Word abonnee
Meer

Wielrennen

Remco Evenepoel: supertalent op wielen

Wat Mathieu van der Poel is voor Nederland, is Remco Evenepoel voor België: een supertalent op wielen. Na zijn spetterende debuut als wielerprof werd hij gelijk besteld als toekomstige Tourwinnaar. Zover is het nog niet, maar een indrukkende erelijst heeft hij inmiddels al wel opgebouwd. Na zijn debuutjaar zochten we hem op om, de op dat moment grote belofte, negen namen voor te leggen. Alberto Contador “Toen ik jong was, was Contador mijn idool. Bij het kijken naar de grote ronden hoopte ik altijd dat hij zou winnen. Ons huis was vroeger op een kilometer afstand van de Bosberg. Tijdens de Ronde van Vlaanderen gingen we daar elk jaar langs het parcours staan en naar de koers kijken. Ik dacht altijd dat Contador meedeed. In die periode reed hij bij Astana. Elke keer als er een Astana-renner voorbijkwam op de Bosberg riep ik: Alberto! Alberto! Maar Contador deed nooit mee. Een beetje gek dat ik dat riep, maar ik was toen nog geen tien jaar en had daar helemaal geen besef van. De koersstijl van Contador sprak me als kind enorm aan. Hij durfde vroeg aan te vallen, zeker als hij in een grote ronde op achterstand stond. Dan schudde hij van die prachtige nummers uit zijn benen in een poging het klassement toch nog te winnen. Contador kon ook goed tijdrijden en had alles in huis wat een ronderenner nodig heeft. Dat heeft hij tijdens zijn loopbaan wel bewezen. Ik val ook graag van ver voor de finish aan. Soms lukt het om op die manier te winnen, soms niet. Als het lukt, is het gevoel dubbel zo mooi. Maar voor de duidelijkheid: ik ben nog heel ver weg van wat Contador in zijn loopbaan allemaal heeft gepresteerd. In januari 2019 heb ik hem voor de eerste keer ontmoet toen ik met mijn ploeg Deceuninck - Quick-Step op trainingskamp was in het Spaanse Calpe. Dat was een droom die werkelijkheid werd. Hij is een superaardige kerel. Het belangrijkste wat Contador me toen meegaf, was dat ik ook in de winterperiode goed voor mezelf moet zorgen. Maar zeker niet te extreem. Tegenwoordig hebben we na een wedstrijd af en toe contact via Instagram. Het is heel cool om nu soms berichten te sturen naar mijn idool.” Dries Mertens “Hij speelde in het eerste van PSV toen ik daar in de jeugd zat. Ik maakte de overstap van Anderlecht, heb van mijn elfde tot mijn vijftiende bij PSV gevoetbald. Ik verbleef in een gastgezin en moest veel zelf regelen. In die periode ben ik heel zelfstandig geworden en dat kan ik goed gebruiken in het leven dat ik nu leid. Ook ben ik bij PSV veranderd qua mentaliteit. In die drie jaar ben ik harder geworden voor mezelf en voor mijn omgeving. Daarnaast ben ik er als mens en atleet in alle opzichten verbeterd. Ik was een heel fysieke voetballer. Het aspect dat bij wielrennen het belangrijkste is, daar had ik als voetballer eigenlijk te veel van. En ik had iets te weinig techniek. Ik was van het passen en van de schoten. De vrije trappen waren altijd voor mij. Ik kon de hele wedstrijd blijven lopen, maar ik was totaal niet explosief. Naarmate je ouder wordt, worden dat soort dingen alleen maar belangrijker. Misschien dat ik daarom steeds meer aan de kant werd geschoven en minder aan spelen toekwam. Na PSV ging ik terug naar Anderlecht, maar daar verloor ik het plezier op het veld. Ik werd een totaal andere jongen. Een beetje teruggetrokken en niet meer zo spontaan en positief. Op een gegeven moment wilde ik weer plezier hebben in m’n leven. Ik besloot te gaan fietsen. De eerste keer dat ik doorkreeg dat ik echt talent had, was toen ik in de winter van 2018 als junior mee op stage mocht met het toenmalige Quick-Step-Floors. Ik was nog geen achttien jaar en pas zes maanden aan het fietsen. Toen werd me duidelijk dat het allemaal best serieus aan het worden was.” Patrick Evenepoel “Ik ben enig kind. Mijn ouders doen alles voor me. Eigenlijk hebben ze sinds ik ben geboren alles in hun leven in functie van mij gedaan. Dat zal ook altijd zo blijven. Het is wel zo dat ik nu steeds meer op eigen benen ga staan. Ik ben veel aan het reizen met de ploeg, rijd veel wedstrijden en ben weinig thuis. Mijn ouders voelen ook dat wat ze voor me zouden kunnen doen, minder en minder wordt. Maar de band die we met zijn drieën hebben, zal altijd blijven bestaan. Ik zal nooit vergeten wat mijn ouders allemaal voor me hebben gedaan. Mijn vader is drie jaar profrenner geweest. Bij ons thuis stond op zondag altijd de koers aan op tv. Ook toen ik nog voetbalde, keek ik liever naar wielrennen dan naar voetbal. Dat is altijd zo geweest. Mijn vader heeft me nooit gedwongen om te gaan fietsen. Het was mijn eigen keuze om op mijn zeventiende te switchen van sport. Vanaf het moment dat ik op de fiets stapte, gaf mijn vader me zoveel mogelijk tips. De momenten dat ik thuis ben tijdens het seizoen worden steeds korter. Maar als ik thuis ben, heb ik graag dat alles loopt zoals ik gepland heb. Staan er een training en daarna afspraken bij de fysiotherapeut en masseur op mijn dagprogramma, dan heb ik niet graag dat daar iets in verandert. Gebeurt dat toch, dan kan ik soms wat vervelend zijn voor mijn ouders en ben ik niet altijd de makkelijkste. Maar ze kennen me nu twintig jaar en weten dat ik het nooit kwaad bedoel. Mijn ouders waren er afgelopen augustus niet bij toen ik in Spanje met de Clásica San Sebastián mijn eerste grote eendaagse koers won. Daarom heb ik voor hen een schilderij laten maken van mijn finishfoto. Mijn vader en moeder nemen niet snel iets aan, maar met dat doek wilde ik ze iets teruggeven. Als ze nu thuis naar dat schilderij kijken, hebben ze toch het gevoel dat ze erbij zijn geweest.” Mathieu van der Poel “Een supertoffe kerel. Mathieu gaat de toekomst van het wielrennen bepalen. Het is niet dat we echt een band hebben, maar zo af en toe is er wel contact via WhatsApp. Toen we vorig seizoen allebei Nokere Koerse gingen rijden, stuurden we elkaar vooraf berichtjes en vroeg ik hem wanneer we tijdens de race samen gingen aanvallen. Dat was gewoon om te lachen. Onze vaders hebben nog in dezelfde ploeg gereden. Adrie heeft mijn vader nog eens wat tips gegeven toen ze elkaar tegenkwamen bij het veldrijden. Mijn vader gaf die tips dan aan mij door. Mathieu wint veel. Dat was bij mij ook het geval toen ik in 2018 voor het tweede jaar bij de junioren reed. Het was een heel bizar seizoen. Ik won bijna overal waar ik aan de start verscheen. Zo werd ik Belgisch, Europees én wereldkampioen op zowel de tijdrit als in de wegwedstrijd. Het was heel mooi om de hoofdrol te mogen spelen en ik heb er zeker van genoten, maar zo’n seizoen ga ik nooit meer meemaken in mijn carrière.” Patrick Lefevere “De baas van onze ploeg en de man die me een profcontract heeft gegeven. Het was niet zo dat ik voor Deceuninck - Quick-Step koos omdat ze op fietsen van Specialized rijden, maar ik ben wel gek van dat materiaal. Niet alleen van de tijdritfiets, maar van alle fietsen. Ik ben er zo aan gewend en zo tevreden over dat ik nooit meer op een andere fiets wil rijden. Patrick helpt me met alles. Onze band wordt hechter en hechter. Soms sturen we elkaar berichten over het domste wat je kan bedenken. Het leuke is: ik weet op zo’n moment dat ik met mijn baas aan het praten ben, maar zo voelt het niet. Dat is het speciale van onze band. Patrick zou voor de ploeg door het vuur gaan, voor elke renner. Het is echt een bijzondere man. Halverwege vorig seizoen vertelde Patrick me dat hij met het idee rondliep om mij in de selectie voor de Clásica San Sebastián op te nemen. De ploegleiders hadden hun twijfels of het niet te vroeg zou zijn om mij zo’n grote eendagskoers te laten rijden. Na een hoogtestage in Italië belde ik Patrick en vertelde hem dat ik klaar dacht te zijn voor San Sebastián. Het was vlak voordat ik in een Italiaanse rittenkoers een etappe won na een solo van dertig kilometer. Op de avond na die overwinning stuurde hij me een bericht: ‘Oké, je bent er klaar voor.’ Anderhalve week later lag ik met ploeggenoot Tim Declercq op de hotelkamer. Het was de dag voor de koers en in de Belgische media waren berichten verschenen dat ik mogelijk naar Monaco zou verhuizen. Ze waren me aan het afkraken dat ik tussen dat chique gedoe ging wonen en dat het me allemaal om het geld ging. Ik zei tegen Tim: ik heb helemaal geen zin om morgen te koersen. Waarom zou ik nog fietsen? Het is toch allemaal slecht wat ik doe. ‘In mijn periode bij PSV ben ik zelfstandig geworden en dat kan ik goed gebruiken in het leven dat ik nu leid’ Daarmee doelend op de artikelen die over me werden geschreven. Tim zei me dat ik er juist mijn motivatie uit moest halen. Voor het slapen zei ik tegen hem: morgen ga ik winnen. Dat lukte ook nog. Het was een heel mooi en emotioneel moment. Patrick is ook degene geweest die mij en de ploegleiding heeft overgehaald om dit jaar de Giro te gaan rijden. Het zal mijn eerste grote ronde worden. Een grote stap in mijn leven. Ik heb er echt zin in. Ook gezien de vele tijdritkilometers. Het hoofddoel is om ervaring op te doen en te zien hoe mijn lichaam reageert op twee à drie weken zwaar koersen en elke dag top te moeten zijn. Ik zit totaal nog niet met een klassement in mijn hoofd, alleen met de tijdritten. Ik wil zien wat ik in een grote ronde waard ben ten opzichte van de wereldtoppers op dat gebied. De Giro begint in Boedapest met een tijdrit van tien kilometer. Ik ga alles geven voor een zo goed mogelijke uitslag. Dat kan een eerste plaats en dus een roze trui zijn. We gaan het wel zien.” David Philips “De man die de ontwerpen maakt van mijn eigen kledinglijn. Dat gaat in samenwerking met mijn supportersclub. Voor de fans is het leuk om in die kleding naar de wedstrijden te komen en te laten zien voor welke renner ze zijn. De opbrengsten van de verkoop gaan naar het goede doel. Ik vind: als je zoiets doet, kun je het geld niet voor jezelf houden. Dat moet je doneren. Op vijfhonderd meter van ons huis in Schepdaal is een wooncentrum voor kinderen en jongvolwassen tussen de vijftien en 25 jaar met een geestelijke beperking. Al het geld dat met de kleding wordt verdiend, gaat naar het wooncentrum. Zo hebben we onlangs een fietspad kunnen sponsoren dat tussen de gebouwen van het centrum loopt, zodat er in de pauze gefietst kan worden. Ik vind het goed en belangrijk om zoiets binnen mijn eigen dorp te kunnen doen.” Tom Dumoulin “De bergrit in de UAE Tour in februari 2019 was mijn eerste aankomst bergop bij de profs. Ik kwam op een kleine minuut van etappewinnaar Alejandro Valverde over de finish. Net achter Dumoulin. Dat was het eerste moment dat ik besefte dat ik met de besten van het peloton mee kan komen op langere klimmen. Ik begon vorig jaar meteen goed aan mijn debuutseizoen als beroepsrenner. Ik was van de junioren, waar ik dat jaar het super had gedaan, direct naar de profs gegaan. Een grote stap, maar alles leek vanzelf te gaan. Ik werd vierde in de Ronde van Turkije. Nog even geduld hebben en dan zou die eerste zege wel komen, dacht ik. Maar in de Ronde van Romandië liep ik met mijn kop tegen de muur. Zowel fysiek als mentaal was ik niet goed. Ik werd met beide benen op de grond gezet. Toch was het in én buiten de koers een heel leerzame week. Samen met de ploeg ging ik op zoek naar oplossingen en die vonden we ook. Het was een kwestie van leren wat de levensstijl van een profrenner inhoudt. Na Romandië kwam ik erachter wat wel en niet voor me werkt. Ik maakte een klik in mijn hoofd. Alles wat ik deed werd routine, ik raakte in een flow en begon vanaf de zomer met winnen. Toen was ik echt vertrokken. Het was ook in die periode dat ik mezelf als tijdrijder ontdekte met een derde plaats op het Belgisch kampioenschap. Daarna ging ik meer en meer aan het tijdrijden werken en ging het allemaal heel snel. Ik werd Europees kampioen in Alkmaar en pakte zilver op het WK in Yorkshire. Vooral dat WK was speciaal. Ik had nog nooit een tijdrit van langer dan een uur gereden. Winnaar Rohan Dennis was die dag outstanding, maar ik was op mijn beurt bijna een minuut sneller dan de nummer drie. Door dat resultaat weet ik nu dat er veel mogelijk is. Als je een goede tijdrit in de benen hebt, kun je ook goed een klim op rijden omdat je die power langer kunt vasthouden. Maar ik weet ook dat ik nog veel moet verbeteren in het tijdrijden en het klimmen. Die marge is er zeker. De logica zegt dat ik nog stappen ga maken. Zo ben ik nu vier tot vijf kilo lichter dan vorig jaar. Voor de grote ronden is het nu eenmaal nodig om met mijn gewicht bezig te zijn. ‘Het is heel mooi dat ik met Merckx word vergeleken, maar om eerlijk te zijn trek ik me er niets van aan’ Maar mijn voedingspatroon is zeker nog niet op het extreme af. Dat mag ook niet, want ik ben net twintig geworden. Ik moet gewoon in mezelf geloven, stappen blijven zetten en proberen een zo compleet mogelijke coureur te worden. Voor dit seizoen zijn de tijdritten en wegwedstrijden op de Olympische Spelen en de WK mijn grote doelen. Tom Dumoulin zal in Tokio zeer waarschijnlijk een concurrent van me worden. Het is uniek dat ik als jonge gast al mag deelnemen aan de Spelen. Iedere sporter droomt ervan om ooit op dat toneel te staan. De parcoursen van de tijdrit en de wegwedstrijd liggen me uitzonderlijk goed. Het is aan mij om ervoor te zorgen dat ik in de best mogelijke vorm aan de start sta. In beide wedstrijden ga ik voor de winst. Ik ben een winnaar. Of het nu een kermiskoers is of de Olympische Spelen, ik rijd altijd om te winnen.” Philippe Gilbert “Mijn oud-ploeggenoot. Ik mis hem wel. Vorig jaar reden we samen en nu zit hij bij Lotto-Soudal. Philippe is ex-wereldkampioen, winnaar van meerdere monumenten. Hij was een van de leiders van onze ploeg. Als zo’n renner het team verlaat, is dat zeker een gemis. Ik heb nog altijd goed contact met Philippe. Hij wil ook dat het met mij allemaal goed gaat, al zal dat nu misschien ietsje minder zijn nu hij bij een andere ploeg rijdt, haha. Ik zal Philippe een overwinning zeker niet misgunnen. Het is mooi om te zien dat mannen als hij en ook Alejandro Valverde richting de veertig gaan en nog altijd op een heel hoog niveau koersen. Dat geeft mij alleen maar motivatie.” ‘Mijn ultieme droom is de drie grote ronden winnen. Of het haalbaar is, weet ik niet. Maar ik ga er mijn uiterste best voor doen’ Eddy Merckx “Merckx is de grootste wielrenner aller tijden. Het is heel mooi dat ik met hem word vergeleken, maar om eerlijk te zijn trek ik me er niets van aan. Ik ben zo met mijn vak en mijn toekomst bezig – wat volgens mij ook heel normaal is – dat ik weinig meekrijg van wat er door de buitenwereld wordt gezegd. In België heeft men hoge verwachtingen van me, dat is al zo sinds de junioren. Ik ben er inmiddels aan gewend geraakt. Ze mogen over me zeggen wat ze willen, het gaat mijn focus op het wielrennen niet veranderen. De ploeg en mijn ouders helpen me daar ook goed bij. Alles in mijn leven is veranderd, thuis en op de fiets. Soms is het moeilijk om Remco te zijn, maar het is zoals het is. Ik kan, denk ik, goed omgaan met de aandacht. Aan de andere kant is die erkenning van het publiek ook heel mooi. Ik probeer gewoon zo positief mogelijk te blijven. Mijn ultieme droom is de drie grote ronden winnen. Ik denk dat elke ronderenner de Tour de France, de Giro en de Vuelta op zijn naam wil schrijven. Of het haalbaar is, weet ik niet. Misschien win ik er wel geen een. Maar ik ga er mijn uiterste best voor doen.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Wat Mathieu van der Poel is voor Nederland, is Remco Evenepoel voor België: een supertalent op wielen. Na zijn spetterende debuut als wielerprof werd hij gelijk besteld als toekomstige Tourwinnaar. Zover is het nog niet, maar een indrukkende erelijst heeft hij inmiddels al wel opgebouwd. Na zijn debuutjaar zochten we hem op om, de op dat moment grote belofte, negen namen voor te leggen. Alberto Contador “Toen ik jong was, was Contador mijn idool. Bij het kijken naar de grote ronden hoopte ik altijd dat hij zou winnen. Ons huis was vroeger op een kilometer afstand van de Bosberg. Tijdens de Ronde van Vlaanderen gingen we daar elk jaar langs het parcours staan en naar de koers kijken. Ik dacht altijd dat Contador meedeed. In die periode reed hij bij Astana. Elke keer als er een Astana-renner voorbijkwam op de Bosberg riep ik: Alberto! Alberto! Maar Contador deed nooit mee. Een beetje gek dat ik dat riep, maar ik was toen nog geen tien jaar en had daar helemaal geen besef van. De koersstijl van Contador sprak me als kind enorm aan. Hij durfde vroeg aan te vallen, zeker als hij in een grote ronde op achterstand stond. Dan schudde hij van die prachtige nummers uit zijn benen in een poging het klassement toch nog te winnen. Contador kon ook goed tijdrijden en had alles in huis wat een ronderenner nodig heeft. Dat heeft hij tijdens zijn loopbaan wel bewezen. Ik val ook graag van ver voor de finish aan. Soms lukt het om op die manier te winnen, soms niet. Als het lukt, is het gevoel dubbel zo mooi. Maar voor de duidelijkheid: ik ben nog heel ver weg van wat Contador in zijn loopbaan allemaal heeft gepresteerd. In januari 2019 heb ik hem voor de eerste keer ontmoet toen ik met mijn ploeg Deceuninck - Quick-Step op trainingskamp was in het Spaanse Calpe. Dat was een droom die werkelijkheid werd. Hij is een superaardige kerel. Het belangrijkste wat Contador me toen meegaf, was dat ik ook in de winterperiode goed voor mezelf moet zorgen. Maar zeker niet te extreem. Tegenwoordig hebben we na een wedstrijd af en toe contact via Instagram. Het is heel cool om nu soms berichten te sturen naar mijn idool.” Dries Mertens “Hij speelde in het eerste van PSV toen ik daar in de jeugd zat. Ik maakte de overstap van Anderlecht, heb van mijn elfde tot mijn vijftiende bij PSV gevoetbald. Ik verbleef in een gastgezin en moest veel zelf regelen. In die periode ben ik heel zelfstandig geworden en dat kan ik goed gebruiken in het leven dat ik nu leid. Ook ben ik bij PSV veranderd qua mentaliteit. In die drie jaar ben ik harder geworden voor mezelf en voor mijn omgeving. Daarnaast ben ik er als mens en atleet in alle opzichten verbeterd. Ik was een heel fysieke voetballer. Het aspect dat bij wielrennen het belangrijkste is, daar had ik als voetballer eigenlijk te veel van. En ik had iets te weinig techniek. Ik was van het passen en van de schoten. De vrije trappen waren altijd voor mij. Ik kon de hele wedstrijd blijven lopen, maar ik was totaal niet explosief. Naarmate je ouder wordt, worden dat soort dingen alleen maar belangrijker. Misschien dat ik daarom steeds meer aan de kant werd geschoven en minder aan spelen toekwam. Na PSV ging ik terug naar Anderlecht, maar daar verloor ik het plezier op het veld. Ik werd een totaal andere jongen. Een beetje teruggetrokken en niet meer zo spontaan en positief. Op een gegeven moment wilde ik weer plezier hebben in m’n leven. Ik besloot te gaan fietsen. De eerste keer dat ik doorkreeg dat ik echt talent had, was toen ik in de winter van 2018 als junior mee op stage mocht met het toenmalige Quick-Step-Floors. Ik was nog geen achttien jaar en pas zes maanden aan het fietsen. Toen werd me duidelijk dat het allemaal best serieus aan het worden was.” Patrick Evenepoel “Ik ben enig kind. Mijn ouders doen alles voor me. Eigenlijk hebben ze sinds ik ben geboren alles in hun leven in functie van mij gedaan. Dat zal ook altijd zo blijven. Het is wel zo dat ik nu steeds meer op eigen benen ga staan. Ik ben veel aan het reizen met de ploeg, rijd veel wedstrijden en ben weinig thuis. Mijn ouders voelen ook dat wat ze voor me zouden kunnen doen, minder en minder wordt. Maar de band die we met zijn drieën hebben, zal altijd blijven bestaan. Ik zal nooit vergeten wat mijn ouders allemaal voor me hebben gedaan. Mijn vader is drie jaar profrenner geweest. Bij ons thuis stond op zondag altijd de koers aan op tv. Ook toen ik nog voetbalde, keek ik liever naar wielrennen dan naar voetbal. Dat is altijd zo geweest. Mijn vader heeft me nooit gedwongen om te gaan fietsen. Het was mijn eigen keuze om op mijn zeventiende te switchen van sport. Vanaf het moment dat ik op de fiets stapte, gaf mijn vader me zoveel mogelijk tips. De momenten dat ik thuis ben tijdens het seizoen worden steeds korter. Maar als ik thuis ben, heb ik graag dat alles loopt zoals ik gepland heb. Staan er een training en daarna afspraken bij de fysiotherapeut en masseur op mijn dagprogramma, dan heb ik niet graag dat daar iets in verandert. Gebeurt dat toch, dan kan ik soms wat vervelend zijn voor mijn ouders en ben ik niet altijd de makkelijkste. Maar ze kennen me nu twintig jaar en weten dat ik het nooit kwaad bedoel. Mijn ouders waren er afgelopen augustus niet bij toen ik in Spanje met de Clásica San Sebastián mijn eerste grote eendaagse koers won. Daarom heb ik voor hen een schilderij laten maken van mijn finishfoto. Mijn vader en moeder nemen niet snel iets aan, maar met dat doek wilde ik ze iets teruggeven. Als ze nu thuis naar dat schilderij kijken, hebben ze toch het gevoel dat ze erbij zijn geweest.” Mathieu van der Poel “Een supertoffe kerel. Mathieu gaat de toekomst van het wielrennen bepalen. Het is niet dat we echt een band hebben, maar zo af en toe is er wel contact via WhatsApp. Toen we vorig seizoen allebei Nokere Koerse gingen rijden, stuurden we elkaar vooraf berichtjes en vroeg ik hem wanneer we tijdens de race samen gingen aanvallen. Dat was gewoon om te lachen. Onze vaders hebben nog in dezelfde ploeg gereden. Adrie heeft mijn vader nog eens wat tips gegeven toen ze elkaar tegenkwamen bij het veldrijden. Mijn vader gaf die tips dan aan mij door. Mathieu wint veel. Dat was bij mij ook het geval toen ik in 2018 voor het tweede jaar bij de junioren reed. Het was een heel bizar seizoen. Ik won bijna overal waar ik aan de start verscheen. Zo werd ik Belgisch, Europees én wereldkampioen op zowel de tijdrit als in de wegwedstrijd. Het was heel mooi om de hoofdrol te mogen spelen en ik heb er zeker van genoten, maar zo’n seizoen ga ik nooit meer meemaken in mijn carrière.” Patrick Lefevere “De baas van onze ploeg en de man die me een profcontract heeft gegeven. Het was niet zo dat ik voor Deceuninck - Quick-Step koos omdat ze op fietsen van Specialized rijden, maar ik ben wel gek van dat materiaal. Niet alleen van de tijdritfiets, maar van alle fietsen. Ik ben er zo aan gewend en zo tevreden over dat ik nooit meer op een andere fiets wil rijden. Patrick helpt me met alles. Onze band wordt hechter en hechter. Soms sturen we elkaar berichten over het domste wat je kan bedenken. Het leuke is: ik weet op zo’n moment dat ik met mijn baas aan het praten ben, maar zo voelt het niet. Dat is het speciale van onze band. Patrick zou voor de ploeg door het vuur gaan, voor elke renner. Het is echt een bijzondere man. Halverwege vorig seizoen vertelde Patrick me dat hij met het idee rondliep om mij in de selectie voor de Clásica San Sebastián op te nemen. De ploegleiders hadden hun twijfels of het niet te vroeg zou zijn om mij zo’n grote eendagskoers te laten rijden. Na een hoogtestage in Italië belde ik Patrick en vertelde hem dat ik klaar dacht te zijn voor San Sebastián. Het was vlak voordat ik in een Italiaanse rittenkoers een etappe won na een solo van dertig kilometer. Op de avond na die overwinning stuurde hij me een bericht: ‘Oké, je bent er klaar voor.’ Anderhalve week later lag ik met ploeggenoot Tim Declercq op de hotelkamer. Het was de dag voor de koers en in de Belgische media waren berichten verschenen dat ik mogelijk naar Monaco zou verhuizen. Ze waren me aan het afkraken dat ik tussen dat chique gedoe ging wonen en dat het me allemaal om het geld ging. Ik zei tegen Tim: ik heb helemaal geen zin om morgen te koersen. Waarom zou ik nog fietsen? Het is toch allemaal slecht wat ik doe. ‘In mijn periode bij PSV ben ik zelfstandig geworden en dat kan ik goed gebruiken in het leven dat ik nu leid’ Daarmee doelend op de artikelen die over me werden geschreven. Tim zei me dat ik er juist mijn motivatie uit moest halen. Voor het slapen zei ik tegen hem: morgen ga ik winnen. Dat lukte ook nog. Het was een heel mooi en emotioneel moment. Patrick is ook degene geweest die mij en de ploegleiding heeft overgehaald om dit jaar de Giro te gaan rijden. Het zal mijn eerste grote ronde worden. Een grote stap in mijn leven. Ik heb er echt zin in. Ook gezien de vele tijdritkilometers. Het hoofddoel is om ervaring op te doen en te zien hoe mijn lichaam reageert op twee à drie weken zwaar koersen en elke dag top te moeten zijn. Ik zit totaal nog niet met een klassement in mijn hoofd, alleen met de tijdritten. Ik wil zien wat ik in een grote ronde waard ben ten opzichte van de wereldtoppers op dat gebied. De Giro begint in Boedapest met een tijdrit van tien kilometer. Ik ga alles geven voor een zo goed mogelijke uitslag. Dat kan een eerste plaats en dus een roze trui zijn. We gaan het wel zien.” David Philips “De man die de ontwerpen maakt van mijn eigen kledinglijn. Dat gaat in samenwerking met mijn supportersclub. Voor de fans is het leuk om in die kleding naar de wedstrijden te komen en te laten zien voor welke renner ze zijn. De opbrengsten van de verkoop gaan naar het goede doel. Ik vind: als je zoiets doet, kun je het geld niet voor jezelf houden. Dat moet je doneren. Op vijfhonderd meter van ons huis in Schepdaal is een wooncentrum voor kinderen en jongvolwassen tussen de vijftien en 25 jaar met een geestelijke beperking. Al het geld dat met de kleding wordt verdiend, gaat naar het wooncentrum. Zo hebben we onlangs een fietspad kunnen sponsoren dat tussen de gebouwen van het centrum loopt, zodat er in de pauze gefietst kan worden. Ik vind het goed en belangrijk om zoiets binnen mijn eigen dorp te kunnen doen.” Tom Dumoulin “De bergrit in de UAE Tour in februari 2019 was mijn eerste aankomst bergop bij de profs. Ik kwam op een kleine minuut van etappewinnaar Alejandro Valverde over de finish. Net achter Dumoulin. Dat was het eerste moment dat ik besefte dat ik met de besten van het peloton mee kan komen op langere klimmen. Ik begon vorig jaar meteen goed aan mijn debuutseizoen als beroepsrenner. Ik was van de junioren, waar ik dat jaar het super had gedaan, direct naar de profs gegaan. Een grote stap, maar alles leek vanzelf te gaan. Ik werd vierde in de Ronde van Turkije. Nog even geduld hebben en dan zou die eerste zege wel komen, dacht ik. Maar in de Ronde van Romandië liep ik met mijn kop tegen de muur. Zowel fysiek als mentaal was ik niet goed. Ik werd met beide benen op de grond gezet. Toch was het in én buiten de koers een heel leerzame week. Samen met de ploeg ging ik op zoek naar oplossingen en die vonden we ook. Het was een kwestie van leren wat de levensstijl van een profrenner inhoudt. Na Romandië kwam ik erachter wat wel en niet voor me werkt. Ik maakte een klik in mijn hoofd. Alles wat ik deed werd routine, ik raakte in een flow en begon vanaf de zomer met winnen. Toen was ik echt vertrokken. Het was ook in die periode dat ik mezelf als tijdrijder ontdekte met een derde plaats op het Belgisch kampioenschap. Daarna ging ik meer en meer aan het tijdrijden werken en ging het allemaal heel snel. Ik werd Europees kampioen in Alkmaar en pakte zilver op het WK in Yorkshire. Vooral dat WK was speciaal. Ik had nog nooit een tijdrit van langer dan een uur gereden. Winnaar Rohan Dennis was die dag outstanding, maar ik was op mijn beurt bijna een minuut sneller dan de nummer drie. Door dat resultaat weet ik nu dat er veel mogelijk is. Als je een goede tijdrit in de benen hebt, kun je ook goed een klim op rijden omdat je die power langer kunt vasthouden. Maar ik weet ook dat ik nog veel moet verbeteren in het tijdrijden en het klimmen. Die marge is er zeker. De logica zegt dat ik nog stappen ga maken. Zo ben ik nu vier tot vijf kilo lichter dan vorig jaar. Voor de grote ronden is het nu eenmaal nodig om met mijn gewicht bezig te zijn. ‘Het is heel mooi dat ik met Merckx word vergeleken, maar om eerlijk te zijn trek ik me er niets van aan’ Maar mijn voedingspatroon is zeker nog niet op het extreme af. Dat mag ook niet, want ik ben net twintig geworden. Ik moet gewoon in mezelf geloven, stappen blijven zetten en proberen een zo compleet mogelijke coureur te worden. Voor dit seizoen zijn de tijdritten en wegwedstrijden op de Olympische Spelen en de WK mijn grote doelen. Tom Dumoulin zal in Tokio zeer waarschijnlijk een concurrent van me worden. Het is uniek dat ik als jonge gast al mag deelnemen aan de Spelen. Iedere sporter droomt ervan om ooit op dat toneel te staan. De parcoursen van de tijdrit en de wegwedstrijd liggen me uitzonderlijk goed. Het is aan mij om ervoor te zorgen dat ik in de best mogelijke vorm aan de start sta. In beide wedstrijden ga ik voor de winst. Ik ben een winnaar. Of het nu een kermiskoers is of de Olympische Spelen, ik rijd altijd om te winnen.” Philippe Gilbert “Mijn oud-ploeggenoot. Ik mis hem wel. Vorig jaar reden we samen en nu zit hij bij Lotto-Soudal. Philippe is ex-wereldkampioen, winnaar van meerdere monumenten. Hij was een van de leiders van onze ploeg. Als zo’n renner het team verlaat, is dat zeker een gemis. Ik heb nog altijd goed contact met Philippe. Hij wil ook dat het met mij allemaal goed gaat, al zal dat nu misschien ietsje minder zijn nu hij bij een andere ploeg rijdt, haha. Ik zal Philippe een overwinning zeker niet misgunnen. Het is mooi om te zien dat mannen als hij en ook Alejandro Valverde richting de veertig gaan en nog altijd op een heel hoog niveau koersen. Dat geeft mij alleen maar motivatie.” ‘Mijn ultieme droom is de drie grote ronden winnen. Of het haalbaar is, weet ik niet. Maar ik ga er mijn uiterste best voor doen’ Eddy Merckx “Merckx is de grootste wielrenner aller tijden. Het is heel mooi dat ik met hem word vergeleken, maar om eerlijk te zijn trek ik me er niets van aan. Ik ben zo met mijn vak en mijn toekomst bezig – wat volgens mij ook heel normaal is – dat ik weinig meekrijg van wat er door de buitenwereld wordt gezegd. In België heeft men hoge verwachtingen van me, dat is al zo sinds de junioren. Ik ben er inmiddels aan gewend geraakt. Ze mogen over me zeggen wat ze willen, het gaat mijn focus op het wielrennen niet veranderen. De ploeg en mijn ouders helpen me daar ook goed bij. Alles in mijn leven is veranderd, thuis en op de fiets. Soms is het moeilijk om Remco te zijn, maar het is zoals het is. Ik kan, denk ik, goed omgaan met de aandacht. Aan de andere kant is die erkenning van het publiek ook heel mooi. Ik probeer gewoon zo positief mogelijk te blijven. Mijn ultieme droom is de drie grote ronden winnen. Ik denk dat elke ronderenner de Tour de France, de Giro en de Vuelta op zijn naam wil schrijven. Of het haalbaar is, weet ik niet. Misschien win ik er wel geen een. Maar ik ga er mijn uiterste best voor doen.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Tour de France

Prognose etappe 15: Van der Poel zet aanval op het groen in

Na het drieluik in de Pyreneeën, afgesloten met de geweldige overwinning van Thymen Arensman, lijkt etappe 15 - een heuvelrit van 169 kilometer die gaat van Muret naar Carcassonne - een rit waarin een groep avonturiers de ruimte krijgt. Tegelijkertijd is het een etappe voor de snelle mannen die een heuvel kunnen overleven en die niet alleen de ritzege, maar ook de strijd om de groene trui in het achterhoofd hebben. Nu ook Mathieu van der Poel het groen als doel heeft, zal hij zeker in de vlucht van de dag zitten en proberen de andere snelle mannen af te schudden. In 2022 won Jasper Philipsen in Carcassonne zijn allereerste Tour-etappe. De rit van toen is vergelijkbaar met die van vandaag. Er moet heel wat geklommen worden, in totaal zo’n 2500 hoogtemeters zijn opgenomen in het parkoers, maar de klimmetjes zijn vooral in het begin niet heel lastig. Na de Côte d’Auterive (1,7 kilometer à 3,9 procent), Côte de Naillous (1,2 kilometer tegen 5,4 procent), Saint-Félix-de-Lauragais (2,5 kilometer, 3,3 procent) en Côte de Saint-Ferréol (2,6 kilometer à 5,5 procent) wacht de langste beklimming van de dag; de Col de la Croix Montalric (11,5 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,3 procent). Daarna wacht nog de Pas du Sant (2,9 kilometer à 10 procent), die over gaat in de Col de Fontbruno (3,8 kilometer tegen 3,8 procent). Daarna is het nog ongeveer veertig kilometer afdalen en vlak. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert * Biniam Girmay   [caption id="attachment_21478" align="alignnone" width="2560"]  [/caption]
Na het drieluik in de Pyreneeën, afgesloten met de geweldige overwinning van Thymen Arensman, lijkt etappe 15 - een heuvelrit van 169 kilometer die gaat van Muret naar Carcassonne - een rit waarin een groep avonturiers de ruimte krijgt. Tegelijkertijd is het een etappe voor de snelle mannen die een heuvel kunnen overleven en die niet alleen de ritzege, maar ook de strijd om de groene trui in het achterhoofd hebben. Nu ook Mathieu van der Poel het groen als doel heeft, zal hij zeker in de vlucht van de dag zitten en proberen de andere snelle mannen af te schudden. In 2022 won Jasper Philipsen in Carcassonne zijn allereerste Tour-etappe. De rit van toen is vergelijkbaar met die van vandaag. Er moet heel wat geklommen worden, in totaal zo’n 2500 hoogtemeters zijn opgenomen in het parkoers, maar de klimmetjes zijn vooral in het begin niet heel lastig. Na de Côte d’Auterive (1,7 kilometer à 3,9 procent), Côte de Naillous (1,2 kilometer tegen 5,4 procent), Saint-Félix-de-Lauragais (2,5 kilometer, 3,3 procent) en Côte de Saint-Ferréol (2,6 kilometer à 5,5 procent) wacht de langste beklimming van de dag; de Col de la Croix Montalric (11,5 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,3 procent). Daarna wacht nog de Pas du Sant (2,9 kilometer à 10 procent), die over gaat in de Col de Fontbruno (3,8 kilometer tegen 3,8 procent). Daarna is het nog ongeveer veertig kilometer afdalen en vlak. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert * Biniam Girmay   [caption id="attachment_21478" align="alignnone" width="2560"]  [/caption]

Tour de France

Thymen Arensman op zoek naar de balans

Thymen Arensman (25) werd al twee keer zesde in de Giro. De ronderenner van Ineos worstelde desondanks met zichzelf. Dit jaar ging het roer om, en met succes. Het plezier is terug. In aanloop naar zijn waarschijnlijke Tour-debuut doet hij zijn verhaal in Helden Magazine nummer 77. Thymen Arensman F1-simulator Welke sport vind je eigenlijk leuk buiten wielrennen? “Ik volg graag Formule 1, probeer altijd te kijken als het tenminste niet midden in de nacht is. Het liefst kijk ik alles, zelfs de vrije trainingen. Ik vind het leuk om te kijken wat de pace is van elke auto. Vooral de eerste training is interessant, welke auto er goed voor staat en welke minder goed. De tweede en derde training gaan meer over de set-up en de long runs, maar idealiter kijk ik die ook. En ik heb zelf ook een F1-simulator.” Zo één met een stoel? “Ja, die heb ik met een paar vrienden gekocht. Niet met zo’n heel dure stoel hoor, het is meer een soort campingstoeltje. Maar wel met een goede simulator erop. En dan vinden we het leuk om tegen elkaar te racen. Al gebeurt dat de laatste tijd wat minder, als je 25 bent, wordt het leven toch wat serieuzer. En mijn vriendin trekt nu ook bij me in, die heeft daar ook wat minder mee.” Heb je een favoriete coureur? “Niet echt. Als Nederlander volg ik sowieso Max Verstappen, maar ik ben vooral fan van de sport, niet van een team of een coureur. Hoewel ik de persoonlijkheid van Oscar Piastri wel leuk vind, vooral hoe hij in het leven staat. Bij hem heb ik het idee dat hij het gewoon geweldig vindt om in een Formule 1-auto te zitten, maar alles erom heen lijkt hem totaal niet te boeien.” Maar heb je niet een afslag gemist als je autoracen zo leuk vindt? “Nee, wielrennen past beter bij me en ik geloof ook niet ik het talent van een Max heb. Maar ik merkte wel in de coronatijd, toen ik er veel tijd in stak, dat ik snel vooruitging. Ik zal door het fietsen waarschijnlijk ook wel een extra gevoel voor bochtenwerk, rempunten en wiel-tot-wiel racen hebben.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Thymen Arensman komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Thymen Arensman (25) werd al twee keer zesde in de Giro. De ronderenner van Ineos worstelde desondanks met zichzelf. Dit jaar ging het roer om, en met succes. Het plezier is terug. In aanloop naar zijn waarschijnlijke Tour-debuut doet hij zijn verhaal in Helden Magazine nummer 77. Thymen Arensman F1-simulator Welke sport vind je eigenlijk leuk buiten wielrennen? “Ik volg graag Formule 1, probeer altijd te kijken als het tenminste niet midden in de nacht is. Het liefst kijk ik alles, zelfs de vrije trainingen. Ik vind het leuk om te kijken wat de pace is van elke auto. Vooral de eerste training is interessant, welke auto er goed voor staat en welke minder goed. De tweede en derde training gaan meer over de set-up en de long runs, maar idealiter kijk ik die ook. En ik heb zelf ook een F1-simulator.” Zo één met een stoel? “Ja, die heb ik met een paar vrienden gekocht. Niet met zo’n heel dure stoel hoor, het is meer een soort campingstoeltje. Maar wel met een goede simulator erop. En dan vinden we het leuk om tegen elkaar te racen. Al gebeurt dat de laatste tijd wat minder, als je 25 bent, wordt het leven toch wat serieuzer. En mijn vriendin trekt nu ook bij me in, die heeft daar ook wat minder mee.” Heb je een favoriete coureur? “Niet echt. Als Nederlander volg ik sowieso Max Verstappen, maar ik ben vooral fan van de sport, niet van een team of een coureur. Hoewel ik de persoonlijkheid van Oscar Piastri wel leuk vind, vooral hoe hij in het leven staat. Bij hem heb ik het idee dat hij het gewoon geweldig vindt om in een Formule 1-auto te zitten, maar alles erom heen lijkt hem totaal niet te boeien.” Maar heb je niet een afslag gemist als je autoracen zo leuk vindt? “Nee, wielrennen past beter bij me en ik geloof ook niet ik het talent van een Max heb. Maar ik merkte wel in de coronatijd, toen ik er veel tijd in stak, dat ik snel vooruitging. Ik zal door het fietsen waarschijnlijk ook wel een extra gevoel voor bochtenwerk, rempunten en wiel-tot-wiel racen hebben.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Thymen Arensman komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Prognose etappe 14: krijgt Arensman de ruimte?

De grote vraag is: hoeveel honger heeft Tadej Pogacar? Hij won de eerste Pyreneeen-rit met aankomst op Hautacam en de klimtrijdrit. Vandaag is de derde Pyreneeënrit van de Tour de France van 2025. Als veelvraat Pogacar voor een hattrick gaat, dan is de rest bij voorbaat kansloos. Wij denken dat de Sloveen, met een voorsprong op nummer twee Jonas Vingegaard van 4 minuten en 7 seconden en zijn vierde eindzege in de Tour als er niets misgaat al zo goed als binnen, wat op krachten wil komen in de veertiende etappe omdat ook hij wel een jasje heeft uitgedaan en volgende week ook de Alpen nog wachten. Daarom zullen renners met klimmersbenen die al wat verder weg staan in het algemeen klassement de ruimte gaan krijgen. Lenny Martinez kun je opschrijven, de jonge Fransman heeft evenveel punten als Pogacar in de strijd om de bolletjestrui. In de tiende etappe maakte Thymen Arensman grote indruk. Hij werd tweede, moest Simon Yates nipt voor laten gaan in de eerste bergetappe van deze Tour. Met zijn vorm zit het goed, nu is het aan de renner van Team Ineos om vroeg mee te springen en zijn krachten goed te verdelen. Etappe 14 gaat van start in Pau en eindigt na 183 loodzware kilometers op Superbagnères. In totaal staan er bijna vijfduizend hoogtemeters op het menu. De eerste zeventig kilometer is het nog stilte voor de storm. De Col du Tourmalet, vaste prik in de Tour, is de eerste beklimming van de dag. De klim is 19 kilometer lang tegen een stijgingsgemiddelde van 7,4 procent. Na de afdaling wacht meteen de Col d’Aspin (5 kilometer tegen 7,6 procent). Na de afdaling en tien kilometer vals plat wacht de Col de Peyresourde (7,1 kilometer à 7,8 procent). De slotklim voert naar Luchon Superbagnères (12,4 kilometer tegen 7,5 procent). Het is voor het eerst sinds 1989 dat de Tour het skioord weer aan doet. Destijds was David Millar de winnaar, die tegenwoordig als vrouw en als Philippa York door het leven gaat. Ook Greg Lemond (1986), Benard Hinault (1979) en Federico Bahamontes (1962) wonnen op Superbagnères.   De kanshebbers van Helden *** Thymen Arensman ** Tadej Pogacar * Michael Woods  
De grote vraag is: hoeveel honger heeft Tadej Pogacar? Hij won de eerste Pyreneeen-rit met aankomst op Hautacam en de klimtrijdrit. Vandaag is de derde Pyreneeënrit van de Tour de France van 2025. Als veelvraat Pogacar voor een hattrick gaat, dan is de rest bij voorbaat kansloos. Wij denken dat de Sloveen, met een voorsprong op nummer twee Jonas Vingegaard van 4 minuten en 7 seconden en zijn vierde eindzege in de Tour als er niets misgaat al zo goed als binnen, wat op krachten wil komen in de veertiende etappe omdat ook hij wel een jasje heeft uitgedaan en volgende week ook de Alpen nog wachten. Daarom zullen renners met klimmersbenen die al wat verder weg staan in het algemeen klassement de ruimte gaan krijgen. Lenny Martinez kun je opschrijven, de jonge Fransman heeft evenveel punten als Pogacar in de strijd om de bolletjestrui. In de tiende etappe maakte Thymen Arensman grote indruk. Hij werd tweede, moest Simon Yates nipt voor laten gaan in de eerste bergetappe van deze Tour. Met zijn vorm zit het goed, nu is het aan de renner van Team Ineos om vroeg mee te springen en zijn krachten goed te verdelen. Etappe 14 gaat van start in Pau en eindigt na 183 loodzware kilometers op Superbagnères. In totaal staan er bijna vijfduizend hoogtemeters op het menu. De eerste zeventig kilometer is het nog stilte voor de storm. De Col du Tourmalet, vaste prik in de Tour, is de eerste beklimming van de dag. De klim is 19 kilometer lang tegen een stijgingsgemiddelde van 7,4 procent. Na de afdaling wacht meteen de Col d’Aspin (5 kilometer tegen 7,6 procent). Na de afdaling en tien kilometer vals plat wacht de Col de Peyresourde (7,1 kilometer à 7,8 procent). De slotklim voert naar Luchon Superbagnères (12,4 kilometer tegen 7,5 procent). Het is voor het eerst sinds 1989 dat de Tour het skioord weer aan doet. Destijds was David Millar de winnaar, die tegenwoordig als vrouw en als Philippa York door het leven gaat. Ook Greg Lemond (1986), Benard Hinault (1979) en Federico Bahamontes (1962) wonnen op Superbagnères.   De kanshebbers van Helden *** Thymen Arensman ** Tadej Pogacar * Michael Woods  

Tour de France

Prognose etappe 13: Pogacar gaat nieuwe dreun uitdelen

De dreun die Tadej Pogacar in de eerste echte bergetappe uitdeelde, was ongekend. Hij won rit 12, met aankomst op Hautacam, met liefst 2 minuten en 10 seconden voorsprong op nummer twee Jonas Vingegaard. In etappe 13, een klimtijdrit, is de kans groot dat hij de concurrentie een nieuwe klap gaat verkopen. De tweede rit in de Pyreneeën is een race tegen de klok van slechts elf kilometer met start in Loudenvielle en de finish op Peyragudes. Na een vlakke aanloop van drie kilometer gaat het acht kilometer de lucht in richting de landingsbaan van het vliegveld van Peyragudes. De weg stijgt gemiddeld met 7,8 procent, maar er zitten veel steilere passages tussen. De laatste kilometer gaat bijvoorbeeld met 13 procent omhoog. In 2022 deed de Tour de wintersportplaats, die ook bekend is van de James Bond-film Tomorrow Never Dies, ook aan. Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard vochten voor wat ze waard waren en Pogacar kwam net iets eerder over de streep. Vingegaard won overigens de laatste klimtijdrit in de Tour. In 2023 won hij in Combloux, na 22 kilometer tijdrijden. Hij was liefst 1 minuut en 38 seconden sneller dan nummer twee Pogacar. Maar de Sloveen ging door een gebroken pols in het voorseizoen dat jaar niet in topvorm naar de Tour. Inmiddels ziet de wereld er heel anders uit; Pogacar is alleenheerser. Hij heeft al de gele trui en bolletjestrui in bezit en de kans is groot dat hij deze Tour ook de groene trui nog gaat pakken. De rest mag in het restant van deze Tour vechten om de kruimels die Pogacar laat liggen. In deze klimtijdrit is de nog altijd maar 26-jarige Sloveen opnieuw de te kloppen man, aangezien op Pogi simpelweg geen maat staat als het bergop gaat. Voor aanvang van de tijdrit is het gat in het algemeen klassement met Vingegaard al drieënhalve minuut. Dat gat zal na de race tegen de klok hoogst waarschijnlijk meer dan vier minuten bedragen. Voor de kijkers: er zijn twee meetpunten onderweg. De eerste na 3,5 kilometer, als de weg net omhooggaat en de tweede na 8,5 kilometer als er dus al flink is geklommen. De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Jonas Vingegaard * Florian Lipowitz
De dreun die Tadej Pogacar in de eerste echte bergetappe uitdeelde, was ongekend. Hij won rit 12, met aankomst op Hautacam, met liefst 2 minuten en 10 seconden voorsprong op nummer twee Jonas Vingegaard. In etappe 13, een klimtijdrit, is de kans groot dat hij de concurrentie een nieuwe klap gaat verkopen. De tweede rit in de Pyreneeën is een race tegen de klok van slechts elf kilometer met start in Loudenvielle en de finish op Peyragudes. Na een vlakke aanloop van drie kilometer gaat het acht kilometer de lucht in richting de landingsbaan van het vliegveld van Peyragudes. De weg stijgt gemiddeld met 7,8 procent, maar er zitten veel steilere passages tussen. De laatste kilometer gaat bijvoorbeeld met 13 procent omhoog. In 2022 deed de Tour de wintersportplaats, die ook bekend is van de James Bond-film Tomorrow Never Dies, ook aan. Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard vochten voor wat ze waard waren en Pogacar kwam net iets eerder over de streep. Vingegaard won overigens de laatste klimtijdrit in de Tour. In 2023 won hij in Combloux, na 22 kilometer tijdrijden. Hij was liefst 1 minuut en 38 seconden sneller dan nummer twee Pogacar. Maar de Sloveen ging door een gebroken pols in het voorseizoen dat jaar niet in topvorm naar de Tour. Inmiddels ziet de wereld er heel anders uit; Pogacar is alleenheerser. Hij heeft al de gele trui en bolletjestrui in bezit en de kans is groot dat hij deze Tour ook de groene trui nog gaat pakken. De rest mag in het restant van deze Tour vechten om de kruimels die Pogacar laat liggen. In deze klimtijdrit is de nog altijd maar 26-jarige Sloveen opnieuw de te kloppen man, aangezien op Pogi simpelweg geen maat staat als het bergop gaat. Voor aanvang van de tijdrit is het gat in het algemeen klassement met Vingegaard al drieënhalve minuut. Dat gat zal na de race tegen de klok hoogst waarschijnlijk meer dan vier minuten bedragen. Voor de kijkers: er zijn twee meetpunten onderweg. De eerste na 3,5 kilometer, als de weg net omhooggaat en de tweede na 8,5 kilometer als er dus al flink is geklommen. De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Jonas Vingegaard * Florian Lipowitz

Tour de France

Prognose etappe 12: Pogacar en Vingegaard gaan hun spierballen tonen

De Tourorganisatie heeft het dit jaar lang spannend willen houden. Er waren tal van heuveletappes en er was een tijdrit, maar de echte bergen werden lange tijd ontweken om het spannend te houden met het oog op het algemeen klassement. Totdat in etappe 12 de Pyreneeën opdoemen. Een clash tussen Tadej Pogacar en en Jonas Vingegaard lonkt. De eerste echte bergetappe gaat van start in Auch en eindigt na 181 kilometer op de top van Hautacam. Verstoppen kan niet meer, iedereen moet met de billen bloot. Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard, met afstand de beste klimmers van het peloton, hebben deze Tour hun spierballen al een paar keer laten zien. De kans is groot dat de grote favorieten voor de eindzege – Pogacar won de Tour in 2020, 2021 en 2024 en Vingegaard in 2022 en 2023 – zich niet langer in kunnen houden. Na een rustige aanloop, moet er in de laatste zestig kilometer flink worden geklommen. Via Col du Soulor (11,9 kilometer à 7,3 procent) en de Col des Bordères (3,1 kilometer tegen 7,6 procent), komend de renners aan bij de slotklim naar Hautacam. De weg loopt gedurende 13,6 kilometer met gemiddelde van 7,8 procent omhoog. Het zwaarste stuk zit halverwege, als de weg twee kilometer lang met bijna 11 procent stijgt. Vingegaard heeft goede herinneringen aan Hautecam. Hij won de rit met aankomst op deze berg in 2022. Wout van Aert sleurde destijds in zijn groene trui zo hard op kop dat Tadej Pogacar moest lossen. De Deen won de etappe met een minuut voorsprong op Pogacar. Daardoor verzekerde Vingegaard zich van zijn eerste Tourzege. Pogacar versus Vingegaard dus. Wij denken dat Pogacar, als hij tenminste niet te veel last heeft van de valpartij in de elfde rit, in etappe 12 de betere papieren heeft en dat hij de gele trui herovert op Ben Healy. Het verschil tussen Vingegaard en Pogacar bedraagt op dit moment 1 minuut en 17 seconden in het algemeen klassement. Het is niet te hopen dat na vandaag de strijd meteen beslist is.   De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Jonas Vingegaard * Felix Gall  
De Tourorganisatie heeft het dit jaar lang spannend willen houden. Er waren tal van heuveletappes en er was een tijdrit, maar de echte bergen werden lange tijd ontweken om het spannend te houden met het oog op het algemeen klassement. Totdat in etappe 12 de Pyreneeën opdoemen. Een clash tussen Tadej Pogacar en en Jonas Vingegaard lonkt. De eerste echte bergetappe gaat van start in Auch en eindigt na 181 kilometer op de top van Hautacam. Verstoppen kan niet meer, iedereen moet met de billen bloot. Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard, met afstand de beste klimmers van het peloton, hebben deze Tour hun spierballen al een paar keer laten zien. De kans is groot dat de grote favorieten voor de eindzege – Pogacar won de Tour in 2020, 2021 en 2024 en Vingegaard in 2022 en 2023 – zich niet langer in kunnen houden. Na een rustige aanloop, moet er in de laatste zestig kilometer flink worden geklommen. Via Col du Soulor (11,9 kilometer à 7,3 procent) en de Col des Bordères (3,1 kilometer tegen 7,6 procent), komend de renners aan bij de slotklim naar Hautacam. De weg loopt gedurende 13,6 kilometer met gemiddelde van 7,8 procent omhoog. Het zwaarste stuk zit halverwege, als de weg twee kilometer lang met bijna 11 procent stijgt. Vingegaard heeft goede herinneringen aan Hautecam. Hij won de rit met aankomst op deze berg in 2022. Wout van Aert sleurde destijds in zijn groene trui zo hard op kop dat Tadej Pogacar moest lossen. De Deen won de etappe met een minuut voorsprong op Pogacar. Daardoor verzekerde Vingegaard zich van zijn eerste Tourzege. Pogacar versus Vingegaard dus. Wij denken dat Pogacar, als hij tenminste niet te veel last heeft van de valpartij in de elfde rit, in etappe 12 de betere papieren heeft en dat hij de gele trui herovert op Ben Healy. Het verschil tussen Vingegaard en Pogacar bedraagt op dit moment 1 minuut en 17 seconden in het algemeen klassement. Het is niet te hopen dat na vandaag de strijd meteen beslist is.   De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Jonas Vingegaard * Felix Gall  

Tour de France

Prognose etappe 11: woensdag Van der Poel-dag

De dag na de rustdag en met de Ier Ben Healy in het geel wordt er gestart in Toulouse en na 156 kilometer ook gefinisht in Toulouse. De elfde etappe van de Tour de France van 2025 heeft het stempel vlakke rit gekregen, maar het is zeker geen uitgemaakte zaak dat er een printer gaat winnen vandaag. Deze etappe is vooral op het lijf geschreven van de man die zich al talloze keren heeft laten zien én gelden deze Ronde: Mathieu van der Poel, winnaar van rit 2 en drager van het geel deze Tour. Reden waarom het een typische Van der Poel-dag kan worden: de twee klimmetjes in de laatste vijftien kilometer. Eerst wacht de Côte de Vieille-Toulouse (1,3 kilometer tegen 6,8 procent) en op een kleine negen kilometer van de finish de Montée Pech David (800 meter à 12,4 procent). Omdat het voorlopig de laatste kans is voor de sprinters zullen zij er alles aan doen om die twee pukkels in het parkoers te overleven. En mocht dat lukken, is er dan nog tijd genoeg om de sprinterstreinen op de rails te krijgen? Wij denken dat Van der Poel het leven van de sprinters andermaal zuur gaat maken. De klassementsrenners zullen proberen vandaag vooral uit het gedrang te blijven en energie proberen te sparen, want na vandaag trekt het peloton de Pyreneeën in. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert * Biniam Girmay
De dag na de rustdag en met de Ier Ben Healy in het geel wordt er gestart in Toulouse en na 156 kilometer ook gefinisht in Toulouse. De elfde etappe van de Tour de France van 2025 heeft het stempel vlakke rit gekregen, maar het is zeker geen uitgemaakte zaak dat er een printer gaat winnen vandaag. Deze etappe is vooral op het lijf geschreven van de man die zich al talloze keren heeft laten zien én gelden deze Ronde: Mathieu van der Poel, winnaar van rit 2 en drager van het geel deze Tour. Reden waarom het een typische Van der Poel-dag kan worden: de twee klimmetjes in de laatste vijftien kilometer. Eerst wacht de Côte de Vieille-Toulouse (1,3 kilometer tegen 6,8 procent) en op een kleine negen kilometer van de finish de Montée Pech David (800 meter à 12,4 procent). Omdat het voorlopig de laatste kans is voor de sprinters zullen zij er alles aan doen om die twee pukkels in het parkoers te overleven. En mocht dat lukken, is er dan nog tijd genoeg om de sprinterstreinen op de rails te krijgen? Wij denken dat Van der Poel het leven van de sprinters andermaal zuur gaat maken. De klassementsrenners zullen proberen vandaag vooral uit het gedrang te blijven en energie proberen te sparen, want na vandaag trekt het peloton de Pyreneeën in. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert * Biniam Girmay

Tour de France

Erik Breukink: ‘Ik wist: dit is de dag dat ik de Tour verloor’

Het werd, met een derde plaats in Parijs, zijn beste Tour de France. Hij won ook twee tijdritten. Voor Erik Breukink nog steeds reden om met tevredenheid terug te kijken op de editie van 1990. Een jaar eerder had hij een grote ronde kunnen winnen, maar door een hongerklop verloor hij de roze leiderstrui in de slotfase van de Giro d’Italia. Nadat hij de proloog had gewonnen, gaf hij in datzelfde jaar op in de Tour, vermoeid door een te vol voorprogramma. Erik stapte na 1989 van de Panasonic-ploeg over naar PDM waar alles, dus ook het voorprogramma, was afgestemd op klassementssucces in de belangrijkste wielerronde. Bij aanvang van de Tour en zeker bij het begin van de slotweek zag de Nederlandse wielerpers serieuze kansen op een Nederlandse gele trui in Parijs. Ging het grote, toen 26-jarige wielertalent, dat in de Tour van 1988 als beste jongere de witte trui al had gewonnen, zijn belofte inlossen? Thuis in het Belgische Kalmthout blikt Erik, 61 inmiddels, terug voor Helden Magazine nummer 77. Erik Breukink “Omdat ik in de Giro al wat had laten zien, werd ik tot potentieel Tourwinnaar en opvolger van Joop Zoetemelk gebombardeerd. En ook na die Tour van ’90 werd gezegd en geschreven dat er meer kansen zouden komen. Achteraf was die van ’90 de beste mogelijkheid. De voorbereiding was anders, rustiger. Mijn oude ploegleider Peter Post wilde met Panasonic altijd op alle fronten scoren: in klassiekers en in de grote rondes, met de ploegentijdrit en etappezeges en dus nam hij ook sprinters mee naar de Tour. In mijn drie jaren bij Post reed ik richting Tour ook veel, en altijd de combinatie met de Giro. Achteraf gezien was dat te veel, waardoor ik drie weken Tour niet volhield. Bij Jan Gisbers, ploegleider van PDM, werd alles op de Tour afgestemd en was het voorjaar rustiger. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Erik Breukink komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Het werd, met een derde plaats in Parijs, zijn beste Tour de France. Hij won ook twee tijdritten. Voor Erik Breukink nog steeds reden om met tevredenheid terug te kijken op de editie van 1990. Een jaar eerder had hij een grote ronde kunnen winnen, maar door een hongerklop verloor hij de roze leiderstrui in de slotfase van de Giro d’Italia. Nadat hij de proloog had gewonnen, gaf hij in datzelfde jaar op in de Tour, vermoeid door een te vol voorprogramma. Erik stapte na 1989 van de Panasonic-ploeg over naar PDM waar alles, dus ook het voorprogramma, was afgestemd op klassementssucces in de belangrijkste wielerronde. Bij aanvang van de Tour en zeker bij het begin van de slotweek zag de Nederlandse wielerpers serieuze kansen op een Nederlandse gele trui in Parijs. Ging het grote, toen 26-jarige wielertalent, dat in de Tour van 1988 als beste jongere de witte trui al had gewonnen, zijn belofte inlossen? Thuis in het Belgische Kalmthout blikt Erik, 61 inmiddels, terug voor Helden Magazine nummer 77. Erik Breukink “Omdat ik in de Giro al wat had laten zien, werd ik tot potentieel Tourwinnaar en opvolger van Joop Zoetemelk gebombardeerd. En ook na die Tour van ’90 werd gezegd en geschreven dat er meer kansen zouden komen. Achteraf was die van ’90 de beste mogelijkheid. De voorbereiding was anders, rustiger. Mijn oude ploegleider Peter Post wilde met Panasonic altijd op alle fronten scoren: in klassiekers en in de grote rondes, met de ploegentijdrit en etappezeges en dus nam hij ook sprinters mee naar de Tour. In mijn drie jaren bij Post reed ik richting Tour ook veel, en altijd de combinatie met de Giro. Achteraf gezien was dat te veel, waardoor ik drie weken Tour niet volhield. Bij Jan Gisbers, ploegleider van PDM, werd alles op de Tour afgestemd en was het voorjaar rustiger. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Erik Breukink komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Prognose etappe 10: klimmen geblazen met Healy en Franse gelukszoekers

Normaal gesproken is de tweede maandag van de Tour de eerste rustdag. Dit keer valt die dag op Quatorze Juillet, de Franse nationale feestdag. Het wordt afzien voor de renners die smachten naar een break – zeker omdat Mathieu van der Poel en zijn ploeggenoot een op het oog rustige zondag voor de sprinters veranderde in een ruim 170 kilometer lange achtervolging -, want vandaag is de eerste etappe die het predicaat bergetappe heeft gekregen.` De tiende rit van de Tour de France gaat van Ennezat naar Le Mont-Dore, is 163 kilometer lang en telt meer dan 4300 hoogtemeters. Het regent beklimmingen, waarvan zeven van de tweede categorie. Maar het zijn geen lange beklimmingen. Achtereenvolgens gaat het om de Côte de Loubeyrat (4 kilometer à 6,3 procent), Tourtoule (4,2 kilometer tegen 5.8 procent), Chanat-la-Moutyre (2,2 kilometer à 6 procent), de Côte de la Baraque (5,5 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2 procent), de Côte de la Charade (5,1 kilometer à 7,4 procent) en de Côte de Berzet (3,4 kilometer tegen 7,4 procent), Col de la Moreno (3 kilometer, 4,3 procent), de Col de Guery (3,4 kilometer à 6,4 procent) en de Col de la Croix Morand (3,4 kilometer tegen 5,8 procent). Dan moet de finale nog beginnen. De Col de la Croix Saint Robert (5,1 kilometer à 6,3 procent) en de klim naar de top van de Puy de Sancy (3,3 kilometer tegen 8 procent), boven Le Mont-Dore. Als Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard hun zinnen hebben gezet op deze etappe, dan gaan we de klassementsmannen vandaag om de ritzege zien strijden. Maar de kans is groter dat een groep renners met klimbenen vandaag op avontuur gaan. Niet alleen de dagzege, maar ook de bolletjestrui ligt voor het grijpen. Op deze dag zullen ook veel Franse renners in de kopgroep willen zitten. Ben Healy, winnaar van de zesde rit deze Tour na een indrukwekkende solo, zal deze etappe vooraf rood hebben omcirkeld. De kanshebbers van Helden *** Ben Healy ** Lenny Martinez *Tadej Pogacar
Normaal gesproken is de tweede maandag van de Tour de eerste rustdag. Dit keer valt die dag op Quatorze Juillet, de Franse nationale feestdag. Het wordt afzien voor de renners die smachten naar een break – zeker omdat Mathieu van der Poel en zijn ploeggenoot een op het oog rustige zondag voor de sprinters veranderde in een ruim 170 kilometer lange achtervolging -, want vandaag is de eerste etappe die het predicaat bergetappe heeft gekregen.` De tiende rit van de Tour de France gaat van Ennezat naar Le Mont-Dore, is 163 kilometer lang en telt meer dan 4300 hoogtemeters. Het regent beklimmingen, waarvan zeven van de tweede categorie. Maar het zijn geen lange beklimmingen. Achtereenvolgens gaat het om de Côte de Loubeyrat (4 kilometer à 6,3 procent), Tourtoule (4,2 kilometer tegen 5.8 procent), Chanat-la-Moutyre (2,2 kilometer à 6 procent), de Côte de la Baraque (5,5 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2 procent), de Côte de la Charade (5,1 kilometer à 7,4 procent) en de Côte de Berzet (3,4 kilometer tegen 7,4 procent), Col de la Moreno (3 kilometer, 4,3 procent), de Col de Guery (3,4 kilometer à 6,4 procent) en de Col de la Croix Morand (3,4 kilometer tegen 5,8 procent). Dan moet de finale nog beginnen. De Col de la Croix Saint Robert (5,1 kilometer à 6,3 procent) en de klim naar de top van de Puy de Sancy (3,3 kilometer tegen 8 procent), boven Le Mont-Dore. Als Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard hun zinnen hebben gezet op deze etappe, dan gaan we de klassementsmannen vandaag om de ritzege zien strijden. Maar de kans is groter dat een groep renners met klimbenen vandaag op avontuur gaan. Niet alleen de dagzege, maar ook de bolletjestrui ligt voor het grijpen. Op deze dag zullen ook veel Franse renners in de kopgroep willen zitten. Ben Healy, winnaar van de zesde rit deze Tour na een indrukwekkende solo, zal deze etappe vooraf rood hebben omcirkeld. De kanshebbers van Helden *** Ben Healy ** Lenny Martinez *Tadej Pogacar

Voetbal

Vragenvuur met Veerle Buurman

Het leven van Veerle Buurman (19) is de afgelopen twee jaar compleet op zijn kop komen te staan. Medio 2023 speelde ze nog in onder 17 van SC Bemmel en verkocht in het weekend tosti’s in de kantine van de voetbalclub. Ze werd basisspeelster bij PSV en international. In aanloop naar het EK in Zwitserland (2 – 27 juli) gingen we voor Helden Magazine nummer 77 op bezoek bij de kersverse speelster van Chelsea. Veerle Buurman Dit zei bondscoach Andries Jonker tegen mij voor m’n debuut bij Oranje… “Dat ik met vertrouwen moest spelen en hij mij niet voor niks de kans gaf. De dag voor de wedstrijd tegen Denemarken op 29 oktober vorig jaar vertelde Andries me tijdens de wedstrijdbespreking dat ik zou debuteren. Ik voelde meteen spanning opkomen, het gevoel dat je krijgt wanneer je weet dat er iets belangrijks gaat gebeuren. De avond voor de wedstrijd was ik er al mee bezig. Ik visualiseerde alvast bepaalde situaties die in een wedstrijd kunnen voorkomen. Het gekke is dat wanneer ik de eerste bal raak, het gevoel van spanning ook ineens weer weg is.” Als je me drie jaar geleden had verteld dat ik een transfer naar Chelsea zou maken, dan had ik dit tegen je gezegd… “Dan was ik gaan lachen en had ik je niet geloofd. De afgelopen anderhalf jaar is het zo snel met me gegaan. Nog geen twee jaar geleden speelde ik bij de jongens van SC Bemmel, verkocht ik nog tosti’s in de kantine en trainde ik af en toe mee bij de vrouwen van Jong PSV. In het seizoen 2023/2024 sloot ik definitief aan bij Jong PSV. Afgelopen seizoen was ik basisspeelster in het eerste van PSV, ik speel in het Nederlands elftal en heb vorig jaar al een contract bij Chelsea getekend en na het EK ga ik ook daadwerkelijk die kant op.” [caption id="attachment_21207" align="aligncenter" width="1920"] Veerle Buurman[/caption] Leven in de anonimiteit of overal op straat herkend worden? “Leven in de anonimiteit. Ik vind het wel leuk dat mensen me af en toe herkennen op straat. Dat je bekend wordt als voetbalster betekent dat jonge meisjes zien wat er mogelijk is. Toch vind ik het fijn dat ik met familie en vriendinnen leuke dingen kan blijven doen zonder overal aangesproken te worden.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Veerle Buurman komt uit Helden Magazine nummer 77, het zomernummer. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Het leven van Veerle Buurman (19) is de afgelopen twee jaar compleet op zijn kop komen te staan. Medio 2023 speelde ze nog in onder 17 van SC Bemmel en verkocht in het weekend tosti’s in de kantine van de voetbalclub. Ze werd basisspeelster bij PSV en international. In aanloop naar het EK in Zwitserland (2 – 27 juli) gingen we voor Helden Magazine nummer 77 op bezoek bij de kersverse speelster van Chelsea. Veerle Buurman Dit zei bondscoach Andries Jonker tegen mij voor m’n debuut bij Oranje… “Dat ik met vertrouwen moest spelen en hij mij niet voor niks de kans gaf. De dag voor de wedstrijd tegen Denemarken op 29 oktober vorig jaar vertelde Andries me tijdens de wedstrijdbespreking dat ik zou debuteren. Ik voelde meteen spanning opkomen, het gevoel dat je krijgt wanneer je weet dat er iets belangrijks gaat gebeuren. De avond voor de wedstrijd was ik er al mee bezig. Ik visualiseerde alvast bepaalde situaties die in een wedstrijd kunnen voorkomen. Het gekke is dat wanneer ik de eerste bal raak, het gevoel van spanning ook ineens weer weg is.” Als je me drie jaar geleden had verteld dat ik een transfer naar Chelsea zou maken, dan had ik dit tegen je gezegd… “Dan was ik gaan lachen en had ik je niet geloofd. De afgelopen anderhalf jaar is het zo snel met me gegaan. Nog geen twee jaar geleden speelde ik bij de jongens van SC Bemmel, verkocht ik nog tosti’s in de kantine en trainde ik af en toe mee bij de vrouwen van Jong PSV. In het seizoen 2023/2024 sloot ik definitief aan bij Jong PSV. Afgelopen seizoen was ik basisspeelster in het eerste van PSV, ik speel in het Nederlands elftal en heb vorig jaar al een contract bij Chelsea getekend en na het EK ga ik ook daadwerkelijk die kant op.” [caption id="attachment_21207" align="aligncenter" width="1920"] Veerle Buurman[/caption] Leven in de anonimiteit of overal op straat herkend worden? “Leven in de anonimiteit. Ik vind het wel leuk dat mensen me af en toe herkennen op straat. Dat je bekend wordt als voetbalster betekent dat jonge meisjes zien wat er mogelijk is. Toch vind ik het fijn dat ik met familie en vriendinnen leuke dingen kan blijven doen zonder overal aangesproken te worden.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Veerle Buurman komt uit Helden Magazine nummer 77, het zomernummer. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.