Word abonnee

Helden in het nieuws

Helden in Rio: dag 10

door: Jasper Boks
12 augustus 2016

Helden is van de partij op de Olympische Spelen. Jasper Boks en Marlies van Cleeff doen dagelijks verslag vanuit Rio. Vandaag: een hoopvolle Ranomi Kromowidjojo, tragiek in de judohal en een balende Theo Bos.

Hoopvolle Kromo
Haar olympische titel op de 100 meter vrije slag is ze kwijt, maar toch kon Ranomi Kromowidjojo na haar vijfde plek lachen. Ze miste slechts op 0,09 seconde het brons en haar tijd van 53,08 was haar beste tijd sinds de olympische finale van 2012.

Niet de torenhoge favoriete Cate Campbell greep het goud, maar de titel ging naar de pas zestienjarige Penny Oleksiak uit Canada en de vier jaar oudere Simone Manuel uit Amerika, die allebei aantikten in 52,70. Brons was er voor de Zweedse Sarah Sjöström in 52,99. En wereldrecordhoudster Cate Campbell? Die werd slechts zesde, twee plekken achter jongere zus Bronte.

“Wat een bizarre race, ik had nog bijna brons,” pufte Ranomi nog uit, “ja, dit zijn de Spelen. Cate was de topfavoriet en daar eindig ik nog voor. Ik heb een prima tijd gezwommen, bijna dezelfde tijd als in Londen. Toen had ik met deze tijd gewonnen, nu ben ik vijfde. Het is niks wat ik verwijderd ben van het podium, maar ja, geen medaille. Ik heb alles uit me geperst, kan hier mee leven”

Kromo had na de Spelen van Londen een moeilijke tijd, kende motivatieproblemen en wisselde meermalen van coach. Juist in Rio zwom ze haar beste race in vier jaar tijd. Overmorgen staat de finale 50 meter vrije slag op het programma, ook op dat nummer is ze titelhoudster. En die afstand lag haar de laatste jaren beter. “Deze 100 vrij biedt absoluut perspectief voor de 50 vrij, zeker nu de favoriet niet in opperste vorm lijkt te zijn.” 

Einde sprookje Grol
“Mijn olympische droom is voorbij,” zegt Henk Grol hoofdschuddend. In de achtste finale werd de judoka in de klasse tot 100 kilogram gisteren uitgeschakeld door de Fransman Cirille Maret. Hij wond er zoals altijd geen doekjes om na afloop. “Ik ga honderd procent niet door tot en met de Spelen in Tokio, dat trekt mijn lichaam niet. Ik zal hooguit nog een jaartje doorgaan.”

Maar ook mentaal is het leven als topsporter loodzwaar geweest voor de nu 32-jarige Henk.  “Vijftien jaar lang heb ik er elke dag voor geleefd. Geen verjaardagen en feestdagen gevierd. De stress van het per se willen winnen was groot. De afgelopen periode heeft me ook heel veel ellende opgeleverd. Ik heb meerdere keren op het punt gestaan om ermee te kappen.”

Maarten Arens, al die jaren zijn coach, heeft begrip als Henk het nu voor gezien houdt. “Hij is 32 jaar en dat is best oud voor een judoka. Natuurlijk snap ik het als hij het nu genoeg vindt. Nu mag hij balen, maar de echte beslissing moet hij over een paar maanden nemen.”

Tekst gaat verder onder de foto

Henk wilde dolgraag olympisch goud winnen, dan pas zou zijn judocarrière geslaagd zijn. De jacht op die ene medaille werd bijna een obsessie. Keihard kon hij voor zichzelf zijn.

Maarten: “We zijn hier zolang mee bezig geweest, maar het was vandaag niet goed. Of het een obsessie is geweest? Dat hebben we de laatste tijd juist een plek gegeven.”

Henk: “Ik heb het op mijn manier gedaan. Nu ga ik dit verwerken met familie en vrienden. Het is klaar.”

De laatste jaren werd het voor hem een stuk moeilijker om zijn droom te bereiken. De regels in het judo werden aangepast. Voorheen mocht hij zijn tegenstanders ‘tillen’, de laatste jaren was dat verboden. Arens: “Tillen was Henks kracht, zijn wapen is hem afgenomen. Daardoor werd het voor hem zo’n stuk zwaarder. Ook mentaal, omdat hij veel meer moest nadenken op de mat.”

Henk: “Ik heb het laten liggen in 2008 en 2012. Voordat de regels werden veranderd was ik by far de beste van de wereld. Die Fransman heb ik heel wat keren verslagen, had het met de oude regels geen twee minuten tegen me overleefd.”

Een van de meest boegbeelden van het judo staat op het punt afscheid te nemen. Maarten: “Als hij stopt, dan doet hij dat in mijn ogen als een groot kampioen. Hij is drie keer tweede geworden van de wereld, driemaal Europees kampioen en twee keer een medaille op de Spelen. Dan ben je een groot kampioen, al zal hij dat misschien zelf niet zo zien. Hij heeft zichzelf maar een doel gesteld en dat heeft hij niet bereikt. Vandaag en de komende tijd mag hij balen, maar ik hoop dat hij ooit trots zal zijn op wat hij heeft gepresteerd en dat hij zichzelf niet ziet als een falende judoka.”

Henk: “Ik had een groot doel: olympisch kampioen worden. Ik heb gewoon gefaald, dit is het einde van een tijdperk.”

Judotranen
Toen Edith Bosch aan kwam lopen, brak ze. “Dit is zo kut,” zei Marhinde Verkerk totaal uitgeput en in tranen, terwijl haar judovriendin haar troostte.

Bijna twaalf minuten stonden zij en de Cubaanse judoka Yalennis Castillo op de mat. In de verlenging kreeg Marhinde een strafje tegen, waardoor haar toernooi al in de eerste ronde voorbij was.

“Verschrikkelijk, ik wil niet dat het afgelopen is. Het is zo onwerkelijk dat het nu klaar is, ik wil gewoon weer de mat op om te judoën. De jury wilde gewoon van de partij af, omdat het al zo lang duurde. We kregen elkaar niet gegooid en dan krijg ik uiteindelijk een strafje. Ik heb alles gegeven wat ik had, kan mezelf niets verwijten. Het mag gewoon niet zo zijn dat ik in de eerste ronde verlies.”

Marhinde werd in 2009 wereldkampioen en vorig jaar pakte ze goud in de klasse tot 78 kilo op de EK. Daarnaast won de dertigjarige judoka nog tal van medailles. Alleen een olympische plak ontbrak nog op haar palmares. Dat wilde ze in Rio goedmaken. “En nu wil ik nog maar één ding: weg!”

Tekst gaat verder onder de foto

Nieuwe luier
Ook op de eerste dag van de baanwielrenners was het met het humeur van de Nederlanders droevig gestemd. De teamsprinters Nils van ’t Hoenderdaal, Jeffrey Hoogland, Matthijs Büchli en Theo Bos dachten mee te doen om de medailles. Ze werden slechts zesde.

“We reden allemaal matig,” zei Theo, die zijn rentree maakte op de Spelen. In 2004 won hij olympisch zilver op de sprint, na de voor hem dramatisch verlopen Spelen van 2008 maakte de vijfvoudig wereldkampioen de overstap naar de weg. En voor Rio besloot hij weer terug te keren bij zijn oude liefde. “Afgaande op de trainingen dacht ik: als we slecht zijn, dan doen we altijd nog mee om brons. En als we boven onszelf uitstijgen, kunnen we goud winnen. Alle focus lag de laatste tijd op de teamsprint, aan mijn individuele kansen op de sprint en keirin dacht ik niet. Ik wilde ook niet dat de andere jongens zouden denken dat ik met een dubbele agenda rondreed. Bovendien was ik er heilig van overtuigd dat als ik een keer olympisch kampioen wilde worden, dat op de teamsprint moest gebeuren. We hebben met Nils een uitstekende starter, met Jeffrey misschien wel de beste renner over tweehonderd meter en ik kan ook nog wel beuken in de derde ronde. Dit moest hem worden.”

Tekst gaat verder onder de foto

Bondscoach René Wolff baalde, zei: “Dit resultaat kunnen we niet meer veranderen, dat staat in de boeken. Morgen moeten de jongens met schone luiers weer de baan op.”

Theo komt morgen in actie op de sprint en rijdt later ook nog de keirin. “Ik ga me nu goed laten soigneren en er een nachtje over slapen. De benen voelen goed genoeg voor de keirin. Ik reed vandaag matig, maar niet dramatisch. Op de sprint zal ik erin knallen en ik verzeker je dat mijn tegenstander in elk geval met verzuurde benen de baan af zal gaan. In de keirin heb ik alle vertrouwen op een goed resultaat, dat is soms een beetje een loterij, maar het ligt me wel.”

Voor hij wegloopt kijkt hij naar de sprintfinale, waarin de Britten nipt van Nieuw-Zeeland winnen. “Ik dacht echt: we gaan die gasten verrassen.”  

Delen: