Word abonnee

Wielrennen

Roze trui dragers

Wielrennen

Roze trui dragers

10 mei 2023
12 tot 17 minuten lezen

Liefde voor de laars

De Giro d’Italia start op 6 mei met een openingsweekend in Gelderland. Helden haalt met Hollandse uitblinkers Erik Breukink, Jean-Paul van Poppel, Johan van der Velde en Pieter Weening, allemaal in dienst van Team Roompot Oranje Peloton, herinneringen op aan hun successen in de voor velen mooiste drieweekse ronde op de wielerkalender.

Jean-Paul van Poppel (4 ritzeges en 2 dagen in de roze trui)

“Catania is een bijzondere plek voor me. Beide keren dat ik de roze trui wist te veroveren, was de aankomst in deze Siciliaanse stad. De Giro van 1986 was mijn eerste drieweekse ronde. Ik was gretig. Een jaar eerder had ik tijdens mijn debuutseizoen als prof al bewezen dat ik de grote sprinters kon kloppen. De grote vraag vooraf was: kan ik het ook in de Giro?

In de tweede etappe was het al raak. Maar met de roze trui was ik niet bezig. Er was een tijdrit van een kilometer geweest en een ontregelde massasprint een dag eerder. Daardoor dacht ik niet aan het klassement. Het was geweldig toen ik hoorde dat ik het roze mocht aantrekken. Veel publiciteit in Nederland leverde het niet op. Er was slechts één Hollandse journalist in Italië.

Ik was na mijn eerste deelname graag naar de Giro teruggekeerd, maar ik kwam bij Superconfex terecht en die ploeg deed niet mee aan de ronde. Ik was jong en vond goed presteren in de Tour op dat moment erg belangrijk. Dat lukte twee jaar achter elkaar. Vervolgens verkaste ik naar Panasonic en ik wilde voorafgaand aan de Tour dolgraag weer de Giro rijden. Dat liet ik zelfs in mijn contract vastleggen. Ik was in love met die ronde. Het paste bij mijn karakter; het was chaotisch en daar wilde ik iets goeds van proberen te maken.

Vergeleken met de strak georganiseerde Tour werd er in de Italiaanse sprints veel meer van me gevraagd met al die haakse bochten en poortjes in de finales. Ik moest dieper gaan, vechten voor mijn plekje en ik kwam andere sprinters tegen. Jongens als Paolo Rosola en Alessio Di Basco waren beesten en voor de duvel niet bang. Ze reden alsof ze geen remmen op hun fiets hadden en konden het je heel lastig maken. Voor mij maakte het de uitdaging om te winnen des te groter.

Bij mijn tweede Giro in 1989 was mijn doel zoveel mogelijk etappes op mijn naam te schrijven. Twee bochten voor de finish van de eerste rit schoot ik echter uit het riempje van mijn pedaal. Ik verloor een stuk of vijftien plekken. Onze tweede ploegleider Ferdi Van Den Haute was in de laatste bocht gaan staan. Hij zag me als twintigste voorbijkomen en dacht dat het over was.

Ik had het geluk dat het even stilviel en toen besloot ik op 300 meter van de streep er van achteruit volle bak overheen te kletsen. Ik verraste iedereen met die lange sprint en ik had zo’n vaart dat ze me niet meer konden inhalen.

Door die zege pakte ik de eerste roze trui van de ronde. Een mooi moment. Alleen bijna niemand weet dat meer. Zelfs Erik Breukink, nu collega-ploegleider bij Roompot, wist het niet. ‘Heb jij de roze trui gedragen?’ vroeg hij me laatst. ‘Je was er zelf bij!’ antwoordde ik. We reden dat jaar nota bene voor dezelfde ploeg. Ha, dat zegt genoeg.”

Erik Breukink (2 ritzeges, 8 dagen in de roze trui en 2 keer het podium)

“De Giro van 1986 was het vertrekpunt voor mijn carrière als ronderenner. Ik wist vooraf wel dat ik kon klimmen en tijdrijden, maar nog niet hoe ik een drieweekse race zou verteren. Het Italiaanse sfeertje en de hele entourage bevielen me goed. Dan word je snel verliefd op een koers. In het begin was ik wat ziekjes, maar uiteindelijk kwam ik sterker uit de ronde. Een jaar later deed ik verrassend mee voor het klassement. Ik won op de tweede dag de tijdrit en pakte de roze trui.

Al die aandacht was prachtig, zeker voor een jonge renner van 23 jaar. Die trui bracht geen privileges met zich mee, maar de hele atmosfeer in Italië maakte het leuk om in the picture te staan. Ik genoot ervan en ondanks het feit dat ik de trui na een paar dagen verloor, hield ik goed stand in het klassement en werd derde.

In 1988 boekte ik de overwinning die het mooiste verhaal heeft opgeleverd en die nu nog steeds wordt opgerakeld. Het was de beroemde etappe naar Bormio over de Gavia. We werden onderweg overvallen door een sneeuwstorm. Het was koud en op een gegeven moment kon ik mijn handen niet meer bewegen. Ik had me wel enigszins voorbereid op het slechte weer door overschoentjes en dikke armstukken aan te trekken. Iedereen dacht aan de kou, maar ik was volledig geconcentreerd met mijn klassement bezig en kon blijven trappen. Die mindset hielp.

Net na de top van de Gavia zag ik in een flits Johan van der Velde langs de kant staan. Ik wist toen dat alleen Andy Hampsten, die bergop een seconde of twintig voorsprong op me had gepakt, nog
voor me reed. Aan het begin van defdaling zag ik niets, het was net alsof ik alleen op die berg reed, maar even later kreeg ik hem in het vizier.

Dat gaf moraal. Het lukte me om Hampsten te achterhalen en ik weet nog dat ik dacht dat ik in hetzelfde tempo moest doorrijden en er meteen overheen moest kletsen. Hampsten mocht niet in mijn wiel kunnen komen, want ik was niet bepaald een sterke sprinter. Het lukte me om een beslissend gat te slaan en hem voor te blijven tot aan de finish.

Dat jaar eindigde ik als tweede. In 1989 won Laurent Fignon, maar had ik de grootste kans om de Giro te winnen. De voorgaande jaren waren anderen beter geweest. Toen niet, Fignon en ik waren aan elkaar gewaagd. Het was die ronde al een paar dagen koud weer en ik reed in het roze. Daardoor had ik misschien net wat meer energie verspeeld dan de rest, er kwam ook wat druk bij kijken, en in de veertiende rit kreeg ik een inzinking door een hongerklop. Ik verloor veel tijd en dat mag nu eenmaal niet gebeuren.

Het geheim van een grote ronde is dat je er iedere dag moet staan. Drie weken na afloop van de Giro veroverde ik de gele trui in de Tour, dat hielp om de teleurstelling weg te spoelen. In de jaren erna kwam mijn focus op een goed klassement in Frankrijk te liggen. Ook omdat ik niet sterk genoeg bleek om in beide grote wedstrijden, die kort achter elkaar werden verreden, top te presteren.

De Ronde van Italië staat symbool voor de start van mijn carrière en ik heb er mijn mooiste prestaties neergezet. Maar in mijn achterhoofd zit ook: als ik ooit een grote ronde had kunnen winnen, dan was het de Giro van 1989 geweest. En dat geeft toch een dubbel gevoel.”

Pieter Weening (2 ritzeges en 2 dagen in de roze trui)

“Mijn etappeoverwinning in de Tour van 2005 was de belangrijkste, maar mijn eerste succes in de Giro, zes jaar later, vind ik het mooist. Het was een heuvelrit naar Orvieto over de strade bianche, de onverharde witte grindpaden. Ik was die dag een van de beste in koers en kwam solo over de streep. Ik wist dat de zege binnen was en kwam daardoor ruim voor de finish al rechtop om het te vieren. Achteraf bleek dat ik met een verschil van slechts twee seconden het roze had gepakt. Ik had helemaal niet aan het klassement gedacht, ik was allang blij dat ik een mooie rit had gewonnen. Die roze trui was echt een bonus.

Er waren die ronde veel lange verplaatsingen na afloop van de etappes en zeker als klassementsleider was dat best vermoeiend. Mijn ploeggenoten konden na de koers een douche pakken en door naar het volgende hotel. Ik moest als rozetruidrager meteen naar het podium en de dopingcontrole. Door alle plichtplegingen kwam ik steeds als laatste bij die controle en moest daar gewoon op mijn beurt wachten. Als dat allemaal achter de rug was, moest ik nog 200 kilometer in de auto zitten. Tegen de tijd dat ik in het hotel aankwam, zaten mijn ploeggenoten al te eten. Ik moest dan nog gemasseerd worden. Al die randzaken vraten energie.
Maar dat was ook de enige ergernis. Verder was het hartstikke gaaf. Ik besefte toen: jongens als Alberto Contador moeten dit dus iedere dag ondergaan. Ik kreeg daardoor nog meer respect voor die mannen.

Voorafgaand aan die Giro had ik een goede Ronde van Romandië gereden. Een kameraad van me had gezegd: ‘Als jij de trui pakt, laat ik mijn auto roze verven.’ Hij kon het natuurlijk niet geloven, maar hij heeft toen wel zijn kleine witte Suzuki roze laten maken. Het logo van de Giro erop. Ha, dat wagentje zag er in die staat veel mooier uit dan daarvoor. Een paar dagen later zijn wat vrienden met die auto naar Oostenrijk getuft en de Grossglockner opgereden om mij aan te moedigen. Dat was mooi!

Vanaf dat jaar wist ik dat de Giro het beste bij mij past. De weersomstandigheden, het parcours; het is allemaal minder voorspel- baar dan in Frankrijk. In de Giro heb je in de eerste week al één of twee etappes waarin het klassement wordt gemaakt. Daardoor ontstaat er rust in het peloton en komt er meer ruimte voor aanvallers als ik. Zo wist ik in 2014 vanuit een lange ontsnapping mijn tweede ritwinst te boeken.

Ik baalde wel even toen we met Team Roompot eerder dit jaar geen wildcard kregen voor de aankomende Giro, al hadden we wel een slag om de arm gehouden. Ik weet niet of het nog gaat lukken, maar ik hoop de ronde nog een keer te rijden en voor een derde ritzege te gaan.”

Johan van der Velde (3 ritzeges en 3 paarse truien)

“In 1984 koos ik bewust voor het avontuur en ging in Italiaanse loondienst rijden. Ik verbleef bij ploeggenoten thuis, nam de Italiaanse gewoontes over en leerde snel de taal. Ik werd meteen geaccepteerd en voelde me op mijn gemak. De Giro was net zo mooi en zwaar als de Tour de France. Ik had een vrije rol en werd tweede in het puntenklassement.

Na afloop wist ik: volgend jaar gaat dit mijn trui worden. In ’85 stond ik haast iedere dag op het podium in de paarse puntenrui. De sponsors werden gek. We waren een bescheiden ploeg en die trui gaf aanzien en publiciteit.

Ik was van waarde, maar toch ging ik in 1986 terug naar Nederland. Maar mijn periode bij Panasonic werd geen succes en ik besloot in te gaan op een aanbieding van Gis. Er is toen een Italiaanse afvaardiging naar een hotel in Breda gekomen om 60.000 gulden zwart te overhandigen aan teambaas Peter Post om mijn doorlopende contract af te kopen.

Terug in Italië was ik weer op mijn gemak. In 1987 won ik twee zware bergritten in de Dolomieten en wederom het puntenklassement. Een jaar later vond de historische rit over de Gavia plaats. Ik was op weg naar een heel mooie zege, maar ik maakte de fout door voor de beklimming mijn warme kleren af te geven. Het weer werd steeds slechter, door de sneeuw zag ik geen hand voor ogen. Het waren de meest extreme omstandigheden die ik ooit heb meegemaakt

“In de afdaling was het zo koud dat ik onderkoeld raakte. Ik kon niet eens meer in mijn remmen knijpen en stapte in een busje dat me naar beneden bracht. Toch blijven het spectaculaire beelden. Als ik niet meer leef, zullen ze nog steeds voorbijkomen. Mijn inzinking is een stukje Giro-geschiedenis geworden.”

Mijn laatste Giro in 1989 verliet ik door de achterdeur. Op dat moment zag ik geen andere uitweg. Ik had die winter te weinig getraind, maar ik was door TVM aangetrokken om te presteren in de Giro. De directie en sponsors zouden naar Italië komen. Ik wist dat ik het niet ging maken in de bergen en wilde niet afgaan. De tiende etappe was een tijdrit en een mooie gelegenheid om te vertrekken.

Ik had mijn kamergenoot ingelicht over mijn plannen en pakte vanaf het hotel een taxi die me naar de snelweg bracht. Daar ging ik liften. Een kledingfabrikant stopte en herkende me meteen. ‘Wat doe jij nou hier?’ Ik zei: ‘Ik ben een beetje ziek. Ik heb opgegeven en ga naar huis.’ Die man heeft me toen naar Bologna gebracht en een treinkaartje naar Milaan voor me gekocht. De volgende dag vloog ik terug naar Nederland.

Later ben ik gaan zoeken naar de oorzaken van die actie. Nu zou ik zoiets nooit doen, maar op dat moment kon ik niet helder nadenken. Het was begonnen met de geboorte van mijn oudste zoon in ’87. Ik zag hem pas toen hij al een maand oud was, omdat ik eerst nog Tirreno-Adriatico en Milaan-San Remo moest rijden voordat ik naar Nederland mocht. En dat terwijl mijn vrouw ook nog eens in het ziekenhuis lag vanwege een longembolie. Ik dacht: wat is dit voor een gekke wereld? Toen is er bij mij iets geknakt. Ik vond het daarna steeds moeilijker om van huis te zijn.

Het amfetamineverhaal zal destijds ook mee hebben gespeeld bij het verlaten van de Giro. Ik koerste niet met stimulerende middelen, maar ik nam het wel buiten de wedstrijden om me wat beter te voelen en de pijn van het gemis van mijn gezin te verzachten. Dat leverde me niets op, ik kwam juist in een neerwaartse spiraal terecht. In de eerste jaren na mijn wielercarrière, toen het slecht met me ging, gaf ik al mijn puntentruien weg. Maar de laatste trui heb ik teruggevraagd en ook gehouden. Ik ben blij dat ik dat heb gedaan. Het is mijn trui en ik ben er trots op.”

Helden Magazine

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: