Word abonnee

Formule 1

De Max Factor

ANP

Formule 1

De Max Factor

door: Gerard den Elt
24 juli 2017
22 tot 27 minuten lezen

Being Max Verstappen is geen kleinigheid, dat maakt vier dagen rondlopen in zijn slagschaduw wel duidelijk. Zijn raceweekeinde wordt van minuut tot minuut gedicteerd door een strakke agenda – vrije trainingen, de kwalificatie, teambesprekingen, interviews met de wereldpers, ontmoetingen met vips en – o ja – ook nog een Grand Prix. Helden ging op bezoek.

Al een half Formule 1-seizoen heeft Max Verstappen een lastig af te schudden bijrijder in de cockpit van zijn RB13: de pechduivel. Of zoals een Duits autosportmagazine het seizoen van de onfortuinlijke coureur tot dusver handzaam samenvatte: ‘Pech achtervolgt hem zoals een hond zijn baasje.’

“Ik heb meer achterop de scooter gezeten dan op het circuit gereden,” grapt Max met zelfspot.

Een kleine tien minuten is hij beschikbaar in de ontvangstruimte van zijn team, het Red Bull Energy Station, vier dagen lang het epicentrum van de aanhangers en gasten van de energiedrankgigant tijdens de Grand Prix van Silverstone. De blikjes energiedrank zijn onbeperkt beschikbaar voor de gewaardeerde gasten, evenals gerechtjes en andere drankjes. Hier heerst gastvrijheid.

De sfeer rond Max is losjes, ontspannen. Geen spoor meer van de ontluistering na de Grand Prix op de Red Bull Ring in Oostenrijk. Daar begaf zijn koppeling het al in de opwarmronde. Van de eerste negen races dit seizoen – dus Silverstone niet meegerekend – legde hij slechts 277 van de 558 ronden af. Omgerekend amper 1352 kilometer, de afstand van circa vier GP’s achtereen. Zelfs Fernando Alonso reed in zijn McLaren-Honda, een erkend onbetrouwbare rammelbak op het ogenblik, dit seizoen meer raceronden.

Max heeft het malheur deze donderdag van zich afgeschud. Hij treedt de tegenslag tegemoet met optimisme en humor als antigif. De Nederlandse pers benadert hem met merkbaar respect. Dat was even tevoren ook het geval bij de Britse collega’s, die Max aan hetzelfde tafeltje probeerden te gebruiken voor de krantenkoppen een dag later. Het zit zo: Lewis Hamilton was als enige van de twintig Formule 1-coureurs afwezig bij een racedemonstratie in hartje Londen, daags voor het raceweekeinde op Silverstone.

De tabloids willen de coureur een lesje leren, want de meervoudig wereldkampioen had het lef gehad om zijn fans in de kou te laten staan en na Oostenrijk midweeks even langs te wippen bij zijn vriendin op een jacht voor de kust van het Griekse eiland Kos. Een mooie rel ligt in het verschiet, nu nog een coureur van naam die er schande van wil spreken. Waarom zou de Boy Wonder van de autosport niet wat olie op het vuur kunnen gooien in de richting van Batman? Maar hoe de Britse collega’s het ook proberen, Max trapt niet in de val.

Verstappen: ‘Ik heb de laatste tijd meer achterop de scooter gezeten dan op het circuit gereden’

Alsof hij de woordvoerder is van het Witte Huis – de vorige, niet die van Donald Trump –, zo pareert Max alle plaagstootjes en regelrechte uitlokkingen. “Wat vind je van Lewis’ afwezigheid?” luidt de vraag.

Tekst gaat verder onder de foto

Max haalt de schouders op. “Vanuit Lewis’ standpunt: als hij een dagje vrij wil, dan moet-ie een dagje vrij nemen als hem dat sneller maakt. Natuurlijk hadden de Engelse fans hem daar graag gezien. Als ik zoiets in Nederland zou doen, dan zouden ze me bij wijze van spreken hebben neergeschoten.” Die quote haalt de dag erna inderdaad de kranten.

De Britse journalisten lachen. Dan zegt Max serieus: “Het is goed om zoiets te doen. Er waren veel fans in Londen, we hebben wat donuts op het asfalt gedaan, ook al mocht dat niet.”

Een verslaggever vraagt een beetje treiterend: “Zou jij een vakantie hebben genomen tussen twee achtereenvolgende races in?”

Verstappen reageert geroutineerd: “Als je het nodig hebt, wel. Iedereen is anders.”

Het onderwerp ‘Lewis’ is nog niet ten einde. Of Max fan-evenementen zoals de Jumbo Familie Racedagen in mei op Zandvoort als een last of als een lust ervaart? “Het is altijd een boost. Ik zou ook graag een Nederlandse Grand Prix hebben, zodat mijn fans net als de Britse hier op eigen bodem een echte race zouden kunnen zien.”

Dan willen de Britse collega’s weten of hij het ook niet vreemd vindt dat voormalig wereldkampioen Jenson Button helemaal uit de Verenigde Staten werd overgevlogen, twee uur op zijn hotelkamer moest blijven zitten, om in Londen vervolgens slechts enkele minuten op het podium te worden geroepen voor een paar vragen. De onderliggende vraag is of Max ook niet vindt dat de gepensioneerde raceheld slecht behandeld is, zoals zijn management zou hebben laten weten.

Max toont zijn blauwe pretogen: “Was het hotel goed?” stelt hij een wedervraag. De omstanders lachen. De vragensteller hakkelt. “Tja, dat denk ik wel. Hij heeft naar tennis op Wimbledon zitten kijken.” Max reageert ad rem. “Nou dan? Nee echt, ik heb met Jenson gesproken en hij lachte en had het naar zijn zin. Dus het was prima.”

Dat waren vier minuten en veertig seconden voor de Britse media. Zij zijn adequaat geholpen en met een kluitje het riet in gestuurd. Een verhaal is er eigenlijk niet, behalve van dat neerschieten dan.

De Nederlandse media worden joviaal begroet. Max opent opgetogen, zeker gezien zijn dramatisch korte optreden in de Grand Prix van Oostenrijk, die al na de eerste bocht voorbij was. “We hebben niet veel om over te praten, toch? Ik heb eigenlijk maar een half rondje gereden.” Hij vertelt dat hij een speech voor het team in de fabriek in het nabijgelegen Milton Keynes heeft gegeven, voor zo’n 400 tot 500 medewerkers. “Maar dat doe ik wel vaker. Gewoon, over het weekend en over mijn ervaringen. Doen ze bij Mercedes ook, hè. Roepen ze het hele team bij elkaar. Dat is bedoeld om het team te motiveren en het is goed als een coureur daarbij is. Weet je: er wordt door de monteurs vaak lang doorgewerkt. Als je ze in persoon aanspreekt, dan denk ik dat ze ook weer harder voor je gaan rennen.”

Is Max niet weer eens toe aan een hoogtepuntje, na al die uitvalbeurten? Weer die pretogen: “Op het circuit of náást het circuit?” Dan ernstig: “Nee, dat kun je niet plannen. We proberen er maar het beste van te maken.”

Zijn ontdekker en teamadviseur dr. Helmut Marko heeft in de week ná Oostenrijk geroepen dat hij met Max meeleeft, maar dat andere teams niet bij hem aan hoeven te kloppen voor zijn diensten. Voor nog geen 100 miljoen euro, voegde Marko er zekerheidshalve aan toe, laat Red Bull Racing hem gaan. De Oostenrijker geeft daarmee aan dat Max met gouden kettingen is vastgelegd. Ondertussen is de tiener daarmee wél de Paul Pogba van de Formule 1.

“Da’s niet verkeerd toch? Kan ik niet over gaan klagen,” zegt Max over de uitlatingen van Marko. Maar een transfer acht hij niet voor de hand liggend. “Nee joh, dan wachten de andere teams toch gewoon een jaar of twee.” Gevat concludeert hij: “Ik heb hier een contract en nu weten jullie de afkoopsom.”

Hij spoedt zich weg. De teambespreking en racevoorbereiding staan voor de deur – daar draait het tenslotte allemaal om.

Vermeulen: ‘Max is een fantastische diamant die een hele grote zal worden, zoals hij nu wordt geslepen’

Manager Raymond Vermeulen kan dat prijskaartje van 100 miljoen euro om de nek van de meest gewilde coureur ter wereld wel begrijpen, zegt hij een dag later in het Red Bull Energy Station, de meest swingende ontmoetingsplaats in de paddock. Vermeulen beziet het allemaal met een kwinkslag.

“Het openingsbod is goed ontvangen,” zo had hij daags tevoren op Silverstone tegen Marko met een knipoog en een glimlach gezegd. Hij had eraan toegevoegd: “Ik kijk uit naar de komende contractonderhandelingen.”

Marko reageerde volgens Vermeulen schuchter lachend op die woorden. “Zo is het niet bedoeld,” reageerde de Oostenrijker, enigszins van zijn à propos. “Nee,” antwoordde Vermeulen daarop, “maar zo heb ik het wel begrepen.”

Het onderstreept de losse sfeer in de onderlinge verstandhouding. Marko is tenslotte de man geweest die Verstappen op de leeftijd van 17 jaar en 166 dagen liet debuteren in een Toro Rosso. Maar Vermeulen kent ook de marktwaarde van de snelste tiener op de racebanen. “Max is het gezicht en de toekomst van de Formule 1,” zegt hij onomwonden.

Hij kan het weten na een periode van meer dan twintig jaar in de autosport. Hij raakte als manager van Jos Verstappen in 1996 betrokken bij diens loopbaan, toen nog als assistent van Huub Rothengatter. Het was het begin van een sterke band met Jos en later Max, op wie hij als kind zelfs ook weleens paste. De vertrouwensrelatie is hecht.

De manager weet echter ook nog hoe in die jaren bij Footwork, Stewart, Tyrrell, Arrows en Minardi bijna niemand hem zag staan. Hij stond bij binnenkomst in een van de andere teamonderkomens ‘bij wijze van spreken al meteen met 3-0 achter’. Nu wordt hij gezien als de nieuwe regenmaker, voor wie bij de topteams zo nodig de loper wordt uitgelegd. Toto Wolff van Mercedes of Maurizio Arrivabene van Ferrari; Raymond Vermeulen kan altijd bij hen binnenlopen.

Hij relativeert het wereldje van de Formule 1, waarin hij getransformeerd is van een anonieme manager van een coureur op zoek naar een stoeltje tot de vertegenwoordiger van het nieuwe, opwindende uithangbord van de Formule 1. “Kun je nagaan hoe vluchtig deze wereld is. De prestatie telt, al het andere is bullshit.”

Hij waakt derhalve als een adelaar over de ontwikkeling van Max. “Hij is een fantastische diamant die een hele grote zal worden, zoals hij nu wordt geslepen.”

Die 100 miljoen mag dan een terloopse opmerking zijn geweest, de manager stelt tevreden vast ‘dat men bij Red Bull de diamant graag wil behouden’. Hij plaatst er meteen een dikke, vette kanttekening bij: “We willen natuurlijk wel winnen.” En dat vraagt om een betere auto dan de huidige RB13, die tot dusver wordt ingeschat als de mindere in vergelijking tot Ferrari en Mercedes.

De waarde van Max Verstappen voor de Formule 1 is onderhand niet meer in geld uit te drukken. Vermeulen verwijst naar uitspraken van Jan Lammers, die eerder zei dat Max sowieso al 100 miljoen euro zou moeten krijgen voor de impuls en de schwung die hij de autosport heeft gegeven. Het is zo’n beetje als wat muziekrecensent Jon Landau in 1974 schreef: “I saw rock and roll’s future and its name is Bruce Springsteen.” Vervang rock-’n-roll door Formule 1 en Springsteen door Verstappen en het beeld is scherp en helder.

Vermeulen: ‘Om echt overal bekend te worden, moeten ze je in Azië en de Verenigde Staten ook kennen. Max is nog geen wereldster

Vermeulen bestempelt Max als ‘wereldster in wording’. In Nederland reikt zijn naamsbekendheid inmiddels tot 95 procent, daarbuiten moeten nog stappen worden gezet om hem in dezelfde categorie te krijgen als Lionel Messi, Cristiano Ronaldo, Usain Bolt, LeBron James, Rafael Nadal of Roger Federer.

“Ons land is een kikkerlandje,” zegt de manager. Met een piepkleine thuismarkt moet er veel gebeuren om Max de status te bezorgen van wereldster, niet alleen op de baan, maar zeker ook ernaast. Vermeulen vliegt binnenkort naar de Verenigde Staten voor overleg met een van de grote sportmarketingbureaus. “Vergeet niet: Max is een wereldmerk en de wereld is ons speelveld. Nederland is leuk, maar om echt overal bekend te worden moeten ze je in Azië en de Verenigde Staten ook kennen. Daar gaan we nu aan werken. Max is nog geen wereldster. Nog niet.”

Hij wijst op het aantal volgers dat Max op sociale media als Facebook, Twitter en Instagram heeft. Dat ligt rond de twee miljoen en moet fors omhoog. “Dat geldt trouwens voor alle coureurs hier in de paddock. Als ik zie dat een of andere modegrootheid van wie ik de naam al lang weer vergeten ben, twintig miljoen volgers heeft, dan hebben we in de Formule 1 nog werk te doen.”

Zeker is dat Max de autosport weer op de kaart heeft gezet. Liberty Media, moedermaatschappij van Ziggo, vindt Max geweldig omdat hij een jong publiek aanspreekt. “Max zit met zijn inhaalacties in elke promotiefilm,” onderstreept Vermeulen.

Jongeren kunnen zich uitstekend met de coureur vereenzelvigen. Hij is net als zij een tiener, behorend tot de eigen generatie, qua levensstijl, games, muziek, kleding en belevingswereld. Het economische potentieel en de spin-off zijn dan ook niet gering. De samenwerking met Red Bull wordt gezien als een natural fit. Daarnaast doen de kartbanen goede zaken, de kinderen willen allemaal een helm en een raceoverall, videogames om de circuits te oefenen, een stuurtje en een pedaal en een shirt van Max.

Zijn populariteit in Nederland is enorm: Max trok een weekeinde lang een vol huis op de Jumbo Familie Racedagen in Zandvoort, met vaders, moeders en kinderen. “Max heeft een heel breed fanbestand en is erg open en toegankelijk. Dat draagt ook bij aan zijn populariteit. Maar om dat uit te breiden over de hele wereld, dat zijn langdurige processen.”

De BV Verstappen dijt almaar uit. Behalve de webwinkel is er ook een fysieke fanshop geopend in Swalmen, waar teamkleding van Red Bull en Max’ eigen merchandising wordt verkocht. In combinatie met de eigen media, de reizen die via Sportstadion.nl worden verkocht, zijn er circa 20 tot 25 man bezig met het wereldmerk Max Verstappen. Van juristen tot verkopers en administratief personeel.

Hoezeer Max in Nederland aan populariteit wint, de wereld van de Formule 1 is groter dan de Benelux of Europa en Azië. Als het aan Liberty Media ligt, moet Formule 1 ook in de Verenigde Staten eindelijk een doorslaand succes worden. Pas dan stappen wereldmerken als Coca-Cola, Apple, Pepsi of McDonald’s groot in de sport, is de verwachting. Daarom moet de sport beter worden verkocht en vermarkt.

En om dat te bewerkstelligen zijn nieuwe, jonge helden nodig die de enige échte wereldster van de Formule 1 – Lewis Hamilton – kunnen ondersteunen. Max is er een van.

Op het bovendek van de Energy Station, waar een loungesfeer hangt, vertelt reis- en internetondernemer Jeroen Huis in ’t Veld zaterdag na de kwalificatie dat hij door Liberty Media is uitgenodigd binnenkort eens te komen praten over de fanbeleving. Want de Groninger heeft opvallende dingen gedaan rondom de coureur met startnummer 33.

Hij is eigenaar van Max Verstappens official travelpartner Sportstadion. nl. Liberty heeft gezien hoe een volledige tribune op de Red Bull Ring in het Oostenrijkse Spielberg plotseling oranje kleurde. “Het was een beetje een Thialf-sfeertje,” kijkt hij terug op die stunt, waarbij hij vijfduizend van zijn achtduizend Verstappen-fans exclusief op een Oranjetribune plaatste. Er werd een podium bij de tribune gebouwd, er was een dj en Max kwam samen met tv-presentator Olav Mol langs voor een meet-and-greet. Dat is de manier waarop de Amerikanen sporters graag met fans zien omgaan. Een beetje zoals de gele tribunes van supporters van Valentino Rossi in de MotoGP.

“Dan zie je hoe het leeft en hoe groot Max is geworden,” zegt Huis in ’t Veld over de oranje invasie in Oostenrijk. In totaal waren er zo’n 12.000 Nederlanders op het circuit, dat zijn aantallen die alleen Ajax en Feyenoord op de been brengen bij een halve finale of een eindstrijd van een Europees toernooi. Hoewel het optreden van Max door een kapotte koppeling en een aanrijding al na de eerste bocht voorbij was, heeft de aanwas van zijn fans indruk gemaakt.

Die uittocht wordt nog eens dunnetjes herhaald op het circuit van Spa-Francorchamps, waarop 27 augustus de GP wordt verreden en waarvoor Sportstadion.nl 30.000 van de circa 50.000 kaarten die aan Nederlanders verkocht zijn, heeft geleverd. Die enorme aantrekkingskracht verbaast Huis in ’t Veld niets. “Nederlanders zijn liefhebbers van succes en Max staat daarvoor garant. We kunnen met hem voorlopig een jaar of vijftien vooruit.”

Max Verstappen komt even later de hospitalityruimte binnengelopen voor twee sessies persgesprekken met Engels- en Nederlandstalige media. Hij heeft zich naar de vijfde startplek gereden en heeft zowaar eens een mazzeltje, want Valtteri Bottas moet vijf plaatsen naar achteren. Ondanks een prima podiumplek in China – van P16 naar P3 in een ouderwetse inhaalrace – staat hij na negen van de twintig races zevende in het kampioenschap. Hij verzamelde tot aan Silverstone 45 punten, nog niet de helft van het aantal dat teamgenoot Daniel Ricciardo – zonder pech – binnensleepte. “Er valt dit jaar weinig meer te halen,” concludeert hij na de kwalificatie. “Je probeert natuurlijk altijd optimaal te presteren in races, maar voor het kampioenschap doen we niet mee.”

In zijn woorden klinkt de brandende ambitie door. “We wilden aan het begin van het seizoen meedoen om de eerste plaatsen. Als het dan om de vierde plaats blijkt te gaan, dan maakt het me allemaal niet zo heel veel meer uit.”

Max wil de situatie niet uitzichtloos noemen. Maar winnen, zoals het streven is, zit er voorlopig nog even niet in. Dat hij in het kwalificatieduel met Ricciardo vaak sneller is, zegt Verstappen niet zoveel. “Nee, want het gaat steeds om de vijfde en zesde plek. Natuurlijk is het belangrijk om voor m’n teamgenoot te staan, maar over het algemeen gaat het dit seizoen op dat vlak wel goed. Aan de andere kant, ik heb daar vrij weinig aan, omdat ik niet meedoe om de overwinning.”

Op Silverstone is het de Australiër die een keer pech heeft en vanaf P19 moet starten. Max heeft te doen met zijn sympathieke en goedlachse teamgenoot, die hem uitdaagt het beste van zichzelf te geven. “Dat is natuurlijk niet goed,” zegt hij over de problemen aan de andere kant van de garage. “Het is gewoon slecht dat zoiets gebeurt. We zijn hier allemaal niet blij mee.”

Het gat met polesitter Lewis Hamilton bedraagt 1,6 seconden, terwijl Red Bull Racing drukdoende was die kloof te dichten en er in Oostenrijk dichtbij zat. “We zijn gewoon te langzaam,” stelt Max.

Te midden van de futuristische teamonderkomens die eruitzien als ruimtevaartschepen en boorplatforms, loopt voormalig premier Jan Peter Balkenende. Hij is gast van Williams-sponsor Unilever, maar wil Max Verstappen graag even bemoedigend toespreken.

Balkenende en Verstappen kennen elkaar, onder meer vanwege de prijs voor de Sportpersoonlijkheid van het Jaar die hij in januari 2016 aan Max mocht uitreiken, een prijs toegekend door de Nederlandse sportpers. De ex-politicus is een rechtgeaard Formule 1-fan, die merkt dat de Nederlanders begeesterd raken door Max. “Naast mij wonen twee oudere kerels die niets geven om autosport, maar nu ineens belangstelling tonen. Dat komt alleen door Max.”

Staande voor het Energy Station zegt hij mee te voelen met de coureur die zoveel sportieve tegenslagen ervaart. “Dat hoort nu eenmaal bij het vormingsproces,” vindt hij. “Iedereen is van zijn exceptionele kwaliteiten overtuigd en ziet vervolgens dat de techniek hem in de steek laat, het ligt niet aan Max.”

Hij prijst ook zijn ontluikende leiderschapskwaliteiten. “Dat je als 19-jarige een heel raceteam toespreekt… Dan heb je klasse en karakter.”

Balkenende is zelfs betrokken bij oriënterende gesprekken over de terugkeer van een Grand Prix naar Nederland, al benadrukt hij het beginstadium en erkent hij dat het ‘een dure grap’ zou zijn. “Maar ik ben een voorstander van een Nederlandse GP. Of dat nou Assen wordt of Zandvoort zou zijn, het gaat hier om de BV Nederland.”

Zelf heeft hij een voorkeur voor Zandvoort, om historische redenen. “Zodra ik bij Williams ben, beginnen ze daar over het zand en de duinen.”

Verstappen: ‘We wilden meedoen om de eerste plaatsen. Als het dan om de vierde plaats blijkt te gaan, maakt het me allemaal niet zo veel meer uit’

Zondag, racedag. Beroemde uitspraak van oud-teambaas Ron Dennis van McLaren: “When the flag drops, the bullshit stops.” Drie dagen lang is de paddock het toneel geweest van politiek, geruchten, halve waarheden en hele leugens, van relatiebeheer, van zien en gezien worden, maar op de dag van de Grand Prix daalt er een kalme rust neer. Max komt door de poortjes de paddock binnengelopen, vrijwel meteen overvallen door tientallen selfie- en handtekeningenjagers. Hij helpt ze zoveel als hij kan. Fernando Alonso ziet het tafereel bij binnenkomst en trekt geslepen een sprintje naar de hospitality van McLaren, waar zijn ontbijt klaarstaat. Dankzij Max kan hij meteen aanschuiven, zonder plichtplegingen.

Tekst gaat verder onder de foto

Het wonderkind op wielen krijgt een snelle vraag van het officiële tvstation Formula One, dat hij desnoods in vier talen – Engels, Duits, Nederlands, Frans en een beetje Italiaans – te woord staat. Max geeft een kort, zakelijk, maar afdoend antwoord. Dan snelt hij weg, het Energy Station in, waar hij de race gaat voorbereiden.

Johnny Herbert, werkend voor Formula One, slaat de gekte rond Max met een glimlach gade. De voormalige winnaar van drie Grands Prix en in 1994 de vervanger van vader Jos Verstappen bij Benetton, heeft te doen met de jonge coureur. “Het is frustrerend voor iedere coureur om met mechanische pech uit te vallen, maar dat leer je wel te accepteren. Maar vijf van de zeven races niet finishen buiten je schuld, terwijl je teamgenoot voortdurend het podium haalt en zelfs een race wint? My goodness, dat is een lastige opgave.” Dat Helmut Marko heeft geroepen dat Red Bull hem nog voor geen 100 miljoen euro laat gaan, past volgens Herbert bij de gebruiken in de paddock. “Ik snap dat coureurs in het rond kijken of ze ergens anders misschien in een kansrijkere positie kunnen komen om races te winnen en te kunnen wedijveren om de wereldtitel. Jos en Max’ manager kennen dat spelletje natuurlijk ook.”

Volgens Herbert probeert iedere coureur in de meest kansrijke positie terecht te komen. “Kijk naar Lewis Hamilton. Iedereen riep dat hij gek was om bij McLaren te vertrekken en bij Mercedes te tekenen. Maar het bleek de perfecte overstap te zijn geweest naar een winnende auto. Vettel en Alonso probeerden hetzelfde. Daar is niks mis mee.”

De tv-commentator vindt dat Max het beste nog even geduld kan hebben. “Races winnen gebeurt op dit moment niet met een Red Bull, en ik herhaal: op dit moment. Maar het is een topteam en de situatie kan ineens omslaan.”

Tijd dus voor een cappuccino op zondagmorgen met dr. Helmut Marko. De wereldsterren lopen in en uit het Energy Station, onder wie voormalig bokskampioen Frank Bruno en oud-Spice Girl Geri Halliwell, gehuwd met Red Bull-teambaas Christian Horner.

Marko steekt niet onder stoelen of banken dat zijn oogappel een teleurstellende reeks achter de rug heeft. Zelf heeft hij er ook de pest over in. “Max beleefde in 2016 een sensationeel debuutjaar bij Red Bull Racing en we dachten dit jaar te kunnen meestrijden om de wereldtitel. De verwachtingen waren hooggespannen. Dat lukt nu nog niet, maar podiums zijn wel haalbaar.”

Volgens de Oostenrijker heeft hij zeer open met Max gesproken. Hij prijst de manier waarmee hij omgaat met de situatie. “Max is jong en ongeduldig. Logisch. Dat ongeduld moet hij nog een beetje leren beteugelen, maar hij is nog maar 19 jaar. Vorige week heeft hij onze mensen in de fabriek in Milton Keynes toegesproken en dat deed hij zeer zelfverzekerd. Daarmee toont hij zijn persoonlijke groei. Dat had hij, denk ik, een jaar eerder nog niet zo goed gekund. Hij zei dat hij alle vertrouwen in het team heeft. Het is aan ons om dat waar te maken.”

Het doel is echter onveranderd: Marko en Red Bull willen Max de jongste wereldkampioen aller tijden maken. Dat deed het team eerder met Sebastian Vettel, die in 2010 met 23 jaar en 134 dagen de wereldtitel behaalde. “We hebben hierna dus nog twee jaar de tijd,” zegt Marko. Dat loopt mooi synchroon met de lengte van Max’ contract bij Red Bull, tot aan het einde van het seizoen 2019.

Balkenende: ‘Ik ben voorstander van een Nederlandse GP. Of dat nou Assen of Zandvoort wordt, het gaat om de BV Nederland’

In de race op Silverstone levert Max andermaal enkele van de spaarzame hoogtepunten af. Eerst na de start waarin hij de voor hem rijdende Vettel aftroeft, na achttien ronden nogmaals als hij in een hevig gevecht verwikkeld is met snellere Ferrari van de Duitser. In een bochtencombinatie raken ze elkaar zelfs even. Vettel klaagt als vanouds over de radio. “I think he wants to play bumper cars,” zegt Max tegen het team.

Het publiek is meteen op de hand van Max, die zich niet zomaar laat passeren en terugvecht naar de positie vóór de Duitser. Gejoel van de Britse racefans klinkt. “Dat heb ik niet gehoord,” bekent hij een uurtje na de race, waarin hij vierde is geworden.

Max is na afloop de meest geïnterviewde coureur in het zogenaamde ‘vierkantje’, waar alle tv-stations een of twee vragen mogen stellen aan coureurs die niet op het podium staan. Daarna wachten de Nederlandse media in het Energy Station. “Ik ben redelijk tevreden. Ik heb eindelijk weer eens een race uitgereden, dus dat is top.”

De auto is volgens hem ‘nog steeds te langzaam, maar we hebben wel maximaal gepresteerd’.

Het duel met Vettel noemt hij ‘hard maar fair, op één tikkie na’. Dat de Duitser zijn ongenoegen uitte op de boordradio over Max, die hij ‘nog steeds een beetje wild noemde’, neemt de Limburger niet serieus. “Zeker niet na alles wat hij zelf gedaan heeft,” zegt hij verwijzend naar de clash in Bakoe tussen Vettel en Hamilton.

Bij het weggaan treffen we Sir Jacky Stewart, drievoudig wereldkampioen en ooit de teambaas van Jos Verstappen. Laat de naam Max vallen en de fragiele 78-jarige Schot oogt meteen tien jaar jonger.

“Ik heb het grootste respect voor hem. Hij heeft een goeie kop op zijn schouders. Max is nog jong, maar heeft nog zoveel jaar voor de boeg en is nu al zo vaardig. Hij levert nu al. Tegenslag? Die moet je kunnen aanvaarden en overleven. Je kunt nu eenmaal niet altijd op het podium staan. Zijn tijd komt echt nog wel.”

En dan sluit hij af met de wijze woorden: “Formule 1 bezorgt je niet alleen veel pijn, maar ook veel genoegdoening.”

Of zoals oud-premier Jan Peter Balkenende ooit zei: “Na het zuur komt het zoet.” De loopbaan van Max smaakt in elk geval naar veel meer.

Helden Magazine

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: