Word abonnee
Meer

Voetbal

Tijjani Reijnders – van Milaan naar Manchester

Tijjani Reijnders Tijjani Reijnders heeft zijn toptransfer te pakken. De middenvelder maakt de overstap naar Manchester City en kan woensdag al zijn debuut maken. Dat hij nu wordt gezien als de opvolger van Kevin De Bruyne is opmerkelijk voor wie zijn loopbaan van dichtbij heeft gevolgd. Van een verhuurperiode bij RKC Waalwijk naar de absolute wereldtop — het is een zeldzaam traject. Voor Helden Magazine nummer 72 gingen we een jaar geleden bij de middenvelder, zijn vrouw Marina, zoon Xavién en hondje Messi op bezoek in Milaan. Een slinger met wenskaarten hangt in de woonkamer van het huis van Tijjani en Marina Reijnders in Milaan. Op 28 februari werd zoontje Xavién geboren. Marina pakt een jasje dat hij aan moet tijdens de fotoshoot. “Ti heeft dit jasje gekocht. Gaaf, toch?” Lachend: “Wij horen weleens dat wij Xavién kleden als een volwassen man.” Tijjani: “In zijn paspoort staat als geboorteplaats heel mooi ‘Milaan’. En over de naam hoefden we niet lang te denken. We vonden Xavi mooi.” Marina vult aan: “Maar je had natuurlijk al Xavi Simons, en zo.” Tijjani: “Mijn zusje heet Syane. Toen had jij het idee om het aan elkaar te plakken.” Marina: “Jij bent een heel betrokken vader. Ik geef borstvoeding, maar ook als Xavién midden in de nacht wakker wordt, vraag jij of je kan helpen, zijn luier kan verschonen. Het is een heel rustig ventje, ik denk ook omdat Tijjani en ik allebei rustig zijn.” Tijjani: “Ik doe alles voor Xavién, dat doet iedere vader voor zijn kind, toch? Na een wedstrijd ben ik in euforie of teleurgesteld. Het klinkt cliché, maar als ik hem daarna weer zie, vergeet ik alles.” Tijjani en Marina leerden elkaar zesenhalf jaar geleden kennen. Tijjani: “Via Instagram. Ik zag jou voorbijkomen en ging je volgen.” Marina: “We waren allebei negentien. Ik woonde in Hengelo, jij in Zwolle.” Tijjani: “Ik speelde nog bij FC Twente en zat op school in Enschede. Veel mensen die jij kende, kende ik ook, maar wij kenden elkaar nog niet.” Marina: “Dat is de reden waarom ik jou terug ging volgen op Instagram. Ik dacht: waarschijnlijk heb ik jou ergens een keer gezien, maar ik was niet van plan een move te maken.” Tijjani: “Ik dacht meteen: wat een mooie vrouw, die wil ik aan de haak slaan. Tegen vrienden had ik al gezegd dat ik een meisje had gezien dat ik heel leuk vond. Wij raakten aan de praat via Instagram. Onze eerste date was in Zwolle. We zijn in een tentje in de stad een drankje gaan drinken.” Marina: “Van de thee die we hadden besteld, hebben we geen slok genomen. Die werd koud omdat we zoveel aan het praten waren. Toen jij naar huis ging, dacht ik: je bent eigenlijk best wel leuk. In het begin zei ik nog tegen jou: leuk dat je voetbalt, maar ik ga niet bij een wedstrijd van jou zitten. Na een half jaar zeiden jouw ouders tegen mij: ‘Marina, vandaag ga je met ons mee naar een wedstrijd van Tijjani.’ Ik vond het altijd een beetje spannend, dacht: dan gaat iedereen van alles van mij vinden als ‘vriendin van’. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo’n stereotype voetbalvrouw.” Marina: 'Ik vond het een beetje spannend om zijn wedstrijden te kijken. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo'n stereotype voetbalvrouw.' Tijjani: “In coronatijd zijn we gaan samenwonen en in 2022 zijn we getrouwd.” Marina: “Ik wilde eerst mijn studie detailhandel afmaken in Hengelo. Daarna ben ik in Amsterdam verder gaan studeren. Ik wilde verloskundige worden, maar die opleiding duurt minimaal vier jaar, terwijl ik niet wist hoelang we in Nederland zouden blijven. Ik ben toen kraamverzorgster geworden en bevallingsassistent.” Tijjani: “Toen ik tijdelijk bij RKC speelde, vroeg ik jou ten huwelijk. We waren een dag vrij en gingen naar Rotterdam. Ik had al de hele dag die ring op zak. We gingen wat eten. Ik zei: laten we even naar het terras gaan en draai je even om, dan maak ik een foto van je. Toen jij je weer omdraaide, zat ik op een knie.” Marina: “Ik had niks in de gaten, hoewel je vlak daarvoor bij een juwelier had gevraagd welke ring ik mooi vond. We zijn op 6 juni 2022 getrouwd, toen alle coronamaatregelen waren vervallen.” Tijjani: “Dat is nog een mooi verhaal. We zouden op 28 mei trouwen, maar we kwamen met AZ in de play-off terecht. We waren bij mijn ouders thuis en hadden het erover. Ik zei nog: nee joh, we redden Europees voetbal wel zonder play-offs.” Marina: “Jij zei: ‘We zijn elk jaar in de top vier beland, dus dat gaat dit jaar ook wel lukken.’” Tijjani, lachend: “Net dat jaar gebeurde het niet. Een maand van tevoren zei mijn vader: ‘Ti, je moet het wel echt om gaan zetten, want je kan niet het risico nemen dat je op jullie huwelijksdag of een dag erna een play-offwedstrijd moet spelen.’” Marina: “Alles was al vastgelegd. Je had nog gevraagd of je de wedstrijd kon afzeggen.” Tijjani: “Natuurlijk kon dat niet, dat wilde ik ook niet. Uiteindelijk kon ik juist door die wedstrijd het seizoen erop een grote stap maken. We speelden tegen Vitesse, wonnen met 6-1, en ik scoorde twee keer.” Marina: “Gelukkig konden alle leveranciers en de locatie de datum verschuiven. We hadden tegen de gasten gezegd: ‘We laten jullie twee weken van tevoren weten of het 28 mei of 6 juni wordt. Alle mensen die voor ons belangrijk zijn, waren er.” Derde helft Tijjani groeide op in Zwolle, met vader Martin, moeder Angelina en zijn twee jaar jongere broertje Eliano, die bij PEC Zwolle speelt. Dertien jaar later werd zusje Syane geboren. “Eliano en ik waren altijd aan het voetballen, op het Cruyff Court in de buurt met buurjongens of voor ons huis. Op de muur van ons huis tekenden we een doel. Mijn ouders werden soms gek van het gebonk.” Tijjani was niet alleen goed in voetbal. “Bij Twente kregen we ook iedere week les in judo en turnen. De judoleraar vertelde weleens aan de trainer dat mijn motoriek heel goed was, dat als ik een oefening zag, ik hem meteen kon nadoen. Maar voetbal stond op één, hoor.” De hele familie Reijnders ademt sport. “Ik deed alles met Eliano samen. We hebben een heel hechte band. Syane is een stuk jonger, wordt dit jaar twaalf, en is het prinsesje van de familie. Zij danst heel goed, hiphop en ballet.” Marina: “Zij zit op het Lucia Marthas Institute for Performing Arts, is ook heel talentvol. Jouw vader is profvoetballer geweest en jouw moeder had een zwarte band in karate.” Tijjani knikt: “Mooi, hè. Mijn opa was karateleraar.” Moeder Angelina is Moluks. Een cultuur waarin familie op de eerste plaats staat. Tijjani: “Dat hebben wij thuis heel erg meegekregen en proberen wij ook in stand te houden.” Marina: “Mijn ouders zijn allebei Irakees, voor ons geldt hetzelfde.” Tijjani: “Die kleine is een mooie mix.” Marina: “Wij vierden Kerst, verjaardagen en Pasen met de hele familie. Mijn tantes en ooms kwamen ook naar jouw ouders. Wij zijn nu één grote hechte familie. Soms gaan onze moeders samen op pad. Ze sliepen hier samen in het stapelbed toen Xavién was geboren.” Ook normen en waarden werden van jongs af aan bijgebracht. Tijjani: “Bij ons thuis is het belangrijk dat we altijd beleefd zijn. Mijn vader zegt nog steeds dat we nooit mogen neerkijken op andere mensen. Ook al heb je iets moois bereikt, je mag je nooit groter voelen dan een ander. Mijn vader was streng met voetbal, mijn moeder met school.” Lachend: “School is helaas iets minder gegaan. Ik heb mijn vmbo TL, maar mijn mbo-opleiding heb ik nooit afgemaakt.” Marina: “Aan de telefoon zei je dan dat je jouw eindverslag aan het maken was. Later kwamen we erachter dat je aan het gamen was. Je moeder was gebeld door de docenten, met de mededeling dat je weer niet geslaagd was.” Tijjani, lachend: “Mijn vader zei altijd: ‘Als je slaagt op het voetbalveld, maakt school niet meer uit.’” Tot de D1 zat Tijjani op de voetbalschool van PEC Zwolle, daarna nam FC Twente hem over, samen met Eliano. De broers speelden vier jaar samen bij FC Twente. “Ik kreeg pas heel laat een groeispurt. Ik zou bij Twente van B1 naar A1 gaan, maar Eliano en ik waren het een beetje zat. Iedere ochtend werden we om zes uur in Zwolle opgehaald met het busje om naar Enschede te rijden, om half acht ’s avonds kwamen we pas thuis. Mijn vader vroeg of we verder wilden bij Twente, maar wij zagen het niet meer zitten. We hadden alleen op zondag vrij en dan waren we altijd moe. Eliano en ik hadden er geen plezier meer in. Mijn vader wilde ook dat wij ons goed voelden, wil het beste voor ons.” Vader Martin had een vooruitgedacht stappenplan in zijn hoofd voor zijn jongens. Van Twente deden ze een stap ‘terug’. Ze trainden mee bij PEC, maar speelden de wedstrijden bij de amateurs van CSV’28. “Mijn vader was daar hoofdtrainer en zei: ‘Dan gaan jullie maar lekker onder mij voetballen en maak ik jullie wel beter.’ Het was een heel andere competitie en een heel ander niveau, maar we hebben dat jaar veel geleerd. Bij de amateurs moest ik echt niet in een duel komen, dan kreeg ik een doodschop.” Tijjani en Eliano werden een soort regionale attractie. Twee jonge –Tijjani was zeventien, Eliano vijftien – fysiek nog niet volgroeide jongens, maar technisch begaafd. “We hadden een jong team, de gemiddelde leeftijd was 23, en dat kwam alleen maar omdat er ook een speler bij zat van 35. Elke keer als we bij een club kwamen, hoorden we: ‘We spelen vandaag tegen A1.’ Na de wedstrijd zeiden ze: ‘Jeetje, die jongens kunnen wel ballen.’ Dat seizoen vonden we ons plezier terug. Het team was leuk. En het was ook weleens leuk om te zien hoe het er bij de amateurs aan toeging. Dan kwamen we bij een club en speelden we midden in een weiland. En we maakten de derde helft mee. Wij dronken niet, zaten netjes aan een AA’tje of colaatje in de kantine.” Marina: “Jij zegt altijd dat het jouw beste en leukste jaar was.” Tijjani knikt. “Het was mijn leukste seizoen in het voetbal. Maar vorig seizoen met AZ was ook wel heel mooi, hoor.” Dennis Bergkamp Na dat jaar werden de broers ingelijfd door PEC. Eliano speelt er nog altijd. Tijjani maakte er zijn debuut in het eerste en vertrok daarna naar AZ. Eén ding is zeker: zonder vader Martin – ook zijn zaakwaarnemer – had Tijjani nu niet bij AC Milan gespeeld. “Misschien is het gek om te zeggen, maar mijn vader is de beste trainer met wie ik ooit heb gewerkt. Hij is mijn personal trainer, van hem heb ik het meest geleerd. Hij had destijds zijn eigen voetbalschool, Top Player, was techniektrainer. Als mijn vader in de jeugd kwam kijken, dan keek ik eerder naar hem voor aanwijzingen dan naar de trainer.” Marina: “Nog steeds doe je dat.” Tijjani: “Als hij op de tribune in San Siro zit, dan kijk ik altijd omhoog. Hij zegt altijd: ‘Ik behoed jullie voor de fouten die ik vroeger maakte.’ Hij speelde als laatste bij FC Zwolle, maar vond het leven buiten het voetbal ook heel erg leuk. Mijn vader denkt dat hij verder had kunnen komen als hij er meer voor had geleefd. Daarom was hij zo streng voor ons.” Voor en na iedere wedstrijd hebben Tijjani en zijn vader contact. “Meteen na de wedstrijd appen we en in de auto naar huis bellen we. Hij ziet iedere minuut van Eliano en mij. En als hij niet live kan kijken, kijkt hij de wedstrijden terug. Laatst vond hij dat ik te statisch was. Ik dacht: laat maar, ik heb er even geen zin in. Later in die week belde ik hem, ik zei: je gelooft het nooit, de trainer kwam naar me toe en zei precies wat jij ook zei. Of er een toptrainer in hem had gezeten? Het had me niks verbaasd als hij een goede eredivisietrainer was geworden. Maar hij vindt het leuker om iedere wedstrijd van ons te kunnen kijken.” Een van Martins belangrijkste lessen in het voetbal was dat Tijjani en Eliano zich moesten onderscheiden. Daarvoor werden zelfs weddenschappen afgesloten. Tijjani, lachend: “Dat begon een paar jaar geleden. Hij zegt altijd: ‘Als speler moet je opvallen. Er zijn heel veel voetballers die hetzelfde kunnen, jij moet je onderscheiden, dan pas kun je de volgende stap maken.’ Hij vond dat we te weinig schoten en stelde een weddenschap voor. Als wij twee keer in een wedstrijd binnen de palen zouden schieten, dan kregen we vijftig euro. Zo niet, dan moesten wij hem vijftig euro geven. Met het geld dat we in het potje hadden verzameld, gingen we met de hele familie wat leuks doen.” Marina: “Nu schiet je iedere wedstrijd op doel, dus zijn jullie ermee gestopt.” Tijjani, lachend: “Laatst zei hij: ‘Oké jongens, nu weten jullie het wel.’” Ook andere spelers werden erbij gehaald om van te leren. “Hij liet me filmpjes zien van Dennis Bergkamp; hoe hij de bal schoot. Maar vooral beelden van Kevin De Bruyne. De Bruyne heeft veel loopvermogen en is net als ik een box-to-box-speler, iemand die het hele veld beslaat. Ik keek veel filmpjes van hem op YouTube. Als ik een wedstrijd van Manchester City kijk, focus ik me alleen op Kevin De Bruyne; op zijn loopacties, passes en zijn kijkgedrag. Ik heb nog nooit tegen hem gespeeld, maar aankomende zomer hebben we met Milan een trainingskamp in Amerika. Dan spelen we een oefenwedstrijd tegen City. Ik kijk daar nu al naar uit.” AZ lijfde Tijjani in 2017 in, Eliano bleef bij PEC. “Ik had niet meer talent dan Eliano, hoor. Er was ook een periode bij PEC dat hij iedere wedstrijd in het eerste opgesteld stond en scoorde, en ik wisselspeler was. Wij willen allebei het beste voor elkaar. Je ziet hoe snel het bij mij is gegaan. Het zal mij niks verbazen als het bij hem ook gaat gebeuren.” Van zijn vader mocht Tijjani bij AZ zijn eerste profsalaris verbrassen. Tijjani, lachend: “Ik heb er een rugtas van gekocht.” Marina, lachend: “Ja, en die heb je al heel snel weer weggedaan. En AirPods. Die waren toen net in.” Tijjani: “Maar bij AZ begon voor mij ook voor het eerst het ‘echte’ leven, ik moest ook huur en boodschappen betalen. Ik moest op mijn geld letten.” Ook dat kregen ze van huis uit mee. Als speler van PEC werkte hij zelfs een jaar bij de Aldi. “Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik ook wist hoe het normale werkende leven was. Ik werkte bij de Aldi met mijn twee beste vrienden. Leuk, hoor, lekker geinen met elkaar.” Lachend: “Het werk was alleen minder. Ik wist vrij snel: ik wil echt voetballer worden. Maar met zevenhonderd euro in de maand was ik ook heel blij, net zo gelukkig als nu.” Lange neus Bij AZ moest Tijjani geduld hebben. “Het verschil met de eerste divisie met PEC en de eredivisie was groot. Het seizoen voordat ik doorbrak, twijfelde ik geregeld of ik bij AZ verder wilde, ik zag geen kansen. In coronatijd werd ik een half jaar verhuurd aan RKC, het jaar erna deden Jordy Clasie en Fredrik Midtsjø het heel goed op het middenveld.” Marina: “Jij scoorde als wisselspeler eens twee keer en ik dacht: nu moet hij wel zijn kans krijgen in de basis. Dat gebeurde toch niet. Vond ik vervelend.” Tijjani: “Het was soms frustrerend. Mijn vader en ik vroegen een gesprek aan met de toenmalige trainer Pascal Jansen en technisch directeur Max Huiberts om hun plannen met mij te horen. Als Midtsjø weg zou gaan, kon ik me laten zien, maar als hij bleef, dan zou ik verder kijken.”Midtsjø vertrok in de zomer van 2022 naar Galatasaray en Tijjani kreeg zijn kans. “Gelukkig ben ik gebleven, ik kon doorbreken.” Trainer Pascal Jansen en ook assistent Khalid Boulahrouz gingen met Tijjani aan de slag. Hij veroverde een basisplaats en werd een van de uitblinkers op het middenveld bij AZ. “Er drukte altijd dat stempel op mij: Tijjani verdedigt niet goed, hij onderschept te weinig ballen. Uiteindelijk eindigde ik in de top van de spelers met de meeste balonderscheppingen.” Marina: “Als iemand iets zegt op tv, dan wordt dat meteen nagepraat.” Tijjani: “Dat is nou eenmaal hoe het werkt, elke voetballer heeft daar last van.” Marina: “Jij bent heel creatief, en daardoor leg je ook risico’s in jouw spel. Sommige trainers vonden dat misschien spannend. Ik vond kritiek op jou soms lastig. Je vader zei altijd: ‘Marina, laat ze maar lekker praten, niet op ingaan.’ Ik moest soms wel mijn best doen om mijn mond te houden.” Lachend: “Ik heb eens op de tribune gezeten toen jij wat minder speelde. Een vrouw achter ons bleef maar doorzeuren over jou, riep: ‘Wanneer wordt hij gewisseld?’ Dat ging maar door. Je vader draaide zich om en riep: ‘Kunnen ze jou niet lekker wisselen?’ Nu zou Martin zoiets echt niet meer zeggen.” Ook kreeg Tijjani geregeld te horen dat hij te lief was in het veld. Tijjani knikt: “Boulah vond ook dat ik wel wat gemener mocht zijn. Hij zag het in mij zitten, wilde me altijd helpen. Mijn band met Pascal Jansen was ook heel goed. Natuurlijk hebben we weleens recht tegenover elkaar gestaan, dat hoort erbij. Toen ik wegging bij AZ heb ik hem uitgenodigd om een keer naar San Siro te komen. Die afspraak staat nog.” En dan was er nog het stempel van laatbloeier. “In Nederland hoor ik dat geregeld.” Marina: “Je moet even dat verhaal vertellen over Indonesië.” Tijjani: “Indonesië toonde interesse, ze wilden mij bij het nationaal team hebben. Mijn vader, broertje en ik zeiden: ‘Dat gaan we niet doen, wij zien nog steeds kans om voor het grote Oranje te spelen.’ Sommige mensen om me heen, ook vrienden, zeiden: ‘Weet je het zeker, je bent al 23. Denk je echt dat jou dat nog lukt?’” Marina: “Dat is ook het stempel dat op het Nederlands elftal drukt. Om door te kunnen breken bij Oranje, moet je op jonge leeftijd zogenaamd al je debuut maken.” Tijjani: “Uiteindelijk kon ik een lange neus trekken naar iedereen.” Zlatan Ibrahimovic “Wij waren op Zanzibar op vakantie toen mijn vader me belde: ‘AC Milan heeft interesse, maar ik weet niet of ik het geloof.’ Ik dacht ook: dat zal wel niet zo zijn. Er wordt zo vaak door een zaakwaarnemer of iemand anders iets gezegd over een club die interesse heeft. Meestal is het gebakken lucht,” vertelt Tijjani over zijn transfer naar Milan vorige zomer. “Maar later belde mijn vader weer. ‘We hebben binnenkort een gesprek met de trainer en technisch directeur.’ Ik rende meteen naar jou toe, was heel blij, maar ook vol ongeloof.” Marina: “We gingen er zo van uit dat het nep was. Je verwacht dat gewoon niet voor iemand van AZ.” Tijjani: “Het werd concreet. Ik wist ook wel dat er scouts op de tribune hadden gezeten tijdens het seizoen. Ons doel was om een mooie transfer te maken; 25 is een leeftijd dat je een stap moet maken, maar wij hadden de Europese subtop verwacht en niet de top.” Daarna volgden uiteraard de reacties. “Onze familie en vriendengroep reageerden heel enthousiast. Die zeiden: ‘Daar hoef je niet over na te denken, dat moet je sowieso doen.’ Ook hoorde ik de andere reacties, dat het een te grote stap zou zijn en ik sowieso op de bank terecht zou komen. Ik werd gehaald als basisspeler, maar ik moest het natuurlijk wel laten zien. vertrouwen heb ik er altijd in gehad.” Marina: “Als jij iets negatiefs over jezelf leest, wil jij juist het tegendeel bewijzen. Jij raakt er extra gemotiveerd door.” Tijjani, lachend: “Ja, nu is het allemaal veel te positief. Je kan mij beter de grond in boren. Dan ben ik extra gedreven.” Bij AC Milan had Tijjani een droomstart, hij paste zich moeiteloos aan. “Ik voelde me meteen thuis. Het is altijd spannend, je weet niet waar je terechtkomt, spreekt de taal niet. Maar mensen op de club staan 24/7 voor ons klaar. Als we vragen hebben, kunnen we bij hen terecht in de groepsapp. Zij hielpen ons met de verhuizing, het vinden van een huis; met alles. Ook veel spelers waren heel behulpzaam. Olivier Giroud vertelde me in welke wijken we konden kijken om te wonen. Het levendige gedeelte ten noorden van het centrum, waar we nu wonen, of als we wat meer rust wilden, wat verder weg. Denzel Dumfries en Stefan de Vrij die bij Inter spelen helpen ons ook. En Davy Klaassen woont met zijn vrouw om de hoek. Omdat alles om ons heen goed geregeld was, hoefde ik me alleen te focussen op voetbal.” Lachend: “Of ik mijn eerste salaris van Milan ook heb verbrast? Nee, dat heb ik netjes op een spaarrekening gezet.” Italiaanse media spraken geregeld lovend over zijn optredens, waarin hij ook scoorde en geregeld assists gaf. Hij werd zelfs uitgeroepen tot revelatie van het seizoen in de Serie A. Maar de landstitel was voor aartsrivaal Internazionale. En in de Europa League werd AC Milan in de kwartfinale uitgeschakeld door AS Roma. “Voor mij was het een heel goed seizoen, ik heb me goed kunnen ontwikkelen, ben completer geworden als speler. Italië staat bekend om het verdedigen en ook om het fysieke spel, daarontwikkel ik me ook in. Het enige smetje is dat ik niet mijn eerste prijs heb kunnen pakken, daar baal ik van.” Zijn familie zat geregeld op de tribune. Marina: “De vroege wedstrijden heb ik meegepakt in het stadion. We hebben ook het geluk dat we in een familieskybox kunnen zitten. Dat hebben ze heel goed geregeld hier.” Tijjani: “Mijn vader was er elke maand. Eliano is ook al drie keer langsgekomen.” Het leven in Milaan bevalt het koppel. “Ik word herkend op straat. Soms vragen ze om een foto, maar nooit op een vervelende manier. Als ik de hond uitlaat, rijdt er geregeld iemand langs die dan heel hard ‘Reijnders’ roept. Maar als ik met de kleine loop, dan respecteren ze dat en laten ze ons met rust.” Marina: “Soms wordt er geroepen: ‘Ik ben voor Inter, maar toch wil ik op de foto met je.’ We waren onlangs een paar dagen in Rome, wilden een foto maken bij de Trevifontein. Nou, mensen stonden in de rij om een foto van jou te maken. Als je eenmaal herkend wordt, dan komen er meer mensen op je af. Soms vind ik het een eng gezicht als er zoveel mensen op je afkomen.” Tijjani: “De Italianen zijn echt voetbalgek, de sport is hier zoveel groter dan in Nederland.” AC Milan is ook niet de minste club. In het verleden speelden er grootheden als Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard. “Dat zijn legendes bij de club. Clarence Seedorf ook. In het begin werd ik er nog weleens op aangesproken. Er hangen foto’s van hen op Milanello, ons trainingscomplex.” Ook de Zweed Zlatan Ibrahimovic, die van 2001 tot 2004 bij Ajax speelde, is er een grootheid. Hem komt Tijjani geregeld tegen. “Iedere keer als we elkaar zien, zegt hij: ‘Alles goed?’ Dat zinnetje kent hij nog uit zijn tijd bij Ajax. Soms hebben we het over voetbal, over Nederland en hoe hij de periode bij Ajax heeft beleefd. Hij vertelde me over de stadions in Nederland en hoe de sfeer in zijn tijd was. Je merkt goed dat hij een grootheid is in Milan. Twee jaar geleden heeft hij nog de scudetto gewonnen. Als hij het veld opkomt voor een wedstrijd en de camera wordt op hem gericht, dan juicht het hele stadion. Die legendarische sologoal die hij bij Ajax maakte tegen NAC in 2004 kan ik me nog herinneren. Mijn vader keek Studio Sport en riep: ‘Ti, je moet nu komen kijken!’” Tranen In mei 2023 zat Tijjani al bij de selectie van het Nederlands elftal, een paar maanden later maakte hij zijn debuut, op 7 september 2023 thuis tegen Griekenland (3-0). Marina: “Ik heb nooit gehad dat ik emotioneel werd als ik jou zag spelen, maar toen je jouw debuut maakte voor Oranje, had ik tranen in mijn ogen. Ik was zo trots. Je hebt zoveel bereikt in korte tijd. En van wedstrijdspanning word jij alleen maar beter. Jij hebt ook altijd zin in een wedstrijd, zegt altijd dat je niet kan wachten tot het weer negen uur is.” Een maand later maakte Tijjani zijn basisdebuut, op 13 oktober tegen Frankrijk (1-2). “Tijdens het Wilhelmus dacht ik aan vroeger, aan hoe ik voor de tv stond en het volkslied meezong. Ik keek graag naar Wesley Sneijder, Robin van Persie en Arjen Robben. Ineens stond ik er zelf.” Tijjani heeft ‘pas’ acht interlands achter zijn naam staan. Of het lijkt alsof hij er al jaren bij zit? “In het veld wel, dan denk ik: ik mag weer lekker voetballen en mooi dat dat nu in het Oranjetenue is. De jongens ken ik nog niet zo lang en goed, daaraan merk ik dat ik er nog niet zo lang bij zit. Voor elke maaltijd wisselt de tafelbezetting, dus je raakt met iedereen in gesprek, dat is leuk. Het groeit vanzelf.” Ook zijn status binnen het Nederlands elftal is veranderd, beaamt Tijjani. “De eerste keer kwam ik als jongen van AZ binnen, daarna als speler van AC Milan. De jongens vonden die stap ook fantastisch. Dan merk je ook hoe groot die club is, sommigen zeiden: ‘Nou, dat is een club waar ik ook ooit wel wil spelen.’” Met bondscoach Ronald Koeman heeft Tijjani een goede band. “Hij is een stuk rustiger dan mijn Italiaanse trainer. Vanaf het begin heeft hij mij de kans gegeven en gelukkig heb ik het kunnen laten zien. Ik heb veel respect voor hem en voor wat hij heeft bereikt. Soms vertelt hij over zijn eigen ervaringen, over het EK in 1988 in Duitsland dat hij won.” Barista-café Het leven lacht Tijjani en Marina toe. Tijjani: “De stap naar de subtop hebben we overgeslagen. Ik zou het niet erg vinden om mijn carrière hier te eindigen.” Marina heeft haar carrière even on hold gezet. “Ze hebben hier geen kraamverzorgsters, hier helpt familie vooral bij pasgeboren baby’s. Ik help soms meiden van ploeggenoten van Ti of van andere voetbalvrouwen die zwanger zijn. Dan denk ik wel: ik mis mijn werk.” Tijjani: “Ik zei al eerder tegen jou: je kan dat hier ook opzetten.” Marina: “Daar heb ik over nagedacht, maar het probleem is dat ik niet weet hoelang we hier blijven wonen. Jouw vader zei: ‘Je moet je dromen nu uitdenken en over een paar jaar kun je die uitvoeren.’ Als ik jou niet had, dan had ik nu gewerkt. Dat heb ik altijd gedaan. Nu ben ik een soort tourgids in Milaan voor iedereen die langskomt.” Lachend: “De Duomo heb ik genoeg gezien, daar ga ik niet meer naartoe.” Die dromen worden langzaam uitgestippeld. Marina: “Als jij met pensioen gaat, ben je misschien 35...” Tijjani: “Ik hoop iets ouder.” Marina: “Dan willen we graag samen een barista-café openen. Een cafeetje waar je lekker koffie kunt drinken. We nemen dan natuurlijk de Italiaanse invloeden mee. Of we zetten het in Italië op. Want stel: we zitten hier over vijf jaar nog en het bevalt zo goed, dan blijven we misschien wel hier.” Voordat het barista-café geopend wordt, staat er eerst wat anders op het programma. Tijjani: “Ja, ik wil eerst nog even wat prijzen winnen als voetballer, hoor. En de ultieme droom is om weer met mijn broertje te kunnen spelen. Tegen elkaar is goed, maar ik hoop natuurlijk met elkaar.”  
Tijjani Reijnders Tijjani Reijnders heeft zijn toptransfer te pakken. De middenvelder maakt de overstap naar Manchester City en kan woensdag al zijn debuut maken. Dat hij nu wordt gezien als de opvolger van Kevin De Bruyne is opmerkelijk voor wie zijn loopbaan van dichtbij heeft gevolgd. Van een verhuurperiode bij RKC Waalwijk naar de absolute wereldtop — het is een zeldzaam traject. Voor Helden Magazine nummer 72 gingen we een jaar geleden bij de middenvelder, zijn vrouw Marina, zoon Xavién en hondje Messi op bezoek in Milaan. Een slinger met wenskaarten hangt in de woonkamer van het huis van Tijjani en Marina Reijnders in Milaan. Op 28 februari werd zoontje Xavién geboren. Marina pakt een jasje dat hij aan moet tijdens de fotoshoot. “Ti heeft dit jasje gekocht. Gaaf, toch?” Lachend: “Wij horen weleens dat wij Xavién kleden als een volwassen man.” Tijjani: “In zijn paspoort staat als geboorteplaats heel mooi ‘Milaan’. En over de naam hoefden we niet lang te denken. We vonden Xavi mooi.” Marina vult aan: “Maar je had natuurlijk al Xavi Simons, en zo.” Tijjani: “Mijn zusje heet Syane. Toen had jij het idee om het aan elkaar te plakken.” Marina: “Jij bent een heel betrokken vader. Ik geef borstvoeding, maar ook als Xavién midden in de nacht wakker wordt, vraag jij of je kan helpen, zijn luier kan verschonen. Het is een heel rustig ventje, ik denk ook omdat Tijjani en ik allebei rustig zijn.” Tijjani: “Ik doe alles voor Xavién, dat doet iedere vader voor zijn kind, toch? Na een wedstrijd ben ik in euforie of teleurgesteld. Het klinkt cliché, maar als ik hem daarna weer zie, vergeet ik alles.” Tijjani en Marina leerden elkaar zesenhalf jaar geleden kennen. Tijjani: “Via Instagram. Ik zag jou voorbijkomen en ging je volgen.” Marina: “We waren allebei negentien. Ik woonde in Hengelo, jij in Zwolle.” Tijjani: “Ik speelde nog bij FC Twente en zat op school in Enschede. Veel mensen die jij kende, kende ik ook, maar wij kenden elkaar nog niet.” Marina: “Dat is de reden waarom ik jou terug ging volgen op Instagram. Ik dacht: waarschijnlijk heb ik jou ergens een keer gezien, maar ik was niet van plan een move te maken.” Tijjani: “Ik dacht meteen: wat een mooie vrouw, die wil ik aan de haak slaan. Tegen vrienden had ik al gezegd dat ik een meisje had gezien dat ik heel leuk vond. Wij raakten aan de praat via Instagram. Onze eerste date was in Zwolle. We zijn in een tentje in de stad een drankje gaan drinken.” Marina: “Van de thee die we hadden besteld, hebben we geen slok genomen. Die werd koud omdat we zoveel aan het praten waren. Toen jij naar huis ging, dacht ik: je bent eigenlijk best wel leuk. In het begin zei ik nog tegen jou: leuk dat je voetbalt, maar ik ga niet bij een wedstrijd van jou zitten. Na een half jaar zeiden jouw ouders tegen mij: ‘Marina, vandaag ga je met ons mee naar een wedstrijd van Tijjani.’ Ik vond het altijd een beetje spannend, dacht: dan gaat iedereen van alles van mij vinden als ‘vriendin van’. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo’n stereotype voetbalvrouw.” Marina: 'Ik vond het een beetje spannend om zijn wedstrijden te kijken. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo'n stereotype voetbalvrouw.' Tijjani: “In coronatijd zijn we gaan samenwonen en in 2022 zijn we getrouwd.” Marina: “Ik wilde eerst mijn studie detailhandel afmaken in Hengelo. Daarna ben ik in Amsterdam verder gaan studeren. Ik wilde verloskundige worden, maar die opleiding duurt minimaal vier jaar, terwijl ik niet wist hoelang we in Nederland zouden blijven. Ik ben toen kraamverzorgster geworden en bevallingsassistent.” Tijjani: “Toen ik tijdelijk bij RKC speelde, vroeg ik jou ten huwelijk. We waren een dag vrij en gingen naar Rotterdam. Ik had al de hele dag die ring op zak. We gingen wat eten. Ik zei: laten we even naar het terras gaan en draai je even om, dan maak ik een foto van je. Toen jij je weer omdraaide, zat ik op een knie.” Marina: “Ik had niks in de gaten, hoewel je vlak daarvoor bij een juwelier had gevraagd welke ring ik mooi vond. We zijn op 6 juni 2022 getrouwd, toen alle coronamaatregelen waren vervallen.” Tijjani: “Dat is nog een mooi verhaal. We zouden op 28 mei trouwen, maar we kwamen met AZ in de play-off terecht. We waren bij mijn ouders thuis en hadden het erover. Ik zei nog: nee joh, we redden Europees voetbal wel zonder play-offs.” Marina: “Jij zei: ‘We zijn elk jaar in de top vier beland, dus dat gaat dit jaar ook wel lukken.’” Tijjani, lachend: “Net dat jaar gebeurde het niet. Een maand van tevoren zei mijn vader: ‘Ti, je moet het wel echt om gaan zetten, want je kan niet het risico nemen dat je op jullie huwelijksdag of een dag erna een play-offwedstrijd moet spelen.’” Marina: “Alles was al vastgelegd. Je had nog gevraagd of je de wedstrijd kon afzeggen.” Tijjani: “Natuurlijk kon dat niet, dat wilde ik ook niet. Uiteindelijk kon ik juist door die wedstrijd het seizoen erop een grote stap maken. We speelden tegen Vitesse, wonnen met 6-1, en ik scoorde twee keer.” Marina: “Gelukkig konden alle leveranciers en de locatie de datum verschuiven. We hadden tegen de gasten gezegd: ‘We laten jullie twee weken van tevoren weten of het 28 mei of 6 juni wordt. Alle mensen die voor ons belangrijk zijn, waren er.” Derde helft Tijjani groeide op in Zwolle, met vader Martin, moeder Angelina en zijn twee jaar jongere broertje Eliano, die bij PEC Zwolle speelt. Dertien jaar later werd zusje Syane geboren. “Eliano en ik waren altijd aan het voetballen, op het Cruyff Court in de buurt met buurjongens of voor ons huis. Op de muur van ons huis tekenden we een doel. Mijn ouders werden soms gek van het gebonk.” Tijjani was niet alleen goed in voetbal. “Bij Twente kregen we ook iedere week les in judo en turnen. De judoleraar vertelde weleens aan de trainer dat mijn motoriek heel goed was, dat als ik een oefening zag, ik hem meteen kon nadoen. Maar voetbal stond op één, hoor.” De hele familie Reijnders ademt sport. “Ik deed alles met Eliano samen. We hebben een heel hechte band. Syane is een stuk jonger, wordt dit jaar twaalf, en is het prinsesje van de familie. Zij danst heel goed, hiphop en ballet.” Marina: “Zij zit op het Lucia Marthas Institute for Performing Arts, is ook heel talentvol. Jouw vader is profvoetballer geweest en jouw moeder had een zwarte band in karate.” Tijjani knikt: “Mooi, hè. Mijn opa was karateleraar.” Moeder Angelina is Moluks. Een cultuur waarin familie op de eerste plaats staat. Tijjani: “Dat hebben wij thuis heel erg meegekregen en proberen wij ook in stand te houden.” Marina: “Mijn ouders zijn allebei Irakees, voor ons geldt hetzelfde.” Tijjani: “Die kleine is een mooie mix.” Marina: “Wij vierden Kerst, verjaardagen en Pasen met de hele familie. Mijn tantes en ooms kwamen ook naar jouw ouders. Wij zijn nu één grote hechte familie. Soms gaan onze moeders samen op pad. Ze sliepen hier samen in het stapelbed toen Xavién was geboren.” Ook normen en waarden werden van jongs af aan bijgebracht. Tijjani: “Bij ons thuis is het belangrijk dat we altijd beleefd zijn. Mijn vader zegt nog steeds dat we nooit mogen neerkijken op andere mensen. Ook al heb je iets moois bereikt, je mag je nooit groter voelen dan een ander. Mijn vader was streng met voetbal, mijn moeder met school.” Lachend: “School is helaas iets minder gegaan. Ik heb mijn vmbo TL, maar mijn mbo-opleiding heb ik nooit afgemaakt.” Marina: “Aan de telefoon zei je dan dat je jouw eindverslag aan het maken was. Later kwamen we erachter dat je aan het gamen was. Je moeder was gebeld door de docenten, met de mededeling dat je weer niet geslaagd was.” Tijjani, lachend: “Mijn vader zei altijd: ‘Als je slaagt op het voetbalveld, maakt school niet meer uit.’” Tot de D1 zat Tijjani op de voetbalschool van PEC Zwolle, daarna nam FC Twente hem over, samen met Eliano. De broers speelden vier jaar samen bij FC Twente. “Ik kreeg pas heel laat een groeispurt. Ik zou bij Twente van B1 naar A1 gaan, maar Eliano en ik waren het een beetje zat. Iedere ochtend werden we om zes uur in Zwolle opgehaald met het busje om naar Enschede te rijden, om half acht ’s avonds kwamen we pas thuis. Mijn vader vroeg of we verder wilden bij Twente, maar wij zagen het niet meer zitten. We hadden alleen op zondag vrij en dan waren we altijd moe. Eliano en ik hadden er geen plezier meer in. Mijn vader wilde ook dat wij ons goed voelden, wil het beste voor ons.” Vader Martin had een vooruitgedacht stappenplan in zijn hoofd voor zijn jongens. Van Twente deden ze een stap ‘terug’. Ze trainden mee bij PEC, maar speelden de wedstrijden bij de amateurs van CSV’28. “Mijn vader was daar hoofdtrainer en zei: ‘Dan gaan jullie maar lekker onder mij voetballen en maak ik jullie wel beter.’ Het was een heel andere competitie en een heel ander niveau, maar we hebben dat jaar veel geleerd. Bij de amateurs moest ik echt niet in een duel komen, dan kreeg ik een doodschop.” Tijjani en Eliano werden een soort regionale attractie. Twee jonge –Tijjani was zeventien, Eliano vijftien – fysiek nog niet volgroeide jongens, maar technisch begaafd. “We hadden een jong team, de gemiddelde leeftijd was 23, en dat kwam alleen maar omdat er ook een speler bij zat van 35. Elke keer als we bij een club kwamen, hoorden we: ‘We spelen vandaag tegen A1.’ Na de wedstrijd zeiden ze: ‘Jeetje, die jongens kunnen wel ballen.’ Dat seizoen vonden we ons plezier terug. Het team was leuk. En het was ook weleens leuk om te zien hoe het er bij de amateurs aan toeging. Dan kwamen we bij een club en speelden we midden in een weiland. En we maakten de derde helft mee. Wij dronken niet, zaten netjes aan een AA’tje of colaatje in de kantine.” Marina: “Jij zegt altijd dat het jouw beste en leukste jaar was.” Tijjani knikt. “Het was mijn leukste seizoen in het voetbal. Maar vorig seizoen met AZ was ook wel heel mooi, hoor.” Dennis Bergkamp Na dat jaar werden de broers ingelijfd door PEC. Eliano speelt er nog altijd. Tijjani maakte er zijn debuut in het eerste en vertrok daarna naar AZ. Eén ding is zeker: zonder vader Martin – ook zijn zaakwaarnemer – had Tijjani nu niet bij AC Milan gespeeld. “Misschien is het gek om te zeggen, maar mijn vader is de beste trainer met wie ik ooit heb gewerkt. Hij is mijn personal trainer, van hem heb ik het meest geleerd. Hij had destijds zijn eigen voetbalschool, Top Player, was techniektrainer. Als mijn vader in de jeugd kwam kijken, dan keek ik eerder naar hem voor aanwijzingen dan naar de trainer.” Marina: “Nog steeds doe je dat.” Tijjani: “Als hij op de tribune in San Siro zit, dan kijk ik altijd omhoog. Hij zegt altijd: ‘Ik behoed jullie voor de fouten die ik vroeger maakte.’ Hij speelde als laatste bij FC Zwolle, maar vond het leven buiten het voetbal ook heel erg leuk. Mijn vader denkt dat hij verder had kunnen komen als hij er meer voor had geleefd. Daarom was hij zo streng voor ons.” Voor en na iedere wedstrijd hebben Tijjani en zijn vader contact. “Meteen na de wedstrijd appen we en in de auto naar huis bellen we. Hij ziet iedere minuut van Eliano en mij. En als hij niet live kan kijken, kijkt hij de wedstrijden terug. Laatst vond hij dat ik te statisch was. Ik dacht: laat maar, ik heb er even geen zin in. Later in die week belde ik hem, ik zei: je gelooft het nooit, de trainer kwam naar me toe en zei precies wat jij ook zei. Of er een toptrainer in hem had gezeten? Het had me niks verbaasd als hij een goede eredivisietrainer was geworden. Maar hij vindt het leuker om iedere wedstrijd van ons te kunnen kijken.” Een van Martins belangrijkste lessen in het voetbal was dat Tijjani en Eliano zich moesten onderscheiden. Daarvoor werden zelfs weddenschappen afgesloten. Tijjani, lachend: “Dat begon een paar jaar geleden. Hij zegt altijd: ‘Als speler moet je opvallen. Er zijn heel veel voetballers die hetzelfde kunnen, jij moet je onderscheiden, dan pas kun je de volgende stap maken.’ Hij vond dat we te weinig schoten en stelde een weddenschap voor. Als wij twee keer in een wedstrijd binnen de palen zouden schieten, dan kregen we vijftig euro. Zo niet, dan moesten wij hem vijftig euro geven. Met het geld dat we in het potje hadden verzameld, gingen we met de hele familie wat leuks doen.” Marina: “Nu schiet je iedere wedstrijd op doel, dus zijn jullie ermee gestopt.” Tijjani, lachend: “Laatst zei hij: ‘Oké jongens, nu weten jullie het wel.’” Ook andere spelers werden erbij gehaald om van te leren. “Hij liet me filmpjes zien van Dennis Bergkamp; hoe hij de bal schoot. Maar vooral beelden van Kevin De Bruyne. De Bruyne heeft veel loopvermogen en is net als ik een box-to-box-speler, iemand die het hele veld beslaat. Ik keek veel filmpjes van hem op YouTube. Als ik een wedstrijd van Manchester City kijk, focus ik me alleen op Kevin De Bruyne; op zijn loopacties, passes en zijn kijkgedrag. Ik heb nog nooit tegen hem gespeeld, maar aankomende zomer hebben we met Milan een trainingskamp in Amerika. Dan spelen we een oefenwedstrijd tegen City. Ik kijk daar nu al naar uit.” AZ lijfde Tijjani in 2017 in, Eliano bleef bij PEC. “Ik had niet meer talent dan Eliano, hoor. Er was ook een periode bij PEC dat hij iedere wedstrijd in het eerste opgesteld stond en scoorde, en ik wisselspeler was. Wij willen allebei het beste voor elkaar. Je ziet hoe snel het bij mij is gegaan. Het zal mij niks verbazen als het bij hem ook gaat gebeuren.” Van zijn vader mocht Tijjani bij AZ zijn eerste profsalaris verbrassen. Tijjani, lachend: “Ik heb er een rugtas van gekocht.” Marina, lachend: “Ja, en die heb je al heel snel weer weggedaan. En AirPods. Die waren toen net in.” Tijjani: “Maar bij AZ begon voor mij ook voor het eerst het ‘echte’ leven, ik moest ook huur en boodschappen betalen. Ik moest op mijn geld letten.” Ook dat kregen ze van huis uit mee. Als speler van PEC werkte hij zelfs een jaar bij de Aldi. “Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik ook wist hoe het normale werkende leven was. Ik werkte bij de Aldi met mijn twee beste vrienden. Leuk, hoor, lekker geinen met elkaar.” Lachend: “Het werk was alleen minder. Ik wist vrij snel: ik wil echt voetballer worden. Maar met zevenhonderd euro in de maand was ik ook heel blij, net zo gelukkig als nu.” Lange neus Bij AZ moest Tijjani geduld hebben. “Het verschil met de eerste divisie met PEC en de eredivisie was groot. Het seizoen voordat ik doorbrak, twijfelde ik geregeld of ik bij AZ verder wilde, ik zag geen kansen. In coronatijd werd ik een half jaar verhuurd aan RKC, het jaar erna deden Jordy Clasie en Fredrik Midtsjø het heel goed op het middenveld.” Marina: “Jij scoorde als wisselspeler eens twee keer en ik dacht: nu moet hij wel zijn kans krijgen in de basis. Dat gebeurde toch niet. Vond ik vervelend.” Tijjani: “Het was soms frustrerend. Mijn vader en ik vroegen een gesprek aan met de toenmalige trainer Pascal Jansen en technisch directeur Max Huiberts om hun plannen met mij te horen. Als Midtsjø weg zou gaan, kon ik me laten zien, maar als hij bleef, dan zou ik verder kijken.”Midtsjø vertrok in de zomer van 2022 naar Galatasaray en Tijjani kreeg zijn kans. “Gelukkig ben ik gebleven, ik kon doorbreken.” Trainer Pascal Jansen en ook assistent Khalid Boulahrouz gingen met Tijjani aan de slag. Hij veroverde een basisplaats en werd een van de uitblinkers op het middenveld bij AZ. “Er drukte altijd dat stempel op mij: Tijjani verdedigt niet goed, hij onderschept te weinig ballen. Uiteindelijk eindigde ik in de top van de spelers met de meeste balonderscheppingen.” Marina: “Als iemand iets zegt op tv, dan wordt dat meteen nagepraat.” Tijjani: “Dat is nou eenmaal hoe het werkt, elke voetballer heeft daar last van.” Marina: “Jij bent heel creatief, en daardoor leg je ook risico’s in jouw spel. Sommige trainers vonden dat misschien spannend. Ik vond kritiek op jou soms lastig. Je vader zei altijd: ‘Marina, laat ze maar lekker praten, niet op ingaan.’ Ik moest soms wel mijn best doen om mijn mond te houden.” Lachend: “Ik heb eens op de tribune gezeten toen jij wat minder speelde. Een vrouw achter ons bleef maar doorzeuren over jou, riep: ‘Wanneer wordt hij gewisseld?’ Dat ging maar door. Je vader draaide zich om en riep: ‘Kunnen ze jou niet lekker wisselen?’ Nu zou Martin zoiets echt niet meer zeggen.” Ook kreeg Tijjani geregeld te horen dat hij te lief was in het veld. Tijjani knikt: “Boulah vond ook dat ik wel wat gemener mocht zijn. Hij zag het in mij zitten, wilde me altijd helpen. Mijn band met Pascal Jansen was ook heel goed. Natuurlijk hebben we weleens recht tegenover elkaar gestaan, dat hoort erbij. Toen ik wegging bij AZ heb ik hem uitgenodigd om een keer naar San Siro te komen. Die afspraak staat nog.” En dan was er nog het stempel van laatbloeier. “In Nederland hoor ik dat geregeld.” Marina: “Je moet even dat verhaal vertellen over Indonesië.” Tijjani: “Indonesië toonde interesse, ze wilden mij bij het nationaal team hebben. Mijn vader, broertje en ik zeiden: ‘Dat gaan we niet doen, wij zien nog steeds kans om voor het grote Oranje te spelen.’ Sommige mensen om me heen, ook vrienden, zeiden: ‘Weet je het zeker, je bent al 23. Denk je echt dat jou dat nog lukt?’” Marina: “Dat is ook het stempel dat op het Nederlands elftal drukt. Om door te kunnen breken bij Oranje, moet je op jonge leeftijd zogenaamd al je debuut maken.” Tijjani: “Uiteindelijk kon ik een lange neus trekken naar iedereen.” Zlatan Ibrahimovic “Wij waren op Zanzibar op vakantie toen mijn vader me belde: ‘AC Milan heeft interesse, maar ik weet niet of ik het geloof.’ Ik dacht ook: dat zal wel niet zo zijn. Er wordt zo vaak door een zaakwaarnemer of iemand anders iets gezegd over een club die interesse heeft. Meestal is het gebakken lucht,” vertelt Tijjani over zijn transfer naar Milan vorige zomer. “Maar later belde mijn vader weer. ‘We hebben binnenkort een gesprek met de trainer en technisch directeur.’ Ik rende meteen naar jou toe, was heel blij, maar ook vol ongeloof.” Marina: “We gingen er zo van uit dat het nep was. Je verwacht dat gewoon niet voor iemand van AZ.” Tijjani: “Het werd concreet. Ik wist ook wel dat er scouts op de tribune hadden gezeten tijdens het seizoen. Ons doel was om een mooie transfer te maken; 25 is een leeftijd dat je een stap moet maken, maar wij hadden de Europese subtop verwacht en niet de top.” Daarna volgden uiteraard de reacties. “Onze familie en vriendengroep reageerden heel enthousiast. Die zeiden: ‘Daar hoef je niet over na te denken, dat moet je sowieso doen.’ Ook hoorde ik de andere reacties, dat het een te grote stap zou zijn en ik sowieso op de bank terecht zou komen. Ik werd gehaald als basisspeler, maar ik moest het natuurlijk wel laten zien. vertrouwen heb ik er altijd in gehad.” Marina: “Als jij iets negatiefs over jezelf leest, wil jij juist het tegendeel bewijzen. Jij raakt er extra gemotiveerd door.” Tijjani, lachend: “Ja, nu is het allemaal veel te positief. Je kan mij beter de grond in boren. Dan ben ik extra gedreven.” Bij AC Milan had Tijjani een droomstart, hij paste zich moeiteloos aan. “Ik voelde me meteen thuis. Het is altijd spannend, je weet niet waar je terechtkomt, spreekt de taal niet. Maar mensen op de club staan 24/7 voor ons klaar. Als we vragen hebben, kunnen we bij hen terecht in de groepsapp. Zij hielpen ons met de verhuizing, het vinden van een huis; met alles. Ook veel spelers waren heel behulpzaam. Olivier Giroud vertelde me in welke wijken we konden kijken om te wonen. Het levendige gedeelte ten noorden van het centrum, waar we nu wonen, of als we wat meer rust wilden, wat verder weg. Denzel Dumfries en Stefan de Vrij die bij Inter spelen helpen ons ook. En Davy Klaassen woont met zijn vrouw om de hoek. Omdat alles om ons heen goed geregeld was, hoefde ik me alleen te focussen op voetbal.” Lachend: “Of ik mijn eerste salaris van Milan ook heb verbrast? Nee, dat heb ik netjes op een spaarrekening gezet.” Italiaanse media spraken geregeld lovend over zijn optredens, waarin hij ook scoorde en geregeld assists gaf. Hij werd zelfs uitgeroepen tot revelatie van het seizoen in de Serie A. Maar de landstitel was voor aartsrivaal Internazionale. En in de Europa League werd AC Milan in de kwartfinale uitgeschakeld door AS Roma. “Voor mij was het een heel goed seizoen, ik heb me goed kunnen ontwikkelen, ben completer geworden als speler. Italië staat bekend om het verdedigen en ook om het fysieke spel, daarontwikkel ik me ook in. Het enige smetje is dat ik niet mijn eerste prijs heb kunnen pakken, daar baal ik van.” Zijn familie zat geregeld op de tribune. Marina: “De vroege wedstrijden heb ik meegepakt in het stadion. We hebben ook het geluk dat we in een familieskybox kunnen zitten. Dat hebben ze heel goed geregeld hier.” Tijjani: “Mijn vader was er elke maand. Eliano is ook al drie keer langsgekomen.” Het leven in Milaan bevalt het koppel. “Ik word herkend op straat. Soms vragen ze om een foto, maar nooit op een vervelende manier. Als ik de hond uitlaat, rijdt er geregeld iemand langs die dan heel hard ‘Reijnders’ roept. Maar als ik met de kleine loop, dan respecteren ze dat en laten ze ons met rust.” Marina: “Soms wordt er geroepen: ‘Ik ben voor Inter, maar toch wil ik op de foto met je.’ We waren onlangs een paar dagen in Rome, wilden een foto maken bij de Trevifontein. Nou, mensen stonden in de rij om een foto van jou te maken. Als je eenmaal herkend wordt, dan komen er meer mensen op je af. Soms vind ik het een eng gezicht als er zoveel mensen op je afkomen.” Tijjani: “De Italianen zijn echt voetbalgek, de sport is hier zoveel groter dan in Nederland.” AC Milan is ook niet de minste club. In het verleden speelden er grootheden als Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard. “Dat zijn legendes bij de club. Clarence Seedorf ook. In het begin werd ik er nog weleens op aangesproken. Er hangen foto’s van hen op Milanello, ons trainingscomplex.” Ook de Zweed Zlatan Ibrahimovic, die van 2001 tot 2004 bij Ajax speelde, is er een grootheid. Hem komt Tijjani geregeld tegen. “Iedere keer als we elkaar zien, zegt hij: ‘Alles goed?’ Dat zinnetje kent hij nog uit zijn tijd bij Ajax. Soms hebben we het over voetbal, over Nederland en hoe hij de periode bij Ajax heeft beleefd. Hij vertelde me over de stadions in Nederland en hoe de sfeer in zijn tijd was. Je merkt goed dat hij een grootheid is in Milan. Twee jaar geleden heeft hij nog de scudetto gewonnen. Als hij het veld opkomt voor een wedstrijd en de camera wordt op hem gericht, dan juicht het hele stadion. Die legendarische sologoal die hij bij Ajax maakte tegen NAC in 2004 kan ik me nog herinneren. Mijn vader keek Studio Sport en riep: ‘Ti, je moet nu komen kijken!’” Tranen In mei 2023 zat Tijjani al bij de selectie van het Nederlands elftal, een paar maanden later maakte hij zijn debuut, op 7 september 2023 thuis tegen Griekenland (3-0). Marina: “Ik heb nooit gehad dat ik emotioneel werd als ik jou zag spelen, maar toen je jouw debuut maakte voor Oranje, had ik tranen in mijn ogen. Ik was zo trots. Je hebt zoveel bereikt in korte tijd. En van wedstrijdspanning word jij alleen maar beter. Jij hebt ook altijd zin in een wedstrijd, zegt altijd dat je niet kan wachten tot het weer negen uur is.” Een maand later maakte Tijjani zijn basisdebuut, op 13 oktober tegen Frankrijk (1-2). “Tijdens het Wilhelmus dacht ik aan vroeger, aan hoe ik voor de tv stond en het volkslied meezong. Ik keek graag naar Wesley Sneijder, Robin van Persie en Arjen Robben. Ineens stond ik er zelf.” Tijjani heeft ‘pas’ acht interlands achter zijn naam staan. Of het lijkt alsof hij er al jaren bij zit? “In het veld wel, dan denk ik: ik mag weer lekker voetballen en mooi dat dat nu in het Oranjetenue is. De jongens ken ik nog niet zo lang en goed, daaraan merk ik dat ik er nog niet zo lang bij zit. Voor elke maaltijd wisselt de tafelbezetting, dus je raakt met iedereen in gesprek, dat is leuk. Het groeit vanzelf.” Ook zijn status binnen het Nederlands elftal is veranderd, beaamt Tijjani. “De eerste keer kwam ik als jongen van AZ binnen, daarna als speler van AC Milan. De jongens vonden die stap ook fantastisch. Dan merk je ook hoe groot die club is, sommigen zeiden: ‘Nou, dat is een club waar ik ook ooit wel wil spelen.’” Met bondscoach Ronald Koeman heeft Tijjani een goede band. “Hij is een stuk rustiger dan mijn Italiaanse trainer. Vanaf het begin heeft hij mij de kans gegeven en gelukkig heb ik het kunnen laten zien. Ik heb veel respect voor hem en voor wat hij heeft bereikt. Soms vertelt hij over zijn eigen ervaringen, over het EK in 1988 in Duitsland dat hij won.” Barista-café Het leven lacht Tijjani en Marina toe. Tijjani: “De stap naar de subtop hebben we overgeslagen. Ik zou het niet erg vinden om mijn carrière hier te eindigen.” Marina heeft haar carrière even on hold gezet. “Ze hebben hier geen kraamverzorgsters, hier helpt familie vooral bij pasgeboren baby’s. Ik help soms meiden van ploeggenoten van Ti of van andere voetbalvrouwen die zwanger zijn. Dan denk ik wel: ik mis mijn werk.” Tijjani: “Ik zei al eerder tegen jou: je kan dat hier ook opzetten.” Marina: “Daar heb ik over nagedacht, maar het probleem is dat ik niet weet hoelang we hier blijven wonen. Jouw vader zei: ‘Je moet je dromen nu uitdenken en over een paar jaar kun je die uitvoeren.’ Als ik jou niet had, dan had ik nu gewerkt. Dat heb ik altijd gedaan. Nu ben ik een soort tourgids in Milaan voor iedereen die langskomt.” Lachend: “De Duomo heb ik genoeg gezien, daar ga ik niet meer naartoe.” Die dromen worden langzaam uitgestippeld. Marina: “Als jij met pensioen gaat, ben je misschien 35...” Tijjani: “Ik hoop iets ouder.” Marina: “Dan willen we graag samen een barista-café openen. Een cafeetje waar je lekker koffie kunt drinken. We nemen dan natuurlijk de Italiaanse invloeden mee. Of we zetten het in Italië op. Want stel: we zitten hier over vijf jaar nog en het bevalt zo goed, dan blijven we misschien wel hier.” Voordat het barista-café geopend wordt, staat er eerst wat anders op het programma. Tijjani: “Ja, ik wil eerst nog even wat prijzen winnen als voetballer, hoor. En de ultieme droom is om weer met mijn broertje te kunnen spelen. Tegen elkaar is goed, maar ik hoop natuurlijk met elkaar.”  

Voetbal

De wederopstanding van Frenkie de Jong

Frenkie de Jong (28) was zes jaar geleden de dirigent op het middenveld van het succesvolle Ajax en maakte in 2019 zijn droomtransfer naar Barcelona. In Spanje kreeg hij te maken met intense media-aandacht, kritiek en een slepende enkelblessure, die hem het EK in 2024 kostte. Inmiddels kunnen zijn fans – én Ruud Gullit – opgelucht ademhalen: Frenkie toont weer zijn klasse. In Helden Magazine nummer 77 spreken we over de wederopstanding van Frenkie. Frenkie de Jong Hoge bomen vangen veel wind. Zo ook Frenkie de Jong. De rode draad door de carrière van de middenvelder van FC Barcelona? De kritische beoordelingen van oud-voetballer en analist Ruud Gullit. “Ik maakte me vorig jaar al zorgen over De Jong, omdat ik het niet goed genoeg vond,” zei hij in 2020 al in Voetbal International. “Alle media in Nederland zeiden dat hij zo geweldig was, maar ik zag het niet. Je kon het bijna niet zeggen, want hij is de ideale schoonzoon. Het is echter beter om kritisch tegen hem te zijn, zodat hij weet dat hij toch een tandje harder moet.” Een jaar later, in 2021, zei Gullit in Helden: “Van wat ik gezien heb, vind ik Frenkie op dit moment geen bepalende speler. Hij heeft het in zich, maar laat het nog niet zien.” En: “Frenkie heeft de Formule 1-auto van Mercedes, maar hij rijdt vooralsnog als Valterri Bottas,” Bottas was de coureur die op dat moment teleurstelde bij de renstal van toenmalig wereldkampioen Lewis Hamilton. En in Rondo bij Ziggo Sport dat jaar: “Als Frenkie niet goed speelt, is het omdat hij niet op zijn positie speelt. Nou, op welke positie hij ook speelde op het middenveld, hij speelde niet goed. Het ligt altijd aan iets anders. Hij moet iets dieper staan, maar dat doet hij niet. Hij gaat de bal halen bij zijn achterhoede, maakt een paar schijnbewegingen en dan geeft hij de bal weer af. Zo kan ik ook een aantal maanden goed passen.” Gullit verweet Frenkie ‘postbodevoetbal’ te spelen. Hij had volgens de analist de neiging om de bal op te halen bij de verdediging en vervolgens terug te passen en vond dat de middenvelder meer initiatief moest nemen. Ook in de jaren daarna herhaalde Gullit geregeld zijn kritiek. Frenkie zou te veel in bescherming worden genomen, nam te weinig risico, moest meer branie tonen om een grotere impact te hebben en zijn volledige potentie te benutten. Bij Barcelona had hij in vijf jaar tijd ‘slechts’ drie prijzen gewonnen. En dan was er nog die gecompliceerde enkelblessure, die hem 162 dagen aan de kant hield en hem het EK in 2024 kostte. Waar was de meest getalenteerde voetballer van Nederland gebleven, om wie juist altijd een jubelstemming heerste? Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Frenkie de Jong komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Frenkie de Jong (28) was zes jaar geleden de dirigent op het middenveld van het succesvolle Ajax en maakte in 2019 zijn droomtransfer naar Barcelona. In Spanje kreeg hij te maken met intense media-aandacht, kritiek en een slepende enkelblessure, die hem het EK in 2024 kostte. Inmiddels kunnen zijn fans – én Ruud Gullit – opgelucht ademhalen: Frenkie toont weer zijn klasse. In Helden Magazine nummer 77 spreken we over de wederopstanding van Frenkie. Frenkie de Jong Hoge bomen vangen veel wind. Zo ook Frenkie de Jong. De rode draad door de carrière van de middenvelder van FC Barcelona? De kritische beoordelingen van oud-voetballer en analist Ruud Gullit. “Ik maakte me vorig jaar al zorgen over De Jong, omdat ik het niet goed genoeg vond,” zei hij in 2020 al in Voetbal International. “Alle media in Nederland zeiden dat hij zo geweldig was, maar ik zag het niet. Je kon het bijna niet zeggen, want hij is de ideale schoonzoon. Het is echter beter om kritisch tegen hem te zijn, zodat hij weet dat hij toch een tandje harder moet.” Een jaar later, in 2021, zei Gullit in Helden: “Van wat ik gezien heb, vind ik Frenkie op dit moment geen bepalende speler. Hij heeft het in zich, maar laat het nog niet zien.” En: “Frenkie heeft de Formule 1-auto van Mercedes, maar hij rijdt vooralsnog als Valterri Bottas,” Bottas was de coureur die op dat moment teleurstelde bij de renstal van toenmalig wereldkampioen Lewis Hamilton. En in Rondo bij Ziggo Sport dat jaar: “Als Frenkie niet goed speelt, is het omdat hij niet op zijn positie speelt. Nou, op welke positie hij ook speelde op het middenveld, hij speelde niet goed. Het ligt altijd aan iets anders. Hij moet iets dieper staan, maar dat doet hij niet. Hij gaat de bal halen bij zijn achterhoede, maakt een paar schijnbewegingen en dan geeft hij de bal weer af. Zo kan ik ook een aantal maanden goed passen.” Gullit verweet Frenkie ‘postbodevoetbal’ te spelen. Hij had volgens de analist de neiging om de bal op te halen bij de verdediging en vervolgens terug te passen en vond dat de middenvelder meer initiatief moest nemen. Ook in de jaren daarna herhaalde Gullit geregeld zijn kritiek. Frenkie zou te veel in bescherming worden genomen, nam te weinig risico, moest meer branie tonen om een grotere impact te hebben en zijn volledige potentie te benutten. Bij Barcelona had hij in vijf jaar tijd ‘slechts’ drie prijzen gewonnen. En dan was er nog die gecompliceerde enkelblessure, die hem 162 dagen aan de kant hield en hem het EK in 2024 kostte. Waar was de meest getalenteerde voetballer van Nederland gebleven, om wie juist altijd een jubelstemming heerste? Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Frenkie de Jong komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Kenneth Taylor: ‘Het leven gaat gewoon weer door, hoor’

Hoewel Ajax in de laatste speelronden het kampioenschap verspeelde, was het voor Kenneth Taylor (23) een succesvol seizoen. Hij blonk uit op het middenveld, werd door de fans uitgeroepen tot Ajacied van het jaar, en keerde terug bij het Nederlands elftal. Hoe anders was de situatie anderhalf jaar geleden, toen hij nog werd uitgefloten door zijn eigen fans. In Helden Magazine nummer 77 legden we hem zeven uitspraken voor. “Ik voerde veel gesprekken met mezelf.” Kenneth Taylor ‘Kenneth is gegroeid als mens, als persoon, zo heb ik hem laatst gezegd. Zijn karakter en leiderschap worden elke dag groter. Je kunt niet groeien als voetballer als je niet eerst groeit als persoon. De guy die ik in juni ontmoette, was een great guy. Maar hij wordt elke dag meer een man.’ Ajax-trainer Francesco Farioli, ESPN, maart 2025. “Dat heeft de trainer gezegd. Ik denk dat hij gelijk heeft, vooral als mens ben ik gegroeid en daar ben ik blij mee. Dat gaat ook een beetje vanzelf naarmate ik ouder word, maar ik vond het een mooi compliment.” Op 16 mei werd Kenneth 23. “Ik voel me best oud als ik kijk naar jongens als Jorrel Hato, geboren in 2006, en Jorthy Mokio, zelfs in 2008. Ik kan me nog goed herinneren dat ik bij het eerste kwam en zelf de jongste was.” In het najaar van 2020 maakte Kenneth officieel de overstap naar het eerste elftal. Zijn debuut maakte hij in december dat jaar tegen PEC Zwolle. Halverwege 2022 werd hij basisspeler, daarvoor speelde hij ook nog geregeld wedstrijden voor Jong Ajax. Inmiddels speelde hij ruim 150 wedstrijden voor Ajax. “Ik loop hier al bijna zestien jaar rond, vanaf mijn achtste. Dat is best een tijdje, hoor.” Francesco Farioli sprak dit seizoen geregelde lovend over Kenneth. Zo zou Kenneth nooit klagen, ondanks dat Farioli hem geregeld op verschillende posities opstelde. “Ik speel het liefst als aanvallende middenvelder, als ‘8’. Maar ik vind het ook leuk om op een andere plek te staan, dan word ik uitgedaagd. En ik vind: als ik het team daarmee help, dan doe ik het graag. Linksbuiten of linksback… geen probleem.” Andersom was Kenneth ook te spreken over Farioli, die na het seizoen vertrok. “Hij wist alles op een heel goede manier over te brengen op ons, met veel passie en enthousiasme. Hij is van de data en verschafte ons alle informatie die hij had, maar vergat daarbij ook het gevoel niet, hoor. Ik had een goede band met hem. In het begin van het seizoen moesten we elkaar nog leren kennen, het was een beetje aftasten hoe hij reageerde op dingen. Ik denk dat we qua karakter best op elkaar lijken; ik heb dezelfde bevlogenheid die hij heeft. Ik probeer in het veld rustig te blijven, maar als ik thuis op de bank zit, kan ik me ook laten gaan.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Kenneth Taylor komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Hoewel Ajax in de laatste speelronden het kampioenschap verspeelde, was het voor Kenneth Taylor (23) een succesvol seizoen. Hij blonk uit op het middenveld, werd door de fans uitgeroepen tot Ajacied van het jaar, en keerde terug bij het Nederlands elftal. Hoe anders was de situatie anderhalf jaar geleden, toen hij nog werd uitgefloten door zijn eigen fans. In Helden Magazine nummer 77 legden we hem zeven uitspraken voor. “Ik voerde veel gesprekken met mezelf.” Kenneth Taylor ‘Kenneth is gegroeid als mens, als persoon, zo heb ik hem laatst gezegd. Zijn karakter en leiderschap worden elke dag groter. Je kunt niet groeien als voetballer als je niet eerst groeit als persoon. De guy die ik in juni ontmoette, was een great guy. Maar hij wordt elke dag meer een man.’ Ajax-trainer Francesco Farioli, ESPN, maart 2025. “Dat heeft de trainer gezegd. Ik denk dat hij gelijk heeft, vooral als mens ben ik gegroeid en daar ben ik blij mee. Dat gaat ook een beetje vanzelf naarmate ik ouder word, maar ik vond het een mooi compliment.” Op 16 mei werd Kenneth 23. “Ik voel me best oud als ik kijk naar jongens als Jorrel Hato, geboren in 2006, en Jorthy Mokio, zelfs in 2008. Ik kan me nog goed herinneren dat ik bij het eerste kwam en zelf de jongste was.” In het najaar van 2020 maakte Kenneth officieel de overstap naar het eerste elftal. Zijn debuut maakte hij in december dat jaar tegen PEC Zwolle. Halverwege 2022 werd hij basisspeler, daarvoor speelde hij ook nog geregeld wedstrijden voor Jong Ajax. Inmiddels speelde hij ruim 150 wedstrijden voor Ajax. “Ik loop hier al bijna zestien jaar rond, vanaf mijn achtste. Dat is best een tijdje, hoor.” Francesco Farioli sprak dit seizoen geregelde lovend over Kenneth. Zo zou Kenneth nooit klagen, ondanks dat Farioli hem geregeld op verschillende posities opstelde. “Ik speel het liefst als aanvallende middenvelder, als ‘8’. Maar ik vind het ook leuk om op een andere plek te staan, dan word ik uitgedaagd. En ik vind: als ik het team daarmee help, dan doe ik het graag. Linksbuiten of linksback… geen probleem.” Andersom was Kenneth ook te spreken over Farioli, die na het seizoen vertrok. “Hij wist alles op een heel goede manier over te brengen op ons, met veel passie en enthousiasme. Hij is van de data en verschafte ons alle informatie die hij had, maar vergat daarbij ook het gevoel niet, hoor. Ik had een goede band met hem. In het begin van het seizoen moesten we elkaar nog leren kennen, het was een beetje aftasten hoe hij reageerde op dingen. Ik denk dat we qua karakter best op elkaar lijken; ik heb dezelfde bevlogenheid die hij heeft. Ik probeer in het veld rustig te blijven, maar als ik thuis op de bank zit, kan ik me ook laten gaan.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Kenneth Taylor komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Vleugelflitser Denzel Dumfries

Longen als een paard. IJzersterk. Levensgevaarlijk. Snel. Denzel Dumfries (29) is rechtsback, middenvelder en vleugelaanvaller ineen bij Oranje en Internazionale. Hij bezorgde zijn ploeg een plek in de Champions League-finale, dankzij twee goals en drie assists in de halve finales tegen Barcelona. En dan te bedenken dat hij via de achterdeur het betaalde voetbal binnenkwam. Een portret in Helden Magazine nummer 77 aan de hand van citaten door de jaren heen in aanloop naar de WK-kwalificatiewedstrijden tegen Finland (uit, 7 juni) en Malta (thuis, 10 juni). Denzel Dumfries Energie “Ik zag op Instagram iets voorbijkomen van toen hij nog bij een amateurclub speelde, op zijn achttiende. Nu staat hij in de finale van de Champions League. De energie en de kracht die hij in een wedstrijd legt, daar kunnen veel spelers een voorbeeld aan nemen. Ook bij het Nederlands elftal. Als hij niet meedoet, is de energie dertig procent minder.” Rafael van der Vaart bij Rondo op Ziggo Sport, mei 2025. [caption id="attachment_21139" align="aligncenter" width="1200"] Denzel Dumfries[/caption] Dominee “Tegen mijn oma zei ik altijd dat ik dominee wilde worden, omdat ik haar daarmee blij maakte, maar eigenlijk had ik maar een droom: voetballer worden. Ik had ook geen plan B, maar ja, ik werd nooit gescout. Ik kreeg altijd dezelfde antwoorden. ‘We zitten vol.’” Denzel Dumfries in Helden, zomer 2021. Filosofie “Ik kon wel goed leren, vond filosofie een mooi vak. Ik vind het nog steeds leuk om me te verplaatsen in de denkwijze van sommige filosofen. Mijn probleem op school was dat ik veel te druk was. Ik heb op vijf verschillende middelbare scholen gezeten, zat op de havo, maar heb die niet afgemaakt. In mijn eindexamenjaar liep ik stage bij Sparta en kon dat niet combineren met school. Mijn moeder vindt het nog steeds jammer dat ik mijn school niet heb afgemaakt. Maar ze heeft er meer vrede mee nu ze heeft gezien hoe ik me heb ontwikkeld.” Dumfries in Helden, zomer 2021. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het portret van Denzel Dumfries komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele portret? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Longen als een paard. IJzersterk. Levensgevaarlijk. Snel. Denzel Dumfries (29) is rechtsback, middenvelder en vleugelaanvaller ineen bij Oranje en Internazionale. Hij bezorgde zijn ploeg een plek in de Champions League-finale, dankzij twee goals en drie assists in de halve finales tegen Barcelona. En dan te bedenken dat hij via de achterdeur het betaalde voetbal binnenkwam. Een portret in Helden Magazine nummer 77 aan de hand van citaten door de jaren heen in aanloop naar de WK-kwalificatiewedstrijden tegen Finland (uit, 7 juni) en Malta (thuis, 10 juni). Denzel Dumfries Energie “Ik zag op Instagram iets voorbijkomen van toen hij nog bij een amateurclub speelde, op zijn achttiende. Nu staat hij in de finale van de Champions League. De energie en de kracht die hij in een wedstrijd legt, daar kunnen veel spelers een voorbeeld aan nemen. Ook bij het Nederlands elftal. Als hij niet meedoet, is de energie dertig procent minder.” Rafael van der Vaart bij Rondo op Ziggo Sport, mei 2025. [caption id="attachment_21139" align="aligncenter" width="1200"] Denzel Dumfries[/caption] Dominee “Tegen mijn oma zei ik altijd dat ik dominee wilde worden, omdat ik haar daarmee blij maakte, maar eigenlijk had ik maar een droom: voetballer worden. Ik had ook geen plan B, maar ja, ik werd nooit gescout. Ik kreeg altijd dezelfde antwoorden. ‘We zitten vol.’” Denzel Dumfries in Helden, zomer 2021. Filosofie “Ik kon wel goed leren, vond filosofie een mooi vak. Ik vind het nog steeds leuk om me te verplaatsen in de denkwijze van sommige filosofen. Mijn probleem op school was dat ik veel te druk was. Ik heb op vijf verschillende middelbare scholen gezeten, zat op de havo, maar heb die niet afgemaakt. In mijn eindexamenjaar liep ik stage bij Sparta en kon dat niet combineren met school. Mijn moeder vindt het nog steeds jammer dat ik mijn school niet heb afgemaakt. Maar ze heeft er meer vrede mee nu ze heeft gezien hoe ik me heb ontwikkeld.” Dumfries in Helden, zomer 2021. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het portret van Denzel Dumfries komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele portret? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Wielrennen

Tadej Pogacar versus Jonas Vingegaard

Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Wielrennen

Roxane Knetemann: ‘Die achternaam kleeft toch een beetje aan me’

Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Andries Jonker: ‘Ik zal ze heel erg gaan missen’

Het EK in Zwitserland (2-27 juli) wordt zijn laatste hoofdstuk als bondscoach van de OranjeLeeuwinnen. De KNVB wil niet verder met Andries Jonker. En dat doet pijn. Een gesprek in Helden Magazine nummer 77 over zijn drie jaar als bondscoach, het naderende afscheid, het EK, Louis van Gaal, fatsoensnormen en de wereld waarin we leven. Andries Jonker De mededeling dat de KNVB na het EK niet met jou verder wil, kwam hard aan. Hoe gaat het nu met je? Lange stilte: “De tijd doet zijn werk… Ik heb mijn zegje gedaan, verteld hoe ik daarover denk en de KNVB heeft niet aangegeven waarom mijn contract niet is verlengd. Daarna moet je verder. Omdat de KNVB geen verklaring gaf, ontstond in de media het spel van gissen en vissen. Ik besloot meteen dat ik het team geen deelgenoot zou maken van mijn teleurstelling. Wat ik mooi vind, is dat er tussen de spelers, de staf en mij niets is veranderd sinds de mededeling van de KNVB. Aan niets is te merken dat het mijn laatste weken als bondscoach van de Nederlandse vrouwen zijn en dat vind ik prachtig. Ik heb na het gesprek waarin me werd verteld dat mijn contract na het EK niet zou worden verlengd de speelsters en de staf ingelicht. Ik kreeg veel steunbetuigingen van de speelsters en stafleden en daarna, rond de volgende interland tegen Duitsland, heeft niemand meer naar de situatie gevraagd. Er is echt met geen woord meer over gesproken. Ik vind het mooi dat we met en rond het team werken alsof er niets is veranderd. Iedereen is gefocust op het EK.” Het lijkt me logisch dat journalisten zoveel mogelijk speelsters naar hun mening vroegen over jouw naderende vertrek. “Ja, de speelsters hadden onderling afgesproken dat Vivianne Miedema en Sherida Spitse het woord zouden doen, maar van dat plan kwam de eerste week weinig terecht. Ook andere speelsters betuigden steun.” Je zegt het mooi, maar volgens ons heeft de mededeling dat de KNVB niet met jou verder wil jou meer geraakt dan je wil toegeven. “Klopt… Als ik iets met veel plezier doe, het gevoel heb dat het redelijk lukt en dan komt iemand out of the blue vertellen dat het ophoudt en dat het anders moet zonder mij, dan heb ik daar moeite mee. Het heeft er ook mee te maken dat ik heel kritisch ben op mezelf. Voor elke wedstrijd hanteer ik drie criteria: winnen, goed voetbal spelen en inspireren. 'Als ik het gevoel heb dat het redelijk lukt en dan komt iemand out of the blue vertellen dat het ophoudt en dat het anders moet zonder mij, dan heb ik daar moeite mee' Als dat lukt, zie ik deze groep meiden als een levende reclame voor het vrouwenvoetbal. Dus ja, dan doet het zeer als je daar ineens niet mee verder kan en mag gaan. Mijn gevoelens van verbazing en teleurstelling zijn sindsdien niet veranderd, maar ik ben ook geen type dat daar heel lang wakker van ligt. Ik slaap gelukkig altijd goed en ga ervan uit dat er weer een volgend hoofdstuk volgt.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Andries Jonker komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Het EK in Zwitserland (2-27 juli) wordt zijn laatste hoofdstuk als bondscoach van de OranjeLeeuwinnen. De KNVB wil niet verder met Andries Jonker. En dat doet pijn. Een gesprek in Helden Magazine nummer 77 over zijn drie jaar als bondscoach, het naderende afscheid, het EK, Louis van Gaal, fatsoensnormen en de wereld waarin we leven. Andries Jonker De mededeling dat de KNVB na het EK niet met jou verder wil, kwam hard aan. Hoe gaat het nu met je? Lange stilte: “De tijd doet zijn werk… Ik heb mijn zegje gedaan, verteld hoe ik daarover denk en de KNVB heeft niet aangegeven waarom mijn contract niet is verlengd. Daarna moet je verder. Omdat de KNVB geen verklaring gaf, ontstond in de media het spel van gissen en vissen. Ik besloot meteen dat ik het team geen deelgenoot zou maken van mijn teleurstelling. Wat ik mooi vind, is dat er tussen de spelers, de staf en mij niets is veranderd sinds de mededeling van de KNVB. Aan niets is te merken dat het mijn laatste weken als bondscoach van de Nederlandse vrouwen zijn en dat vind ik prachtig. Ik heb na het gesprek waarin me werd verteld dat mijn contract na het EK niet zou worden verlengd de speelsters en de staf ingelicht. Ik kreeg veel steunbetuigingen van de speelsters en stafleden en daarna, rond de volgende interland tegen Duitsland, heeft niemand meer naar de situatie gevraagd. Er is echt met geen woord meer over gesproken. Ik vind het mooi dat we met en rond het team werken alsof er niets is veranderd. Iedereen is gefocust op het EK.” Het lijkt me logisch dat journalisten zoveel mogelijk speelsters naar hun mening vroegen over jouw naderende vertrek. “Ja, de speelsters hadden onderling afgesproken dat Vivianne Miedema en Sherida Spitse het woord zouden doen, maar van dat plan kwam de eerste week weinig terecht. Ook andere speelsters betuigden steun.” Je zegt het mooi, maar volgens ons heeft de mededeling dat de KNVB niet met jou verder wil jou meer geraakt dan je wil toegeven. “Klopt… Als ik iets met veel plezier doe, het gevoel heb dat het redelijk lukt en dan komt iemand out of the blue vertellen dat het ophoudt en dat het anders moet zonder mij, dan heb ik daar moeite mee. Het heeft er ook mee te maken dat ik heel kritisch ben op mezelf. Voor elke wedstrijd hanteer ik drie criteria: winnen, goed voetbal spelen en inspireren. 'Als ik het gevoel heb dat het redelijk lukt en dan komt iemand out of the blue vertellen dat het ophoudt en dat het anders moet zonder mij, dan heb ik daar moeite mee' Als dat lukt, zie ik deze groep meiden als een levende reclame voor het vrouwenvoetbal. Dus ja, dan doet het zeer als je daar ineens niet mee verder kan en mag gaan. Mijn gevoelens van verbazing en teleurstelling zijn sindsdien niet veranderd, maar ik ben ook geen type dat daar heel lang wakker van ligt. Ik slaap gelukkig altijd goed en ga ervan uit dat er weer een volgend hoofdstuk volgt.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Andries Jonker komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Jari Litmanen: ‘Ik was slechts een stukje van de puzzel’

Jari Litmanen is dertig jaar nadat Ajax de Champions League en de Wereldbeker voor clubs won nog altijd ongekend populair bij de Ajax-fans. Het boek Jari Litmanen, zijn legendarische jaren bij Ajax ligt nu in de winkels. We blikten voor Helden Magazine nummer 77 met de 54-jarige Fin terug op zijn carrière aan de hand van tien foto’s. “Ik had de mazzel dat ik Louis van Gaal op het juiste moment trof.” Jari Litmanen 11 augustus 1990 FC Barcelona-trainer Johan Cruijff met zijn assistent Tonny Bruins Slot. “Toen ik jong was hoorde ik mijn vader zeggen: ‘Johan Cruijff is de Pelé van Europa,’” zegt Jari Litmanen. Het WK van 1978 was het eerste grote toernooi dat hij echt meekreeg. Zeven was hij toen. Finland deed niet mee aan dat WK, simpelweg omdat de Finnen nooit aan een groot voetbaltoernooi meededen. “Nederland speelde destijds in oranje en zwart, ook de kleuren van Reipas Lahti, de club waar mijn vader, moeder, vrienden en ik voor voetbalden. Dus was ik voor Nederland. Helaas deed Cruijff niet mee, maar Nederland haalde net als in 1974 de finale. Vanaf dat moment bleef ik het Nederlands voetbal met extra aandacht volgen.” Jari zag hoe Ajax met Cruijff als beginnend trainer in 1987 de Europa Cup II won door met 1-0 te winnen van Lokomotive Leipzig, dankzij een goal van Marco van Basten. Niet lang daarna ging Cruijff aan de slag bij FC Barcelona. Jari mocht in januari 1991 meetrainen met Barcelona. Hij was op zijn negentiende gekozen als beste speler van de Finse competitie en de ‘prijs’ die daarbij hoorde, was een trip van twee weken naar Barcelona, inclusief een bezoek aan Camp Nou. De Finse bondscoach had met Tonny Bruins Slot geregeld dat Jari mee mocht trainen met het tweede van Barça. “De avond voor die training ging de telefoon op mijn hotelkamer. Ik hoorde een stem aan de andere kant van de lijn in het Engels vragen: ‘Is this Jari Litmanen?’ My name is Johan Cruijff, I am the coach of Barcelona. Do you know me?’ Ik dacht: iemand neemt me in de maling. Dat bleek niet het geval. Johan vertelde dat assistent Tonny Bruins Slot me de volgende dag op zou halen en dat ik een week mee mocht trainen met het eerste van Barcelona.” 'Ik hoorde een stem in het Engels vragen: 'Is this Jari Litmanen? My name is Johan Cruijff. Do you know me? Ik dacht: iemand neemt me in de maling' De volgende ochtend stapte Jari de kleedkamer binnen. Hij zag niet alleen Cruijff in het echt, maar ook alle spelers die hij van tv kende: Michael Laudrup, Christo Stoichkov, José Bakero, Andoni Zubizarreta en een jonge Pep Guardiola. Alleen Ronald Koeman, die Barcelona anderhalf jaar later in Londen langs Sampdoria zou schieten in de finale van de Europa Cup I ontbrak; geblesseerd. “Toen ze hoorden dat ik uit Finland kwam, dacht ze waarschijnlijk allemaal: het zal wel. Ze zeiden voor de training niet zoveel tegen me, maar na de training waren ze ineens veel enthousiaster, staken ze hun duim op en zeiden ‘bien, bien’ tegen me.” [caption id="attachment_21144" align="aligncenter" width="1200"] 11 augustus 1990[/caption] Cruijff vond dat hij zich goed staande had gehouden in het positiespel. Het was zaak dat Jari veel wedstrijden ging spelen, dan zou het wel goed komen met hem, aldus Cruijff. Begin 1991 was zijn toekomst nog hoogst onzeker. Een jaar eerder was hij dicht bij een contract met Roda JC, dat hem eerst wilde verhuren aan Racing Genk. Op het laatste moment ketste de deal af. Ook het Zwitserse Neuchâtel Xamax was geïnteresseerd. Jari bleef in Finland, besloot eerst zijn dienstplicht te vervullen. Een maandje na de training bij Barcelona mocht hij twee weken meetrainen bij PSV. Huub Stevens, destijds trainer van het tweede, zag het wel in hem zitten. Hoofdtrainer Bobby Robson liet hem meedoen in een oefenwedstrijd tegen KV Mechelen, maar was minder onder de indruk. Ze lieten hem weer terug naar Finland gaan. Litmanen moest immers nog tot september 1991 in dienst en bij PSV hadden ze ook Twan Scheepers uit de eigen jeugd nog. Stevens in Jari Litmanen, zijn legendarische jaren bij Ajax, het boek dat Mike van Damme in samenwerking met Jari schreef: ‘Toen hij bij Ajax een topspeler werd, heb ik weleens gedacht: we hebben een foutje gemaakt. Of een grote fout.’ Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Jari Litmanen komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Jari Litmanen is dertig jaar nadat Ajax de Champions League en de Wereldbeker voor clubs won nog altijd ongekend populair bij de Ajax-fans. Het boek Jari Litmanen, zijn legendarische jaren bij Ajax ligt nu in de winkels. We blikten voor Helden Magazine nummer 77 met de 54-jarige Fin terug op zijn carrière aan de hand van tien foto’s. “Ik had de mazzel dat ik Louis van Gaal op het juiste moment trof.” Jari Litmanen 11 augustus 1990 FC Barcelona-trainer Johan Cruijff met zijn assistent Tonny Bruins Slot. “Toen ik jong was hoorde ik mijn vader zeggen: ‘Johan Cruijff is de Pelé van Europa,’” zegt Jari Litmanen. Het WK van 1978 was het eerste grote toernooi dat hij echt meekreeg. Zeven was hij toen. Finland deed niet mee aan dat WK, simpelweg omdat de Finnen nooit aan een groot voetbaltoernooi meededen. “Nederland speelde destijds in oranje en zwart, ook de kleuren van Reipas Lahti, de club waar mijn vader, moeder, vrienden en ik voor voetbalden. Dus was ik voor Nederland. Helaas deed Cruijff niet mee, maar Nederland haalde net als in 1974 de finale. Vanaf dat moment bleef ik het Nederlands voetbal met extra aandacht volgen.” Jari zag hoe Ajax met Cruijff als beginnend trainer in 1987 de Europa Cup II won door met 1-0 te winnen van Lokomotive Leipzig, dankzij een goal van Marco van Basten. Niet lang daarna ging Cruijff aan de slag bij FC Barcelona. Jari mocht in januari 1991 meetrainen met Barcelona. Hij was op zijn negentiende gekozen als beste speler van de Finse competitie en de ‘prijs’ die daarbij hoorde, was een trip van twee weken naar Barcelona, inclusief een bezoek aan Camp Nou. De Finse bondscoach had met Tonny Bruins Slot geregeld dat Jari mee mocht trainen met het tweede van Barça. “De avond voor die training ging de telefoon op mijn hotelkamer. Ik hoorde een stem aan de andere kant van de lijn in het Engels vragen: ‘Is this Jari Litmanen?’ My name is Johan Cruijff, I am the coach of Barcelona. Do you know me?’ Ik dacht: iemand neemt me in de maling. Dat bleek niet het geval. Johan vertelde dat assistent Tonny Bruins Slot me de volgende dag op zou halen en dat ik een week mee mocht trainen met het eerste van Barcelona.” 'Ik hoorde een stem in het Engels vragen: 'Is this Jari Litmanen? My name is Johan Cruijff. Do you know me? Ik dacht: iemand neemt me in de maling' De volgende ochtend stapte Jari de kleedkamer binnen. Hij zag niet alleen Cruijff in het echt, maar ook alle spelers die hij van tv kende: Michael Laudrup, Christo Stoichkov, José Bakero, Andoni Zubizarreta en een jonge Pep Guardiola. Alleen Ronald Koeman, die Barcelona anderhalf jaar later in Londen langs Sampdoria zou schieten in de finale van de Europa Cup I ontbrak; geblesseerd. “Toen ze hoorden dat ik uit Finland kwam, dacht ze waarschijnlijk allemaal: het zal wel. Ze zeiden voor de training niet zoveel tegen me, maar na de training waren ze ineens veel enthousiaster, staken ze hun duim op en zeiden ‘bien, bien’ tegen me.” [caption id="attachment_21144" align="aligncenter" width="1200"] 11 augustus 1990[/caption] Cruijff vond dat hij zich goed staande had gehouden in het positiespel. Het was zaak dat Jari veel wedstrijden ging spelen, dan zou het wel goed komen met hem, aldus Cruijff. Begin 1991 was zijn toekomst nog hoogst onzeker. Een jaar eerder was hij dicht bij een contract met Roda JC, dat hem eerst wilde verhuren aan Racing Genk. Op het laatste moment ketste de deal af. Ook het Zwitserse Neuchâtel Xamax was geïnteresseerd. Jari bleef in Finland, besloot eerst zijn dienstplicht te vervullen. Een maandje na de training bij Barcelona mocht hij twee weken meetrainen bij PSV. Huub Stevens, destijds trainer van het tweede, zag het wel in hem zitten. Hoofdtrainer Bobby Robson liet hem meedoen in een oefenwedstrijd tegen KV Mechelen, maar was minder onder de indruk. Ze lieten hem weer terug naar Finland gaan. Litmanen moest immers nog tot september 1991 in dienst en bij PSV hadden ze ook Twan Scheepers uit de eigen jeugd nog. Stevens in Jari Litmanen, zijn legendarische jaren bij Ajax, het boek dat Mike van Damme in samenwerking met Jari schreef: ‘Toen hij bij Ajax een topspeler werd, heb ik weleens gedacht: we hebben een foutje gemaakt. Of een grote fout.’ Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Jari Litmanen komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Anouk Hoogendijk: ‘Ik wil ook nog meedoen in het leven’

Anouk Hoogendijk was jarenlang het boegbeeld van het vrouwenvoetbal. Vierenhalf jaar geleden werd ze moeder van zoon Sonny en twee jaar later kwam daar zoontje Jip bij. Het moederschap was een zware aanslag op haar lichaam en zorgt tot de dag van vandaag voor chronisch slaapgebrek. Vanaf 10 juni komt haar boek Slaap mama slaap uit, waarin ze openhartig vertelt over de afgelopen vijf jaar, waarin haar wereldje steeds kleiner werd. Voor Helden Magazine nummer 77 spraken we af met Anouk. Anouk Hoogendijk Anouk de schrijfster “In Anouk zit een boek, dacht de uitgever nadat ik af en toe een bericht deelde op social media over mijn leven als moeder van twee zoontjes die slecht slapen. Ik vroeg me af of mensen wel zin hadden in zo’n zeikboek. Ik dacht: mijn vriend Pieter en ik vertellen dingen vaak wat rooskleuriger dan ze in werkelijkheid zijn, ook om het zelf allemaal vol te houden, moet ik nu wel ineens alles eruit gooien? Als ik een post voor Instagram had gemaakt, besloot ik die vaak op het laatste moment toch maar niet te delen, omdat ik tegen mezelf zei: jij wil mensen helemaal niet het gevoel geven dat jouw leven alleen maar kommer en kwel is, dat is niet wie jij bent en dat is ook niet hoe het is. Ik had van die stemmetjes in m’n hoofd die steeds tegen me zeiden: 'Stel je je niet aan?’ En: ‘Sonny en Jip zijn toch allebei gezond? Moet je hier wel zo over klagen?’ Ik schaamde me ook voor ons geploeter met onze zoons. Vanbinnen maakte het me eenzaam dat ik alles voor mezelf hield, dat bijna niemand wist hoe ik er echt aan toe was. De posts op social media openden mij de ogen. Als ik iets over mijn struggles deelde over mijn leven als moeder op Instagram kreeg ik heel veel lieve reacties. Ik dacht altijd: alle kinderen slapen door, behalve die van ons. Omdat in onze omgeving bijna alle kleine kinderen goed sliepen. 'Als ik iets over mijn struggles deelde over mijn leven als moeder op Instagram kreeg ik heel veel lieve reacties. Ik dacht altijd: alle kinderen slapen door, behalve die van ons' Door die vele reacties kreeg ik steeds meer het besef: ik ben niet de enige moeder die diep in de nacht in de weer is met onze kinderen. Ik stel me dus niet aan. Realiseerde me ook dat ik er niet veel wordt gesproken over dit onderwerp. Ik besloot: we gaan dat boek schrijven. De gesprekken met tal van mensen voor het boek zorgden ervoor dat het gevoel van eenzaamheid en schaamte verdween. Het schrijven van het boek is dus ook therapeutisch geweest. En ik wil met dit boek mensen met jonge kinderen die worstelen met vergelijkbare problemen laten weten: je staat niet alleen. Door het boek moest ik dingen oprakelen. Ik heb voor het boek alle whatsapp gesprekken van de afgelopen vier jaar teruggelezen. Mijn telefoon was een groot dagboek. En alles teruglezen was best confronterend en emotioneel. Ik merkte zo vaak aan mijn berichten dat ik probeerde hoop te houden. Zo van: vanaf nu wordt het beter, er zit echt een goede ontwikkeling aan te komen. En dan bleek dat achteraf toch niet het geval. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Anouk Hoogendijk komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Anouk Hoogendijk was jarenlang het boegbeeld van het vrouwenvoetbal. Vierenhalf jaar geleden werd ze moeder van zoon Sonny en twee jaar later kwam daar zoontje Jip bij. Het moederschap was een zware aanslag op haar lichaam en zorgt tot de dag van vandaag voor chronisch slaapgebrek. Vanaf 10 juni komt haar boek Slaap mama slaap uit, waarin ze openhartig vertelt over de afgelopen vijf jaar, waarin haar wereldje steeds kleiner werd. Voor Helden Magazine nummer 77 spraken we af met Anouk. Anouk Hoogendijk Anouk de schrijfster “In Anouk zit een boek, dacht de uitgever nadat ik af en toe een bericht deelde op social media over mijn leven als moeder van twee zoontjes die slecht slapen. Ik vroeg me af of mensen wel zin hadden in zo’n zeikboek. Ik dacht: mijn vriend Pieter en ik vertellen dingen vaak wat rooskleuriger dan ze in werkelijkheid zijn, ook om het zelf allemaal vol te houden, moet ik nu wel ineens alles eruit gooien? Als ik een post voor Instagram had gemaakt, besloot ik die vaak op het laatste moment toch maar niet te delen, omdat ik tegen mezelf zei: jij wil mensen helemaal niet het gevoel geven dat jouw leven alleen maar kommer en kwel is, dat is niet wie jij bent en dat is ook niet hoe het is. Ik had van die stemmetjes in m’n hoofd die steeds tegen me zeiden: 'Stel je je niet aan?’ En: ‘Sonny en Jip zijn toch allebei gezond? Moet je hier wel zo over klagen?’ Ik schaamde me ook voor ons geploeter met onze zoons. Vanbinnen maakte het me eenzaam dat ik alles voor mezelf hield, dat bijna niemand wist hoe ik er echt aan toe was. De posts op social media openden mij de ogen. Als ik iets over mijn struggles deelde over mijn leven als moeder op Instagram kreeg ik heel veel lieve reacties. Ik dacht altijd: alle kinderen slapen door, behalve die van ons. Omdat in onze omgeving bijna alle kleine kinderen goed sliepen. 'Als ik iets over mijn struggles deelde over mijn leven als moeder op Instagram kreeg ik heel veel lieve reacties. Ik dacht altijd: alle kinderen slapen door, behalve die van ons' Door die vele reacties kreeg ik steeds meer het besef: ik ben niet de enige moeder die diep in de nacht in de weer is met onze kinderen. Ik stel me dus niet aan. Realiseerde me ook dat ik er niet veel wordt gesproken over dit onderwerp. Ik besloot: we gaan dat boek schrijven. De gesprekken met tal van mensen voor het boek zorgden ervoor dat het gevoel van eenzaamheid en schaamte verdween. Het schrijven van het boek is dus ook therapeutisch geweest. En ik wil met dit boek mensen met jonge kinderen die worstelen met vergelijkbare problemen laten weten: je staat niet alleen. Door het boek moest ik dingen oprakelen. Ik heb voor het boek alle whatsapp gesprekken van de afgelopen vier jaar teruggelezen. Mijn telefoon was een groot dagboek. En alles teruglezen was best confronterend en emotioneel. Ik merkte zo vaak aan mijn berichten dat ik probeerde hoop te houden. Zo van: vanaf nu wordt het beter, er zit echt een goede ontwikkeling aan te komen. En dan bleek dat achteraf toch niet het geval. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Anouk Hoogendijk komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Wielrennen

Thymen Arensman op zoek naar de balans

Thymen Arensman (25) werd al twee keer zesde in de Giro. De ronderenner van Ineos worstelde desondanks met zichzelf. Dit jaar ging het roer om, en met succes. Het plezier is terug. In aanloop naar zijn waarschijnlijke Tour-debuut doet hij zijn verhaal in Helden Magazine nummer 77. Thymen Arensman F1-simulator Welke sport vind je eigenlijk leuk buiten wielrennen? “Ik volg graag Formule 1, probeer altijd te kijken als het tenminste niet midden in de nacht is. Het liefst kijk ik alles, zelfs de vrije trainingen. Ik vind het leuk om te kijken wat de pace is van elke auto. Vooral de eerste training is interessant, welke auto er goed voor staat en welke minder goed. De tweede en derde training gaan meer over de set-up en de long runs, maar idealiter kijk ik die ook. En ik heb zelf ook een F1-simulator.” Zo één met een stoel? “Ja, die heb ik met een paar vrienden gekocht. Niet met zo’n heel dure stoel hoor, het is meer een soort campingstoeltje. Maar wel met een goede simulator erop. En dan vinden we het leuk om tegen elkaar te racen. Al gebeurt dat de laatste tijd wat minder, als je 25 bent, wordt het leven toch wat serieuzer. En mijn vriendin trekt nu ook bij me in, die heeft daar ook wat minder mee.” Heb je een favoriete coureur? “Niet echt. Als Nederlander volg ik sowieso Max Verstappen, maar ik ben vooral fan van de sport, niet van een team of een coureur. Hoewel ik de persoonlijkheid van Oscar Piastri wel leuk vind, vooral hoe hij in het leven staat. Bij hem heb ik het idee dat hij het gewoon geweldig vindt om in een Formule 1-auto te zitten, maar alles erom heen lijkt hem totaal niet te boeien.” Maar heb je niet een afslag gemist als je autoracen zo leuk vindt? “Nee, wielrennen past beter bij me en ik geloof ook niet ik het talent van een Max heb. Maar ik merkte wel in de coronatijd, toen ik er veel tijd in stak, dat ik snel vooruitging. Ik zal door het fietsen waarschijnlijk ook wel een extra gevoel voor bochtenwerk, rempunten en wiel-tot-wiel racen hebben.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Thymen Arensman komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Thymen Arensman (25) werd al twee keer zesde in de Giro. De ronderenner van Ineos worstelde desondanks met zichzelf. Dit jaar ging het roer om, en met succes. Het plezier is terug. In aanloop naar zijn waarschijnlijke Tour-debuut doet hij zijn verhaal in Helden Magazine nummer 77. Thymen Arensman F1-simulator Welke sport vind je eigenlijk leuk buiten wielrennen? “Ik volg graag Formule 1, probeer altijd te kijken als het tenminste niet midden in de nacht is. Het liefst kijk ik alles, zelfs de vrije trainingen. Ik vind het leuk om te kijken wat de pace is van elke auto. Vooral de eerste training is interessant, welke auto er goed voor staat en welke minder goed. De tweede en derde training gaan meer over de set-up en de long runs, maar idealiter kijk ik die ook. En ik heb zelf ook een F1-simulator.” Zo één met een stoel? “Ja, die heb ik met een paar vrienden gekocht. Niet met zo’n heel dure stoel hoor, het is meer een soort campingstoeltje. Maar wel met een goede simulator erop. En dan vinden we het leuk om tegen elkaar te racen. Al gebeurt dat de laatste tijd wat minder, als je 25 bent, wordt het leven toch wat serieuzer. En mijn vriendin trekt nu ook bij me in, die heeft daar ook wat minder mee.” Heb je een favoriete coureur? “Niet echt. Als Nederlander volg ik sowieso Max Verstappen, maar ik ben vooral fan van de sport, niet van een team of een coureur. Hoewel ik de persoonlijkheid van Oscar Piastri wel leuk vind, vooral hoe hij in het leven staat. Bij hem heb ik het idee dat hij het gewoon geweldig vindt om in een Formule 1-auto te zitten, maar alles erom heen lijkt hem totaal niet te boeien.” Maar heb je niet een afslag gemist als je autoracen zo leuk vindt? “Nee, wielrennen past beter bij me en ik geloof ook niet ik het talent van een Max heb. Maar ik merkte wel in de coronatijd, toen ik er veel tijd in stak, dat ik snel vooruitging. Ik zal door het fietsen waarschijnlijk ook wel een extra gevoel voor bochtenwerk, rempunten en wiel-tot-wiel racen hebben.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Thymen Arensman komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.