Word abonnee
Meer

Baanwielrennen

Yuli van der Molen – Kanker is kut, maar je moet zelf de slingers ophangen

Bij wielertalent Yuli van der Molen (21) werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin, kanker van het lymfestelstel, geconstateerd. Een loodzware periode volgde. Inmiddels is ze hersteld, terug op de baan en de weg. Ze krijgt steun van haar neef en oud-wielerprof Niki Terpstra (40). Voor Helden Magazine nummer 75 spraken we met hen af op de wielerbaan van Sportpaleis Alkmaar in aanloop naar De Hollandse 100 in en rond Thialf, waaraan Yuli - en wellicht ook Niki - op 23 maart meedoet om aandacht te vragen voor lymfeklierkanker. Yuli van der Molen en Niki Terpstra ‘Vandaag ging ik naar het ziekenhuis voor de uitslag van de biopsie. Ik heb de ziekte van Hodgkin. Dat is kanker van het lymfestelsel. Het is heel goed te behandelen. Ik zal dit jaar van intensieve behandeling doen zoals elke race. Hard racen, de pijn accepteren, de steun langs de kant van de weg omarmen, maar bovenal zal ik de race gezond finishen.’ Het bericht verscheen op 19 januari 2024 op het Instagram-account van Yuli van der Molen, op dat moment twintig jaar oud. [caption id="attachment_20751" align="aligncenter" width="1913"] Yuli van der Molen[/caption] Haar eerste klachten verschenen bijna een jaar eerder, in februari 2023. “Ik was op trainingskamp en had op de fiets last van mijn heup en lies,” vertelt Yuli, “ook ’s nachts deed het pijn. De fysio en masseur van de ploeg gaven mij oefeningen, die hielpen maar tijdelijk. In april viel ik van mijn fiets. Vanaf dat moment werden mijn klachten erger. Ik had veel pijn, vooral ’s nachts, en kon met mijn rechterbeen geen kracht meer zetten. Ik heb een redelijk hoge pijngrens, maar zoiets had ik nog nooit gevoeld. Bij de fysio en chiropractor ben ik geweest en zelfs nog op de spoedeisende hulp beland, maar niemand kon de oorzaak vinden. Ik modderde maar en beetje aan. Na een training herstelde ik ook niet goed meer.” Niki Terpstra is een volle neef van Yuli’s moeder Esther. De vader van Esther en de moeder van Niki zijn broer en zus. Niki: “Ik beschouw Yuli als mijn nichtje, niet als mijn achternichtje. Wij zijn heel close. Ik heb nog met jou gekeken naar jouw fietspositie. We probeerden van alles, maar kregen het niet aan de praat bij je.” Yuli: “In december 2023 ging ik voor vier weken naar Spanje op trainingskamp. Ineens verscheen er een enorme bult op mijn sleutelbeen. Ik kreeg last van mijn schouder en oksel, kon mijn arm nauwelijks nog optillen. Van de apotheek kreeg ik wat zalfjes mee, maar die bult ging niet weg. In Spanje zocht ik op Google naar ‘bult op sleutelbeen’. Bovenaan de zoekresultaten verscheen ‘Hodgkin’ en ‘non-Hodgkin’. Toen begon ik me echt zorgen te maken. Tegen mijn vrienden met wie ik op trainingskamp was, zei ik: jongens, ik denk dat ik kanker heb. Ik belde mijn moeder en vertelde over die bult. Haar reactie zei genoeg.” Yuli: 'Tegen mijn vrienden met wie ik op trainingskamp was, zei ik: jongens, ik denk dat ik kanker heb. Ik belde mijn moeder en vertelde over die bult. Haar reactie zei genoeg' De geschiedenis herhaalde zich. Esther van der Molen, Yuli’s moeder, leed in 2001 ook aan kanker van het lymfestelsel. Ze had non-Hodgkin, vertelt Esther. “Ik was bij Yuli en onze jongste dochter Roanne altijd al alert op rare bulten of andere veranderingen aan hun lichaam. Ik wist meteen: dit is foute boel.” Yuli: “In Nederland ging ik naar de huisarts. Ik liet mijn bult zien en zag de schrikreactie. Ik moest meteen een echo laten maken. De arts in het VU in Amsterdam zei nog: ‘Je hoeft niet meteen te denken aan Hodgkin of non-Hodgkin, maar je bloedwaarden moeten dan wel goed zijn.’ Een uur nadat ik bloed had laten prikken werd ik al gebeld met de uitslag. Mijn ontstekingswaarden waren veel te hoog. Het kon niet zo zijn dat ik me nog zo goed voelde, was de boodschap. Een paar dagen later had ik een biopt en een scan in het ziekenhuis. De arts belde meteen: de uitslag was allesbehalve goed. In mijn onderbewustzijn wist ik al dat het mis was, maar ik had het al die tijd goed proberen te praten voor mezelf. Ik hoorde weinig aan de telefoon, kon niet meer praten, het leek of mijn keel werd dichtgeknepen. Mama nam de telefoon over.” Yuli moest meteen naar het ziekenhuis voor een gesprek met de arts. Haar ouders en oma waren mee. “Ik kon alleen maar huilen. De artsen lieten de foto’s van de scan zien. Ik schrok me kapot. Ze dachten eerst nog aan botkanker omdat er zoveel door kanker aangetaste plekken in mijn bekken te zien waren. Uit het biopt bleek toch dat het om Hodgkin, stadium 4, ging. Ik riep dat het niet kon, dat ik volgende week weer op trainingskamp moest.” Niki zag Yuli op 13 januari, een dag nadat zij de diagnose kanker had gekregen. “Onze dochter Zoey is op die dag jarig. Mijn vrouw Ramona had op 12 januari met Esther gebeld op de terugweg van die onderzoeken in het ziekenhuis. Ramona zei nog: ‘Als de arts nog niet gebeld heeft, zal het wel niet zo erg zijn.’ Dat had ze nog niet gezegd, of jullie werden al teruggebeld. Je bent alsnog naar Zoey’s verjaardag gekomen.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het dubbelinterview met Yuli van der Molen en Niki Terpstra komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Bij wielertalent Yuli van der Molen (21) werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin, kanker van het lymfestelstel, geconstateerd. Een loodzware periode volgde. Inmiddels is ze hersteld, terug op de baan en de weg. Ze krijgt steun van haar neef en oud-wielerprof Niki Terpstra (40). Voor Helden Magazine nummer 75 spraken we met hen af op de wielerbaan van Sportpaleis Alkmaar in aanloop naar De Hollandse 100 in en rond Thialf, waaraan Yuli - en wellicht ook Niki - op 23 maart meedoet om aandacht te vragen voor lymfeklierkanker. Yuli van der Molen en Niki Terpstra ‘Vandaag ging ik naar het ziekenhuis voor de uitslag van de biopsie. Ik heb de ziekte van Hodgkin. Dat is kanker van het lymfestelsel. Het is heel goed te behandelen. Ik zal dit jaar van intensieve behandeling doen zoals elke race. Hard racen, de pijn accepteren, de steun langs de kant van de weg omarmen, maar bovenal zal ik de race gezond finishen.’ Het bericht verscheen op 19 januari 2024 op het Instagram-account van Yuli van der Molen, op dat moment twintig jaar oud. [caption id="attachment_20751" align="aligncenter" width="1913"] Yuli van der Molen[/caption] Haar eerste klachten verschenen bijna een jaar eerder, in februari 2023. “Ik was op trainingskamp en had op de fiets last van mijn heup en lies,” vertelt Yuli, “ook ’s nachts deed het pijn. De fysio en masseur van de ploeg gaven mij oefeningen, die hielpen maar tijdelijk. In april viel ik van mijn fiets. Vanaf dat moment werden mijn klachten erger. Ik had veel pijn, vooral ’s nachts, en kon met mijn rechterbeen geen kracht meer zetten. Ik heb een redelijk hoge pijngrens, maar zoiets had ik nog nooit gevoeld. Bij de fysio en chiropractor ben ik geweest en zelfs nog op de spoedeisende hulp beland, maar niemand kon de oorzaak vinden. Ik modderde maar en beetje aan. Na een training herstelde ik ook niet goed meer.” Niki Terpstra is een volle neef van Yuli’s moeder Esther. De vader van Esther en de moeder van Niki zijn broer en zus. Niki: “Ik beschouw Yuli als mijn nichtje, niet als mijn achternichtje. Wij zijn heel close. Ik heb nog met jou gekeken naar jouw fietspositie. We probeerden van alles, maar kregen het niet aan de praat bij je.” Yuli: “In december 2023 ging ik voor vier weken naar Spanje op trainingskamp. Ineens verscheen er een enorme bult op mijn sleutelbeen. Ik kreeg last van mijn schouder en oksel, kon mijn arm nauwelijks nog optillen. Van de apotheek kreeg ik wat zalfjes mee, maar die bult ging niet weg. In Spanje zocht ik op Google naar ‘bult op sleutelbeen’. Bovenaan de zoekresultaten verscheen ‘Hodgkin’ en ‘non-Hodgkin’. Toen begon ik me echt zorgen te maken. Tegen mijn vrienden met wie ik op trainingskamp was, zei ik: jongens, ik denk dat ik kanker heb. Ik belde mijn moeder en vertelde over die bult. Haar reactie zei genoeg.” Yuli: 'Tegen mijn vrienden met wie ik op trainingskamp was, zei ik: jongens, ik denk dat ik kanker heb. Ik belde mijn moeder en vertelde over die bult. Haar reactie zei genoeg' De geschiedenis herhaalde zich. Esther van der Molen, Yuli’s moeder, leed in 2001 ook aan kanker van het lymfestelsel. Ze had non-Hodgkin, vertelt Esther. “Ik was bij Yuli en onze jongste dochter Roanne altijd al alert op rare bulten of andere veranderingen aan hun lichaam. Ik wist meteen: dit is foute boel.” Yuli: “In Nederland ging ik naar de huisarts. Ik liet mijn bult zien en zag de schrikreactie. Ik moest meteen een echo laten maken. De arts in het VU in Amsterdam zei nog: ‘Je hoeft niet meteen te denken aan Hodgkin of non-Hodgkin, maar je bloedwaarden moeten dan wel goed zijn.’ Een uur nadat ik bloed had laten prikken werd ik al gebeld met de uitslag. Mijn ontstekingswaarden waren veel te hoog. Het kon niet zo zijn dat ik me nog zo goed voelde, was de boodschap. Een paar dagen later had ik een biopt en een scan in het ziekenhuis. De arts belde meteen: de uitslag was allesbehalve goed. In mijn onderbewustzijn wist ik al dat het mis was, maar ik had het al die tijd goed proberen te praten voor mezelf. Ik hoorde weinig aan de telefoon, kon niet meer praten, het leek of mijn keel werd dichtgeknepen. Mama nam de telefoon over.” Yuli moest meteen naar het ziekenhuis voor een gesprek met de arts. Haar ouders en oma waren mee. “Ik kon alleen maar huilen. De artsen lieten de foto’s van de scan zien. Ik schrok me kapot. Ze dachten eerst nog aan botkanker omdat er zoveel door kanker aangetaste plekken in mijn bekken te zien waren. Uit het biopt bleek toch dat het om Hodgkin, stadium 4, ging. Ik riep dat het niet kon, dat ik volgende week weer op trainingskamp moest.” Niki zag Yuli op 13 januari, een dag nadat zij de diagnose kanker had gekregen. “Onze dochter Zoey is op die dag jarig. Mijn vrouw Ramona had op 12 januari met Esther gebeld op de terugweg van die onderzoeken in het ziekenhuis. Ramona zei nog: ‘Als de arts nog niet gebeld heeft, zal het wel niet zo erg zijn.’ Dat had ze nog niet gezegd, of jullie werden al teruggebeld. Je bent alsnog naar Zoey’s verjaardag gekomen.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het dubbelinterview met Yuli van der Molen en Niki Terpstra komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Zeilen

Marit Bouwmeester: ‘Ik voelde me complete Marit’

Onder toeziend oog van haar tweejarige dochter Jessie Mae kroonde Marit Bouwmeester (36) zich tot de meest succesvolle zeilster aller tijden. Ze won met overmacht olympisch goud in de ILCA 6-klasse na eerder al olympisch goud, zilver en brons én vier wereldtitels te hebben gewonnen. Deze olympische campagne bleek de meest uitdagende. We bespraken zeven momenten in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine: “Ik stapte jankend in de taxi, dacht: is dit het nou waard?” Marit Bouwmeester [caption id="attachment_20584" align="aligncenter" width="2560"] Marit Bouwmeester[/caption] De knuffel van Jessie Mae “Vanaf het water zag ik Jessie al op de schouders van haar vader Diederick zitten. De laatste race voor de afsluitende medalrace was geweest en ik had zo’n voorsprong op mijn concurrenten dat ik al wist dat ik goud had gewonnen. Toen ik op de kant kwam, rende ik naar Jessie toe. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Ik had haar en de rest van de familie één keer gezien in die week, toevallig, toen ik langs een strandje fietste waar zij net waren. Mijn ouders, broer en zus met hun gezinnen, Diederick, Jessie en de oppas zaten met elkaar in één huis.” Lachend: “Ik denk dat zij een pittigere Spelen hebben gehad dan ik.” In Londen in 2012 won je zilver, in Rio vier jaar later werd je voor het eerst olympisch kampioen, in Tokio in 2021 was er brons. Hoe heb je je vierde Spelen beleefd? “Deze medaille was de mooiste van allemaal, maar ook de moeilijkste en meest emotionele. Als er iets is dat het moederschap mij heeft geleerd, is het: accepteren dat het niet allemaal gaat zoals je graag zou willen. Ik had Jessie al zo vaak meegenomen naar trainingskampen en wedstrijden dat ik gewend was aan onzekere factoren; aan presteren zonder slaap bijvoorbeeld.” Zorgde Jessie voor net dat beetje relativeringsvermogen? “Ja. Het lukte me in Marseille, waar we onze olympische races zeilden, heel goed om te denken: ik ga alles geven wat ik in me heb en dan zie ik wel welk resultaat erbij hoort. Dat kleine beetje relativeren werkte voor mij. Relativeren is dodelijk in topsport, maar in mijn geval zorgde het voor de juiste balans.” Jij voer de hele week vooraan. Je had zoveel punten voorsprong dat je voor de afsluitende medalrace al olympisch kampioen was. Had je dat scenario al in je hoofd zitten? “Ik had het van tevoren helemaal gevisualiseerd. Ik wist dat Marseille een locatie was waarop het kon. De omstandigheden waren heel uitdagend, maar dat biedt ook kansen. We hadden een goede tactiek uitgedacht. Ik had een goede grip op de wind, had veel snelheid in alle omstandigheden. Dus ja, ik had dat scenario wel voor ogen. Maar mijn coach Jaap Zielhuis en ik hadden ook afgesproken dat we niet meteen blij zouden zijn na een dag met goede resultaten.” Je maakte het nog even spannend. Je eindigde als elfde en twintigste in de laatste races voor de medalrace. “Ik wilde het toernooi graag in stijl afsluiten, maar er was veel heisa. Als ik won, zou ik de beste zeilster ooit worden. Veel bobo’s kwamen al langs mijn tentje op de kant voordat ik het water op ging. We zeilden op de tv-baan, de wedstrijd zou live te zien zijn. Ik werd op het water omringd door cameraboten en helikopters. Ze blokkeerden mijn zicht, ik kon het water niet meer goed zien vanwege al die boten om me heen. Tegen Jaap zei ik: ik heb niks van de wind kunnen voelen, je moet me helpen. Een valkuil is dan om te gaan twijfelen, maar Jaap zei: ‘Je gaat vol overtuiging varen, daadkracht tonen.’ In de tweede race lag ik vooraan, tot de wedstrijd werd afgelast. Er stond te weinig wind. We moesten opnieuw starten. Maar de wind was zo instabiel. Ik maakte een cruciale fout, eindigde in de middenmoot. Gelukkig had ik een comfortabele voorsprong.” Je grote concurrent, de Deense Anne-Marie Rindom, won zilver. Het was in het verleden vaak stuivertje wisselen tussen jullie, op de Spelen in Tokio won zij goud. Wanneer kreeg je de bevestiging dat je haar in Marseille zou verslaan? “Ik had voor de start van de Spelen pas één keer een uurtje in mijn olympische boot kunnen varen. Vanaf het moment dat ik hem had opgehaald, was er iedere keer weer wat: de ene keer waaide het te hard en mochten we het water niet op. De andere keer moesten Jessies neusamandelen eruit, dus toen ben ik naar huis gevlogen. Vlak voor de start van ons toernooi ben ik naar Marseille gegaan. Toen kon ik het water niet op omdat het toernooi van de 49er-klasse al was gestart. Op de eerste wedstrijddag voelde ik mijn boot pas voor het eerst echt aan. Ik was de haven nog niet uit of wist: aan de boot gaat het niet liggen. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Marit Bouwmeester is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Sharon van Rouwendaal, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Onder toeziend oog van haar tweejarige dochter Jessie Mae kroonde Marit Bouwmeester (36) zich tot de meest succesvolle zeilster aller tijden. Ze won met overmacht olympisch goud in de ILCA 6-klasse na eerder al olympisch goud, zilver en brons én vier wereldtitels te hebben gewonnen. Deze olympische campagne bleek de meest uitdagende. We bespraken zeven momenten in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine: “Ik stapte jankend in de taxi, dacht: is dit het nou waard?” Marit Bouwmeester [caption id="attachment_20584" align="aligncenter" width="2560"] Marit Bouwmeester[/caption] De knuffel van Jessie Mae “Vanaf het water zag ik Jessie al op de schouders van haar vader Diederick zitten. De laatste race voor de afsluitende medalrace was geweest en ik had zo’n voorsprong op mijn concurrenten dat ik al wist dat ik goud had gewonnen. Toen ik op de kant kwam, rende ik naar Jessie toe. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Ik had haar en de rest van de familie één keer gezien in die week, toevallig, toen ik langs een strandje fietste waar zij net waren. Mijn ouders, broer en zus met hun gezinnen, Diederick, Jessie en de oppas zaten met elkaar in één huis.” Lachend: “Ik denk dat zij een pittigere Spelen hebben gehad dan ik.” In Londen in 2012 won je zilver, in Rio vier jaar later werd je voor het eerst olympisch kampioen, in Tokio in 2021 was er brons. Hoe heb je je vierde Spelen beleefd? “Deze medaille was de mooiste van allemaal, maar ook de moeilijkste en meest emotionele. Als er iets is dat het moederschap mij heeft geleerd, is het: accepteren dat het niet allemaal gaat zoals je graag zou willen. Ik had Jessie al zo vaak meegenomen naar trainingskampen en wedstrijden dat ik gewend was aan onzekere factoren; aan presteren zonder slaap bijvoorbeeld.” Zorgde Jessie voor net dat beetje relativeringsvermogen? “Ja. Het lukte me in Marseille, waar we onze olympische races zeilden, heel goed om te denken: ik ga alles geven wat ik in me heb en dan zie ik wel welk resultaat erbij hoort. Dat kleine beetje relativeren werkte voor mij. Relativeren is dodelijk in topsport, maar in mijn geval zorgde het voor de juiste balans.” Jij voer de hele week vooraan. Je had zoveel punten voorsprong dat je voor de afsluitende medalrace al olympisch kampioen was. Had je dat scenario al in je hoofd zitten? “Ik had het van tevoren helemaal gevisualiseerd. Ik wist dat Marseille een locatie was waarop het kon. De omstandigheden waren heel uitdagend, maar dat biedt ook kansen. We hadden een goede tactiek uitgedacht. Ik had een goede grip op de wind, had veel snelheid in alle omstandigheden. Dus ja, ik had dat scenario wel voor ogen. Maar mijn coach Jaap Zielhuis en ik hadden ook afgesproken dat we niet meteen blij zouden zijn na een dag met goede resultaten.” Je maakte het nog even spannend. Je eindigde als elfde en twintigste in de laatste races voor de medalrace. “Ik wilde het toernooi graag in stijl afsluiten, maar er was veel heisa. Als ik won, zou ik de beste zeilster ooit worden. Veel bobo’s kwamen al langs mijn tentje op de kant voordat ik het water op ging. We zeilden op de tv-baan, de wedstrijd zou live te zien zijn. Ik werd op het water omringd door cameraboten en helikopters. Ze blokkeerden mijn zicht, ik kon het water niet meer goed zien vanwege al die boten om me heen. Tegen Jaap zei ik: ik heb niks van de wind kunnen voelen, je moet me helpen. Een valkuil is dan om te gaan twijfelen, maar Jaap zei: ‘Je gaat vol overtuiging varen, daadkracht tonen.’ In de tweede race lag ik vooraan, tot de wedstrijd werd afgelast. Er stond te weinig wind. We moesten opnieuw starten. Maar de wind was zo instabiel. Ik maakte een cruciale fout, eindigde in de middenmoot. Gelukkig had ik een comfortabele voorsprong.” Je grote concurrent, de Deense Anne-Marie Rindom, won zilver. Het was in het verleden vaak stuivertje wisselen tussen jullie, op de Spelen in Tokio won zij goud. Wanneer kreeg je de bevestiging dat je haar in Marseille zou verslaan? “Ik had voor de start van de Spelen pas één keer een uurtje in mijn olympische boot kunnen varen. Vanaf het moment dat ik hem had opgehaald, was er iedere keer weer wat: de ene keer waaide het te hard en mochten we het water niet op. De andere keer moesten Jessies neusamandelen eruit, dus toen ben ik naar huis gevlogen. Vlak voor de start van ons toernooi ben ik naar Marseille gegaan. Toen kon ik het water niet op omdat het toernooi van de 49er-klasse al was gestart. Op de eerste wedstrijddag voelde ik mijn boot pas voor het eerst echt aan. Ik was de haven nog niet uit of wist: aan de boot gaat het niet liggen. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Marit Bouwmeester is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Sharon van Rouwendaal, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Baanwielrennen

Harrie Hattrick

Een fenomeen. En dat al op zijn 27ste. Harrie Lavreysen is al jaren de koning van het sprinten op de baan. Het ene na het andere record sneuvelt. In Parijs volbracht hij zijn gouden missie, hij won drie keer olympisch goud. Maar ook bij de EK en WK ging hij naar huis met drie gouden plakken. En de honger is nog lang niet gestild. Voor het dubbeldikke jubileumnummer sprak Helden tal van intimi over de Sportman van het Jaar en schoof aan bij Harrie Hattrick zelf. Harrie Lavreysen “Het is gestoord,” zegt Harrie Lavreysen nadat hij in het Deense Ballerup zijn zesde wereldtitel op rij heeft veroverd op de sprint. Wat een jaar heeft hij achter de rug. Al een tijdje geleden riep hij dat hij voor Harries Hattrick naar Parijs ging: goud op alle drie de olympische sprintdisciplines. Drie jaar eerder keerde hij uit Tokio terug met goud op de teamsprint en de individuele sprint, maar moest hij zich tevreden stellen met brons op de keirin. Dat kon beter. Op het podium na de keirin kreeg hij dit keer ook het goud om de nek, en uit de jas van zijn trainingsjack haalde hij ook de gouden plakken van de teamsprint en sprint. Leuk voor de foto. De medailles bungelden vervolgens dagenlang om zijn nek. Bij de huldiging in het TeamNL-huis, bij het bezoek aan koning Willem-Alexander en koningin Máxima op paleis Huis ten Bosch in Den Haag en bij de huldiging in zijn geboorteplaats Luyksgestel. Ruim twee maanden na de goldrush in Parijs wachtte de WK in Denemarken. Opnieuw scoorde hij een hattrick, Harrie pakte de wereldtitel op de teamsprint, kilometertijdrit en sprint. De collectie regenboogtruien bestaat nu uit zestien exemplaren. De Fransman Arnaud Tournant, tijdens zijn loopbaan winnaar van veertien wereldtitels, is uit de boeken. Met het winnen van zijn eerste wereldtitel op de – niet-olympische – kilometer is hij nu op alle vier de sprintdisciplines minimaal één keer de beste van de wereld geweest. Alleen Sir Chris Hoy, de Britse baanlegende die tijdens de WK bekendmaakte op zijn 48ste aan terminale prostaatkanker te lijden, lukte dat ook. Overigens scoorde Harrie in 2024 nóg een hattrick. Begin januari won hij bij de EK in Apeldoorn de titels op de teamsprint, sprint en keirin. Het is inderdaad gestoord wat hij op zijn 27ste allemaal al heeft gewonnen. Geen record is veilig voor Harrie Lavreysen. En dan te bedenken dat het noodlot hem nog maar acht jaar geleden naar de baan dreef. Gelukshoedjes Loes en Peter Lavreysen zagen Harrie op zijn vierde al op zijn crossfietsje bovenaan de startheuvel staan bij BMXvereniging De Durtrappers in Luyksgestel, het Noord-Brabantse dorp vlak bij de Belgische grens. Bij de eerste bult viel hij. Het gevolg: wenkbrauw kapot, vier hechtingen. Dat Harrie voor het BMX’en koos, kwam door zijn vader, vertelde hij in radioprogramma Villa VdB van Omroep Max. “Ik ben een groot motorsportliefhebber en ik zag het BMX’en eigenlijk als opstapje voor de motorcross. Ik wilde Harrie op latere leeftijd wel op een crossmotor zien rijden.” Harrie deed daarnaast aan turnen. Moeder Loes: “Harrie vond turnen heel leuk. De trainer zei meteen al: ‘Jij kunt straks heel leuk turnen, maar je wordt nooit een topturner, want daarvoor ben je te groot.’” De keuze viel daardoor op het BMX’en. Zijn zussen Anne en Mieke gingen ook vaak mee naar wedstrijden. Op zijn elfde zagen ze Harrie Nederlands kampioen worden en drie jaar later pakte hij in Nederland de Europese titel bij de jeugd. Peter: “Vanaf het moment dat hij echt begon te winnen, nam het zelfvertrouwen toe. Dat was de omslag.” Loes: “Hij ging steeds meer filmpjes kijken, bekeek hoe anderen het deden, verdiepte zich er steeds meer in.” “Op zijn zestiende begon hij met krachttrainingen en toen ging het ontzettend hard. Hij scheurde uit zijn broek, dat was het Popeye-effect,” aldus Peter Lavreysen bij Villa VdB. Vader Lavreysen: 'Op zijn zestiende begon hij met krachttrainingen en toen ging het ontzettend hard. Hij scheurde uit zijn broek, dat was het Popeye-effect' Harrie maakte op zijn achttiende de overstap naar het baanwielrennen. Met BMX’en had hij vaak last van zijn schouders. Bij een wedstrijd in Valkenswaard schoten na een val beide schouders gelijktijdig uit de kom. Dat was de druppel, vond ook de bondscoach. Loes: “We reden naar het ziekenhuis en toen zei hij al: ‘Bij het baanwielrennen hebben ze me gevraagd of ik mee wil doen. Dat mag ik toch wel proberen? Ik hou zo van het topsportleven.’ Ik zei: jee, dan zitten we de hele dag binnen… Dat doe je dan, uit liefde voor je kind.” Op de tribune zijn Loes en Peter makkelijk te herkennen, ze dragen altijd oranje hoedjes. Die droegen ze ook al bij zijn BMX-wedstrijden. Loes: “Toen Harrie de overstap maakte naar het baanwielrennen vroeg ik aan hem: zal ik het hoedje maar weer opzet- ten? Harrie zei: ‘Dat is wel makkelijk, dan zie ik meteen waar jullie zitten.’” Toen het hele gezin, naast Peter en Loes bestaand uit Harries zussen Anne en Mieke, met de camper op weg was naar Parijs om de Spelen bij te wonen, moesten ze omkeren. De gelukshoedjes lagen namelijk nog thuis. Na terugkeer werden de trotse ouders overal aangesproken. Na de huldiging in eigen dorp zei Loes: “Nu kunnen we ons gewone leven weer oppakken.” Peter: “We gaan lekker een weekend naar de motorcross in Arnhem.” Leuke Gesprekken Niek Kimmann en de één jaar jongere Harrie kennen elkaar van de tijd dat ze allebei op de BMX zaten. Samen zaten ze vanaf hun zestiende ook op Papendal. Waar Harrie de overstap maakte naar de baan, groeide Niek uit tot een van de succesvolste BMX’ers. Hij won in 2021 olympisch goud en veroverde drie wereldtitels. Ook nadat ze allebei een andere weg insloegen, bleven ze goed bevriend. In aanloop naar de Spelen in Parijs, die hij moest laten schieten wegens een ontstoken hartspier, zei Niek in Helden: “Wij voeren leuke gesprekken. Soms zegt Harrie: ‘Niek, je moet dit eens proberen.’ En andersom kan ik dat ook tegen hem zeggen. We hebben allebei veel gewonnen. Een van de redenen van mijn succes is: als ik echt iets wil, dan krijg ik dat niet uit m’n kop totdat het gelukt is. Ik ben op zoek naar antwoorden, sta ermee op en ga ermee naar bed. Als ik kijk naar andere sporters: die hebben vaak andere hobby’s. Ik heb niet heel veel anders dan BMX’en. Wat dat betreft lijken Harrie en ik ook op elkaar. Hij rust ook niet voordat hij antwoorden heeft.” BMX’en en baanwielrennen zijn vergelijkbare sporten. Niek: “In coronatijd heb ik zes weken op de baan getraind. Wie weet dat ik net als meerdere BMX’ers in het verleden – onder wie Harrie, Roy van den Berg en Jeffrey Hoogland – ook nog een keer de switch maak. Wat mij vet lijkt, is om ooit mét Harrie te rijden op de teamsprint, want vroeger reden we tegen elkaar.” Wetenschapper De Duitse oud-sprinter René Wolff was de bondscoach toen Harrie de overstap maakte naar de baan. “Aan Harrie zag ik als BMX’er al dat hij de kwaliteiten had om ook heel te goed te kunnen worden op de baan,” zegt de oud-bondscoach. “Waar Harrie toen ook al echt in uitblonk, was zijn mentaliteit. Hij was heel erg gedreven, voortdurend georiënteerd op zijn doelen. Dat vond ik heel bijzonder voor zo’n jonge topsporter.” Begin 2016 werd Harrie aan beide schouders geopereerd en daarna besloot hij zich op het baanwielrennen te concentreren. René: “Dat is wel wat, hoor, om zomaar je passie op te geven en meteen vol voor een andere sport te gaan. Dat tekent Harrie. In mijn beleving zijn er twee soorten sporters. De ene heeft passie voor een sport, is gek van bijvoorbeeld voetbal of wielrennen en verder niet. En je hebt een tweede type sporter die bijna bij toeval in een bepaalde sport terecht is gekomen en die de passie heeft om het maximale uit zijn mogelijkheden te halen. Voor hen is sport eigenlijk een middel om hun ei kwijt te kunnen. Harrie wilde de beste van de wereld in iets worden. Lukte dat linksom als BMX’er niet, dan maar rechtsom als baanwielrenner.” Harrie maakte in april 2017, net twintig, zijn debuut op een groot internationaal toernooi en pakte meteen zilver op de teamsprint en sprint. René vertrok na dat WK als bondscoach en ging eind 2018 aan de slag als bondscoach van Nieuw- Zeeland. De paden van de twee kruisten elkaar opnieuw toen René in 2022 weer werd aangesteld als bondscoach van de Nederlandse baansprinters. “Toen zag ik weer van dichtbij hoe gestructureerd en gedisciplineerd Harrie zijn sport bedrijft. Hij benadert het bijna als wetenschapper, over elk detail denkt hij na. Voor een coach is het zo mooi om met zo iemand te werken.” Na een jaar werd het contract van René niet verlengd, maar hij blijft zijn oud- pupil op de voet volgen. “Hij heeft zich echt ontwikkeld tot een grensverleggende, vernieuwende baansprinter. Zestien wereldtitels, vijf keer olympisch goud. En hij is nog maar 27 en kan nog één Spelen en wellicht twee olympische cycli mee. Of in hem in de toekomst een goede coach schuilt? Aan zijn betrokkenheid en beleving zal het niet liggen. Als geen ander ziet hij de details die het verschil kunnen maken. In potentie schuilt in hem dus een uitstekende coach. Vraag is alleen of hij in de toekomst zijn passie door wil geven aan een volgende generatie.” Rivalen Toen Harrie zijn eerste meters op de baan reed, had Jeffrey Hoogland net aansluiting gevonden bij de wereldtop. Ze werden teamgenoten. De sprintersgroep, met verder onder anderen Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal en Sam Ligtlee, nam de teamsprint als uitgangspunt. De renners besloten samen keihard te trainen om elkaar naar een hoger niveau te stuwen. Het eerste doel: olympisch goud als team in Tokio. De sprinters gingen met sprongen vooruit en grepen in 2018 bij de WK in Apeldoorn de wereldtitel. Harrie en Jeffrey merkten dat op de individuele onderdelen ook niemand hen nog bijhield. Naast teammaten werden ze ook rivalen. In de sprintfinales kwamen ze elkaar steeds tegen. Bij de EK’s van 2018 en 2019 was Jeffrey de beste, bij de WK’s van 2019, 2020 en 2021 won Harrie de tweestrijd. In de olympische finale stonden ze opnieuw tegenover elkaar. Harrie won op het nippertje, nadat ze een paar dagen eerder samen het goud op de teamsprint hadden gevierd. “Het is ook weleens lastig om dagelijks samen te werken met iemand die tegelijkertijd je grootste concurrent is,” vertelt Jeffrey. Na de Spelen in Tokio stak hij energie in de verbouwing van het huis dat hij samen met zijn vriendin Shanne Braspennincx, olympisch kampioen keirin van 2021, had gekocht. Harrie trainde keihard door en daardoor werd het gat groot. Bij de WK van 2023 in Glasgow sprak Jeffrey zijn frustratie uit. Na de WK zei hij in Helden: “Ik zei bij dat WK: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik krijg alleen maar elke training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je elke training op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en zeiden we tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’” Jeffrey snapt dat er vaak is ingezoomd op de strijd met Harrie. “Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn en daarna elkaars grootste concurrenten.” Jeffrey hervond zijn motivatie toen hij besloot een aanval op het wereldrecord op de kilometer te gaan ondernemen. Hij slaagde daar op 31 oktober 2023 in en richtte zich toen op de teamsprint in Parijs. De Bullet Train heroverde de olympische titel en reed tot twee keer toe een wereldrecord. “Ik stelde richting Parijs mijn doelen bij, zette de teamsprint op één. Ik dacht: laten we in elk geval één gouden medaille veiligstellen. We zijn in aanloop naar de Spelen in Parijs meer naar elkaar toegegroeid. Dat kwam doordat de rolverdeling duidelijk was, we hadden elkaar nodig en dat schiep een band.” Bij de WK in Denemarken troffen Harrie en Jeffrey elkaar voor het eerst sinds 2021 weer in een WK-finale, nadat ze samen de teamsprint wonnen en Harrie voor het eerst goud pakte op de kilometer, normaal het domein van Jeffrey, de viervoudig wereldkampioen op die discipline. Ook op de sprint was Harrie de beste. Het is niet makkelijk om in het tijdperk van Koning Harrie best of the rest te zijn. Hoe had het palmares van Jeffrey, toch al goed voor tien wereldtitels en tien keer zilver op WK’s, eruitgezien zonder zijn ploeggenoot en plaaggeest? Jeffrey gaat zich na de vijf Champions League-avonden, eind november en begin december, en de Wielerzesdaagse van Rotterdam van 10 tot en met 15 december, beraden over zijn toekomst. “Ik ben er nog niet uit. Ik weet ook niet op welk vlak ik nog beter kan worden, dat is ook iets wat ik ga bekijken. Wat belangrijk is bij de afweging om door te gaan de komende jaren is: ik doe het goed of ik doe het niet. Ik heb aan Harrie kunnen zien wat het met hem deed om na de Spelen meteen drie jaar lang volle bak door te trainen. Ga ik vier jaar door en ik doe dat net als Harrie volle bak, dan is er wel de kans dat ik alles en iedereen ga verslaan. Dan ga ik voor goud en niet minder.” Johan Cruijffjes Roy van den Berg wil sowieso door. Als iemand zijn individuele ambities heeft opgeofferd voor het teamresultaat, is hij het wel. Roy is starter van de Bullet Train en moet alles uit zijn lichaam persen in één ronde om de trein op gang te brengen. Hij offerde er zijn ambities op de individuele nummers voor op. Op die onderdelen wist hij ook dat het een lastig verhaal zou zijn met Harrie, Jeffrey en Matthijs Büchli als concurrenten. De opoffering werd beloond. Hij werd vanaf 2019 aangewezen als starter, pakte wereldtitels en won in 2021 met Harrie, Jeffrey en Matthijs olympisch goud. De trein verloor een wagon toen Büchli de overstap maakte naar de weg, maar met Harrie en Jeffrey was hij op zijn 35ste in Parijs opnieuw succesvol. “Net als na de Spelen in Tokio heb ik ook na Parijs bij mij thuis een barbecue georganiseerd voor het team. Iedereen nam wat mee, het was heel gezellig. We hebben dat moment aangegrepen om terug te blikken. Als je naar onze leeftijden kijkt, dan steken we er met ons gemiddelde nu al ver bovenuit. Maar als je naar onze prestaties kijkt, dan steken we er ook bovenuit. Het is zo’n heerlijk gevoel om te weten dat iedereen op zijn positie de beste van de wereld is. Ik ben een heel goede starter, Harrie rijdt de beste tweede ronde van iedereen en Jeffrey rijdt de snelste derde ronde. Eigenlijk staan er drie Johan Cruijffjes aan de start. Daar kan ik nog geen genoeg van krijgen. Daarom ga ik nog vier jaar door.” Zijn rol is belangrijker dan puur die van starter, Roy is het cement van het team. “Ik ben af en toe een beetje Zwitserland geweest,” lacht hij. “Dat was af en toe nodig, want Harrie en Jeffrey waren natuurlijk naast teamgenoten ook concurrenten.” Met het goud in de tas zag Roy zijn maatje Harrie zijn hattrick volbrengen. Hij voorspelde dat al. “Wij trainen elke dag samen en ik zag zijn vorm alsmaar toenemen. Tot bizarre hoogte. Bij ons trainingskamp in Noorwegen, in aanloop naar de Spelen, waren we zo goed, toen wist ik al: in Parijs gaat er iets heel bijzonders gebeuren.” Houthakkers Theo Bos sloeg in zijn functie als bonds- coach van de Chinese baansprinters gade hoe Harrie tekeerging in Parijs. Theo, 41 inmiddels, zette het baansprinten, samen met zijn maatjes Teun Mulder en Tim Veldt, weer op de kaart nadat Nederland decennialang geen rol van betekenis had gespeeld. Hij won in 2004 olympisch zilver op de sprint, greep drie wereldtitels op de sprint, één op de keirin en één op de kilometer. Hij was een tijd The Boss, maar in 2008 grepen de Britten de macht, waarna hij overstapte naar de weg. In aanloop naar de Spelen van 2016 keerde hij terug op de baan en reed nog tegen Harrie. Hij stopte in 2021, waarna hij coach werd. “Harrie is beresterk. Meestal gaat spierkracht ten koste van de souplesse. Meestal zie je bij die sterke gasten dat ze als houthakkers op de fiets zitten, Harrie niet. En hij zit ook nog eens heel aerodynamisch op de fiets. Hij kan vanuit het zadel doorversnellen in de bochten, dat is een kwaliteit die bijna niemand heeft. En vergeet ook niet dat er ook nog eens een goeie kop op zit. Kortom, bedenk je achter de computer de perfecte baansprinter, dan kom je zo’n beetje bij Harrie uit.” Als hij zichzelf met Harrie vergelijkt dan zit het verschil hem vooral in de kracht, zegt Theo. “Ik had ook die souplesse, maar was fysiek veel minder dan Harrie. In mijn tijd was explosiviteit ook belangrijk, nu niet meer. Het baansprinten is veranderd in een krachtsport. Ze rijden met een veel zwaarder verzet rond.” Theo vindt het mooi om te zien hoeveel kennis er in Nederland is op het gebied van baansprinten. Dat was toen hij opkwam wel anders. “Wij moesten alles zelf uitvinden, veel informatie haalden we uit het buitenland. Wij keken goed om ons heen en probeerden alle informatie mee te nemen in het trainingsprogramma. Vergeleken bij hoe Harrie en de andere sprinters vandaag de dag werken, hadden wij geen flauw idee wat we deden.” Theo somt op waar Harrie op terug kan vallen: een trainingsprogramma dat zich keer op keer heeft bewezen, uitstekend materiaal, een kundige trainingsstaf en ploegmaten van absoluut topniveau. “Dat geeft zoveel rust en vertrouwen. Ik weet nog dat hij in aanloop naar de Spelen in Parijs voor het eerst in tijden een keer werd geklopt, door Nicholas Paul. Wat deed Harrie? Hij lachte alleen maar. Ik vond het vroeger heel lastig om de rust te bewaren als ik verloren had. Omdat ik niet het volledige vertrouwen had dat wat wij deden het juiste was. Ik dacht: o jee, is mijn trainingsprogramma nog wel goed genoeg? Ik was supergemotiveerd om niet te verliezen en dat kostte zoveel energie. Als ik verloor, dacht ik: ik ben het kwijt. Harrie weet: als ik doe wat ik moet doen, dan komt het goed.” Theo bestempelt Harrie als een gamechanger. “Wat ik ook zo mooi vind, is dat Harrie zich nooit verstopt. Hij is bij elke wedstrijd aanwezig, is echt een boegbeeld voor de sport en dwingt daardoor zoveel respect af. De Britten domineerden de sprintonderdelen sinds 2008 op de Spelen. Daarna zag je ze niet. Dat was zo slecht voor onze sport. Jason Kenny, met acht olympische titels de succesvolste olympische baanrenner, speelde bij WK’s vaak een bijrol, dan geloofde hij het wel. Harrie speelt nooit verstoppertje, laat zien: dit is mijn niveau en zie maar hoe je me verslaat. Ik heb Harrie ook nog een keer geappt, zat met een vraag wat betreft een van mijn Chinese renners. Ik kreeg meteen een heel eerlijk en vriendelijk antwoord.” Theo ziet Harrie de komende jaren nog domineren. “Maar er zijn wel punten van zorg. Hij zal wel voorzichtiger moeten zijn met zijn lijf, de jaren gaan toch een beetje tellen. Het grote gevaar is dat hij geblesseerd raakt. Het voordeel van Harrie is tegelijkertijd wel geweest dat hij zo domineerde dat hij vaak tot de halve finale van een sprinttoernooi niet eens volle bak hoefde te sprinten. Het is met Harrie net zoals met Tadej Pogacar, die hoeft in veel ritten ook niet voluit te gaan om toch te winnen.” Gelijkgestemd Hugo Haak geldt als een van de architecten van het succes van de huidige generatie baansprinters. De man die eind 2017 stopte als baansprinter werd begin 2018 assistent van bondscoach Bill Huck en volgde de Duitser eind dat jaar op. De Coach van het Jaar 2019 stopte eind 2021, maar keerde in juli 2023 terug bij zijn oude liefde. Het was Harrie die hem vroeg als persoonlijke begeleider. Een constructie waar bondscoach Mehdi Kordi mee instemde. “Harrie en ik hebben vanaf het eerste moment een klik omdat onze manieren van werken perfect op elkaar aansluiten. En onze karakters komen ook nog eens overeen. We zijn allebei heel erg kritisch, analytisch en ook wel introvert. We zijn allebei heel rustig en raken niet snel in paniek. Zijn redelijk gelijkgestemd en dat verklaart voor een groot deel die klik,” zegt Hugo. Als iemand de ontwikkeling van Harrie van nabij heeft meegemaakt, is hij het. “Wat Harrie zo goed maakt, is dat hij voortdurend bezig is om te kijken waar nog winst te boeken is. Op alle vlakken. Ook op mentaal vlak. Hij is ook zo zelfstandig, schrijft een groot deel van zijn trainingsprogramma’s zelf.” Hugo glimlacht als hij terugdenkt aan de Spelen in Parijs. “Hij maakte het zichzelf niet makkelijk om zijn doelen al ruim van tevoren uit te spreken. Dan leg je jezelf behoorlijk wat druk op. Maar als je het dan ook nog eens helemaal waarmaakt...” Na de Spelen in Parijs werd Hugo weer bondscoach en heeft nu dus alle sprinters weer onder zijn hoede. Aan hem ook de taak om met Harrie te bekijken hoe het traject in te steken richting Los Angeles. “Ik ben al druk met analyseren waar de kansen nog liggen. Na de Spelen van Tokio zaten we met hetzelfde vraagstuk, dachten we ook: hoe kan dit in hemelsnaam nog beter? Uiteindelijk heeft Harrie daarna toch weer een stap gemaakt. Maar met de tijd zagen we dingen waar we aan konden werken, waren er toch weer innovaties op het gebied van materiaal die voor tijdswinst zorgden. Maar goed, het wordt steeds meer inzoomen op details.” Voor hem als coach wordt het ook een ‘interessant traject’, omdat Harrie richting de volgende Spelen de dertig passeert. “Hoe ouder en meer ervaren een topsporter wordt, hoe anders je als coach ook met zo iemand omgaat. Onze samenwerking evolueert ook telkens.” Feest der herkenning Harrie mocht in Parijs samen met atlete Femke Bol de Nederlandse vlag dragen tijdens de sluitingsceremonie. Ze werden aangewezen door Pieter van den Hoogenband, chef de mission van TeamNL. Pieter: “We zijn in dezelfde omgeving opgegroeid, spreken allebei algemeen beschaafd Brabants en zijn ook nog eens beiden op 14 maart jarig. Dat zorgt automatisch voor een band voor het leven. We maken er elk jaar een wedstrijdje van wie de ander als eerste feliciteert.” De oud-zwemmer die tijdens de Spelen van 2000 en 2004 in totaal drie gouden, twee zilveren en twee bronzen olympische medailles won, maakte Harrie als chef de mission van TeamNL mee tijdens de afgelopen twee olympische trajecten. “Ik ben van Harrie gecharmeerd als mens en topsporter. Hoe ik hem zou typeren als mens? Als de pleuris uitbreekt is het fijn om schouder aan schouder met Harrie te staan. Hij heeft humor, is intelligent en meedogenloos.” Lachend: “Dat is herkenbaar.” Ook de manier waarop Harrie zijn sport bedrijft is voor Pieter ‘een feest der herkenning’. “De manier waarop Harrie met Hugo samenwerkt, herken ik van al mijn jaren met Jacco Verhaeren. Met Edwin de Vries heeft hij een man die op zakelijk gebied de dingen regelt, zoals ik dat als spor- ter had met Patrick Wouters. Harrie laat niets aan het toeval over, is ongelooflijk bewust bezig met zijn sport. Dat deed ik ook. Daarnaast zie ik ook dat hij een fijne vriendengroep heeft. Die had ik ook. Dat is zo belangrijk. Het is goed dat er mensen zijn die de boel in balans brengen, die met hun nuchtere kijk op het leven ook weer even voor ontspanning zorgen.” Ze hebben af en toe contact, vlak voor de Spelen kwam Harrie ook bij Pieter thuis over de vloer om bij te kletsen. “Ik heb als chef de mission een dienende rol op de achtergrond, moet de hoofdrolspelers faciliteren. Met Hugo en Harrie heb ik geregeld gesprekken gevoerd over wat ik kon doen om hen te laten excelleren.” Maar natuurlijk vertelde hij ook over zijn ervaringen als topsporter. “Wat ik zo mooi aan Harrie vind, is dat hij altijd op zoek is naar informatie die hij kan gebruiken. Nou, ik laat mij heel graag gebruiken als een stuk gereedschap. Die enorme intrin- sieke motivatie om alles uit zijn unieke talent te halen, bewonder ik enorm.” Pieter is benieuwd hoe Harrie samen met Hugo het traject richting LA vorm gaat geven. “Het is zaak zijn ervaring te gebruiken, maar tegelijkertijd nederig te blijven. Hij moet weer op nul beginnen. Je moet maar zo denken: hij doet straks voor het eerst mee aan zijn derde Spelen. Hij is straks ook geen jonge hond meer, zijn lichaam is in LA anders dan in Tokio of Parijs. Het is zaak dat hij zichzelf de komende jaren niet kapot racet, dat hij op gezette tijden gas terugneemt. De grootste sporters ter wereld, en in dat rijtje schaar ik Harrie ook, hebben zichzelf met de tijd opnieuw moeten uitvinden. Roger Federer, Rafael Nadal, LeBron James, Michael Jordan; allemaal moesten ze dingen anders aan gaan pakken omdat ze ouder werden. Voor die taak staat Harrie straks ook.” Steeds bekender Harrie wordt op zakelijk gebied sinds tweeënhalf jaar bijgestaan door Edwin de Vries van Global Sports Communication. “Zijn Brabantse roots komen bij Harrie terug in zijn karakter. Hij is toegankelijk, bescheiden en nuchter. Dat zijn ook voor merken belangrijke waarden om op in te spelen,” zegt Edwin. “Dat Harrie een steeds grotere naam in binnen- en buitenland wordt, dat hij eigenlijk qua status het baanwielrennen overstijgt, merken we aan alles. Harrie werd steeds bekender en sinds de Spelen in Parijs heeft hij weer een flinke stap gemaakt wat betreft zijn bekendheid.” Voor Global Sports Communication is Harrie eigenlijk een vreemde eend in de bijt. Het sportmanagementbureau dat werd opgericht door oud-atleet Jos Hermens begeleidt vooral atleten, onder wie marathonfenomeen Eliud Kipchoge. Door die topatleten heeft Global ook goede contacten met merken met wereldwijd aanzien. Edwin: “Dat zorgt ervoor dat we Harrie ook op een andere manier kunnen positioneren.” Begin 2022 had Harrie één grote commerciële partner, terwijl hij toen ook al tweemaal olympisch goud, een keer olympisch brons en tal van wereldtitels had gewonnen. Edwin: “Inmiddels heeft hij twaalf bedrijven die hem ondersteunen, waaronder Coca-Cola Global. Dat een wereldwijd merk als Coca-Cola met Harrie wil samenwerken, is een enorme waardering voor hem en zijn prestaties. Vanuit het buitenland komen ook steeds meer verzoeken voor interviews. Op straat wordt hij herkend en de verzoeken van talkshows kwamen binnen om hem meteen na de WK in de uitzending te hebben.” De verzoeken stapelen zich dit jaar op. Edwin moet geregeld op de rem trappen en ‘nee’ verkopen. Uit zelfbescherming. “We willen ook dat Harrie succesvol is op de Spelen van 2028 in Los Angeles en misschien gaat hij zelfs nog acht jaar door. Dan is het belangrijk dat wij er heel goed op letten dat hij al zijn energie in zijn trainingen kan blijven steken en dat hij voldoende rust neemt. In samenspraak met zijn coach moeten we erop letten dat de balans niet verstoord raakt.” Maar waar zeg je ‘ja’ tegen en waar ‘nee’? “Harrie en ik hebben dagelijks contact. We nemen alles samen door. Tegen dingen die hij leuk vindt en waar hij energie van krijgt, zeggen we sneller ‘ja’. De dingen die hem energie kosten proberen we tot een minimum te beperken en gedurende het jaar zo in te plannen dat het geen impact heeft op zijn trainingen en dus de sportieve resultaten. Ik heb inmiddels wel een kompas ontwikkeld voor wat bij Harrie past en wat niet. Harrie past niet zo bij extreme, uitgesproken, patserige merken. Als ik het moet vergelijken met een automerk: Harrie past bij Audi. Hij is degelijk, chic en betrouwbaar. En Harrie is ook loyaal. Hij wordt gezien als een lokale trots en vindt het ook belangrijk om zich te verbinden aan bedrijven uit de regio waar hij opgroeide. Daarom is hij blij dat bedrijven als Multifix en Q-Fin hem steunen.” Blessurepreventie Tot slot is het woord aan Harrie Lavreysen zelf. “Toen ik net was overgestapt van de BMX wist ik niets, ik deed precies wat de coaches me vertelden. Hoe ouder ik werd, des te meer ik zelf na ging denken. Het programma in aanloop naar de Spelen en de WK heb ik voor negentig procent zelf geschreven. Daar ben ik heel trots op en dat maakt de medailles nog mooier.” Hij roemt ook de teamdynamiek, die zorg- de er ook voor dat Harrie zo goed was op de Spelen en daarna zijn vorm nog ruim twee maanden vast kon houden tot de WK. “De concurrentiestrijd met Jeffrey was veel minder dan in aanloop naar de Spelen in Tokio en dat kwam de teamdynamiek ten goede. We tilden elkaar echt naar een hoger niveau en konden de flow ook makkelijker volhouden na de Spelen.” En hij is voorlopig nog niet klaar. Harrie kijkt alweer stiekem naar de Spelen in Los Angeles in 2028. Hij is al de succesvolste Nederlandse olympiër op de Zomerspelen, maar schaatsster Ireen Wüst die onder andere zes olympische titels won in haar carrière, staat nog een treetje hoger. En leuk die zes wereldtitels op de sprint op een rij, maar de Japanner Koichi Nakano won er tussen 1977 en 1986 tien op een rij. O ja, Jason Kenny won dus acht olympische titels, de teller van Harrie staat op vijf. “Ik ga de komende tijd rustig analyseren wat er nog beter kan. Dat het nog beter kan, daarvan ben ik overtuigd. Ik kan alleen nu nog geen dingen opnoemen waardoor ik in LA harder kan, maar dat kon ik meteen na de Spelen in Tokio ook niet. Dat komt met de tijd. Ik word ook ouder, daar moet ik ook rekening mee gaan houden. Blessurepreventie en lichaamsonderhoud zullen een belangrijkere rol gaan spelen. Ik heb in aanloop naar Parijs ook een paar kleine blessures gehad. Iets kleins met m’n knie. Daar kon ik prima mee fietsen, ik kon alleen geen diepe squats doen tijdens de trainingen in aanloop naar Parijs.” Hij weet dat er ook de komende jaren weer op hem gelet en gejaagd zal worden. “Ik besef dat ik de maatstaf ben in mijn sport. Ik heb laten zien: om olympisch kampioen te worden, moet je dit kunnen. Daarom is het nodig om de grens steeds weer een beetje te verleggen. Op het moment dat de concurrentie mijn niveau haalt, ben ik ondertussen alweer een stukje verder. Om telkens weer iets meer uit mezelf te halen tijdens de training, dat is waar ik misschien wel het allermeest van geniet.” Helden Magazine nummer 74 Het verhaal met Harrie Lavreysen is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Een fenomeen. En dat al op zijn 27ste. Harrie Lavreysen is al jaren de koning van het sprinten op de baan. Het ene na het andere record sneuvelt. In Parijs volbracht hij zijn gouden missie, hij won drie keer olympisch goud. Maar ook bij de EK en WK ging hij naar huis met drie gouden plakken. En de honger is nog lang niet gestild. Voor het dubbeldikke jubileumnummer sprak Helden tal van intimi over de Sportman van het Jaar en schoof aan bij Harrie Hattrick zelf. Harrie Lavreysen “Het is gestoord,” zegt Harrie Lavreysen nadat hij in het Deense Ballerup zijn zesde wereldtitel op rij heeft veroverd op de sprint. Wat een jaar heeft hij achter de rug. Al een tijdje geleden riep hij dat hij voor Harries Hattrick naar Parijs ging: goud op alle drie de olympische sprintdisciplines. Drie jaar eerder keerde hij uit Tokio terug met goud op de teamsprint en de individuele sprint, maar moest hij zich tevreden stellen met brons op de keirin. Dat kon beter. Op het podium na de keirin kreeg hij dit keer ook het goud om de nek, en uit de jas van zijn trainingsjack haalde hij ook de gouden plakken van de teamsprint en sprint. Leuk voor de foto. De medailles bungelden vervolgens dagenlang om zijn nek. Bij de huldiging in het TeamNL-huis, bij het bezoek aan koning Willem-Alexander en koningin Máxima op paleis Huis ten Bosch in Den Haag en bij de huldiging in zijn geboorteplaats Luyksgestel. Ruim twee maanden na de goldrush in Parijs wachtte de WK in Denemarken. Opnieuw scoorde hij een hattrick, Harrie pakte de wereldtitel op de teamsprint, kilometertijdrit en sprint. De collectie regenboogtruien bestaat nu uit zestien exemplaren. De Fransman Arnaud Tournant, tijdens zijn loopbaan winnaar van veertien wereldtitels, is uit de boeken. Met het winnen van zijn eerste wereldtitel op de – niet-olympische – kilometer is hij nu op alle vier de sprintdisciplines minimaal één keer de beste van de wereld geweest. Alleen Sir Chris Hoy, de Britse baanlegende die tijdens de WK bekendmaakte op zijn 48ste aan terminale prostaatkanker te lijden, lukte dat ook. Overigens scoorde Harrie in 2024 nóg een hattrick. Begin januari won hij bij de EK in Apeldoorn de titels op de teamsprint, sprint en keirin. Het is inderdaad gestoord wat hij op zijn 27ste allemaal al heeft gewonnen. Geen record is veilig voor Harrie Lavreysen. En dan te bedenken dat het noodlot hem nog maar acht jaar geleden naar de baan dreef. Gelukshoedjes Loes en Peter Lavreysen zagen Harrie op zijn vierde al op zijn crossfietsje bovenaan de startheuvel staan bij BMXvereniging De Durtrappers in Luyksgestel, het Noord-Brabantse dorp vlak bij de Belgische grens. Bij de eerste bult viel hij. Het gevolg: wenkbrauw kapot, vier hechtingen. Dat Harrie voor het BMX’en koos, kwam door zijn vader, vertelde hij in radioprogramma Villa VdB van Omroep Max. “Ik ben een groot motorsportliefhebber en ik zag het BMX’en eigenlijk als opstapje voor de motorcross. Ik wilde Harrie op latere leeftijd wel op een crossmotor zien rijden.” Harrie deed daarnaast aan turnen. Moeder Loes: “Harrie vond turnen heel leuk. De trainer zei meteen al: ‘Jij kunt straks heel leuk turnen, maar je wordt nooit een topturner, want daarvoor ben je te groot.’” De keuze viel daardoor op het BMX’en. Zijn zussen Anne en Mieke gingen ook vaak mee naar wedstrijden. Op zijn elfde zagen ze Harrie Nederlands kampioen worden en drie jaar later pakte hij in Nederland de Europese titel bij de jeugd. Peter: “Vanaf het moment dat hij echt begon te winnen, nam het zelfvertrouwen toe. Dat was de omslag.” Loes: “Hij ging steeds meer filmpjes kijken, bekeek hoe anderen het deden, verdiepte zich er steeds meer in.” “Op zijn zestiende begon hij met krachttrainingen en toen ging het ontzettend hard. Hij scheurde uit zijn broek, dat was het Popeye-effect,” aldus Peter Lavreysen bij Villa VdB. Vader Lavreysen: 'Op zijn zestiende begon hij met krachttrainingen en toen ging het ontzettend hard. Hij scheurde uit zijn broek, dat was het Popeye-effect' Harrie maakte op zijn achttiende de overstap naar het baanwielrennen. Met BMX’en had hij vaak last van zijn schouders. Bij een wedstrijd in Valkenswaard schoten na een val beide schouders gelijktijdig uit de kom. Dat was de druppel, vond ook de bondscoach. Loes: “We reden naar het ziekenhuis en toen zei hij al: ‘Bij het baanwielrennen hebben ze me gevraagd of ik mee wil doen. Dat mag ik toch wel proberen? Ik hou zo van het topsportleven.’ Ik zei: jee, dan zitten we de hele dag binnen… Dat doe je dan, uit liefde voor je kind.” Op de tribune zijn Loes en Peter makkelijk te herkennen, ze dragen altijd oranje hoedjes. Die droegen ze ook al bij zijn BMX-wedstrijden. Loes: “Toen Harrie de overstap maakte naar het baanwielrennen vroeg ik aan hem: zal ik het hoedje maar weer opzet- ten? Harrie zei: ‘Dat is wel makkelijk, dan zie ik meteen waar jullie zitten.’” Toen het hele gezin, naast Peter en Loes bestaand uit Harries zussen Anne en Mieke, met de camper op weg was naar Parijs om de Spelen bij te wonen, moesten ze omkeren. De gelukshoedjes lagen namelijk nog thuis. Na terugkeer werden de trotse ouders overal aangesproken. Na de huldiging in eigen dorp zei Loes: “Nu kunnen we ons gewone leven weer oppakken.” Peter: “We gaan lekker een weekend naar de motorcross in Arnhem.” Leuke Gesprekken Niek Kimmann en de één jaar jongere Harrie kennen elkaar van de tijd dat ze allebei op de BMX zaten. Samen zaten ze vanaf hun zestiende ook op Papendal. Waar Harrie de overstap maakte naar de baan, groeide Niek uit tot een van de succesvolste BMX’ers. Hij won in 2021 olympisch goud en veroverde drie wereldtitels. Ook nadat ze allebei een andere weg insloegen, bleven ze goed bevriend. In aanloop naar de Spelen in Parijs, die hij moest laten schieten wegens een ontstoken hartspier, zei Niek in Helden: “Wij voeren leuke gesprekken. Soms zegt Harrie: ‘Niek, je moet dit eens proberen.’ En andersom kan ik dat ook tegen hem zeggen. We hebben allebei veel gewonnen. Een van de redenen van mijn succes is: als ik echt iets wil, dan krijg ik dat niet uit m’n kop totdat het gelukt is. Ik ben op zoek naar antwoorden, sta ermee op en ga ermee naar bed. Als ik kijk naar andere sporters: die hebben vaak andere hobby’s. Ik heb niet heel veel anders dan BMX’en. Wat dat betreft lijken Harrie en ik ook op elkaar. Hij rust ook niet voordat hij antwoorden heeft.” BMX’en en baanwielrennen zijn vergelijkbare sporten. Niek: “In coronatijd heb ik zes weken op de baan getraind. Wie weet dat ik net als meerdere BMX’ers in het verleden – onder wie Harrie, Roy van den Berg en Jeffrey Hoogland – ook nog een keer de switch maak. Wat mij vet lijkt, is om ooit mét Harrie te rijden op de teamsprint, want vroeger reden we tegen elkaar.” Wetenschapper De Duitse oud-sprinter René Wolff was de bondscoach toen Harrie de overstap maakte naar de baan. “Aan Harrie zag ik als BMX’er al dat hij de kwaliteiten had om ook heel te goed te kunnen worden op de baan,” zegt de oud-bondscoach. “Waar Harrie toen ook al echt in uitblonk, was zijn mentaliteit. Hij was heel erg gedreven, voortdurend georiënteerd op zijn doelen. Dat vond ik heel bijzonder voor zo’n jonge topsporter.” Begin 2016 werd Harrie aan beide schouders geopereerd en daarna besloot hij zich op het baanwielrennen te concentreren. René: “Dat is wel wat, hoor, om zomaar je passie op te geven en meteen vol voor een andere sport te gaan. Dat tekent Harrie. In mijn beleving zijn er twee soorten sporters. De ene heeft passie voor een sport, is gek van bijvoorbeeld voetbal of wielrennen en verder niet. En je hebt een tweede type sporter die bijna bij toeval in een bepaalde sport terecht is gekomen en die de passie heeft om het maximale uit zijn mogelijkheden te halen. Voor hen is sport eigenlijk een middel om hun ei kwijt te kunnen. Harrie wilde de beste van de wereld in iets worden. Lukte dat linksom als BMX’er niet, dan maar rechtsom als baanwielrenner.” Harrie maakte in april 2017, net twintig, zijn debuut op een groot internationaal toernooi en pakte meteen zilver op de teamsprint en sprint. René vertrok na dat WK als bondscoach en ging eind 2018 aan de slag als bondscoach van Nieuw- Zeeland. De paden van de twee kruisten elkaar opnieuw toen René in 2022 weer werd aangesteld als bondscoach van de Nederlandse baansprinters. “Toen zag ik weer van dichtbij hoe gestructureerd en gedisciplineerd Harrie zijn sport bedrijft. Hij benadert het bijna als wetenschapper, over elk detail denkt hij na. Voor een coach is het zo mooi om met zo iemand te werken.” Na een jaar werd het contract van René niet verlengd, maar hij blijft zijn oud- pupil op de voet volgen. “Hij heeft zich echt ontwikkeld tot een grensverleggende, vernieuwende baansprinter. Zestien wereldtitels, vijf keer olympisch goud. En hij is nog maar 27 en kan nog één Spelen en wellicht twee olympische cycli mee. Of in hem in de toekomst een goede coach schuilt? Aan zijn betrokkenheid en beleving zal het niet liggen. Als geen ander ziet hij de details die het verschil kunnen maken. In potentie schuilt in hem dus een uitstekende coach. Vraag is alleen of hij in de toekomst zijn passie door wil geven aan een volgende generatie.” Rivalen Toen Harrie zijn eerste meters op de baan reed, had Jeffrey Hoogland net aansluiting gevonden bij de wereldtop. Ze werden teamgenoten. De sprintersgroep, met verder onder anderen Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal en Sam Ligtlee, nam de teamsprint als uitgangspunt. De renners besloten samen keihard te trainen om elkaar naar een hoger niveau te stuwen. Het eerste doel: olympisch goud als team in Tokio. De sprinters gingen met sprongen vooruit en grepen in 2018 bij de WK in Apeldoorn de wereldtitel. Harrie en Jeffrey merkten dat op de individuele onderdelen ook niemand hen nog bijhield. Naast teammaten werden ze ook rivalen. In de sprintfinales kwamen ze elkaar steeds tegen. Bij de EK’s van 2018 en 2019 was Jeffrey de beste, bij de WK’s van 2019, 2020 en 2021 won Harrie de tweestrijd. In de olympische finale stonden ze opnieuw tegenover elkaar. Harrie won op het nippertje, nadat ze een paar dagen eerder samen het goud op de teamsprint hadden gevierd. “Het is ook weleens lastig om dagelijks samen te werken met iemand die tegelijkertijd je grootste concurrent is,” vertelt Jeffrey. Na de Spelen in Tokio stak hij energie in de verbouwing van het huis dat hij samen met zijn vriendin Shanne Braspennincx, olympisch kampioen keirin van 2021, had gekocht. Harrie trainde keihard door en daardoor werd het gat groot. Bij de WK van 2023 in Glasgow sprak Jeffrey zijn frustratie uit. Na de WK zei hij in Helden: “Ik zei bij dat WK: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik krijg alleen maar elke training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je elke training op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en zeiden we tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’” Jeffrey snapt dat er vaak is ingezoomd op de strijd met Harrie. “Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn en daarna elkaars grootste concurrenten.” Jeffrey hervond zijn motivatie toen hij besloot een aanval op het wereldrecord op de kilometer te gaan ondernemen. Hij slaagde daar op 31 oktober 2023 in en richtte zich toen op de teamsprint in Parijs. De Bullet Train heroverde de olympische titel en reed tot twee keer toe een wereldrecord. “Ik stelde richting Parijs mijn doelen bij, zette de teamsprint op één. Ik dacht: laten we in elk geval één gouden medaille veiligstellen. We zijn in aanloop naar de Spelen in Parijs meer naar elkaar toegegroeid. Dat kwam doordat de rolverdeling duidelijk was, we hadden elkaar nodig en dat schiep een band.” Bij de WK in Denemarken troffen Harrie en Jeffrey elkaar voor het eerst sinds 2021 weer in een WK-finale, nadat ze samen de teamsprint wonnen en Harrie voor het eerst goud pakte op de kilometer, normaal het domein van Jeffrey, de viervoudig wereldkampioen op die discipline. Ook op de sprint was Harrie de beste. Het is niet makkelijk om in het tijdperk van Koning Harrie best of the rest te zijn. Hoe had het palmares van Jeffrey, toch al goed voor tien wereldtitels en tien keer zilver op WK’s, eruitgezien zonder zijn ploeggenoot en plaaggeest? Jeffrey gaat zich na de vijf Champions League-avonden, eind november en begin december, en de Wielerzesdaagse van Rotterdam van 10 tot en met 15 december, beraden over zijn toekomst. “Ik ben er nog niet uit. Ik weet ook niet op welk vlak ik nog beter kan worden, dat is ook iets wat ik ga bekijken. Wat belangrijk is bij de afweging om door te gaan de komende jaren is: ik doe het goed of ik doe het niet. Ik heb aan Harrie kunnen zien wat het met hem deed om na de Spelen meteen drie jaar lang volle bak door te trainen. Ga ik vier jaar door en ik doe dat net als Harrie volle bak, dan is er wel de kans dat ik alles en iedereen ga verslaan. Dan ga ik voor goud en niet minder.” Johan Cruijffjes Roy van den Berg wil sowieso door. Als iemand zijn individuele ambities heeft opgeofferd voor het teamresultaat, is hij het wel. Roy is starter van de Bullet Train en moet alles uit zijn lichaam persen in één ronde om de trein op gang te brengen. Hij offerde er zijn ambities op de individuele nummers voor op. Op die onderdelen wist hij ook dat het een lastig verhaal zou zijn met Harrie, Jeffrey en Matthijs Büchli als concurrenten. De opoffering werd beloond. Hij werd vanaf 2019 aangewezen als starter, pakte wereldtitels en won in 2021 met Harrie, Jeffrey en Matthijs olympisch goud. De trein verloor een wagon toen Büchli de overstap maakte naar de weg, maar met Harrie en Jeffrey was hij op zijn 35ste in Parijs opnieuw succesvol. “Net als na de Spelen in Tokio heb ik ook na Parijs bij mij thuis een barbecue georganiseerd voor het team. Iedereen nam wat mee, het was heel gezellig. We hebben dat moment aangegrepen om terug te blikken. Als je naar onze leeftijden kijkt, dan steken we er met ons gemiddelde nu al ver bovenuit. Maar als je naar onze prestaties kijkt, dan steken we er ook bovenuit. Het is zo’n heerlijk gevoel om te weten dat iedereen op zijn positie de beste van de wereld is. Ik ben een heel goede starter, Harrie rijdt de beste tweede ronde van iedereen en Jeffrey rijdt de snelste derde ronde. Eigenlijk staan er drie Johan Cruijffjes aan de start. Daar kan ik nog geen genoeg van krijgen. Daarom ga ik nog vier jaar door.” Zijn rol is belangrijker dan puur die van starter, Roy is het cement van het team. “Ik ben af en toe een beetje Zwitserland geweest,” lacht hij. “Dat was af en toe nodig, want Harrie en Jeffrey waren natuurlijk naast teamgenoten ook concurrenten.” Met het goud in de tas zag Roy zijn maatje Harrie zijn hattrick volbrengen. Hij voorspelde dat al. “Wij trainen elke dag samen en ik zag zijn vorm alsmaar toenemen. Tot bizarre hoogte. Bij ons trainingskamp in Noorwegen, in aanloop naar de Spelen, waren we zo goed, toen wist ik al: in Parijs gaat er iets heel bijzonders gebeuren.” Houthakkers Theo Bos sloeg in zijn functie als bonds- coach van de Chinese baansprinters gade hoe Harrie tekeerging in Parijs. Theo, 41 inmiddels, zette het baansprinten, samen met zijn maatjes Teun Mulder en Tim Veldt, weer op de kaart nadat Nederland decennialang geen rol van betekenis had gespeeld. Hij won in 2004 olympisch zilver op de sprint, greep drie wereldtitels op de sprint, één op de keirin en één op de kilometer. Hij was een tijd The Boss, maar in 2008 grepen de Britten de macht, waarna hij overstapte naar de weg. In aanloop naar de Spelen van 2016 keerde hij terug op de baan en reed nog tegen Harrie. Hij stopte in 2021, waarna hij coach werd. “Harrie is beresterk. Meestal gaat spierkracht ten koste van de souplesse. Meestal zie je bij die sterke gasten dat ze als houthakkers op de fiets zitten, Harrie niet. En hij zit ook nog eens heel aerodynamisch op de fiets. Hij kan vanuit het zadel doorversnellen in de bochten, dat is een kwaliteit die bijna niemand heeft. En vergeet ook niet dat er ook nog eens een goeie kop op zit. Kortom, bedenk je achter de computer de perfecte baansprinter, dan kom je zo’n beetje bij Harrie uit.” Als hij zichzelf met Harrie vergelijkt dan zit het verschil hem vooral in de kracht, zegt Theo. “Ik had ook die souplesse, maar was fysiek veel minder dan Harrie. In mijn tijd was explosiviteit ook belangrijk, nu niet meer. Het baansprinten is veranderd in een krachtsport. Ze rijden met een veel zwaarder verzet rond.” Theo vindt het mooi om te zien hoeveel kennis er in Nederland is op het gebied van baansprinten. Dat was toen hij opkwam wel anders. “Wij moesten alles zelf uitvinden, veel informatie haalden we uit het buitenland. Wij keken goed om ons heen en probeerden alle informatie mee te nemen in het trainingsprogramma. Vergeleken bij hoe Harrie en de andere sprinters vandaag de dag werken, hadden wij geen flauw idee wat we deden.” Theo somt op waar Harrie op terug kan vallen: een trainingsprogramma dat zich keer op keer heeft bewezen, uitstekend materiaal, een kundige trainingsstaf en ploegmaten van absoluut topniveau. “Dat geeft zoveel rust en vertrouwen. Ik weet nog dat hij in aanloop naar de Spelen in Parijs voor het eerst in tijden een keer werd geklopt, door Nicholas Paul. Wat deed Harrie? Hij lachte alleen maar. Ik vond het vroeger heel lastig om de rust te bewaren als ik verloren had. Omdat ik niet het volledige vertrouwen had dat wat wij deden het juiste was. Ik dacht: o jee, is mijn trainingsprogramma nog wel goed genoeg? Ik was supergemotiveerd om niet te verliezen en dat kostte zoveel energie. Als ik verloor, dacht ik: ik ben het kwijt. Harrie weet: als ik doe wat ik moet doen, dan komt het goed.” Theo bestempelt Harrie als een gamechanger. “Wat ik ook zo mooi vind, is dat Harrie zich nooit verstopt. Hij is bij elke wedstrijd aanwezig, is echt een boegbeeld voor de sport en dwingt daardoor zoveel respect af. De Britten domineerden de sprintonderdelen sinds 2008 op de Spelen. Daarna zag je ze niet. Dat was zo slecht voor onze sport. Jason Kenny, met acht olympische titels de succesvolste olympische baanrenner, speelde bij WK’s vaak een bijrol, dan geloofde hij het wel. Harrie speelt nooit verstoppertje, laat zien: dit is mijn niveau en zie maar hoe je me verslaat. Ik heb Harrie ook nog een keer geappt, zat met een vraag wat betreft een van mijn Chinese renners. Ik kreeg meteen een heel eerlijk en vriendelijk antwoord.” Theo ziet Harrie de komende jaren nog domineren. “Maar er zijn wel punten van zorg. Hij zal wel voorzichtiger moeten zijn met zijn lijf, de jaren gaan toch een beetje tellen. Het grote gevaar is dat hij geblesseerd raakt. Het voordeel van Harrie is tegelijkertijd wel geweest dat hij zo domineerde dat hij vaak tot de halve finale van een sprinttoernooi niet eens volle bak hoefde te sprinten. Het is met Harrie net zoals met Tadej Pogacar, die hoeft in veel ritten ook niet voluit te gaan om toch te winnen.” Gelijkgestemd Hugo Haak geldt als een van de architecten van het succes van de huidige generatie baansprinters. De man die eind 2017 stopte als baansprinter werd begin 2018 assistent van bondscoach Bill Huck en volgde de Duitser eind dat jaar op. De Coach van het Jaar 2019 stopte eind 2021, maar keerde in juli 2023 terug bij zijn oude liefde. Het was Harrie die hem vroeg als persoonlijke begeleider. Een constructie waar bondscoach Mehdi Kordi mee instemde. “Harrie en ik hebben vanaf het eerste moment een klik omdat onze manieren van werken perfect op elkaar aansluiten. En onze karakters komen ook nog eens overeen. We zijn allebei heel erg kritisch, analytisch en ook wel introvert. We zijn allebei heel rustig en raken niet snel in paniek. Zijn redelijk gelijkgestemd en dat verklaart voor een groot deel die klik,” zegt Hugo. Als iemand de ontwikkeling van Harrie van nabij heeft meegemaakt, is hij het. “Wat Harrie zo goed maakt, is dat hij voortdurend bezig is om te kijken waar nog winst te boeken is. Op alle vlakken. Ook op mentaal vlak. Hij is ook zo zelfstandig, schrijft een groot deel van zijn trainingsprogramma’s zelf.” Hugo glimlacht als hij terugdenkt aan de Spelen in Parijs. “Hij maakte het zichzelf niet makkelijk om zijn doelen al ruim van tevoren uit te spreken. Dan leg je jezelf behoorlijk wat druk op. Maar als je het dan ook nog eens helemaal waarmaakt...” Na de Spelen in Parijs werd Hugo weer bondscoach en heeft nu dus alle sprinters weer onder zijn hoede. Aan hem ook de taak om met Harrie te bekijken hoe het traject in te steken richting Los Angeles. “Ik ben al druk met analyseren waar de kansen nog liggen. Na de Spelen van Tokio zaten we met hetzelfde vraagstuk, dachten we ook: hoe kan dit in hemelsnaam nog beter? Uiteindelijk heeft Harrie daarna toch weer een stap gemaakt. Maar met de tijd zagen we dingen waar we aan konden werken, waren er toch weer innovaties op het gebied van materiaal die voor tijdswinst zorgden. Maar goed, het wordt steeds meer inzoomen op details.” Voor hem als coach wordt het ook een ‘interessant traject’, omdat Harrie richting de volgende Spelen de dertig passeert. “Hoe ouder en meer ervaren een topsporter wordt, hoe anders je als coach ook met zo iemand omgaat. Onze samenwerking evolueert ook telkens.” Feest der herkenning Harrie mocht in Parijs samen met atlete Femke Bol de Nederlandse vlag dragen tijdens de sluitingsceremonie. Ze werden aangewezen door Pieter van den Hoogenband, chef de mission van TeamNL. Pieter: “We zijn in dezelfde omgeving opgegroeid, spreken allebei algemeen beschaafd Brabants en zijn ook nog eens beiden op 14 maart jarig. Dat zorgt automatisch voor een band voor het leven. We maken er elk jaar een wedstrijdje van wie de ander als eerste feliciteert.” De oud-zwemmer die tijdens de Spelen van 2000 en 2004 in totaal drie gouden, twee zilveren en twee bronzen olympische medailles won, maakte Harrie als chef de mission van TeamNL mee tijdens de afgelopen twee olympische trajecten. “Ik ben van Harrie gecharmeerd als mens en topsporter. Hoe ik hem zou typeren als mens? Als de pleuris uitbreekt is het fijn om schouder aan schouder met Harrie te staan. Hij heeft humor, is intelligent en meedogenloos.” Lachend: “Dat is herkenbaar.” Ook de manier waarop Harrie zijn sport bedrijft is voor Pieter ‘een feest der herkenning’. “De manier waarop Harrie met Hugo samenwerkt, herken ik van al mijn jaren met Jacco Verhaeren. Met Edwin de Vries heeft hij een man die op zakelijk gebied de dingen regelt, zoals ik dat als spor- ter had met Patrick Wouters. Harrie laat niets aan het toeval over, is ongelooflijk bewust bezig met zijn sport. Dat deed ik ook. Daarnaast zie ik ook dat hij een fijne vriendengroep heeft. Die had ik ook. Dat is zo belangrijk. Het is goed dat er mensen zijn die de boel in balans brengen, die met hun nuchtere kijk op het leven ook weer even voor ontspanning zorgen.” Ze hebben af en toe contact, vlak voor de Spelen kwam Harrie ook bij Pieter thuis over de vloer om bij te kletsen. “Ik heb als chef de mission een dienende rol op de achtergrond, moet de hoofdrolspelers faciliteren. Met Hugo en Harrie heb ik geregeld gesprekken gevoerd over wat ik kon doen om hen te laten excelleren.” Maar natuurlijk vertelde hij ook over zijn ervaringen als topsporter. “Wat ik zo mooi aan Harrie vind, is dat hij altijd op zoek is naar informatie die hij kan gebruiken. Nou, ik laat mij heel graag gebruiken als een stuk gereedschap. Die enorme intrin- sieke motivatie om alles uit zijn unieke talent te halen, bewonder ik enorm.” Pieter is benieuwd hoe Harrie samen met Hugo het traject richting LA vorm gaat geven. “Het is zaak zijn ervaring te gebruiken, maar tegelijkertijd nederig te blijven. Hij moet weer op nul beginnen. Je moet maar zo denken: hij doet straks voor het eerst mee aan zijn derde Spelen. Hij is straks ook geen jonge hond meer, zijn lichaam is in LA anders dan in Tokio of Parijs. Het is zaak dat hij zichzelf de komende jaren niet kapot racet, dat hij op gezette tijden gas terugneemt. De grootste sporters ter wereld, en in dat rijtje schaar ik Harrie ook, hebben zichzelf met de tijd opnieuw moeten uitvinden. Roger Federer, Rafael Nadal, LeBron James, Michael Jordan; allemaal moesten ze dingen anders aan gaan pakken omdat ze ouder werden. Voor die taak staat Harrie straks ook.” Steeds bekender Harrie wordt op zakelijk gebied sinds tweeënhalf jaar bijgestaan door Edwin de Vries van Global Sports Communication. “Zijn Brabantse roots komen bij Harrie terug in zijn karakter. Hij is toegankelijk, bescheiden en nuchter. Dat zijn ook voor merken belangrijke waarden om op in te spelen,” zegt Edwin. “Dat Harrie een steeds grotere naam in binnen- en buitenland wordt, dat hij eigenlijk qua status het baanwielrennen overstijgt, merken we aan alles. Harrie werd steeds bekender en sinds de Spelen in Parijs heeft hij weer een flinke stap gemaakt wat betreft zijn bekendheid.” Voor Global Sports Communication is Harrie eigenlijk een vreemde eend in de bijt. Het sportmanagementbureau dat werd opgericht door oud-atleet Jos Hermens begeleidt vooral atleten, onder wie marathonfenomeen Eliud Kipchoge. Door die topatleten heeft Global ook goede contacten met merken met wereldwijd aanzien. Edwin: “Dat zorgt ervoor dat we Harrie ook op een andere manier kunnen positioneren.” Begin 2022 had Harrie één grote commerciële partner, terwijl hij toen ook al tweemaal olympisch goud, een keer olympisch brons en tal van wereldtitels had gewonnen. Edwin: “Inmiddels heeft hij twaalf bedrijven die hem ondersteunen, waaronder Coca-Cola Global. Dat een wereldwijd merk als Coca-Cola met Harrie wil samenwerken, is een enorme waardering voor hem en zijn prestaties. Vanuit het buitenland komen ook steeds meer verzoeken voor interviews. Op straat wordt hij herkend en de verzoeken van talkshows kwamen binnen om hem meteen na de WK in de uitzending te hebben.” De verzoeken stapelen zich dit jaar op. Edwin moet geregeld op de rem trappen en ‘nee’ verkopen. Uit zelfbescherming. “We willen ook dat Harrie succesvol is op de Spelen van 2028 in Los Angeles en misschien gaat hij zelfs nog acht jaar door. Dan is het belangrijk dat wij er heel goed op letten dat hij al zijn energie in zijn trainingen kan blijven steken en dat hij voldoende rust neemt. In samenspraak met zijn coach moeten we erop letten dat de balans niet verstoord raakt.” Maar waar zeg je ‘ja’ tegen en waar ‘nee’? “Harrie en ik hebben dagelijks contact. We nemen alles samen door. Tegen dingen die hij leuk vindt en waar hij energie van krijgt, zeggen we sneller ‘ja’. De dingen die hem energie kosten proberen we tot een minimum te beperken en gedurende het jaar zo in te plannen dat het geen impact heeft op zijn trainingen en dus de sportieve resultaten. Ik heb inmiddels wel een kompas ontwikkeld voor wat bij Harrie past en wat niet. Harrie past niet zo bij extreme, uitgesproken, patserige merken. Als ik het moet vergelijken met een automerk: Harrie past bij Audi. Hij is degelijk, chic en betrouwbaar. En Harrie is ook loyaal. Hij wordt gezien als een lokale trots en vindt het ook belangrijk om zich te verbinden aan bedrijven uit de regio waar hij opgroeide. Daarom is hij blij dat bedrijven als Multifix en Q-Fin hem steunen.” Blessurepreventie Tot slot is het woord aan Harrie Lavreysen zelf. “Toen ik net was overgestapt van de BMX wist ik niets, ik deed precies wat de coaches me vertelden. Hoe ouder ik werd, des te meer ik zelf na ging denken. Het programma in aanloop naar de Spelen en de WK heb ik voor negentig procent zelf geschreven. Daar ben ik heel trots op en dat maakt de medailles nog mooier.” Hij roemt ook de teamdynamiek, die zorg- de er ook voor dat Harrie zo goed was op de Spelen en daarna zijn vorm nog ruim twee maanden vast kon houden tot de WK. “De concurrentiestrijd met Jeffrey was veel minder dan in aanloop naar de Spelen in Tokio en dat kwam de teamdynamiek ten goede. We tilden elkaar echt naar een hoger niveau en konden de flow ook makkelijker volhouden na de Spelen.” En hij is voorlopig nog niet klaar. Harrie kijkt alweer stiekem naar de Spelen in Los Angeles in 2028. Hij is al de succesvolste Nederlandse olympiër op de Zomerspelen, maar schaatsster Ireen Wüst die onder andere zes olympische titels won in haar carrière, staat nog een treetje hoger. En leuk die zes wereldtitels op de sprint op een rij, maar de Japanner Koichi Nakano won er tussen 1977 en 1986 tien op een rij. O ja, Jason Kenny won dus acht olympische titels, de teller van Harrie staat op vijf. “Ik ga de komende tijd rustig analyseren wat er nog beter kan. Dat het nog beter kan, daarvan ben ik overtuigd. Ik kan alleen nu nog geen dingen opnoemen waardoor ik in LA harder kan, maar dat kon ik meteen na de Spelen in Tokio ook niet. Dat komt met de tijd. Ik word ook ouder, daar moet ik ook rekening mee gaan houden. Blessurepreventie en lichaamsonderhoud zullen een belangrijkere rol gaan spelen. Ik heb in aanloop naar Parijs ook een paar kleine blessures gehad. Iets kleins met m’n knie. Daar kon ik prima mee fietsen, ik kon alleen geen diepe squats doen tijdens de trainingen in aanloop naar Parijs.” Hij weet dat er ook de komende jaren weer op hem gelet en gejaagd zal worden. “Ik besef dat ik de maatstaf ben in mijn sport. Ik heb laten zien: om olympisch kampioen te worden, moet je dit kunnen. Daarom is het nodig om de grens steeds weer een beetje te verleggen. Op het moment dat de concurrentie mijn niveau haalt, ben ik ondertussen alweer een stukje verder. Om telkens weer iets meer uit mezelf te halen tijdens de training, dat is waar ik misschien wel het allermeest van geniet.” Helden Magazine nummer 74 Het verhaal met Harrie Lavreysen is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Baanwielrennen

Harrie Lavreysen: ‘Ik laat me niet gek maken’

Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Baanwielrennen

Jeffrey Hoogland: Kilometer vreter

Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Marit Bouwmeester: Mama Marit op medaille jacht

Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Overig

Blikvangers van 2023

2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de [...]
2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de Jumbo-Visma-ploeg, Noah Lyles, Faith Kipyogon, Sanne Wevers, Simone Biles, Xavi Simons, Esmee Brugts, de Spaanse voetbalvrouwen en het demasqué van Ajax. Ze komen voorbij in het jaaroverzicht in beeld. Recordjacht En dat is wereldtitel nummer drie. Vorig jaar dacht iedereen al [...]

Zeilen

Bart Lambriex en Floris van de Werken: ‘Het is maar een stukje goud’

Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Overig

Peter Heerschop eert

Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Odile van Aanholt en Annette Duetz: ‘We zijn nog net geen getrouwd stel’

Odile van Aanholt (25) en Annette Duetz (29) zeilen pas een jaar samen in de olympische 49erFX-klasse. Ze werden in dat jaar meteen Europees- en wereldkampioen. In aanloop naar het WK zeilen in Scheveningen (10 t/m 20 augustus) gingen we bij hen op bezoek. Met een gebruinde huid en een grote lach op het gezicht komen zeilsters Odile van Aanholt (stuurvrouw) en Annette Duetz (haar bemanning) aan op de locatie van de shoot. Tussen trainingskampen en wereldbekerwedstrijden door zijn ze een weekje thuis. “Wij zijn nog niet eens de helft van het jaar in Nederland,” vertelt Annette. [caption id="attachment_19829" align="alignnone" width="2560"] Annette Duetz[/caption] Zeilen is de leukste sport die er is Odile vult aan: “In de winter zijn we veel op trainingskamp. En voor een belangrijke wedstrijd zijn we een week van tevoren op de locatie om ons voor te bereiden; om gewend te raken aan het water en zeker te weten dat we ons materiaal op orde hebben.” Odile en Annette zijn dus bijna altijd op het water te vinden en reizen van de ene mooie locatie naar de andere. Of het beeld dat de buitenwereld van zeilers en surfers heeft, van living the dream, ook klopt? Odile, lachend: “Best wel. Meerdere keren per dag heb ik geluksmomentjes.” Annette: “Zeilen is de leukste sport die er is. We zijn altijd buiten en op mooie plekken. Een droomleven. Natuurlijk zijn we ook hard aan het werk. Per dag zijn we minimaal drie uur op het water en daarnaast doen we dan nog een fysieke training. Kracht- of conditietraining, maar wij vinden het ook leuk om te boulderen of een potje padel te spelen.” Odile: “We trainen meestal zo’n vijf dagen achter elkaar en dan hebben we een rustdag. Het klaarmaken van de boot en het verzorgen van ons materiaal neemt ook veel tijd in beslag.” Annette: “Het onderhoud aan het materiaal doen wij zelf en de logistiek ook. Vorige week moest onze boot van Mallorca naar Hyères in Frankrijk. Bij kleine afstanden rijden we zelf, maar meestal is er een vrijwilliger die onze spullen naar een andere locatie brengt.” Odile: “De puzzel van wat waarnaartoe moet en wanneer, maken wij zelf. En als er bijvoorbeeld een dure veerboot moet worden geboekt, dan laten we dat over aan de teammanager van het Watersportverbond.” [caption id="attachment_19830" align="alignnone" width="2560"] Odile van Aanholt[/caption] Annette: “De grote lijnen stippelen we van tevoren uit. We maken een jaarplanning waarin staat aan welke wedstrijden we meedoen en waar we naartoe willen op trainingskamp. Zo moeten we, als we op lichte wind willen trainen, ook naar een gebied waar de kans groot is dat het weinig waait. Maar de concrete invulling houden we vaak nog open. Soms is iemand net wat minder fit of besluiten we dat we ergens een paar dagen langer willen blijven. Vliegtickets boeken we pas kort van tevoren.” Odile: “Dan komt het dus weleens voordat je in de taxi naar Schiphol zit en je je boekingsbevestiging niet kunt vinden. Dan blijkt ineens dat je nog niet hebt geboekt...” Annette, lachend: “Dat heb jij al twee keer gehad, toch?” Olympische Vlag Odile wijst naar een kettinkje dat ze omheeft. Het bedeltje heeft de vorm van het Caribische eiland Curaçao. Als jongste van vier kinderen groeide ze er op, tot haar twaalfde. “Zo is Curaçao altijd bij me. Mijn ouders wonen er nog steeds. Nederland voelt voor mij inmiddels ook als thuis, maar Curaçao voelt toch anders. Ik heb er geen Google Maps nodig, ik ken het eiland op mijn duimpje.” Odile komt uit een zeilfamilie. Vader Cor nam deel aan de Olympische Spelen in 2000, zus Philipine deed in 2012 en 2016 als zeilster mee aan de Spelen. Haar broers Ard en Just zeilen ook; Just is net als Odile met een olympische campagne bezig, onder de vlag van Aruba. Odile: “Mijn moeder zat in de paardensport, zij was een beetje het buitenbeentje, maar kan inmiddels ook goed zeilen.” Ze vervolgt: “Als baby zat ik al bij mijn vader in de boot en op mijn vierde ging ik voor het eerst op zeilles. Ik ben de eerste wereldkampioen in een olympische klasse van de familie. Dat voelt een beetje gek, omdat ik de jongste ben. Mijn zus en broer zijn weer heel goed in andere dingen. Zij hebben een heel sociaal leven en mooie bachelors- en masterdiploma’s. Mijn ouders zijn zo lief dat ze mij een cadeautje geven als ik Europees- of wereldkampioen ben geworden. ‘Dit is jouw bachelorsdiploma,’ zeggen ze dan.” Op haar twaalfde ging Odile naar de middelbare school in Nederland. “Dat was een LOOT-school. Ik zat toen al veel in het buitenland voor het zeilen. Mijn vader of moeder was bij mij in Nederland, ik verbleef ook vaak bij mijn opa en oma. Mijn ouders hebben nu een ‘familiehuis’ in Naarden, daar komen we samen als we in Nederland zijn.Tijdens de coronapandemie hebben we elkaar daar veel gezien. We kookten samen, deden spelletjes, net als vroeger.” Tot 2010 was het mogelijk om als sporter uit Curaçao voor de Nederlandse Antillen uit te komen. Toen de Antillen ophielden te bestaan, heeft Curaçao geprobeerd een olympische vlag te krijgen, maar dat werd afgewezen. Aruba had er al eerder een gekregen. “Als atleet kon ik kiezen: Aruba of Nederland. Veel sporters kozen ervoor om voor Aruba uit te komen, dat lag ook dichter bij mijn hart. Maar als ik voor Nederland uit zou komen, had ik de meeste kans om de beste zeilster te worden.” Per land mag er in de zeilsport maar één team of individu per klasse deelnemen aan de Spelen en dat heeft Odile ervaren. “Ik koos bewust voor heel pittige concurrentie.” De kwalificatie voor de Spelen in Tokio in 2021 verloor Odile, samen met haar voormalig zeilpartner Marieke Jongens, op een haar na van voormalig zeilster Annemiek Bekkering en haar huidige zeilmaatje Annette. “De concurrentiestrijd tussen ons was heel lang leuk, we maakten elkaar beter, maar de laatste paar maanden kozen we onze eigen weg. Uiteindelijk wonnen jullie de selectie omdat jullie simpelweg beter waren. Ik was de underdog, moest nog leren. Pijnlijk voor ons, maar het was de realiteit. Als ik voor Aruba was uitgekomen, had ik wel naar Tokio kunnen gaan. Maar ik weet ook dat ik veel verder ben als sporter dan wanneer ik voor Aruba had gekozen.” Ook Annette is het zeilen met de paplepel ingegoten. Haar ouders, Hans Duetz en Marion Bultman, waren allebei topzeilers, haar moeder schopte het tot de Spelen van 1988 in Zuid-Korea. “Wij hadden in mijn jeugd een vakantiehuisje in Friesland. Op het Friese water heb ik leren zeilen. Mijn ouders probeerden de liefde voor de sport op mij en mijn zus Carolien over te brengen, maar hebben ons nooit gepusht om wedstrijden te zeilen. Dat wilden wij zelf; heen en weer varen op de plas vonden we maar saai. Mijn zus en ik zijn toen in de 29er gestapt, de kleinere versie van de boot waarin we nu zeilen. We zijn trainingen gaan volgen en het werd al snel een uit de hand gelopen hobby. Ineens deden we mee aan EK’s en WK’s.” Container Met Annemiek Bekkering vormde Annette acht jaar lang een duo in de 49erFX-klasse. Ze namen deel aan de Olympische Spelen in 2016 in Rio, waar ze als zevende eindigden. In 2018 en 2019 werden ze wereldkampioen, en op de Spelen in 2021 in Tokio veroverden ze brons. In dat jaar werd juist Odile met Elise de Ruijter wereldkampioen. Odile: “Toch had ik het moeilijk in dat jaar. Ik had zo graag ook in Tokio gestaan en tegen die anderen gestreden. Tegelijkertijd geeft het me nu extra veel vuur: dat gaat me niet weer gebeuren.” Na de Spelen in Tokio stopte Annemiek Bekkering met zeilen en bleef Annette alleen achter. Odile zag haar kans schoon. “Lang durfde ik niet na te denken over de mogelijkheid om met Annette in een boot te stappen, zij was iemand van het andere team. Maar voor de Spelen al waren er veel mensen die tegen mij zeiden: ‘Annette gaat vast met jou varen.’ Binnen het Watersportverbond hadden ze dat ook al bedacht, maar wij hadden er zelf nog helemaal niet over nagedacht. Met Elise was ik wereldkampioen geworden, met haar zeilde ik ook heel goed.” Annette: “Na de Spelen wilde ik er juist even tussenuit, mijn hoofd leegmaken.” Odile: “Ik heb uiteindelijk het eerste telefoontje gepleegd. Ik vroeg of je koffie wilde drinken.” Annette: “Vanaf dat moment zat het ook in mijn hoofd. Annemiek wilde niet verder, ik wel. Jij was de perfecte keuze. Je bent een heel goede zeilster en ik vond je toen al een leuke meid.” Odile: “Het was moeilijk om afscheid te nemen van Elise. Uiteindelijk moest ik bepalen met wie ik de beste kansen had. Annette heeft zoveel ervaring. Ik zat met buikpijn tegenover Elise in een café, met trillende stem vertelde ik het haar. Gelukkig pakte ze het goed op.” Hun eerste wedstrijd samen zeilden Odile en Annette op Mallorca in april vorig jaar. Annette: “Het klikte meteen tussen ons. Voor de afsluitende medalrace was het goud al binnen.” Odile: “Na afloop zouden we beslissen of we met elkaar verder wilden. We gingen naar een cafeetje en zeiden daar officieel ‘ja’ tegen elkaar.” Annette: “Het was een mooi moment. Ik wist al dat jij heel talentvol was, maar dan is het nog maar afwachten of het in de boot klikt en of we complementair aan elkaar zijn. Het beviel goed. Jij pakte in de boot meteen de regie, kon moeilijke beslissingen ook alleen maken.” Odile: “Los van elkaar zijn wij heel goede zeilsters. Het hielp ook dat we wisten dat we niet veel tijd hadden: we hadden op dat moment nog maar tweeënhalf jaar tot de Spelen in Parijs. We waren enorm gefocust en alles wat minder belangrijk was, lieten we meteen los. Met onze coach Kaj Böcker stelden we een prioriteitenlijst op, en introduceerden we onze vier S’en, de vier punten waarvan wij denken dat we er een kampioenschap mee winnen. De start van de wedstrijd, strategie, snelheid en smile. Want het moet wel leuk blijven.” Indian Matchmaking In juli vorig jaar werden Odile en Annette Europees kampioen in het Deense Aarhus en in september wereldkampioen in Halifax, Canada. Odile: “We hadden het niet zien aankomen. Voor het WK hadden we een lastige voorbereiding omdat de container met onze boot niet was aangekomen. We hadden een boot geleend van de Amerikanen. Dat maakte ons onzeker. Pas twee dagen voor de start van het WK kwam onze eigen boot aan. Net op tijd wisten we een goed gevoel te krijgen.” Annette: “Tijdens het EK waren onze starts nog heel slecht, maar we hadden fenomenale inhaalraces. Tijdens het WK gingen onze starts juist heel goed en waren we onoverwinnelijk. En hoewel het resultaat fantastisch was, voelde het niet zo, omdat er nog steeds veel dingen waren die verbeterd konden en kunnen worden.” Odile: “We moeten nog beter worden met licht weer. Met weinig wind kunnen we ons niet uitstrekken buiten de boot, maar moeten we samen heel rustig op de boot bewegen en elkaar goed aanvoelen. Wanneer beweegt de een en wanneer de ander; dat moet synchroon lopen. Ook onze starts kunnen nog altijd beter.” Annette: “Onze pieken zijn heel hoog, maar onze dalen ook nog.” Odile: “Of het weleens botst tussen ons? Op de wal nooit. We vinden dezelfde dingen leuk: koffiedrinken, boulderen, boeken lezen... We zijn echt vriendinnen geworden. In de boot hebben wij het weleens moeilijk. Meestal gaat dat dan over onze snelheid. Dan is de een heel hard aan het werk om de boot harder te laten gaan en de ander ook, maar dan werken we elkaar net tegen.” Annette: “We kunnen nog beter met elkaar communiceren.” Odile: “Ik ben heel open. Als er met mij iets is, dan deel ik dat meteen met jou. Dan vind ik het ook vrij makkelijk om te zeggen op welke manier ik graag geholpen wil worden.” Annette: “Ik denk sneller: ik los het zelf wel even op. Daarin kunnen we veel van elkaar leren.” Odile, lachend: “We voelen ons nog net geen getrouwd stel, maar het is makkelijker om sommige dingen met jou te bespreken dan met mijn eigen vriend. We begrijpen elkaar heel goed. Een groot deel van de dag leven we ook samen.” Odiles vriend is de 24-jarige Bart Lambriex, die, tegelijkertijd met Odile en Annette, in Canada wereldkampioen werd met Floris van de Werken in de 49er-klasse. Odile: “Het is bijzonder dat we allebei in dezelfde periode succes hebben. Dat is ook weleens anders geweest. Toen ik de kwalificatie van de Spelen misliep, ging het met Bart juist heel goed. Hij ging wel naar de Spelen in Tokio en werd daar zevende. We hadden in het verleden geregeld momenten dat de een de ander aan het supporten was. Nu zijn we allebei aan het pieken.” Annette: “We hebben allebei onze eigen trainingsgroep, maar we trainen geregeld op dezelfde locatie. Als we ergens mee zitten op zeilgebied, zijn zij de eersten die ons helpen.” Odile: “We slapen meestal ook in hetzelfde huis als we in het buitenland zijn.” Annette: “We zijn allemaal goede vrienden van elkaar, het is niet raar dat Odile en Bart ook een stel zijn. Floris en ik voe- len ons geen third wheel, of zo." Odile: “In Canada hielpen we elkaar ook aan de overwinning. Na afloop van een wedstrijddag discussieerden we nog over de wind en hoe we gingen chillen. We keken de serie Indian Matchmaking.” Annette, lachend: “Alhoewel de jongens dat niet echt leuk vonden.” Ook coach Kaj is altijd aanwezig. Het toeval wil dat hij weer de vriend is van Annettes voormalige zeilpartner Annemiek Bekkering. Odile: “Onze boot heet Pien, vernoemd naar hun dochter die vorig jaar geboren werd.” Annette: “Dat hebben we gedaan omdat Kaj zo weinig erkenning kreeg. Hij was nooit de hoofdcoach, maar trainde altijd de talenten. Hij verdient ook die erkenning. Kaj betekent veel voor ons.” Odile: “Jouw vriend Luc is ook enorm betrokken. Hij is onze social mediamanager. Luc fietst graag, en neemt ons vaak mee op een fietstour. Hij is dus ook onze fietstrainer. Het voelt als één grote familie, we doen het echt met zijn allen.” Inmiddels krijgen Odile en Annette, als regerend wereldkampioenen, ook iets meer media-aandacht. Annette: “Dat is leuk, hoor, maar daar doen we het niet voor. We doen het omdat we de sport heel leuk vinden.” Helaas is de zeilsport nog altijd geen vetpot voor hen. Er zijn sponsors en ze komen rond, maar grote verdiensten zijn er niet. Annette: “Als je soms prijzengelden hoort van andere sporten... Ja, dat zouden wij soms ook graag willen.” Odile, lachend: “Mijn omgeving is er vooral boos over. Mijn zus werkt in de financiële wereld, zij zegt altijd: ‘Als ik zie hoe hard je werkt en hoe succesvol je bent, dan staat dat in schril contrast met de mannen in de wereld waarin ik werk.’ Soms beaam ik dat dan, maar ik weet ook: het heeft toch geen zin. Maar het is wel leuk om af en toe wat erkenning te krijgen.” Wachtrij De winter stond in het teken van het afstuderen van Annette, trainen en verbeteren. Maar er waren ook tegenslagen. “Na het WK wilde ik mijn studie technische natuurkunde afronden. Ik heb onderzoek gedaan naar windmodellen in Marseille, de plek waar voor ons de Spelen worden gehouden volgend jaar, en hoe je die het beste voor het zeilen kunt gebruiken. Alle weerkaarten heb ik bestudeerd. Heel handig.” Odile, lachend: “Ik hoef me over het weer geen zorgen te maken in Marseille, Annette is onze weervrouw.” Annette: “Al die kennis helpt natuurlijk, al moeten we toch op het moment zelf beslissen hoe we met het weer en de wind omgaan.” Odile: “Na jouw afstuderen zijn we naar Oman gegaan om te trainen. Toen ging alles nog goed, maar tijdens het volgende trainingskamp in Portugal kreeg ik covid. Ik was er altijd vrij nuchter over, totdat ik er deze zomer achter kwam dat ik astma heb. Vorig jaar moest ik al veel kuchen, en ik snapte niet waar dat door kwam. Het bleek astma te zijn, dat kun je blijkbaar op latere leeftijd ontwikkelen. Mijn longen moesten best lang herstellen.” Annette: “Toen jij ziek was, was ik veel aan het wielrennen. Tijdens een training gleed ik knullig onderuit. Ik had last van mijn nek en dat ging maar niet over. Uiteindelijk bleek dat mijn ruggengraat scheef stond. Dat heeft ook een tijd geduurd. Zeilen is een belastende sport voor je rug, die moet echt sterk zijn. Ik heb er drie maanden last van gehad.” Inmiddels zijn Odile en Annette back on track. Op het eerste evenement van het jaar, op Mallorca, wonnen ze zilver. De tweede wereldbeker, in Hyères, wonnen ze met overmacht. Annette: “Het Braziliaanse team is een grote concurrent van ons, zij zijn tweevoudig olympisch kampioen en varen al twaalf jaar samen. Zweden en Spanje zijn ook kanshebbers, dat zijn teams die goed zijn met harde wind. Wij zijn allround, dat is onze kracht.” Odile: “We zitten in een trainingsgroepje met de Zweedse meiden, de nummer twee van het WK van vorig jaar, een Pools team, de nummer vier, en een Noors team dat heel goed is met weinig wind. We hebben zoveel variatie dat we altijd worden uitgedaagd in trainingen.” De verwachtingen zijn hoog. Annette en Odile zijn immers regerend Europees- en wereldkampioen. Het WK dat deze zomer in Scheveningen wordt gehouden, is een mooie test. Annette: “Iedereen denkt: jullie hebben thuisvoordeel, maar we trainen hier bijna nooit. De omstandigheden zijn zo anders dan de plek waar de Spelen gehouden worden.” Na het WK in Scheveningen staat echt alles in het teken van de Spelen. Voor Annette, die al olympisch brons op zak heeft, wordt het haar derde deelname, voor Odile haar eerste. Odile: “Ik wil racen met die olympische ringen in mijn zeil, ervaren wat die druk van zo’n groot toernooi met mij doet en dan goed presteren. Ik krijg al kriebels als ik eraan denk.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Odile van Aanholt en Annette Duetz komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67!
Odile van Aanholt (25) en Annette Duetz (29) zeilen pas een jaar samen in de olympische 49erFX-klasse. Ze werden in dat jaar meteen Europees- en wereldkampioen. In aanloop naar het WK zeilen in Scheveningen (10 t/m 20 augustus) gingen we bij hen op bezoek. Met een gebruinde huid en een grote lach op het gezicht komen zeilsters Odile van Aanholt (stuurvrouw) en Annette Duetz (haar bemanning) aan op de locatie van de shoot. Tussen trainingskampen en wereldbekerwedstrijden door zijn ze een weekje thuis. “Wij zijn nog niet eens de helft van het jaar in Nederland,” vertelt Annette. [caption id="attachment_19829" align="alignnone" width="2560"] Annette Duetz[/caption] Zeilen is de leukste sport die er is Odile vult aan: “In de winter zijn we veel op trainingskamp. En voor een belangrijke wedstrijd zijn we een week van tevoren op de locatie om ons voor te bereiden; om gewend te raken aan het water en zeker te weten dat we ons materiaal op orde hebben.” Odile en Annette zijn dus bijna altijd op het water te vinden en reizen van de ene mooie locatie naar de andere. Of het beeld dat de buitenwereld van zeilers en surfers heeft, van living the dream, ook klopt? Odile, lachend: “Best wel. Meerdere keren per dag heb ik geluksmomentjes.” Annette: “Zeilen is de leukste sport die er is. We zijn altijd buiten en op mooie plekken. Een droomleven. Natuurlijk zijn we ook hard aan het werk. Per dag zijn we minimaal drie uur op het water en daarnaast doen we dan nog een fysieke training. Kracht- of conditietraining, maar wij vinden het ook leuk om te boulderen of een potje padel te spelen.” Odile: “We trainen meestal zo’n vijf dagen achter elkaar en dan hebben we een rustdag. Het klaarmaken van de boot en het verzorgen van ons materiaal neemt ook veel tijd in beslag.” Annette: “Het onderhoud aan het materiaal doen wij zelf en de logistiek ook. Vorige week moest onze boot van Mallorca naar Hyères in Frankrijk. Bij kleine afstanden rijden we zelf, maar meestal is er een vrijwilliger die onze spullen naar een andere locatie brengt.” Odile: “De puzzel van wat waarnaartoe moet en wanneer, maken wij zelf. En als er bijvoorbeeld een dure veerboot moet worden geboekt, dan laten we dat over aan de teammanager van het Watersportverbond.” [caption id="attachment_19830" align="alignnone" width="2560"] Odile van Aanholt[/caption] Annette: “De grote lijnen stippelen we van tevoren uit. We maken een jaarplanning waarin staat aan welke wedstrijden we meedoen en waar we naartoe willen op trainingskamp. Zo moeten we, als we op lichte wind willen trainen, ook naar een gebied waar de kans groot is dat het weinig waait. Maar de concrete invulling houden we vaak nog open. Soms is iemand net wat minder fit of besluiten we dat we ergens een paar dagen langer willen blijven. Vliegtickets boeken we pas kort van tevoren.” Odile: “Dan komt het dus weleens voordat je in de taxi naar Schiphol zit en je je boekingsbevestiging niet kunt vinden. Dan blijkt ineens dat je nog niet hebt geboekt...” Annette, lachend: “Dat heb jij al twee keer gehad, toch?” Olympische Vlag Odile wijst naar een kettinkje dat ze omheeft. Het bedeltje heeft de vorm van het Caribische eiland Curaçao. Als jongste van vier kinderen groeide ze er op, tot haar twaalfde. “Zo is Curaçao altijd bij me. Mijn ouders wonen er nog steeds. Nederland voelt voor mij inmiddels ook als thuis, maar Curaçao voelt toch anders. Ik heb er geen Google Maps nodig, ik ken het eiland op mijn duimpje.” Odile komt uit een zeilfamilie. Vader Cor nam deel aan de Olympische Spelen in 2000, zus Philipine deed in 2012 en 2016 als zeilster mee aan de Spelen. Haar broers Ard en Just zeilen ook; Just is net als Odile met een olympische campagne bezig, onder de vlag van Aruba. Odile: “Mijn moeder zat in de paardensport, zij was een beetje het buitenbeentje, maar kan inmiddels ook goed zeilen.” Ze vervolgt: “Als baby zat ik al bij mijn vader in de boot en op mijn vierde ging ik voor het eerst op zeilles. Ik ben de eerste wereldkampioen in een olympische klasse van de familie. Dat voelt een beetje gek, omdat ik de jongste ben. Mijn zus en broer zijn weer heel goed in andere dingen. Zij hebben een heel sociaal leven en mooie bachelors- en masterdiploma’s. Mijn ouders zijn zo lief dat ze mij een cadeautje geven als ik Europees- of wereldkampioen ben geworden. ‘Dit is jouw bachelorsdiploma,’ zeggen ze dan.” Op haar twaalfde ging Odile naar de middelbare school in Nederland. “Dat was een LOOT-school. Ik zat toen al veel in het buitenland voor het zeilen. Mijn vader of moeder was bij mij in Nederland, ik verbleef ook vaak bij mijn opa en oma. Mijn ouders hebben nu een ‘familiehuis’ in Naarden, daar komen we samen als we in Nederland zijn.Tijdens de coronapandemie hebben we elkaar daar veel gezien. We kookten samen, deden spelletjes, net als vroeger.” Tot 2010 was het mogelijk om als sporter uit Curaçao voor de Nederlandse Antillen uit te komen. Toen de Antillen ophielden te bestaan, heeft Curaçao geprobeerd een olympische vlag te krijgen, maar dat werd afgewezen. Aruba had er al eerder een gekregen. “Als atleet kon ik kiezen: Aruba of Nederland. Veel sporters kozen ervoor om voor Aruba uit te komen, dat lag ook dichter bij mijn hart. Maar als ik voor Nederland uit zou komen, had ik de meeste kans om de beste zeilster te worden.” Per land mag er in de zeilsport maar één team of individu per klasse deelnemen aan de Spelen en dat heeft Odile ervaren. “Ik koos bewust voor heel pittige concurrentie.” De kwalificatie voor de Spelen in Tokio in 2021 verloor Odile, samen met haar voormalig zeilpartner Marieke Jongens, op een haar na van voormalig zeilster Annemiek Bekkering en haar huidige zeilmaatje Annette. “De concurrentiestrijd tussen ons was heel lang leuk, we maakten elkaar beter, maar de laatste paar maanden kozen we onze eigen weg. Uiteindelijk wonnen jullie de selectie omdat jullie simpelweg beter waren. Ik was de underdog, moest nog leren. Pijnlijk voor ons, maar het was de realiteit. Als ik voor Aruba was uitgekomen, had ik wel naar Tokio kunnen gaan. Maar ik weet ook dat ik veel verder ben als sporter dan wanneer ik voor Aruba had gekozen.” Ook Annette is het zeilen met de paplepel ingegoten. Haar ouders, Hans Duetz en Marion Bultman, waren allebei topzeilers, haar moeder schopte het tot de Spelen van 1988 in Zuid-Korea. “Wij hadden in mijn jeugd een vakantiehuisje in Friesland. Op het Friese water heb ik leren zeilen. Mijn ouders probeerden de liefde voor de sport op mij en mijn zus Carolien over te brengen, maar hebben ons nooit gepusht om wedstrijden te zeilen. Dat wilden wij zelf; heen en weer varen op de plas vonden we maar saai. Mijn zus en ik zijn toen in de 29er gestapt, de kleinere versie van de boot waarin we nu zeilen. We zijn trainingen gaan volgen en het werd al snel een uit de hand gelopen hobby. Ineens deden we mee aan EK’s en WK’s.” Container Met Annemiek Bekkering vormde Annette acht jaar lang een duo in de 49erFX-klasse. Ze namen deel aan de Olympische Spelen in 2016 in Rio, waar ze als zevende eindigden. In 2018 en 2019 werden ze wereldkampioen, en op de Spelen in 2021 in Tokio veroverden ze brons. In dat jaar werd juist Odile met Elise de Ruijter wereldkampioen. Odile: “Toch had ik het moeilijk in dat jaar. Ik had zo graag ook in Tokio gestaan en tegen die anderen gestreden. Tegelijkertijd geeft het me nu extra veel vuur: dat gaat me niet weer gebeuren.” Na de Spelen in Tokio stopte Annemiek Bekkering met zeilen en bleef Annette alleen achter. Odile zag haar kans schoon. “Lang durfde ik niet na te denken over de mogelijkheid om met Annette in een boot te stappen, zij was iemand van het andere team. Maar voor de Spelen al waren er veel mensen die tegen mij zeiden: ‘Annette gaat vast met jou varen.’ Binnen het Watersportverbond hadden ze dat ook al bedacht, maar wij hadden er zelf nog helemaal niet over nagedacht. Met Elise was ik wereldkampioen geworden, met haar zeilde ik ook heel goed.” Annette: “Na de Spelen wilde ik er juist even tussenuit, mijn hoofd leegmaken.” Odile: “Ik heb uiteindelijk het eerste telefoontje gepleegd. Ik vroeg of je koffie wilde drinken.” Annette: “Vanaf dat moment zat het ook in mijn hoofd. Annemiek wilde niet verder, ik wel. Jij was de perfecte keuze. Je bent een heel goede zeilster en ik vond je toen al een leuke meid.” Odile: “Het was moeilijk om afscheid te nemen van Elise. Uiteindelijk moest ik bepalen met wie ik de beste kansen had. Annette heeft zoveel ervaring. Ik zat met buikpijn tegenover Elise in een café, met trillende stem vertelde ik het haar. Gelukkig pakte ze het goed op.” Hun eerste wedstrijd samen zeilden Odile en Annette op Mallorca in april vorig jaar. Annette: “Het klikte meteen tussen ons. Voor de afsluitende medalrace was het goud al binnen.” Odile: “Na afloop zouden we beslissen of we met elkaar verder wilden. We gingen naar een cafeetje en zeiden daar officieel ‘ja’ tegen elkaar.” Annette: “Het was een mooi moment. Ik wist al dat jij heel talentvol was, maar dan is het nog maar afwachten of het in de boot klikt en of we complementair aan elkaar zijn. Het beviel goed. Jij pakte in de boot meteen de regie, kon moeilijke beslissingen ook alleen maken.” Odile: “Los van elkaar zijn wij heel goede zeilsters. Het hielp ook dat we wisten dat we niet veel tijd hadden: we hadden op dat moment nog maar tweeënhalf jaar tot de Spelen in Parijs. We waren enorm gefocust en alles wat minder belangrijk was, lieten we meteen los. Met onze coach Kaj Böcker stelden we een prioriteitenlijst op, en introduceerden we onze vier S’en, de vier punten waarvan wij denken dat we er een kampioenschap mee winnen. De start van de wedstrijd, strategie, snelheid en smile. Want het moet wel leuk blijven.” Indian Matchmaking In juli vorig jaar werden Odile en Annette Europees kampioen in het Deense Aarhus en in september wereldkampioen in Halifax, Canada. Odile: “We hadden het niet zien aankomen. Voor het WK hadden we een lastige voorbereiding omdat de container met onze boot niet was aangekomen. We hadden een boot geleend van de Amerikanen. Dat maakte ons onzeker. Pas twee dagen voor de start van het WK kwam onze eigen boot aan. Net op tijd wisten we een goed gevoel te krijgen.” Annette: “Tijdens het EK waren onze starts nog heel slecht, maar we hadden fenomenale inhaalraces. Tijdens het WK gingen onze starts juist heel goed en waren we onoverwinnelijk. En hoewel het resultaat fantastisch was, voelde het niet zo, omdat er nog steeds veel dingen waren die verbeterd konden en kunnen worden.” Odile: “We moeten nog beter worden met licht weer. Met weinig wind kunnen we ons niet uitstrekken buiten de boot, maar moeten we samen heel rustig op de boot bewegen en elkaar goed aanvoelen. Wanneer beweegt de een en wanneer de ander; dat moet synchroon lopen. Ook onze starts kunnen nog altijd beter.” Annette: “Onze pieken zijn heel hoog, maar onze dalen ook nog.” Odile: “Of het weleens botst tussen ons? Op de wal nooit. We vinden dezelfde dingen leuk: koffiedrinken, boulderen, boeken lezen... We zijn echt vriendinnen geworden. In de boot hebben wij het weleens moeilijk. Meestal gaat dat dan over onze snelheid. Dan is de een heel hard aan het werk om de boot harder te laten gaan en de ander ook, maar dan werken we elkaar net tegen.” Annette: “We kunnen nog beter met elkaar communiceren.” Odile: “Ik ben heel open. Als er met mij iets is, dan deel ik dat meteen met jou. Dan vind ik het ook vrij makkelijk om te zeggen op welke manier ik graag geholpen wil worden.” Annette: “Ik denk sneller: ik los het zelf wel even op. Daarin kunnen we veel van elkaar leren.” Odile, lachend: “We voelen ons nog net geen getrouwd stel, maar het is makkelijker om sommige dingen met jou te bespreken dan met mijn eigen vriend. We begrijpen elkaar heel goed. Een groot deel van de dag leven we ook samen.” Odiles vriend is de 24-jarige Bart Lambriex, die, tegelijkertijd met Odile en Annette, in Canada wereldkampioen werd met Floris van de Werken in de 49er-klasse. Odile: “Het is bijzonder dat we allebei in dezelfde periode succes hebben. Dat is ook weleens anders geweest. Toen ik de kwalificatie van de Spelen misliep, ging het met Bart juist heel goed. Hij ging wel naar de Spelen in Tokio en werd daar zevende. We hadden in het verleden geregeld momenten dat de een de ander aan het supporten was. Nu zijn we allebei aan het pieken.” Annette: “We hebben allebei onze eigen trainingsgroep, maar we trainen geregeld op dezelfde locatie. Als we ergens mee zitten op zeilgebied, zijn zij de eersten die ons helpen.” Odile: “We slapen meestal ook in hetzelfde huis als we in het buitenland zijn.” Annette: “We zijn allemaal goede vrienden van elkaar, het is niet raar dat Odile en Bart ook een stel zijn. Floris en ik voe- len ons geen third wheel, of zo." Odile: “In Canada hielpen we elkaar ook aan de overwinning. Na afloop van een wedstrijddag discussieerden we nog over de wind en hoe we gingen chillen. We keken de serie Indian Matchmaking.” Annette, lachend: “Alhoewel de jongens dat niet echt leuk vonden.” Ook coach Kaj is altijd aanwezig. Het toeval wil dat hij weer de vriend is van Annettes voormalige zeilpartner Annemiek Bekkering. Odile: “Onze boot heet Pien, vernoemd naar hun dochter die vorig jaar geboren werd.” Annette: “Dat hebben we gedaan omdat Kaj zo weinig erkenning kreeg. Hij was nooit de hoofdcoach, maar trainde altijd de talenten. Hij verdient ook die erkenning. Kaj betekent veel voor ons.” Odile: “Jouw vriend Luc is ook enorm betrokken. Hij is onze social mediamanager. Luc fietst graag, en neemt ons vaak mee op een fietstour. Hij is dus ook onze fietstrainer. Het voelt als één grote familie, we doen het echt met zijn allen.” Inmiddels krijgen Odile en Annette, als regerend wereldkampioenen, ook iets meer media-aandacht. Annette: “Dat is leuk, hoor, maar daar doen we het niet voor. We doen het omdat we de sport heel leuk vinden.” Helaas is de zeilsport nog altijd geen vetpot voor hen. Er zijn sponsors en ze komen rond, maar grote verdiensten zijn er niet. Annette: “Als je soms prijzengelden hoort van andere sporten... Ja, dat zouden wij soms ook graag willen.” Odile, lachend: “Mijn omgeving is er vooral boos over. Mijn zus werkt in de financiële wereld, zij zegt altijd: ‘Als ik zie hoe hard je werkt en hoe succesvol je bent, dan staat dat in schril contrast met de mannen in de wereld waarin ik werk.’ Soms beaam ik dat dan, maar ik weet ook: het heeft toch geen zin. Maar het is wel leuk om af en toe wat erkenning te krijgen.” Wachtrij De winter stond in het teken van het afstuderen van Annette, trainen en verbeteren. Maar er waren ook tegenslagen. “Na het WK wilde ik mijn studie technische natuurkunde afronden. Ik heb onderzoek gedaan naar windmodellen in Marseille, de plek waar voor ons de Spelen worden gehouden volgend jaar, en hoe je die het beste voor het zeilen kunt gebruiken. Alle weerkaarten heb ik bestudeerd. Heel handig.” Odile, lachend: “Ik hoef me over het weer geen zorgen te maken in Marseille, Annette is onze weervrouw.” Annette: “Al die kennis helpt natuurlijk, al moeten we toch op het moment zelf beslissen hoe we met het weer en de wind omgaan.” Odile: “Na jouw afstuderen zijn we naar Oman gegaan om te trainen. Toen ging alles nog goed, maar tijdens het volgende trainingskamp in Portugal kreeg ik covid. Ik was er altijd vrij nuchter over, totdat ik er deze zomer achter kwam dat ik astma heb. Vorig jaar moest ik al veel kuchen, en ik snapte niet waar dat door kwam. Het bleek astma te zijn, dat kun je blijkbaar op latere leeftijd ontwikkelen. Mijn longen moesten best lang herstellen.” Annette: “Toen jij ziek was, was ik veel aan het wielrennen. Tijdens een training gleed ik knullig onderuit. Ik had last van mijn nek en dat ging maar niet over. Uiteindelijk bleek dat mijn ruggengraat scheef stond. Dat heeft ook een tijd geduurd. Zeilen is een belastende sport voor je rug, die moet echt sterk zijn. Ik heb er drie maanden last van gehad.” Inmiddels zijn Odile en Annette back on track. Op het eerste evenement van het jaar, op Mallorca, wonnen ze zilver. De tweede wereldbeker, in Hyères, wonnen ze met overmacht. Annette: “Het Braziliaanse team is een grote concurrent van ons, zij zijn tweevoudig olympisch kampioen en varen al twaalf jaar samen. Zweden en Spanje zijn ook kanshebbers, dat zijn teams die goed zijn met harde wind. Wij zijn allround, dat is onze kracht.” Odile: “We zitten in een trainingsgroepje met de Zweedse meiden, de nummer twee van het WK van vorig jaar, een Pools team, de nummer vier, en een Noors team dat heel goed is met weinig wind. We hebben zoveel variatie dat we altijd worden uitgedaagd in trainingen.” De verwachtingen zijn hoog. Annette en Odile zijn immers regerend Europees- en wereldkampioen. Het WK dat deze zomer in Scheveningen wordt gehouden, is een mooie test. Annette: “Iedereen denkt: jullie hebben thuisvoordeel, maar we trainen hier bijna nooit. De omstandigheden zijn zo anders dan de plek waar de Spelen gehouden worden.” Na het WK in Scheveningen staat echt alles in het teken van de Spelen. Voor Annette, die al olympisch brons op zak heeft, wordt het haar derde deelname, voor Odile haar eerste. Odile: “Ik wil racen met die olympische ringen in mijn zeil, ervaren wat die druk van zo’n groot toernooi met mij doet en dan goed presteren. Ik krijg al kriebels als ik eraan denk.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Odile van Aanholt en Annette Duetz komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67!