties laat zien. Helden Magazine 45 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico & Max komt voort uit Helden Magazine 45 waar Memphis Depay de cover siert. Depay laat zin wie hij echt is. Een verhaal over het geloof, zijn jeugd, familie, imago, Oranje en Louis van Gaal. Verder in de 45ste editie van Helden, schaatser Kai Verbij over de Spelen en de Europese titel sprint, Jac Orie is een garantie voor succes, schaatsster Antoinette de Jong over haar jeugd waarin ze werd gepest om haar rode haren, de grondlegger van het shorttracksucces Jeroen Otter, baanwielrenster Kirsten Wild, tennisser Alexander Zverev, en wielrenner Lars Boom ging in gesprek met Victoria Koblenko. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Ze zijn bekend tot ver buiten de landsgrenzen. Wereldkampioen kickboksen Rico Verhoeven (29) en Formule 1-coureur Max Verstappen (21) zijn wereldsterren. Onlangs kwamen ze op uitnodiging van bedrijfssoftwareontwikkelaar Exact samen voor een goed gesprek. Helden was erbij. “Max, jij rijdt wel een beetje als Rocky.” Ze hebben allebei de status dat alleen bij het noemen van de voornaam iedereen al weet om wie het gaat. Max en Rico zijn allebei hun sport ontstegen, hebben fans over de hele wereld. Waar zij gaan, openen deuren zich als vanzelf. Ze zijn als een magneet: in welke ruimte ze zich ook vertonen, overal komen mensen op hen af voor een selfie, handtekening of gewoon om hen aan te gapen. De begroeting tussen de 29-jarige, 119 kilo wegende, 1,96 meter lange spierbundel en de acht jaar jongere, bijna twintig centimeter kleinere en vijftig kilo lichtere coureur van Team Red Bull Racing is hartelijk. Rico Verhoeven en Max Verstappen komen weliswaar uit twee totaal verschillende werelden, ze zijn ook gelijkgestemden. De een weet van de ander wat hij ondergaat, omdat hij hetzelfde meemaakt. “Deze man is klein, maar hij is gewoon een baas!” roept Rico enthousiast. Max zegt lachend: “Ik zou in de Formule 1 soms weleens het lichaam van Rico willen hebben. Als ik in de clinch lig met mijn conculega’s zou dat wel uitkomst bieden. Ik zou graag wat gespierder zijn, maar het probleem is dat ik dan veel te zwaar en te breed voor de auto word. Als ik meer dan 72 kilo weeg, heeft dat meteen effect op mijn rondetijden. Ik moet mijn gewicht steady houden.” Rico vertelt dat hij weleens heeft geracet op het circuit van Zandvoort. “Ik dacht dat ik echt heel erg hard ging. Totdat ik een rondje meereed met een echte coureur. Ik riep: we rijden tweehonderd kilometer per uur en daar is de bocht al, hè! En Max, jij rijdt nog een flink stuk harder. Niet normaal hoe snel je moet reageren. Als ik jou in de weer zie tijdens een Grand Prix, eerst doen alsof je iemand rechts voorbij gaat en dan, hup, links er langs. Lijkt me een geweldige ervaring.” Max, droogjes: “Je mag wel een keer met me meerijden, hoor.” Het gesprek komt op een filmpje waarin Max in de auto zit met vader Jos Verstappen, zelf ex-coureur, maar aan zijn gezicht en houding waren te zien dat hij het geen pretje vond om naast zijn zoon te zitten. “Dat was op het stratencircuit in Monaco, vond ie niet fijn, nee,” zegt Max lachend, “‘Dat gaan we niet nog een keer doen,’ zei hij na afloop.” Rico: “Wat ik mooi vind als ik naar jou kijk: jij rijdt wel een beetje als Rocky. Jij klapt er gewoon op.” Max: “Ik laat wel merken dat ik er ben, ja.” Rico: “Ik heb trouwens ook weleens beelden van jou gezien waarop je met een personal trainer aan het boksen was. Zag er niet verkeerd uit trouwens.” Max, hoofdschuddend: “Als ik bezig ben, denk ik vaak: gaat best lekker. Totdat ik de beelden terugzie. Dan kijk ik toch liever naar wedstrijden van jou.” Max: ‘Ik zou in de Formule 1 soms weleens het lichaam van Rico willen hebben. Als ik in de clinch lig met mijn conculega’s zou dat wel uitkomst bieden’ Rico en Max beoefenen allebei een sport waarbij het gevaar op de loer ligt. De voorbeelden van collega’s die het leven lieten in de ring of op het circuit zijn talrijk. Bang zijn ze niet, zeggen ze. Rico: “Ik stap altijd de ring in met de instelling dat ik het gewoon ga flikken. Dat is het beste. Als ik ga denken: het is gevaarlijk, dan wordt het ook gevaarlijk. Dan kan ik beter stoppen.” Max: “Ik sta ook niet stil bij de snelheden waarmee wij rijden. Ik merk het pas als ik een keer een flinke crash maak, dan schiet even door mijn hoofd: goh, we rijden best hard.” Waar het in de Formule 1 draait om mooie inhaalacties, gaat het publiek bij kickboksen op de banken bij een knockout. Rico: “Het toppunt van dominantie is natuurlijk de knock-out en ik wil graag dominant zijn in de ring. Maar het is niet zo dat ik per se op zoek ben naar een knock-out. Het gaat uiteindelijk maar om één ding: winnen.” Max knikt. Leuk, alle mooie inhaalacties en complimenten, maar als hij achteraf het gevoel heeft dat hij niet alles uit de race heeft gehaald, staat hij toch balend voor de camera’s. Rico vervolgt: “Een overwinning mag nooit in gevaar komen omdat ik te veel risico neem. Onderschatting is dodelijk. De laatste ronde is altijd heel gevaarlijk voor mij. Omdat ik dan vaak al ver voor sta, omdat ik het publiek een mooi einde van de partij wil geven, maar tegelijkertijd vecht mijn tegenstander voor z’n laatste kans.” Ze beginnen allebei te lachen als wordt gevraagd of ze hun skills graag ook weleens buiten de ring of het circuit zouden willen gebruiken. Dat Rico dus z’n vuisten gebruikt in het dagelijkse leven en Max op de snelweg spectaculaire inhaalacties laat zien. Helden Magazine 45 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico & Max komt voort uit Helden Magazine 45 waar Memphis Depay de cover siert. Depay laat zin wie hij echt is. Een verhaal over het geloof, zijn jeugd, familie, imago, Oranje en Louis van Gaal. Verder in de 45ste editie van Helden, schaatser Kai Verbij over de Spelen en de Europese titel sprint, Jac Orie is een garantie voor succes, schaatsster Antoinette de Jong over haar jeugd waarin ze werd gepest om haar rode haren, de grondlegger van het shorttracksucces Jeroen Otter, baanwielrenster Kirsten Wild, tennisser Alexander Zverev, en wielrenner Lars Boom ging in gesprek met Victoria Koblenko. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.