Word abonnee
Meer

Tour de France

Prognose etappe 5: Remco Evenepoel wint de eerste tijdrit

De eerste vier etappes van de Tour gingen niet helemaal zoals Remco Evenepoel had gehoopt. Hij miste de slag in rit één, toen er waaiers ontstonden. Hij viel ook al en kon in etappe vier op hangen en wurgen mee met de groep favorieten. Vandaag kan de Belgische kopman van Soudal Quick-Step een flink deel van zijn achterstand goedmaken. Op voorhand dacht iedereen dat Evenepoel in de 33 kilometer tellende tijdrit met start en finish in Caen het geel zou gaan pakken. Ga maar na: Evenepoel won de afgelopen jaren zo’n beetje elke vlakke tijdrit die hij reed, is regerend wereld- en olympisch kampioen tijdrijden. Maar na vier ritten heeft hij al een achterstand van 58 seconden op gele truidrager Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar, op wie hij dezelfde achterstand heeft. Op Jonas Vingegaard moet hij vijftig tellen goedmaken. Die achterstand heeft hij hoofdzakelijk opgelopen in de waaieretappe. De tijdrit voert over vlakke, brede wegen. Het is een parkoers zoals Evenepoel hem gewenst zou hebben. In het Critérium du Dauphine won hij met een voorsprong van twintig seconden op nummer twee Vingegaard. Pogacar verloor op 11 juni dit jaar zelfs 48 tellen. Als je dan bedenkt dat die tijdrit slechts zeventien kilometer lang was en over glooiender terrein ging, dan is het te begrijpen dat Evenepoel na rit vier vertelde dat hij zijn gele droom nog niet heeft opgegeven. Ook is het nog interessant om naar de eerste tijdrit in de Tour van 2025 te kijken. Evenepoel won in Gevrey-Chambertin. Hij was na 25,3 kilometer – het parkoers was iets zwaarder dan deze tijdrit - slechts twaalf tellen sneller dan Pogacar. Vingegaard, die amper hersteld was van zijn zware crash in het voorjaar, was toen 37 seconden langzamer. Het zal waarschijnlijk een secondespel worden wat betreft de gele trui. Op meerdere vlakken. Het verschil tussen Pogacar en Vingegaard bedraagt slecht acht seconden. En brengt de gele trui bij Van der Poel, toch al een heel behoorlijke tijdrijder, extra krachten naar boven? Afgaande op de Dauphiné denken wij toch dat Vingegaard het geel pakt. De kanshebbers van Helden *** Remco Evenepoel ** Jonas Vingegaard *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21420" align="alignnone" width="1024"] Getty Images[/caption]
De eerste vier etappes van de Tour gingen niet helemaal zoals Remco Evenepoel had gehoopt. Hij miste de slag in rit één, toen er waaiers ontstonden. Hij viel ook al en kon in etappe vier op hangen en wurgen mee met de groep favorieten. Vandaag kan de Belgische kopman van Soudal Quick-Step een flink deel van zijn achterstand goedmaken. Op voorhand dacht iedereen dat Evenepoel in de 33 kilometer tellende tijdrit met start en finish in Caen het geel zou gaan pakken. Ga maar na: Evenepoel won de afgelopen jaren zo’n beetje elke vlakke tijdrit die hij reed, is regerend wereld- en olympisch kampioen tijdrijden. Maar na vier ritten heeft hij al een achterstand van 58 seconden op gele truidrager Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar, op wie hij dezelfde achterstand heeft. Op Jonas Vingegaard moet hij vijftig tellen goedmaken. Die achterstand heeft hij hoofdzakelijk opgelopen in de waaieretappe. De tijdrit voert over vlakke, brede wegen. Het is een parkoers zoals Evenepoel hem gewenst zou hebben. In het Critérium du Dauphine won hij met een voorsprong van twintig seconden op nummer twee Vingegaard. Pogacar verloor op 11 juni dit jaar zelfs 48 tellen. Als je dan bedenkt dat die tijdrit slechts zeventien kilometer lang was en over glooiender terrein ging, dan is het te begrijpen dat Evenepoel na rit vier vertelde dat hij zijn gele droom nog niet heeft opgegeven. Ook is het nog interessant om naar de eerste tijdrit in de Tour van 2025 te kijken. Evenepoel won in Gevrey-Chambertin. Hij was na 25,3 kilometer – het parkoers was iets zwaarder dan deze tijdrit - slechts twaalf tellen sneller dan Pogacar. Vingegaard, die amper hersteld was van zijn zware crash in het voorjaar, was toen 37 seconden langzamer. Het zal waarschijnlijk een secondespel worden wat betreft de gele trui. Op meerdere vlakken. Het verschil tussen Pogacar en Vingegaard bedraagt slecht acht seconden. En brengt de gele trui bij Van der Poel, toch al een heel behoorlijke tijdrijder, extra krachten naar boven? Afgaande op de Dauphiné denken wij toch dat Vingegaard het geel pakt. De kanshebbers van Helden *** Remco Evenepoel ** Jonas Vingegaard *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21420" align="alignnone" width="1024"] Getty Images[/caption]

Tour de France

Prognose etappe 4: Weer Van der Poel

Gerrit Solleveld, Jan Raas en Fedor den Hertog wonnen ooit in Rouen. Als de Tour de hoofdstad van Normandië aandeed, draaide het vaak uit op een massasprint, maar dat lijkt vandaag uitgesloten. In de vierde etappes, een heuvelrit van 173 kilometer die voert van Amiens naar Rouen, is opnieuw aan de punchers, de mannen die zondag ook de tweede rit kleurden. Goed nieuws dus voor Mathieu van der Poel. Die zondag zijn tweede Tour-etappe won en net als in de tweede rit in 2021 de gele trui veroverde. MVDP liet eerder weten dat de Tour niet zijn favoriete koers is, omdat hij daarin doorgaans te weinig kansen heeft op succes. Voor de echte bergritten is hij niet gemaakt en in de vlakke etappes zijn de sprintersploegen oppermachtig. Dus was hij voorgaande jaren - met succes - vooral meesterknecht van ploeggenoot en sprinter Jasper Philipsen, die gisteren na een harde val en in de groene trui de Tour moest verlaten met onder andere een gebroken sleutelbeen en rib. Dit jaar heeft de organisatie veel meer rekening gehouden met renners als Van der Poel. Vooral de finale belooft spektakel. Op iets meer dan twintig kilometer van de streep ligt de Côte de Bonsecours (900 meter tegen 7,2 procent). Op vijftien kilometer van de meet begint de Côte de Grand Mare (1,8 kilometer à 5 procent) en op iets meer dan zes kilometer van de finish is de Rampe Saint-Hilaire (900 meter tegen 10, 6 procent). De laatste kilometer loopt net als in etappe 2 met gemiddeld 5 procent omhoog. De kanshebbers vandaag zijn dezelfde als in rit twee, met titanen Van der Poel en Tadej Pogacar als topfavorieten. Niet alleen de ritzege staat op het spel, maar misschien ligt ook de gele trui voor het grijpen voor het geval Van der Poel geklopt wordt. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard
Gerrit Solleveld, Jan Raas en Fedor den Hertog wonnen ooit in Rouen. Als de Tour de hoofdstad van Normandië aandeed, draaide het vaak uit op een massasprint, maar dat lijkt vandaag uitgesloten. In de vierde etappes, een heuvelrit van 173 kilometer die voert van Amiens naar Rouen, is opnieuw aan de punchers, de mannen die zondag ook de tweede rit kleurden. Goed nieuws dus voor Mathieu van der Poel. Die zondag zijn tweede Tour-etappe won en net als in de tweede rit in 2021 de gele trui veroverde. MVDP liet eerder weten dat de Tour niet zijn favoriete koers is, omdat hij daarin doorgaans te weinig kansen heeft op succes. Voor de echte bergritten is hij niet gemaakt en in de vlakke etappes zijn de sprintersploegen oppermachtig. Dus was hij voorgaande jaren - met succes - vooral meesterknecht van ploeggenoot en sprinter Jasper Philipsen, die gisteren na een harde val en in de groene trui de Tour moest verlaten met onder andere een gebroken sleutelbeen en rib. Dit jaar heeft de organisatie veel meer rekening gehouden met renners als Van der Poel. Vooral de finale belooft spektakel. Op iets meer dan twintig kilometer van de streep ligt de Côte de Bonsecours (900 meter tegen 7,2 procent). Op vijftien kilometer van de meet begint de Côte de Grand Mare (1,8 kilometer à 5 procent) en op iets meer dan zes kilometer van de finish is de Rampe Saint-Hilaire (900 meter tegen 10, 6 procent). De laatste kilometer loopt net als in etappe 2 met gemiddeld 5 procent omhoog. De kanshebbers vandaag zijn dezelfde als in rit twee, met titanen Van der Poel en Tadej Pogacar als topfavorieten. Niet alleen de ritzege staat op het spel, maar misschien ligt ook de gele trui voor het grijpen voor het geval Van der Poel geklopt wordt. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard

Tour de France

Prognose etappe 3: Sprintersbal in Duinkerke

In 1995 sprintte Jeroen Blijlevens naar de winst in Duinkerke en het is zo goed als zeker dat het vandaag opnieuw sprinten geblazen wordt. De derde etappe van de Tour de France start in Valencienes en eindig na 172 hoofdzakelijk vlakke kilometers in de havenplaats aan de Noordzee. Mathieu van der Poel won op zondag zijn tweede Tour-etappe en veroverde net als in 2021 de gele trui in de tweede rit van de Tour. Zijn trui komt normaal gesproken niet in gevaar in de tweede etappe. Op dertig kilometer van de streep is de Côte de Cassel (2,3 kilometer tegen 4,5 procent) het enige klimmetje van de dag. Voor renners van de kleinere ploegen is het vandaag een kans om in beeld te rijden en de sponsor blij te maken, maar als Duinkerke nadert zullen de sprinterstreinen geformeerd worden en het tempo opgevoerd worden. Het wordt dringen in de laatste kilometers om voorin te komen en blijven, dus het risico op valpartijen is opnieuw groot. Jasper Philipsen - nog steeds drager van de groene trui - won etappe 1 en Tim Merlier en Jonathan Milan waren de grote verliezers van de eerste rit. Zij zullen vandaag wat recht willen zetten, aangezien zij na vandaag een aantal dagen moeten wachten voordat er een nieuwe kans voor een massasprint komt. De kanshebbers van Helden *** Jonathan Milan ** Jasper Philipsen * Tim Merlier [caption id="attachment_21391" align="alignnone" width="2560"] Getty Images[/caption]
In 1995 sprintte Jeroen Blijlevens naar de winst in Duinkerke en het is zo goed als zeker dat het vandaag opnieuw sprinten geblazen wordt. De derde etappe van de Tour de France start in Valencienes en eindig na 172 hoofdzakelijk vlakke kilometers in de havenplaats aan de Noordzee. Mathieu van der Poel won op zondag zijn tweede Tour-etappe en veroverde net als in 2021 de gele trui in de tweede rit van de Tour. Zijn trui komt normaal gesproken niet in gevaar in de tweede etappe. Op dertig kilometer van de streep is de Côte de Cassel (2,3 kilometer tegen 4,5 procent) het enige klimmetje van de dag. Voor renners van de kleinere ploegen is het vandaag een kans om in beeld te rijden en de sponsor blij te maken, maar als Duinkerke nadert zullen de sprinterstreinen geformeerd worden en het tempo opgevoerd worden. Het wordt dringen in de laatste kilometers om voorin te komen en blijven, dus het risico op valpartijen is opnieuw groot. Jasper Philipsen - nog steeds drager van de groene trui - won etappe 1 en Tim Merlier en Jonathan Milan waren de grote verliezers van de eerste rit. Zij zullen vandaag wat recht willen zetten, aangezien zij na vandaag een aantal dagen moeten wachten voordat er een nieuwe kans voor een massasprint komt. De kanshebbers van Helden *** Jonathan Milan ** Jasper Philipsen * Tim Merlier [caption id="attachment_21391" align="alignnone" width="2560"] Getty Images[/caption]

Mountainbiken

Mathieu van der Poel: “Ik voel me toch ook oud worden”

Mathieu van der Poel vierde op 19 januari zijn dertigste verjaardag. Het was voor hem een moment van bezinning. Hij stapelt de successen nog steeds op, maar besefte dat ook zíjn carrière eindig is. Helden schoof in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, die hij vorig jaar allebei won, bij MVDP aan. Je leest het interview in Helden Magazine 76. “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Mathieu van der Poel ging een paar dagen nadat hij voor de zevende keer wereldkampioen veldrijden werd met zijn vriendin Roxanne Bertels op skivakantie. Met een helikopter liet MVDP zich afzetten op een bergtop in Livigno. De video waarop hij in Italië off piste aan het skiën was, ging meteen viral. Zijn liefde voor mooie, snelle auto’s en motoren is ook bekend. Tijdens de wintersportvakantie vermaakte hij zich met een Lamborghini in de sneeuw. In het verleden verklapte hij dat hij meerdere keren op het circuit heeft gescheurd en in zijn vrije tijd door het bos croste met een motor. Vorig jaar kreeg hij een Lamborghini Urus met het kenteken 1-MVDP-1 cadeau van de Italiaanse autofabrikant. Eind december kwam hij in een knaloranje Revuelto, de eerste plug-in-hybride van Lamborghini, aan bij de cross in Gavere. De sportwagen ter waarde van 511.000 euro, voorzien van een V12-motor in combinatie met drie elektromotoren, samen goed voor een vermogen van 1000 pk, een topsnelheid van 350 kilometer per uur en ervoor zorgt dat in tweeënhalve seconden van 0 naar 100 kan worden opgetrokken. Een geste van de Antwerpse Lamborghini- dealer, die ook zijn privésponsor is. Mathieu is een thrillseeker, iemand die niet heel erg bezig lijkt met het managen van risico’s. “Het is maar hoe je het bekijkt; ik vind off piste skiën minder gevaarlijk dan in een peloton naar de Oude Kwaremont rijden in de Ronde van Vlaanderen,” zegt hij lachend. “Ik ski al van jongs af aan, voor mij voelt dat niet als iets risicovols. Binnen de ploeg heb ik altijd de ruimte gekregen om dit soort dingen te doen. Ik heb ervan genoten om even lekker te kunnen skiën, denk ook niet dat als je me dit soort dingen afneemt, dat ten goede zal komen aan mijn prestaties. Ik heb die vrijheid nodig. Maar ik ben wel iets voorzichtiger geworden dan vroeger.” 'Normaal heb ik niet met leeftijden, maar dertig vond ik toch wel een dingetje. Het was ook een beetje een wake-up call" Staan er nog meer dingen op jouw bucketlist? “Laat ik me eerst nog maar een paar jaar op het wielrennen focussen. Als dat klaar is, zal ik wel kijken wat er nog uit de bus komt. Al met al denk ik dat bij alles dat ik na mijn carrière ga doen toch ook nog vaak een fiets van pas zal blijven komen.” Hij verklapte in een groot interview met de Belgische tv-zender Sporza, eind vorig jaar, dat er een weddenschap met de populaire Belgische youtuber Average Rob is. De deal is dat hij op een dag mee zal doen aan een Ironman, een triatlon van 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,2 kilometer hardlopen. Bijna gelijktijdig deelde Roxanne, sinds 2018 zijn vriendin, op Instagram een foto van een kraambezoek. Bij een foto van een pasgeboren dochtertje van bekenden schreef ze: ‘Baby fever’. En het vaderschap, staat dat op jouw bucketlist? Lachend: “Dat is nog niet iets waar ik nu mee bezig ben.” Met pensioen Mathieu vierde op 19 januari zijn dertigste verjaardag. Hij vierde de mijlpaal in Spanje, waar hij een deel van het jaar woont en traint. “We hebben met een grote groep iets gegeten, dat was gezellig.” Voelde het speciaal om de dertig aan te tikken? “Toch wel. Normaal gesproken heb ik niets met leeftijden, maar dertig vond ik toch wel een dingetje. Het was ook een beetje een wake up call. Ik ben ineens geen twintiger meer, voel me toch ook oud worden.” Heb je het gevoel: de speeltijd is voorbij, het leven wordt serieus? “Ik hoop dat ik de komende jaren nog mooie dingen kan laten zien, maar tegelijkertijd realiseer ik me dat de meeste renners met pensioen gaan als ze in de dertig zijn. Vaak wel pas eind dertig, maar toch. Dat is wel iets waar ik over nadenk.” In het interview met Sporza verklapte hij ‘zeker niet tot zijn veertigste te blijven koersen’, omdat hij het belangrijk vindt om te stoppen op een hoogtepunt en dat hij soms renners ziet die te lang blijven fietsen, wat in zijn beleving afbreuk doet aan de erelijst die zij bij elkaar hebben gefietst. Merk jij al dat de jaren beginnen te tellen? “Gelukkig niet. Het is eerder andersom: ik herstel juist veel sneller dan vroeger. Ik zit op het punt in mijn carrière dat ik het meeste aankan. Als ik een paar jaar terug had getraind zoals ik dat begin dit jaar in Spanje heb gedaan, dan had ik in het weekend daarna niet kunnen crossen. Dat is echt een groot verschil. Misschien ben ik wel beter dan ooit. Ik heb geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de toppen van mijn kunnen kan zijn. Daarna weet ik het niet. Ik voel me nu heel goed, maar het is afwachten hoe ik me voel als ik 33 ben. Tegenwoordig zijn heel veel dingen te meten. Aan de resultaten van die metingen is te zien dat ik nog steeds progressie boek. Maar uiteindelijk houdt die ontwikkeling toch een keer op. Dat is voor iedereen zo, dus dat zal bij mij niet anders zijn.” Steeds harder Mathieu kende een geweldig 2024. Hij won in de regenboogtrui – die hij pakte door in 2023 in Glasgow de wereldtitel op de weg te grijpen – zowel de Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix. “Vlaanderen en Roubaix winnen in de regenboogtrui is misschien wel het hoogtepunt van mijn carrière geweest. Dat is toch iets unieks.” Vooral voor zijn derde overwinning in de Ronde van Vlaanderen moest hij diepgaan. Door de regen en kou was het laatste uur erg zwaar. Hij kreeg hetzelfde gevoel als op het WK in Harrogate in 2019, toen hij lang in de kopgroep zat en de koers maakte, maar door hongerklop zijn kansen op de wereldtitel zag vervliegen, bekende hij tegen Sporza. Veel langer had de Ronde van Vlaanderen voor hem niet mogen duren. Ook won hij de E3 Saxo Classic in het voorjaar. Verder werd hij derde in Luik- Bastenaken-Luik en op het WK op de weg in Zürich. Ook pakte hij afgelopen jaar twee wereldtitels: zijn zesde als veldrijder en zijn eerste op de gravelbike. O ja, hij hielp als een wel heel luxe knecht ook zijn ploegmaat Jasper Philipsen nog aan de overwinning in Milaan-San Remo en drie sprintzeges in de Tour de France. Tijdens het cross-seizoen afgelopen winter, stond er opnieuw geen maat op Matje: hij won met groot vertoon van macht elke veldrit waar hij aan de start verscheen. Bij de WK, op 2 februari in het Franse Liévin, ging hij er meteen na de start vandoor. Zijn grote rivaal Wout van Aert, die tweede werd, zag hem pas weer terug na de finish. Het betekende zijn zevende wereldtitel veldrijden, een record dat hij nu deelt met de in december 2015 op zeventigjarige leeftijd overleden Erik De Vlaeminck. “Mooi om geschiedenis te schrijven, maar ik ben nooit erg bezig met records. Toen ik voor de vierde keer wereldkampioen werd, begonnen mensen over de zeven wereldtitels van De Vlaeminck. Voor mij begon dat record vorig jaar pas mee te spelen, toen ik op zes wereldtitels kwam.” En dan te bedenken dat hij een paar weken voor het WK veldrijden een ribbreuk opliep. “Ik klapte op een paaltje tijdens de cross in Loenhout, toen is er een barst in mijn rib ontstaan. Een week later in Besançon brak hij waarschijnlijk pas echt door de inspanning. Tijdens die koers begon ik last te krijgen van mijn rib. Op de terugweg kreeg ik nog meer last. Ik had de eerste twee weken na de breuk flink last. Vooral hoesten was erg pijnlijk. Op de fiets was het gelukkig nog redelijk oké. Daardoor heeft het weinig invloed gehad op mijn voorbereiding van het wegseizoen en de opbouw richting de wereldtitel veldrijden. Zorg was alleen dat er niet een bobbel zou ontstaan op mijn rib en dat het netjes aan elkaar zou groeien.” De ribbreuk stond dus een goede voorbereiding op het wegseizoen niet in de weg. In Spanje kende hij een goede trainingsstage. “Ik heb dingen dit jaar wat anders aangepakt. Rust is steeds belangrijker. Door de jaren heen weten we wel wat voor mij werkt en wat niet. Ik voel me ook beter dan vorig jaar door die trainingsstage. Vorig jaar voelde ik me aan het begin van het seizoen iets vermoeider. De ribblessure was vervelend, maar ik heb wel heel lang en goed kunnen trainen voor het wegseizoen.” En dat is nodig, want het wielrennen blijft zich maar ontwikkelen. Het materiaal wordt steeds beter, op het gebied van voeding wordt nog progressie geboekt en ook de trainingsaanpak blijft evolueren. “Het gaat steeds harder,” zegt Mathieu, “de trainingsmethoden worden steeds beter, waardoor het niveau omhooggaat. Daardoor verandert ook het koersverloop. In de klassiekers gaat tegenwoordig het tempo meteen omhoog. In het verleden was de snelheid de eerste 100 tot 150 kilometer wat lager. Nu niet meer. De gemiddelde snelheid ligt veel hoger.” Mathieu en zijn ploeg Alpecin- Deceuninck moeten dus voortdurend aan de knoppen blijven draaien. “Wij denken voortdurend na over nieuwe trainingsmethodes. Moeten we weer andere intervaltrainingen doen om nog beter te worden? Maar we mogen tegelijkertijd niet onze ogen sluiten voor de dingen die we in het verleden goed hebben gedaan. Het is niet altijd zo dat je er zeker van bent dat als je iets verandert, het ook meteen beter zal gaan.” Mathieu haalt de Tirreno-Adriatico aan. Die reed hij twee jaar geleden ook en dat was achteraf de ideale voorbereiding op Milaan-San Remo, die hij in 2023 won. “Vorig jaar ging ik naar San Remo zonder voorbereidingskoers. Ik was goed, maar niet goed genoeg om een verschil te maken. Als iets voor mij heeft gewerkt, hou ik dat in mijn achterhoofd. Een etappekoers van een week is voor mij een betere manier om in mijn beste vorm te komen dan een week trainen.” Haat-liefde verhouding Na Parijs- Roubaix werd de Tour de France het grote doel van Mathieu. Het wordt zijn vijfde deelname aan de Ronde van Frankrijk. Bij zijn debuut, in 2021, won hij de tweede etappe met aankomst op Mûr-de- Bretagne en Mathieu greep ook nog eens de gele trui. In de laatste meters wees hij naar de hemel, als eerbetoon aan opa Raymond Poulidor, de Franse wielerheld die in november 2019 overleed en drie keer tweede en vijf keer derde werd in de Tour, maar nooit de gele trui droeg. De jaren daarna was hij minder succesvol in de Tour. De afgelopen twee jaar cijferde Mathieu zich vooral weg voor sprinter Jasper Philipsen die hij als een superknecht naar de groene trui in 2023 en tal van ritzeges loodste. Hij geeft aan een haat-liefdeverhouding met de Tour te hebben. Aan de ene kant is het de koers waar de hele wereld naar kijkt. Maar tegelijkertijd is er veel media- aandacht en druk en zijn de belangen zo groot dat de ploegen met sprinters en de mannen voor het klassement de controle houden. Succesvolle ontsnappingen zijn spaarzaam. “Het is niet dat ik een hekel heb aan de Tour rijden, maar er zijn andere wedstrijden die ik wat leuker vind. Het is heel lastig om een verschil te maken in de Ronde van Frankrijk. Maar dat neemt niet weg dat ik altijd heel gemotiveerd ben om te proberen een etappe in de Tour te winnen. Het is me al een keer gelukt. Ik heb natuurlijk heel mooie herinneringen aan mijn eerste Tour en hopelijk slaag ik erin om nog meer etappes te winnen.” In het Sporza-interview zei hij over de Tour: “Ik rijd liever vijf koersen waarin ik meedoe om te winnen dan twintig etappes waarin ik de helft van de tijd niet meedoe voor de zege.” En: “Met Jasper erbij heb ik dan telkens wel het doel om hem aan zoveel mogelijk ritzeges te helpen. Dat vind ik leuk en het neemt ook druk bij mij weg.” Ook dit jaar zal Alpecin-Deceuninck in de vlakke Tour-etappes vooral in dienst van Philipsen rijden. “Ik hoop wel dat ik het voor mezelf beter kan doen dan vorige edities. In de eerste week liggen er kansen voor Jasper, maar ook voor individueel succes.” De Tour start met een etappe van Lille naar Lille en de kans is groot dat die rit eindigt in een massasprint en dus een kans op de gele trui voor Philipsen. Naast sprintkansen zijn er ook een paar heuveletappes in de eerste week van de Tour. Kortom: er zijn ook kansen voor Mathieu. Wie weet kan hij net als in 2021 voor een ritzege en het geel gaan. En over de Tour van 2021 gesproken: ook de Mûr-de-Bretagne is weer opgenomen in het programma, daar ligt de finish van de zevende etappe op vrijdag 11 juli.   Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel siert ook de cover. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Mathieu van der Poel vierde op 19 januari zijn dertigste verjaardag. Het was voor hem een moment van bezinning. Hij stapelt de successen nog steeds op, maar besefte dat ook zíjn carrière eindig is. Helden schoof in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, die hij vorig jaar allebei won, bij MVDP aan. Je leest het interview in Helden Magazine 76. “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Mathieu van der Poel ging een paar dagen nadat hij voor de zevende keer wereldkampioen veldrijden werd met zijn vriendin Roxanne Bertels op skivakantie. Met een helikopter liet MVDP zich afzetten op een bergtop in Livigno. De video waarop hij in Italië off piste aan het skiën was, ging meteen viral. Zijn liefde voor mooie, snelle auto’s en motoren is ook bekend. Tijdens de wintersportvakantie vermaakte hij zich met een Lamborghini in de sneeuw. In het verleden verklapte hij dat hij meerdere keren op het circuit heeft gescheurd en in zijn vrije tijd door het bos croste met een motor. Vorig jaar kreeg hij een Lamborghini Urus met het kenteken 1-MVDP-1 cadeau van de Italiaanse autofabrikant. Eind december kwam hij in een knaloranje Revuelto, de eerste plug-in-hybride van Lamborghini, aan bij de cross in Gavere. De sportwagen ter waarde van 511.000 euro, voorzien van een V12-motor in combinatie met drie elektromotoren, samen goed voor een vermogen van 1000 pk, een topsnelheid van 350 kilometer per uur en ervoor zorgt dat in tweeënhalve seconden van 0 naar 100 kan worden opgetrokken. Een geste van de Antwerpse Lamborghini- dealer, die ook zijn privésponsor is. Mathieu is een thrillseeker, iemand die niet heel erg bezig lijkt met het managen van risico’s. “Het is maar hoe je het bekijkt; ik vind off piste skiën minder gevaarlijk dan in een peloton naar de Oude Kwaremont rijden in de Ronde van Vlaanderen,” zegt hij lachend. “Ik ski al van jongs af aan, voor mij voelt dat niet als iets risicovols. Binnen de ploeg heb ik altijd de ruimte gekregen om dit soort dingen te doen. Ik heb ervan genoten om even lekker te kunnen skiën, denk ook niet dat als je me dit soort dingen afneemt, dat ten goede zal komen aan mijn prestaties. Ik heb die vrijheid nodig. Maar ik ben wel iets voorzichtiger geworden dan vroeger.” 'Normaal heb ik niet met leeftijden, maar dertig vond ik toch wel een dingetje. Het was ook een beetje een wake-up call" Staan er nog meer dingen op jouw bucketlist? “Laat ik me eerst nog maar een paar jaar op het wielrennen focussen. Als dat klaar is, zal ik wel kijken wat er nog uit de bus komt. Al met al denk ik dat bij alles dat ik na mijn carrière ga doen toch ook nog vaak een fiets van pas zal blijven komen.” Hij verklapte in een groot interview met de Belgische tv-zender Sporza, eind vorig jaar, dat er een weddenschap met de populaire Belgische youtuber Average Rob is. De deal is dat hij op een dag mee zal doen aan een Ironman, een triatlon van 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,2 kilometer hardlopen. Bijna gelijktijdig deelde Roxanne, sinds 2018 zijn vriendin, op Instagram een foto van een kraambezoek. Bij een foto van een pasgeboren dochtertje van bekenden schreef ze: ‘Baby fever’. En het vaderschap, staat dat op jouw bucketlist? Lachend: “Dat is nog niet iets waar ik nu mee bezig ben.” Met pensioen Mathieu vierde op 19 januari zijn dertigste verjaardag. Hij vierde de mijlpaal in Spanje, waar hij een deel van het jaar woont en traint. “We hebben met een grote groep iets gegeten, dat was gezellig.” Voelde het speciaal om de dertig aan te tikken? “Toch wel. Normaal gesproken heb ik niets met leeftijden, maar dertig vond ik toch wel een dingetje. Het was ook een beetje een wake up call. Ik ben ineens geen twintiger meer, voel me toch ook oud worden.” Heb je het gevoel: de speeltijd is voorbij, het leven wordt serieus? “Ik hoop dat ik de komende jaren nog mooie dingen kan laten zien, maar tegelijkertijd realiseer ik me dat de meeste renners met pensioen gaan als ze in de dertig zijn. Vaak wel pas eind dertig, maar toch. Dat is wel iets waar ik over nadenk.” In het interview met Sporza verklapte hij ‘zeker niet tot zijn veertigste te blijven koersen’, omdat hij het belangrijk vindt om te stoppen op een hoogtepunt en dat hij soms renners ziet die te lang blijven fietsen, wat in zijn beleving afbreuk doet aan de erelijst die zij bij elkaar hebben gefietst. Merk jij al dat de jaren beginnen te tellen? “Gelukkig niet. Het is eerder andersom: ik herstel juist veel sneller dan vroeger. Ik zit op het punt in mijn carrière dat ik het meeste aankan. Als ik een paar jaar terug had getraind zoals ik dat begin dit jaar in Spanje heb gedaan, dan had ik in het weekend daarna niet kunnen crossen. Dat is echt een groot verschil. Misschien ben ik wel beter dan ooit. Ik heb geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de toppen van mijn kunnen kan zijn. Daarna weet ik het niet. Ik voel me nu heel goed, maar het is afwachten hoe ik me voel als ik 33 ben. Tegenwoordig zijn heel veel dingen te meten. Aan de resultaten van die metingen is te zien dat ik nog steeds progressie boek. Maar uiteindelijk houdt die ontwikkeling toch een keer op. Dat is voor iedereen zo, dus dat zal bij mij niet anders zijn.” Steeds harder Mathieu kende een geweldig 2024. Hij won in de regenboogtrui – die hij pakte door in 2023 in Glasgow de wereldtitel op de weg te grijpen – zowel de Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix. “Vlaanderen en Roubaix winnen in de regenboogtrui is misschien wel het hoogtepunt van mijn carrière geweest. Dat is toch iets unieks.” Vooral voor zijn derde overwinning in de Ronde van Vlaanderen moest hij diepgaan. Door de regen en kou was het laatste uur erg zwaar. Hij kreeg hetzelfde gevoel als op het WK in Harrogate in 2019, toen hij lang in de kopgroep zat en de koers maakte, maar door hongerklop zijn kansen op de wereldtitel zag vervliegen, bekende hij tegen Sporza. Veel langer had de Ronde van Vlaanderen voor hem niet mogen duren. Ook won hij de E3 Saxo Classic in het voorjaar. Verder werd hij derde in Luik- Bastenaken-Luik en op het WK op de weg in Zürich. Ook pakte hij afgelopen jaar twee wereldtitels: zijn zesde als veldrijder en zijn eerste op de gravelbike. O ja, hij hielp als een wel heel luxe knecht ook zijn ploegmaat Jasper Philipsen nog aan de overwinning in Milaan-San Remo en drie sprintzeges in de Tour de France. Tijdens het cross-seizoen afgelopen winter, stond er opnieuw geen maat op Matje: hij won met groot vertoon van macht elke veldrit waar hij aan de start verscheen. Bij de WK, op 2 februari in het Franse Liévin, ging hij er meteen na de start vandoor. Zijn grote rivaal Wout van Aert, die tweede werd, zag hem pas weer terug na de finish. Het betekende zijn zevende wereldtitel veldrijden, een record dat hij nu deelt met de in december 2015 op zeventigjarige leeftijd overleden Erik De Vlaeminck. “Mooi om geschiedenis te schrijven, maar ik ben nooit erg bezig met records. Toen ik voor de vierde keer wereldkampioen werd, begonnen mensen over de zeven wereldtitels van De Vlaeminck. Voor mij begon dat record vorig jaar pas mee te spelen, toen ik op zes wereldtitels kwam.” En dan te bedenken dat hij een paar weken voor het WK veldrijden een ribbreuk opliep. “Ik klapte op een paaltje tijdens de cross in Loenhout, toen is er een barst in mijn rib ontstaan. Een week later in Besançon brak hij waarschijnlijk pas echt door de inspanning. Tijdens die koers begon ik last te krijgen van mijn rib. Op de terugweg kreeg ik nog meer last. Ik had de eerste twee weken na de breuk flink last. Vooral hoesten was erg pijnlijk. Op de fiets was het gelukkig nog redelijk oké. Daardoor heeft het weinig invloed gehad op mijn voorbereiding van het wegseizoen en de opbouw richting de wereldtitel veldrijden. Zorg was alleen dat er niet een bobbel zou ontstaan op mijn rib en dat het netjes aan elkaar zou groeien.” De ribbreuk stond dus een goede voorbereiding op het wegseizoen niet in de weg. In Spanje kende hij een goede trainingsstage. “Ik heb dingen dit jaar wat anders aangepakt. Rust is steeds belangrijker. Door de jaren heen weten we wel wat voor mij werkt en wat niet. Ik voel me ook beter dan vorig jaar door die trainingsstage. Vorig jaar voelde ik me aan het begin van het seizoen iets vermoeider. De ribblessure was vervelend, maar ik heb wel heel lang en goed kunnen trainen voor het wegseizoen.” En dat is nodig, want het wielrennen blijft zich maar ontwikkelen. Het materiaal wordt steeds beter, op het gebied van voeding wordt nog progressie geboekt en ook de trainingsaanpak blijft evolueren. “Het gaat steeds harder,” zegt Mathieu, “de trainingsmethoden worden steeds beter, waardoor het niveau omhooggaat. Daardoor verandert ook het koersverloop. In de klassiekers gaat tegenwoordig het tempo meteen omhoog. In het verleden was de snelheid de eerste 100 tot 150 kilometer wat lager. Nu niet meer. De gemiddelde snelheid ligt veel hoger.” Mathieu en zijn ploeg Alpecin- Deceuninck moeten dus voortdurend aan de knoppen blijven draaien. “Wij denken voortdurend na over nieuwe trainingsmethodes. Moeten we weer andere intervaltrainingen doen om nog beter te worden? Maar we mogen tegelijkertijd niet onze ogen sluiten voor de dingen die we in het verleden goed hebben gedaan. Het is niet altijd zo dat je er zeker van bent dat als je iets verandert, het ook meteen beter zal gaan.” Mathieu haalt de Tirreno-Adriatico aan. Die reed hij twee jaar geleden ook en dat was achteraf de ideale voorbereiding op Milaan-San Remo, die hij in 2023 won. “Vorig jaar ging ik naar San Remo zonder voorbereidingskoers. Ik was goed, maar niet goed genoeg om een verschil te maken. Als iets voor mij heeft gewerkt, hou ik dat in mijn achterhoofd. Een etappekoers van een week is voor mij een betere manier om in mijn beste vorm te komen dan een week trainen.” Haat-liefde verhouding Na Parijs- Roubaix werd de Tour de France het grote doel van Mathieu. Het wordt zijn vijfde deelname aan de Ronde van Frankrijk. Bij zijn debuut, in 2021, won hij de tweede etappe met aankomst op Mûr-de- Bretagne en Mathieu greep ook nog eens de gele trui. In de laatste meters wees hij naar de hemel, als eerbetoon aan opa Raymond Poulidor, de Franse wielerheld die in november 2019 overleed en drie keer tweede en vijf keer derde werd in de Tour, maar nooit de gele trui droeg. De jaren daarna was hij minder succesvol in de Tour. De afgelopen twee jaar cijferde Mathieu zich vooral weg voor sprinter Jasper Philipsen die hij als een superknecht naar de groene trui in 2023 en tal van ritzeges loodste. Hij geeft aan een haat-liefdeverhouding met de Tour te hebben. Aan de ene kant is het de koers waar de hele wereld naar kijkt. Maar tegelijkertijd is er veel media- aandacht en druk en zijn de belangen zo groot dat de ploegen met sprinters en de mannen voor het klassement de controle houden. Succesvolle ontsnappingen zijn spaarzaam. “Het is niet dat ik een hekel heb aan de Tour rijden, maar er zijn andere wedstrijden die ik wat leuker vind. Het is heel lastig om een verschil te maken in de Ronde van Frankrijk. Maar dat neemt niet weg dat ik altijd heel gemotiveerd ben om te proberen een etappe in de Tour te winnen. Het is me al een keer gelukt. Ik heb natuurlijk heel mooie herinneringen aan mijn eerste Tour en hopelijk slaag ik erin om nog meer etappes te winnen.” In het Sporza-interview zei hij over de Tour: “Ik rijd liever vijf koersen waarin ik meedoe om te winnen dan twintig etappes waarin ik de helft van de tijd niet meedoe voor de zege.” En: “Met Jasper erbij heb ik dan telkens wel het doel om hem aan zoveel mogelijk ritzeges te helpen. Dat vind ik leuk en het neemt ook druk bij mij weg.” Ook dit jaar zal Alpecin-Deceuninck in de vlakke Tour-etappes vooral in dienst van Philipsen rijden. “Ik hoop wel dat ik het voor mezelf beter kan doen dan vorige edities. In de eerste week liggen er kansen voor Jasper, maar ook voor individueel succes.” De Tour start met een etappe van Lille naar Lille en de kans is groot dat die rit eindigt in een massasprint en dus een kans op de gele trui voor Philipsen. Naast sprintkansen zijn er ook een paar heuveletappes in de eerste week van de Tour. Kortom: er zijn ook kansen voor Mathieu. Wie weet kan hij net als in 2021 voor een ritzege en het geel gaan. En over de Tour van 2021 gesproken: ook de Mûr-de-Bretagne is weer opgenomen in het programma, daar ligt de finish van de zevende etappe op vrijdag 11 juli.   Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel siert ook de cover. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Tour de France

Prognose etappe 2: Mathieu van der Poel gaat voor geel

Jasper Philipsen pakte gisteren in de eerste etappe van de Tour de France de zege, de gele trui én de groene trui. Mathieu van der Poel, zijn ploeggenoot bij Alpecin-Deceuninck, fungeerde niet voor het eerst als meesterknecht. Vandaag, in de tweede etappe van de Tour van 2025, is het aan de MVDP zelf. Hij won in 2021 de tweede etappe van de Tour en greep de gele trui. Dat zou vandaag ook zomaar kunnen gebeuren. De etappe is in elk geval gemaakt voor punchers, explosieve renners die goed een klimmetje kunnen verteren en ook nog een behoorlijke sprint in huis hebben. In de tweede rit, de langste etappe van deze Tour, krijgen de renners 2100 hoogtemeters voorgeschoteld. Na vertrek uit Lauwin-Planque voert het eerste deel van de 209 kilometer lange etappe over glooiend terrein in de richting van het Nauw van Calais en finishplaats Boulogne-Sur-Mer. Na honderd kilometer wacht de Côte de Cavron-Saint-Martin (1,2 kilometer à 5,6 procent) en na 179 kilometer de Côte du Haut Pichot (1 kilometer tegen 10,3 procent). In de laatste tien kilometer wordt vuurwerk verwacht. Op de Côte de Saint-Étienne-au-Mont (900 meter tegen een stijgingspercentage van 10,8 procent) en de Côte d’Outreau (800 meter tegen 7,9 procent) zullen de punchers proberen alle sprinters te lozen. Na het laatste klimmetje is het nog iets meer dan vijf kilometer naar de streep. De slotkilometer loopt met vijf procent omhoog. Naast MvdP zijn Wout van Aert  en Biniam Girmay vandaag kanshebbers. En wat te denken van alleskunner Tadej Pogacar? Wellicht wil hij vandaag al kostbare seconden pakken op Jonas Vingegaard, met de gele trui als bonus. Onze inschatting is dat Mathieu van der Poel zijn twee etappezege in de Tour pakt en net als in 2021 de gele trui pakt. De progmose van Helden:  *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21365" align="alignnone" width="2176"] Foto door: Getty Images[/caption] Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.
Jasper Philipsen pakte gisteren in de eerste etappe van de Tour de France de zege, de gele trui én de groene trui. Mathieu van der Poel, zijn ploeggenoot bij Alpecin-Deceuninck, fungeerde niet voor het eerst als meesterknecht. Vandaag, in de tweede etappe van de Tour van 2025, is het aan de MVDP zelf. Hij won in 2021 de tweede etappe van de Tour en greep de gele trui. Dat zou vandaag ook zomaar kunnen gebeuren. De etappe is in elk geval gemaakt voor punchers, explosieve renners die goed een klimmetje kunnen verteren en ook nog een behoorlijke sprint in huis hebben. In de tweede rit, de langste etappe van deze Tour, krijgen de renners 2100 hoogtemeters voorgeschoteld. Na vertrek uit Lauwin-Planque voert het eerste deel van de 209 kilometer lange etappe over glooiend terrein in de richting van het Nauw van Calais en finishplaats Boulogne-Sur-Mer. Na honderd kilometer wacht de Côte de Cavron-Saint-Martin (1,2 kilometer à 5,6 procent) en na 179 kilometer de Côte du Haut Pichot (1 kilometer tegen 10,3 procent). In de laatste tien kilometer wordt vuurwerk verwacht. Op de Côte de Saint-Étienne-au-Mont (900 meter tegen een stijgingspercentage van 10,8 procent) en de Côte d’Outreau (800 meter tegen 7,9 procent) zullen de punchers proberen alle sprinters te lozen. Na het laatste klimmetje is het nog iets meer dan vijf kilometer naar de streep. De slotkilometer loopt met vijf procent omhoog. Naast MvdP zijn Wout van Aert  en Biniam Girmay vandaag kanshebbers. En wat te denken van alleskunner Tadej Pogacar? Wellicht wil hij vandaag al kostbare seconden pakken op Jonas Vingegaard, met de gele trui als bonus. Onze inschatting is dat Mathieu van der Poel zijn twee etappezege in de Tour pakt en net als in 2021 de gele trui pakt. De progmose van Helden:  *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21365" align="alignnone" width="2176"] Foto door: Getty Images[/caption] Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.

Tour de France

Prognose etappe 1: Tim Merlier topfavoriet voor het geel in Lille

De Grand Depart van de 112e editie van de Tour de France vindt op zaterdag 5 juli plaats in Lille. Daar ligt na 185 hoofdzakelijk vlakke kilometer ook de streep.  Het moet wel heel raar lopen als de eerste etappe niet eindigt in een massasprint. De renners maken een grote lus ten westen van Lille en in totaal hoeven niet eens duizend hoogtemeters overbrugd te worden. Helemaal vlak is de eerste rit niet. De Côte de Notre-Dam-de-Lorette (1,1 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,8 procent), de Côte de Cassel (2,3 kilometer à 3,7 procent), de Mont Noir (1,3 kilometer tegen 5,8 procent) zijn opgenomen in het parkoers. Na het laatste klimmetje is het nog 45 kilometer tot de finish. De slotkilometer is vlak dus de treintjes van alle sprinters zullen in stelling worden gebracht en het zal dringen zijn voorin. Het risico op valpartijen is dus groot. Grootste kanshebbers voor de eerste gele trui van deze Tour zijn Tim Merlier, Jasper Philipsen - met luxe gangmaker Mathieu van der Poel - en Jonathan Milan. Of verrast Biniam Girmay, winnaar van de groene trui in de vorige Tour, hen? De winnaar zal zo goed als zeker niet alleen het geel, maar ook de groene trui aan mogen trekken. Merlier heeft zich dit jaar tot op heden de rapste sprinter getoond. Hij heeft in tegenstelling tot Philipsen van Alpecin-Deceuninck en Milan van Lidl-Trek niet de beschikking over een volledige sprinterstrein, aangezien zijn ploeg Soudal Quick-Step ook klassementsambities heeft met Remco Evenepoel. Toch zetten wij ons geld in op de 32-jarige Belg die één keer eerder een etappe in de Tour wist te winnen. De kanshebbers volgens Helden *** Tim Merlier ** Johathan Milan *Jasper Philipsen Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.
De Grand Depart van de 112e editie van de Tour de France vindt op zaterdag 5 juli plaats in Lille. Daar ligt na 185 hoofdzakelijk vlakke kilometer ook de streep.  Het moet wel heel raar lopen als de eerste etappe niet eindigt in een massasprint. De renners maken een grote lus ten westen van Lille en in totaal hoeven niet eens duizend hoogtemeters overbrugd te worden. Helemaal vlak is de eerste rit niet. De Côte de Notre-Dam-de-Lorette (1,1 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,8 procent), de Côte de Cassel (2,3 kilometer à 3,7 procent), de Mont Noir (1,3 kilometer tegen 5,8 procent) zijn opgenomen in het parkoers. Na het laatste klimmetje is het nog 45 kilometer tot de finish. De slotkilometer is vlak dus de treintjes van alle sprinters zullen in stelling worden gebracht en het zal dringen zijn voorin. Het risico op valpartijen is dus groot. Grootste kanshebbers voor de eerste gele trui van deze Tour zijn Tim Merlier, Jasper Philipsen - met luxe gangmaker Mathieu van der Poel - en Jonathan Milan. Of verrast Biniam Girmay, winnaar van de groene trui in de vorige Tour, hen? De winnaar zal zo goed als zeker niet alleen het geel, maar ook de groene trui aan mogen trekken. Merlier heeft zich dit jaar tot op heden de rapste sprinter getoond. Hij heeft in tegenstelling tot Philipsen van Alpecin-Deceuninck en Milan van Lidl-Trek niet de beschikking over een volledige sprinterstrein, aangezien zijn ploeg Soudal Quick-Step ook klassementsambities heeft met Remco Evenepoel. Toch zetten wij ons geld in op de 32-jarige Belg die één keer eerder een etappe in de Tour wist te winnen. De kanshebbers volgens Helden *** Tim Merlier ** Johathan Milan *Jasper Philipsen Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.

Tour de France

Jasper Philipsen: ‘Ik vertrouw Mathieu van der Poel voor honderd procent’

Jasper Philipsen zou zomaar de gele en de groene trui in bezit kunnen hebben na de eerste etappe van de Tour de France. De Belgische sprinter blikt vooruit en bespreekt de samenwerking met ploeggenoot Mathieu van der Poel. Zijn lead out, maar tegelijkertijd een concurrent voor de groene trui deze Tour. Jasper Philipsen is een van de favorieten om op de Champs-Élysées de groene trui aan te trekken. Ga maar na: de Belgische sprinter ging in 2023 ook met de trui naar huis en won in de voorgaande drie edities van de Tour de France bij elkaar opgeteld negen ritten. Vorig jaar liet hij zich verrassen, toen was het Biniam Girmay die de puntentrui pakte. Philipsen gaf aan dat hij en zijn ploeg Alpecin-Deceuninck zich vorig jaar een beetje hadden laten verrassen. “We hadden gerekend op een zware strijd om de groene trui in de laatste week van de Tour. De voorbereiding was zo ingericht dat ik tegen die tijd op mijn best zou zijn. De realiteit was dat ik voor het begin van de derde week van de Tour al een grote achterstand had op Girmay in de tussenstand om de groene trui. Het is dit keer de bedoeling om er meteen te staan,” vertelde Philipsen eerder dit jaar tegen Helden. De kans is groot dat de eerste etappe met vertrek en aankomst in Lille zal uitdraaien in een massasprint. De winnaar mag als bonus ook nog eens de gele trui aantrekken. Jasper Philipsen is een van de kanshebbers voor het eerste geel. “Voor een sprinter geldt dat hij die flow moet zien te krijgen. Je ziet vaak in het wielrennen dat zodra je als sprinter begint te winnen het daarna een stuk makkelijker gaat. Ik moet het nemen wanneer het komt.” De grootste concurrent voor de groene trui zit dit jaar misschien wel in zijn eigen ploeg. Er zijn naast veel etappes met de nodige hoogtemeters en venijnige klimmetjes in de finale dit jaar. Het zijn ritten waarin ploeggenoot Mathieu van der Poel zich kan uitleven. Wat vindt Philipsen van de beslissing van de ASO, organisator van de Tour, om steeds meer hoogtemeters en minder vlakke ritten op te nemen in het etappeschema? “Vorig jaar hebben we in de Tour kunnen zien dat die vlakke ritte soms heel saai zijn. Ik had toen al opgevangen dat de ASO liever een paar van die tussenritten heeft, waarin er meer hoogtemeters afgelegd worden. Omdat het meer strijd oplevert. Ik heb daar niet veel over te zeggen.” Lachend: “Ik vind eigenlijk dat er elke wedstrijd niet te veel geklommen moet worden. Wie ben ik om daar iets aan te veranderen? Het wielrennen blijft een entertainmentsport en het is de organisatie er veel aan gelegen om het zo interessant mogelijk te maken. Van een lange saaie rit op een mooie zomerse dag in juli worden niet veel mensen vrolijk.” Mathieu van der Poel won in 2021, in zijn eerste Tour, de tweede rit met aankomst op Mûr-de-Bretagne en pakte ook het geel. In de drie daaropvolgende edities was Mathieu eerder een veredelde meesterknecht van Philipsen, omdat er weinig kansen voor eigen succes waren. Mathieu liet daarop weten dat de Ronde van Frankrijk niet zijn meest favoriete koers is. De ASO leek gevoelig voor die woorden, afgaande op het parkoers van dit jaar. Philipsen: “De Tour is niet zijn favoriete koers, maar er zijn nu meer kansen voor Mathieu met onder andere opnieuw Mûr-de-Bretagne (daar eindigt de zevende etappe dit jaar) in het parkoers. We gaan dit jaar pas in de tweede week de bergen in, dus dat is goed voor zowel Mathieu als mij. Deze aanpak van de organisatie nodigt uit om de beste sprinters, de beste klassiekerrenners en de beste klassementsrenners aan de start te krijgen. Het zou zomaar een heel mooie eerste anderhalve week kunnen worden voor Alpecin-Deceuninck. In de vlakke ritten kan het de kaart Jasper Philipsen spelen, met Van der Poel als aantrekker van de sprint. In de etappes met klimmetjes in de finale kan de ploeg in dienst rijden van MVDP. Philipsen denkt dat de twee boegbeelden van de ploeg elkaar niet in de weg zullen zitten. “Ik weet dat ik Mathieu honderd procent kan vertrouwen, dat hij altijd de overhand gaat nemen ten opzicht van de andere sterke jongens in de voorbereiding op een massasprint. Je weet dat hij je altijd op een ideale plek af gaat zetten, voordat de sprint begint. Het is een luxepositie om Mathieu in de ploeg te hebben. Dat heb ik tot nu toe altijd als een voordeel ervaren. Ik vind het altijd heel leuk om samen te rijden in de koers. Niet alleen sportief, ook buiten de koers is de sfeer altijd goed als Mathieu erbij is. Hij gunt mij alles en andersom is dat hetzelfde. Er is totaal geen afgunst.”
Jasper Philipsen zou zomaar de gele en de groene trui in bezit kunnen hebben na de eerste etappe van de Tour de France. De Belgische sprinter blikt vooruit en bespreekt de samenwerking met ploeggenoot Mathieu van der Poel. Zijn lead out, maar tegelijkertijd een concurrent voor de groene trui deze Tour. Jasper Philipsen is een van de favorieten om op de Champs-Élysées de groene trui aan te trekken. Ga maar na: de Belgische sprinter ging in 2023 ook met de trui naar huis en won in de voorgaande drie edities van de Tour de France bij elkaar opgeteld negen ritten. Vorig jaar liet hij zich verrassen, toen was het Biniam Girmay die de puntentrui pakte. Philipsen gaf aan dat hij en zijn ploeg Alpecin-Deceuninck zich vorig jaar een beetje hadden laten verrassen. “We hadden gerekend op een zware strijd om de groene trui in de laatste week van de Tour. De voorbereiding was zo ingericht dat ik tegen die tijd op mijn best zou zijn. De realiteit was dat ik voor het begin van de derde week van de Tour al een grote achterstand had op Girmay in de tussenstand om de groene trui. Het is dit keer de bedoeling om er meteen te staan,” vertelde Philipsen eerder dit jaar tegen Helden. De kans is groot dat de eerste etappe met vertrek en aankomst in Lille zal uitdraaien in een massasprint. De winnaar mag als bonus ook nog eens de gele trui aantrekken. Jasper Philipsen is een van de kanshebbers voor het eerste geel. “Voor een sprinter geldt dat hij die flow moet zien te krijgen. Je ziet vaak in het wielrennen dat zodra je als sprinter begint te winnen het daarna een stuk makkelijker gaat. Ik moet het nemen wanneer het komt.” De grootste concurrent voor de groene trui zit dit jaar misschien wel in zijn eigen ploeg. Er zijn naast veel etappes met de nodige hoogtemeters en venijnige klimmetjes in de finale dit jaar. Het zijn ritten waarin ploeggenoot Mathieu van der Poel zich kan uitleven. Wat vindt Philipsen van de beslissing van de ASO, organisator van de Tour, om steeds meer hoogtemeters en minder vlakke ritten op te nemen in het etappeschema? “Vorig jaar hebben we in de Tour kunnen zien dat die vlakke ritte soms heel saai zijn. Ik had toen al opgevangen dat de ASO liever een paar van die tussenritten heeft, waarin er meer hoogtemeters afgelegd worden. Omdat het meer strijd oplevert. Ik heb daar niet veel over te zeggen.” Lachend: “Ik vind eigenlijk dat er elke wedstrijd niet te veel geklommen moet worden. Wie ben ik om daar iets aan te veranderen? Het wielrennen blijft een entertainmentsport en het is de organisatie er veel aan gelegen om het zo interessant mogelijk te maken. Van een lange saaie rit op een mooie zomerse dag in juli worden niet veel mensen vrolijk.” Mathieu van der Poel won in 2021, in zijn eerste Tour, de tweede rit met aankomst op Mûr-de-Bretagne en pakte ook het geel. In de drie daaropvolgende edities was Mathieu eerder een veredelde meesterknecht van Philipsen, omdat er weinig kansen voor eigen succes waren. Mathieu liet daarop weten dat de Ronde van Frankrijk niet zijn meest favoriete koers is. De ASO leek gevoelig voor die woorden, afgaande op het parkoers van dit jaar. Philipsen: “De Tour is niet zijn favoriete koers, maar er zijn nu meer kansen voor Mathieu met onder andere opnieuw Mûr-de-Bretagne (daar eindigt de zevende etappe dit jaar) in het parkoers. We gaan dit jaar pas in de tweede week de bergen in, dus dat is goed voor zowel Mathieu als mij. Deze aanpak van de organisatie nodigt uit om de beste sprinters, de beste klassiekerrenners en de beste klassementsrenners aan de start te krijgen. Het zou zomaar een heel mooie eerste anderhalve week kunnen worden voor Alpecin-Deceuninck. In de vlakke ritten kan het de kaart Jasper Philipsen spelen, met Van der Poel als aantrekker van de sprint. In de etappes met klimmetjes in de finale kan de ploeg in dienst rijden van MVDP. Philipsen denkt dat de twee boegbeelden van de ploeg elkaar niet in de weg zullen zitten. “Ik weet dat ik Mathieu honderd procent kan vertrouwen, dat hij altijd de overhand gaat nemen ten opzicht van de andere sterke jongens in de voorbereiding op een massasprint. Je weet dat hij je altijd op een ideale plek af gaat zetten, voordat de sprint begint. Het is een luxepositie om Mathieu in de ploeg te hebben. Dat heb ik tot nu toe altijd als een voordeel ervaren. Ik vind het altijd heel leuk om samen te rijden in de koers. Niet alleen sportief, ook buiten de koers is de sfeer altijd goed als Mathieu erbij is. Hij gunt mij alles en andersom is dat hetzelfde. Er is totaal geen afgunst.”

Tour de France

Philip Roodhooft: ‘We moeten het niet normaal vinden wat Mathieu presteert’

Op Mathieu van der Poel staat ook dit jaar geen maat. Zijn volgende afspraak: de Tour de France (5-27 juli). Kan hij net als in 2021 een etappe winnen en de gele trui pakken? Bij MvdP kijk je nergens meer van op. Philip Roodhooft (49), samen met zijn broer Christoph (51) eigenaar en manager van Alpecin-Deceuninck, laat zijn licht schijnen over zijn kroonjuweel. “Wij zijn erin geslaagd het tempo van Mathieu te volgen.” “Geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de top van mijn kunnen moet kunnen zijn. Daarna weet ik het niet,” zei Mathieu van der Poel aan het begin van het jaar, vlak nadat hij op 19 januari dertig was geworden. Hij sprak toen al over een geslaagde carrière, had net voor de zevende keer de wereldtitel veldrijden gepakt en hij won al zes ‘Monumenten’: Milaan-San Remo, drie keer Ronde van Vlaanderen en tweemaal Parijs-Roubaix. Plus de wereldtitel op de weg, de wereldtitel gravel, de Amstel Gold Race, Strade Bianche, een Tour- en Giro-etappe en hij had de gele trui en roze trui al afgevinkt. Het klonk gemeend toen hij voor het wegseizoen van 2025 zei: “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Dit voorjaar was het weer raak. Hij won een schitterende editie van Milaan-San Remo, had een antwoord op alles wat Tadej Pogacar probeerde om hem te lossen. Daarna won hij ook de E3 Saxo Classic. Een griepje zorgde ervoor dat hij niet helemaal top was tijdens Ronde van Vlaanderen, waardoor hij derde werd achter een oppermachtige Pogacar. In Parijs-Roubaix, de afsluiting van zijn voorjaar, reden de twee beste renners van de wereld – Pogi en MvdP – opnieuw samen op kop. Pogacar maakte een stuurfout, waarop Van der Poel voor de derde keer op rij kon juichen op de wielerbaan van Roubaix. Van de vijf eendagskoersen die hij dit voorjaar reed, won hij er vier, hij won begin maart namelijk ook de Samyn Classic. Mathieu vormt al sinds zijn juniorentijd een drie-eenheid met de Belgische broers Philip en Christoph Roodhooft, managers en eigenaars van wielerploeg Alpecin-Deceuninck. Dat Mathieu zijn dertigste verjaardag ‘een dingetje’ noemde en ook een beetje een ‘wake up call’, snapt Philip niet. “Ik vind: Mathieu is pás dertig. Hij heeft niet al een wegcarrière van tien jaar achter de rug.” Mathieu was net twintig toen hij als jongste ooit zijn eerste regenboogtrui bij de profs won als veldrijder. Hij was 24 jaar toen hij zijn eerste klassieker, de Ronde van Vlaanderen, reed. In Parijs-Roubaix debuteerde hij pas in 2021, net zoals hij zijn eerste Tour de France reed op zijn 26ste. Philip Roodhooft vindt niet dat ze met terugwerkende kracht te lang hebben gewacht voordat ze Mathieu de grote wedstrijden lieten rijden. Sterker: Mathieu begon ooit met gezonde tegenzin aan zijn carrière op de weg, leefde voor het veldrijden en reed er tot 2019 wat kleine koersen op de weg bij. Mathieu vond het lange tijd prima zoals het ging. Dat Mathieu geleidelijk werd gebracht als wegrenner, is juist een van de redenen waarom hij nu zo goed is, denkt Philip. Meer lezen? Het eerste deel van het interview met Philip Roodhooft komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Op Mathieu van der Poel staat ook dit jaar geen maat. Zijn volgende afspraak: de Tour de France (5-27 juli). Kan hij net als in 2021 een etappe winnen en de gele trui pakken? Bij MvdP kijk je nergens meer van op. Philip Roodhooft (49), samen met zijn broer Christoph (51) eigenaar en manager van Alpecin-Deceuninck, laat zijn licht schijnen over zijn kroonjuweel. “Wij zijn erin geslaagd het tempo van Mathieu te volgen.” “Geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de top van mijn kunnen moet kunnen zijn. Daarna weet ik het niet,” zei Mathieu van der Poel aan het begin van het jaar, vlak nadat hij op 19 januari dertig was geworden. Hij sprak toen al over een geslaagde carrière, had net voor de zevende keer de wereldtitel veldrijden gepakt en hij won al zes ‘Monumenten’: Milaan-San Remo, drie keer Ronde van Vlaanderen en tweemaal Parijs-Roubaix. Plus de wereldtitel op de weg, de wereldtitel gravel, de Amstel Gold Race, Strade Bianche, een Tour- en Giro-etappe en hij had de gele trui en roze trui al afgevinkt. Het klonk gemeend toen hij voor het wegseizoen van 2025 zei: “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Dit voorjaar was het weer raak. Hij won een schitterende editie van Milaan-San Remo, had een antwoord op alles wat Tadej Pogacar probeerde om hem te lossen. Daarna won hij ook de E3 Saxo Classic. Een griepje zorgde ervoor dat hij niet helemaal top was tijdens Ronde van Vlaanderen, waardoor hij derde werd achter een oppermachtige Pogacar. In Parijs-Roubaix, de afsluiting van zijn voorjaar, reden de twee beste renners van de wereld – Pogi en MvdP – opnieuw samen op kop. Pogacar maakte een stuurfout, waarop Van der Poel voor de derde keer op rij kon juichen op de wielerbaan van Roubaix. Van de vijf eendagskoersen die hij dit voorjaar reed, won hij er vier, hij won begin maart namelijk ook de Samyn Classic. Mathieu vormt al sinds zijn juniorentijd een drie-eenheid met de Belgische broers Philip en Christoph Roodhooft, managers en eigenaars van wielerploeg Alpecin-Deceuninck. Dat Mathieu zijn dertigste verjaardag ‘een dingetje’ noemde en ook een beetje een ‘wake up call’, snapt Philip niet. “Ik vind: Mathieu is pás dertig. Hij heeft niet al een wegcarrière van tien jaar achter de rug.” Mathieu was net twintig toen hij als jongste ooit zijn eerste regenboogtrui bij de profs won als veldrijder. Hij was 24 jaar toen hij zijn eerste klassieker, de Ronde van Vlaanderen, reed. In Parijs-Roubaix debuteerde hij pas in 2021, net zoals hij zijn eerste Tour de France reed op zijn 26ste. Philip Roodhooft vindt niet dat ze met terugwerkende kracht te lang hebben gewacht voordat ze Mathieu de grote wedstrijden lieten rijden. Sterker: Mathieu begon ooit met gezonde tegenzin aan zijn carrière op de weg, leefde voor het veldrijden en reed er tot 2019 wat kleine koersen op de weg bij. Mathieu vond het lange tijd prima zoals het ging. Dat Mathieu geleidelijk werd gebracht als wegrenner, is juist een van de redenen waarom hij nu zo goed is, denkt Philip. Meer lezen? Het eerste deel van het interview met Philip Roodhooft komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Tadej Pogacar versus Jonas Vingegaard

Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Roxane Knetemann: ‘Die achternaam kleeft toch een beetje aan me’

Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.