Word abonnee
Meer

Wielrennen

Wilco Kelderman: ‘Het kan me niet meer schelen wat mensen van me vinden’

Wilco Kelderman werd in 2020 derde in de Giro d’Italia, na een bloedstollende ontknoping. Want bijna won hij hem. Bijna. We gingen na de ronde op bezoek bij de wielrenner en zijn gezin voor een gesprek over de kleur roze, die gewraakte Giro-etappe, het vaderschap, geluk en zijn vrouw Rebecca. “In principe is mijn carrière nu al geslaagd.” Nu, vier jaar later blikken we terug. Bijna twee jaar is Juul, het dochtertje van Wilco Kelderman en zijn vrouw Rebecca. Geboren in januari 2019. Goed getimed voor een wielrennersdochter; nog net jarig voordat de grote koersen beginnen. Tussen haar eigen knuffeldieren zitten twee identieke leeuwtjes met een roze Giro d’Italia trui aan. Haar vader kreeg deze leeuwtjes in de laatste week van de Italiaanse etappekoers, tijdens de twee dagen dat hij op het podium in de roze leiderstrui stond. De finale van de Giro, eind oktober, werd uiteindelijk een thriller, en misschien ook de meest controversiële ontknoping van afgelopen wielerseizoen. Wilco leek namelijk op weg naar de eindoverwinning, maar leek niet alle hulp te krijgen van zijn ploeg, omdat ploeggenoot Jai Hindley ook zicht op de eindzege kreeg. Hindley werd uiteindelijk tweede overall, Wilco derde. Maar wat zou er gebeurd zijn als Jai niet voor eigen gewin was gegaan en zijn kopman uit de wind had gehouden? Had Wilco dan de Giro gewonnen? Hoe dan ook, een derde plek in een Grote Ronde is Wilco’s beste resultaat ooit. Een hoogtepunt in een carrière die vaak ook bol stond van tegenslag, valpartijen en blessures. Een sluitstuk van zijn vierjarige loopbaan bij Team Sunweb, want vanaf 2021 komt Wilco voor Bora-Hansgrohe uit. Eén ding is duidelijk geworden in 2020 Wilco. De kleur roze staat je goed! Lachend: “Ja, dat vond ik ook!” Was het emotioneel toen je de roze leiderstrui omgehangen kreeg? “Zeker. Het was na een superzware etappe dat ik op het nippertje het roze pakte. Dat ik het voor elkaar kreeg was puur op mijn eigen wilskracht. Dus toen ik op dat podium stond, werd ik echt wel emotioneel.” [caption id="attachment_18304" align="alignnone" width="2560"] Wilco Kelderman met dochter[/caption] Waar dacht je allemaal aan? “Ik dacht: yes, het is eindelijk gelukt. Ik dacht ook wel even terug aan wat er allemaal aan vooraf was gegaan. Alle tegenslagen. En ik dacht aan Rebecca en de kleine. Als je mijn glimlach op podiumfoto’s ziet, is dat echt omdat ik aan hen denk.” Je werd uiteindelijk derde. “Klopt, en in principe kwam mijn droom uit. Maar ik had een dubbel gevoel. Als ploeg hadden we het super gedaan, de sfeer onder de renners was top. Zeker de eerste twee weken waren we als ploeg zó sterk en goed op elkaar ingespeeld. Ik heb daar echt van genoten. En dan behaalden we als team uiteindelijk een tweede en een derde plek, dat is ook top. Maar ik voelde ook frustratie toen ik op dat podium stond. Ik had in ieder geval niet het voldane gevoel dat alles eruit was gehaald wat erin zat.” 'Ik dacht op het podium in het roze aan tegenslagen. En ik dacht aan Rebecca en de kleine. Als je mijn glimlach op podiumfoto's ziet, is dat echt omdat ik aan hen denk' Omschrijf de teleurstelling eens. “Ik voelde teleurstelling omdat ik het gevoel had dat het anders had kunnen lopen, dat we op een andere manier wel de Giro hadden kunnen winnen. Inmid­dels heb ik het naast me neergelegd en snap ik dat de ploegleiding deze tactische beslissing nam. Maar op dat moment voelde ik me in de steek gelaten en daar­ om had ik het wel moeilijk toen ik op het podium stond.” Speelde die emotie je ook parten tijdens het fietsen? “Ja, want de frustratie gaat in je lijf zitten op het moment dat je bijvoorbeeld lang alleen rijdt en voelt dat alles uit je handen glipt. Zeker als je een paar keer een gesprekje hebt met de ploegleiding of vraagt of ze willen wachten.” Ze hebben jouw ploeggenoot Jai Hindley niet op je laten wachten in de laatste twee bergetappes. Wat had toen volgens jou het ideale scenario geweest? “ Als Jai op me had gewacht toen ik nog drie minuten voorstond op iedereen, had ik op de dag dat ik het roze pakte een veel grotere voorsprong gehad. Je weet natuurlijk nooit hoe het zou zijn afgelopen, maar dat is het scenario dat door m’n hoofd bleef spoken.” Heb je het daar later nog met de ploegleiding over gehad? “Even kort, maar niet tot in detail. Dat had niet zoveel zin meer, het was al gebeurd.” Met wie kon je je frustraties delen op dat moment? “Met Sam Oomen, met hem sliep ik op de kamer. We hebben vaak een beetje dezelfde ideeën over dingen en dat is fijn. Maar los van Sam was het met heel de rennersgroep fijn, hoor.” Het is nu een paar maanden geleden, denk je er nog veel over na? “Inmiddels overheerst het gevoel van trots. Maar vooral de eerste weken na de Giro heb ik er heel veel over nage­dacht. Mensen vragen er ook steeds naar natuurlijk. Ik heb er ook best wel lang over gedroomd; zeker twee weken elke nacht. Daaruit blijkt wel dat het behoor­lijk diep zit. Naarmate de tijd verstrijkt, raak je die emotie kwijt en kun je het ook van een andere kant bekijken. Dan begrijp je de keuzes van de ploegleiding beter. Natuurlijk zal er waarschijnlijk altijd wel een stemmetje in mij zijn dat zich afvraagt: wat als? Dat lijkt me menselijk. En verder gun ik het zo’n jonge gast als Jai Hindley heel erg. Als ik in zijn positie had gezeten, was ik ook niet blij geweest als ik mezelf had moeten opoffe­ren. Ik ben echt blij voor hem en ik neem hem niks kwalijk. Dus inmiddels kijk ik met een trots gevoel naar wat we als ploeg hebben bereikt. Podium rijden in een grote ronde was waar ik van droom­de. Mijn carrière is daardoor deels al geslaagd.” Aandacht Heb je tijdens de Giro meegekregen wat je teweegbracht in Nederland? “Best wel. Ik kreeg heel veel berichten. Het was fijn om te merken dat veel mensen het me gunden.” Ik heb je ooit horen zeggen dat je gestopt was met kijken wat er over je werd geschreven. “Klopt, maar ik kijk inmiddels wel weer wat er over me wordt gezegd, hoor. Ik kan dat nu veel beter loslaten. Het kan me eigenlijk niet meer schelen wat mensen van me vinden.” Vroeger kroop het wel onder je huid? “Ja. Zeker toen ik jong was en wat onzekerder. Destijds zat het veel meer in m’n kop wat mensen van me dachten en vonden.” Ik ben er weleens getuige van geweest dat een Nederlandse journalist jou tijdens een perspresentatie ging vertellen waarom je zo vaak viel. Lachend: “Pfff, ja. Het is altijd zo knap van mensen dat ze het altijd zo goed weten, hè? Zonder dat ze je kennen, dat ze weten wat je ervoor doet, of hoe iets is verlopen.” Jij bleef heel rustig toen, hoe vaak krijg je dit soort ‘adviezen’? “Heel vaak. Mensen mogen ook best kritisch op me zijn, hoor. En soms ben ik juist wel blij dat ze het zeggen, want dan kan ik daar tenminste op reageren en vertellen hoe ik het heb ervaren. Want anders krijg je dat er alleen maar wordt gezegd: ‘Die Wilco valt de hele tijd en dat is zijn eigen schuld.’ Ik vind het veel irritanter als er zomaar wat wordt geroe­pen zónder dat ze me ernaar vragen.” Wat is het irritantste wat je gehoord hebt over het vallen? “Dat er gezegd werd dat ik zo vaak viel, omdat ik niet kon sturen. Daar werd ik op een gegeven moment wel moe van. Ik had ook de pech dat ik vaak viel op het moment dat ik nét in beeld was. Dat maakte het nog erger.” Hoe heb je geleerd je niks meer van het commentaar aan te trekken? “Ik ben volwassen geworden, kreeg meer ervaring en wist dat ik het in de eerste plaats voor mezelf deed. Ik ben ook veranderd als persoon, net als binnen de ploeg trouwens. Voorheen, bij Lotto­ Jumbo, was ik veel introverter en sprak ik niet echt uit wat ik wilde of hoe ik me voelde. Dan haal je er automatisch ook niet uit wat je eruit wil halen. Zeker op dit hoge niveau moet je heel duidelijk zijn en je mannetje staan. Dat heb ik bij Sunweb geleerd.” Stimuleerden ze dat? “Ja, zeker in het begin. Dat was absoluut het goede van Sunweb, je kon daar echt jezelf zijn en je laten horen. Er zaten veel jonge renners en er waren geen ego’s. Verder heb ik veel van Tom Dumoulin geleerd, hoe hij zich heeft ontwikkeld en van het pad dat hij koos. Sunweb is abso­luut een goede ploeg om je te ontwikke­len, maar als je eenmaal je eigen mening en plan hebt, wordt het lastiger.” Is dat ook de reden dat je naar Bora- Hansgrohe bent gegaan? “Dat is zeker de reden. Er zijn nog wel onderhandelingen met Sunweb geweest, maar ik voelde dat het gewoon niet meer was zoals het was. Het is nadat Tom is vertrokken heel erg veranderd. Nog meer gestructureerd. Nog meer jongere ren­ners ook, waardoor de ploeg automatisch meer in een opleidingsploeg veranderde. En die fase ben ik voorbij. Ik wil nu scoren, heb nu een plan, wil een beetje mijn eigen keuzes kunnen maken. Daar ben ik ook topsporter voor geworden. Natuurlijk wil ik samenwerken en elkaar sterker maken, maar ik wil niet alleen maar opdrachten uitvoeren.” Wat is het beste advies dat je ooit hebt gehad? “Er komt niet direct één advies in me op. Maar in de Vuelta van 2017 had ik een slechte start, maakte wat fouten en mijn ploeggenoot Warren Barguil werd naar huis gestuurd, omdat hij niet de ploeg­ orders opvolgde door op mij te wach­ten. Het liep allemaal niet. Toen kwam teammanager Iwan Spekenbrink bij me op de hotelkamer en zei: ‘Het loopt nu misschien niet zoals je had verwacht, maar we hebben alle vertrouwen in je. Geniet er gewoon van, ga lekker koersen en dan zien we wel wat er gebeurt.’ Dat waren op dat moment waardevolle woor­den, zeker omdat die uit de mond van de baas van de ploeg kwamen. Hij had me ook kunnen wijzen op m’n fouten, tenslotte werd ik door Sunweb betaald om resultaten te halen. Maar door zijn benadering kwam er positiviteit in m’n lijf, en uiteindelijk belandde ik die Vuelta nog bijna op het podium.” Waar is het grote litteken op je pols eigenlijk van? “Dat is in een koers in China gebeurd. Ze vielen voor me en ik werd in mijn achterwiel gereden. Ik viel bij iemand in de spaken van een achterwiel. Dus dat vel was er door de spaken afgeschraapt. Wat je ziet is littekenweefsel. Ze hebben nog wel geprobeerd het mooi te maken.” Is niet echt goed gelukt... Lachend: “Nee, van wielrennen word je niet mooier. Die hoop heb ik opgegeven!” Wat is je ergste blessure geweest? “Dat ik mijn nek brak in 2019. Juul was amper twee maanden oud toen het gebeurde. Ik zat met een nekbrace om en kon Juul niet knuffelen. Aan de ene kant was het fijn dat ik bij haar kon zijn, maar ik zat op dat moment met m’n ei­gen kwelling, dus echt leuk was die tijd niet. Het was de zoveelste blessure, het kon bijna niet erger. In het begin was het emotioneel best wel zwaar. Dat ik dacht: ik ben nu echt even klaar met dat wiel­rennen. Maar goed, toen ik me wat beter voelde, verdween dat gevoel ook weer.” Wat heb je geleerd over je lijf in de afgelopen jaren? “Veel! Ik heb vooral geleerd dat waar je last van hebt, vaak niet hetgeen is waar het vandaan komt. Het lichaam is een soort puzzel. Ik ben echt een prof wat blessures betreft, weet nu precies wat ik moet doen als ik een pijntje heb.” Wat hebben die blessures mentaal met je gedaan? “Ik heb veel geleerd over mezelf, had er natuurlijk ook de tijd voor. Ik leerde door al die tegenslagen om niet m’n kop zo snel te laten hangen en nog meer te knokken. Soms dacht ik: ik heb al zoveel door­ staan, dan kan dit er ook nog wel bij.” Rebecca Ben je eigenlijk bijgelovig? “Nee, niet echt. Ik draag wel altijd een kettinkje met een klavertje vier en de letter R van Rebecca eraan. Nu je erover begint, ik moet er nog de letter J van Juul bijdoen. Het gevoel dat ik ze bij me draag vind ik fijn, maar verder heb ik niks.” Wat voor effect hebben tegenslagen op je relatie gehad? “De moeilijke dingen maken de rela­tie wel sterker. Als ik zie wat Rebecca allemaal voor me over heeft... Juist op die lastige momenten wordt dat heel duidelijk. Het is sowieso niet zomaar iets om met een topsporter samen te leven. Ik ben veel weg en dan komt alle zorg van Juul op haar neer. En als ik thuis ben, ben ik vaak moe en kan ik aan veel dingen niet meedoen. Ik ben heel dank­ baar dat Rebecca achter me staat, zonder haar had ik het niet gekund.” Waar kennen jullie elkaar van? “Rebecca fietste vroeger ook en we ken­nen elkaar uit de jeugd, bij de beloften.” Hoe ging dat dan? “Ik zag haar en toen heb ik haar via Hyves een berichtje gestuurd. Rebecca hapte niet meteen toe, weet ik nog.” Weigerde ze serieus jouw Hyves vriendschapsverzoek? Lachend: “Nee, zo erg was het niet. Ze accepteerde mijn vriendschapsverzoek gelukkig wel. Via Hyves maakten we ook een keer een afspraak en sinds 2010 was het echt verkering.” Rebecca, hoe is dat voor jou geweest om af en toe een geblesseerde man thuis te hebben? Rebecca: “Tja... Op die momenten was het gewoon zo en dan dealde ik daarmee. We blijven eigenlijk nergens heel lang in hangen. Het is vaak achteraf dat je beseft: wauw, dat is best heftig geweest. Maar ik ga niet bij Wilco aan tafel zitten en zeggen: jeetje, wat heftig dat je nu je nek hebt gebroken en hoe zie je nou de toekomst?” Wilco: “Dat wil ik ook echt niet horen op dat moment.” Rebecca: “Zo zijn we allebei niet.” Wat vind jij het leukste aan Wilco? Rebecca: “Zijn positiviteit. Hij is bijna altijd vrolijk. Zijn nuchterheid ook, hoe­ wel ik dat af en toe ook rete-­irritant vind. Maar over het algemeen is dat wel fijn.” Wat is irritant aan zijn nuchterheid? “Dat hij qua emoties heel vlak kan zijn. Als vrouw ben ik wat emotioneler en dat heeft hij gewoon niet. Hij kan zich er ook helemaal niks bij voorstellen als ik wel emotioneel ben. Maar goed, dat kan soms juist hartstikke fijn zijn, want dat kan je ook helpen ergens uit te komen.” Wat vind jij Rebecca’s mooiste eigenschappen, Wilco? “Dat ze zo lief is en haar zorgzaamheid. Ze heeft daarnaast ook wel weer een pit­tig karakter, ze kan heel direct zijn en daar houd ik ook van. Duidelijkheid.” Fietsen jullie nog weleens samen? “Ja, als het off season is. We hebben zo’n fietskarretje voor Juul en dat doe ik dan achter mijn fiets. Dan is het voor mij wel pittig en kan Rebecca me prima bijhou­den. Dat is best leuk.” Vaderschap Heeft het vaderschap je veranderd? “Wel een beetje in simpele dingen. Ik ben wat liever thuis nu. Maar ook de verantwoordelijkheid voel ik meer, het schiet nu vaker door m’n hoofd dat ik iemand thuis heb zitten. Een vrouw en een kind.” Denk je aan hen tijdens het koersen? “Eh, nee in de koers niet zozeer, maar wel op momenten dat er iets is voorgevallen. Ik relativeer sneller, van: tja, het is ook maar fietsen eigenlijk...” Maar je wordt er niet voorzichtiger door? “Nee. Ik ben sowieso rustiger geworden. Maar dat heeft meer met ervaring te maken dan met Juul. Als er een gevaar­lijke situatie in de koers is, ga ik niet meer alles in de waagschaal stellen om vooraan te zitten. Dat is het me niet waard.” Was je vroeger roekelozer? “Ja, misschien wel.” Jij reed ook de Ronde van Polen afgelopen zomer, waar Fabio Jakobsen zo gruwelijk ten val kwam. Wat deed dat met jou? “Het heeft me vooral nóg meer doen inzien dat sommige finishes totaal bizar zijn. Maar ook hoe link het soms in het peloton kan zijn, dat renners soms niet respectvol naar elkaar toe zijn. Te veel gestress. Bij de Ronde van Polen was dat zeker zo. Je merkte onder de renners dat iedereen veel te nerveus reed, omdat het de eerste wedstrijd na de coronastop was. Ik dacht: jongens, doe nou rustig, want hier valt het helemaal niet te winnen.” Heb je er goede hoop op dat de UCI wakker wordt door wat er met Fabio is gebeurd? “Ik ben bang van niet. De UCI kennende zijn ze misschien de komende tijd wat strikter, maar daarna ebt het weer weg. Ik denk dat een onafhankelijke partij daar werk van moet maken. Het zou zoveel schelen als er een paar mensen alle finales controleren. Ik heb geluiden gehoord dat Jumbo­Visma en Deceuninck­QuickStep in zo’n onafhan­kelijke partij willen investeren. Ik hoop dat alle ploegen zich daarbij aansluiten.” Tot slot, wat heeft dat rare 2020 jou geleerd? “Dat er toch altijd meer mogelijk is dan ik heb gedacht. Ik had eerlijk gezegd nooit meer verwacht dat ik zo dicht bij een eindzege van een grote ronde zou komen. Ik heb zoveel meegemaakt en zoveel pijn gehad. En ik ben ook wel bang geweest dat ik voor altijd ergens last van zou houden. Slijtage, of spieren die niet meer hetzelfde werken als vroeger. Ik heb zo vaak in rondes gereden dat ik ergens last van had. Ik kan je bijna niet uitleggen hoe blij ik ben dat ik afgelopen jaar blessurevrij kon fietsen en het uiter­ste uit mezelf kon halen. Zo sterk. En dat gevoel heb ik meegenomen naar 2021. Ik kijk er echt naar uit om bij mijn nieuwe ploeg nog meer uit mezelf te halen.” Helden Magazine 55 Het verhaal van Wilco Kelderman komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst deden ze samen hun verhaal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop. Meer lezen? Thymen Arensman: opzoek naar de balans Merijn Zeeman: met de fiets naar bed Tadej Pogacar vs Jonas Vingegaard
Wilco Kelderman werd in 2020 derde in de Giro d’Italia, na een bloedstollende ontknoping. Want bijna won hij hem. Bijna. We gingen na de ronde op bezoek bij de wielrenner en zijn gezin voor een gesprek over de kleur roze, die gewraakte Giro-etappe, het vaderschap, geluk en zijn vrouw Rebecca. “In principe is mijn carrière nu al geslaagd.” Nu, vier jaar later blikken we terug. Bijna twee jaar is Juul, het dochtertje van Wilco Kelderman en zijn vrouw Rebecca. Geboren in januari 2019. Goed getimed voor een wielrennersdochter; nog net jarig voordat de grote koersen beginnen. Tussen haar eigen knuffeldieren zitten twee identieke leeuwtjes met een roze Giro d’Italia trui aan. Haar vader kreeg deze leeuwtjes in de laatste week van de Italiaanse etappekoers, tijdens de twee dagen dat hij op het podium in de roze leiderstrui stond. De finale van de Giro, eind oktober, werd uiteindelijk een thriller, en misschien ook de meest controversiële ontknoping van afgelopen wielerseizoen. Wilco leek namelijk op weg naar de eindoverwinning, maar leek niet alle hulp te krijgen van zijn ploeg, omdat ploeggenoot Jai Hindley ook zicht op de eindzege kreeg. Hindley werd uiteindelijk tweede overall, Wilco derde. Maar wat zou er gebeurd zijn als Jai niet voor eigen gewin was gegaan en zijn kopman uit de wind had gehouden? Had Wilco dan de Giro gewonnen? Hoe dan ook, een derde plek in een Grote Ronde is Wilco’s beste resultaat ooit. Een hoogtepunt in een carrière die vaak ook bol stond van tegenslag, valpartijen en blessures. Een sluitstuk van zijn vierjarige loopbaan bij Team Sunweb, want vanaf 2021 komt Wilco voor Bora-Hansgrohe uit. Eén ding is duidelijk geworden in 2020 Wilco. De kleur roze staat je goed! Lachend: “Ja, dat vond ik ook!” Was het emotioneel toen je de roze leiderstrui omgehangen kreeg? “Zeker. Het was na een superzware etappe dat ik op het nippertje het roze pakte. Dat ik het voor elkaar kreeg was puur op mijn eigen wilskracht. Dus toen ik op dat podium stond, werd ik echt wel emotioneel.” [caption id="attachment_18304" align="alignnone" width="2560"] Wilco Kelderman met dochter[/caption] Waar dacht je allemaal aan? “Ik dacht: yes, het is eindelijk gelukt. Ik dacht ook wel even terug aan wat er allemaal aan vooraf was gegaan. Alle tegenslagen. En ik dacht aan Rebecca en de kleine. Als je mijn glimlach op podiumfoto’s ziet, is dat echt omdat ik aan hen denk.” Je werd uiteindelijk derde. “Klopt, en in principe kwam mijn droom uit. Maar ik had een dubbel gevoel. Als ploeg hadden we het super gedaan, de sfeer onder de renners was top. Zeker de eerste twee weken waren we als ploeg zó sterk en goed op elkaar ingespeeld. Ik heb daar echt van genoten. En dan behaalden we als team uiteindelijk een tweede en een derde plek, dat is ook top. Maar ik voelde ook frustratie toen ik op dat podium stond. Ik had in ieder geval niet het voldane gevoel dat alles eruit was gehaald wat erin zat.” 'Ik dacht op het podium in het roze aan tegenslagen. En ik dacht aan Rebecca en de kleine. Als je mijn glimlach op podiumfoto's ziet, is dat echt omdat ik aan hen denk' Omschrijf de teleurstelling eens. “Ik voelde teleurstelling omdat ik het gevoel had dat het anders had kunnen lopen, dat we op een andere manier wel de Giro hadden kunnen winnen. Inmid­dels heb ik het naast me neergelegd en snap ik dat de ploegleiding deze tactische beslissing nam. Maar op dat moment voelde ik me in de steek gelaten en daar­ om had ik het wel moeilijk toen ik op het podium stond.” Speelde die emotie je ook parten tijdens het fietsen? “Ja, want de frustratie gaat in je lijf zitten op het moment dat je bijvoorbeeld lang alleen rijdt en voelt dat alles uit je handen glipt. Zeker als je een paar keer een gesprekje hebt met de ploegleiding of vraagt of ze willen wachten.” Ze hebben jouw ploeggenoot Jai Hindley niet op je laten wachten in de laatste twee bergetappes. Wat had toen volgens jou het ideale scenario geweest? “ Als Jai op me had gewacht toen ik nog drie minuten voorstond op iedereen, had ik op de dag dat ik het roze pakte een veel grotere voorsprong gehad. Je weet natuurlijk nooit hoe het zou zijn afgelopen, maar dat is het scenario dat door m’n hoofd bleef spoken.” Heb je het daar later nog met de ploegleiding over gehad? “Even kort, maar niet tot in detail. Dat had niet zoveel zin meer, het was al gebeurd.” Met wie kon je je frustraties delen op dat moment? “Met Sam Oomen, met hem sliep ik op de kamer. We hebben vaak een beetje dezelfde ideeën over dingen en dat is fijn. Maar los van Sam was het met heel de rennersgroep fijn, hoor.” Het is nu een paar maanden geleden, denk je er nog veel over na? “Inmiddels overheerst het gevoel van trots. Maar vooral de eerste weken na de Giro heb ik er heel veel over nage­dacht. Mensen vragen er ook steeds naar natuurlijk. Ik heb er ook best wel lang over gedroomd; zeker twee weken elke nacht. Daaruit blijkt wel dat het behoor­lijk diep zit. Naarmate de tijd verstrijkt, raak je die emotie kwijt en kun je het ook van een andere kant bekijken. Dan begrijp je de keuzes van de ploegleiding beter. Natuurlijk zal er waarschijnlijk altijd wel een stemmetje in mij zijn dat zich afvraagt: wat als? Dat lijkt me menselijk. En verder gun ik het zo’n jonge gast als Jai Hindley heel erg. Als ik in zijn positie had gezeten, was ik ook niet blij geweest als ik mezelf had moeten opoffe­ren. Ik ben echt blij voor hem en ik neem hem niks kwalijk. Dus inmiddels kijk ik met een trots gevoel naar wat we als ploeg hebben bereikt. Podium rijden in een grote ronde was waar ik van droom­de. Mijn carrière is daardoor deels al geslaagd.” Aandacht Heb je tijdens de Giro meegekregen wat je teweegbracht in Nederland? “Best wel. Ik kreeg heel veel berichten. Het was fijn om te merken dat veel mensen het me gunden.” Ik heb je ooit horen zeggen dat je gestopt was met kijken wat er over je werd geschreven. “Klopt, maar ik kijk inmiddels wel weer wat er over me wordt gezegd, hoor. Ik kan dat nu veel beter loslaten. Het kan me eigenlijk niet meer schelen wat mensen van me vinden.” Vroeger kroop het wel onder je huid? “Ja. Zeker toen ik jong was en wat onzekerder. Destijds zat het veel meer in m’n kop wat mensen van me dachten en vonden.” Ik ben er weleens getuige van geweest dat een Nederlandse journalist jou tijdens een perspresentatie ging vertellen waarom je zo vaak viel. Lachend: “Pfff, ja. Het is altijd zo knap van mensen dat ze het altijd zo goed weten, hè? Zonder dat ze je kennen, dat ze weten wat je ervoor doet, of hoe iets is verlopen.” Jij bleef heel rustig toen, hoe vaak krijg je dit soort ‘adviezen’? “Heel vaak. Mensen mogen ook best kritisch op me zijn, hoor. En soms ben ik juist wel blij dat ze het zeggen, want dan kan ik daar tenminste op reageren en vertellen hoe ik het heb ervaren. Want anders krijg je dat er alleen maar wordt gezegd: ‘Die Wilco valt de hele tijd en dat is zijn eigen schuld.’ Ik vind het veel irritanter als er zomaar wat wordt geroe­pen zónder dat ze me ernaar vragen.” Wat is het irritantste wat je gehoord hebt over het vallen? “Dat er gezegd werd dat ik zo vaak viel, omdat ik niet kon sturen. Daar werd ik op een gegeven moment wel moe van. Ik had ook de pech dat ik vaak viel op het moment dat ik nét in beeld was. Dat maakte het nog erger.” Hoe heb je geleerd je niks meer van het commentaar aan te trekken? “Ik ben volwassen geworden, kreeg meer ervaring en wist dat ik het in de eerste plaats voor mezelf deed. Ik ben ook veranderd als persoon, net als binnen de ploeg trouwens. Voorheen, bij Lotto­ Jumbo, was ik veel introverter en sprak ik niet echt uit wat ik wilde of hoe ik me voelde. Dan haal je er automatisch ook niet uit wat je eruit wil halen. Zeker op dit hoge niveau moet je heel duidelijk zijn en je mannetje staan. Dat heb ik bij Sunweb geleerd.” Stimuleerden ze dat? “Ja, zeker in het begin. Dat was absoluut het goede van Sunweb, je kon daar echt jezelf zijn en je laten horen. Er zaten veel jonge renners en er waren geen ego’s. Verder heb ik veel van Tom Dumoulin geleerd, hoe hij zich heeft ontwikkeld en van het pad dat hij koos. Sunweb is abso­luut een goede ploeg om je te ontwikke­len, maar als je eenmaal je eigen mening en plan hebt, wordt het lastiger.” Is dat ook de reden dat je naar Bora- Hansgrohe bent gegaan? “Dat is zeker de reden. Er zijn nog wel onderhandelingen met Sunweb geweest, maar ik voelde dat het gewoon niet meer was zoals het was. Het is nadat Tom is vertrokken heel erg veranderd. Nog meer gestructureerd. Nog meer jongere ren­ners ook, waardoor de ploeg automatisch meer in een opleidingsploeg veranderde. En die fase ben ik voorbij. Ik wil nu scoren, heb nu een plan, wil een beetje mijn eigen keuzes kunnen maken. Daar ben ik ook topsporter voor geworden. Natuurlijk wil ik samenwerken en elkaar sterker maken, maar ik wil niet alleen maar opdrachten uitvoeren.” Wat is het beste advies dat je ooit hebt gehad? “Er komt niet direct één advies in me op. Maar in de Vuelta van 2017 had ik een slechte start, maakte wat fouten en mijn ploeggenoot Warren Barguil werd naar huis gestuurd, omdat hij niet de ploeg­ orders opvolgde door op mij te wach­ten. Het liep allemaal niet. Toen kwam teammanager Iwan Spekenbrink bij me op de hotelkamer en zei: ‘Het loopt nu misschien niet zoals je had verwacht, maar we hebben alle vertrouwen in je. Geniet er gewoon van, ga lekker koersen en dan zien we wel wat er gebeurt.’ Dat waren op dat moment waardevolle woor­den, zeker omdat die uit de mond van de baas van de ploeg kwamen. Hij had me ook kunnen wijzen op m’n fouten, tenslotte werd ik door Sunweb betaald om resultaten te halen. Maar door zijn benadering kwam er positiviteit in m’n lijf, en uiteindelijk belandde ik die Vuelta nog bijna op het podium.” Waar is het grote litteken op je pols eigenlijk van? “Dat is in een koers in China gebeurd. Ze vielen voor me en ik werd in mijn achterwiel gereden. Ik viel bij iemand in de spaken van een achterwiel. Dus dat vel was er door de spaken afgeschraapt. Wat je ziet is littekenweefsel. Ze hebben nog wel geprobeerd het mooi te maken.” Is niet echt goed gelukt... Lachend: “Nee, van wielrennen word je niet mooier. Die hoop heb ik opgegeven!” Wat is je ergste blessure geweest? “Dat ik mijn nek brak in 2019. Juul was amper twee maanden oud toen het gebeurde. Ik zat met een nekbrace om en kon Juul niet knuffelen. Aan de ene kant was het fijn dat ik bij haar kon zijn, maar ik zat op dat moment met m’n ei­gen kwelling, dus echt leuk was die tijd niet. Het was de zoveelste blessure, het kon bijna niet erger. In het begin was het emotioneel best wel zwaar. Dat ik dacht: ik ben nu echt even klaar met dat wiel­rennen. Maar goed, toen ik me wat beter voelde, verdween dat gevoel ook weer.” Wat heb je geleerd over je lijf in de afgelopen jaren? “Veel! Ik heb vooral geleerd dat waar je last van hebt, vaak niet hetgeen is waar het vandaan komt. Het lichaam is een soort puzzel. Ik ben echt een prof wat blessures betreft, weet nu precies wat ik moet doen als ik een pijntje heb.” Wat hebben die blessures mentaal met je gedaan? “Ik heb veel geleerd over mezelf, had er natuurlijk ook de tijd voor. Ik leerde door al die tegenslagen om niet m’n kop zo snel te laten hangen en nog meer te knokken. Soms dacht ik: ik heb al zoveel door­ staan, dan kan dit er ook nog wel bij.” Rebecca Ben je eigenlijk bijgelovig? “Nee, niet echt. Ik draag wel altijd een kettinkje met een klavertje vier en de letter R van Rebecca eraan. Nu je erover begint, ik moet er nog de letter J van Juul bijdoen. Het gevoel dat ik ze bij me draag vind ik fijn, maar verder heb ik niks.” Wat voor effect hebben tegenslagen op je relatie gehad? “De moeilijke dingen maken de rela­tie wel sterker. Als ik zie wat Rebecca allemaal voor me over heeft... Juist op die lastige momenten wordt dat heel duidelijk. Het is sowieso niet zomaar iets om met een topsporter samen te leven. Ik ben veel weg en dan komt alle zorg van Juul op haar neer. En als ik thuis ben, ben ik vaak moe en kan ik aan veel dingen niet meedoen. Ik ben heel dank­ baar dat Rebecca achter me staat, zonder haar had ik het niet gekund.” Waar kennen jullie elkaar van? “Rebecca fietste vroeger ook en we ken­nen elkaar uit de jeugd, bij de beloften.” Hoe ging dat dan? “Ik zag haar en toen heb ik haar via Hyves een berichtje gestuurd. Rebecca hapte niet meteen toe, weet ik nog.” Weigerde ze serieus jouw Hyves vriendschapsverzoek? Lachend: “Nee, zo erg was het niet. Ze accepteerde mijn vriendschapsverzoek gelukkig wel. Via Hyves maakten we ook een keer een afspraak en sinds 2010 was het echt verkering.” Rebecca, hoe is dat voor jou geweest om af en toe een geblesseerde man thuis te hebben? Rebecca: “Tja... Op die momenten was het gewoon zo en dan dealde ik daarmee. We blijven eigenlijk nergens heel lang in hangen. Het is vaak achteraf dat je beseft: wauw, dat is best heftig geweest. Maar ik ga niet bij Wilco aan tafel zitten en zeggen: jeetje, wat heftig dat je nu je nek hebt gebroken en hoe zie je nou de toekomst?” Wilco: “Dat wil ik ook echt niet horen op dat moment.” Rebecca: “Zo zijn we allebei niet.” Wat vind jij het leukste aan Wilco? Rebecca: “Zijn positiviteit. Hij is bijna altijd vrolijk. Zijn nuchterheid ook, hoe­ wel ik dat af en toe ook rete-­irritant vind. Maar over het algemeen is dat wel fijn.” Wat is irritant aan zijn nuchterheid? “Dat hij qua emoties heel vlak kan zijn. Als vrouw ben ik wat emotioneler en dat heeft hij gewoon niet. Hij kan zich er ook helemaal niks bij voorstellen als ik wel emotioneel ben. Maar goed, dat kan soms juist hartstikke fijn zijn, want dat kan je ook helpen ergens uit te komen.” Wat vind jij Rebecca’s mooiste eigenschappen, Wilco? “Dat ze zo lief is en haar zorgzaamheid. Ze heeft daarnaast ook wel weer een pit­tig karakter, ze kan heel direct zijn en daar houd ik ook van. Duidelijkheid.” Fietsen jullie nog weleens samen? “Ja, als het off season is. We hebben zo’n fietskarretje voor Juul en dat doe ik dan achter mijn fiets. Dan is het voor mij wel pittig en kan Rebecca me prima bijhou­den. Dat is best leuk.” Vaderschap Heeft het vaderschap je veranderd? “Wel een beetje in simpele dingen. Ik ben wat liever thuis nu. Maar ook de verantwoordelijkheid voel ik meer, het schiet nu vaker door m’n hoofd dat ik iemand thuis heb zitten. Een vrouw en een kind.” Denk je aan hen tijdens het koersen? “Eh, nee in de koers niet zozeer, maar wel op momenten dat er iets is voorgevallen. Ik relativeer sneller, van: tja, het is ook maar fietsen eigenlijk...” Maar je wordt er niet voorzichtiger door? “Nee. Ik ben sowieso rustiger geworden. Maar dat heeft meer met ervaring te maken dan met Juul. Als er een gevaar­lijke situatie in de koers is, ga ik niet meer alles in de waagschaal stellen om vooraan te zitten. Dat is het me niet waard.” Was je vroeger roekelozer? “Ja, misschien wel.” Jij reed ook de Ronde van Polen afgelopen zomer, waar Fabio Jakobsen zo gruwelijk ten val kwam. Wat deed dat met jou? “Het heeft me vooral nóg meer doen inzien dat sommige finishes totaal bizar zijn. Maar ook hoe link het soms in het peloton kan zijn, dat renners soms niet respectvol naar elkaar toe zijn. Te veel gestress. Bij de Ronde van Polen was dat zeker zo. Je merkte onder de renners dat iedereen veel te nerveus reed, omdat het de eerste wedstrijd na de coronastop was. Ik dacht: jongens, doe nou rustig, want hier valt het helemaal niet te winnen.” Heb je er goede hoop op dat de UCI wakker wordt door wat er met Fabio is gebeurd? “Ik ben bang van niet. De UCI kennende zijn ze misschien de komende tijd wat strikter, maar daarna ebt het weer weg. Ik denk dat een onafhankelijke partij daar werk van moet maken. Het zou zoveel schelen als er een paar mensen alle finales controleren. Ik heb geluiden gehoord dat Jumbo­Visma en Deceuninck­QuickStep in zo’n onafhan­kelijke partij willen investeren. Ik hoop dat alle ploegen zich daarbij aansluiten.” Tot slot, wat heeft dat rare 2020 jou geleerd? “Dat er toch altijd meer mogelijk is dan ik heb gedacht. Ik had eerlijk gezegd nooit meer verwacht dat ik zo dicht bij een eindzege van een grote ronde zou komen. Ik heb zoveel meegemaakt en zoveel pijn gehad. En ik ben ook wel bang geweest dat ik voor altijd ergens last van zou houden. Slijtage, of spieren die niet meer hetzelfde werken als vroeger. Ik heb zo vaak in rondes gereden dat ik ergens last van had. Ik kan je bijna niet uitleggen hoe blij ik ben dat ik afgelopen jaar blessurevrij kon fietsen en het uiter­ste uit mezelf kon halen. Zo sterk. En dat gevoel heb ik meegenomen naar 2021. Ik kijk er echt naar uit om bij mijn nieuwe ploeg nog meer uit mezelf te halen.” Helden Magazine 55 Het verhaal van Wilco Kelderman komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst deden ze samen hun verhaal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop. Meer lezen? Thymen Arensman: opzoek naar de balans Merijn Zeeman: met de fiets naar bed Tadej Pogacar vs Jonas Vingegaard

Wielrennen

Lars en Marijn van den Berg: ‘Ik moet blij zijn dat Lars er nog is’

Ze droomden ervan om op een dag samen een grote ronde te rijden en ploeggenoten te zijn. Het gaat er niet van komen. Lars van den Berg (27) werd door hartproblemen eerder dit jaar gedwongen te stoppen met wielrennen. Broertje Marijn (26) fietst door en rijdt vanaf nu voor twee. In aanloop naar de Vuelta, die op 23 augustus begint, doen ze hun verhaal. “Mijn ergste nachtmerrie is uitgekomen. Ik moet gedwongen stoppen met wielrennen. Het nieuws komt als een schok. Deze winter had ik eindelijk het gevoel dat ik op de goede weg was. Maar na intensief monitoren hebben mijn cardiologen besloten dat het risico op hartfalen te groot is.” Lars van den Berg maakte op 13 maart dit jaar op zijn Instagram bekend dat zijn leven als profwielrenner op 26-jarige leeftijd ineens voorbij was. “De boodschap van de cardioloog kwam een jaar nadat ik onwel werd op de fiets,” zegt Lars aan de keukentafel van het ouderlijk huis, een mooi gerestaureerde boerderij in Zennewijnen, nabij Tiel. “Na acht maanden rust was ik in oktober 2024 weer begonnen met fietsen en langzaam had ik de training opgebouwd tot vier uur met een hartslag van 160.” Als hij terug wilde keren in het peloton, moest er een schepje bovenop, dan zou een hartslag van boven de 190 geen uitzondering zijn. Lars gaat terug naar het bezoek met zijn vader aan Papendal, waar de afspraak met de cardioloog was. Marijn: "Twintig jaar lang hebben we alles samen beleefd. En ineens... Tegelijkertijd moet ik blij zijn dat Lars er nog is, dat hij verder een gewoon leven kan leiden." “Hij liet foto’s zien op zijn computer. Eerst liet hij zien hoe een hart er normaal uitziet en daarna liet hij een foto van mijn hart zien. De cardioloog vertelde dat hij ook collega’s in Europa had geraadpleegd. Allemaal hadden ze ernaar gekeken en gezegd: ‘Dit is te risicovol.’ Er zat te veel littekenweefsel op mijn hartspier, de kans op een hartstilstand was te groot. De boodschap kwam keihard aan, maar die was door de uitleg en de foto’s makkelijker te accepteren. Toen ik samen met mijn vader naar buiten liep, heb ik eerst Marijn gebeld, daarna m’n moeder en onze jongste broer Thomas. Eenmaal thuis heb ik de ploeg ingelicht.” Marijn zit tegenover zijn één jaar en twaalf dagen oudere broer en knikt. “We wisten dat er een kans was dat de cardioloog zou zeggen dat het einde verhaal was. Het kwam helaas niet als een grote verrassing. Ik won eind januari de Trofeo Ses Salines. Die overwinning droeg ik op aan Lars. Ik hield er onbewust al een beetje rekening mee dat hij niet terug zou keren in het profpeloton. Daar haalde ik gek genoeg ook wel wat extra kracht uit, had het gevoel dat ik een extra trapje kon doen, dat ik voor ons allebei op de fiets zat. Ik was emotioneel toen Lars me vertelde dat het echt klaar was. We fietsten samen sinds ik zes was. Twintig jaar lang hebben we alles samen beleefd. En ineens... Tegelijkertijd moet ik blij zijn dat Lars er nog is, dat hij verder een gewoon leven kan leiden. Zijn gezondheid staat voorop.” Helden Magazine 78 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lars en Marijn van den Berg komt uit Helden Magazine 78. Wil je meer lezen? Abonneer je nu op Helden of haal het magazine in de winkel! Meer lezen? Thymen Arensman: op zoek naar de balans Tom Dumoulin: 'Iedereen rommelt maar wat aan in het leven' Wout Poels: "Er zat heel veel achter die tranen"
Ze droomden ervan om op een dag samen een grote ronde te rijden en ploeggenoten te zijn. Het gaat er niet van komen. Lars van den Berg (27) werd door hartproblemen eerder dit jaar gedwongen te stoppen met wielrennen. Broertje Marijn (26) fietst door en rijdt vanaf nu voor twee. In aanloop naar de Vuelta, die op 23 augustus begint, doen ze hun verhaal. “Mijn ergste nachtmerrie is uitgekomen. Ik moet gedwongen stoppen met wielrennen. Het nieuws komt als een schok. Deze winter had ik eindelijk het gevoel dat ik op de goede weg was. Maar na intensief monitoren hebben mijn cardiologen besloten dat het risico op hartfalen te groot is.” Lars van den Berg maakte op 13 maart dit jaar op zijn Instagram bekend dat zijn leven als profwielrenner op 26-jarige leeftijd ineens voorbij was. “De boodschap van de cardioloog kwam een jaar nadat ik onwel werd op de fiets,” zegt Lars aan de keukentafel van het ouderlijk huis, een mooi gerestaureerde boerderij in Zennewijnen, nabij Tiel. “Na acht maanden rust was ik in oktober 2024 weer begonnen met fietsen en langzaam had ik de training opgebouwd tot vier uur met een hartslag van 160.” Als hij terug wilde keren in het peloton, moest er een schepje bovenop, dan zou een hartslag van boven de 190 geen uitzondering zijn. Lars gaat terug naar het bezoek met zijn vader aan Papendal, waar de afspraak met de cardioloog was. Marijn: "Twintig jaar lang hebben we alles samen beleefd. En ineens... Tegelijkertijd moet ik blij zijn dat Lars er nog is, dat hij verder een gewoon leven kan leiden." “Hij liet foto’s zien op zijn computer. Eerst liet hij zien hoe een hart er normaal uitziet en daarna liet hij een foto van mijn hart zien. De cardioloog vertelde dat hij ook collega’s in Europa had geraadpleegd. Allemaal hadden ze ernaar gekeken en gezegd: ‘Dit is te risicovol.’ Er zat te veel littekenweefsel op mijn hartspier, de kans op een hartstilstand was te groot. De boodschap kwam keihard aan, maar die was door de uitleg en de foto’s makkelijker te accepteren. Toen ik samen met mijn vader naar buiten liep, heb ik eerst Marijn gebeld, daarna m’n moeder en onze jongste broer Thomas. Eenmaal thuis heb ik de ploeg ingelicht.” Marijn zit tegenover zijn één jaar en twaalf dagen oudere broer en knikt. “We wisten dat er een kans was dat de cardioloog zou zeggen dat het einde verhaal was. Het kwam helaas niet als een grote verrassing. Ik won eind januari de Trofeo Ses Salines. Die overwinning droeg ik op aan Lars. Ik hield er onbewust al een beetje rekening mee dat hij niet terug zou keren in het profpeloton. Daar haalde ik gek genoeg ook wel wat extra kracht uit, had het gevoel dat ik een extra trapje kon doen, dat ik voor ons allebei op de fiets zat. Ik was emotioneel toen Lars me vertelde dat het echt klaar was. We fietsten samen sinds ik zes was. Twintig jaar lang hebben we alles samen beleefd. En ineens... Tegelijkertijd moet ik blij zijn dat Lars er nog is, dat hij verder een gewoon leven kan leiden. Zijn gezondheid staat voorop.” Helden Magazine 78 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lars en Marijn van den Berg komt uit Helden Magazine 78. Wil je meer lezen? Abonneer je nu op Helden of haal het magazine in de winkel! Meer lezen? Thymen Arensman: op zoek naar de balans Tom Dumoulin: 'Iedereen rommelt maar wat aan in het leven' Wout Poels: "Er zat heel veel achter die tranen"

Basketbal

Jesse Edwards: ‘Ik koop mijn kleding nog gewoon bij de H&M’

De droom van Jesse Edwards kwam op 2 maart 2025 uit. Hij debuteerde in de NBA voor Minnesota Timberwolves. Helden sprak de 25-jarige basketballer toen hij even terug was in Amsterdam over zijn weg naar de top, de kleedkamer delen met supersterren en geluk in de liefde. “Ik ben niet zo’n extravagant type, koop mijn kleding nog steeds gewoon bij de H&M en Uniqlo,” zegt Jesse Edwards lachend in Bar Louie Louie in zijn geboorteplaats Amsterdam. De 25-jarige basketballer tekende eind juni 2024 een contract bij NBA-team Minnesota Timberwolves. “Veel Amerikaanse jongens die een NBA-contract tekenen, kopen meteen een dure auto of trakteren zichzelf op sieraden. Ik tekende tegelijk met twee Amerikaanse jongens een contract en een van hen kocht van zijn eerste salaris een gouden ketting met diamanten ter waarde van 60.000 dollar. Zo’n type ben ik niet, ik ben geen big spender.” Jesse is terug in Nederland om bij te komen van een jaar waarin zijn droom uit- kwam en zijn leven veranderde. Hij heeft in zijn vakantie genoeg tijd gehad om te laten bezinken wat hem allemaal is over- komen. De 2 meter 13 lange center de- buteerde op 2 maart dit jaar in de NBA, tegen Phoenix Suns. “Niet alleen mijn droom kwam uit, maar ook die van mijn ouders, die altijd alles voor mij hebben gedaan, en mijn broers Kai van 27 en Rens van dertig, met wie ik in Amsterdam altijd op de pleintjes speelde en basketbalwedstrijden keek op tv. Het is niet alleen mijn verdienste dat ik de NBA heb gehaald. Ik ben heel trots dat ik nu officieel als NBA- speler door het leven ga, maar heel lang ben ik niet met mijn hoofd in de wolken blijven lopen. Al snel greep ik terug naar mijn dagelijkse routines.” BASKETBALVIRUS Jesse is goedlachs en vriendelijk. En hij is rustig. Dat was vroeger wel anders, bekent hij lachend. “Ik was zo’n kind dat altijd kwijt was. Op vliegvelden, in supermarkten... mijn ouders waren altijd in de stress. Ik was een kleine avonturier. Pas op de middelbare school werd ik wat rustiger.” Jesse groeide op in de Amsterdamse wijk Watergraafsmeer, was vaak buiten te vinden met zijn broers. “We hadden overal sportveldjes in de buurt. Tot mijn dertiende was ik vooral met voetbal en atletiek bezig.” De broers raakten alle drie besmet met het basketbalvirus. Op zijn veertiende meldde Jesse zich aan bij Apollo. Hij speelde al snel in de eredivisie jeugd. Hoewel hij, net als zijn broers, laat begon met basketballen, twijfelde hij er niet aan dat hij op een dag iets groots zou bereiken. “Ik had altijd al een soort natuurlijke overtuiging. Voordat ik met basketbal begon, geloofde ik heilig dat ik de Olympische Spelen ging halen met atletiek. Rond mijn zeventiende begon ik echt te geloven dat ik de NBA kon halen. Dat kwam ook doordat mensen om me heen het tegen me zeiden. Als coaches, medespelers of trainers zeggen dat je het kunt, dan ga je dat op een gegeven moment ook geloven.” Maar vooral het feit dat broer Kai in die periode de overstap maakte naar Amerika om daar voor een collegeteam te basketballen, opende Jesse de ogen. “Tot dat moment ging ik wel stappen, meiden ontdekken en alle dingen doen die een nieuwsgierige jongen van zestien doet. Dat Kai naar Amerika ging was voor mij het keerpunt. Toen dacht ik: het kan dus echt. Kai heeft me uitgelegd hoe het werkt, me begeleid, tips gegeven. Het bereiken van de NBA veranderde van een droom in een plan. De knop ging om, ik ging echt leven voor mijn sport. Niet veel later vertrok ik ook naar Amerika. Zonder Kai had ik hier niet gestaan.” En sinds hij in de ban was van basketbal volgde hij uiteraard ook de sterren in de NBA. “LeBron James was natuurlijk iemand tegen wie ik opkeek, maar mijn favoriete speler is Giannis Antetokounmpo van Milwaukee Bucks. Zijn verhaal is inspirerend. Hij kwam als vluchteling naar Griekenland en groeide uit tot een van de grootste sterren in de NBA. Als we iets verder teruggaan in de tijd, vond ik Ray Allen ook heel vet. Zijn speelstijl was zó smooth.” Kai speelde na zijn tijd in Amerika drie jaar lang in Spanje, basketbalde vervolgens bij Feyenoord en is nu speler van Landstede Basketbal in Zwolle. De hechte band tussen de drie broers is altijd gebleven. “Voor mijn NBA-debuut dacht ik weleens: hoe zou dit voor Kai en Rens voelen? We begonnen met z’n drieën met basketballen, ik snap dat het confronterend kan zijn als je broertje ineens op het allerhoogste niveau speelt. Maar ik heb nooit ook maar een greintje jaloezie gevoeld. Ze gunnen me alles, zijn mijn beste vrienden. Als ik in Amsterdam ben, zijn zij de eersten die ik bel. Dan gaan we naar het strand, uit eten...” Meer lezen? Het eerste deel van het interview met Foeke Booy over David di Tomasso komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
De droom van Jesse Edwards kwam op 2 maart 2025 uit. Hij debuteerde in de NBA voor Minnesota Timberwolves. Helden sprak de 25-jarige basketballer toen hij even terug was in Amsterdam over zijn weg naar de top, de kleedkamer delen met supersterren en geluk in de liefde. “Ik ben niet zo’n extravagant type, koop mijn kleding nog steeds gewoon bij de H&M en Uniqlo,” zegt Jesse Edwards lachend in Bar Louie Louie in zijn geboorteplaats Amsterdam. De 25-jarige basketballer tekende eind juni 2024 een contract bij NBA-team Minnesota Timberwolves. “Veel Amerikaanse jongens die een NBA-contract tekenen, kopen meteen een dure auto of trakteren zichzelf op sieraden. Ik tekende tegelijk met twee Amerikaanse jongens een contract en een van hen kocht van zijn eerste salaris een gouden ketting met diamanten ter waarde van 60.000 dollar. Zo’n type ben ik niet, ik ben geen big spender.” Jesse is terug in Nederland om bij te komen van een jaar waarin zijn droom uit- kwam en zijn leven veranderde. Hij heeft in zijn vakantie genoeg tijd gehad om te laten bezinken wat hem allemaal is over- komen. De 2 meter 13 lange center de- buteerde op 2 maart dit jaar in de NBA, tegen Phoenix Suns. “Niet alleen mijn droom kwam uit, maar ook die van mijn ouders, die altijd alles voor mij hebben gedaan, en mijn broers Kai van 27 en Rens van dertig, met wie ik in Amsterdam altijd op de pleintjes speelde en basketbalwedstrijden keek op tv. Het is niet alleen mijn verdienste dat ik de NBA heb gehaald. Ik ben heel trots dat ik nu officieel als NBA- speler door het leven ga, maar heel lang ben ik niet met mijn hoofd in de wolken blijven lopen. Al snel greep ik terug naar mijn dagelijkse routines.” BASKETBALVIRUS Jesse is goedlachs en vriendelijk. En hij is rustig. Dat was vroeger wel anders, bekent hij lachend. “Ik was zo’n kind dat altijd kwijt was. Op vliegvelden, in supermarkten... mijn ouders waren altijd in de stress. Ik was een kleine avonturier. Pas op de middelbare school werd ik wat rustiger.” Jesse groeide op in de Amsterdamse wijk Watergraafsmeer, was vaak buiten te vinden met zijn broers. “We hadden overal sportveldjes in de buurt. Tot mijn dertiende was ik vooral met voetbal en atletiek bezig.” De broers raakten alle drie besmet met het basketbalvirus. Op zijn veertiende meldde Jesse zich aan bij Apollo. Hij speelde al snel in de eredivisie jeugd. Hoewel hij, net als zijn broers, laat begon met basketballen, twijfelde hij er niet aan dat hij op een dag iets groots zou bereiken. “Ik had altijd al een soort natuurlijke overtuiging. Voordat ik met basketbal begon, geloofde ik heilig dat ik de Olympische Spelen ging halen met atletiek. Rond mijn zeventiende begon ik echt te geloven dat ik de NBA kon halen. Dat kwam ook doordat mensen om me heen het tegen me zeiden. Als coaches, medespelers of trainers zeggen dat je het kunt, dan ga je dat op een gegeven moment ook geloven.” Maar vooral het feit dat broer Kai in die periode de overstap maakte naar Amerika om daar voor een collegeteam te basketballen, opende Jesse de ogen. “Tot dat moment ging ik wel stappen, meiden ontdekken en alle dingen doen die een nieuwsgierige jongen van zestien doet. Dat Kai naar Amerika ging was voor mij het keerpunt. Toen dacht ik: het kan dus echt. Kai heeft me uitgelegd hoe het werkt, me begeleid, tips gegeven. Het bereiken van de NBA veranderde van een droom in een plan. De knop ging om, ik ging echt leven voor mijn sport. Niet veel later vertrok ik ook naar Amerika. Zonder Kai had ik hier niet gestaan.” En sinds hij in de ban was van basketbal volgde hij uiteraard ook de sterren in de NBA. “LeBron James was natuurlijk iemand tegen wie ik opkeek, maar mijn favoriete speler is Giannis Antetokounmpo van Milwaukee Bucks. Zijn verhaal is inspirerend. Hij kwam als vluchteling naar Griekenland en groeide uit tot een van de grootste sterren in de NBA. Als we iets verder teruggaan in de tijd, vond ik Ray Allen ook heel vet. Zijn speelstijl was zó smooth.” Kai speelde na zijn tijd in Amerika drie jaar lang in Spanje, basketbalde vervolgens bij Feyenoord en is nu speler van Landstede Basketbal in Zwolle. De hechte band tussen de drie broers is altijd gebleven. “Voor mijn NBA-debuut dacht ik weleens: hoe zou dit voor Kai en Rens voelen? We begonnen met z’n drieën met basketballen, ik snap dat het confronterend kan zijn als je broertje ineens op het allerhoogste niveau speelt. Maar ik heb nooit ook maar een greintje jaloezie gevoeld. Ze gunnen me alles, zijn mijn beste vrienden. Als ik in Amsterdam ben, zijn zij de eersten die ik bel. Dan gaan we naar het strand, uit eten...” Meer lezen? Het eerste deel van het interview met Foeke Booy over David di Tomasso komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Schaatsen

Love Game met Jesper de Jong en Pien Hersman

Met tennisser Jesper de Jong (25) en schaatsster Pien Hersman (21) is er een nieuw topsportkoppel bij. Pien timmert hard aan de weg op de 500 meter, Jesper kwam dit jaar de top 100 van de wereldranglijst binnen. Tussen de tennistoernooien en voorbereidingen op het olympisch schaatsseizoen door nodigden wij hen uit voor een shoot in Helden Magazine 78. Pien: ''De komende negen jaar staat sport bij ons op de eerste plaats.'' Jesper de Jong en Pien Hersman “Vind je mijn make-up mooi?” vraagt Pien Hersman aan haar vriend Jesper de Jong als ze is opgemaakt voor de fotoshoot. Pien: “Jij zei laatst nog dat ik een meme-hoofd had…” Jesper schiet in de lach. “Als jij geen mascara op hebt, dan zie je er heel anders uit.” Pien: “Ik vraag ook weleens: zie je iets anders aan me? Dan heb ik bijvoorbeeld geen eyeliner op en zeg jij: ‘Je haar zit anders.’” Jesper: “Ik heb er geen verstand van, maar het is nu hartstikke mooi.” Lachend: “Maar als je een wedstrijd hebt, vind ik vaak dat jij ‘tv make-up’ opdoet.” Pien: “Ik kom ook op tv, dus vind het ook fijn om er een beetje goed uit te zien. En het is een ook een ritueel geworden, lekker lang make-uppen voor een wedstrijd.” Jesper: “Je ziet er ook goed uit zonder tv make-up.” Datingapp Ruim een half jaar geleden ontmoetten de twee elkaar. Jesper: “We hebben een tijdje geleden een video opgenomen met oud-tennisster Lexie Stevens voor haar serie Lexie Vraagt van KNLTB TV. Pien en ik hadden een verhaal verzonnen over hoe we elkaar hebben leren kennen. We zeiden dat ik in november in Alkmaar een huis aan het bezichtigen was en Pien toevallig in de buurt was omdat haar beste vriendin er woont. Ik zei dat ik ze had zien lopen, maar niet zeker wist of het Pien was. En dat ik later in een story op Instagram inderdaad had gezien dat Pien in Alkmaar was en ik haar daarna een berichtje had gestuurd. Iedereen geloofde het, maar er klopte niks van dat verhaal. We kwamen elkaar tegen op een datingapp.” Pien: “Jij kwam weleens in het nieuws, ik wist dus wel wie jij was. Maar ik had daar nooit speciale gedachten bij, of zo.” Jesper: “Schaatsers als Joy Beune en Kjeld Nuis kende ik natuurlijk wel van naam, maar jou nog niet. Ik volgde het schaatsen niet. Ik stuurde jou het eerste berichtje.” Pien: “Ik was met twee vrienden. Je komt op die app ook allemaal voetballers tegen, een vriend is voetbalfan en vroeg of hij even mocht kijken. Ik keek mee en we zagen Jesper voorbijkomen. Ik riep: hem wil ik liken. Een kwartier later stuurde je me al een berichtje.” Jesper: “Mijn openingszin was dat er een tennis- en schaats collab moest komen. Die hebben we dus ook gehad met Lexie. Eerst gingen we tennissen, daarna schaatsen.” Kun jij een beetje schaatsen? Jesper: “Nou, best aardig.” En Pien, kun jij een beetje tennissen? Jesper lachend: “Nee.” Pien lachend: “Ik heb vroeger een stuk of vijf tennislessen gehad. Ik was te sterk, sloeg alle ballen uit. Jij kon ook niet goed schaatsen, hoor, maar ik had verwacht dat je nog slechter zou zijn.” Jesper: “Ik had weleens geschaatst in mijn leven, maar pootje over kan ik alleen de verkeerde kant op, dus met de klok mee.” Wat vinden jullie zo leuk aan elkaar? Jesper: “Pien is zo spontaan, houdt haar mond niet. We lachen heel veel met elkaar. En daarnaast ben je ook nog eens heel knap en lief. Het is een feestje om met jou te zijn.” Pien: “Het klikte meteen. Bij de eerste date al merkte ik dat jij heel oprecht bent, je hebt een fijne energie waar ik me meteen veilig bij voelde. Je doet je niet anders voor, bent heel zorgzaam en betrokken. Je bent ook superlief en we hebben dezelfde sarcastische humor. Ik kan mezelf zijn. Je hebt gewoon een goed hart.” Lachend: “Oké dat zijn wel weer genoeg lieve woorden.” Ze vervolgt: “En we denken over veel dingen hetzelfde, ook over de toekomst.” Jesper: “Laatst zeiden we nog tegen elkaar: hoe zonde is het als je heel erg verliefd bent, maar anders denkt over de toekomst en daarom uit elkaar gaat? Niet dat we nu al met kinderen bezig zijn, hoor, maar we hebben het er wel over.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het duo-interview met Jesper de Jong en Pien Hersman komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Met tennisser Jesper de Jong (25) en schaatsster Pien Hersman (21) is er een nieuw topsportkoppel bij. Pien timmert hard aan de weg op de 500 meter, Jesper kwam dit jaar de top 100 van de wereldranglijst binnen. Tussen de tennistoernooien en voorbereidingen op het olympisch schaatsseizoen door nodigden wij hen uit voor een shoot in Helden Magazine 78. Pien: ''De komende negen jaar staat sport bij ons op de eerste plaats.'' Jesper de Jong en Pien Hersman “Vind je mijn make-up mooi?” vraagt Pien Hersman aan haar vriend Jesper de Jong als ze is opgemaakt voor de fotoshoot. Pien: “Jij zei laatst nog dat ik een meme-hoofd had…” Jesper schiet in de lach. “Als jij geen mascara op hebt, dan zie je er heel anders uit.” Pien: “Ik vraag ook weleens: zie je iets anders aan me? Dan heb ik bijvoorbeeld geen eyeliner op en zeg jij: ‘Je haar zit anders.’” Jesper: “Ik heb er geen verstand van, maar het is nu hartstikke mooi.” Lachend: “Maar als je een wedstrijd hebt, vind ik vaak dat jij ‘tv make-up’ opdoet.” Pien: “Ik kom ook op tv, dus vind het ook fijn om er een beetje goed uit te zien. En het is een ook een ritueel geworden, lekker lang make-uppen voor een wedstrijd.” Jesper: “Je ziet er ook goed uit zonder tv make-up.” Datingapp Ruim een half jaar geleden ontmoetten de twee elkaar. Jesper: “We hebben een tijdje geleden een video opgenomen met oud-tennisster Lexie Stevens voor haar serie Lexie Vraagt van KNLTB TV. Pien en ik hadden een verhaal verzonnen over hoe we elkaar hebben leren kennen. We zeiden dat ik in november in Alkmaar een huis aan het bezichtigen was en Pien toevallig in de buurt was omdat haar beste vriendin er woont. Ik zei dat ik ze had zien lopen, maar niet zeker wist of het Pien was. En dat ik later in een story op Instagram inderdaad had gezien dat Pien in Alkmaar was en ik haar daarna een berichtje had gestuurd. Iedereen geloofde het, maar er klopte niks van dat verhaal. We kwamen elkaar tegen op een datingapp.” Pien: “Jij kwam weleens in het nieuws, ik wist dus wel wie jij was. Maar ik had daar nooit speciale gedachten bij, of zo.” Jesper: “Schaatsers als Joy Beune en Kjeld Nuis kende ik natuurlijk wel van naam, maar jou nog niet. Ik volgde het schaatsen niet. Ik stuurde jou het eerste berichtje.” Pien: “Ik was met twee vrienden. Je komt op die app ook allemaal voetballers tegen, een vriend is voetbalfan en vroeg of hij even mocht kijken. Ik keek mee en we zagen Jesper voorbijkomen. Ik riep: hem wil ik liken. Een kwartier later stuurde je me al een berichtje.” Jesper: “Mijn openingszin was dat er een tennis- en schaats collab moest komen. Die hebben we dus ook gehad met Lexie. Eerst gingen we tennissen, daarna schaatsen.” Kun jij een beetje schaatsen? Jesper: “Nou, best aardig.” En Pien, kun jij een beetje tennissen? Jesper lachend: “Nee.” Pien lachend: “Ik heb vroeger een stuk of vijf tennislessen gehad. Ik was te sterk, sloeg alle ballen uit. Jij kon ook niet goed schaatsen, hoor, maar ik had verwacht dat je nog slechter zou zijn.” Jesper: “Ik had weleens geschaatst in mijn leven, maar pootje over kan ik alleen de verkeerde kant op, dus met de klok mee.” Wat vinden jullie zo leuk aan elkaar? Jesper: “Pien is zo spontaan, houdt haar mond niet. We lachen heel veel met elkaar. En daarnaast ben je ook nog eens heel knap en lief. Het is een feestje om met jou te zijn.” Pien: “Het klikte meteen. Bij de eerste date al merkte ik dat jij heel oprecht bent, je hebt een fijne energie waar ik me meteen veilig bij voelde. Je doet je niet anders voor, bent heel zorgzaam en betrokken. Je bent ook superlief en we hebben dezelfde sarcastische humor. Ik kan mezelf zijn. Je hebt gewoon een goed hart.” Lachend: “Oké dat zijn wel weer genoeg lieve woorden.” Ze vervolgt: “En we denken over veel dingen hetzelfde, ook over de toekomst.” Jesper: “Laatst zeiden we nog tegen elkaar: hoe zonde is het als je heel erg verliefd bent, maar anders denkt over de toekomst en daarom uit elkaar gaat? Niet dat we nu al met kinderen bezig zijn, hoor, maar we hebben het er wel over.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het duo-interview met Jesper de Jong en Pien Hersman komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Roxane Knetemann: ‘Die achternaam kleeft toch een beetje aan me’

Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Anna van der Breggen is terug: ‘Ze wil weten of ze het nóg beter kan’

Het gonste al in het peloton vóór het persbericht eruitging, ruim een jaar geleden. Anna van der Breggen maakt haar rentree. De voormalig olympisch kampioene, wereldkampioene, Giro-winnares en ploegleidster, stapte opnieuw op de fiets. In het tenue van SD Worx, tussen de rensters die ze eerder nog coachte. “Anna is nu 34, ze was best jong toen ze stopte,” zegt Roxane Knetemann. “Ze had álles al gewonnen, zag geen uitdaging meer en keek uit naar een ander leven. Maar als ploegleidster heeft ze het vrouwenwielrennen echt zien veranderen. Er zijn meer wedstrijden, het niveau ligt hoger, en de vijver met talent is veel groter. Dat heeft haar getriggerd.” Van der Breggen zelf gaf aan weer plezier te hebben in het trainen, in het werken naar een doel. Maar volgens Knetemann zit er meer achter. “Fysiek en tactisch was Anna zó goed toen ze stopte, dat ze op een gegeven moment dacht: misschien kan ik het nóg beter. Ze heeft de transformatie van het vrouwenwielrennen gezien en misschien gedacht: ik was eigenlijk af en toe best wel aan het prutsen, als ik het vergelijk met wat ik nu zie.” En dus maakt ze zich op voor haar eerste Tour de France Femmes als renster. In 2021 bestond de Tour nog niet in de huidige vorm. Nu ligt er een parcours dat Van der Breggen aanspreekt. “Ze zag ook nieuwe wedstrijden op de kalender verschijnen,” zegt Knetemann. “Dan denk je: die heb ik nooit gereden, hoe zou ik het daarin doen?” Of ze meteen mee kan met de top? Dat is nog even afwachten. “Wat Demi Vollering nu laat zien, dat is fysiek echt nog wel een niveau hoger dan waar Anna nu zit,” zegt Knetemann. “Maar Anna weet natuurlijk álles van Demi. Ze was haar trainster. Ze kent haar kracht én haar valkuilen. Dat is een voordeel.” Tegelijkertijd, benadrukt ze, is koers geen theorie. “Demi is bij haar nieuwe ploeg FDJ zichtbaar gegroeid. Fysiek en mentaal. Ze is geen andere renster geworden, maar ze heeft zich wél doorontwikkeld. En ik zou niet gek opkijken als ze daar bewust aan heeft gewerkt, juist omdat ze weet dat Anna alles van haar weet.” En dan is er nog de rol van Lotte Kopecky. Ploeggenoot van Van der Breggen bij SD Worx, maar zelf ook ambitieus richting het eindklassement. “Als zij de handen ineenslaan, kunnen ze samen echt een pain in the ass zijn voor Vollering.” Voor Knetemann is de Tour dit jaar interessanter dan ooit. “Wat kan Anna? Wat kan Demi met haar nieuwe ploeg? En hoe ver komt Kopecky? Ik weet het niet. Maar dat maakt het juist zo mooi.”
Het gonste al in het peloton vóór het persbericht eruitging, ruim een jaar geleden. Anna van der Breggen maakt haar rentree. De voormalig olympisch kampioene, wereldkampioene, Giro-winnares en ploegleidster, stapte opnieuw op de fiets. In het tenue van SD Worx, tussen de rensters die ze eerder nog coachte. “Anna is nu 34, ze was best jong toen ze stopte,” zegt Roxane Knetemann. “Ze had álles al gewonnen, zag geen uitdaging meer en keek uit naar een ander leven. Maar als ploegleidster heeft ze het vrouwenwielrennen echt zien veranderen. Er zijn meer wedstrijden, het niveau ligt hoger, en de vijver met talent is veel groter. Dat heeft haar getriggerd.” Van der Breggen zelf gaf aan weer plezier te hebben in het trainen, in het werken naar een doel. Maar volgens Knetemann zit er meer achter. “Fysiek en tactisch was Anna zó goed toen ze stopte, dat ze op een gegeven moment dacht: misschien kan ik het nóg beter. Ze heeft de transformatie van het vrouwenwielrennen gezien en misschien gedacht: ik was eigenlijk af en toe best wel aan het prutsen, als ik het vergelijk met wat ik nu zie.” En dus maakt ze zich op voor haar eerste Tour de France Femmes als renster. In 2021 bestond de Tour nog niet in de huidige vorm. Nu ligt er een parcours dat Van der Breggen aanspreekt. “Ze zag ook nieuwe wedstrijden op de kalender verschijnen,” zegt Knetemann. “Dan denk je: die heb ik nooit gereden, hoe zou ik het daarin doen?” Of ze meteen mee kan met de top? Dat is nog even afwachten. “Wat Demi Vollering nu laat zien, dat is fysiek echt nog wel een niveau hoger dan waar Anna nu zit,” zegt Knetemann. “Maar Anna weet natuurlijk álles van Demi. Ze was haar trainster. Ze kent haar kracht én haar valkuilen. Dat is een voordeel.” Tegelijkertijd, benadrukt ze, is koers geen theorie. “Demi is bij haar nieuwe ploeg FDJ zichtbaar gegroeid. Fysiek en mentaal. Ze is geen andere renster geworden, maar ze heeft zich wél doorontwikkeld. En ik zou niet gek opkijken als ze daar bewust aan heeft gewerkt, juist omdat ze weet dat Anna alles van haar weet.” En dan is er nog de rol van Lotte Kopecky. Ploeggenoot van Van der Breggen bij SD Worx, maar zelf ook ambitieus richting het eindklassement. “Als zij de handen ineenslaan, kunnen ze samen echt een pain in the ass zijn voor Vollering.” Voor Knetemann is de Tour dit jaar interessanter dan ooit. “Wat kan Anna? Wat kan Demi met haar nieuwe ploeg? En hoe ver komt Kopecky? Ik weet het niet. Maar dat maakt het juist zo mooi.”

Tour de France

Demi Vollering: klaar voor de Tour de France Femmes

Een jaar geleden reed Demi Vollering nog in het paars van SD Worx. Ze was de grote favoriete voor de eindwinst van de Tour de France Femmes, maar werd geklopt door de Poolse Katarzyna Niewiadoma. Het was tijd voor Demi om een nieuwe stap te zetten. Een frisse start. “Fysiek is Demi de beste van het peloton,” zegt Roxane Knetemann, voormalig ploeggenote en wieleranalist. “Maar als het tactisch niet klopt, dan zie je haar rare dingen doen. Dan gaat ze forceren, jagen, verliezen.” Knetemann weet waar ze het over heeft. Ze stond met Vollering aan het begin van haar carrière bij Parkhotel Valkenburg. Ze zag het meisje uit Pijnacker groeien tot het gezicht van het Nederlandse vrouwenwielrennen. En ook hoe dat gezicht in Nederland lang niet altijd met applaus werd begroet.Waarom wordt de ene topsporter met dezelfde kwaliteiten een ster en de ander niet? Dat is omdat je bij de ene wel een klik voelt en bij de ander niet. Ik denk dat Demi de gunfactor misschien een beetje kwijt is geraakt in Nederland. Bij Annemiek van Vleuten was die gunfactor juist heel groot. Dat komt door haar prestaties, maar ook door wat ze heeft meegemaakt en de manier waarop zij zich presenteerde in de media. Annemiek sloeg beter aan in Nederland, zij was de keizerin. En Demi werd de renster die aan de poten zaagde van de keizerin. Dat heeft ook een beetje in Demi’s nadeel gewerkt." “We zien op social media gebeuren dat Demi megageliefd is in het buitenland,” zegt Roxane. “Maar voor Nederlanders blaast ze misschien iets te hoog van de toren. Dat past niet bij onze ‘doe maar normaal’-mentaliteit. Daarom zijn wij hard voor haar. En als ze wint? Dan doen we er nog vaak wat lacherig over. Alsof het niet écht telt.” “Ik zag haar aan het begin van het seizoen al sterk rijden,” vertelt Roxane. “Ik appte haar. Ze antwoordde meteen: ‘Ik heb het echt naar mijn zin.’” Maar deze zomer is anders. Sinds januari rijdt Vollering voor FDJ–Suez, een Franse ploeg, een Franse omgeving, een frisse start. En vooral: een ploeg die volledig om haar heen gebouwd is. Geen gedeelde kopvrouwrol, geen tactische onduidelijkheid. "We zagen vorig jaar ook dat haar voormalig ploeggenoot Lotte Kopecky heel goed aardde in koersen waarin ze allebei voor de overwinning mochten gaan. Die tactiek bleek veel te vaag voor Demi. Zij heeft een ploeg met vijf rensters en een staf nodig die zich om haar heen bewegen. Dat gebeurt bij FDJ, daarom weet ik zeker dat ze er tot bloei komt", vertelde Knetemann.
Een jaar geleden reed Demi Vollering nog in het paars van SD Worx. Ze was de grote favoriete voor de eindwinst van de Tour de France Femmes, maar werd geklopt door de Poolse Katarzyna Niewiadoma. Het was tijd voor Demi om een nieuwe stap te zetten. Een frisse start. “Fysiek is Demi de beste van het peloton,” zegt Roxane Knetemann, voormalig ploeggenote en wieleranalist. “Maar als het tactisch niet klopt, dan zie je haar rare dingen doen. Dan gaat ze forceren, jagen, verliezen.” Knetemann weet waar ze het over heeft. Ze stond met Vollering aan het begin van haar carrière bij Parkhotel Valkenburg. Ze zag het meisje uit Pijnacker groeien tot het gezicht van het Nederlandse vrouwenwielrennen. En ook hoe dat gezicht in Nederland lang niet altijd met applaus werd begroet.Waarom wordt de ene topsporter met dezelfde kwaliteiten een ster en de ander niet? Dat is omdat je bij de ene wel een klik voelt en bij de ander niet. Ik denk dat Demi de gunfactor misschien een beetje kwijt is geraakt in Nederland. Bij Annemiek van Vleuten was die gunfactor juist heel groot. Dat komt door haar prestaties, maar ook door wat ze heeft meegemaakt en de manier waarop zij zich presenteerde in de media. Annemiek sloeg beter aan in Nederland, zij was de keizerin. En Demi werd de renster die aan de poten zaagde van de keizerin. Dat heeft ook een beetje in Demi’s nadeel gewerkt." “We zien op social media gebeuren dat Demi megageliefd is in het buitenland,” zegt Roxane. “Maar voor Nederlanders blaast ze misschien iets te hoog van de toren. Dat past niet bij onze ‘doe maar normaal’-mentaliteit. Daarom zijn wij hard voor haar. En als ze wint? Dan doen we er nog vaak wat lacherig over. Alsof het niet écht telt.” “Ik zag haar aan het begin van het seizoen al sterk rijden,” vertelt Roxane. “Ik appte haar. Ze antwoordde meteen: ‘Ik heb het echt naar mijn zin.’” Maar deze zomer is anders. Sinds januari rijdt Vollering voor FDJ–Suez, een Franse ploeg, een Franse omgeving, een frisse start. En vooral: een ploeg die volledig om haar heen gebouwd is. Geen gedeelde kopvrouwrol, geen tactische onduidelijkheid. "We zagen vorig jaar ook dat haar voormalig ploeggenoot Lotte Kopecky heel goed aardde in koersen waarin ze allebei voor de overwinning mochten gaan. Die tactiek bleek veel te vaag voor Demi. Zij heeft een ploeg met vijf rensters en een staf nodig die zich om haar heen bewegen. Dat gebeurt bij FDJ, daarom weet ik zeker dat ze er tot bloei komt", vertelde Knetemann.

Tour de France

Prognose etappe 21: Pogacar wint de slotrit in het geel

De kans is groot dat de slotetappe van de Tour niet eindigt in een massasprint op de Champs-Élysées. Het zou zomaar kunnen dat Tadej Pogacar zijn Tourzege nog meer kleur gaat geven door ook in Parijs en in het geel te winnen. Nadat de Tour vorig jaar vanwege de Olympische Spelen in Parijs niet eindigde op de Champs-Élysées, maar in Nice, is de finish nu gewoon weer traditiegetrouw in de Franse hoofdstad. Zoals gewoonlijk zullen de eerste kilometers van 132 kilometer lange 21ste etappe die van start gaan in Mentes-La-Ville, waarschijnlijk in een slakkengang worden afgewerkt en is er tijd om bij te kletsen of zelfs al fietsend te proosten met champagne. Toch is de slotrit extra het bekijken waard. Met nog vijftig kilometer te gaan wordt Parijs bereikt. Daarna volgen drie rondjes van zeven kilometer over de Champs-Élysées. Maar daarna gaat het ineens richting de Côte de la Butte Montmartre, een kasseiklim van 1,1 kilometer tegen 5,9 procent. De klim richting de Sacré-Coeur zat vorig jaar ook in de olympische wegrace. Het zorgde voor spektakel, mooie plaatjes en heel veel fans langs de kant. Dus besloot de Tourorganisatie de beklimming ook in de slotrit op te nemen. Niet één, maar drie keer, als onderdeel van een bijna zeventien kilometer lange omloop door Parijs. De laatste keer dat de top van de Côte de la Butte Montmartre wordt bereikt, is het nog maar zes kilometer naar de streep op de Champs-Élysées. Deze rit leek op het lijf van Mathieu van der Poel geschreven, maar hij moest helaas eerder deze Tour afstappen vanwege een longontsteking. De kans is dus groot dat er met een traditie wordt gebroken, dat de Tour de France van 2025 niet zal eindigen met een massasprint. De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Wout van Aert * Biniam Girmay
De kans is groot dat de slotetappe van de Tour niet eindigt in een massasprint op de Champs-Élysées. Het zou zomaar kunnen dat Tadej Pogacar zijn Tourzege nog meer kleur gaat geven door ook in Parijs en in het geel te winnen. Nadat de Tour vorig jaar vanwege de Olympische Spelen in Parijs niet eindigde op de Champs-Élysées, maar in Nice, is de finish nu gewoon weer traditiegetrouw in de Franse hoofdstad. Zoals gewoonlijk zullen de eerste kilometers van 132 kilometer lange 21ste etappe die van start gaan in Mentes-La-Ville, waarschijnlijk in een slakkengang worden afgewerkt en is er tijd om bij te kletsen of zelfs al fietsend te proosten met champagne. Toch is de slotrit extra het bekijken waard. Met nog vijftig kilometer te gaan wordt Parijs bereikt. Daarna volgen drie rondjes van zeven kilometer over de Champs-Élysées. Maar daarna gaat het ineens richting de Côte de la Butte Montmartre, een kasseiklim van 1,1 kilometer tegen 5,9 procent. De klim richting de Sacré-Coeur zat vorig jaar ook in de olympische wegrace. Het zorgde voor spektakel, mooie plaatjes en heel veel fans langs de kant. Dus besloot de Tourorganisatie de beklimming ook in de slotrit op te nemen. Niet één, maar drie keer, als onderdeel van een bijna zeventien kilometer lange omloop door Parijs. De laatste keer dat de top van de Côte de la Butte Montmartre wordt bereikt, is het nog maar zes kilometer naar de streep op de Champs-Élysées. Deze rit leek op het lijf van Mathieu van der Poel geschreven, maar hij moest helaas eerder deze Tour afstappen vanwege een longontsteking. De kans is dus groot dat er met een traditie wordt gebroken, dat de Tour de France van 2025 niet zal eindigen met een massasprint. De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Wout van Aert * Biniam Girmay

Tour de France

Prognose etappe 20: ‘redt’ Wout van Aert de Tour voor Visma-Lease a Bike?

De aanvallers krijgen ook nog een kans deze Tour. Het klassement is gemaakt, de strijd om de groene trui en bolletjestrui is gestreden. De kans is dus groot dat een groep vrijbuiters met klimmersbenen alle ruimte krijgt. Een ideale rit voor types als Quinn Simmons, Ben Healy of Wout van Aert. Rit 20, een heuveletappe van 185 kilometer die van Nantua naar Pontarlier gaat, is de een na laatste kans voor ploegen zonder etappewinst om de Tour nog te ‘redden’. Zoals Visma- Lease a Bike, die deze Tour nog geen overwinningen heeft geboekt. Wout van Aert is de aangewezen man om daar in de twintigste etappe verandering in aan te brengen. Hoewel de echte bergen achter de rug liggen, moet er wel flink geklommen worden. Het begint met de Col de la Croix de la Serra (11,8 kilometer tegen 4.2 procent), gevolgd door de Côte de Valin (5,6 kilometer à 4,4 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (4,4 kilometer tegen 4,3 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (3,7 kilometer à 8,8 procent) en Côte de Longeville (3,4 kilometer tegen 5,5 procent). Na de laatste beklimming is het nog ongeveer twintig kilometer naar de streep en de laatste kilometers zijn vlak. De laatste winnaar in Pontarlier was overigens Erik Dekker in 2001. Normaal gesproken was dit ook een rit geweest voor Thymen Arensman, maar hij zal het rustig aan doen na de schitterende overwinning op La Plagne, 23 na Michael Boogerd, en zijn tweede ritzege deze Tour. De kanshebbers van Helden *** Wout van Aert ** Quinn Simmons * Ben Healy
De aanvallers krijgen ook nog een kans deze Tour. Het klassement is gemaakt, de strijd om de groene trui en bolletjestrui is gestreden. De kans is dus groot dat een groep vrijbuiters met klimmersbenen alle ruimte krijgt. Een ideale rit voor types als Quinn Simmons, Ben Healy of Wout van Aert. Rit 20, een heuveletappe van 185 kilometer die van Nantua naar Pontarlier gaat, is de een na laatste kans voor ploegen zonder etappewinst om de Tour nog te ‘redden’. Zoals Visma- Lease a Bike, die deze Tour nog geen overwinningen heeft geboekt. Wout van Aert is de aangewezen man om daar in de twintigste etappe verandering in aan te brengen. Hoewel de echte bergen achter de rug liggen, moet er wel flink geklommen worden. Het begint met de Col de la Croix de la Serra (11,8 kilometer tegen 4.2 procent), gevolgd door de Côte de Valin (5,6 kilometer à 4,4 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (4,4 kilometer tegen 4,3 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (3,7 kilometer à 8,8 procent) en Côte de Longeville (3,4 kilometer tegen 5,5 procent). Na de laatste beklimming is het nog ongeveer twintig kilometer naar de streep en de laatste kilometers zijn vlak. De laatste winnaar in Pontarlier was overigens Erik Dekker in 2001. Normaal gesproken was dit ook een rit geweest voor Thymen Arensman, maar hij zal het rustig aan doen na de schitterende overwinning op La Plagne, 23 na Michael Boogerd, en zijn tweede ritzege deze Tour. De kanshebbers van Helden *** Wout van Aert ** Quinn Simmons * Ben Healy

Tour de France

Prognose etappe 19: Arensman in de voetsporen van Boogerd

Michael Boogerd boekte in La Plagne de mooiste overwinning uit zijn carrière. Na een lange solo reed hij in 2002 in zijn eentje over de streep in het skidorp. Gaat Thymen Arensman hem dat 23 jaar na dato nadoen in La Plagne? De renner van Ineos kiest steeds de aanval in de bergetappes, won al een rit deze Tour en de kans is aannemelijk dat vluchters de ruimte krijgen omdat nummers één en twee Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard vooral naar elkaar kijken. De negentiende etappe – de tweede Alpenrit van de Tour de France van 2025 en de laatste bergetappe - is door een uitbraak van een besmettelijke dierziekte op het laatste moment ingekort van 130 naar 95 kilometer. Het vee met deze huidaandoening bevindt zich op de Col des Saisies (13,7 kilometer tegen 6,4 procent) die daardoor verboden gebied is geworden voor het peloton. De rit moest dus op de schop met het gevolg dat ook de Côte d’Héry-sur-Ugine (11,3 kilometer à 5,1 procent) uit het parkoers is gesloopt. Als gevolg daarvan gaat de etappe pas om half drie van start in Albertville en er zijn nog drie van de oorspronkelijke vijf beklimmingen over. De de Col du Pré (12,6 kilometer, gemiddeld stijgingspercentage van 7,7 procent, maar de laatste kilometer loopt 12 procent omhoog) is als eerste de beurt. Gevolgd door de Cormet de Roselend (5,9 kilometer klimmen tegen 6,3 procent). En daarna wacht de beklimming naar skidorp La Plagne. De slotklim is 19,1 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2 procent. Het is voor de klassementsrenners de laatste echte kans om nog op te schuiven in het algemeen klassement. Wil Jonas Vingegaard nog wat aan zijn achterstand van inmiddels 4 minuten en 26 seconden op gele truidrager Tadej Pogacar doen? In etappe 18 - de vreemd verlopen koninginnenrit met aankomst op Col de la Loze die werd gewonnen door Ben O’Connor - lukte dat niet. De strijd om de bolletjestrui is ook nog niet beslist. Ook die trui is in bezit van Pogacar en ook daarin is Vingegaard best of the rest. De spannendste strijd is die om de witte trui én de derde plek. Florian Lipowitz is op dit moment nog de beste jongere, zakte er in rit 18 op de slotklim doorheen, en heeft nog slechts 22 tellen voorsprong op Oscar Onley, kopman van het Nederlandse Team Picnic PostNL. De kanshebbers van Helden *** Thymen Arensman ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard
Michael Boogerd boekte in La Plagne de mooiste overwinning uit zijn carrière. Na een lange solo reed hij in 2002 in zijn eentje over de streep in het skidorp. Gaat Thymen Arensman hem dat 23 jaar na dato nadoen in La Plagne? De renner van Ineos kiest steeds de aanval in de bergetappes, won al een rit deze Tour en de kans is aannemelijk dat vluchters de ruimte krijgen omdat nummers één en twee Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard vooral naar elkaar kijken. De negentiende etappe – de tweede Alpenrit van de Tour de France van 2025 en de laatste bergetappe - is door een uitbraak van een besmettelijke dierziekte op het laatste moment ingekort van 130 naar 95 kilometer. Het vee met deze huidaandoening bevindt zich op de Col des Saisies (13,7 kilometer tegen 6,4 procent) die daardoor verboden gebied is geworden voor het peloton. De rit moest dus op de schop met het gevolg dat ook de Côte d’Héry-sur-Ugine (11,3 kilometer à 5,1 procent) uit het parkoers is gesloopt. Als gevolg daarvan gaat de etappe pas om half drie van start in Albertville en er zijn nog drie van de oorspronkelijke vijf beklimmingen over. De de Col du Pré (12,6 kilometer, gemiddeld stijgingspercentage van 7,7 procent, maar de laatste kilometer loopt 12 procent omhoog) is als eerste de beurt. Gevolgd door de Cormet de Roselend (5,9 kilometer klimmen tegen 6,3 procent). En daarna wacht de beklimming naar skidorp La Plagne. De slotklim is 19,1 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2 procent. Het is voor de klassementsrenners de laatste echte kans om nog op te schuiven in het algemeen klassement. Wil Jonas Vingegaard nog wat aan zijn achterstand van inmiddels 4 minuten en 26 seconden op gele truidrager Tadej Pogacar doen? In etappe 18 - de vreemd verlopen koninginnenrit met aankomst op Col de la Loze die werd gewonnen door Ben O’Connor - lukte dat niet. De strijd om de bolletjestrui is ook nog niet beslist. Ook die trui is in bezit van Pogacar en ook daarin is Vingegaard best of the rest. De spannendste strijd is die om de witte trui én de derde plek. Florian Lipowitz is op dit moment nog de beste jongere, zakte er in rit 18 op de slotklim doorheen, en heeft nog slechts 22 tellen voorsprong op Oscar Onley, kopman van het Nederlandse Team Picnic PostNL. De kanshebbers van Helden *** Thymen Arensman ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard