Word abonnee

Voetbal

Ode aan Johan Cruijff: John Rep

ANP

Voetbal

Ode aan Johan Cruijff: John Rep

door: Barbara Barend, Frits Barend & Jasper Boks
22 juni 2017
11 tot 16 minuten lezen

Johan Cruijff zou op 25 april zeventig jaar zijn geworden. John Rep, Ronald Koeman en Wim Jonk staan stil bij de beste voetballer uit de Nederlandse geschiedenis, die op 24 maart vorig jaar overleed.

John Rep
Als ik aan Johan denk, dan zie ik meteen die spiedende blik tijdens het dribbelen voor me. Als hij oogcontact zocht, wist ik het al. Wegwezen, de diepte in. En hup, daar kwam de bal. Bijna altijd precies op maat.

Ik maakte in 1971 op m’n negentiende de overstap vanuit het tweede naar de A-selectie, die onder de net vertrokken Rinus Michels twee maanden eerder op Wembley de Europa Cup 1 had gewonnen. In die tijd kregen nieuwelingen een ervaren speler als mentor. Johan werd die van mij en was niet makkelijk voor me. Hij zat me constant achter de kloten, die handjes bleven maar wapperen als hij tegen me sprak. Als Johan een bal verkeerd gaf, kreeg ik de schuld, want dan had ik niet goed gelopen volgens hem. Johan wist het altijd beter. Ik heb Johan zelf nooit om raad gevraagd, die kreeg ik al genoeg als ik er niet om vroeg. Ik heb eens met hem op een kamer gezeten, bij een interland in en tegen Engeland. Had-ie bij wijze van spreken commentaar op de manier waarop ik m’n tanden poetste. Gek werd ik ervan.
Ik heb ook weleens een knokpartijtje met hem gehad vergelijkbaar met wat Frank Rijkaard met Johan is overkomen. Dat eeuwige commentaar wordt je een keer te veel. Ik dacht toen ik hem weer tekeer tegen me hoorde gaan op de training: hou een keer je bek! Heb ik hem een tikkie gegeven, ontstond er een handgemeen. Door de spelersraad werd ik daarna voor een maand geschorst.
Later begreep ik dat Johan zo fel op me was, omdat hij het juist in me zag zitten. Cruijff werd niet voor niets de meester genoemd en ik z’n beste leerling. De klik in het veld was er vanaf het eerste moment dat we samenspeelden. We voelden elkaar blindelings aan. Ik was een geweldige voetballer voor zijn kwaliteiten, was snel, behendig en scoorde makkelijk. Hij liep altijd te zoeken naar diepgaande spelers, zodat hij die bal met het buitenkantje van z’n rechtervoet kon geven. Ik ben als rechtsbuiten wat keren alleen voor de keeper gezet. Buiten de kleedkamer had ik meer contact met Piet Keizer. Johan ging ook nooit mee de stad in, die ging lekker naar huis, naar Danny. Hij was geen eenling, maar ook weer niet altijd one of the guys. Tijdens een toernooi of trainingskamp zonderde hij zich niet af, hoor. En altijd kaarten, hè, ook in de spelersbus op weg naar de wedstrijd nog. Wat kon-ie pokeren!

‘Ik werd gezien als Cruijffs beste leerling’

Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle door op onderstaande knop te klikken. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen! 

Delen: