Word abonnee
Meer

Zwemmen

Marrit Steenbergen: ‘Ik ben van ver gekomen’

Marrit Steenbergen (25) werd op haar vijftiende gekozen als Talent van het Jaar en ‘de nieuwe Kromowidjojo’ genoemd. Daarna werd een tijdlang weinig van haar vernomen. De reden: een slepende schouderblessure en mentale problemen. Inmiddels is ze drievoudig wereldkampioen en viervoudig Europees kampioen. Twee jaar geleden spraken we haar voor het WK langebaan in Fukuoka. We blikken terug. “Ik heb er eigenlijk nooit echt over nagedacht wat ik nou precies voel als ik in het water lig. Een gelukzalig gevoel? Vrijheid? Ik ben al heel jong begon­nen met zwemmen, was vier toen ik op zwemles ging en zes toen ik ‘echt’ ging zwemmen. Misschien is het ook gewoon een vertrouwd gevoel. Wat natuurlijk ook helpt, is dat ik weet dat zwemmen iets is waar ik goed in ben. Ik deed op m’n achtste al mee aan toernooien, begon toen al medailles te winnen. Klasgenootjes op de basisschool vonden het soms wel apart dat ik al zo serieus bezig was met zwemmen. Het gebeurde geregeld dat ik ergens niet heen kon of later kwam omdat ik moest zwemmen. Als er dan een feestje of verjaardag was en ik liet weten dat ik niet kon, dan werd er gezegd: ‘Kun je dat gewoon niet een keer afzeggen?’ Dat wilde ik dan niet. Maar er waren ook leuke reacties van klasgenoten, hoor. Als ik ergens had gespeeld, werd er soms gezegd: ‘Als je ooit naar de Olympische Spelen gaat, dan heb je mooi wel bij ons thuis gespeeld.’ Ik vond het leuk als er zo met me mee werd geleefd. • Ik werd op m’n vijftiende al als ‘de nieuwe Kromowidjojo’ bestempeld in de media, vond het een eer dat dat werd gezegd. Onbewust zorgde het ook voor wat druk, maar het is niet zo dat het me in de weg zat. Wat me belemmerde was mijn schouder. Dat begon rond m’n vijf­tiende toen ik nog in Drachten trainde. Ik ben van nature best mobiel, kan bijna alles laten knakken in mijn lichaam. Ook mijn schouders zijn heel mobiel, die kan ik heel veel kanten op bewegen. Mijn schouderbladen stonden vaak in een puntje naar achter, van mijn rug afste­kend, waardoor mijn schouder zelf naar voren gekanteld stond. Ik was een beetje verleerd hoe ik mijn schouders op de juiste manier moest aansturen. In het begin had ik vooral last als we met paddles aan onze handen moesten zwem­men. Dus stopte ik met zwemmen met paddles. Later had ik vooral op woensdag en zaterdag pijn, omdat we op dinsdag en vrijdag een zware training hadden gehad. Die pijn accepteerde ik dan, omdat we op woensdag en zaterdag toch hersteltrainingen hadden. Het werd ondertussen steeds erger. Ik kreeg er ook in het dagelijks leven last van. Op een gegeven moment was de pijn er voort­durend, vooral rond mijn linkerschou­der. Ik ben rechts, als ik schreef op school, voelde ik mijn linkerarm en ­schouder trekken. Soms voelde ik steken, maar bijna altijd had ik het gevoel alsof mijn bovenarmen en schou­der heel erg verzuurd waren. Soms kon ik in bed ook niet op mijn zij liggen. Ik verhuisde op mijn zeventiende voor het zwemmen van Friesland naar Eind­hoven. Daar besloten we echt wat aan mijn schouderproblemen te gaan doen, want het ging zo niet langer. Ik meld­de me af voor de WK. We dachten de problemen binnen een jaar wel onder controle te krijgen. Na een jaar ging het langzaam wel beter, maar het was nog lang niet over. Ik begon heel erg te twijfelen, dacht: ga ik mijn niveau van voor mijn schouderblessure ooit nog halen? Ik wilde gewoon trainen, net als de anderen. De mentale pijn was eigenlijk nog erger dan de lichamelijke. Ik kwam in een negatieve spiraal. Het begon met fysieke problemen die ik in orde moest krijgen, maar de mentale problemen waren eigenlijk een grotere uitdaging. • Ik was in Eindhoven op mezelf gaan wonen en daar had ik veel moeite mee. Mijn ouders brachten me voor die tijd naar de training en haalden me ook op. We aten altijd met z’n allen: mijn broer Jorn, vader, moeder en ik. Die bescher­mende, veilige omgeving was ik kwijt nadat ik was verhuisd. Als ik ’s avonds thuiskwam, zat ik alleen op de bank. Het was niet dat ik heimwee had, maar een­zaam voelde ik me wel. Mijn vader kwam geregeld langs in Eindhoven. Als hij voor zijn werk in Amsterdam of ergens anders in het land moest zijn, reed hij vaak nog anderhalf uur door naar mij. ‘Ik ben toch onderweg,’ zei hij dan. Het gevoel van eenzaamheid werd ver­sterkt doordat ik niet gewoon met de anderen kon zwemmen door mijn schou­der. Ik trainde op een andere manier, zat niet na een training met de anderen in de kleedkamer, zag hen amper en had dus ook weinig aansluiting. Ik was heel veel in mijn eentje. En van nature ben ik al niet iemand die zich makkelijk laat zien. Ik wist niet zo goed hoe ik het moest aan­ pakken... Ik raakte echt in een isolement. Op een gegeven moment wilde ik ook meer thuis bij mijn ouders zijn. Ik besloot in het weekend terug naar Fries­land te gaan en op zaterdag thuis te trai­nen, maar dat was het ook niet. Ik wist eigenlijk niet precies wat ik zocht. In die periode heb ik ook echt weleens gedacht: ik kap gewoon helemaal met zwemmen. • Ik heb bij de begeleiding aangegeven waar ik mee worstelde. Daar werd naar geluis­terd. Er werd ook actie ondernomen en er werden dingen geprobeerd. Ik heb in die periode ook al bij psychologen gelopen. Van nature stap ik dus niet makkelijk op mensen af, ik was als kind behoorlijk introvert. Mijn broer, die tweeënhalf jaar ouder is dan ik, nam me vaak mee als hij op straat ging spelen. Op vakanties maakte Jorn ook altijd makkelijk vrien­den. Mijn moeder moedigde me ook vaak aan, zei: ‘Ga maar met Jorn mee, ga ook maar gezellig op straat spelen.’ Uit mezelf deed ik dat gewoon niet zo snel. Wat me dan blokkeerde? Ik dacht dan: zitten ze wel op mij te wachten? En omdat mijn broer me vaak meenam, vroeg ik me ook af of ze me aandacht gaven om wie ik was of omdat het kwam doordat Jorn me mee had genomen. Ik weet eigenlijk niet zo goed waarom ik niet zo snel uit mezelf naar buiten ging om met leeftijdgenootjes te spelen. Ik ben door het zwemmen meerdere keren van school gewisseld. De basisschool heb ik wel volledig in mijn geboortedorp Oosterwolde gedaan, maar ik heb daarna op drie verschillende middelbare scholen gezeten. Steeds had ik wel één of twee kinderen met wie ik optrok op school, maar als ik weer naar een andere school ging, verwaterde dat meteen weer. Op de basisschool en middelbare school hoorde ik er voor mijn gevoel net niet bij. Je hebt op school altijd groepjes en ik zat naar mijn idee altijd net tussen al die verschillende groepjes in. Dat had misschien deels ook te maken met het zwemmen. Ik moest ’s middags trainen en in het weekend had ik vaak wedstrij­den, daardoor miste ik dus weleens een feestje. Maar ook niet altijd. Bij mij was het zo dat ik nergens heel erg die aansluiting voelde, dat deed soms best wel pijn. Ik had natuurlijk wel mijn ouders en er waren altijd wel mensen waar ik mee kon praten, maar ik had toch heel vaak het gevoel dat ik alleen was. Ik twijfelde ook heel erg aan mezelf, had het gevoel: ik ben niet goed genoeg. Of: ik hoor er gewoon niet bij. Terwijl dat helemaal niet zo was. Dat was puur mijn eigen gevoel. Er waren ook kinde­ren die graag met mij wilden ruilen. Van jongs af aan was ik veel weg, ik maakte veel mooie dingen mee, won medailles. Maar dat moet je wel kunnen en willen zien. Ik had moeite om ook de andere kant, de mooie dingen, te zien. We zijn ook op zoek geweest waarom dat zo is bij mij. Want als je weet waarom dingen gebeuren, kun je er ook aan werken om het te veranderen. Maar wat dit betreft... Ik weet het niet zo goed. • Ik was achttien toen ik in een Italiaans restaurant ging werken. Zat op school, had door mijn schouder geen eind­ toernooi gehaald en dacht: ik moet me nuttig maken, ga gewoon een bijbaan­tje zoeken. Ik had nog nooit een baantje gehad. In de weekenden en in de zomer had ik altijd wedstrijden of ik ging met mijn ouders op vakantie. Ik dacht: ik ga het gewoon doen en misschien leer ik dan ook wat mensen kennen. Na twee weken wist ik al: de horeca is het niet voor mij. De drankjes serveren vond ik niet erg, dat deed ik in het begin. Maar daarna mocht ik ook de bestellingen opnemen. Ik vond het eng om naar men­sen toe te lopen die aan tafel zaten en dan het gesprek te beginnen. Daarna ben ik snel gestopt met het bijbaantje. Ik was er nog niet klaar voor en eigenlijk wilde ik maar één ding: weer zwemmen. Als ik naar het zwembad ging, zag ik de anderen lekker zwemmen. Dan dacht ik: ik heb dat niveau ook. Maar ja, die schouders... En doordat ik niet zoveel trainde, vond ik het heel lastig om genoeg te blijven eten. Ik dacht: ik doe niks, zit een beetje op de bank, dan hoef ik ook niet veel binnen te krijgen. Als je alleen bent, je niet goed voelt en niet kan trainen, verandert je zelfbeeld. Ik ging dingen zien aan mezelf die ik niet mooi vond. Zag bij wijze van spreken elk grammetje bij mezelf. Ik liep altijd dagelijks rond in een badpak, als dat niet kan en je ziet anderen op sociale media, ga je vergelijken en denk je: die zijn echt dun. En gespierd. Dat wilde ik ook. Ik had het gevoel dat alles negatief was, dus was mijn lichaam ook niet goed. Of ik het een eetstoornis moet noemen, weet ik niet, maar ik merkte dat ik niet genoeg at. Ik had dat lege gevoel in mijn maag, werd heel moe en futloos. Alles wat ik deed, voelde heel zwaar aan. Daardoor voelde ik me nog slechter. Mijn ouders zagen natuurlijk ook dat ik steeds slech­ter in mijn vel stak, probeerden me te helpen. Dat is ook de reden dat mijn vader vaak langskwam. Ze hebben wel­ eens gevraagd of ik in Eindhoven wilde blijven, maar nooit gezegd: ‘Je komt maar terug naar Friesland.’ Wilde ik ook niet, ik wilde blijven zwemmen. ‘Ik werk nog steeds hard aan mezelf. Ik ben al wel veel gelukkiger, dat zien mensen ook aan me. Ik krijg geregeld te horen dat ik meer straal en lach’ • In aanloop naar de Spelen in Tokio kon ik eindelijk weer meer gaan zwemmen, mijn schouder voelde steeds beter. Eerst voorzichtig onder Marcel Wouda. Uit­ eindelijk mocht ik als estafettezwemster mee naar Tokio. Na de Spelen werd Pa­trick Pearson mijn trainer, onder hem kon ik steeds meer gaan trainen. Ik ging met sprongen vooruit. In november 2021 pakte ik bij de EK kortebaan goud op de 200 meter vrije slag. Het was ook in 2021 dat ik werd uitge­nodigd voor de ISL, de internationale zwemcompetitie waarin zwemmers in teamverband uitkomen. Heel mooi, maar tegelijkertijd ook best wel eng. Ik zat in een team met allemaal zwemsters uit andere landen. Als ik met hen wilde praten, moest dat in het Engels. Mijn Engels is niet slecht, maar het voelde toch weer als een extra barrière die ik moest slechten om iets te zeggen. Maar ik merkte ook dat ik het heel erg fijn vond dat ik in een team zat, dat er mensen om me heen waren. Toen ik weer thuis was in Eind­hoven, dacht ik: bah, ik ben weer alleen. Ik merkte toen voor het eerst heel sterk dat ik mensen om me heen wilde. Het besef was er, maar hoe pak je dat vervol­gens aan? Het was begin 2022 dat we op trainings­kamp gingen naar Turkije. Het ging goed met zwemmen vanaf het moment dat ik onder Patrick trainde, ik was voor het eerst Europees kampioen geworden, maar vlak voor het trainingskamp had ik corona, waardoor ik de hele week niet kon trainen. Ik zat er ineens helemaal doorheen. Iets wat ik al een tijdje had weggestopt, kwam er daar allemaal uit. Voor het eerst bij de fysiotherapeut. Hij vroeg: ‘Hoe gaat het met je?’ Ik begon te huilen. Dat was natuurlijk een teken en ik wist meteen: ik moet dit ook tegen Patrick vertellen, want het komt toch wel bij hem terecht. Ik ben naar mijn coach gestapt en ver­ telde dat ik niet lekker in mijn vel zat. Eigenlijk al een tijd niet. Ik kon er zo goed met Patrick over praten. In samen­spraak met hem heb ik ook besloten om opnieuw in gesprek te gaan met een psycholoog. Ik klopte aan bij een psycholoog, die voor een heel andere aanpak koos. Het voelde meteen heel goed en fijn. Tijdens de therapieën die ik voorheen had, waren we voor­ al veel aan het praten. Nu moet ik ook veel over mezelf vertellen, maar ik heb ook een therapie gevolgd voor mensen met PTSS. Dat heb ik niet, maar ik had er wel baat bij. Ik heb eigenlijk een tijdslijn van mijn leven gemaakt en ben in gedachten terug­gekeerd naar momenten binnen en buiten het zwembad die ik als niet prettig heb ervaren. Die momenten houd ik liever voor mezelf, maar het zijn momenten waaraan ik toch een soort van een trauma heb overgehouden. Die gebeurtenissen moest ik me helemaal inbeelden. Door er opnieuw naartoe te gaan, haalde het de lading weg. Heel apart, maar het werkte heel goed bij mij. Van mijn psycholoog kreeg ik ook de opdracht om op mensen af te stappen, om aan ploeggenoten te vragen hoe de training ging. Ik vond het eng, moest echt over mezelf heen stappen. Ik dacht: mensen zit­ ten toch helemaal niet op een vraag van mij te wachten? Maar ik merkte al snel dat het helemaal niet zo eng was om vragen te stellen, dat ze het leuk vonden als ik wat vroeg en er een gesprek op gang kwam. Patrick is heel belangrijk geweest in dat proces. Ik kreeg van hem alle ruimte. Hij zei: ‘Vertel het me als het niet goed gaat, dan passen we de training aan als je dat wil.’ In werkelijkheid heb ik van dat aanbod niet veel gebruikgemaakt. Het was fijn dat die mogelijkheid er was en ik voelde dat hij me heel erg steunde. Patrick daagt me uit om dingen uit mezelf aan te geven. Dat probeer ik ook steeds meer. Als individuele topsporter moet je ook heel goed naar jezelf luisteren natuurlijk, het is niet de bedoeling dat ik alleen maar klak­keloos doe wat Patrick zegt. Dat wil hij ook niet. Het gaat steeds beter, we doen steeds vaker dingen in overleg. Ondertussen gaat het met zwemmen steeds beter. Ik zit sinds ik aanklopte bij de psycholoog steeds wat beter in mijn vel. Dat heeft ook meteen invloed op mijn trainingen. Ik voel minder pijn­ tjes, waardoor ik weer meer kan trainen en daardoor voelde ik me dan ook weer beter. De negatieve spiraal is omgezet in een positieve. Bij de EK langebaan in Rome won ik zeven medailles, waar­ van vier gouden, en bij de WK korte­ baan won ik vier medailles, waaronder mijn eerste wereldtitel, op de 100 meter wisselslag. • Bij de EK heb ik voor de camera van de NOS voor het eerst openlijk verteld dat ik bij een psycholoog loop. Sindsdien ben ik er eerlijk over. Ik heb het daarna ook verteld in de Volkskrant. Dat ik dit nu kan, geeft ook aan waar ik nu sta. Ik durf veel meer open te zijn dan vroeger, kan mijn verhaal ook steeds beter onder woorden brengen. In het begin was het een chao­tisch verhaal. Inmiddels kan ik best goed over mezelf vertellen, maar dat heb ik wel erg moeten leren. Ik weet dat meer sporters rondlopen met een gevoel van eenzaamheid, dat het een thema is waar veel, vooral jonge, sporters over zwijgen. Ik denk dat het goed is dat duidelijk wordt dat dit iets is wat speelt in de vaak solistische topsportwereld. Door er open over te zijn, hoop ik dat ik men­ sen kan helpen of in laten zien dat ze niet de enigen zijn. Ik vind dat dit iets is dat besproken kan worden, en dat het niet iets is waar je je voor hoeft te schamen. Zeker zwemmen is een heel individuele sport. Je bent wel met meerdere mensen tegelijk aan het trainen, maar iedereen ligt in z’n eigen baan. Tijdens de pauzes praten we wel, maar onder het zwemmen zelf natuurlijk niet. Je hebt de estafettes, maar verder ben je als zwemmer toch vooral op jezelf aangewezen. Ik vind dat de zwembond hier heel goed mee omgaat. Als je op dit vlak hulp nodig hebt, kun je die krijgen. Ze nemen het heel serieus. Ik vind het ook heel goed dat Ranomi Kromowidjojo gaat samenwerken met de bond om zwemtalenten te helpen, met hen in gesprek te gaan over obsta­kels waar zij tegenaan lopen. Ik heb met Ranomi getraind, ze stond als zwemster er altijd al heel erg voor open om iedereen te helpen. Zelf heb ik daar geen gebruik van gemaakt, ik vond het toen nog moeilijk om open te zijn tegen anderen en te ver­tellen waar ik tegenaan liep. • Ik heb heel lang mensen op afstand gehouden, heb daardoor de liefde van anderen ook niet toegestaan. Het gaat al veel beter, maar ik vind het nog steeds moeilijk om me open te stellen. Het is voor mij niet altijd makkelijk om te zeg­gen wat ik vind of hoe ik me voel. In het bijzijn van vrienden vind ik het nog steeds lastig om te zeggen dat ik een rotdag heb gehad. Ik werk nog steeds hard aan mezelf. Ben al wel veel gelukkiger, dat zien mensen ook aan me. Ik krijg geregeld te horen dat ik meer straal en lach. Ik merk dat de zwemmers met wie ik da­ gelijks train dichter bij me staan sinds ik me meer openstel. In januari heb ik een feest gegeven: een housewarming, m’n verjaardag en het vieren van mijn wereld­titel ineen. Eigenlijk ben ik best wel soci­aal, ik vind het leuk om dingen te onder­ nemen, maar die Marrit is altijd een beetje verstopt gebleven. Het idee voor het feest kwam uit mezelf. Dat was weer een hele stap voor me. Ik wilde het al een tijdje heel graag doen, maar zette niet door. Toen dacht ik: kom op Marrit. Ik heb eerst afgetast bij vrienden, gevraagd of ze kwa­ men als ik een feestje zou organiseren. Telkens kreeg ik te horen: ‘Ja, natuurlijk kom ik.’ Maar daarna dacht ik weer: dan wordt m’n hele huis vies. Hield dat me weer tegen. Toen zeiden vrienden dat ze wel zouden komen helpen met schoon­ maken. Ik heb het idee van het feest daar­ na nog aan m’n psycholoog voorgelegd en die zei: ‘Als je dat leuk vindt, moet je dat gewoon doen.’ Uiteindelijk kwamen er tien tot vijftien mensen, van wie er nog iets van zeven bleven slapen. Het was zo leuk. Ik ben echt blij dat ik het heb gedaan. Voorheen vierde ik eigenlijk nooit mijn verjaardag. Ik voerde vaak als excuus op dat het niet uitkwam omdat het samenviel met een trainingsstage of ­blok. Ik ging vaak wel met mijn ouders uit eten, maar het vieren met vrienden zoals dit keer, dat eigenlijk nooit. Voor veel mensen klinkt het misschien als iets kleins, maar dit feest organiseren, mensen vragen en dat nog wel in mijn eigen huis, daar waar niet vaak mensen komen, was echt weer een grote stap voor me. Dit is het verhaal dat bij die achterlig­gende periode hoort. Ik ben van best ver gekomen. Als ik zo’n gesprek als dit heb gevoerd dan ben ik trots en voel ik me goed over mezelf. Ik ben zo blij dat het nu supergoed gaat. Misschien ben ik nu ook wel klaar voor een baantje in de horeca. Ik sta er wel voor open om meer mensen toe te laten in mijn leven. Ik ben heel blij dat ik fijne mensen om me heen heb in het zwembad, maar de zwemwereld is best klein. Nu train ik met zeven mensen en dat is nu eigenlijk mijn wereld. Buiten het zwemmen heb ik eigenlijk niks en dat vind ik weleens jam­mer. Ik zou wel meer mensen willen leren kennen. En ik zou ook wel dingen willen doen naast het zwemmen. Ik heb het daar ook al over gehad met mijn psycholoog. Voor nu heb ik het nog even in de ijskast gezet, het zwemmen gaat nu supergoed en ik wil nu niet over m’n grenzen heen gaan. Ik denk dat ik naast het zwemmen nog een studie op wil pakken, zodat ik meer leef­tijdgenoten om me heen heb van buiten het zwemmen. • Laatst gaf ik een clinic en werd ik voor­ gesteld als wereldkampioen. Ik dacht: ja, dat is ook zo, dat ben ik. Ik vergeet bijna dat ik thuis in een la die medailles heb liggen. De laatste tijd heb ik goed gepresteerd, mijn naam komt geregeld voorbij in de media. Af en toe krijg ik een berichtje van iemand van vroeger via Facebook of Instagram. Heel leuk. Mensen hebben me een soort van herontdekt. Ik was dat meisje dat op haar vijftiende werd geko­zen als Talent van het Jaar en daarna zijn mensen mij een tijdje uit het oog verlo­ren. Tussen 2016 en 2021 ben ik eigen­lijk weggeweest. Nu sta ik er weer. Dit is het verhaal dat bij die achterlig­gende periode hoort. Ik ben van best ver gekomen. Als ik zo’n gesprek als dit heb gevoerd dan ben ik trots en voel ik me goed over mezelf. Ik ben zo blij dat het nu supergoed gaat. Helden Magazine editie 67 Het verhaal van Marrit Steenbergen komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Marrit Steenbergen (25) werd op haar vijftiende gekozen als Talent van het Jaar en ‘de nieuwe Kromowidjojo’ genoemd. Daarna werd een tijdlang weinig van haar vernomen. De reden: een slepende schouderblessure en mentale problemen. Inmiddels is ze drievoudig wereldkampioen en viervoudig Europees kampioen. Twee jaar geleden spraken we haar voor het WK langebaan in Fukuoka. We blikken terug. “Ik heb er eigenlijk nooit echt over nagedacht wat ik nou precies voel als ik in het water lig. Een gelukzalig gevoel? Vrijheid? Ik ben al heel jong begon­nen met zwemmen, was vier toen ik op zwemles ging en zes toen ik ‘echt’ ging zwemmen. Misschien is het ook gewoon een vertrouwd gevoel. Wat natuurlijk ook helpt, is dat ik weet dat zwemmen iets is waar ik goed in ben. Ik deed op m’n achtste al mee aan toernooien, begon toen al medailles te winnen. Klasgenootjes op de basisschool vonden het soms wel apart dat ik al zo serieus bezig was met zwemmen. Het gebeurde geregeld dat ik ergens niet heen kon of later kwam omdat ik moest zwemmen. Als er dan een feestje of verjaardag was en ik liet weten dat ik niet kon, dan werd er gezegd: ‘Kun je dat gewoon niet een keer afzeggen?’ Dat wilde ik dan niet. Maar er waren ook leuke reacties van klasgenoten, hoor. Als ik ergens had gespeeld, werd er soms gezegd: ‘Als je ooit naar de Olympische Spelen gaat, dan heb je mooi wel bij ons thuis gespeeld.’ Ik vond het leuk als er zo met me mee werd geleefd. • Ik werd op m’n vijftiende al als ‘de nieuwe Kromowidjojo’ bestempeld in de media, vond het een eer dat dat werd gezegd. Onbewust zorgde het ook voor wat druk, maar het is niet zo dat het me in de weg zat. Wat me belemmerde was mijn schouder. Dat begon rond m’n vijf­tiende toen ik nog in Drachten trainde. Ik ben van nature best mobiel, kan bijna alles laten knakken in mijn lichaam. Ook mijn schouders zijn heel mobiel, die kan ik heel veel kanten op bewegen. Mijn schouderbladen stonden vaak in een puntje naar achter, van mijn rug afste­kend, waardoor mijn schouder zelf naar voren gekanteld stond. Ik was een beetje verleerd hoe ik mijn schouders op de juiste manier moest aansturen. In het begin had ik vooral last als we met paddles aan onze handen moesten zwem­men. Dus stopte ik met zwemmen met paddles. Later had ik vooral op woensdag en zaterdag pijn, omdat we op dinsdag en vrijdag een zware training hadden gehad. Die pijn accepteerde ik dan, omdat we op woensdag en zaterdag toch hersteltrainingen hadden. Het werd ondertussen steeds erger. Ik kreeg er ook in het dagelijks leven last van. Op een gegeven moment was de pijn er voort­durend, vooral rond mijn linkerschou­der. Ik ben rechts, als ik schreef op school, voelde ik mijn linkerarm en ­schouder trekken. Soms voelde ik steken, maar bijna altijd had ik het gevoel alsof mijn bovenarmen en schou­der heel erg verzuurd waren. Soms kon ik in bed ook niet op mijn zij liggen. Ik verhuisde op mijn zeventiende voor het zwemmen van Friesland naar Eind­hoven. Daar besloten we echt wat aan mijn schouderproblemen te gaan doen, want het ging zo niet langer. Ik meld­de me af voor de WK. We dachten de problemen binnen een jaar wel onder controle te krijgen. Na een jaar ging het langzaam wel beter, maar het was nog lang niet over. Ik begon heel erg te twijfelen, dacht: ga ik mijn niveau van voor mijn schouderblessure ooit nog halen? Ik wilde gewoon trainen, net als de anderen. De mentale pijn was eigenlijk nog erger dan de lichamelijke. Ik kwam in een negatieve spiraal. Het begon met fysieke problemen die ik in orde moest krijgen, maar de mentale problemen waren eigenlijk een grotere uitdaging. • Ik was in Eindhoven op mezelf gaan wonen en daar had ik veel moeite mee. Mijn ouders brachten me voor die tijd naar de training en haalden me ook op. We aten altijd met z’n allen: mijn broer Jorn, vader, moeder en ik. Die bescher­mende, veilige omgeving was ik kwijt nadat ik was verhuisd. Als ik ’s avonds thuiskwam, zat ik alleen op de bank. Het was niet dat ik heimwee had, maar een­zaam voelde ik me wel. Mijn vader kwam geregeld langs in Eindhoven. Als hij voor zijn werk in Amsterdam of ergens anders in het land moest zijn, reed hij vaak nog anderhalf uur door naar mij. ‘Ik ben toch onderweg,’ zei hij dan. Het gevoel van eenzaamheid werd ver­sterkt doordat ik niet gewoon met de anderen kon zwemmen door mijn schou­der. Ik trainde op een andere manier, zat niet na een training met de anderen in de kleedkamer, zag hen amper en had dus ook weinig aansluiting. Ik was heel veel in mijn eentje. En van nature ben ik al niet iemand die zich makkelijk laat zien. Ik wist niet zo goed hoe ik het moest aan­ pakken... Ik raakte echt in een isolement. Op een gegeven moment wilde ik ook meer thuis bij mijn ouders zijn. Ik besloot in het weekend terug naar Fries­land te gaan en op zaterdag thuis te trai­nen, maar dat was het ook niet. Ik wist eigenlijk niet precies wat ik zocht. In die periode heb ik ook echt weleens gedacht: ik kap gewoon helemaal met zwemmen. • Ik heb bij de begeleiding aangegeven waar ik mee worstelde. Daar werd naar geluis­terd. Er werd ook actie ondernomen en er werden dingen geprobeerd. Ik heb in die periode ook al bij psychologen gelopen. Van nature stap ik dus niet makkelijk op mensen af, ik was als kind behoorlijk introvert. Mijn broer, die tweeënhalf jaar ouder is dan ik, nam me vaak mee als hij op straat ging spelen. Op vakanties maakte Jorn ook altijd makkelijk vrien­den. Mijn moeder moedigde me ook vaak aan, zei: ‘Ga maar met Jorn mee, ga ook maar gezellig op straat spelen.’ Uit mezelf deed ik dat gewoon niet zo snel. Wat me dan blokkeerde? Ik dacht dan: zitten ze wel op mij te wachten? En omdat mijn broer me vaak meenam, vroeg ik me ook af of ze me aandacht gaven om wie ik was of omdat het kwam doordat Jorn me mee had genomen. Ik weet eigenlijk niet zo goed waarom ik niet zo snel uit mezelf naar buiten ging om met leeftijdgenootjes te spelen. Ik ben door het zwemmen meerdere keren van school gewisseld. De basisschool heb ik wel volledig in mijn geboortedorp Oosterwolde gedaan, maar ik heb daarna op drie verschillende middelbare scholen gezeten. Steeds had ik wel één of twee kinderen met wie ik optrok op school, maar als ik weer naar een andere school ging, verwaterde dat meteen weer. Op de basisschool en middelbare school hoorde ik er voor mijn gevoel net niet bij. Je hebt op school altijd groepjes en ik zat naar mijn idee altijd net tussen al die verschillende groepjes in. Dat had misschien deels ook te maken met het zwemmen. Ik moest ’s middags trainen en in het weekend had ik vaak wedstrij­den, daardoor miste ik dus weleens een feestje. Maar ook niet altijd. Bij mij was het zo dat ik nergens heel erg die aansluiting voelde, dat deed soms best wel pijn. Ik had natuurlijk wel mijn ouders en er waren altijd wel mensen waar ik mee kon praten, maar ik had toch heel vaak het gevoel dat ik alleen was. Ik twijfelde ook heel erg aan mezelf, had het gevoel: ik ben niet goed genoeg. Of: ik hoor er gewoon niet bij. Terwijl dat helemaal niet zo was. Dat was puur mijn eigen gevoel. Er waren ook kinde­ren die graag met mij wilden ruilen. Van jongs af aan was ik veel weg, ik maakte veel mooie dingen mee, won medailles. Maar dat moet je wel kunnen en willen zien. Ik had moeite om ook de andere kant, de mooie dingen, te zien. We zijn ook op zoek geweest waarom dat zo is bij mij. Want als je weet waarom dingen gebeuren, kun je er ook aan werken om het te veranderen. Maar wat dit betreft... Ik weet het niet zo goed. • Ik was achttien toen ik in een Italiaans restaurant ging werken. Zat op school, had door mijn schouder geen eind­ toernooi gehaald en dacht: ik moet me nuttig maken, ga gewoon een bijbaan­tje zoeken. Ik had nog nooit een baantje gehad. In de weekenden en in de zomer had ik altijd wedstrijden of ik ging met mijn ouders op vakantie. Ik dacht: ik ga het gewoon doen en misschien leer ik dan ook wat mensen kennen. Na twee weken wist ik al: de horeca is het niet voor mij. De drankjes serveren vond ik niet erg, dat deed ik in het begin. Maar daarna mocht ik ook de bestellingen opnemen. Ik vond het eng om naar men­sen toe te lopen die aan tafel zaten en dan het gesprek te beginnen. Daarna ben ik snel gestopt met het bijbaantje. Ik was er nog niet klaar voor en eigenlijk wilde ik maar één ding: weer zwemmen. Als ik naar het zwembad ging, zag ik de anderen lekker zwemmen. Dan dacht ik: ik heb dat niveau ook. Maar ja, die schouders... En doordat ik niet zoveel trainde, vond ik het heel lastig om genoeg te blijven eten. Ik dacht: ik doe niks, zit een beetje op de bank, dan hoef ik ook niet veel binnen te krijgen. Als je alleen bent, je niet goed voelt en niet kan trainen, verandert je zelfbeeld. Ik ging dingen zien aan mezelf die ik niet mooi vond. Zag bij wijze van spreken elk grammetje bij mezelf. Ik liep altijd dagelijks rond in een badpak, als dat niet kan en je ziet anderen op sociale media, ga je vergelijken en denk je: die zijn echt dun. En gespierd. Dat wilde ik ook. Ik had het gevoel dat alles negatief was, dus was mijn lichaam ook niet goed. Of ik het een eetstoornis moet noemen, weet ik niet, maar ik merkte dat ik niet genoeg at. Ik had dat lege gevoel in mijn maag, werd heel moe en futloos. Alles wat ik deed, voelde heel zwaar aan. Daardoor voelde ik me nog slechter. Mijn ouders zagen natuurlijk ook dat ik steeds slech­ter in mijn vel stak, probeerden me te helpen. Dat is ook de reden dat mijn vader vaak langskwam. Ze hebben wel­ eens gevraagd of ik in Eindhoven wilde blijven, maar nooit gezegd: ‘Je komt maar terug naar Friesland.’ Wilde ik ook niet, ik wilde blijven zwemmen. ‘Ik werk nog steeds hard aan mezelf. Ik ben al wel veel gelukkiger, dat zien mensen ook aan me. Ik krijg geregeld te horen dat ik meer straal en lach’ • In aanloop naar de Spelen in Tokio kon ik eindelijk weer meer gaan zwemmen, mijn schouder voelde steeds beter. Eerst voorzichtig onder Marcel Wouda. Uit­ eindelijk mocht ik als estafettezwemster mee naar Tokio. Na de Spelen werd Pa­trick Pearson mijn trainer, onder hem kon ik steeds meer gaan trainen. Ik ging met sprongen vooruit. In november 2021 pakte ik bij de EK kortebaan goud op de 200 meter vrije slag. Het was ook in 2021 dat ik werd uitge­nodigd voor de ISL, de internationale zwemcompetitie waarin zwemmers in teamverband uitkomen. Heel mooi, maar tegelijkertijd ook best wel eng. Ik zat in een team met allemaal zwemsters uit andere landen. Als ik met hen wilde praten, moest dat in het Engels. Mijn Engels is niet slecht, maar het voelde toch weer als een extra barrière die ik moest slechten om iets te zeggen. Maar ik merkte ook dat ik het heel erg fijn vond dat ik in een team zat, dat er mensen om me heen waren. Toen ik weer thuis was in Eind­hoven, dacht ik: bah, ik ben weer alleen. Ik merkte toen voor het eerst heel sterk dat ik mensen om me heen wilde. Het besef was er, maar hoe pak je dat vervol­gens aan? Het was begin 2022 dat we op trainings­kamp gingen naar Turkije. Het ging goed met zwemmen vanaf het moment dat ik onder Patrick trainde, ik was voor het eerst Europees kampioen geworden, maar vlak voor het trainingskamp had ik corona, waardoor ik de hele week niet kon trainen. Ik zat er ineens helemaal doorheen. Iets wat ik al een tijdje had weggestopt, kwam er daar allemaal uit. Voor het eerst bij de fysiotherapeut. Hij vroeg: ‘Hoe gaat het met je?’ Ik begon te huilen. Dat was natuurlijk een teken en ik wist meteen: ik moet dit ook tegen Patrick vertellen, want het komt toch wel bij hem terecht. Ik ben naar mijn coach gestapt en ver­ telde dat ik niet lekker in mijn vel zat. Eigenlijk al een tijd niet. Ik kon er zo goed met Patrick over praten. In samen­spraak met hem heb ik ook besloten om opnieuw in gesprek te gaan met een psycholoog. Ik klopte aan bij een psycholoog, die voor een heel andere aanpak koos. Het voelde meteen heel goed en fijn. Tijdens de therapieën die ik voorheen had, waren we voor­ al veel aan het praten. Nu moet ik ook veel over mezelf vertellen, maar ik heb ook een therapie gevolgd voor mensen met PTSS. Dat heb ik niet, maar ik had er wel baat bij. Ik heb eigenlijk een tijdslijn van mijn leven gemaakt en ben in gedachten terug­gekeerd naar momenten binnen en buiten het zwembad die ik als niet prettig heb ervaren. Die momenten houd ik liever voor mezelf, maar het zijn momenten waaraan ik toch een soort van een trauma heb overgehouden. Die gebeurtenissen moest ik me helemaal inbeelden. Door er opnieuw naartoe te gaan, haalde het de lading weg. Heel apart, maar het werkte heel goed bij mij. Van mijn psycholoog kreeg ik ook de opdracht om op mensen af te stappen, om aan ploeggenoten te vragen hoe de training ging. Ik vond het eng, moest echt over mezelf heen stappen. Ik dacht: mensen zit­ ten toch helemaal niet op een vraag van mij te wachten? Maar ik merkte al snel dat het helemaal niet zo eng was om vragen te stellen, dat ze het leuk vonden als ik wat vroeg en er een gesprek op gang kwam. Patrick is heel belangrijk geweest in dat proces. Ik kreeg van hem alle ruimte. Hij zei: ‘Vertel het me als het niet goed gaat, dan passen we de training aan als je dat wil.’ In werkelijkheid heb ik van dat aanbod niet veel gebruikgemaakt. Het was fijn dat die mogelijkheid er was en ik voelde dat hij me heel erg steunde. Patrick daagt me uit om dingen uit mezelf aan te geven. Dat probeer ik ook steeds meer. Als individuele topsporter moet je ook heel goed naar jezelf luisteren natuurlijk, het is niet de bedoeling dat ik alleen maar klak­keloos doe wat Patrick zegt. Dat wil hij ook niet. Het gaat steeds beter, we doen steeds vaker dingen in overleg. Ondertussen gaat het met zwemmen steeds beter. Ik zit sinds ik aanklopte bij de psycholoog steeds wat beter in mijn vel. Dat heeft ook meteen invloed op mijn trainingen. Ik voel minder pijn­ tjes, waardoor ik weer meer kan trainen en daardoor voelde ik me dan ook weer beter. De negatieve spiraal is omgezet in een positieve. Bij de EK langebaan in Rome won ik zeven medailles, waar­ van vier gouden, en bij de WK korte­ baan won ik vier medailles, waaronder mijn eerste wereldtitel, op de 100 meter wisselslag. • Bij de EK heb ik voor de camera van de NOS voor het eerst openlijk verteld dat ik bij een psycholoog loop. Sindsdien ben ik er eerlijk over. Ik heb het daarna ook verteld in de Volkskrant. Dat ik dit nu kan, geeft ook aan waar ik nu sta. Ik durf veel meer open te zijn dan vroeger, kan mijn verhaal ook steeds beter onder woorden brengen. In het begin was het een chao­tisch verhaal. Inmiddels kan ik best goed over mezelf vertellen, maar dat heb ik wel erg moeten leren. Ik weet dat meer sporters rondlopen met een gevoel van eenzaamheid, dat het een thema is waar veel, vooral jonge, sporters over zwijgen. Ik denk dat het goed is dat duidelijk wordt dat dit iets is wat speelt in de vaak solistische topsportwereld. Door er open over te zijn, hoop ik dat ik men­ sen kan helpen of in laten zien dat ze niet de enigen zijn. Ik vind dat dit iets is dat besproken kan worden, en dat het niet iets is waar je je voor hoeft te schamen. Zeker zwemmen is een heel individuele sport. Je bent wel met meerdere mensen tegelijk aan het trainen, maar iedereen ligt in z’n eigen baan. Tijdens de pauzes praten we wel, maar onder het zwemmen zelf natuurlijk niet. Je hebt de estafettes, maar verder ben je als zwemmer toch vooral op jezelf aangewezen. Ik vind dat de zwembond hier heel goed mee omgaat. Als je op dit vlak hulp nodig hebt, kun je die krijgen. Ze nemen het heel serieus. Ik vind het ook heel goed dat Ranomi Kromowidjojo gaat samenwerken met de bond om zwemtalenten te helpen, met hen in gesprek te gaan over obsta­kels waar zij tegenaan lopen. Ik heb met Ranomi getraind, ze stond als zwemster er altijd al heel erg voor open om iedereen te helpen. Zelf heb ik daar geen gebruik van gemaakt, ik vond het toen nog moeilijk om open te zijn tegen anderen en te ver­tellen waar ik tegenaan liep. • Ik heb heel lang mensen op afstand gehouden, heb daardoor de liefde van anderen ook niet toegestaan. Het gaat al veel beter, maar ik vind het nog steeds moeilijk om me open te stellen. Het is voor mij niet altijd makkelijk om te zeg­gen wat ik vind of hoe ik me voel. In het bijzijn van vrienden vind ik het nog steeds lastig om te zeggen dat ik een rotdag heb gehad. Ik werk nog steeds hard aan mezelf. Ben al wel veel gelukkiger, dat zien mensen ook aan me. Ik krijg geregeld te horen dat ik meer straal en lach. Ik merk dat de zwemmers met wie ik da­ gelijks train dichter bij me staan sinds ik me meer openstel. In januari heb ik een feest gegeven: een housewarming, m’n verjaardag en het vieren van mijn wereld­titel ineen. Eigenlijk ben ik best wel soci­aal, ik vind het leuk om dingen te onder­ nemen, maar die Marrit is altijd een beetje verstopt gebleven. Het idee voor het feest kwam uit mezelf. Dat was weer een hele stap voor me. Ik wilde het al een tijdje heel graag doen, maar zette niet door. Toen dacht ik: kom op Marrit. Ik heb eerst afgetast bij vrienden, gevraagd of ze kwa­ men als ik een feestje zou organiseren. Telkens kreeg ik te horen: ‘Ja, natuurlijk kom ik.’ Maar daarna dacht ik weer: dan wordt m’n hele huis vies. Hield dat me weer tegen. Toen zeiden vrienden dat ze wel zouden komen helpen met schoon­ maken. Ik heb het idee van het feest daar­ na nog aan m’n psycholoog voorgelegd en die zei: ‘Als je dat leuk vindt, moet je dat gewoon doen.’ Uiteindelijk kwamen er tien tot vijftien mensen, van wie er nog iets van zeven bleven slapen. Het was zo leuk. Ik ben echt blij dat ik het heb gedaan. Voorheen vierde ik eigenlijk nooit mijn verjaardag. Ik voerde vaak als excuus op dat het niet uitkwam omdat het samenviel met een trainingsstage of ­blok. Ik ging vaak wel met mijn ouders uit eten, maar het vieren met vrienden zoals dit keer, dat eigenlijk nooit. Voor veel mensen klinkt het misschien als iets kleins, maar dit feest organiseren, mensen vragen en dat nog wel in mijn eigen huis, daar waar niet vaak mensen komen, was echt weer een grote stap voor me. Dit is het verhaal dat bij die achterlig­gende periode hoort. Ik ben van best ver gekomen. Als ik zo’n gesprek als dit heb gevoerd dan ben ik trots en voel ik me goed over mezelf. Ik ben zo blij dat het nu supergoed gaat. Misschien ben ik nu ook wel klaar voor een baantje in de horeca. Ik sta er wel voor open om meer mensen toe te laten in mijn leven. Ik ben heel blij dat ik fijne mensen om me heen heb in het zwembad, maar de zwemwereld is best klein. Nu train ik met zeven mensen en dat is nu eigenlijk mijn wereld. Buiten het zwemmen heb ik eigenlijk niks en dat vind ik weleens jam­mer. Ik zou wel meer mensen willen leren kennen. En ik zou ook wel dingen willen doen naast het zwemmen. Ik heb het daar ook al over gehad met mijn psycholoog. Voor nu heb ik het nog even in de ijskast gezet, het zwemmen gaat nu supergoed en ik wil nu niet over m’n grenzen heen gaan. Ik denk dat ik naast het zwemmen nog een studie op wil pakken, zodat ik meer leef­tijdgenoten om me heen heb van buiten het zwemmen. • Laatst gaf ik een clinic en werd ik voor­ gesteld als wereldkampioen. Ik dacht: ja, dat is ook zo, dat ben ik. Ik vergeet bijna dat ik thuis in een la die medailles heb liggen. De laatste tijd heb ik goed gepresteerd, mijn naam komt geregeld voorbij in de media. Af en toe krijg ik een berichtje van iemand van vroeger via Facebook of Instagram. Heel leuk. Mensen hebben me een soort van herontdekt. Ik was dat meisje dat op haar vijftiende werd geko­zen als Talent van het Jaar en daarna zijn mensen mij een tijdje uit het oog verlo­ren. Tussen 2016 en 2021 ben ik eigen­lijk weggeweest. Nu sta ik er weer. Dit is het verhaal dat bij die achterlig­gende periode hoort. Ik ben van best ver gekomen. Als ik zo’n gesprek als dit heb gevoerd dan ben ik trots en voel ik me goed over mezelf. Ik ben zo blij dat het nu supergoed gaat. Helden Magazine editie 67 Het verhaal van Marrit Steenbergen komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Honkbal

Xander Bogaerts | X-Man

Aanbeden op Aruba, Superster in San Diego, anoniem in Nederland. Xander Bogaerts is al jaren een van de beste honkballers in de Major League. Hij is na Max Verstappen ook nog eens de bestverdienende sporter met een Nederlands paspoort. Maar in Nederland kan hij zo goed als unaniem over straat. Tijd voor een verhaal in Helden Magazine nummer 77. “Als Bogaerts met de Padres speelt, dan kijkt heel Aruba.” Xander Bogaerts Gaat X-Man de Padres naar de titel leiden? Die vraag leeft dit seizoen in San Nicolas en in San Diego. Na twee mindere jaren is het tijd dat de volksheld uit Aruba de verwachtingen van zijn duizelingwekkende deal gaat waarmaken. Want dat was het in december 2022. Zeker voor Nederlandse begrippen. Een elfjarig contract ter waarde van iets minder dan 250 miljoen euro. Als de overeenkomst in stand blijft, betaalt San Diego Padres van 2026 tot 2033 maar liefst 22 miljoen euro per seizoen aan hun sterspeler met nummer 2 op het tenue. De Padres hopen aan de hand van hun korte stop voor het eerst in de clubgeschiedenis de World Series te winnen. Na Max Verstappen, viervoudig wereldkampioen Formule1, is deze 32-jarige honkballer de best verdienende sporter met een Nederlands paspoort. Desondanks zou hij op Koningsdag zonder al te grote problemen de Amsterdamse Vrijmarkt kunnen bezoeken. Bij de verkiezing van de Nederlandse Sportman van het Jaar is hij nog nooit genomineerd. Aanbeden op Aruba, een superster in San Diego, maar anoniem in Nederland. “Ongelooflijk,” zegt Hensley Meulens, voormalig honkballer van de New York Yankees en ex-coach van het nationale honkbalteam. “Die gozer zou niet alleen een inspiratie voor de jeugd in Nederland moeten zijn, maar iedereen in de wereld kan een voorbeeld aan hem nemen. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Xander Bogaerts komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Aanbeden op Aruba, Superster in San Diego, anoniem in Nederland. Xander Bogaerts is al jaren een van de beste honkballers in de Major League. Hij is na Max Verstappen ook nog eens de bestverdienende sporter met een Nederlands paspoort. Maar in Nederland kan hij zo goed als unaniem over straat. Tijd voor een verhaal in Helden Magazine nummer 77. “Als Bogaerts met de Padres speelt, dan kijkt heel Aruba.” Xander Bogaerts Gaat X-Man de Padres naar de titel leiden? Die vraag leeft dit seizoen in San Nicolas en in San Diego. Na twee mindere jaren is het tijd dat de volksheld uit Aruba de verwachtingen van zijn duizelingwekkende deal gaat waarmaken. Want dat was het in december 2022. Zeker voor Nederlandse begrippen. Een elfjarig contract ter waarde van iets minder dan 250 miljoen euro. Als de overeenkomst in stand blijft, betaalt San Diego Padres van 2026 tot 2033 maar liefst 22 miljoen euro per seizoen aan hun sterspeler met nummer 2 op het tenue. De Padres hopen aan de hand van hun korte stop voor het eerst in de clubgeschiedenis de World Series te winnen. Na Max Verstappen, viervoudig wereldkampioen Formule1, is deze 32-jarige honkballer de best verdienende sporter met een Nederlands paspoort. Desondanks zou hij op Koningsdag zonder al te grote problemen de Amsterdamse Vrijmarkt kunnen bezoeken. Bij de verkiezing van de Nederlandse Sportman van het Jaar is hij nog nooit genomineerd. Aanbeden op Aruba, een superster in San Diego, maar anoniem in Nederland. “Ongelooflijk,” zegt Hensley Meulens, voormalig honkballer van de New York Yankees en ex-coach van het nationale honkbalteam. “Die gozer zou niet alleen een inspiratie voor de jeugd in Nederland moeten zijn, maar iedereen in de wereld kan een voorbeeld aan hem nemen. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Xander Bogaerts komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Honkbal

Duivelse dilemma’s – Kalian Sams

Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Schaatsen

Angel Daleman – Sportvrouw met vleugels

Angel Daleman is shorttracker én langebaanschaatsster, won als junior al meerdere wereldtitels en herschrijft de recordboeken. Uit handen van haar voorbeeld en mentor Ireen Wüst kreeg het zeventienjarige multitalent in december de award die hoort bij de titel Talent van het Jaar. Voor Helden Magazine nummer 75 gingen we langs bij de alleskunner. Angel: “Ik stap van het ene in het andere warme bad.” Angel Daleman Jouw vader en moeder hebben jou op 25 maart 2007 Angel genoemd. Ben jij zo’n engel? “Mijn vader en moeder hebben mij Angel genoemd door het nummer Angels van Robbie Williams. Ik heb een zes jaar oudere zus, Luna, en een drie jaar oudere broer, Jayden en ze vonden het wel toepasselijk om mij als jongste Angel te noemen. Toen ik heel jong was, was ik niet bepaald een engeltje, eerder een terrorkind. Ik wilde altijd mijn zin hebben. Mijn broer en zus waren zelfs een beetje bang voor mij, want als het niet ging zoals ik wilde, begon ik keihard te gillen.” Lachend: “Ze hadden zich vooraf zoveel voorgesteld van een zusje. Mijn zus dacht: ik heb straks een levende Baby Born Pop. Mijn broer leek het ook leuk om niet alleen een oudere, maar ook een jongere zus te hebben. Toen ik negen maanden was, liep ik al. En het werd toen snel minder leuk voor hen dat ik deel uitmaakte van het gezin. Als ik met mijn zus naast mijn moeder liep, dan moest en zou ik in het midden, want het was míjn mama. Mijn broer en zus konden mij af en toe wel achter het behang plakken.” Hoe is jullie band nu? “Heel goed. Ze vinden het leuk om samen met mijn ouders te komen kijken. Zeker als ik in Thialf moet rijden, zijn ze erbij. Maar denk nou niet dat ze me ineens als een of andere prinses behandelen. Thuis ben ik gewoon de jongste en heb ik niet zoveel te vertellen.” Jouw moeder Bellina en vader Emile hebben tatoeages. Jij hebt er op je zeventiende ook meerdere. Is dat een ‘Dalemanhandelsmerk’? “Mijn ouders, tantes, zus; iedereen had tatoeages en ik wilde dat ook graag. Ik heb er nu negen en achter bijna alle tatoeages die ik heb, zit een verhaal. Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m’n veertiende; een roos, die ik in mijn zij heb laten zetten. Op het takje van de bloem staat ‘Brave’ getatoeëerd. Die eerste tatoeage is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: ‘Moet dat nou, kind?’ Achteraf vond ze het heel leuk. 'Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m'n veertiende. Die eerste is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: 'Moet dat nou, kind?" Later heb ik ook een tatoeage met de tekst ‘Family’ laten zetten, omdat mijn familie alles voor me betekent. Ik heb een hartje op mijn linker pink laten zetten, net als mijn zus en tantes Melanie en Maureen de Lange. Op mijn ruggengraat heb ik een tatoeage laten zetten met de tekst ‘She flies by her own wings’. Dat vond ik een toepasselijke tattoo omdat ik Angel heet. Ik heb ook nog een tatoeage met ‘Live your dream’. Ik heb op dit moment nog geen tatoeage die puur gerelateerd is aan de sport. Mijn tantes Melanie en Maureen, de tweelingzussen van mijn moeder die als shorttrackers ooit naar de Spelen gingen, willen samen met mij nog een tattoo van de olympische ringen laten zetten. Mijn tantes zeiden: ‘Als jij erin slaagt om je te kwalificeren voor de Spelen, dan gaan we alle drie die tatoeage laten zetten.’ Het zou mooi zijn als dat volgend jaar al kan.” [caption id="attachment_20744" align="aligncenter" width="2560"] Angel Daleman[/caption] SCHAATSVIRUS Het schaatsvirus zit in de familie. Melanie en Maureen de Lange deden mee aan de Winterspelen van Nagano, in 1998, en jouw opa John de Lange reed in 1985, 1986 en 1997 de Elfstedentocht. “Thuis ging het vaak over Melanie en Maureen. Pas veel later werd het mij duidelijk dat opa mee had gedaan aan de Elfstedentocht. Mijn opa was voorzitter van de skeelerbaan in Leiderdorp. In de winter werd die onder water gezet voor het geval het zou gaan vriezen. Ik was twee toen ik met de hele familie op het ijs te vinden was op schaatsjes met dubbele ijzers. Ik had het virus meteen te pakken, ging al snel op skeelers door de huiskamer. Mijn opa was lange tijd mijn trainer, begeleidde mij en mijn zus, die toen ook nog schaatste, tot m’n twaalfde. Opa zag dat ik talent had, maar hij liet dat niet erg blijken, vond het belangrijk dat ik met beide benen op de grond bleef staan. Toen skeeleren, schaatsen en shorttracken steeds serieuzer werden, begonnen Melanie en Maureen hun ervaringen met mij te delen. Ze gaven mij adviezen. Als ik het even niet meer weet, klop ik nog steeds bij hen aan om te vragen of ze nog tips hebben. Mijn tantes komen ook vaak kijken. Grappig dat ze op de tribune ook de familie Velzeboer tegenkomen. Maureen en Melanie kennen natuurlijk Monique, Simone en Marc Velzeboer nog uit de tijd dat ze zelf op het ijs stonden. En nu nemen Xandra en Michelle Velzeboer en ik het stokje over.” Wanneer realiseerde jij je voor het eerst: ik ben beter dan veel van mijn leeftijdgenoten? “Ik won op jonge leeftijd al vaak, maar het besef kwam echt toen ik bij het KTT, het talententeam shorttrack, mocht aansluiten. Normaal gesproken mocht dat vanaf je veertiende of vijftiende en ik was twaalf. Toen ik niet veel later ook nog eens wedstrijden begon te winnen in een hogere leeftijdscategorie, wist ik helemaal dat het heel goed ging.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Angel Daleman komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard meer aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Angel Daleman is shorttracker én langebaanschaatsster, won als junior al meerdere wereldtitels en herschrijft de recordboeken. Uit handen van haar voorbeeld en mentor Ireen Wüst kreeg het zeventienjarige multitalent in december de award die hoort bij de titel Talent van het Jaar. Voor Helden Magazine nummer 75 gingen we langs bij de alleskunner. Angel: “Ik stap van het ene in het andere warme bad.” Angel Daleman Jouw vader en moeder hebben jou op 25 maart 2007 Angel genoemd. Ben jij zo’n engel? “Mijn vader en moeder hebben mij Angel genoemd door het nummer Angels van Robbie Williams. Ik heb een zes jaar oudere zus, Luna, en een drie jaar oudere broer, Jayden en ze vonden het wel toepasselijk om mij als jongste Angel te noemen. Toen ik heel jong was, was ik niet bepaald een engeltje, eerder een terrorkind. Ik wilde altijd mijn zin hebben. Mijn broer en zus waren zelfs een beetje bang voor mij, want als het niet ging zoals ik wilde, begon ik keihard te gillen.” Lachend: “Ze hadden zich vooraf zoveel voorgesteld van een zusje. Mijn zus dacht: ik heb straks een levende Baby Born Pop. Mijn broer leek het ook leuk om niet alleen een oudere, maar ook een jongere zus te hebben. Toen ik negen maanden was, liep ik al. En het werd toen snel minder leuk voor hen dat ik deel uitmaakte van het gezin. Als ik met mijn zus naast mijn moeder liep, dan moest en zou ik in het midden, want het was míjn mama. Mijn broer en zus konden mij af en toe wel achter het behang plakken.” Hoe is jullie band nu? “Heel goed. Ze vinden het leuk om samen met mijn ouders te komen kijken. Zeker als ik in Thialf moet rijden, zijn ze erbij. Maar denk nou niet dat ze me ineens als een of andere prinses behandelen. Thuis ben ik gewoon de jongste en heb ik niet zoveel te vertellen.” Jouw moeder Bellina en vader Emile hebben tatoeages. Jij hebt er op je zeventiende ook meerdere. Is dat een ‘Dalemanhandelsmerk’? “Mijn ouders, tantes, zus; iedereen had tatoeages en ik wilde dat ook graag. Ik heb er nu negen en achter bijna alle tatoeages die ik heb, zit een verhaal. Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m’n veertiende; een roos, die ik in mijn zij heb laten zetten. Op het takje van de bloem staat ‘Brave’ getatoeëerd. Die eerste tatoeage is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: ‘Moet dat nou, kind?’ Achteraf vond ze het heel leuk. 'Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m'n veertiende. Die eerste is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: 'Moet dat nou, kind?" Later heb ik ook een tatoeage met de tekst ‘Family’ laten zetten, omdat mijn familie alles voor me betekent. Ik heb een hartje op mijn linker pink laten zetten, net als mijn zus en tantes Melanie en Maureen de Lange. Op mijn ruggengraat heb ik een tatoeage laten zetten met de tekst ‘She flies by her own wings’. Dat vond ik een toepasselijke tattoo omdat ik Angel heet. Ik heb ook nog een tatoeage met ‘Live your dream’. Ik heb op dit moment nog geen tatoeage die puur gerelateerd is aan de sport. Mijn tantes Melanie en Maureen, de tweelingzussen van mijn moeder die als shorttrackers ooit naar de Spelen gingen, willen samen met mij nog een tattoo van de olympische ringen laten zetten. Mijn tantes zeiden: ‘Als jij erin slaagt om je te kwalificeren voor de Spelen, dan gaan we alle drie die tatoeage laten zetten.’ Het zou mooi zijn als dat volgend jaar al kan.” [caption id="attachment_20744" align="aligncenter" width="2560"] Angel Daleman[/caption] SCHAATSVIRUS Het schaatsvirus zit in de familie. Melanie en Maureen de Lange deden mee aan de Winterspelen van Nagano, in 1998, en jouw opa John de Lange reed in 1985, 1986 en 1997 de Elfstedentocht. “Thuis ging het vaak over Melanie en Maureen. Pas veel later werd het mij duidelijk dat opa mee had gedaan aan de Elfstedentocht. Mijn opa was voorzitter van de skeelerbaan in Leiderdorp. In de winter werd die onder water gezet voor het geval het zou gaan vriezen. Ik was twee toen ik met de hele familie op het ijs te vinden was op schaatsjes met dubbele ijzers. Ik had het virus meteen te pakken, ging al snel op skeelers door de huiskamer. Mijn opa was lange tijd mijn trainer, begeleidde mij en mijn zus, die toen ook nog schaatste, tot m’n twaalfde. Opa zag dat ik talent had, maar hij liet dat niet erg blijken, vond het belangrijk dat ik met beide benen op de grond bleef staan. Toen skeeleren, schaatsen en shorttracken steeds serieuzer werden, begonnen Melanie en Maureen hun ervaringen met mij te delen. Ze gaven mij adviezen. Als ik het even niet meer weet, klop ik nog steeds bij hen aan om te vragen of ze nog tips hebben. Mijn tantes komen ook vaak kijken. Grappig dat ze op de tribune ook de familie Velzeboer tegenkomen. Maureen en Melanie kennen natuurlijk Monique, Simone en Marc Velzeboer nog uit de tijd dat ze zelf op het ijs stonden. En nu nemen Xandra en Michelle Velzeboer en ik het stokje over.” Wanneer realiseerde jij je voor het eerst: ik ben beter dan veel van mijn leeftijdgenoten? “Ik won op jonge leeftijd al vaak, maar het besef kwam echt toen ik bij het KTT, het talententeam shorttrack, mocht aansluiten. Normaal gesproken mocht dat vanaf je veertiende of vijftiende en ik was twaalf. Toen ik niet veel later ook nog eens wedstrijden begon te winnen in een hogere leeftijdscategorie, wist ik helemaal dat het heel goed ging.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Angel Daleman komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard meer aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Schaatsen

Jenning de Boo en Kjeld Nuis: ‘Bij ons is het: What you see, is what you get’

Ze zijn ploeggenoten, razendsnel en uitgesproken. Kjeld Nuis (35) loopt al jaren mee, won drie olympische titels en wereldtitels op de 1000 en 1500 meter. Jenning de Boo (21) is Europees kampioen sprint en the new kid in town. Zijn jachtterreinen: de 500 en 1000 meter. In aanloop naar de WK afstanden (13-16 maart in Hamar) leggen we de ploeggenoten bij Team Reggeborgh in Helden Magazine nummer 75 stellingen voor. Kjeld: “Jij rijdt zo ongelooflijk hard voor iemand van jouw leeftijd, Jenning. Voor iemand van mijn leeftijd trouwens ook…” Jenning de Boo en Kjeld Nuis Wij zijn soulmates, van veertien jaar leeftijdsverschil merken wij niets Jenning lachend: “Nou, ik denk dat jij jouw vriendin Joy Beune eerder soulmate zou noemen, toch?” Kjeld: “Ja, wij kennen elkaar nog te kort om elkaar zo te bestempelen.” Jenning: “Het was meteen gezellig toen we elkaar anderhalf jaar geleden leerden kennen. We zijn goed bevriend geraakt, hebben veel dezelfde interesses, zoals horloges en motoren.” Kjeld: “We zitten ook samen achter de PlayStation. Afgelopen week ben je nog bij mij komen eten. Dat doe ik niet met iedereen. Ik herken veel dingen van mezelf in jou. Wat prestaties betreft: ik moest daar veel langer op wachten. Jij wekt weleens het idee dat het je aankomt waaien, daar maken we soms ook grappen over.” Jenning: “Dat zeg je nou wel, maar jij liet me laatst een filmpje zien van een World Cup in Chelyabinsk in 2011. Jij was toen net zo oud als ik en won ook al.” Kjeld: “Ik kon me wel meteen meten met de top van de wereld en ik won dat jaar op de 1000 meter ook al zilver op de WK afstanden in Inzell, achter Shani Davis, maar ik moest het de eerste jaren hebben van uitschieters. Jij doet het vanaf het eerste moment goed op zowel de 500 als 1000 meter, bent meteen een complete sprinter. Dat is wel heel sick.” Jenning: “Mijn resultaten komen voor veel mensen uit de lucht vallen omdat ze mij voorheen nooit zagen op de langebaan. Ik was die jongen die in 2023 ineens de overstap maakte van het shorttracken. Toen jij mijn leeftijd had, wisten al heel veel mensen wie jij was en was bekend dat jij een groot talent was.” Kjeld: “Ik weet nog dat onze coach Gerard van Velde tegen me zei: ‘Jenning de Boo komt er volgend seizoen bij.’ Ik vroeg: wíé? Vanaf de allereerste training kon je met ons meekomen, dat is niet veel nieuwkomers gegeven. Ook daarin herkende ik mezelf. Ik kon ook meteen de grote namen volgen toen ik in de ploeg van Jac Orie kwam.” Jenning: “Gerard zei tegen me: ‘Je moet snel aansluiting vinden bij de snelle mannen. Als dat niet lukt, kan dat je een mentale klap geven.’ Gerard had mijn fiets- en krachtresultaten gezien en op basis van die gegevens mocht ik bij de ploeg komen. Op het ijs moest nog maar blijken of ik mee kon komen.” [caption id="attachment_20746" align="aligncenter" width="2560"] Jenning de Boo en Kjeld Nuis[/caption] Hoe keken jouw ploeggenoten bij Team Reggeborgh tijdens die eerste trainingen naar jou? Jenning: “Ik kende niemand bij de ploeg, maar werd gelukkig meteen opgenomen in de groep. Er waren meer jonge jongens, onder wie Tim Prins, bij wie ik meteen aansluiting vond. En voor ik het wist zat ik met Wesly Dijs en jou, toch de ervaren mannen in de ploeg, aan de koffie.” Kjeld: “Het is makkelijker om je draai te vinden in een ploeg als je meteen het niveau aankan. Als je net niet meekunt in het begin ontstaat er automatisch een gat en is het lastiger om op iemand af te stappen. Je wordt dan ook minder snel geaccepteerd. Dat klinkt hard, maar zo werkt dat nu eenmaal in topsport. Tim en jij stonden er eind 2023 als broekies meteen in een vol Thialf. Jij won meteen de 500 en 1000 meter bij de NK afstanden en Tim won de 1000 meter bij de WCKT. Het was meteen: bam, hier zijn we!” Heb jij de carrière van Kjeld op de voet gevolgd, Jenning? Jenning: “Hoewel ik de afgelopen jaren in een shorttrack-bubbel zat, heb ik jou vaak genoeg op tv gezien. Ik was wel meer met mijn voorbeelden in het shorttrack bezig, onder wie Sjinkie Knegt en de Zuid-Koreanen, maar ik heb wel gezien dat jij olympische gouden medailles won. Als ik kijk naar wat jij allemaal hebt gepresteerd… Alleen de wereldtitel sprint heb je niet gewonnen, voor de rest heb je alles gewonnen wat er te winnen valt. Dat is voor mij nog zo ver weg.” Lachend: “Ik heb me voor dit gesprek trouwens voorgenomen niet te veel veren in jouw reet te steken. Nu al mislukt.” Kjeld: “Het leeftijdsverschil is soms ook confronterend. En dan doel ik vooral op de dingen waar die jonkies het over hebben in de kleedkamer. Laatst vertelde ik dat ik een World Cup op de 1500 meter reed tegen Ivan Skobrev. Jij vroeg: ‘Wie?’ Toen dacht ik: dude, come on! Grappig, maar tegelijkertijd denk ik op zo’n moment: fucking hell, het is dus alweer zo lang geleden. Ik schaats met mannen die Skobrev niet eens kennen!” Klik op de afbeelding of op deze link en lees het hele verhaal gratis verder.
Ze zijn ploeggenoten, razendsnel en uitgesproken. Kjeld Nuis (35) loopt al jaren mee, won drie olympische titels en wereldtitels op de 1000 en 1500 meter. Jenning de Boo (21) is Europees kampioen sprint en the new kid in town. Zijn jachtterreinen: de 500 en 1000 meter. In aanloop naar de WK afstanden (13-16 maart in Hamar) leggen we de ploeggenoten bij Team Reggeborgh in Helden Magazine nummer 75 stellingen voor. Kjeld: “Jij rijdt zo ongelooflijk hard voor iemand van jouw leeftijd, Jenning. Voor iemand van mijn leeftijd trouwens ook…” Jenning de Boo en Kjeld Nuis Wij zijn soulmates, van veertien jaar leeftijdsverschil merken wij niets Jenning lachend: “Nou, ik denk dat jij jouw vriendin Joy Beune eerder soulmate zou noemen, toch?” Kjeld: “Ja, wij kennen elkaar nog te kort om elkaar zo te bestempelen.” Jenning: “Het was meteen gezellig toen we elkaar anderhalf jaar geleden leerden kennen. We zijn goed bevriend geraakt, hebben veel dezelfde interesses, zoals horloges en motoren.” Kjeld: “We zitten ook samen achter de PlayStation. Afgelopen week ben je nog bij mij komen eten. Dat doe ik niet met iedereen. Ik herken veel dingen van mezelf in jou. Wat prestaties betreft: ik moest daar veel langer op wachten. Jij wekt weleens het idee dat het je aankomt waaien, daar maken we soms ook grappen over.” Jenning: “Dat zeg je nou wel, maar jij liet me laatst een filmpje zien van een World Cup in Chelyabinsk in 2011. Jij was toen net zo oud als ik en won ook al.” Kjeld: “Ik kon me wel meteen meten met de top van de wereld en ik won dat jaar op de 1000 meter ook al zilver op de WK afstanden in Inzell, achter Shani Davis, maar ik moest het de eerste jaren hebben van uitschieters. Jij doet het vanaf het eerste moment goed op zowel de 500 als 1000 meter, bent meteen een complete sprinter. Dat is wel heel sick.” Jenning: “Mijn resultaten komen voor veel mensen uit de lucht vallen omdat ze mij voorheen nooit zagen op de langebaan. Ik was die jongen die in 2023 ineens de overstap maakte van het shorttracken. Toen jij mijn leeftijd had, wisten al heel veel mensen wie jij was en was bekend dat jij een groot talent was.” Kjeld: “Ik weet nog dat onze coach Gerard van Velde tegen me zei: ‘Jenning de Boo komt er volgend seizoen bij.’ Ik vroeg: wíé? Vanaf de allereerste training kon je met ons meekomen, dat is niet veel nieuwkomers gegeven. Ook daarin herkende ik mezelf. Ik kon ook meteen de grote namen volgen toen ik in de ploeg van Jac Orie kwam.” Jenning: “Gerard zei tegen me: ‘Je moet snel aansluiting vinden bij de snelle mannen. Als dat niet lukt, kan dat je een mentale klap geven.’ Gerard had mijn fiets- en krachtresultaten gezien en op basis van die gegevens mocht ik bij de ploeg komen. Op het ijs moest nog maar blijken of ik mee kon komen.” [caption id="attachment_20746" align="aligncenter" width="2560"] Jenning de Boo en Kjeld Nuis[/caption] Hoe keken jouw ploeggenoten bij Team Reggeborgh tijdens die eerste trainingen naar jou? Jenning: “Ik kende niemand bij de ploeg, maar werd gelukkig meteen opgenomen in de groep. Er waren meer jonge jongens, onder wie Tim Prins, bij wie ik meteen aansluiting vond. En voor ik het wist zat ik met Wesly Dijs en jou, toch de ervaren mannen in de ploeg, aan de koffie.” Kjeld: “Het is makkelijker om je draai te vinden in een ploeg als je meteen het niveau aankan. Als je net niet meekunt in het begin ontstaat er automatisch een gat en is het lastiger om op iemand af te stappen. Je wordt dan ook minder snel geaccepteerd. Dat klinkt hard, maar zo werkt dat nu eenmaal in topsport. Tim en jij stonden er eind 2023 als broekies meteen in een vol Thialf. Jij won meteen de 500 en 1000 meter bij de NK afstanden en Tim won de 1000 meter bij de WCKT. Het was meteen: bam, hier zijn we!” Heb jij de carrière van Kjeld op de voet gevolgd, Jenning? Jenning: “Hoewel ik de afgelopen jaren in een shorttrack-bubbel zat, heb ik jou vaak genoeg op tv gezien. Ik was wel meer met mijn voorbeelden in het shorttrack bezig, onder wie Sjinkie Knegt en de Zuid-Koreanen, maar ik heb wel gezien dat jij olympische gouden medailles won. Als ik kijk naar wat jij allemaal hebt gepresteerd… Alleen de wereldtitel sprint heb je niet gewonnen, voor de rest heb je alles gewonnen wat er te winnen valt. Dat is voor mij nog zo ver weg.” Lachend: “Ik heb me voor dit gesprek trouwens voorgenomen niet te veel veren in jouw reet te steken. Nu al mislukt.” Kjeld: “Het leeftijdsverschil is soms ook confronterend. En dan doel ik vooral op de dingen waar die jonkies het over hebben in de kleedkamer. Laatst vertelde ik dat ik een World Cup op de 1500 meter reed tegen Ivan Skobrev. Jij vroeg: ‘Wie?’ Toen dacht ik: dude, come on! Grappig, maar tegelijkertijd denk ik op zo’n moment: fucking hell, het is dus alweer zo lang geleden. Ik schaats met mannen die Skobrev niet eens kennen!” Klik op de afbeelding of op deze link en lees het hele verhaal gratis verder.

Zeilen

Marit Bouwmeester: ‘Ik voelde me complete Marit’

Onder toeziend oog van haar tweejarige dochter Jessie Mae kroonde Marit Bouwmeester (36) zich tot de meest succesvolle zeilster aller tijden. Ze won met overmacht olympisch goud in de ILCA 6-klasse na eerder al olympisch goud, zilver en brons én vier wereldtitels te hebben gewonnen. Deze olympische campagne bleek de meest uitdagende. We bespraken zeven momenten in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine: “Ik stapte jankend in de taxi, dacht: is dit het nou waard?” Marit Bouwmeester [caption id="attachment_20584" align="aligncenter" width="2560"] Marit Bouwmeester[/caption] De knuffel van Jessie Mae “Vanaf het water zag ik Jessie al op de schouders van haar vader Diederick zitten. De laatste race voor de afsluitende medalrace was geweest en ik had zo’n voorsprong op mijn concurrenten dat ik al wist dat ik goud had gewonnen. Toen ik op de kant kwam, rende ik naar Jessie toe. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Ik had haar en de rest van de familie één keer gezien in die week, toevallig, toen ik langs een strandje fietste waar zij net waren. Mijn ouders, broer en zus met hun gezinnen, Diederick, Jessie en de oppas zaten met elkaar in één huis.” Lachend: “Ik denk dat zij een pittigere Spelen hebben gehad dan ik.” In Londen in 2012 won je zilver, in Rio vier jaar later werd je voor het eerst olympisch kampioen, in Tokio in 2021 was er brons. Hoe heb je je vierde Spelen beleefd? “Deze medaille was de mooiste van allemaal, maar ook de moeilijkste en meest emotionele. Als er iets is dat het moederschap mij heeft geleerd, is het: accepteren dat het niet allemaal gaat zoals je graag zou willen. Ik had Jessie al zo vaak meegenomen naar trainingskampen en wedstrijden dat ik gewend was aan onzekere factoren; aan presteren zonder slaap bijvoorbeeld.” Zorgde Jessie voor net dat beetje relativeringsvermogen? “Ja. Het lukte me in Marseille, waar we onze olympische races zeilden, heel goed om te denken: ik ga alles geven wat ik in me heb en dan zie ik wel welk resultaat erbij hoort. Dat kleine beetje relativeren werkte voor mij. Relativeren is dodelijk in topsport, maar in mijn geval zorgde het voor de juiste balans.” Jij voer de hele week vooraan. Je had zoveel punten voorsprong dat je voor de afsluitende medalrace al olympisch kampioen was. Had je dat scenario al in je hoofd zitten? “Ik had het van tevoren helemaal gevisualiseerd. Ik wist dat Marseille een locatie was waarop het kon. De omstandigheden waren heel uitdagend, maar dat biedt ook kansen. We hadden een goede tactiek uitgedacht. Ik had een goede grip op de wind, had veel snelheid in alle omstandigheden. Dus ja, ik had dat scenario wel voor ogen. Maar mijn coach Jaap Zielhuis en ik hadden ook afgesproken dat we niet meteen blij zouden zijn na een dag met goede resultaten.” Je maakte het nog even spannend. Je eindigde als elfde en twintigste in de laatste races voor de medalrace. “Ik wilde het toernooi graag in stijl afsluiten, maar er was veel heisa. Als ik won, zou ik de beste zeilster ooit worden. Veel bobo’s kwamen al langs mijn tentje op de kant voordat ik het water op ging. We zeilden op de tv-baan, de wedstrijd zou live te zien zijn. Ik werd op het water omringd door cameraboten en helikopters. Ze blokkeerden mijn zicht, ik kon het water niet meer goed zien vanwege al die boten om me heen. Tegen Jaap zei ik: ik heb niks van de wind kunnen voelen, je moet me helpen. Een valkuil is dan om te gaan twijfelen, maar Jaap zei: ‘Je gaat vol overtuiging varen, daadkracht tonen.’ In de tweede race lag ik vooraan, tot de wedstrijd werd afgelast. Er stond te weinig wind. We moesten opnieuw starten. Maar de wind was zo instabiel. Ik maakte een cruciale fout, eindigde in de middenmoot. Gelukkig had ik een comfortabele voorsprong.” Je grote concurrent, de Deense Anne-Marie Rindom, won zilver. Het was in het verleden vaak stuivertje wisselen tussen jullie, op de Spelen in Tokio won zij goud. Wanneer kreeg je de bevestiging dat je haar in Marseille zou verslaan? “Ik had voor de start van de Spelen pas één keer een uurtje in mijn olympische boot kunnen varen. Vanaf het moment dat ik hem had opgehaald, was er iedere keer weer wat: de ene keer waaide het te hard en mochten we het water niet op. De andere keer moesten Jessies neusamandelen eruit, dus toen ben ik naar huis gevlogen. Vlak voor de start van ons toernooi ben ik naar Marseille gegaan. Toen kon ik het water niet op omdat het toernooi van de 49er-klasse al was gestart. Op de eerste wedstrijddag voelde ik mijn boot pas voor het eerst echt aan. Ik was de haven nog niet uit of wist: aan de boot gaat het niet liggen. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Marit Bouwmeester is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Sharon van Rouwendaal, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Onder toeziend oog van haar tweejarige dochter Jessie Mae kroonde Marit Bouwmeester (36) zich tot de meest succesvolle zeilster aller tijden. Ze won met overmacht olympisch goud in de ILCA 6-klasse na eerder al olympisch goud, zilver en brons én vier wereldtitels te hebben gewonnen. Deze olympische campagne bleek de meest uitdagende. We bespraken zeven momenten in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine: “Ik stapte jankend in de taxi, dacht: is dit het nou waard?” Marit Bouwmeester [caption id="attachment_20584" align="aligncenter" width="2560"] Marit Bouwmeester[/caption] De knuffel van Jessie Mae “Vanaf het water zag ik Jessie al op de schouders van haar vader Diederick zitten. De laatste race voor de afsluitende medalrace was geweest en ik had zo’n voorsprong op mijn concurrenten dat ik al wist dat ik goud had gewonnen. Toen ik op de kant kwam, rende ik naar Jessie toe. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Ik had haar en de rest van de familie één keer gezien in die week, toevallig, toen ik langs een strandje fietste waar zij net waren. Mijn ouders, broer en zus met hun gezinnen, Diederick, Jessie en de oppas zaten met elkaar in één huis.” Lachend: “Ik denk dat zij een pittigere Spelen hebben gehad dan ik.” In Londen in 2012 won je zilver, in Rio vier jaar later werd je voor het eerst olympisch kampioen, in Tokio in 2021 was er brons. Hoe heb je je vierde Spelen beleefd? “Deze medaille was de mooiste van allemaal, maar ook de moeilijkste en meest emotionele. Als er iets is dat het moederschap mij heeft geleerd, is het: accepteren dat het niet allemaal gaat zoals je graag zou willen. Ik had Jessie al zo vaak meegenomen naar trainingskampen en wedstrijden dat ik gewend was aan onzekere factoren; aan presteren zonder slaap bijvoorbeeld.” Zorgde Jessie voor net dat beetje relativeringsvermogen? “Ja. Het lukte me in Marseille, waar we onze olympische races zeilden, heel goed om te denken: ik ga alles geven wat ik in me heb en dan zie ik wel welk resultaat erbij hoort. Dat kleine beetje relativeren werkte voor mij. Relativeren is dodelijk in topsport, maar in mijn geval zorgde het voor de juiste balans.” Jij voer de hele week vooraan. Je had zoveel punten voorsprong dat je voor de afsluitende medalrace al olympisch kampioen was. Had je dat scenario al in je hoofd zitten? “Ik had het van tevoren helemaal gevisualiseerd. Ik wist dat Marseille een locatie was waarop het kon. De omstandigheden waren heel uitdagend, maar dat biedt ook kansen. We hadden een goede tactiek uitgedacht. Ik had een goede grip op de wind, had veel snelheid in alle omstandigheden. Dus ja, ik had dat scenario wel voor ogen. Maar mijn coach Jaap Zielhuis en ik hadden ook afgesproken dat we niet meteen blij zouden zijn na een dag met goede resultaten.” Je maakte het nog even spannend. Je eindigde als elfde en twintigste in de laatste races voor de medalrace. “Ik wilde het toernooi graag in stijl afsluiten, maar er was veel heisa. Als ik won, zou ik de beste zeilster ooit worden. Veel bobo’s kwamen al langs mijn tentje op de kant voordat ik het water op ging. We zeilden op de tv-baan, de wedstrijd zou live te zien zijn. Ik werd op het water omringd door cameraboten en helikopters. Ze blokkeerden mijn zicht, ik kon het water niet meer goed zien vanwege al die boten om me heen. Tegen Jaap zei ik: ik heb niks van de wind kunnen voelen, je moet me helpen. Een valkuil is dan om te gaan twijfelen, maar Jaap zei: ‘Je gaat vol overtuiging varen, daadkracht tonen.’ In de tweede race lag ik vooraan, tot de wedstrijd werd afgelast. Er stond te weinig wind. We moesten opnieuw starten. Maar de wind was zo instabiel. Ik maakte een cruciale fout, eindigde in de middenmoot. Gelukkig had ik een comfortabele voorsprong.” Je grote concurrent, de Deense Anne-Marie Rindom, won zilver. Het was in het verleden vaak stuivertje wisselen tussen jullie, op de Spelen in Tokio won zij goud. Wanneer kreeg je de bevestiging dat je haar in Marseille zou verslaan? “Ik had voor de start van de Spelen pas één keer een uurtje in mijn olympische boot kunnen varen. Vanaf het moment dat ik hem had opgehaald, was er iedere keer weer wat: de ene keer waaide het te hard en mochten we het water niet op. De andere keer moesten Jessies neusamandelen eruit, dus toen ben ik naar huis gevlogen. Vlak voor de start van ons toernooi ben ik naar Marseille gegaan. Toen kon ik het water niet op omdat het toernooi van de 49er-klasse al was gestart. Op de eerste wedstrijddag voelde ik mijn boot pas voor het eerst echt aan. Ik was de haven nog niet uit of wist: aan de boot gaat het niet liggen. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Marit Bouwmeester is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Sharon van Rouwendaal, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Schaatsen

Joy Beune – Wie het laatst lacht…

Voor Joy Beune was 2024 het jaar van haar grote doorbraak. Ze werd wereldkampioen op de 5000 meter en de ploegenachtervolging en werd de beste allrounder van de wereld. De weg naar de top ging met vallen en opstaan voor de 25-jarige schaatsster van Team IKO. De nieuwe koningin van de langebaan lag onder vuur, maar liet zich niet van het ijs slaan. In het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine doet ze haar verhaal. Lachend: “Ik heb geen oppas meer nodig.” Joy Beune [caption id="attachment_20593" align="aligncenter" width="2560"] Joy Beune[/caption] Erwin en Martin ten Hove “Vanaf het eerste gesprek dat we voerden, in 2022, klikte het met Erwin en Martin. Zij waren ervan overtuigd dat ik de beste schaatsster van de wereld kon worden. Dat zij op dat moment zoveel vertrouwen in mij uitspraken, na een paar moeilijke jaren bij Jumbo-Visma, deed heel veel met me. Hoewel zij mijn trainers zijn, voelden ze al snel als een soort familie voor me. Alles kan in overleg met hen, er is nooit onenigheid. Van jongs af aan werd geroepen dat ik de beste schaatsster van de wereld kon worden, zeker nadat ik in 2018 wereldkampioen bij de junioren werd door de wereldrecords op de 1000, 1500 en 3000 meter te verbeteren. Maar om de stap ook daadwerkelijk te zetten, was een heel goede band met mijn coaches cruciaal. Ik wil het gevoel hebben van mijn coaches dat ik ertoe doe, dat zij het allerbeste voor mij willen. Dat gevoel geven Erwin en Martin mij vanaf dag één. Bij Team IKO wordt gekeken naar het individu, er wordt echt maatwerk geleverd. Wat voor de een werkt, hoeft niet automatisch voor de ander te werken. Eerst moesten we ontdekken welke aanpak het best bij mij paste. We zijn samen gaan puzzelen, ik kreeg daar zoveel vertrouwen van. Ik ben een gevoelsmens, staar me niet blind op de cijfertjes. Soms kan al dat meten een tikkeltje te veel zijn. Tenminste: zo ervaar ik dat. Een test is slechts een momentopname. Bij Team IKO zijn ze ook niet meteen bezorgd bij een mindere test, hebben ze alle trainingen die al zijn gedaan ook in het achterhoofd. Bij Erwin en Martin is er volop ruimte om me op mentaal vlak te ontwikkelen. Psyned is betrokken bij de ploeg. Sportpsycholoog Yara van Gendt maakt ook echt deel uit van de begeleidingsstaf. We doen vaak teamsessies, zodat we elkaar goed leren kennen. Eens in de twee of drie weken kunnen we ook individueel met Yara zitten. Zij houdt heel goed in de gaten of er zaken zijn die niet helemaal gaan zoals iemand zou willen. Yara kan dat dan weer aankaarten bij de coaches. Daarnaast heb ik zelf ook al een tijdje iemand die mij op mentaal vlak helpt. Met haar kan ik lekker sparren of gewoon even lekker lullen. Vooral op mentaal vlak heb ik veel winst geboekt. Vroeger dacht ik: ik moet gewoon zo hard schaatsen als ik kan. Verder had ik geen plan. Een raceplan maken en me daar ook echt aan houden, dat heb ik echt geleerd de afgelopen twee jaar. Met dank aan mijn coaches, maar ook dankzij de mentale begeleiders. Tijdens races kon ik best afgeleid raken of terugvallen in oude patronen. Het is zaak om heel duidelijk mijn taken uit te voeren en me niet van de wijs te laten brengen. Ik word op een gegeven moment moe en juist dan is het belangrijk om te blijven doen wat ik moet doen. Het klinkt heel eenvoudig, maar dat is iets wat heel moeilijk is in de praktijk. Je kunt bijvoorbeeld medelijden krijgen met jezelf, denken: mijn benen doen zo’n pijn. Om dat gevoel zo lang mogelijk uit te stellen is het goed om een duidelijk plan te hebben en de taken die daarbij horen tijdens een race te blijven herhalen in m’n hoofd. Door mezelf telkens toe te spreken, ben ik ook heel erg gefocust en is er minder ruimte voor de pijn. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Joy Beune is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Voor Joy Beune was 2024 het jaar van haar grote doorbraak. Ze werd wereldkampioen op de 5000 meter en de ploegenachtervolging en werd de beste allrounder van de wereld. De weg naar de top ging met vallen en opstaan voor de 25-jarige schaatsster van Team IKO. De nieuwe koningin van de langebaan lag onder vuur, maar liet zich niet van het ijs slaan. In het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine doet ze haar verhaal. Lachend: “Ik heb geen oppas meer nodig.” Joy Beune [caption id="attachment_20593" align="aligncenter" width="2560"] Joy Beune[/caption] Erwin en Martin ten Hove “Vanaf het eerste gesprek dat we voerden, in 2022, klikte het met Erwin en Martin. Zij waren ervan overtuigd dat ik de beste schaatsster van de wereld kon worden. Dat zij op dat moment zoveel vertrouwen in mij uitspraken, na een paar moeilijke jaren bij Jumbo-Visma, deed heel veel met me. Hoewel zij mijn trainers zijn, voelden ze al snel als een soort familie voor me. Alles kan in overleg met hen, er is nooit onenigheid. Van jongs af aan werd geroepen dat ik de beste schaatsster van de wereld kon worden, zeker nadat ik in 2018 wereldkampioen bij de junioren werd door de wereldrecords op de 1000, 1500 en 3000 meter te verbeteren. Maar om de stap ook daadwerkelijk te zetten, was een heel goede band met mijn coaches cruciaal. Ik wil het gevoel hebben van mijn coaches dat ik ertoe doe, dat zij het allerbeste voor mij willen. Dat gevoel geven Erwin en Martin mij vanaf dag één. Bij Team IKO wordt gekeken naar het individu, er wordt echt maatwerk geleverd. Wat voor de een werkt, hoeft niet automatisch voor de ander te werken. Eerst moesten we ontdekken welke aanpak het best bij mij paste. We zijn samen gaan puzzelen, ik kreeg daar zoveel vertrouwen van. Ik ben een gevoelsmens, staar me niet blind op de cijfertjes. Soms kan al dat meten een tikkeltje te veel zijn. Tenminste: zo ervaar ik dat. Een test is slechts een momentopname. Bij Team IKO zijn ze ook niet meteen bezorgd bij een mindere test, hebben ze alle trainingen die al zijn gedaan ook in het achterhoofd. Bij Erwin en Martin is er volop ruimte om me op mentaal vlak te ontwikkelen. Psyned is betrokken bij de ploeg. Sportpsycholoog Yara van Gendt maakt ook echt deel uit van de begeleidingsstaf. We doen vaak teamsessies, zodat we elkaar goed leren kennen. Eens in de twee of drie weken kunnen we ook individueel met Yara zitten. Zij houdt heel goed in de gaten of er zaken zijn die niet helemaal gaan zoals iemand zou willen. Yara kan dat dan weer aankaarten bij de coaches. Daarnaast heb ik zelf ook al een tijdje iemand die mij op mentaal vlak helpt. Met haar kan ik lekker sparren of gewoon even lekker lullen. Vooral op mentaal vlak heb ik veel winst geboekt. Vroeger dacht ik: ik moet gewoon zo hard schaatsen als ik kan. Verder had ik geen plan. Een raceplan maken en me daar ook echt aan houden, dat heb ik echt geleerd de afgelopen twee jaar. Met dank aan mijn coaches, maar ook dankzij de mentale begeleiders. Tijdens races kon ik best afgeleid raken of terugvallen in oude patronen. Het is zaak om heel duidelijk mijn taken uit te voeren en me niet van de wijs te laten brengen. Ik word op een gegeven moment moe en juist dan is het belangrijk om te blijven doen wat ik moet doen. Het klinkt heel eenvoudig, maar dat is iets wat heel moeilijk is in de praktijk. Je kunt bijvoorbeeld medelijden krijgen met jezelf, denken: mijn benen doen zo’n pijn. Om dat gevoel zo lang mogelijk uit te stellen is het goed om een duidelijk plan te hebben en de taken die daarbij horen tijdens een race te blijven herhalen in m’n hoofd. Door mezelf telkens toe te spreken, ben ik ook heel erg gefocust en is er minder ruimte voor de pijn. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Joy Beune is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Handbal

Handbalbloed: Jorn, Inger en Kay Smits

Handbal zit bij Jorn (32), Inger (30) en Kay Smits (27) in de genen. Vader Gino Smits en moeder Cecile Leenen waren handbalinternational en nu zijn hun kinderen dat. Ze zijn uitgewaaid over Europa, maar denk nou niet dat het ze alleen voor de wind is gegaan. In aanloop naar het EK voor vrouwen, in december, en het mannenWK in januari, komen ze samen voor een interview in Helden Magazine. “Mijn zus en broer verleggen ook míjn plafond.” Jorn, Inger en Kay Smits Dat Inger, Jorn en Kay aan één tafel zitten in het Limburgse Schinnen is zeldzaam, want het is geen sinecure om ze bij elkaar te krijgen. Jorn speelt in Zwitserland bij Amicitia, Inger in Roemenië bij CSM Boekarest en Kay in Duitsland bij Flensburg. “We hebben twee standaardmomenten in het jaar dat we elkaar zien: in de zomer als de competities stilliggen en rond kerst,” zegt Jorn. “En soms zien we elkaar per ongeluk,” vult Inger aan. Jorn: “Kerst vierden we de laatste jaren als gezin meestal in Duitsland, omdat daar rond die tijd nog wordt gespeeld. Wellicht vieren we het dit jaar bij Inger in Roemenië, de onderhandelingen moeten nog beginnen.” Inger: “Wij weten niet anders dan dat het een hele puzzel is om af te spreken. De zestigste verjaardag van onze moeder vierden we pas maanden later.” Van huis uit is er alle begrip dat het vaak lastig afspreken is. Moeder Cecile Leenen speelde 104 handbalinterlands. Vader Gino kwam 23 keer uit voor het Nederlands handbalteam en werd daarna clubcoach in Nederland, bondscoach van Jong Oranje, assistentbondscoach van Nederland en trainde zowel Borussia Dortmund als Duitsland onder 18. Hij trainde mannen- en vrouwenteams. [caption id="attachment_20591" align="aligncenter" width="2500"] V.l.n.r. Jorn, Kay en Inger Smits[/caption] Inger: “Pas als mensen tegen me zeggen dat we een heel bijzonder gezin hebben, sta ik er even bij stil. We kennen de verhalen van onze ouders ook. Mama is altijd heel bescheiden, zegt steeds dat handbal in haar tijd nog niet zo professioneel was als nu.” Jorn: “Wij kregen vanuit de opvoeding mee ons niet arrogant op te stellen. Wat je daar ook mee ontwikkelt, is dat je niet te snel tevreden bent met wat je hebt bereikt en dat is weer belangrijk om je ambities waar te maken.” Kay: “Die ambitie komt echt vanuit onszelf. Tijdens de opvoeding leerden we: het maakt niet uit wat je gaat doen, al ga je voetballen in de vijfde klasse of biljarten, maar doe je best en maak plezier.” I nger: “Ik krijg geregeld de opmerking: ‘Jullie moesten zeker handballen van jullie ouders?’ Dat was helemaal niet zo. We hebben ook andere sporten gedaan, zoals atletiek en judo. Onze vader was toen trainer van Sittardia en elke zaterdagavond renden Jorn, Kay en ik met een bal rond in die hal. Zo ontstond de liefde voor de sport.” Inger: “We waren alle drie talentvol in de jeugd, maar kwamen ook weleens mopperend of huilend thuis omdat het niet lekker ging of dat een ploeggenootje de bal niet eens kon vangen. Dan zei papa: ‘Dan moet jij ervoor zorgen, door een stuitbal of dichterbij te staan, dat hij of zij die bal wél kan vangen.’ Als ik een keer tien goals had gescoord en in de kantine iedereen enthousiast ‘door jou hebben we gewonnen’ riep, dan had hij nog wat dingetjes gezien die anders konden. Hij was kritisch, ook om te zorgen dat we niet naast onze schoenen gingen lopen.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Jorn, Inger en Kay Smits is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis. Dit jaar groeide ze echter uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden. Ze vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Handbal zit bij Jorn (32), Inger (30) en Kay Smits (27) in de genen. Vader Gino Smits en moeder Cecile Leenen waren handbalinternational en nu zijn hun kinderen dat. Ze zijn uitgewaaid over Europa, maar denk nou niet dat het ze alleen voor de wind is gegaan. In aanloop naar het EK voor vrouwen, in december, en het mannenWK in januari, komen ze samen voor een interview in Helden Magazine. “Mijn zus en broer verleggen ook míjn plafond.” Jorn, Inger en Kay Smits Dat Inger, Jorn en Kay aan één tafel zitten in het Limburgse Schinnen is zeldzaam, want het is geen sinecure om ze bij elkaar te krijgen. Jorn speelt in Zwitserland bij Amicitia, Inger in Roemenië bij CSM Boekarest en Kay in Duitsland bij Flensburg. “We hebben twee standaardmomenten in het jaar dat we elkaar zien: in de zomer als de competities stilliggen en rond kerst,” zegt Jorn. “En soms zien we elkaar per ongeluk,” vult Inger aan. Jorn: “Kerst vierden we de laatste jaren als gezin meestal in Duitsland, omdat daar rond die tijd nog wordt gespeeld. Wellicht vieren we het dit jaar bij Inger in Roemenië, de onderhandelingen moeten nog beginnen.” Inger: “Wij weten niet anders dan dat het een hele puzzel is om af te spreken. De zestigste verjaardag van onze moeder vierden we pas maanden later.” Van huis uit is er alle begrip dat het vaak lastig afspreken is. Moeder Cecile Leenen speelde 104 handbalinterlands. Vader Gino kwam 23 keer uit voor het Nederlands handbalteam en werd daarna clubcoach in Nederland, bondscoach van Jong Oranje, assistentbondscoach van Nederland en trainde zowel Borussia Dortmund als Duitsland onder 18. Hij trainde mannen- en vrouwenteams. [caption id="attachment_20591" align="aligncenter" width="2500"] V.l.n.r. Jorn, Kay en Inger Smits[/caption] Inger: “Pas als mensen tegen me zeggen dat we een heel bijzonder gezin hebben, sta ik er even bij stil. We kennen de verhalen van onze ouders ook. Mama is altijd heel bescheiden, zegt steeds dat handbal in haar tijd nog niet zo professioneel was als nu.” Jorn: “Wij kregen vanuit de opvoeding mee ons niet arrogant op te stellen. Wat je daar ook mee ontwikkelt, is dat je niet te snel tevreden bent met wat je hebt bereikt en dat is weer belangrijk om je ambities waar te maken.” Kay: “Die ambitie komt echt vanuit onszelf. Tijdens de opvoeding leerden we: het maakt niet uit wat je gaat doen, al ga je voetballen in de vijfde klasse of biljarten, maar doe je best en maak plezier.” I nger: “Ik krijg geregeld de opmerking: ‘Jullie moesten zeker handballen van jullie ouders?’ Dat was helemaal niet zo. We hebben ook andere sporten gedaan, zoals atletiek en judo. Onze vader was toen trainer van Sittardia en elke zaterdagavond renden Jorn, Kay en ik met een bal rond in die hal. Zo ontstond de liefde voor de sport.” Inger: “We waren alle drie talentvol in de jeugd, maar kwamen ook weleens mopperend of huilend thuis omdat het niet lekker ging of dat een ploeggenootje de bal niet eens kon vangen. Dan zei papa: ‘Dan moet jij ervoor zorgen, door een stuitbal of dichterbij te staan, dat hij of zij die bal wél kan vangen.’ Als ik een keer tien goals had gescoord en in de kantine iedereen enthousiast ‘door jou hebben we gewonnen’ riep, dan had hij nog wat dingetjes gezien die anders konden. Hij was kritisch, ook om te zorgen dat we niet naast onze schoenen gingen lopen.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Jorn, Inger en Kay Smits is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis. Dit jaar groeide ze echter uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden. Ze vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Schaatsen

Heldenpraat met Selma Poutsma

Ze werd met de Nederlandse relayploeg olympisch kampioen in 2022 en veroverde in maart bij de WK in Rotterdam voor de vierde keer de wereldtitel op de aflossing. Maar Selma Poutsma (25) kijkt ook verder dan het shorttracken, heeft de overstap gemaakt naar Team Essent en wil ook schitteren als langebaanschaatsster. Helden onderwerpt haar in het dubbeldikke jubileumnummer aan een vragenvuur. Selma Poutsma Als ik niet zou schaatsen, zou ik deze sport beoefenen. “Ballet. Ik wilde vroeger ballerina worden en heb rond mijn twaalfde ook even op ballet gezeten. Ik ben helemaal niet lenig of elegant, dus ik had het ook niet ver geschopt als ballerina, maar ik vind het nog steeds leuk om naar te kijken. Als gezin is het traditie om elk jaar met elkaar naar het Nationale Opera & Ballet-theater te gaan. Helaas kan ik er niet altijd bij zijn, omdat ik vaak wedstrijden heb. De voorstellingen die ik heb gezien, vond ik geweldig.” Tattoo of piercing. “Mag ik ze ook allebei níét kiezen? Een piercing of tatoeage vind ik bij anderen heel vet, maar bij mezelf passen ze niet zo. Als ik dan écht een keuze zou moeten maken, zou ik voor een neuspiercing gaan.” Het Wilhelmus of de Marseillaise. “De Marseillaise is een prachtig volkslied. Ik vond het dan ook geweldig dat die voor mij heeft geklonken toen ik Frans kampioen werd. Maar ik kies toch voor het Wilhelmus. Dat is mijn volkslied. Ik voel me helemaal op m’n plek in Nederland en zou hier ook nooit meer weg willen. In Frankrijk heb ik vier jaar gewoond, tussen 2014 en 2018, en daar de middelbare school afgerond. Ik kwam in Frankrijk terecht door een trainingsstage die we daar hadden met een groep junioren. Ik kreeg de vraag of ik er een jaar wilde trainen. Dat wilde ik wel. [caption id="attachment_20588" align="aligncenter" width="2500"] Selma Poutsma[/caption] Ik ben er uiteindelijk veel langer gebleven en kwam ook voor de Franse shorttrackploeg uit. Ik heb World Cupwedstrijden voor Frankrijk gereden en er was even sprake van dat ik, als ik me zou weten te kwalificeren, ook voor Frankrijk op de Olympische Spelen uit zou komen. Uiteindelijk ben ik blij dat het niet gebeurd is. In 2018 keerde ik terug naar Nederland en in 2022 kon ik ‘gewoon’ voor Nederland uitkomen op de Spelen en goud pakken.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Selma Poutsma is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Ze werd met de Nederlandse relayploeg olympisch kampioen in 2022 en veroverde in maart bij de WK in Rotterdam voor de vierde keer de wereldtitel op de aflossing. Maar Selma Poutsma (25) kijkt ook verder dan het shorttracken, heeft de overstap gemaakt naar Team Essent en wil ook schitteren als langebaanschaatsster. Helden onderwerpt haar in het dubbeldikke jubileumnummer aan een vragenvuur. Selma Poutsma Als ik niet zou schaatsen, zou ik deze sport beoefenen. “Ballet. Ik wilde vroeger ballerina worden en heb rond mijn twaalfde ook even op ballet gezeten. Ik ben helemaal niet lenig of elegant, dus ik had het ook niet ver geschopt als ballerina, maar ik vind het nog steeds leuk om naar te kijken. Als gezin is het traditie om elk jaar met elkaar naar het Nationale Opera & Ballet-theater te gaan. Helaas kan ik er niet altijd bij zijn, omdat ik vaak wedstrijden heb. De voorstellingen die ik heb gezien, vond ik geweldig.” Tattoo of piercing. “Mag ik ze ook allebei níét kiezen? Een piercing of tatoeage vind ik bij anderen heel vet, maar bij mezelf passen ze niet zo. Als ik dan écht een keuze zou moeten maken, zou ik voor een neuspiercing gaan.” Het Wilhelmus of de Marseillaise. “De Marseillaise is een prachtig volkslied. Ik vond het dan ook geweldig dat die voor mij heeft geklonken toen ik Frans kampioen werd. Maar ik kies toch voor het Wilhelmus. Dat is mijn volkslied. Ik voel me helemaal op m’n plek in Nederland en zou hier ook nooit meer weg willen. In Frankrijk heb ik vier jaar gewoond, tussen 2014 en 2018, en daar de middelbare school afgerond. Ik kwam in Frankrijk terecht door een trainingsstage die we daar hadden met een groep junioren. Ik kreeg de vraag of ik er een jaar wilde trainen. Dat wilde ik wel. [caption id="attachment_20588" align="aligncenter" width="2500"] Selma Poutsma[/caption] Ik ben er uiteindelijk veel langer gebleven en kwam ook voor de Franse shorttrackploeg uit. Ik heb World Cupwedstrijden voor Frankrijk gereden en er was even sprake van dat ik, als ik me zou weten te kwalificeren, ook voor Frankrijk op de Olympische Spelen uit zou komen. Uiteindelijk ben ik blij dat het niet gebeurd is. In 2018 keerde ik terug naar Nederland en in 2022 kon ik ‘gewoon’ voor Nederland uitkomen op de Spelen en goud pakken.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Selma Poutsma is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Basketbal

Dinja en Joeri van Liere: Wereldveroveraars

Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer!