Phillip Cocu weet wat winnen is. Als speler van PSV en FC Barcelona won hij vijf landstitels. Als trainer van PSV is hij ook erg succesvol. We legden de 101-voudig international tien foto’s voor.
29 januari 1995
Phillip Cocu in duel met Frank Rijkaard tijdens Vitesse-Ajax (2-3).
Tekst gaat verder onder de foto

“Dit was in mijn laatste jaar Vitesse. We haalden elk jaar Europees voetbal, werden telkens vierde of vijfde. Die vijf seizoenen bij Vitesse hebben me gevormd. Ik kwam van AZ, had twee seizoenen in de eerste divisie gespeeld, werd bij Vitesse eerst onder de vleugels genomen van John van den Brom en Frans Thijssen en werd uiteindelijk zelf een bepalende speler.”
Wanneer voelde je dat je hogerop kon?
“Ik kwam binnen als een typische linksbuiten, was zo wisselvallig als het weer. Ik had een aardige passeerbeweging, dat moest ook wel om dat ik niet supersnel was, en ik had een goede trap. Ik hoefde er niet altijd langs om een voorzet te kunnen geven. Maar we kunnen rustig stellen dat ik als linksbuiten Barcelona niet had gehaald. Trainer Herbert Neumann haalde me naar het middenveld en die beslissing heeft ervoor gezorgd dat ik het maximale uit m’n carrière heb kunnen halen. In 1994, na het vierde jaar Vitesse, had ik al zoiets van: als ik de kans krijg om naar een topclub te gaan, dan pak ik die. Omdat ik het gevoel had dat ik m’n plafond nog niet had bereikt. Er was belangstelling, maar ik ben toch nog een jaartje gebleven.”
Je hebt Frank Rijkaard meegemaakt als bondscoach en als trainer van Barcelona, hoe was hij?
“Goeie trainer, prettig mens. Als bondscoach deed hij het ook fantastisch, maar het meest intens had ik natuurlijk met hem te maken in zijn eerste en mijn laatste jaar Barcelona. Frank was en is iemand met uitstraling en aanzien, zeker niet iemand die ging lopen schreeuwen, hij zocht altijd de conversatie. Wat ik mooi vond: je merkte bij Frank meteen wat hij als speler bij Ajax en AC Milan had meegemaakt. Dat vertaalde hij naar zijn trainerschap.
Er hing best wel een negatieve sfeer bij Barcelona toen Frank in 2003 binnenkwam. Niet dat het haat en nijd was, maar we hadden een moeilijke tijd gehad. Dat negatieve moest hij eruit zien te krijgen, het geloof moest terugkeren. Frank begon eerst met de organisatie binnen het team. Pas toen het stond zo als hij het hebben wilde, focuste hij zich op het spel aan de bal. Frank, assistent Henk ten Cate en Ronaldinho, die overkwam van Paris Saint Germain, hadden een groot aandeel daarin.”
Komt Rijkaard in de buurt van hoe jij bent als coach? We zien jou ook niet uit je dak gaan langs de lijn.
Lachend: “Dat is maar één facet van een trainer. Er zijn raakvlakken, maar ook zeker verschillen. Misschien kom ik naar buiten toe rustig over, maar ik kan wel flink uit m’n slof schieten.”
25 mei 1997
Dick Advocaat wordt door Cocu en aanvoerder Arthur Numan van het veld geleid na het behalen van het kampioenschap met PSV. Op de achtergrond kijkt Jaap Stam toe.
“Luc Nilis, Wim Jonk, Jaap Stam, Arthur Numan, Marciano Vink en ga zo nog maar even door. Fantastisch elftal. Toen ik bij PSV binnenkwam, had Ajax net de Champions League gewonnen. In 1996 pakten we de beker en toen kwam het besef dat er meer in zat. Een jaar later resulteerde dat in de landstitel. Het was m’n eerste landstitel, daarvoor had ik de overstap naar PSV gemaakt. Jammer genoeg viel de ploeg in mijn laatste jaar bij PSV een beetje uit elkaar.”
Je maakte Dick Advocaat mee als club- en bondscoach. Hoe zou je hem typeren?
“Dick is hét voorbeeld van een bevlogen trainer. Hij stond continu langs de lijn te gebaren. De laatste jaren is dat misschien ietsje minder het geval, maar bij ons zat hij echt bovenop je huid. Voortdurend. Maar hij was wel weer een compleet ander type dan Louis van Gaal, die ik later meemaakte. Dat de lat áltijd hoog moet liggen, leerde ik van Dick en dat je jezelf altijd moet pushen om die lat nog hoger te krijgen. De meeste spelers en teams hebben dat nodig, iemand die de boel voortdurend aan blijft jagen. Als je even verslapte, dan was Dick er, hoor. Daar werd je natuurlijk ook weleens gek van.”
Je kwam Advocaat ook tegen als beginnende trainer en nam het in 2013 van hem over bij PSV. Wat leerde je als trainer van hem?
“Toen Dick hoofdtrainer was, had ik de jeugd bij PSV onder me en assisteerde ik op parttime basis bij het eerste. Ik was blij dat ik bij hem mee kon kijken, zag hoe Dick spelers coachte, zijn voorbereiding op een wedstrijd, hoe hij een elftal samenstelde, waarom hij bepaalde keuzes maakte en hoe hij met de spelers omging. Daar spraken we ook over. Als speler ervaar je dat soort zaken niet. Pas als je echt mee gaat kijken, zoals ik bij Fred Rutten – ook zo’n vakman – en Dick heb gedaan, ervaar je pas wat er achter de oefenstof en de aanpak van de coach zit.”
17 september 2002
Louis van Gaal legt het nog een keer uit. Patrick Kluivert, Luis Enrique en Cocu (v.l.n.r.) kijken toe.
Tekst gaat verder onder de foto

“Louis haalde me in 1998 naar Barcelona. Ik had een aantal opties toen ik transfervrij vertrok bij PSV, had gesprekken gevoerd met Internazionale en al bijna een voorcontract getekend in Milaan. Op het laatste moment besloot ik toch te wachten. Er was best wat interesse, ik had net een succesvol WK in Frankrijk achter de rug.
Toen meldde ook Barcelona zich. Van Gaal gaf heel duidelijk aan wat hij wilde. Voor een speler is het belangrijk dat je een trainer hebt die een bepaalde rol voor jou ziet weggelegd. Ik kwam bij Barcelona spelers tegen als Rivaldo, Figo, Guardiola en Luis Enrique. Guardiola was de regisseur. Luis Enrique kun je het beste vergelijken met mij. Ik heb een heel goeie band met hem. We hebben nog weleens contact, ook toen hij coach was van Barcelona. Ik ben toen hij coach was een keer een wedstrijdje gaan kijken met m’n zoon. Ben ik ook in z’n kantoortje geweest om een beetje bij te praten. We hebben zes jaar samengespeeld. ”
‘Ook ik heb neus aan neus met Van Gaal gestaan, ook tegen mij ging hij tekeer’
Je had tot 1998 Van Gaal alleen meegemaakt als trainer van de tegenstander. Hoe was jouw ervaring met hem als coach?
“Louis is natuurlijk een bijzondere coach. Hij is zeker geen makkelijke trainer om mee te werken. Louis zat continu op je donder. Als je het niet goed deed, kreeg je eerst een waarschuwing, een tweede keer kreeg je die wat duidelijker en bij een derde keer stond hij neus aan neus voor je. Ook ik heb neus aan neus met Louis gestaan, ook tegen mij ging hij tekeer. Dat overkwam iedereen. Maar als je iets goed deed, dan stond hij bijna op de tafel te schreeuwen van enthousiasme. Je mag als speler best kritisch benaderd worden, Louis lette op de kleinste dingen, maar als het goed was, dan was hij heel uitbundig. Dat vond ik mooi aan hem.
Hij eiste het maximale en hij haalde dat ook altijd uit een speler als die er open voor stond. Ik ben absoluut een betere speler geworden onder Louis. Wat me altijd is bijgebleven: als we pass en trapvormen deden tijdens de training, dan eiste hij dat je dat met twee benen deed. Hij had ook altijd liever dat je een pass gaf die te hard was, van een slap rollertje werd hij helemaal gek. Elke dag hamerde hij op goed passen en trappen met links en rechts en het effect merkte ik al snel. Links bleef altijd mijn voorkeur houden, maar ik ging tijdens wedstrijden mijn rechterbeen steeds meer gebruiken. Ik werd completer, kon betere oplossingen vinden.”
Waaraan herkennen we bij jou als trainer de invloed van Van Gaal?
“Ik heb ook oefeningen waarbij ik eis dat beide benen worden gebruikt bij het passen, ik wil ook dat ze dúrven. Ook bij mij geldt: liever een bal te hard op de training dan te zacht. Passing is ook tijd winnen, het gaat om de juiste snelheid van de bal. En ook zijn benadering gebruik ik. Ik ben kritisch als het niet goed gaat, maar kan ook heel enthousiast reageren als het goed gaat.”
Helden Magazine 41
Het eerste gedeelte van het verhaal van Phillip Cocu komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’.
Verder in de 41ste editie van Helden, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, de zusjes Smulders over de wereldtop van de BMX, voetballer Kevin de Bruyne, koning van de marathon Eliud Kipchoge, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter, de paravolleyballers over hun droom de paralympische Spelen in Tokio en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal.
Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 41! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.