Word abonnee

Shorttrack

‘Ik ben heel erg hongerig’

Jasper Faber

Shorttrack

‘Ik ben heel erg hongerig’

door: Jasper Boks & Marlies van Cleeff
4 januari 2022
4 tot 9 minuten lezen

Sinds het olympisch goud op de Spelen in Pyeongchang in 2018 staat er geen maat op Suzanne Schulting. Wereldtitels en Europese titels stromen binnen. Ze is de koningin van het shorttracken en reist naar de Spelen in Beijing af als de te kloppen vrouw op alle afstanden. “Die ene gouden olympische medaille geeft me geen rust, ik wil er meer.”

Je hebt er ooit van gedroomd om olympisch kampioen te worden en te domineren in je sport. Je bent pas 24 en hebt dat nu al bereikt.
“Ik heb weleens grappend geroepen: nou jongens, ik kan stoppen! Maar daarvoor vind ik de sport en het leven dat erbij hoort nog veel te mooi. Ik ben nog heel erg hongerig.”

Welke sporters inspireren jou?
“Mathieu van der Poel, Sven Kramer en Ireen Wüst. Mathieu is maar twee jaar ouder dan ik, hij gaat nog lang niet stoppen, en heeft al zoveel bereikt. Sven en Ireen zitten meer in de nadagen van hun carrière, maar zij doen hetzelfde wat ik ambieer: heel veel bereiken, zo lang mogelijk domineren en blijven doorgaan. Van de buitenlandse sporters keek ik graag naar Lindsey Vonn en Usain Bolt. Beiden legendes in hun sport, stiekem hoop ik dat ook te worden.”

Epke Zonderland zei na zijn olympische titel in 2012 dat alles wat hij daarna nog zou bereiken bonus zou zijn. Het zorgde voor een rust die hij goed kon gebruiken in het turnen.
“Dat voel ik niet zo, hoewel ik een olympische titel, wereld­ titels en Europese titels heb gewonnen. Ik heb bereikt waar ik vroeger altijd van droomde, maar winnen is een verslaving, iets waar ik geen genoeg van krijg. Die ene gouden olympische medaille geeft me geen rust, ik wil er meer.”

Stress
Redelijk onverwacht pakte jij in 2018 olympisch goud op de 1000 meter. Als je de shorttrackster Suzanne van toen vergelijkt met die van nu, wat is dan het grote verschil?
“Ik was toen twintig, er zat nog veel onrust in me. Ik wilde heel graag, maar het kwam er vaak niet uit. Het was vaak net niet. Ik ging niet als kanshebber naar de Spelen en had zelf ook niet het gevoel dat ik daar weleens een medaille kon winnen. Als ik niet met goud was teruggekeerd, maar met een andere kleur medaille, was ik waarschijnlijk net zo blij geweest. Dat zou voor mij al een heel big deal zijn geweest. Als ik dat vergelijk met nu: ik wil nog steeds graag, maar het komt er nu vaak wel uit.”

Stonden in 2018 stiekem de Spelen van 2022 al meer op de radar?
“Ergens wist ik wel dat ik ooit goud zou kunnen winnen en dat ik een goede shorttrackster zou kunnen worden. Maar het klopt, mijn doelen waren toen meer gericht op 2022. Hoe vaak had ik in 2018 nou wereldbekers gewonnen of op het podium gestaan? Ik was niet steady genoeg. Als ik in die olympische finale op de 1000 meter op de vijfde positie had gelegen, was het me sowieso niet gelukt als eerste over de finish te komen. Als ik nu op de vijfde positie lig, is de kans wel aanwezig dat ik naar voren kan komen. Het goud heeft me laten inzien dat ik het kan. In die zin heeft het me rust gegeven. Dat gevoel wilde ik vaker ervaren, het gaf me houvast om me ergens in vast te bijten. Het goud in Pyeongchang is de basis geweest voor de rest van mijn successen.”

Was jij als mens klaar om goud te winnen?
“Ik weet niet of ik er klaar voor was. Ik was destijds nog niet klaar voor de Olympische Spelen zelf. De hele voorbereiding was heftig. Het onbekende viel me zwaar.”

Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle en Tijdschrift.nl. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!

Delen: