Word abonnee
Meer

Schaatsen

Angel Daleman – Sportvrouw met vleugels

Angel Daleman is shorttracker én langebaanschaatsster, won als junior al meerdere wereldtitels en herschrijft de recordboeken. Uit handen van haar voorbeeld en mentor Ireen Wüst kreeg het zeventienjarige multitalent in december de award die hoort bij de titel Talent van het Jaar. Voor Helden Magazine nummer 75 gingen we langs bij de alleskunner. Angel: “Ik stap van het ene in het andere warme bad.” Angel Daleman Jouw vader en moeder hebben jou op 25 maart 2007 Angel genoemd. Ben jij zo’n engel? “Mijn vader en moeder hebben mij Angel genoemd door het nummer Angels van Robbie Williams. Ik heb een zes jaar oudere zus, Luna, en een drie jaar oudere broer, Jayden en ze vonden het wel toepasselijk om mij als jongste Angel te noemen. Toen ik heel jong was, was ik niet bepaald een engeltje, eerder een terrorkind. Ik wilde altijd mijn zin hebben. Mijn broer en zus waren zelfs een beetje bang voor mij, want als het niet ging zoals ik wilde, begon ik keihard te gillen.” Lachend: “Ze hadden zich vooraf zoveel voorgesteld van een zusje. Mijn zus dacht: ik heb straks een levende Baby Born Pop. Mijn broer leek het ook leuk om niet alleen een oudere, maar ook een jongere zus te hebben. Toen ik negen maanden was, liep ik al. En het werd toen snel minder leuk voor hen dat ik deel uitmaakte van het gezin. Als ik met mijn zus naast mijn moeder liep, dan moest en zou ik in het midden, want het was míjn mama. Mijn broer en zus konden mij af en toe wel achter het behang plakken.” Hoe is jullie band nu? “Heel goed. Ze vinden het leuk om samen met mijn ouders te komen kijken. Zeker als ik in Thialf moet rijden, zijn ze erbij. Maar denk nou niet dat ze me ineens als een of andere prinses behandelen. Thuis ben ik gewoon de jongste en heb ik niet zoveel te vertellen.” Jouw moeder Bellina en vader Emile hebben tatoeages. Jij hebt er op je zeventiende ook meerdere. Is dat een ‘Dalemanhandelsmerk’? “Mijn ouders, tantes, zus; iedereen had tatoeages en ik wilde dat ook graag. Ik heb er nu negen en achter bijna alle tatoeages die ik heb, zit een verhaal. Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m’n veertiende; een roos, die ik in mijn zij heb laten zetten. Op het takje van de bloem staat ‘Brave’ getatoeëerd. Die eerste tatoeage is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: ‘Moet dat nou, kind?’ Achteraf vond ze het heel leuk. 'Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m'n veertiende. Die eerste is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: 'Moet dat nou, kind?" Later heb ik ook een tatoeage met de tekst ‘Family’ laten zetten, omdat mijn familie alles voor me betekent. Ik heb een hartje op mijn linker pink laten zetten, net als mijn zus en tantes Melanie en Maureen de Lange. Op mijn ruggengraat heb ik een tatoeage laten zetten met de tekst ‘She flies by her own wings’. Dat vond ik een toepasselijke tattoo omdat ik Angel heet. Ik heb ook nog een tatoeage met ‘Live your dream’. Ik heb op dit moment nog geen tatoeage die puur gerelateerd is aan de sport. Mijn tantes Melanie en Maureen, de tweelingzussen van mijn moeder die als shorttrackers ooit naar de Spelen gingen, willen samen met mij nog een tattoo van de olympische ringen laten zetten. Mijn tantes zeiden: ‘Als jij erin slaagt om je te kwalificeren voor de Spelen, dan gaan we alle drie die tatoeage laten zetten.’ Het zou mooi zijn als dat volgend jaar al kan.” [caption id="attachment_20744" align="aligncenter" width="2560"] Angel Daleman[/caption] SCHAATSVIRUS Het schaatsvirus zit in de familie. Melanie en Maureen de Lange deden mee aan de Winterspelen van Nagano, in 1998, en jouw opa John de Lange reed in 1985, 1986 en 1997 de Elfstedentocht. “Thuis ging het vaak over Melanie en Maureen. Pas veel later werd het mij duidelijk dat opa mee had gedaan aan de Elfstedentocht. Mijn opa was voorzitter van de skeelerbaan in Leiderdorp. In de winter werd die onder water gezet voor het geval het zou gaan vriezen. Ik was twee toen ik met de hele familie op het ijs te vinden was op schaatsjes met dubbele ijzers. Ik had het virus meteen te pakken, ging al snel op skeelers door de huiskamer. Mijn opa was lange tijd mijn trainer, begeleidde mij en mijn zus, die toen ook nog schaatste, tot m’n twaalfde. Opa zag dat ik talent had, maar hij liet dat niet erg blijken, vond het belangrijk dat ik met beide benen op de grond bleef staan. Toen skeeleren, schaatsen en shorttracken steeds serieuzer werden, begonnen Melanie en Maureen hun ervaringen met mij te delen. Ze gaven mij adviezen. Als ik het even niet meer weet, klop ik nog steeds bij hen aan om te vragen of ze nog tips hebben. Mijn tantes komen ook vaak kijken. Grappig dat ze op de tribune ook de familie Velzeboer tegenkomen. Maureen en Melanie kennen natuurlijk Monique, Simone en Marc Velzeboer nog uit de tijd dat ze zelf op het ijs stonden. En nu nemen Xandra en Michelle Velzeboer en ik het stokje over.” Wanneer realiseerde jij je voor het eerst: ik ben beter dan veel van mijn leeftijdgenoten? “Ik won op jonge leeftijd al vaak, maar het besef kwam echt toen ik bij het KTT, het talententeam shorttrack, mocht aansluiten. Normaal gesproken mocht dat vanaf je veertiende of vijftiende en ik was twaalf. Toen ik niet veel later ook nog eens wedstrijden begon te winnen in een hogere leeftijdscategorie, wist ik helemaal dat het heel goed ging.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Angel Daleman komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard meer aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Angel Daleman is shorttracker én langebaanschaatsster, won als junior al meerdere wereldtitels en herschrijft de recordboeken. Uit handen van haar voorbeeld en mentor Ireen Wüst kreeg het zeventienjarige multitalent in december de award die hoort bij de titel Talent van het Jaar. Voor Helden Magazine nummer 75 gingen we langs bij de alleskunner. Angel: “Ik stap van het ene in het andere warme bad.” Angel Daleman Jouw vader en moeder hebben jou op 25 maart 2007 Angel genoemd. Ben jij zo’n engel? “Mijn vader en moeder hebben mij Angel genoemd door het nummer Angels van Robbie Williams. Ik heb een zes jaar oudere zus, Luna, en een drie jaar oudere broer, Jayden en ze vonden het wel toepasselijk om mij als jongste Angel te noemen. Toen ik heel jong was, was ik niet bepaald een engeltje, eerder een terrorkind. Ik wilde altijd mijn zin hebben. Mijn broer en zus waren zelfs een beetje bang voor mij, want als het niet ging zoals ik wilde, begon ik keihard te gillen.” Lachend: “Ze hadden zich vooraf zoveel voorgesteld van een zusje. Mijn zus dacht: ik heb straks een levende Baby Born Pop. Mijn broer leek het ook leuk om niet alleen een oudere, maar ook een jongere zus te hebben. Toen ik negen maanden was, liep ik al. En het werd toen snel minder leuk voor hen dat ik deel uitmaakte van het gezin. Als ik met mijn zus naast mijn moeder liep, dan moest en zou ik in het midden, want het was míjn mama. Mijn broer en zus konden mij af en toe wel achter het behang plakken.” Hoe is jullie band nu? “Heel goed. Ze vinden het leuk om samen met mijn ouders te komen kijken. Zeker als ik in Thialf moet rijden, zijn ze erbij. Maar denk nou niet dat ze me ineens als een of andere prinses behandelen. Thuis ben ik gewoon de jongste en heb ik niet zoveel te vertellen.” Jouw moeder Bellina en vader Emile hebben tatoeages. Jij hebt er op je zeventiende ook meerdere. Is dat een ‘Dalemanhandelsmerk’? “Mijn ouders, tantes, zus; iedereen had tatoeages en ik wilde dat ook graag. Ik heb er nu negen en achter bijna alle tatoeages die ik heb, zit een verhaal. Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m’n veertiende; een roos, die ik in mijn zij heb laten zetten. Op het takje van de bloem staat ‘Brave’ getatoeëerd. Die eerste tatoeage is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: ‘Moet dat nou, kind?’ Achteraf vond ze het heel leuk. 'Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m'n veertiende. Die eerste is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: 'Moet dat nou, kind?" Later heb ik ook een tatoeage met de tekst ‘Family’ laten zetten, omdat mijn familie alles voor me betekent. Ik heb een hartje op mijn linker pink laten zetten, net als mijn zus en tantes Melanie en Maureen de Lange. Op mijn ruggengraat heb ik een tatoeage laten zetten met de tekst ‘She flies by her own wings’. Dat vond ik een toepasselijke tattoo omdat ik Angel heet. Ik heb ook nog een tatoeage met ‘Live your dream’. Ik heb op dit moment nog geen tatoeage die puur gerelateerd is aan de sport. Mijn tantes Melanie en Maureen, de tweelingzussen van mijn moeder die als shorttrackers ooit naar de Spelen gingen, willen samen met mij nog een tattoo van de olympische ringen laten zetten. Mijn tantes zeiden: ‘Als jij erin slaagt om je te kwalificeren voor de Spelen, dan gaan we alle drie die tatoeage laten zetten.’ Het zou mooi zijn als dat volgend jaar al kan.” [caption id="attachment_20744" align="aligncenter" width="2560"] Angel Daleman[/caption] SCHAATSVIRUS Het schaatsvirus zit in de familie. Melanie en Maureen de Lange deden mee aan de Winterspelen van Nagano, in 1998, en jouw opa John de Lange reed in 1985, 1986 en 1997 de Elfstedentocht. “Thuis ging het vaak over Melanie en Maureen. Pas veel later werd het mij duidelijk dat opa mee had gedaan aan de Elfstedentocht. Mijn opa was voorzitter van de skeelerbaan in Leiderdorp. In de winter werd die onder water gezet voor het geval het zou gaan vriezen. Ik was twee toen ik met de hele familie op het ijs te vinden was op schaatsjes met dubbele ijzers. Ik had het virus meteen te pakken, ging al snel op skeelers door de huiskamer. Mijn opa was lange tijd mijn trainer, begeleidde mij en mijn zus, die toen ook nog schaatste, tot m’n twaalfde. Opa zag dat ik talent had, maar hij liet dat niet erg blijken, vond het belangrijk dat ik met beide benen op de grond bleef staan. Toen skeeleren, schaatsen en shorttracken steeds serieuzer werden, begonnen Melanie en Maureen hun ervaringen met mij te delen. Ze gaven mij adviezen. Als ik het even niet meer weet, klop ik nog steeds bij hen aan om te vragen of ze nog tips hebben. Mijn tantes komen ook vaak kijken. Grappig dat ze op de tribune ook de familie Velzeboer tegenkomen. Maureen en Melanie kennen natuurlijk Monique, Simone en Marc Velzeboer nog uit de tijd dat ze zelf op het ijs stonden. En nu nemen Xandra en Michelle Velzeboer en ik het stokje over.” Wanneer realiseerde jij je voor het eerst: ik ben beter dan veel van mijn leeftijdgenoten? “Ik won op jonge leeftijd al vaak, maar het besef kwam echt toen ik bij het KTT, het talententeam shorttrack, mocht aansluiten. Normaal gesproken mocht dat vanaf je veertiende of vijftiende en ik was twaalf. Toen ik niet veel later ook nog eens wedstrijden begon te winnen in een hogere leeftijdscategorie, wist ik helemaal dat het heel goed ging.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Angel Daleman komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard meer aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Schaatsen

Jenning de Boo en Kjeld Nuis: ‘Bij ons is het: What you see, is what you get’

Ze zijn ploeggenoten, razendsnel en uitgesproken. Kjeld Nuis (35) loopt al jaren mee, won drie olympische titels en wereldtitels op de 1000 en 1500 meter. Jenning de Boo (21) is Europees kampioen sprint en the new kid in town. Zijn jachtterreinen: de 500 en 1000 meter. In aanloop naar de WK afstanden (13-16 maart in Hamar) leggen we de ploeggenoten bij Team Reggeborgh in Helden Magazine nummer 75 stellingen voor. Kjeld: “Jij rijdt zo ongelooflijk hard voor iemand van jouw leeftijd, Jenning. Voor iemand van mijn leeftijd trouwens ook…” Jenning de Boo en Kjeld Nuis Wij zijn soulmates, van veertien jaar leeftijdsverschil merken wij niets Jenning lachend: “Nou, ik denk dat jij jouw vriendin Joy Beune eerder soulmate zou noemen, toch?” Kjeld: “Ja, wij kennen elkaar nog te kort om elkaar zo te bestempelen.” Jenning: “Het was meteen gezellig toen we elkaar anderhalf jaar geleden leerden kennen. We zijn goed bevriend geraakt, hebben veel dezelfde interesses, zoals horloges en motoren.” Kjeld: “We zitten ook samen achter de PlayStation. Afgelopen week ben je nog bij mij komen eten. Dat doe ik niet met iedereen. Ik herken veel dingen van mezelf in jou. Wat prestaties betreft: ik moest daar veel langer op wachten. Jij wekt weleens het idee dat het je aankomt waaien, daar maken we soms ook grappen over.” Jenning: “Dat zeg je nou wel, maar jij liet me laatst een filmpje zien van een World Cup in Chelyabinsk in 2011. Jij was toen net zo oud als ik en won ook al.” Kjeld: “Ik kon me wel meteen meten met de top van de wereld en ik won dat jaar op de 1000 meter ook al zilver op de WK afstanden in Inzell, achter Shani Davis, maar ik moest het de eerste jaren hebben van uitschieters. Jij doet het vanaf het eerste moment goed op zowel de 500 als 1000 meter, bent meteen een complete sprinter. Dat is wel heel sick.” Jenning: “Mijn resultaten komen voor veel mensen uit de lucht vallen omdat ze mij voorheen nooit zagen op de langebaan. Ik was die jongen die in 2023 ineens de overstap maakte van het shorttracken. Toen jij mijn leeftijd had, wisten al heel veel mensen wie jij was en was bekend dat jij een groot talent was.” Kjeld: “Ik weet nog dat onze coach Gerard van Velde tegen me zei: ‘Jenning de Boo komt er volgend seizoen bij.’ Ik vroeg: wíé? Vanaf de allereerste training kon je met ons meekomen, dat is niet veel nieuwkomers gegeven. Ook daarin herkende ik mezelf. Ik kon ook meteen de grote namen volgen toen ik in de ploeg van Jac Orie kwam.” Jenning: “Gerard zei tegen me: ‘Je moet snel aansluiting vinden bij de snelle mannen. Als dat niet lukt, kan dat je een mentale klap geven.’ Gerard had mijn fiets- en krachtresultaten gezien en op basis van die gegevens mocht ik bij de ploeg komen. Op het ijs moest nog maar blijken of ik mee kon komen.” [caption id="attachment_20746" align="aligncenter" width="2560"] Jenning de Boo en Kjeld Nuis[/caption] Hoe keken jouw ploeggenoten bij Team Reggeborgh tijdens die eerste trainingen naar jou? Jenning: “Ik kende niemand bij de ploeg, maar werd gelukkig meteen opgenomen in de groep. Er waren meer jonge jongens, onder wie Tim Prins, bij wie ik meteen aansluiting vond. En voor ik het wist zat ik met Wesly Dijs en jou, toch de ervaren mannen in de ploeg, aan de koffie.” Kjeld: “Het is makkelijker om je draai te vinden in een ploeg als je meteen het niveau aankan. Als je net niet meekunt in het begin ontstaat er automatisch een gat en is het lastiger om op iemand af te stappen. Je wordt dan ook minder snel geaccepteerd. Dat klinkt hard, maar zo werkt dat nu eenmaal in topsport. Tim en jij stonden er eind 2023 als broekies meteen in een vol Thialf. Jij won meteen de 500 en 1000 meter bij de NK afstanden en Tim won de 1000 meter bij de WCKT. Het was meteen: bam, hier zijn we!” Heb jij de carrière van Kjeld op de voet gevolgd, Jenning? Jenning: “Hoewel ik de afgelopen jaren in een shorttrack-bubbel zat, heb ik jou vaak genoeg op tv gezien. Ik was wel meer met mijn voorbeelden in het shorttrack bezig, onder wie Sjinkie Knegt en de Zuid-Koreanen, maar ik heb wel gezien dat jij olympische gouden medailles won. Als ik kijk naar wat jij allemaal hebt gepresteerd… Alleen de wereldtitel sprint heb je niet gewonnen, voor de rest heb je alles gewonnen wat er te winnen valt. Dat is voor mij nog zo ver weg.” Lachend: “Ik heb me voor dit gesprek trouwens voorgenomen niet te veel veren in jouw reet te steken. Nu al mislukt.” Kjeld: “Het leeftijdsverschil is soms ook confronterend. En dan doel ik vooral op de dingen waar die jonkies het over hebben in de kleedkamer. Laatst vertelde ik dat ik een World Cup op de 1500 meter reed tegen Ivan Skobrev. Jij vroeg: ‘Wie?’ Toen dacht ik: dude, come on! Grappig, maar tegelijkertijd denk ik op zo’n moment: fucking hell, het is dus alweer zo lang geleden. Ik schaats met mannen die Skobrev niet eens kennen!” En Kjeld, klikt het zo goed met Jenning en de jonge schaatsers in de ploeg omdat je vanbinnen het gevoel hebt dat je zelf nog twintig bent? Kjeld: “Ja, dat denk ik echt! Maar de realiteit is: onze levens zijn compleet verschillend. Ik ben vader, heb een zoontje van acht.” Jenning lachend: “Jij zegt geregeld: ‘Ik kan zaterdagochtend niet fietsen, want Jax moet voetballen.’” Kjeld: “In de weekenden ben ik er voor Jax, als ik tenminste geen wedstrijden heb. Als ik die kleine over het voetbalveld zie rennen, vergeet ik dat er een belangrijke wedstrijd aankomt. Heerlijk. In het voorseizoen had ik last van een spierblessure. Ik zat op de bank, terwijl de rest een wedstrijd aan het rijden was in een vol Thialf. Ik zat me op te vreten, was echt aan het janken thuis. Jax was bij me, zat naast mij een boterhammetje te eten. Hij zag dat ik emotioneel was en vroeg: ‘Wat is er papa?’ Ik vertelde dat het niet lekker ging met mijn been. Hij vroeg: ‘Maar het komt wel goed toch?’ Ik knikte, waarop hij zei: ‘Nou dan!’ Toen hij dat zei, kon ik alles meteen relativeren. Neemt niet weg dat het me ook weleens lekker lijkt om net als vroeger op vrije dagen helemaal niks te hoeven doen. Maar dat weegt niet op tegen het vaderschap. Mooier dan medailles winnen terwijl die kleine op de tribune zit, is er niet.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het dubbelinterview met Jenning de Boo en Kjeld Nuis komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard meer aandacht voor schaatsen. We zetten ook Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Ze zijn ploeggenoten, razendsnel en uitgesproken. Kjeld Nuis (35) loopt al jaren mee, won drie olympische titels en wereldtitels op de 1000 en 1500 meter. Jenning de Boo (21) is Europees kampioen sprint en the new kid in town. Zijn jachtterreinen: de 500 en 1000 meter. In aanloop naar de WK afstanden (13-16 maart in Hamar) leggen we de ploeggenoten bij Team Reggeborgh in Helden Magazine nummer 75 stellingen voor. Kjeld: “Jij rijdt zo ongelooflijk hard voor iemand van jouw leeftijd, Jenning. Voor iemand van mijn leeftijd trouwens ook…” Jenning de Boo en Kjeld Nuis Wij zijn soulmates, van veertien jaar leeftijdsverschil merken wij niets Jenning lachend: “Nou, ik denk dat jij jouw vriendin Joy Beune eerder soulmate zou noemen, toch?” Kjeld: “Ja, wij kennen elkaar nog te kort om elkaar zo te bestempelen.” Jenning: “Het was meteen gezellig toen we elkaar anderhalf jaar geleden leerden kennen. We zijn goed bevriend geraakt, hebben veel dezelfde interesses, zoals horloges en motoren.” Kjeld: “We zitten ook samen achter de PlayStation. Afgelopen week ben je nog bij mij komen eten. Dat doe ik niet met iedereen. Ik herken veel dingen van mezelf in jou. Wat prestaties betreft: ik moest daar veel langer op wachten. Jij wekt weleens het idee dat het je aankomt waaien, daar maken we soms ook grappen over.” Jenning: “Dat zeg je nou wel, maar jij liet me laatst een filmpje zien van een World Cup in Chelyabinsk in 2011. Jij was toen net zo oud als ik en won ook al.” Kjeld: “Ik kon me wel meteen meten met de top van de wereld en ik won dat jaar op de 1000 meter ook al zilver op de WK afstanden in Inzell, achter Shani Davis, maar ik moest het de eerste jaren hebben van uitschieters. Jij doet het vanaf het eerste moment goed op zowel de 500 als 1000 meter, bent meteen een complete sprinter. Dat is wel heel sick.” Jenning: “Mijn resultaten komen voor veel mensen uit de lucht vallen omdat ze mij voorheen nooit zagen op de langebaan. Ik was die jongen die in 2023 ineens de overstap maakte van het shorttracken. Toen jij mijn leeftijd had, wisten al heel veel mensen wie jij was en was bekend dat jij een groot talent was.” Kjeld: “Ik weet nog dat onze coach Gerard van Velde tegen me zei: ‘Jenning de Boo komt er volgend seizoen bij.’ Ik vroeg: wíé? Vanaf de allereerste training kon je met ons meekomen, dat is niet veel nieuwkomers gegeven. Ook daarin herkende ik mezelf. Ik kon ook meteen de grote namen volgen toen ik in de ploeg van Jac Orie kwam.” Jenning: “Gerard zei tegen me: ‘Je moet snel aansluiting vinden bij de snelle mannen. Als dat niet lukt, kan dat je een mentale klap geven.’ Gerard had mijn fiets- en krachtresultaten gezien en op basis van die gegevens mocht ik bij de ploeg komen. Op het ijs moest nog maar blijken of ik mee kon komen.” [caption id="attachment_20746" align="aligncenter" width="2560"] Jenning de Boo en Kjeld Nuis[/caption] Hoe keken jouw ploeggenoten bij Team Reggeborgh tijdens die eerste trainingen naar jou? Jenning: “Ik kende niemand bij de ploeg, maar werd gelukkig meteen opgenomen in de groep. Er waren meer jonge jongens, onder wie Tim Prins, bij wie ik meteen aansluiting vond. En voor ik het wist zat ik met Wesly Dijs en jou, toch de ervaren mannen in de ploeg, aan de koffie.” Kjeld: “Het is makkelijker om je draai te vinden in een ploeg als je meteen het niveau aankan. Als je net niet meekunt in het begin ontstaat er automatisch een gat en is het lastiger om op iemand af te stappen. Je wordt dan ook minder snel geaccepteerd. Dat klinkt hard, maar zo werkt dat nu eenmaal in topsport. Tim en jij stonden er eind 2023 als broekies meteen in een vol Thialf. Jij won meteen de 500 en 1000 meter bij de NK afstanden en Tim won de 1000 meter bij de WCKT. Het was meteen: bam, hier zijn we!” Heb jij de carrière van Kjeld op de voet gevolgd, Jenning? Jenning: “Hoewel ik de afgelopen jaren in een shorttrack-bubbel zat, heb ik jou vaak genoeg op tv gezien. Ik was wel meer met mijn voorbeelden in het shorttrack bezig, onder wie Sjinkie Knegt en de Zuid-Koreanen, maar ik heb wel gezien dat jij olympische gouden medailles won. Als ik kijk naar wat jij allemaal hebt gepresteerd… Alleen de wereldtitel sprint heb je niet gewonnen, voor de rest heb je alles gewonnen wat er te winnen valt. Dat is voor mij nog zo ver weg.” Lachend: “Ik heb me voor dit gesprek trouwens voorgenomen niet te veel veren in jouw reet te steken. Nu al mislukt.” Kjeld: “Het leeftijdsverschil is soms ook confronterend. En dan doel ik vooral op de dingen waar die jonkies het over hebben in de kleedkamer. Laatst vertelde ik dat ik een World Cup op de 1500 meter reed tegen Ivan Skobrev. Jij vroeg: ‘Wie?’ Toen dacht ik: dude, come on! Grappig, maar tegelijkertijd denk ik op zo’n moment: fucking hell, het is dus alweer zo lang geleden. Ik schaats met mannen die Skobrev niet eens kennen!” En Kjeld, klikt het zo goed met Jenning en de jonge schaatsers in de ploeg omdat je vanbinnen het gevoel hebt dat je zelf nog twintig bent? Kjeld: “Ja, dat denk ik echt! Maar de realiteit is: onze levens zijn compleet verschillend. Ik ben vader, heb een zoontje van acht.” Jenning lachend: “Jij zegt geregeld: ‘Ik kan zaterdagochtend niet fietsen, want Jax moet voetballen.’” Kjeld: “In de weekenden ben ik er voor Jax, als ik tenminste geen wedstrijden heb. Als ik die kleine over het voetbalveld zie rennen, vergeet ik dat er een belangrijke wedstrijd aankomt. Heerlijk. In het voorseizoen had ik last van een spierblessure. Ik zat op de bank, terwijl de rest een wedstrijd aan het rijden was in een vol Thialf. Ik zat me op te vreten, was echt aan het janken thuis. Jax was bij me, zat naast mij een boterhammetje te eten. Hij zag dat ik emotioneel was en vroeg: ‘Wat is er papa?’ Ik vertelde dat het niet lekker ging met mijn been. Hij vroeg: ‘Maar het komt wel goed toch?’ Ik knikte, waarop hij zei: ‘Nou dan!’ Toen hij dat zei, kon ik alles meteen relativeren. Neemt niet weg dat het me ook weleens lekker lijkt om net als vroeger op vrije dagen helemaal niks te hoeven doen. Maar dat weegt niet op tegen het vaderschap. Mooier dan medailles winnen terwijl die kleine op de tribune zit, is er niet.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het dubbelinterview met Jenning de Boo en Kjeld Nuis komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard meer aandacht voor schaatsen. We zetten ook Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Schaatsen

Joy Beune – Wie het laatst lacht…

Voor Joy Beune was 2024 het jaar van haar grote doorbraak. Ze werd wereldkampioen op de 5000 meter en de ploegenachtervolging en werd de beste allrounder van de wereld. De weg naar de top ging met vallen en opstaan voor de 25-jarige schaatsster van Team IKO. De nieuwe koningin van de langebaan lag onder vuur, maar liet zich niet van het ijs slaan. In het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine doet ze haar verhaal. Lachend: “Ik heb geen oppas meer nodig.” Joy Beune [caption id="attachment_20593" align="aligncenter" width="2560"] Joy Beune[/caption] Erwin en Martin ten Hove “Vanaf het eerste gesprek dat we voerden, in 2022, klikte het met Erwin en Martin. Zij waren ervan overtuigd dat ik de beste schaatsster van de wereld kon worden. Dat zij op dat moment zoveel vertrouwen in mij uitspraken, na een paar moeilijke jaren bij Jumbo-Visma, deed heel veel met me. Hoewel zij mijn trainers zijn, voelden ze al snel als een soort familie voor me. Alles kan in overleg met hen, er is nooit onenigheid. Van jongs af aan werd geroepen dat ik de beste schaatsster van de wereld kon worden, zeker nadat ik in 2018 wereldkampioen bij de junioren werd door de wereldrecords op de 1000, 1500 en 3000 meter te verbeteren. Maar om de stap ook daadwerkelijk te zetten, was een heel goede band met mijn coaches cruciaal. Ik wil het gevoel hebben van mijn coaches dat ik ertoe doe, dat zij het allerbeste voor mij willen. Dat gevoel geven Erwin en Martin mij vanaf dag één. Bij Team IKO wordt gekeken naar het individu, er wordt echt maatwerk geleverd. Wat voor de een werkt, hoeft niet automatisch voor de ander te werken. Eerst moesten we ontdekken welke aanpak het best bij mij paste. We zijn samen gaan puzzelen, ik kreeg daar zoveel vertrouwen van. Ik ben een gevoelsmens, staar me niet blind op de cijfertjes. Soms kan al dat meten een tikkeltje te veel zijn. Tenminste: zo ervaar ik dat. Een test is slechts een momentopname. Bij Team IKO zijn ze ook niet meteen bezorgd bij een mindere test, hebben ze alle trainingen die al zijn gedaan ook in het achterhoofd. Bij Erwin en Martin is er volop ruimte om me op mentaal vlak te ontwikkelen. Psyned is betrokken bij de ploeg. Sportpsycholoog Yara van Gendt maakt ook echt deel uit van de begeleidingsstaf. We doen vaak teamsessies, zodat we elkaar goed leren kennen. Eens in de twee of drie weken kunnen we ook individueel met Yara zitten. Zij houdt heel goed in de gaten of er zaken zijn die niet helemaal gaan zoals iemand zou willen. Yara kan dat dan weer aankaarten bij de coaches. Daarnaast heb ik zelf ook al een tijdje iemand die mij op mentaal vlak helpt. Met haar kan ik lekker sparren of gewoon even lekker lullen. Vooral op mentaal vlak heb ik veel winst geboekt. Vroeger dacht ik: ik moet gewoon zo hard schaatsen als ik kan. Verder had ik geen plan. Een raceplan maken en me daar ook echt aan houden, dat heb ik echt geleerd de afgelopen twee jaar. Met dank aan mijn coaches, maar ook dankzij de mentale begeleiders. Tijdens races kon ik best afgeleid raken of terugvallen in oude patronen. Het is zaak om heel duidelijk mijn taken uit te voeren en me niet van de wijs te laten brengen. Ik word op een gegeven moment moe en juist dan is het belangrijk om te blijven doen wat ik moet doen. Het klinkt heel eenvoudig, maar dat is iets wat heel moeilijk is in de praktijk. Je kunt bijvoorbeeld medelijden krijgen met jezelf, denken: mijn benen doen zo’n pijn. Om dat gevoel zo lang mogelijk uit te stellen is het goed om een duidelijk plan te hebben en de taken die daarbij horen tijdens een race te blijven herhalen in m’n hoofd. Door mezelf telkens toe te spreken, ben ik ook heel erg gefocust en is er minder ruimte voor de pijn. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Joy Beune is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Voor Joy Beune was 2024 het jaar van haar grote doorbraak. Ze werd wereldkampioen op de 5000 meter en de ploegenachtervolging en werd de beste allrounder van de wereld. De weg naar de top ging met vallen en opstaan voor de 25-jarige schaatsster van Team IKO. De nieuwe koningin van de langebaan lag onder vuur, maar liet zich niet van het ijs slaan. In het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine doet ze haar verhaal. Lachend: “Ik heb geen oppas meer nodig.” Joy Beune [caption id="attachment_20593" align="aligncenter" width="2560"] Joy Beune[/caption] Erwin en Martin ten Hove “Vanaf het eerste gesprek dat we voerden, in 2022, klikte het met Erwin en Martin. Zij waren ervan overtuigd dat ik de beste schaatsster van de wereld kon worden. Dat zij op dat moment zoveel vertrouwen in mij uitspraken, na een paar moeilijke jaren bij Jumbo-Visma, deed heel veel met me. Hoewel zij mijn trainers zijn, voelden ze al snel als een soort familie voor me. Alles kan in overleg met hen, er is nooit onenigheid. Van jongs af aan werd geroepen dat ik de beste schaatsster van de wereld kon worden, zeker nadat ik in 2018 wereldkampioen bij de junioren werd door de wereldrecords op de 1000, 1500 en 3000 meter te verbeteren. Maar om de stap ook daadwerkelijk te zetten, was een heel goede band met mijn coaches cruciaal. Ik wil het gevoel hebben van mijn coaches dat ik ertoe doe, dat zij het allerbeste voor mij willen. Dat gevoel geven Erwin en Martin mij vanaf dag één. Bij Team IKO wordt gekeken naar het individu, er wordt echt maatwerk geleverd. Wat voor de een werkt, hoeft niet automatisch voor de ander te werken. Eerst moesten we ontdekken welke aanpak het best bij mij paste. We zijn samen gaan puzzelen, ik kreeg daar zoveel vertrouwen van. Ik ben een gevoelsmens, staar me niet blind op de cijfertjes. Soms kan al dat meten een tikkeltje te veel zijn. Tenminste: zo ervaar ik dat. Een test is slechts een momentopname. Bij Team IKO zijn ze ook niet meteen bezorgd bij een mindere test, hebben ze alle trainingen die al zijn gedaan ook in het achterhoofd. Bij Erwin en Martin is er volop ruimte om me op mentaal vlak te ontwikkelen. Psyned is betrokken bij de ploeg. Sportpsycholoog Yara van Gendt maakt ook echt deel uit van de begeleidingsstaf. We doen vaak teamsessies, zodat we elkaar goed leren kennen. Eens in de twee of drie weken kunnen we ook individueel met Yara zitten. Zij houdt heel goed in de gaten of er zaken zijn die niet helemaal gaan zoals iemand zou willen. Yara kan dat dan weer aankaarten bij de coaches. Daarnaast heb ik zelf ook al een tijdje iemand die mij op mentaal vlak helpt. Met haar kan ik lekker sparren of gewoon even lekker lullen. Vooral op mentaal vlak heb ik veel winst geboekt. Vroeger dacht ik: ik moet gewoon zo hard schaatsen als ik kan. Verder had ik geen plan. Een raceplan maken en me daar ook echt aan houden, dat heb ik echt geleerd de afgelopen twee jaar. Met dank aan mijn coaches, maar ook dankzij de mentale begeleiders. Tijdens races kon ik best afgeleid raken of terugvallen in oude patronen. Het is zaak om heel duidelijk mijn taken uit te voeren en me niet van de wijs te laten brengen. Ik word op een gegeven moment moe en juist dan is het belangrijk om te blijven doen wat ik moet doen. Het klinkt heel eenvoudig, maar dat is iets wat heel moeilijk is in de praktijk. Je kunt bijvoorbeeld medelijden krijgen met jezelf, denken: mijn benen doen zo’n pijn. Om dat gevoel zo lang mogelijk uit te stellen is het goed om een duidelijk plan te hebben en de taken die daarbij horen tijdens een race te blijven herhalen in m’n hoofd. Door mezelf telkens toe te spreken, ben ik ook heel erg gefocust en is er minder ruimte voor de pijn. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Joy Beune is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Schaatsen

Heldenpraat met Selma Poutsma

Ze werd met de Nederlandse relayploeg olympisch kampioen in 2022 en veroverde in maart bij de WK in Rotterdam voor de vierde keer de wereldtitel op de aflossing. Maar Selma Poutsma (25) kijkt ook verder dan het shorttracken, heeft de overstap gemaakt naar Team Essent en wil ook schitteren als langebaanschaatsster. Helden onderwerpt haar in het dubbeldikke jubileumnummer aan een vragenvuur. Selma Poutsma Als ik niet zou schaatsen, zou ik deze sport beoefenen. “Ballet. Ik wilde vroeger ballerina worden en heb rond mijn twaalfde ook even op ballet gezeten. Ik ben helemaal niet lenig of elegant, dus ik had het ook niet ver geschopt als ballerina, maar ik vind het nog steeds leuk om naar te kijken. Als gezin is het traditie om elk jaar met elkaar naar het Nationale Opera & Ballet-theater te gaan. Helaas kan ik er niet altijd bij zijn, omdat ik vaak wedstrijden heb. De voorstellingen die ik heb gezien, vond ik geweldig.” Tattoo of piercing. “Mag ik ze ook allebei níét kiezen? Een piercing of tatoeage vind ik bij anderen heel vet, maar bij mezelf passen ze niet zo. Als ik dan écht een keuze zou moeten maken, zou ik voor een neuspiercing gaan.” Het Wilhelmus of de Marseillaise. “De Marseillaise is een prachtig volkslied. Ik vond het dan ook geweldig dat die voor mij heeft geklonken toen ik Frans kampioen werd. Maar ik kies toch voor het Wilhelmus. Dat is mijn volkslied. Ik voel me helemaal op m’n plek in Nederland en zou hier ook nooit meer weg willen. In Frankrijk heb ik vier jaar gewoond, tussen 2014 en 2018, en daar de middelbare school afgerond. Ik kwam in Frankrijk terecht door een trainingsstage die we daar hadden met een groep junioren. Ik kreeg de vraag of ik er een jaar wilde trainen. Dat wilde ik wel. [caption id="attachment_20588" align="aligncenter" width="2500"] Selma Poutsma[/caption] Ik ben er uiteindelijk veel langer gebleven en kwam ook voor de Franse shorttrackploeg uit. Ik heb World Cupwedstrijden voor Frankrijk gereden en er was even sprake van dat ik, als ik me zou weten te kwalificeren, ook voor Frankrijk op de Olympische Spelen uit zou komen. Uiteindelijk ben ik blij dat het niet gebeurd is. In 2018 keerde ik terug naar Nederland en in 2022 kon ik ‘gewoon’ voor Nederland uitkomen op de Spelen en goud pakken.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Selma Poutsma is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Ze werd met de Nederlandse relayploeg olympisch kampioen in 2022 en veroverde in maart bij de WK in Rotterdam voor de vierde keer de wereldtitel op de aflossing. Maar Selma Poutsma (25) kijkt ook verder dan het shorttracken, heeft de overstap gemaakt naar Team Essent en wil ook schitteren als langebaanschaatsster. Helden onderwerpt haar in het dubbeldikke jubileumnummer aan een vragenvuur. Selma Poutsma Als ik niet zou schaatsen, zou ik deze sport beoefenen. “Ballet. Ik wilde vroeger ballerina worden en heb rond mijn twaalfde ook even op ballet gezeten. Ik ben helemaal niet lenig of elegant, dus ik had het ook niet ver geschopt als ballerina, maar ik vind het nog steeds leuk om naar te kijken. Als gezin is het traditie om elk jaar met elkaar naar het Nationale Opera & Ballet-theater te gaan. Helaas kan ik er niet altijd bij zijn, omdat ik vaak wedstrijden heb. De voorstellingen die ik heb gezien, vond ik geweldig.” Tattoo of piercing. “Mag ik ze ook allebei níét kiezen? Een piercing of tatoeage vind ik bij anderen heel vet, maar bij mezelf passen ze niet zo. Als ik dan écht een keuze zou moeten maken, zou ik voor een neuspiercing gaan.” Het Wilhelmus of de Marseillaise. “De Marseillaise is een prachtig volkslied. Ik vond het dan ook geweldig dat die voor mij heeft geklonken toen ik Frans kampioen werd. Maar ik kies toch voor het Wilhelmus. Dat is mijn volkslied. Ik voel me helemaal op m’n plek in Nederland en zou hier ook nooit meer weg willen. In Frankrijk heb ik vier jaar gewoond, tussen 2014 en 2018, en daar de middelbare school afgerond. Ik kwam in Frankrijk terecht door een trainingsstage die we daar hadden met een groep junioren. Ik kreeg de vraag of ik er een jaar wilde trainen. Dat wilde ik wel. [caption id="attachment_20588" align="aligncenter" width="2500"] Selma Poutsma[/caption] Ik ben er uiteindelijk veel langer gebleven en kwam ook voor de Franse shorttrackploeg uit. Ik heb World Cupwedstrijden voor Frankrijk gereden en er was even sprake van dat ik, als ik me zou weten te kwalificeren, ook voor Frankrijk op de Olympische Spelen uit zou komen. Uiteindelijk ben ik blij dat het niet gebeurd is. In 2018 keerde ik terug naar Nederland en in 2022 kon ik ‘gewoon’ voor Nederland uitkomen op de Spelen en goud pakken.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Selma Poutsma is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Marathon

Anne Luijten: ‘Je zou haast in magie gaan geloven’

Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Mijn carrière als atlete zegde ik in mijn hoofd vaarwel, ik besloot in 2020 fulltime te gaan werken bij de gemeente Arnhem. Ik maakte me altijd al zorgen om de opwarming van de aarde en wat dat betekent voor mens en dier. In mijn werk hou ik me daar op lokaal niveau mee bezig. Ik mag in Arnhem buurtinitiatieven helpen werkelijkheid te worden, vooral op het gebied van klimaatadaptatie. Ik help versteende pleinen te vergroenen, zodat daar minder hittestress en wateroverlast is. Ik maak me hard voor meer bomen in de stad. Heel leuk om daaraan te mogen werken. Ik bleef naast mijn werk nog wel voor de lol hardlopen. Het leek me een leuke uitdaging om een keer een marathon te lopen, want dat had ik nog nooit gedaan. En dan natuurlijk het liefst die van Rotterdam. Ik liep bij mijn marathondebuut, in april 2022, een tijd van 2.36.34. Voor zo’n tijd koop je nog niks, maar de manier waarop ik die liep, gaf veel vertrouwen. Ik had vooraf tegen mijn coach John Jansen gezegd: ik wil er vooral plezier in hebben, me niet over de kop trainen en niet geblesseerd raken. Ik trainde toen iets van 130 kilometer in de week. Vooral in de namiddag, want ik werkte ook gewoon 36 uur in de week. Ik ging weg op een tijd van 2 uur en 38 minuten en het tempo dat ik liep, voelde voor mij – dat klinkt gek – echt als joggen. Na dertig kilometer voelde ik me nog net zo chill als na drie kilometer. Veel mensen hadden me van tevoren gewaarschuwd dat het na 35 kilometer pas echt zwaar zou worden. Ik dacht: jongens, het zal wel, maar ik ga nu echt versnellen. Ik pakte in de resterende twaalf kilometer nog anderhalve minuut op het tijdschema waarop ik van start ging. Ik verraste zelfs mijn coach: John dacht, net als veel anderen, dat ik waarschijnlijk niet zo’n goede marathonloper zou zijn. Na afloop wisten we: hier kunnen we wat mee, er is nog zoveel ruimte voor verbetering. Ik heb er nog nooit zo naar gekeken, maar achteraf kun je stellen dat die achillespeesblessure een geluk bij een ongeluk was. Anders had ik misschien nooit de switch naar de halve marathon en marathon gemaakt. Door het lot heb ik gevonden waar ik echt goed in ben. Daarna ging ik toewerken naar de Rotterdam Marathon van 2023. We hadden ingezet op 2 uur en 32 minuten. Net als bij mijn eerste marathon was David Hemstede mijn tempomaker en opnieuw liep ik een negative split, wat betekent dat ik het tweede deel van de marathon harder liep dan het eerste. Ik had opnieuw over op het einde, heb echt gesprint tot de streep. Ik liep halverwege al weg uit de groep mannen met wie ik tot dan toe had gelopen. Het was toen al lang en breed duidelijk dat ik Nederlands kampioen marathon zou worden, maar je moet altijd in je achterhoofd houden dat elke marathon de laatste kan zijn, omdat het veel van het lichaam eist. Dus elke kans om sneller te lopen dan je ooit hebt gedaan, moet je aangrijpen. Ik liep 2 uur 30 minuten en 59 seconden, kon vol trots zeggen dat ik een 2.30-loper was. De Rotterdam Marathon van 2023 was als een sprookje; ik won mijn eerste Nederlandse titel, liep een dik pr en mijn zieke papa was er gewoon bij. Hij hoefde niet zoveel te zeggen tijdens het meefietsen, zag aan mijn manier van lopen dat het goed ging. Het is voor een marathonloper vooral zaak om heel lang rustig te blijven: gedoseerd lopen en niet met krachten te smijten. Het was in tegenstelling tot de wedstrijd op de baan in het verleden niet nodig om me uitgebreid aan te moedigen. Papa zag dat het goed ging, zei af en toe wat en dan stak ik mijn duim op. Het was altijd heel fijn om hem bij me te hebben. Hij wist me tot rust te brengen, was altijd heel geduldig. Ik hoefde voor de start van mijn marathons, als ik op was van de zenuwen, maar naar hem te kijken en ik bedaarde al. Papa was echt een rots in de branding. Hij en mama waren nooit pusherig. Mama zei vaak alleen: ‘Als je er maar lol in hebt.’ Papa wist wat meer van sport omdat hij fanatiek had geroeid. Hij had ook dat competitieve in zich. Van ons drie, mijn zusje Femke, broertje Tom en ik, lijk ik het meest op papa. De gedrevenheid, alles uit jezelf willen halen; dat hadden we gemeen. En we waren bijvoorbeeld ook allebei niet goed in small talk op feestjes. Bij mensen die ik ken, voel ik me op mijn gemak, maar als ik bij wijze van spreken over het weer moet gaan praten om het ijs te breken, dan kost me dat alleen maar energie. Papa bleef liever thuis als hij ergens heen moest waar hij de mensen niet kende. Mama trok hem dan wel mee, hoor. Zij, Tom en Femke zijn veel socialer. Van mijn vader heb ik ook dat rationele. Ik droomde nooit van de Olympische Spelen toen ik op de baan liep. Simpelweg omdat deelname, met de tijden die ik liep, niet reëel was. Toen ik in Rotterdam ineens Nederlands kampioen op de marathon werd, kwam er veel op me af. Papa vond het zo mooi om te zien. We wisten toen al dat hij ziek was en dat had ik voor de marathon ook verteld in een interview met De Gelderlander. Ik ben altijd heel open, dus ook daarover. Rond de kerstdagen zaten wij als gezin altijd in een huisje ergens in Nederland. Ik kwam eind 2022 vrolijk aan met mijn vriend Nick. Bij het eten zei papa: ‘Ga maar even zitten, want ik heb niet zulk leuk nieuws.’ Hij had al gezien dat er iets mis was rond de alvleesklier. De dag na kerst moesten we naar het ziekenhuis in Delft en daar hoorden we dat hij een tumor had en dat die zeer waarschijnlijk kwaadaardig was. Op de terugweg naar het vakantiehuisje in Drenthe zaten we allemaal te huilen. Al snel werd het vermoeden bevestigd en begon de ellende. We wisten meteen dat de diagnose alvleesklierkanker een heel slechte was. Papa was 59 toen hij het hoorde en hij was de gezondste 59-jarige die je je maar kon voorstellen. Hij had nooit gerookt, zelden gedronken, nooit overgewicht en veel gesport. Dan hoop je: misschien zit hij wel bij die vijf procent die na vijf jaar nog leeft. Helaas. Er vielen ook wat dingen op hun plaats. In de zomervakantie van 2022 had hij ineens heel weinig lucht, hij kwam tijdens het bergwandelen amper omhoog. Hij ging naar de dokter en bleek een longembolie te hebben. Er is toen niet verder gekeken. Daarna bleef hij klachten houden, maar dacht: dat is nog van die longembolie. Hij kon niet lekker liggen. Het bleef maar voortduren en toen is hij uiteindelijk weer naar de huisarts gegaan. Achteraf kun je redeneren dat die longembolie een gevolg was van de tumor die er toen al zat. Ik ben blijven hardlopen toen mijn vader ziek was. Of het mijn uitlaatklep was, weet ik niet... Het gaf me in elk geval houvast en een ritme. En ik kon goed over m’n vader praten met mijn hardloopmaatjes. Ik wist ook dat ik mijn vader er blij mee maakte als ik bleef lopen. Papa vond het altijd geweldig als hij mee kon naar een wedstrijd van me. Hij zocht veel afleiding tijdens zijn ziekte, zat liever niet thuis niks te doen want dan voelde hij zich het ziekst. Als hij lekker naar me kon kijken, dan maakten papa en mama er meteen een leuk weekendje van. Ze hebben er samen echt nog alles uitgehaald in die laatste maanden. Ik werkte toe naar de Amsterdam Marathon op 23 oktober, vond het heel mooi en leuk om daar met papa naartoe te werken en die nog samen met hem te beleven. Papa en mama zaten in hetzelfde hotel als ik. Nienke Brinkman, die ook zou lopen, was geblesseerd geraakt, en toen werd ik naar voren geschoven. Moest in het Rijksmuseum op komen draven voor mijn eerste persconferentie ooit. En toen riep ik met mijn grote mond dat ik voor de olympische limiet ging. Ik had het een paar weken ervoor met mijn vader besproken, toen de trainingen zo lekker gingen. Ik vroeg aan papa: wat vind je, moet ik voor de olympische limiet gaan? Het gevaar van vertrekken op 2.26.50 is dat je helemaal kapotgaat na dertig kilometer en eindigt met niks. Maar ik dacht ook: als ik ooit naar de Spelen wil, dan moet het nu. Papa zei: ‘Je moet het zelf weten, maar als ik jou was, zou ik ervoor gaan.’ Toen hakte ik de knoop door, zei: ik ga voor die olympische limiet. Ik vond het zo spannend. Een paar weken voor de Amsterdam Marathon liep ik de halve marathon in Breda op marathontempo. Ik werd Nederlands kampioen in 1.13.22 en wist daardoor precies wat ik daarna nog een keer 21 kilometer lang moest doen om de olympische limiet te lopen. Maar ik werd verkouden vlak voor de marathon en kreeg last van mijn knie. De nacht voor de wedstrijd sliep ik slecht. Op de dag zelf had ik het hele schema om op de olympische limiet uit te komen op mijn hand geschreven. Maar het regende, dus die tijden kon ik al snel niet meer lezen. Ik had een heel goede haas, Niels Esmeijer, die ben ik blindelings gaan volgen. Tussen kilometers 20 en 25 was het heel zwaar, er kwam ineens een storm opzetten. Daarna was het oogkleppen op en in een soort waas doorlopen tot de streep. Heel anders dan bij de andere twee marathons, toen kreeg ik best veel mee van wat er langs de kant gebeurde. Niels zei steeds: ‘We zitten ongeveer tien seconden onder het schema dat leidt tot de olympische limiet.’ Verder communiceerden we heel weinig. Hij had het heel goed door als ik een beetje terugviel, dan zakte hij zonder iets te zeggen ook terug en voerde hij het tempo daarna langzaam weer wat op. In het Vondelpark, een paar kilometer voor het einde, vroeg ik aan Niels: zitten we er nog steeds onder? Volgens Niels was dat het geval. Toen kwam het besef dat het weleens zou kunnen lukken. Maar tegelijkertijd kreeg ik het heel erg zwaar. Ik voelde niet meer of ik nog op tempo aan het lopen was. Tien seconden is dan niks. Ik heb het gered, liep 2.26.36, veertien tellen onder de limiet, was Niels heel erg dankbaar. Papa wachtte me op bij de finish in het Olympisch Stadion. Dat papa nog meemaakte dat ik de limiet liep, maakte het extra mooi. Als je dan bedenkt dat er zoveel dingen misgingen in de voorbereiding en tijdens de marathon en dat ik toch de limiet liep... Je zou haast denken: het moest zo zijn. Het is een verhaal voor een film waarvan je, als je hem hebt gezien, denkt: dat kan in het echt toch nooit? Ik geloof niet in magie, maar zou er haast in gaan geloven. Niet lang daarna, op 4 november, was er weer een mooie dag. Nick en ik trouwden op een schitterende locatie: Kasteel Doorwerth. We leerden elkaar kennen in Amerika, waar hij vandaan komt. Nick zat in het hardloopteam bij de mannen op de Universiteit van Portland. In het tweede jaar dat ik daar zat, in 2013, begonnen we met daten. Toen ik terugging, zei hij: ‘Ik kom voor jou naar Nederland.’ We hadden eerst een jaar een langeafstandsrelatie, Nick werkte nog. In 2018 kwam hij naar Arnhem, had Scheikunde gestudeerd en wilde hier een master Computerscience halen. Hij heeft zijn bachelor hier gehaald en is toen naar Zweden gegaan om zijn master te halen. Sinds 2020 zijn we weer samen en intussen spreekt Nick heel behoorlijk Nederlands. Hij doet zoveel voor me. Nick fietst vaak met me mee als ik train, kookt elke avond voor me. Ik heb ook tegen hem gezegd: als jij wil dat ik na de Spelen stop, dan doe ik dat zonder gevoelens van wrok. Het is niet altijd leuk dat jouw vrouw dag in dag uit om tien uur ’s avonds in bed ligt. Alle weekenden gaan ook op aan het hardlopen. Nick is in aanloop naar een marathon mijn meefietsende coach, koolhydratendrank- en waterdrager. Ondertussen wordt hij ook nog uitgekafferd als hij bij de marathonblokken net te hard of te langzaam fietst. Toen mijn vader ziek werd, zei ik tegen Nick: trouwen is geen must, maar als mijn vader overleden is, wil ik het niet meer, dus als je nog wat wil... Ik vond de gedachte dat mijn vader er niet meer bij zou zijn te verdrietig, wilde ook heel graag dat hij mij weg zou geven bij het altaar. Nick begreep de boodschap. Hij is vorig jaar met zijn broer naar IJsland gegaan en heeft daar in het geheim een verlovingsring gekocht. Voor de eerste voorbereiding op de Marathon van Amsterdam zijn we vier weken naar Sankt Moritz geweest. We hadden afgesproken dat hij één dag helemaal in mocht richten zoals hij het wilde, ook al paste dat niet in mijn trainingsschema. Nick nam me mee voor een wandeling naar een gletsjer. Hij had halverwege een lunch geregeld en toen we ’s avonds op de gletsjer waren, heeft hij me ten huwelijk gevraagd. Daarna hadden we minder dan drie maanden de tijd om het huwelijk te regelen. Tegelijkertijd kon de trouwerij niet voor de marathon plaatsvinden en moest het gezien de toestand van mijn vader zo snel mogelijk erna. Na de Amsterdam Marathon ging mijn vader snel achteruit. De bruiloft was heel zwaar voor hem, hij was echt heel ziek. Papa heeft me nog kunnen begeleiden naar het altaar, nog een mooie speech gehouden en heeft de hele dag meegemaakt. Veel mensen vragen me of ik wel heb kunnen genieten van mijn trouwdag. Ik vond het juist heel mooi dat papa er nog bij was. En niet alleen daarbij. De laatste wedstrijd die hij heeft gezien, was mijn allerbeste wedstrijd ooit. Eigenlijk is het heel raar dat ik de laatste tien maanden van mijn vaders leven mijn beste waren op sportief gebied. Ik ben daarom vooral dankbaar dat hij bij zulke belangrijke momenten in mijn leven nog aanwezig is geweest. Op 6 november, twee dagen na ons huwelijk, ging mijn vader naar het ziekenhuis voor een gesprek over een experimentele behandeling. Bij alvleesklierkanker doe je dat eigenlijk vooral omdat je daarmee andere mensen helpt, niet omdat je er zelf nog wat aan hebt. Papa kon niet meer, zijn lichaam was op, hij zag af van die behandeling. De chemo’s hielpen niet meer, hij kon niet meer eten en drinken. Op die dag besloten wij als gezin dat het mooi was geweest. Hij was opgelucht toen hij voor euthanasie koos. Precies een week later is die uitgevoerd. Papa is slechts zestig jaar geworden. Mijn vader was vlak voordat hij overleed vooral heel erg nieuwsgierig naar alles wat er nog ging gebeuren als hij er niet meer zou zijn. Hij was er heel graag bij geweest in Parijs. Hij vond het ook heel spannend, dacht: gaat ze er straks wel echt heen? Ik heb wel de limiet gelopen, maar per land mogen er maximaal drie atleten uitkomen op de marathon. Sifan Hassan en ik zijn tot op heden de enige twee Nederlanders die de limiet hebben gelopen, maar tot en met 30 april kunnen er altijd nog atleten onder mijn tijd lopen. Ik sta aan de start in Parijs of ik zit daar op de camping met vrienden en familie, omdat zij die toch al hebben afgehuurd. Ook gezellig, maar ik ga er liever heen om hard te lopen. Het is dus nog even afwachten, maar ik heb heel goede hoop. Mijn moeder heeft het leven na het overlijden van mijn vader gelukkig goed opgepakt. Zoals ik net al zei: mama is van de twee de sociaalste. Toen ik vorig jaar vertelde dat de Rotterdam Marathon beladen was voor me, omdat mijn vader ziek was, kwam dat meteen in het nieuws. Iedereen wist ineens dat papa ziek was. Veel mensen hebben de moeite genomen om langs te komen of om hem en mama een hart onder de riem te steken. De mensen die met mama mee hebben geleefd toen mijn vader ziek was, zijn ook na het overlijden van papa heel erg lief voor haar. Als ik erbij ben op de Spelen, dan gaat mama op de fiets naar Parijs. Ze is al hard aan het trainen. Naar alle mensen die haar uitnodigen, gaat ze op de fiets. Er zijn al iets van vijf mensen die met haar mee gaan fietsen om mij in actie te zien in Parijs. Hardloopmaatjes en collega’s van kantoor hebben ook hun tickets al geboekt. Maar op 14 april eerst de Rotterdam Marathon. Vorig jaar reed papa dus met me mee en die taak moet de rest van de familie nu maar op zich nemen. Ik heb in de drie marathons die ik heb gelopen elke keer mijn pr verbeterd, hopelijk lukt dat opnieuw. Niels Esmeijer zal opnieuw mijn haas zijn, daar ben ik blij mee. Het is steeds lastiger om een goede haas te vinden. Dat is een stuk moeilijker als je weggaat op een tijd van 2 uur 26 dan op 2 uur 36. Niels had tot de Amsterdam Marathon een pr van 2 uur 28 en doordat wij samen de limiet liepen, heeft hij de smaak ook helemaal te pakken. We halen het beste in elkaar naar boven. Op 4 april, vlak voor de Rotterdam Marathon, word ik dertig. Als vrouw in de topsport beginnen de jaren dan wel te tellen. Nick en ik willen ook graag kinderen. Mijn moeder was dertig toen ze mij kreeg. En ik wil niet te oud moeder worden. Nick zei tegen me: ‘Je mag na de Spelen nog wel even doorgaan, hoor.’ Dat ga ik dan ook doen. Dit jaar loop ik de EK halve marathon als voorbereiding op de Spelen. Over twee jaar is de EK marathon. Ik mag op de Spelen niet verwachten dat ik even top- 20 loop, maar op de EK in 2026 kan dat wellicht wel. Misschien dat dat mijn grote afscheidsmarathon wordt. Ik ben heel dankbaar voor alles wat ik nu meemaak. Ik had nooit verwacht dat ik überhaupt dit niveau zou halen. Het voelt allemaal als een bonus.” Helden Magazine 71 Het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Anne Luijten heeft een bewogen tijd achter de rug. De atlete werd in 2023 Nederlands kampioen op de halve en de hele marathon, liep de olympische limiet en trouwde. Daar tegenover stond het overlijden van haar grootste fan: vader Jos. In aanloop naar de Rotterdam Marathon van 14 april praat ze in Helden Magazine 71 openhartig over de heftige periode die achter haar ligt. “Voor het eerst zonder papa. Ik heb al een paar wedstrijdjes gelopen sinds zijn overlijden en vond het niet heel erg lastig dat ik zijn gezicht ineens niet meer langs de kant zag. Maar op zondag 14 april bij de Rotterdam Marathon zal ik het moeilijker vinden dat hij er niet meer bij is, vermoed ik. Vorig jaar sliep ik bij mijn ouders in Rijswijk en reed ik gezellig met papa in de auto naar Rotterdam. We parkeerden de auto bij mijn broertje Tom en papa pakte de fiets uit de auto en ging met me mee naar de start. Tijdens de marathon volgde hij me op de fiets, terwijl hij al ziek was. Ik werd Nederlands kampioen in mijn tweede marathon, was ruim vijf minuten sneller dan bij mijn debuut, een jaar eerder ook in Rotterdam; het was zo’n mooie dag. Rotterdam heeft altijd al een speciaal plekje in mijn hart. Mijn oma is er opgegroeid en heeft het bombardement in 1940 meegemaakt. Mijn vader heeft er gestudeerd en ook heel veel geroeid. Zelfs zo hard dat hij zijn studie niet afmaakte. Mijn broertje heeft er ook gestudeerd en woont er nu. Ook op sportief gebied speelt Rotterdam van jongs af aan al een belangrijke rol. In de jeugd mocht ik meedoen aan de regiotrainingen die door de atletiekbond werden georganiseerd en die werden in Rotterdam gehouden. Daar reed papa me dan naartoe. Als meisje van achttien heb ik in 2012 Miranda Boonstra gevolgd tijdens de Rotterdam Marathon. Van ons huis in Rijswijk ben ik die dag op de fiets naar Rotterdam gegaan om haar te volgen. Daar aangekomen mocht ik meefietsen met Tonnie Dirks, de coach van Miranda. Ik vond het zo tof om haar volledig geconcentreerd te zien lopen achter haar gangmakers aan. Verschrikkelijk jammer dat ze op slechts acht tellen de olympische limiet miste, maar de blik achter de schermen maakte op mij grote indruk. Eigenlijk was dat het moment dat ik dacht: de marathon is wel heel gaaf. Mijn vader en moeder waren erg sportief. Naast roeien was mijn vader van het hardlopen. Mama deed dat ook, liep elk jaar de City Pier City Loop in Den Haag. Mijn zusje Femke wilde nadat ze mijn moeder die wedstrijd had zien lopen op atletiek en ik besloot met haar mee te gaan. Ik had gezwommen en geschaatst en mama vond hockey wel wat voor mij, maar het werd atletiek. Bij AV’40 in Delft trok ik meteen naar het hardlopen, zag mensen vaak kijken naar mij met het idee van: waarom doet zij aan het einde van de training nog zo haar best op de 800 meter? Ik vond het een uitdaging om te kijken of ik dan de jongens bij kon houden. Het was een leuke club, maar de meeste leden redeneerden dat het ook vooral ‘gezellig moest blijven’. Omdat ik daar iets te fanatiek voor was, stapte ik over naar een andere vereniging met een heel leuk hardloopteam en een heel bevlogen trainer, Arthur van Dijk. Daar dacht ik: gelukkig, er zijn er meer die net zo gek zijn van hardlopen als ik. In 2012 kreeg ik een scholarship van de Universiteit van Portland, ging in Amerika mijn studie combineren met hardlopen. De echte toppers konden na de middelbare school prof worden, dat zat er voor mij niet in. Ik kwalificeerde me voor enkele grote toernooien op de 3000 en 5000 meter, zoals de Europese Jeugdkampioenschappen, maar liep daarin vaak achterin mee. Toen de kans om naar Amerika te gaan zich voordeed, dacht ik: ik heb zoveel tijd in het hardlopen geïnvesteerd, dit avontuur wil ik aangaan. Ik trainde ’s ochtends en ’s middags met het team en kon tussendoor studeren. Geweldig. Ik heb mijn tijd in Portland zo lang mogelijk gerekt, heb eerst Sociologie en daarna Psychologie gestudeerd, waardoor ik er vijf jaar kon blijven. In 2017 keerde ik terug naar Nederland, ging bij Honoré Hoedt trainen en volgde de opleiding Sustainable Development in Utrecht. Het hardlopen ging goed, totdat ik begin 2018 een achillespeesblessure kreeg die maar op bleef spelen. Mijn toptijd op de 5000 meter was 16 minuten en 6 seconden en ineens moest ik tevreden zijn met tijden die een halve minuut langzamer waren. Daardoor werd het lastig om mezelf te blijven motiveren er vol voor te gaan, en bijvoorbeeld ook ’s avonds in de regen en kou nog de deur uit te gaan om te trainen. Mijn carrière als atlete zegde ik in mijn hoofd vaarwel, ik besloot in 2020 fulltime te gaan werken bij de gemeente Arnhem. Ik maakte me altijd al zorgen om de opwarming van de aarde en wat dat betekent voor mens en dier. In mijn werk hou ik me daar op lokaal niveau mee bezig. Ik mag in Arnhem buurtinitiatieven helpen werkelijkheid te worden, vooral op het gebied van klimaatadaptatie. Ik help versteende pleinen te vergroenen, zodat daar minder hittestress en wateroverlast is. Ik maak me hard voor meer bomen in de stad. Heel leuk om daaraan te mogen werken. Ik bleef naast mijn werk nog wel voor de lol hardlopen. Het leek me een leuke uitdaging om een keer een marathon te lopen, want dat had ik nog nooit gedaan. En dan natuurlijk het liefst die van Rotterdam. Ik liep bij mijn marathondebuut, in april 2022, een tijd van 2.36.34. Voor zo’n tijd koop je nog niks, maar de manier waarop ik die liep, gaf veel vertrouwen. Ik had vooraf tegen mijn coach John Jansen gezegd: ik wil er vooral plezier in hebben, me niet over de kop trainen en niet geblesseerd raken. Ik trainde toen iets van 130 kilometer in de week. Vooral in de namiddag, want ik werkte ook gewoon 36 uur in de week. Ik ging weg op een tijd van 2 uur en 38 minuten en het tempo dat ik liep, voelde voor mij – dat klinkt gek – echt als joggen. Na dertig kilometer voelde ik me nog net zo chill als na drie kilometer. Veel mensen hadden me van tevoren gewaarschuwd dat het na 35 kilometer pas echt zwaar zou worden. Ik dacht: jongens, het zal wel, maar ik ga nu echt versnellen. Ik pakte in de resterende twaalf kilometer nog anderhalve minuut op het tijdschema waarop ik van start ging. Ik verraste zelfs mijn coach: John dacht, net als veel anderen, dat ik waarschijnlijk niet zo’n goede marathonloper zou zijn. Na afloop wisten we: hier kunnen we wat mee, er is nog zoveel ruimte voor verbetering. Ik heb er nog nooit zo naar gekeken, maar achteraf kun je stellen dat die achillespeesblessure een geluk bij een ongeluk was. Anders had ik misschien nooit de switch naar de halve marathon en marathon gemaakt. Door het lot heb ik gevonden waar ik echt goed in ben. Daarna ging ik toewerken naar de Rotterdam Marathon van 2023. We hadden ingezet op 2 uur en 32 minuten. Net als bij mijn eerste marathon was David Hemstede mijn tempomaker en opnieuw liep ik een negative split, wat betekent dat ik het tweede deel van de marathon harder liep dan het eerste. Ik had opnieuw over op het einde, heb echt gesprint tot de streep. Ik liep halverwege al weg uit de groep mannen met wie ik tot dan toe had gelopen. Het was toen al lang en breed duidelijk dat ik Nederlands kampioen marathon zou worden, maar je moet altijd in je achterhoofd houden dat elke marathon de laatste kan zijn, omdat het veel van het lichaam eist. Dus elke kans om sneller te lopen dan je ooit hebt gedaan, moet je aangrijpen. Ik liep 2 uur 30 minuten en 59 seconden, kon vol trots zeggen dat ik een 2.30-loper was. De Rotterdam Marathon van 2023 was als een sprookje; ik won mijn eerste Nederlandse titel, liep een dik pr en mijn zieke papa was er gewoon bij. Hij hoefde niet zoveel te zeggen tijdens het meefietsen, zag aan mijn manier van lopen dat het goed ging. Het is voor een marathonloper vooral zaak om heel lang rustig te blijven: gedoseerd lopen en niet met krachten te smijten. Het was in tegenstelling tot de wedstrijd op de baan in het verleden niet nodig om me uitgebreid aan te moedigen. Papa zag dat het goed ging, zei af en toe wat en dan stak ik mijn duim op. Het was altijd heel fijn om hem bij me te hebben. Hij wist me tot rust te brengen, was altijd heel geduldig. Ik hoefde voor de start van mijn marathons, als ik op was van de zenuwen, maar naar hem te kijken en ik bedaarde al. Papa was echt een rots in de branding. Hij en mama waren nooit pusherig. Mama zei vaak alleen: ‘Als je er maar lol in hebt.’ Papa wist wat meer van sport omdat hij fanatiek had geroeid. Hij had ook dat competitieve in zich. Van ons drie, mijn zusje Femke, broertje Tom en ik, lijk ik het meest op papa. De gedrevenheid, alles uit jezelf willen halen; dat hadden we gemeen. En we waren bijvoorbeeld ook allebei niet goed in small talk op feestjes. Bij mensen die ik ken, voel ik me op mijn gemak, maar als ik bij wijze van spreken over het weer moet gaan praten om het ijs te breken, dan kost me dat alleen maar energie. Papa bleef liever thuis als hij ergens heen moest waar hij de mensen niet kende. Mama trok hem dan wel mee, hoor. Zij, Tom en Femke zijn veel socialer. Van mijn vader heb ik ook dat rationele. Ik droomde nooit van de Olympische Spelen toen ik op de baan liep. Simpelweg omdat deelname, met de tijden die ik liep, niet reëel was. Toen ik in Rotterdam ineens Nederlands kampioen op de marathon werd, kwam er veel op me af. Papa vond het zo mooi om te zien. We wisten toen al dat hij ziek was en dat had ik voor de marathon ook verteld in een interview met De Gelderlander. Ik ben altijd heel open, dus ook daarover. Rond de kerstdagen zaten wij als gezin altijd in een huisje ergens in Nederland. Ik kwam eind 2022 vrolijk aan met mijn vriend Nick. Bij het eten zei papa: ‘Ga maar even zitten, want ik heb niet zulk leuk nieuws.’ Hij had al gezien dat er iets mis was rond de alvleesklier. De dag na kerst moesten we naar het ziekenhuis in Delft en daar hoorden we dat hij een tumor had en dat die zeer waarschijnlijk kwaadaardig was. Op de terugweg naar het vakantiehuisje in Drenthe zaten we allemaal te huilen. Al snel werd het vermoeden bevestigd en begon de ellende. We wisten meteen dat de diagnose alvleesklierkanker een heel slechte was. Papa was 59 toen hij het hoorde en hij was de gezondste 59-jarige die je je maar kon voorstellen. Hij had nooit gerookt, zelden gedronken, nooit overgewicht en veel gesport. Dan hoop je: misschien zit hij wel bij die vijf procent die na vijf jaar nog leeft. Helaas. Er vielen ook wat dingen op hun plaats. In de zomervakantie van 2022 had hij ineens heel weinig lucht, hij kwam tijdens het bergwandelen amper omhoog. Hij ging naar de dokter en bleek een longembolie te hebben. Er is toen niet verder gekeken. Daarna bleef hij klachten houden, maar dacht: dat is nog van die longembolie. Hij kon niet lekker liggen. Het bleef maar voortduren en toen is hij uiteindelijk weer naar de huisarts gegaan. Achteraf kun je redeneren dat die longembolie een gevolg was van de tumor die er toen al zat. Ik ben blijven hardlopen toen mijn vader ziek was. Of het mijn uitlaatklep was, weet ik niet... Het gaf me in elk geval houvast en een ritme. En ik kon goed over m’n vader praten met mijn hardloopmaatjes. Ik wist ook dat ik mijn vader er blij mee maakte als ik bleef lopen. Papa vond het altijd geweldig als hij mee kon naar een wedstrijd van me. Hij zocht veel afleiding tijdens zijn ziekte, zat liever niet thuis niks te doen want dan voelde hij zich het ziekst. Als hij lekker naar me kon kijken, dan maakten papa en mama er meteen een leuk weekendje van. Ze hebben er samen echt nog alles uitgehaald in die laatste maanden. Ik werkte toe naar de Amsterdam Marathon op 23 oktober, vond het heel mooi en leuk om daar met papa naartoe te werken en die nog samen met hem te beleven. Papa en mama zaten in hetzelfde hotel als ik. Nienke Brinkman, die ook zou lopen, was geblesseerd geraakt, en toen werd ik naar voren geschoven. Moest in het Rijksmuseum op komen draven voor mijn eerste persconferentie ooit. En toen riep ik met mijn grote mond dat ik voor de olympische limiet ging. Ik had het een paar weken ervoor met mijn vader besproken, toen de trainingen zo lekker gingen. Ik vroeg aan papa: wat vind je, moet ik voor de olympische limiet gaan? Het gevaar van vertrekken op 2.26.50 is dat je helemaal kapotgaat na dertig kilometer en eindigt met niks. Maar ik dacht ook: als ik ooit naar de Spelen wil, dan moet het nu. Papa zei: ‘Je moet het zelf weten, maar als ik jou was, zou ik ervoor gaan.’ Toen hakte ik de knoop door, zei: ik ga voor die olympische limiet. Ik vond het zo spannend. Een paar weken voor de Amsterdam Marathon liep ik de halve marathon in Breda op marathontempo. Ik werd Nederlands kampioen in 1.13.22 en wist daardoor precies wat ik daarna nog een keer 21 kilometer lang moest doen om de olympische limiet te lopen. Maar ik werd verkouden vlak voor de marathon en kreeg last van mijn knie. De nacht voor de wedstrijd sliep ik slecht. Op de dag zelf had ik het hele schema om op de olympische limiet uit te komen op mijn hand geschreven. Maar het regende, dus die tijden kon ik al snel niet meer lezen. Ik had een heel goede haas, Niels Esmeijer, die ben ik blindelings gaan volgen. Tussen kilometers 20 en 25 was het heel zwaar, er kwam ineens een storm opzetten. Daarna was het oogkleppen op en in een soort waas doorlopen tot de streep. Heel anders dan bij de andere twee marathons, toen kreeg ik best veel mee van wat er langs de kant gebeurde. Niels zei steeds: ‘We zitten ongeveer tien seconden onder het schema dat leidt tot de olympische limiet.’ Verder communiceerden we heel weinig. Hij had het heel goed door als ik een beetje terugviel, dan zakte hij zonder iets te zeggen ook terug en voerde hij het tempo daarna langzaam weer wat op. In het Vondelpark, een paar kilometer voor het einde, vroeg ik aan Niels: zitten we er nog steeds onder? Volgens Niels was dat het geval. Toen kwam het besef dat het weleens zou kunnen lukken. Maar tegelijkertijd kreeg ik het heel erg zwaar. Ik voelde niet meer of ik nog op tempo aan het lopen was. Tien seconden is dan niks. Ik heb het gered, liep 2.26.36, veertien tellen onder de limiet, was Niels heel erg dankbaar. Papa wachtte me op bij de finish in het Olympisch Stadion. Dat papa nog meemaakte dat ik de limiet liep, maakte het extra mooi. Als je dan bedenkt dat er zoveel dingen misgingen in de voorbereiding en tijdens de marathon en dat ik toch de limiet liep... Je zou haast denken: het moest zo zijn. Het is een verhaal voor een film waarvan je, als je hem hebt gezien, denkt: dat kan in het echt toch nooit? Ik geloof niet in magie, maar zou er haast in gaan geloven. Niet lang daarna, op 4 november, was er weer een mooie dag. Nick en ik trouwden op een schitterende locatie: Kasteel Doorwerth. We leerden elkaar kennen in Amerika, waar hij vandaan komt. Nick zat in het hardloopteam bij de mannen op de Universiteit van Portland. In het tweede jaar dat ik daar zat, in 2013, begonnen we met daten. Toen ik terugging, zei hij: ‘Ik kom voor jou naar Nederland.’ We hadden eerst een jaar een langeafstandsrelatie, Nick werkte nog. In 2018 kwam hij naar Arnhem, had Scheikunde gestudeerd en wilde hier een master Computerscience halen. Hij heeft zijn bachelor hier gehaald en is toen naar Zweden gegaan om zijn master te halen. Sinds 2020 zijn we weer samen en intussen spreekt Nick heel behoorlijk Nederlands. Hij doet zoveel voor me. Nick fietst vaak met me mee als ik train, kookt elke avond voor me. Ik heb ook tegen hem gezegd: als jij wil dat ik na de Spelen stop, dan doe ik dat zonder gevoelens van wrok. Het is niet altijd leuk dat jouw vrouw dag in dag uit om tien uur ’s avonds in bed ligt. Alle weekenden gaan ook op aan het hardlopen. Nick is in aanloop naar een marathon mijn meefietsende coach, koolhydratendrank- en waterdrager. Ondertussen wordt hij ook nog uitgekafferd als hij bij de marathonblokken net te hard of te langzaam fietst. Toen mijn vader ziek werd, zei ik tegen Nick: trouwen is geen must, maar als mijn vader overleden is, wil ik het niet meer, dus als je nog wat wil... Ik vond de gedachte dat mijn vader er niet meer bij zou zijn te verdrietig, wilde ook heel graag dat hij mij weg zou geven bij het altaar. Nick begreep de boodschap. Hij is vorig jaar met zijn broer naar IJsland gegaan en heeft daar in het geheim een verlovingsring gekocht. Voor de eerste voorbereiding op de Marathon van Amsterdam zijn we vier weken naar Sankt Moritz geweest. We hadden afgesproken dat hij één dag helemaal in mocht richten zoals hij het wilde, ook al paste dat niet in mijn trainingsschema. Nick nam me mee voor een wandeling naar een gletsjer. Hij had halverwege een lunch geregeld en toen we ’s avonds op de gletsjer waren, heeft hij me ten huwelijk gevraagd. Daarna hadden we minder dan drie maanden de tijd om het huwelijk te regelen. Tegelijkertijd kon de trouwerij niet voor de marathon plaatsvinden en moest het gezien de toestand van mijn vader zo snel mogelijk erna. Na de Amsterdam Marathon ging mijn vader snel achteruit. De bruiloft was heel zwaar voor hem, hij was echt heel ziek. Papa heeft me nog kunnen begeleiden naar het altaar, nog een mooie speech gehouden en heeft de hele dag meegemaakt. Veel mensen vragen me of ik wel heb kunnen genieten van mijn trouwdag. Ik vond het juist heel mooi dat papa er nog bij was. En niet alleen daarbij. De laatste wedstrijd die hij heeft gezien, was mijn allerbeste wedstrijd ooit. Eigenlijk is het heel raar dat ik de laatste tien maanden van mijn vaders leven mijn beste waren op sportief gebied. Ik ben daarom vooral dankbaar dat hij bij zulke belangrijke momenten in mijn leven nog aanwezig is geweest. Op 6 november, twee dagen na ons huwelijk, ging mijn vader naar het ziekenhuis voor een gesprek over een experimentele behandeling. Bij alvleesklierkanker doe je dat eigenlijk vooral omdat je daarmee andere mensen helpt, niet omdat je er zelf nog wat aan hebt. Papa kon niet meer, zijn lichaam was op, hij zag af van die behandeling. De chemo’s hielpen niet meer, hij kon niet meer eten en drinken. Op die dag besloten wij als gezin dat het mooi was geweest. Hij was opgelucht toen hij voor euthanasie koos. Precies een week later is die uitgevoerd. Papa is slechts zestig jaar geworden. Mijn vader was vlak voordat hij overleed vooral heel erg nieuwsgierig naar alles wat er nog ging gebeuren als hij er niet meer zou zijn. Hij was er heel graag bij geweest in Parijs. Hij vond het ook heel spannend, dacht: gaat ze er straks wel echt heen? Ik heb wel de limiet gelopen, maar per land mogen er maximaal drie atleten uitkomen op de marathon. Sifan Hassan en ik zijn tot op heden de enige twee Nederlanders die de limiet hebben gelopen, maar tot en met 30 april kunnen er altijd nog atleten onder mijn tijd lopen. Ik sta aan de start in Parijs of ik zit daar op de camping met vrienden en familie, omdat zij die toch al hebben afgehuurd. Ook gezellig, maar ik ga er liever heen om hard te lopen. Het is dus nog even afwachten, maar ik heb heel goede hoop. Mijn moeder heeft het leven na het overlijden van mijn vader gelukkig goed opgepakt. Zoals ik net al zei: mama is van de twee de sociaalste. Toen ik vorig jaar vertelde dat de Rotterdam Marathon beladen was voor me, omdat mijn vader ziek was, kwam dat meteen in het nieuws. Iedereen wist ineens dat papa ziek was. Veel mensen hebben de moeite genomen om langs te komen of om hem en mama een hart onder de riem te steken. De mensen die met mama mee hebben geleefd toen mijn vader ziek was, zijn ook na het overlijden van papa heel erg lief voor haar. Als ik erbij ben op de Spelen, dan gaat mama op de fiets naar Parijs. Ze is al hard aan het trainen. Naar alle mensen die haar uitnodigen, gaat ze op de fiets. Er zijn al iets van vijf mensen die met haar mee gaan fietsen om mij in actie te zien in Parijs. Hardloopmaatjes en collega’s van kantoor hebben ook hun tickets al geboekt. Maar op 14 april eerst de Rotterdam Marathon. Vorig jaar reed papa dus met me mee en die taak moet de rest van de familie nu maar op zich nemen. Ik heb in de drie marathons die ik heb gelopen elke keer mijn pr verbeterd, hopelijk lukt dat opnieuw. Niels Esmeijer zal opnieuw mijn haas zijn, daar ben ik blij mee. Het is steeds lastiger om een goede haas te vinden. Dat is een stuk moeilijker als je weggaat op een tijd van 2 uur 26 dan op 2 uur 36. Niels had tot de Amsterdam Marathon een pr van 2 uur 28 en doordat wij samen de limiet liepen, heeft hij de smaak ook helemaal te pakken. We halen het beste in elkaar naar boven. Op 4 april, vlak voor de Rotterdam Marathon, word ik dertig. Als vrouw in de topsport beginnen de jaren dan wel te tellen. Nick en ik willen ook graag kinderen. Mijn moeder was dertig toen ze mij kreeg. En ik wil niet te oud moeder worden. Nick zei tegen me: ‘Je mag na de Spelen nog wel even doorgaan, hoor.’ Dat ga ik dan ook doen. Dit jaar loop ik de EK halve marathon als voorbereiding op de Spelen. Over twee jaar is de EK marathon. Ik mag op de Spelen niet verwachten dat ik even top- 20 loop, maar op de EK in 2026 kan dat wellicht wel. Misschien dat dat mijn grote afscheidsmarathon wordt. Ik ben heel dankbaar voor alles wat ik nu meemaak. Ik had nooit verwacht dat ik überhaupt dit niveau zou halen. Het voelt allemaal als een bonus.” Helden Magazine 71 Het interview met Anne Luijten is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie blikt zwemfenomeen Ian Thorpe terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Schaatsen

Jutta Leerdam: ‘Echt schaatsen staat altijd voorop’

Jutta Leerdam (25) weet dat de schijnwerpers bij de WK Afstanden (15-18 februari in Calgary) en WK Allround & Sprint (8-10 maart in Inzell) op haar gericht zijn. Want dat gebeurt overal waar ze verschijnt. Alles wat Jutta doet is nieuws. Of het nou haar prestaties op het ijs zijn, haar posts op social media of haar relatie met influencer Jake Paul. Hoe kijkt ze daar zelf naar? En hoe kijken anderen naar haar? Jutta Leerdam is sinds afgelopen zomer ook te bewonderen in Madame Tussauds. Op Instagram postte ze foto’s van zichzelf met haar wassen evenbeeld. Uiteraard ontbraken bij de replica haar trademarks – lang blond haar en zwarte eyeliner – niet. [caption id="attachment_19485" align="alignnone" width="2560"] Jutta posseert met haar evenbeeld in Madame Tussauds[/caption] Hoe anders was dat in september toen ze haar debuut maakte als model bij de Fashion Week in modestad Milaan voor BOSS. Op social media deelde ze met haar meer dan vier miljoen volgers beelden van de modeshow en hoe het er backstage aan toeging. Ze was op de catwalk te zien in een lange zwarte jas, zonder eyeliner en het haar had ze vast. Weer eens wat anders. Op TikTok liet ze weten dat ze nooit ‘catwalk-les’ had gekregen, omdat ze elke dag alleen maar schaatst. Haar volgers blijven ook op de hoogte van haar relatie met de Amerikaanse influencer, YouTuber en bokser Jake Paul. Ze maakten in april hun relatie bekend en sindsdien deelden ze meerdere keren foto’s en filmpjes van hen samen op hun social mediakanalen. Jake Paul was ook te bewonderen bij het World Cup Kwalificatie Toernooi in Thialf eind oktober, waar hij vanaf de tribune – en naast zijn ‘schoonouders’ Ruud en Monique – Jutta de 1000 meter zag winnen. Het team rondom Paul vroeg vooraf aan de organisatie of ze de auto voor de deur mochten parkeren en er wellicht een aparte ingang was voor Paul en zijn gevolg. Het antwoord was simpel: in Thialf parkeert iedereen op dezelfde parkeerplaats en gaan alle bezoekers door dezelfde ingang. Ook iemand met dik 25 miljoen volgers op Instagram. Op haar beurt was Jutta in augustus aanwezig bij een bokspartij van haar vriend. Ze zag Jake Paul in Dallas zijn entree maken op een tank en daarna de partij winnen. Ook was ze al te gast in zijn goed beluisterde podcast en schitterde ze in zijn YouTube-video’s. Vlak voor de kerst deelde Jutta op social een video van haar en Jake dansend naast de kerstboom in op elkaar afgestemde kerstoufits. ‘Mensen hebben altijd wel een mening over de dingen die ik doe. Tot nu toe bewijs ik keer op keer dat de invloed van al die dingen op mijn schaatsen wel meevalt’ De schijnwerpers waren ook op Jutta gericht tijdens de ploegenpresentatie van Jumbo-Visma op het hoofdkantoor van Unilever in Rotterdam, half september. Tal van cameraploegen waren uitgerukt, onder andere eentje van RTL Boulevard - die natuurlijk vooral geïnteresseerd was in haar liefdesleven - en fotografen, waaronder die van roddelbladen. “Er is geen enkele schaatser die zoveel druk heeft als ik,” stelde ze op het podium. Toen ze van interview naar interview was gegaan en voor elke camera opnieuw haar verhaal had gedaan, zei ze: “Ik weet zeker dat ik degene ben die de meeste ogen op zich gericht weet.” Hype “Ik heb nooit gedacht: laat ik het maar niet doen,” lachte Jutta toen haar breed uitgemeten relatie ter sprake kwam. “Die hype was er ook al voordat we elkaar leerden kennen. Er is geen ontkomen aan dat wij opduiken in de media. Hij is een vlogger en YouTuber, doet het supergoed op social media en heeft een heel content-team om zich heen. Vanaf het begin wisten we dat we nooit een privérelatie konden hebben. Voordat we überhaupt aan het daten waren, was het al een ding in de media en online. Wij hebben iets supersterks samen, delen af en toe iets van ons beiden, maar eigenlijk is dat best oppervlakkig. De dingen die privé zijn, proberen we ook echt privé te houden. Social media zijn ergens een afspiegeling van mijn leven, maar wel uitvergroot. Want ik ben ook gewoon twee keer per dag aan het trainen, ik zit op de fiets en zie mijn vriend bijna niet.” Op de vraag of het samenzijn met Jake Paul niet voor nog meer druk op haar schouders zorgde, antwoordde ze: “Ik voel altijd druk. Toen ik in aanloop naar de Spelen in Beijing mijn eigen schaatsteam begon, voelde ik die druk ook. Ik hoorde mensen zich afvragen: gaat dit wel goed? Daarna de Spelen zelf. Vervolgens de switch naar Team Jumbo- Visma in 2022, waardoor ik vooral bij mezelf heel veel druk voelde om me te bewijzen. Kortom: elk jaar voel ik druk en die kan ik altijd wel omzetten in extra motivatie en scherpte.” 'Stemmetje in m'n hoofd' Vanaf het moment dat ze in 2017 als achttienjarige wereldkampioen allround werd bij de junioren wisten mensen van haar bestaan. Niet alleen door haar prestaties, maar ook door haar uiterlijk. Ze kreeg een relatie met schaatser Koen Verweij en haar schare volgers op social media nam snel toe, ook omdat ze heel actief was met het posten van foto’s, filmpjes en berichten. In 2020 won ze haar eerste individuele wereldtitel, op de 1000 meter, en sindsdien kreeg ze vaak de vraag of haar leven als ‘merk’ en ‘influencer’ haar prestaties op het ijs niet in de weg stonden. Ondertussen was het nooit rustig. Eerst maakte ze de overstap van Team IKO naar Reggeborgh. In 2020 kwam ze er niet uit wat betreft een nieuw contract, waarop ze met haar vriend een eigen ploeg, Worldstream, begon. Na de Spelen in 2022 ging het uit met Verweij en stapte ze over naar Jumbo-Visma. Ze bleef ondanks alles presteren: in 2021 werd ze Europees kampioen sprint, in 2022 won ze olympisch zilver op de 1000 meter en de wereldtitel sprint, in 2023 werd ze wereldkampioen 1000 meter en Europees kampioen sprint. “Mensen hebben altijd wel een mening over de dingen die ik doe,” stelde ze, “sommigen denken misschien dat ik, door de dingen die ik naast het schaatsen doe, minder oog heb voor mijn sport, maar dat is absoluut niet het geval. Dit jaar is mijn relatie natuurlijk veel in het nieuws waardoor ze dat zouden kunnen denken, maar toen ik mijn eigen team opzette, was het: ‘Zorgt dat niet voor veel te veel stress bij dat meisje?’ Tot nu toe bewijs ik keer op keer dat de invloed van al die dingen op mijn schaatsen wel meevalt. Ik heb altijd dat stemmetje in m’n hoofd dat me scherp houdt. Het lukt me ook altijd goed om me af te sluiten voor dingen, om gefocust te blijven op het proces, op hoe ik hard kan schaatsen. Maar ik voel wel dat ik me elke keer opnieuw moet bewijzen.” Het komt voor de buitenwacht wellicht anders over, maar Jutta had een veel stabielere zomer dan een jaar eerder. “Ik ben gelukkig en dat was vorige zomer anders, toen had ik een heel moeilijke periode,” doelde ze op de breuk met Verweij. “Ik stapte ook nog eens over naar Jumbo- Visma. Alles wat me daarvoor stabiliteit bood, was weg. Dat ik meteen daarna een heel goede winter reed, had ik absoluut nooit verwacht. Ik heb daar veel vertrouwen uit gehaald. Nu heb ik wel veel stabiliteit, daardoor heb ik het gevoel dat ik de stijgende lijn makkelijker voort kan zetten. Ik heb afgelopen zomer met mijn coach Jac Orie door kunnen bouwen op vorig seizoen.” Over Jutta Jac Orie: 'Jutta heeft een goed motortje' Jutta is ontzettend goed trainbaar en heel erg gedreven. Ik moest haar eerder afremmen. De truc is om haar op alle gebieden een beetje af te remmen, anders loopt ze zichzelf voorbij,” zegt Jac Orie, vanaf de zomer van 2022 tot afgelopen seizoen haar trainer/ coach bij Jumbo-Visma. “Dat afremmen doe ik door zo goed mogelijk uit te leggen wat we willen trainen, hoe we dat willen doen en wat de gevolgen zijn als ze te veel doet. Bij toppers is het zo, is mijn erva-ring, dat als je de aanpak heel goed met ze bespreekt, ze er ook echt voor gaan. Je moet bij sporters van het kaliber Jutta nooit met een lulverhaal aankomen, daar prikken ze zo doorheen.” Voordat hij aan de slag gaat met een schaatser heeft Orie hem of haar al helemaal geanalyseerd. Afgaande op haar testresultaten en waardes schat hij in waartoe een schaatser in staat kan zijn. Uiteraard heeft hij ook zo’n gesprek met Jutta gevoerd. “Als Jutta wat ze in zich heeft ook kan vertalen naar het ijs, dan kan er een seconde af van het baanrecord op de 1000 meter in Thialf. Maar tussen theorie en praktijk zit nog wel iets, hè. Ze moet op het juiste moment in vorm zijn, de omstandigheden zoals de luchtdruk moeten goed zijn. Maar fysiologisch is ze er in elk geval toe in staat. Ze heeft een motortje hangen, hoor, en ze heeft veel vermogen. Jutta heeft een goede mix. Ze rijdt geweldige bochten, maar op de rechte stukken is technisch gezien nog winst te halen. En dan vooral op de kruisingen. Haar start kan ook beter. Op de eerste dertig meter is haar positie wat betreft haar bekken niet altijd goed. De ene keer doet ze het wel goed, de andere keer niet. Dat moet stabieler worden. Ja, er is echt nog veel progressie te boeken.” Ze blinkt nu vooral uit op de 1000 meter. Orie denkt dat ze ook een heel goede 500 en 1500 meter kan rijden. “Jutta is een echte 1000 meterrijdster. Op die afstand komen al haar kwaliteiten samen. Maar als haar start beter is, gaat ze ook weer sneller op de 500 meter en als ze de rechte stukken beter rijdt, heeft dat ook meteen effect op haar 1500 meter.” Natuurlijk is het Orie ook niet ontgaan dat er veel belangstelling voor Jutta is. “Maar ik kijk vooral naar hoe ze traint, of ze haar rust pakt en of ze goed belastbaar is. Als dat allemaal goed in orde is, dan ben ik als trainer en coach tevreden. De rest is voor haar eigen verantwoordelijkheid. Er is natuurlijk veel te doen over haar liefdesleven. Volgens mij zijn ze hartstikke gelukkig en dan is het toch goed? Ik heb Jake Paul al een paar keer gesproken, hij is hartstikke respectvol en in mijn ogen een rustige jongen.” Bang voor jaloezie of een verstoring van de dynamiek binnen de ploeg door alle aandacht die Jutta krijgt, is hij niet. “De andere schaatsers snappen over het algemeen wel hoe het werkt, hoor. En Jutta gaat er ook gewoon goed mee om.”   Dai Dai N'tab: 'Zij is wat veel vrouwen willen zijn' “Ik zie Jutta als een heel vrolijk persoon, die lekker door het leven hobbelt. Toen ze in 2019 binnenkwam bij Reggeborgh was ze nog best onzeker. Ze was een jong meisje met iets van tien- of vijftienduizend volgers op social media. Jutta was er toen trouwens ook wel al druk mee. Daarna zijn onze wegen een beetje gescheiden. Zij begon haar eigen ploeg en ik vertrok naar Jumbo-Visma. Mooi om te zien hoe ze zich sindsdien heeft ontwikkeld, als sporter en mens. En als merk, want dat is ze ook,” zegt sprinter Dai Dai N’tab. Jutta en hij waren eerder ploeggenoten en maatjes bij Reggeborgh en waren dat weer bij Jumbo-Visma. “We praten veel met elkaar, tijdens lange autoritten voeren we vaak wat meer diepgravende gesprekken. Op mentaal vlak hebben we veel aan elkaar. Jutta kan een beetje onzeker zijn over dingen die er nog aan zitten te komen, maar dat houdt haar ook scherp. Ze is op haar pad al verschillende obstakels tegengekomen, maar die grijpt ze altijd aan om ervan te leren, er weer beter uit te komen en er iets moois van te maken.” N’tab gebruikt social media ook, maar bij Jutta is dat next level. “Ze weet heel veel ogen op zich gericht en dat zorgt ook voor meer druk. Het zit haar niet in de weg, want ze is op de 1000 meter veel beter dan bijna al haar concurrenten. De wetenschap dat ze goed is en de goede dingen doet in de training, neemt ook weer veel druk weg.” Jutta beseft dat ze met haar grote bereik thema’s op de kaart kan zetten. Ze schroomde niet om onderwerpen waar normaal een taboe op rust – zoals menstruatieklachten bij topsporters en haar ervaringen met obsessief afvallen – aan te kaarten. N’tab: “Jutta heeft van jongs af aan al een uitgesproken mening. Ik vind het tof dat ze gewoon dingen durft te blijven zeggen. Wat ze heel goed doet, is zichzelf als een heel geloofwaardige vrouw neerzetten. Zij is wat heel veel vrouwen willen zijn: een mooie, sterke dame die ook nog eens succesvol is. Zij spreekt daardoor een heel breed publiek aan. Ook mannen vinden haar natuurlijk interessant door hoe zij eruitziet. Ze weet heel goed de juiste snaar te raken bij mannen en vrouwen.” Antoinette Rijpma- de Jong: 'Jutta kijkt heel anders tegen zaken aan dan ik' “Wij trainen eigenlijk niet samen. Ik heb een schema voor allrounders en Jutta voor sprinters,” zegt Antoinette Rijpma-de Jong. Ze werd in 2023 wereldkampioen op de 1500 meter en pakte WK-zilver op de 1000 meter achter ploeggenote Jutta. Daarnaast pakte ze de Europese titel all-round. Bij de afgelopen EK Afstanden was het op de 1000 meter weer: Jutta één, Rijpma-de Jong twee. “Als het moet gebeuren op de 1000 meter dan sta ik er, maar mijn focus ligt meer op de 1500, de 3000 meter en het allrounden." Rijpma-de Jong hield zich vroeger ook veel bezig met social media, maar heeft het op aanraden van haar man Coen, met wie ze in 2022 trouwde, juist afgebouwd. “Voor mij werkte het niet om ook nog intensief bezig te zijn met social media, het was beter om minder te letten op likes en wat andere mensen van mij vinden. Ik heb mijn handen al vol aan het schaatsen. Jutta krijgt juist energie van die aandacht, eigent het zich ook toe om in het middelpunt van de belangstelling te staan. We zijn afgelopen jaar allebei wereldkampioen geworden, maar ik profileer me minder. Ik vind het wel heel knap hoe zij alles heeft opgebouwd en hoe goed ze zich kan presenteren op en naast het ijs. Jutta kijkt heel anders tegen zaken aan dan ik. Dat maakt Jutta Jutta en dat maakt mij Antoinette. Ik woon lekker op de boerderij in Rottum met mijn man en vind het helemaal geweldig om in mijn vrije tijd met de paarden bezig te zijn.” Thomas Krol: 'Jutta heeft standbeeld in Madame Tussauds hè' “Jutta kan ons volgen en dat is voor haar gunstig, maar wij hebben er geen voor- deel aan dat zij met ons traint. Zij rijdt immers achter ons aan, wij niet achter haar. Wij doen ons ding en als zij ons wil volgen, dan is dat prima,” zegt ploeggenoot Thomas Krol, onder andere regerend olympisch kampioen op de 1000 meter, twee keer wereldkampioen en winnaar van olympisch zilver op de 1500 meter en wereldkampioen sprint. Lachend: “Jutta heeft een standbeeld in Madame Tussauds in Amsterdam, hè, dat zegt genoeg. Dat heeft Ireen Wüst niet, terwijl zij de succesvolste Nederlandse olympiër ooit is. Het draait niet meer alleen om prestaties, maar ook om het hele bereik. Dat is de tijd waarin we leven. Het staat Jutta vrij om daarmee bezig te zijn, maar ik heb daar zelf helemaal geen affectie bij om het op die manier te doen. Ik heb niet zo heel veel met showbizz en glamour. Ik heb het daar weleens over met haar, hoor. Gekscherend maak ik dan een opmerking als: joh, stop eens met selfies maken en ga eens trainen. En dan roept Jutta altijd: ‘Je bent gewoon ja- loers.’ We kunnen elkaar daar heel goed mee dollen. Zij doet haar ding en ik het mijne.”   Femke Kok: 'Door Jutta krijgt het hele schaatsen meer aandacht “Wij zijn elkaars concurrent, komen elkaar altijd tegen. Jutta houdt mij scherp. Als er iemand is die heel snel is, wil ik daar niet voor onderdoen. Jutta motiveert me om het maximale uit mezelf te halen, maar ik focus me daarbij wel vooral op mezelf. We gaan normaal met elkaar om. Ik ben tegen iedereen altijd sportief, zo zit ik in elkaar,” zegt Femke Kok, sprinter van Team Reggeborgh, over haar rivale. In 2020 en 2022 pakte ze samen met Jutta – en Letitia de Jong en Dione Voskamp – de wereldtitel op de teamsprint, maar verder nemen ze het vooral tegen elkaar op. Bij de EK sprint van 2021 en 2023 was het brons en zilver voor Kok en twee keer goud voor Jutta. Bij de WK sprint van 2022 pakte Jutta goud en Femke zilver. Waar Femke Kok de 500 meter als specialiteit van het huis heeft, geldt dat bij Leerdam vooral voor de 1000 meter. Femke won op de vorige WK Afstanden goud op de 500 meter, waar Leerdam de wereldtitel op de 1000 meter pakte en brons op de halve afstand. Afgelopen EK Afstanden won Kok de 500 meter voor Jutta. Kok ziet natuurlijk ook hoe Jutta de schijnwerpers op zich gericht weet op en naast het ijs. “Ik ben me er eigenlijk niet zo van bewust dat je als topsporter ook je eigen merk kunt zijn, ben er veel minder mee bezig om me te profileren op social media. Ik post af en toe dingen op Instagram en dat is eigenlijk altijd gerelateerd aan mijn sport. Dat doe ik omdat ik het leuk vind en heb daar verder geen bijbedoelingen mee. Ik ben puur bezig met mijn sport en verder niet. Maar Jutta zorgt voor veel publiciteit, door haar krijgt het hele schaatsen meer aandacht en dat is goed.” Hélène Hendriks: 'Ik ben niet zo bang dat ze gaat zweven' “Wat Jutta heeft gecreëerd afgelopen jaar, is gigantisch. Zij is een enorm boegbeeld, dat zal iedereen beamen. Zij is gewoon een ster, een absolute ster,” zegt tv-presentatrice Hélène Hendriks, die de presentatie van de schaatsploeg van Jumbo-Visma deed. “Bij haar komt alles samen. Ze is topsporter, een soort van stijlicoon, een influencer én ze heeft een verhouding met Jake Paul, die een nog groter fenomeen op social media is dan Jutta. Zij bewijst dat het samen kan gaan.” Hendriks, in 2023 winnaar van de Televizier-Ring in de categorie presentator, speelde voordat ze een tv-persoonlijkheid werd, jarenlang hockey in de hoofdklasse. “Zolang haar prestaties goed zijn, twijfelt niemand ergens aan. Maar een verhouding die over de hele wereld breed wordt uitgemeten, kan behoorlijk wat met iemand doen. Dat betekent ook dat je voorzichtig moet zijn. Ik snap dat er bij Jutta wat meer gereserveerdheid in zit, dat ze haar leven heel erg wil regisseren. Want als je maar zo open en vrolijk in het leven blijft staan, dan kun je ook weleens je neus stoten. Belangrijk is dat de kleine cirkel om haar heen haar met beide benen op de grond houdt. En eerlijk gezegd ben ik ook niet zo bang dat ze gaat zweven. Ik vind haar gewoon een hele nuchtere, knappe verschijning, maar bovenal een waanzinnige topsporter. Ik zie in alles bij Jutta de topsporter. Haar gedrevenheid, die enorme wil. Zonder die eigenschappen kun je niet presteren.” Ze is een ster en dat zorgt dat veel mensen wat van haar willen, aldus Hendriks. “Mensen zien een verdienmodel. Dat zie je bij voetballers ook. Dan moet je je staande houden en de juiste mensen om je heen verzamelen. Daar is ze volgens mij slim genoeg voor en die heeft ze ook al om zich heen." Koen Verweij: 'Ik kijk met een glimlach terug' “Jutta heeft me veel nieuwe dingen en inzichten bijgebracht en hopelijk ik haar ook,” liet Koen Verweij in een schrifte- lijke verklaring weten nadat in 2022 na ruim vijf jaar een einde kwam aan de relatie met Jutta, met wie hij ook schaatsploeg Worldstream begon. “Ik ben trots en dankbaar voor alle reizen, lessen en momenten die we samen hebben mogen delen en ik kijk met een glimlach terug op de bijzondere periode uit ons leven die we met elkaar hebben gedeeld. Meer zeg ik er niet over.” Jake Paul: 'Toen ik op een donkere plek was, was ze er voor me' “Wat mijn toekomstplannen met Jutta zijn? Trouwen!” vertelde Jake Paul aan SBS Shownieuws toen hij in oktober Thialf aandeed om vanaf de tribunes de verrichtingen van Jutta te volgen. In zijn video’s op YouTube zei hij: “Ze is lief, zorgzaam, oprecht en liefdevol. Wat onze grootste uitdaging zal worden? Dat iedereen me zal haten omdat ik met haar date. Boeit me trouwens niet. I’m Dutch now, omdat Jutta mijn grote liefde is.” Begin april bevestigden ze hun relatie, nadat er daarvoor al foto’s en video’s te zien waren dat ze met elkaar optrokken in Miami. “Jutta is een van de zuiverste mensen die ik in mijn leven heb ont- moet. Ze haalde mij echt uit de put toen ik na zes overwinningen op rij verloor van Tommy Fury. Ze heeft me geholpen om over deze nederlaag heen te komen. Toen ik op een donkere plek was, was ze er echt voor me en sprak ze over haar nederlagen. We begrepen elkaar in de dingen die ik doormaakte. Ze is zo’n zegen geweest. Dus Jutta, als je dit bekijkt: je bent geweldig.” Bas Tietema: 'Jutta hoort bij deze tijd' “Wat ik bij Jutta heel knap en bijzonder vind: zowel als sporter en als influencer bereikt ze een hoog niveau. Je merkt dat mensen heel graag iemand in een hokje willen stoppen, zo van: ben je nou influencer of ben je nou sporter? Bij Jutta hoeft die vraag niet gesteld te worden, ze is top op de socials en op het ijs. Presteren en zichtbaar zijn, dat is razendknap. Jutta flikt het gewoon. Ze is ook van een jongere generatie die de waarde van social media begrijpt. Voor zichzelf, maar ook voor haar sport. Het plezier spat er ook af als je de video’s ziet,” zegt Bas Tietema, YouTuber, oud-wielrenner en oprichter van wielerploeg TDT-Unibet Cycling Team. “Ze is onder jongeren ook heel populair. En ze is goed voor het imago van het schaatsen, dat door Jutta ook weer meer zal worden bekeken door jongeren. Daar komt dan nog eens haar relatie met Jake Paul bij, iemand met miljoenen volgers over de hele wereld. Het is alles bij elkaar een superverhaal: van het ijs in Thialf naar de catwalk in Milaan en glamour in Miami. Voor jongeren is ze een rolmodel geworden. Fans willen tegenwoordig meer van sporters zien dan enkel hoe ze trainen. Sporters als Jutta nemen de fans mee in hun leven, dat hoort bij deze tijd.” Chris Woerts: 'Zodra het even tegenzit zal er kritiek komen' “Jutta Leerdam is een zeer gewaardeerde en talentvolle sporter. Daar wordt ze in de eerste plaats op afgerekend. Daarnaast is Jutta influencer en social mediageniek. Zolang dat niet ten koste gaat van het sporten is er niets aan de hand, maar de scheidslijn is dun en dat maakt haar kwetsbaar,” stelt Chris Woerts, sportmarketeer en geregeld bargast in tv-programma Vandaag Inside. “In de media en op de juicekanalen wordt gesmuld van haar excentrieke leven met een partner die ook leeft van social media-aandacht. Zolang ze de nummer één van de wereld is, zal iedereen haar bevindingen met aandacht en plezier volgen. Maar zodra het even tegenzit, komt die andere rol ter sprake en zal er kritiek komen. Daar moet ze zich op voorbereiden en ook rekening mee houden. Ik begrijp goed dat Jutta het maximale rendement wil halen uit haar social mediakanalen. Het is prettig om een andere inkomstenstroom te hebben naast die van schaatser. Zolang het niet controversieel is en binnen de perken blijft, is het prima.” Kosta Poltavets: 'Ze heeft met Kramer en Wüst die ultieme wil om te winnen gemeen' “Jutta is de meest complete schaatser met wie ik heb gewerkt,” zegt Kosta Poltavets, van 2020 tot en met 2022 haar trainer bij Worldstream. “Ze is fysiek de ideale schaatser en ik hoefde als trainer eigenlijk alleen maar te finetunen. Ik was alleen maar bezig met details, met bijslijpen. Voor de rest was ze toen al megagoed.” Jutta droeg in 2022 met tranen in haar ogen haar wereldtitel sprint op aan haar Oekraïense coach, die het zwaar had met de Russische inval in zijn geboorteland en de onzekere situatie van familie en vrienden die daar woonden. “Jutta is ook zo prettig in de omgang. In een team zorgt ze altijd voor de goede sfeer.” Poltavets werkte ook voor de Russische schaatsbond en in Nederland stond hij in het verleden ook Sven Kramer en Ireen Wüst bij. “Wat Jutta gemeen heeft met Ireen en Sven is haar ultieme wil om te winnen. Wat ze verder met social media doet, gaat niet ten koste van haar prestaties. Knap. Dat komt omdat er iets is wat voor haar belangrijker is dan wat dan ook: winnen.” Marianne Timmer: 'We kunnen iets leren van haar gedurfde aanpak' “Jutta Leerdam is een fenomenale sportvrouw met een prachtige techniek en een mooie uitstraling op het ijs,” zegt Marianne Timmer, drievoudig olympisch kampioen, twee keer wereldkampioen 1000 meter en een keer wereldkampioene sprint. Zij was ook een schaatsster die ongekend populair was en de sport oversteeg, weliswaar in een tijd zonder social media. “Jutta’s vermogen om zich zowel sportief als vrouwelijk te presenteren, zorgt ervoor dat ze op en buiten het ijs opvalt. Hoewel ik haar niet persoonlijk ken, bewonder ik de manier waarop ze zichzelf profileert op social media. Haar gedurfde en verfrissende aanpak kan het schaatsen in het algemeen een boost geven, zelfs in Amerika. Zij trekt met haar uitstraling en zichtbaarheid nieuwe jonge fans richting het schaatsen. Haar relatie met Koen Verweij en nu met Jake Paul lijkt een spannende dynamiek te brengen, waar de schaatswereld van mee profiteert.” Timmer bestempelt Jutta’s presentatie als on-Nederlands. “Zij positioneert zich zonder terughoudendheid als de beste. In Nederland is bescheidenheid vaak de norm, maar Jutta’s zelfverzekerde houding kunnen we als een positief voorbeeld nemen dat het ook anders kan. Ze daagt de Nederlandse mentaliteit uit en laat zien dat prestaties voorop staan, en niet de bijzaken als haar rol als influencer. Het wordt interessant om te zien hoe ze omgaat met eventuele druk als haar prestaties veranderen. Kortom, Jutta Leerdam brengt een verfrissende dynamiek in de schaatssport en we kunnen wellicht iets leren van haar gedurfde aanpak.” Helden Magazine 70 Het interview met Jutta Leerdam komt voort uit het eerste nummer van 2024. In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland. We spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jutta Leerdam (25) weet dat de schijnwerpers bij de WK Afstanden (15-18 februari in Calgary) en WK Allround & Sprint (8-10 maart in Inzell) op haar gericht zijn. Want dat gebeurt overal waar ze verschijnt. Alles wat Jutta doet is nieuws. Of het nou haar prestaties op het ijs zijn, haar posts op social media of haar relatie met influencer Jake Paul. Hoe kijkt ze daar zelf naar? En hoe kijken anderen naar haar? Jutta Leerdam is sinds afgelopen zomer ook te bewonderen in Madame Tussauds. Op Instagram postte ze foto’s van zichzelf met haar wassen evenbeeld. Uiteraard ontbraken bij de replica haar trademarks – lang blond haar en zwarte eyeliner – niet. [caption id="attachment_19485" align="alignnone" width="2560"] Jutta posseert met haar evenbeeld in Madame Tussauds[/caption] Hoe anders was dat in september toen ze haar debuut maakte als model bij de Fashion Week in modestad Milaan voor BOSS. Op social media deelde ze met haar meer dan vier miljoen volgers beelden van de modeshow en hoe het er backstage aan toeging. Ze was op de catwalk te zien in een lange zwarte jas, zonder eyeliner en het haar had ze vast. Weer eens wat anders. Op TikTok liet ze weten dat ze nooit ‘catwalk-les’ had gekregen, omdat ze elke dag alleen maar schaatst. Haar volgers blijven ook op de hoogte van haar relatie met de Amerikaanse influencer, YouTuber en bokser Jake Paul. Ze maakten in april hun relatie bekend en sindsdien deelden ze meerdere keren foto’s en filmpjes van hen samen op hun social mediakanalen. Jake Paul was ook te bewonderen bij het World Cup Kwalificatie Toernooi in Thialf eind oktober, waar hij vanaf de tribune – en naast zijn ‘schoonouders’ Ruud en Monique – Jutta de 1000 meter zag winnen. Het team rondom Paul vroeg vooraf aan de organisatie of ze de auto voor de deur mochten parkeren en er wellicht een aparte ingang was voor Paul en zijn gevolg. Het antwoord was simpel: in Thialf parkeert iedereen op dezelfde parkeerplaats en gaan alle bezoekers door dezelfde ingang. Ook iemand met dik 25 miljoen volgers op Instagram. Op haar beurt was Jutta in augustus aanwezig bij een bokspartij van haar vriend. Ze zag Jake Paul in Dallas zijn entree maken op een tank en daarna de partij winnen. Ook was ze al te gast in zijn goed beluisterde podcast en schitterde ze in zijn YouTube-video’s. Vlak voor de kerst deelde Jutta op social een video van haar en Jake dansend naast de kerstboom in op elkaar afgestemde kerstoufits. ‘Mensen hebben altijd wel een mening over de dingen die ik doe. Tot nu toe bewijs ik keer op keer dat de invloed van al die dingen op mijn schaatsen wel meevalt’ De schijnwerpers waren ook op Jutta gericht tijdens de ploegenpresentatie van Jumbo-Visma op het hoofdkantoor van Unilever in Rotterdam, half september. Tal van cameraploegen waren uitgerukt, onder andere eentje van RTL Boulevard - die natuurlijk vooral geïnteresseerd was in haar liefdesleven - en fotografen, waaronder die van roddelbladen. “Er is geen enkele schaatser die zoveel druk heeft als ik,” stelde ze op het podium. Toen ze van interview naar interview was gegaan en voor elke camera opnieuw haar verhaal had gedaan, zei ze: “Ik weet zeker dat ik degene ben die de meeste ogen op zich gericht weet.” Hype “Ik heb nooit gedacht: laat ik het maar niet doen,” lachte Jutta toen haar breed uitgemeten relatie ter sprake kwam. “Die hype was er ook al voordat we elkaar leerden kennen. Er is geen ontkomen aan dat wij opduiken in de media. Hij is een vlogger en YouTuber, doet het supergoed op social media en heeft een heel content-team om zich heen. Vanaf het begin wisten we dat we nooit een privérelatie konden hebben. Voordat we überhaupt aan het daten waren, was het al een ding in de media en online. Wij hebben iets supersterks samen, delen af en toe iets van ons beiden, maar eigenlijk is dat best oppervlakkig. De dingen die privé zijn, proberen we ook echt privé te houden. Social media zijn ergens een afspiegeling van mijn leven, maar wel uitvergroot. Want ik ben ook gewoon twee keer per dag aan het trainen, ik zit op de fiets en zie mijn vriend bijna niet.” Op de vraag of het samenzijn met Jake Paul niet voor nog meer druk op haar schouders zorgde, antwoordde ze: “Ik voel altijd druk. Toen ik in aanloop naar de Spelen in Beijing mijn eigen schaatsteam begon, voelde ik die druk ook. Ik hoorde mensen zich afvragen: gaat dit wel goed? Daarna de Spelen zelf. Vervolgens de switch naar Team Jumbo- Visma in 2022, waardoor ik vooral bij mezelf heel veel druk voelde om me te bewijzen. Kortom: elk jaar voel ik druk en die kan ik altijd wel omzetten in extra motivatie en scherpte.” 'Stemmetje in m'n hoofd' Vanaf het moment dat ze in 2017 als achttienjarige wereldkampioen allround werd bij de junioren wisten mensen van haar bestaan. Niet alleen door haar prestaties, maar ook door haar uiterlijk. Ze kreeg een relatie met schaatser Koen Verweij en haar schare volgers op social media nam snel toe, ook omdat ze heel actief was met het posten van foto’s, filmpjes en berichten. In 2020 won ze haar eerste individuele wereldtitel, op de 1000 meter, en sindsdien kreeg ze vaak de vraag of haar leven als ‘merk’ en ‘influencer’ haar prestaties op het ijs niet in de weg stonden. Ondertussen was het nooit rustig. Eerst maakte ze de overstap van Team IKO naar Reggeborgh. In 2020 kwam ze er niet uit wat betreft een nieuw contract, waarop ze met haar vriend een eigen ploeg, Worldstream, begon. Na de Spelen in 2022 ging het uit met Verweij en stapte ze over naar Jumbo-Visma. Ze bleef ondanks alles presteren: in 2021 werd ze Europees kampioen sprint, in 2022 won ze olympisch zilver op de 1000 meter en de wereldtitel sprint, in 2023 werd ze wereldkampioen 1000 meter en Europees kampioen sprint. “Mensen hebben altijd wel een mening over de dingen die ik doe,” stelde ze, “sommigen denken misschien dat ik, door de dingen die ik naast het schaatsen doe, minder oog heb voor mijn sport, maar dat is absoluut niet het geval. Dit jaar is mijn relatie natuurlijk veel in het nieuws waardoor ze dat zouden kunnen denken, maar toen ik mijn eigen team opzette, was het: ‘Zorgt dat niet voor veel te veel stress bij dat meisje?’ Tot nu toe bewijs ik keer op keer dat de invloed van al die dingen op mijn schaatsen wel meevalt. Ik heb altijd dat stemmetje in m’n hoofd dat me scherp houdt. Het lukt me ook altijd goed om me af te sluiten voor dingen, om gefocust te blijven op het proces, op hoe ik hard kan schaatsen. Maar ik voel wel dat ik me elke keer opnieuw moet bewijzen.” Het komt voor de buitenwacht wellicht anders over, maar Jutta had een veel stabielere zomer dan een jaar eerder. “Ik ben gelukkig en dat was vorige zomer anders, toen had ik een heel moeilijke periode,” doelde ze op de breuk met Verweij. “Ik stapte ook nog eens over naar Jumbo- Visma. Alles wat me daarvoor stabiliteit bood, was weg. Dat ik meteen daarna een heel goede winter reed, had ik absoluut nooit verwacht. Ik heb daar veel vertrouwen uit gehaald. Nu heb ik wel veel stabiliteit, daardoor heb ik het gevoel dat ik de stijgende lijn makkelijker voort kan zetten. Ik heb afgelopen zomer met mijn coach Jac Orie door kunnen bouwen op vorig seizoen.” Over Jutta Jac Orie: 'Jutta heeft een goed motortje' Jutta is ontzettend goed trainbaar en heel erg gedreven. Ik moest haar eerder afremmen. De truc is om haar op alle gebieden een beetje af te remmen, anders loopt ze zichzelf voorbij,” zegt Jac Orie, vanaf de zomer van 2022 tot afgelopen seizoen haar trainer/ coach bij Jumbo-Visma. “Dat afremmen doe ik door zo goed mogelijk uit te leggen wat we willen trainen, hoe we dat willen doen en wat de gevolgen zijn als ze te veel doet. Bij toppers is het zo, is mijn erva-ring, dat als je de aanpak heel goed met ze bespreekt, ze er ook echt voor gaan. Je moet bij sporters van het kaliber Jutta nooit met een lulverhaal aankomen, daar prikken ze zo doorheen.” Voordat hij aan de slag gaat met een schaatser heeft Orie hem of haar al helemaal geanalyseerd. Afgaande op haar testresultaten en waardes schat hij in waartoe een schaatser in staat kan zijn. Uiteraard heeft hij ook zo’n gesprek met Jutta gevoerd. “Als Jutta wat ze in zich heeft ook kan vertalen naar het ijs, dan kan er een seconde af van het baanrecord op de 1000 meter in Thialf. Maar tussen theorie en praktijk zit nog wel iets, hè. Ze moet op het juiste moment in vorm zijn, de omstandigheden zoals de luchtdruk moeten goed zijn. Maar fysiologisch is ze er in elk geval toe in staat. Ze heeft een motortje hangen, hoor, en ze heeft veel vermogen. Jutta heeft een goede mix. Ze rijdt geweldige bochten, maar op de rechte stukken is technisch gezien nog winst te halen. En dan vooral op de kruisingen. Haar start kan ook beter. Op de eerste dertig meter is haar positie wat betreft haar bekken niet altijd goed. De ene keer doet ze het wel goed, de andere keer niet. Dat moet stabieler worden. Ja, er is echt nog veel progressie te boeken.” Ze blinkt nu vooral uit op de 1000 meter. Orie denkt dat ze ook een heel goede 500 en 1500 meter kan rijden. “Jutta is een echte 1000 meterrijdster. Op die afstand komen al haar kwaliteiten samen. Maar als haar start beter is, gaat ze ook weer sneller op de 500 meter en als ze de rechte stukken beter rijdt, heeft dat ook meteen effect op haar 1500 meter.” Natuurlijk is het Orie ook niet ontgaan dat er veel belangstelling voor Jutta is. “Maar ik kijk vooral naar hoe ze traint, of ze haar rust pakt en of ze goed belastbaar is. Als dat allemaal goed in orde is, dan ben ik als trainer en coach tevreden. De rest is voor haar eigen verantwoordelijkheid. Er is natuurlijk veel te doen over haar liefdesleven. Volgens mij zijn ze hartstikke gelukkig en dan is het toch goed? Ik heb Jake Paul al een paar keer gesproken, hij is hartstikke respectvol en in mijn ogen een rustige jongen.” Bang voor jaloezie of een verstoring van de dynamiek binnen de ploeg door alle aandacht die Jutta krijgt, is hij niet. “De andere schaatsers snappen over het algemeen wel hoe het werkt, hoor. En Jutta gaat er ook gewoon goed mee om.”   Dai Dai N'tab: 'Zij is wat veel vrouwen willen zijn' “Ik zie Jutta als een heel vrolijk persoon, die lekker door het leven hobbelt. Toen ze in 2019 binnenkwam bij Reggeborgh was ze nog best onzeker. Ze was een jong meisje met iets van tien- of vijftienduizend volgers op social media. Jutta was er toen trouwens ook wel al druk mee. Daarna zijn onze wegen een beetje gescheiden. Zij begon haar eigen ploeg en ik vertrok naar Jumbo-Visma. Mooi om te zien hoe ze zich sindsdien heeft ontwikkeld, als sporter en mens. En als merk, want dat is ze ook,” zegt sprinter Dai Dai N’tab. Jutta en hij waren eerder ploeggenoten en maatjes bij Reggeborgh en waren dat weer bij Jumbo-Visma. “We praten veel met elkaar, tijdens lange autoritten voeren we vaak wat meer diepgravende gesprekken. Op mentaal vlak hebben we veel aan elkaar. Jutta kan een beetje onzeker zijn over dingen die er nog aan zitten te komen, maar dat houdt haar ook scherp. Ze is op haar pad al verschillende obstakels tegengekomen, maar die grijpt ze altijd aan om ervan te leren, er weer beter uit te komen en er iets moois van te maken.” N’tab gebruikt social media ook, maar bij Jutta is dat next level. “Ze weet heel veel ogen op zich gericht en dat zorgt ook voor meer druk. Het zit haar niet in de weg, want ze is op de 1000 meter veel beter dan bijna al haar concurrenten. De wetenschap dat ze goed is en de goede dingen doet in de training, neemt ook weer veel druk weg.” Jutta beseft dat ze met haar grote bereik thema’s op de kaart kan zetten. Ze schroomde niet om onderwerpen waar normaal een taboe op rust – zoals menstruatieklachten bij topsporters en haar ervaringen met obsessief afvallen – aan te kaarten. N’tab: “Jutta heeft van jongs af aan al een uitgesproken mening. Ik vind het tof dat ze gewoon dingen durft te blijven zeggen. Wat ze heel goed doet, is zichzelf als een heel geloofwaardige vrouw neerzetten. Zij is wat heel veel vrouwen willen zijn: een mooie, sterke dame die ook nog eens succesvol is. Zij spreekt daardoor een heel breed publiek aan. Ook mannen vinden haar natuurlijk interessant door hoe zij eruitziet. Ze weet heel goed de juiste snaar te raken bij mannen en vrouwen.” Antoinette Rijpma- de Jong: 'Jutta kijkt heel anders tegen zaken aan dan ik' “Wij trainen eigenlijk niet samen. Ik heb een schema voor allrounders en Jutta voor sprinters,” zegt Antoinette Rijpma-de Jong. Ze werd in 2023 wereldkampioen op de 1500 meter en pakte WK-zilver op de 1000 meter achter ploeggenote Jutta. Daarnaast pakte ze de Europese titel all-round. Bij de afgelopen EK Afstanden was het op de 1000 meter weer: Jutta één, Rijpma-de Jong twee. “Als het moet gebeuren op de 1000 meter dan sta ik er, maar mijn focus ligt meer op de 1500, de 3000 meter en het allrounden." Rijpma-de Jong hield zich vroeger ook veel bezig met social media, maar heeft het op aanraden van haar man Coen, met wie ze in 2022 trouwde, juist afgebouwd. “Voor mij werkte het niet om ook nog intensief bezig te zijn met social media, het was beter om minder te letten op likes en wat andere mensen van mij vinden. Ik heb mijn handen al vol aan het schaatsen. Jutta krijgt juist energie van die aandacht, eigent het zich ook toe om in het middelpunt van de belangstelling te staan. We zijn afgelopen jaar allebei wereldkampioen geworden, maar ik profileer me minder. Ik vind het wel heel knap hoe zij alles heeft opgebouwd en hoe goed ze zich kan presenteren op en naast het ijs. Jutta kijkt heel anders tegen zaken aan dan ik. Dat maakt Jutta Jutta en dat maakt mij Antoinette. Ik woon lekker op de boerderij in Rottum met mijn man en vind het helemaal geweldig om in mijn vrije tijd met de paarden bezig te zijn.” Thomas Krol: 'Jutta heeft standbeeld in Madame Tussauds hè' “Jutta kan ons volgen en dat is voor haar gunstig, maar wij hebben er geen voor- deel aan dat zij met ons traint. Zij rijdt immers achter ons aan, wij niet achter haar. Wij doen ons ding en als zij ons wil volgen, dan is dat prima,” zegt ploeggenoot Thomas Krol, onder andere regerend olympisch kampioen op de 1000 meter, twee keer wereldkampioen en winnaar van olympisch zilver op de 1500 meter en wereldkampioen sprint. Lachend: “Jutta heeft een standbeeld in Madame Tussauds in Amsterdam, hè, dat zegt genoeg. Dat heeft Ireen Wüst niet, terwijl zij de succesvolste Nederlandse olympiër ooit is. Het draait niet meer alleen om prestaties, maar ook om het hele bereik. Dat is de tijd waarin we leven. Het staat Jutta vrij om daarmee bezig te zijn, maar ik heb daar zelf helemaal geen affectie bij om het op die manier te doen. Ik heb niet zo heel veel met showbizz en glamour. Ik heb het daar weleens over met haar, hoor. Gekscherend maak ik dan een opmerking als: joh, stop eens met selfies maken en ga eens trainen. En dan roept Jutta altijd: ‘Je bent gewoon ja- loers.’ We kunnen elkaar daar heel goed mee dollen. Zij doet haar ding en ik het mijne.”   Femke Kok: 'Door Jutta krijgt het hele schaatsen meer aandacht “Wij zijn elkaars concurrent, komen elkaar altijd tegen. Jutta houdt mij scherp. Als er iemand is die heel snel is, wil ik daar niet voor onderdoen. Jutta motiveert me om het maximale uit mezelf te halen, maar ik focus me daarbij wel vooral op mezelf. We gaan normaal met elkaar om. Ik ben tegen iedereen altijd sportief, zo zit ik in elkaar,” zegt Femke Kok, sprinter van Team Reggeborgh, over haar rivale. In 2020 en 2022 pakte ze samen met Jutta – en Letitia de Jong en Dione Voskamp – de wereldtitel op de teamsprint, maar verder nemen ze het vooral tegen elkaar op. Bij de EK sprint van 2021 en 2023 was het brons en zilver voor Kok en twee keer goud voor Jutta. Bij de WK sprint van 2022 pakte Jutta goud en Femke zilver. Waar Femke Kok de 500 meter als specialiteit van het huis heeft, geldt dat bij Leerdam vooral voor de 1000 meter. Femke won op de vorige WK Afstanden goud op de 500 meter, waar Leerdam de wereldtitel op de 1000 meter pakte en brons op de halve afstand. Afgelopen EK Afstanden won Kok de 500 meter voor Jutta. Kok ziet natuurlijk ook hoe Jutta de schijnwerpers op zich gericht weet op en naast het ijs. “Ik ben me er eigenlijk niet zo van bewust dat je als topsporter ook je eigen merk kunt zijn, ben er veel minder mee bezig om me te profileren op social media. Ik post af en toe dingen op Instagram en dat is eigenlijk altijd gerelateerd aan mijn sport. Dat doe ik omdat ik het leuk vind en heb daar verder geen bijbedoelingen mee. Ik ben puur bezig met mijn sport en verder niet. Maar Jutta zorgt voor veel publiciteit, door haar krijgt het hele schaatsen meer aandacht en dat is goed.” Hélène Hendriks: 'Ik ben niet zo bang dat ze gaat zweven' “Wat Jutta heeft gecreëerd afgelopen jaar, is gigantisch. Zij is een enorm boegbeeld, dat zal iedereen beamen. Zij is gewoon een ster, een absolute ster,” zegt tv-presentatrice Hélène Hendriks, die de presentatie van de schaatsploeg van Jumbo-Visma deed. “Bij haar komt alles samen. Ze is topsporter, een soort van stijlicoon, een influencer én ze heeft een verhouding met Jake Paul, die een nog groter fenomeen op social media is dan Jutta. Zij bewijst dat het samen kan gaan.” Hendriks, in 2023 winnaar van de Televizier-Ring in de categorie presentator, speelde voordat ze een tv-persoonlijkheid werd, jarenlang hockey in de hoofdklasse. “Zolang haar prestaties goed zijn, twijfelt niemand ergens aan. Maar een verhouding die over de hele wereld breed wordt uitgemeten, kan behoorlijk wat met iemand doen. Dat betekent ook dat je voorzichtig moet zijn. Ik snap dat er bij Jutta wat meer gereserveerdheid in zit, dat ze haar leven heel erg wil regisseren. Want als je maar zo open en vrolijk in het leven blijft staan, dan kun je ook weleens je neus stoten. Belangrijk is dat de kleine cirkel om haar heen haar met beide benen op de grond houdt. En eerlijk gezegd ben ik ook niet zo bang dat ze gaat zweven. Ik vind haar gewoon een hele nuchtere, knappe verschijning, maar bovenal een waanzinnige topsporter. Ik zie in alles bij Jutta de topsporter. Haar gedrevenheid, die enorme wil. Zonder die eigenschappen kun je niet presteren.” Ze is een ster en dat zorgt dat veel mensen wat van haar willen, aldus Hendriks. “Mensen zien een verdienmodel. Dat zie je bij voetballers ook. Dan moet je je staande houden en de juiste mensen om je heen verzamelen. Daar is ze volgens mij slim genoeg voor en die heeft ze ook al om zich heen." Koen Verweij: 'Ik kijk met een glimlach terug' “Jutta heeft me veel nieuwe dingen en inzichten bijgebracht en hopelijk ik haar ook,” liet Koen Verweij in een schrifte- lijke verklaring weten nadat in 2022 na ruim vijf jaar een einde kwam aan de relatie met Jutta, met wie hij ook schaatsploeg Worldstream begon. “Ik ben trots en dankbaar voor alle reizen, lessen en momenten die we samen hebben mogen delen en ik kijk met een glimlach terug op de bijzondere periode uit ons leven die we met elkaar hebben gedeeld. Meer zeg ik er niet over.” Jake Paul: 'Toen ik op een donkere plek was, was ze er voor me' “Wat mijn toekomstplannen met Jutta zijn? Trouwen!” vertelde Jake Paul aan SBS Shownieuws toen hij in oktober Thialf aandeed om vanaf de tribunes de verrichtingen van Jutta te volgen. In zijn video’s op YouTube zei hij: “Ze is lief, zorgzaam, oprecht en liefdevol. Wat onze grootste uitdaging zal worden? Dat iedereen me zal haten omdat ik met haar date. Boeit me trouwens niet. I’m Dutch now, omdat Jutta mijn grote liefde is.” Begin april bevestigden ze hun relatie, nadat er daarvoor al foto’s en video’s te zien waren dat ze met elkaar optrokken in Miami. “Jutta is een van de zuiverste mensen die ik in mijn leven heb ont- moet. Ze haalde mij echt uit de put toen ik na zes overwinningen op rij verloor van Tommy Fury. Ze heeft me geholpen om over deze nederlaag heen te komen. Toen ik op een donkere plek was, was ze er echt voor me en sprak ze over haar nederlagen. We begrepen elkaar in de dingen die ik doormaakte. Ze is zo’n zegen geweest. Dus Jutta, als je dit bekijkt: je bent geweldig.” Bas Tietema: 'Jutta hoort bij deze tijd' “Wat ik bij Jutta heel knap en bijzonder vind: zowel als sporter en als influencer bereikt ze een hoog niveau. Je merkt dat mensen heel graag iemand in een hokje willen stoppen, zo van: ben je nou influencer of ben je nou sporter? Bij Jutta hoeft die vraag niet gesteld te worden, ze is top op de socials en op het ijs. Presteren en zichtbaar zijn, dat is razendknap. Jutta flikt het gewoon. Ze is ook van een jongere generatie die de waarde van social media begrijpt. Voor zichzelf, maar ook voor haar sport. Het plezier spat er ook af als je de video’s ziet,” zegt Bas Tietema, YouTuber, oud-wielrenner en oprichter van wielerploeg TDT-Unibet Cycling Team. “Ze is onder jongeren ook heel populair. En ze is goed voor het imago van het schaatsen, dat door Jutta ook weer meer zal worden bekeken door jongeren. Daar komt dan nog eens haar relatie met Jake Paul bij, iemand met miljoenen volgers over de hele wereld. Het is alles bij elkaar een superverhaal: van het ijs in Thialf naar de catwalk in Milaan en glamour in Miami. Voor jongeren is ze een rolmodel geworden. Fans willen tegenwoordig meer van sporters zien dan enkel hoe ze trainen. Sporters als Jutta nemen de fans mee in hun leven, dat hoort bij deze tijd.” Chris Woerts: 'Zodra het even tegenzit zal er kritiek komen' “Jutta Leerdam is een zeer gewaardeerde en talentvolle sporter. Daar wordt ze in de eerste plaats op afgerekend. Daarnaast is Jutta influencer en social mediageniek. Zolang dat niet ten koste gaat van het sporten is er niets aan de hand, maar de scheidslijn is dun en dat maakt haar kwetsbaar,” stelt Chris Woerts, sportmarketeer en geregeld bargast in tv-programma Vandaag Inside. “In de media en op de juicekanalen wordt gesmuld van haar excentrieke leven met een partner die ook leeft van social media-aandacht. Zolang ze de nummer één van de wereld is, zal iedereen haar bevindingen met aandacht en plezier volgen. Maar zodra het even tegenzit, komt die andere rol ter sprake en zal er kritiek komen. Daar moet ze zich op voorbereiden en ook rekening mee houden. Ik begrijp goed dat Jutta het maximale rendement wil halen uit haar social mediakanalen. Het is prettig om een andere inkomstenstroom te hebben naast die van schaatser. Zolang het niet controversieel is en binnen de perken blijft, is het prima.” Kosta Poltavets: 'Ze heeft met Kramer en Wüst die ultieme wil om te winnen gemeen' “Jutta is de meest complete schaatser met wie ik heb gewerkt,” zegt Kosta Poltavets, van 2020 tot en met 2022 haar trainer bij Worldstream. “Ze is fysiek de ideale schaatser en ik hoefde als trainer eigenlijk alleen maar te finetunen. Ik was alleen maar bezig met details, met bijslijpen. Voor de rest was ze toen al megagoed.” Jutta droeg in 2022 met tranen in haar ogen haar wereldtitel sprint op aan haar Oekraïense coach, die het zwaar had met de Russische inval in zijn geboorteland en de onzekere situatie van familie en vrienden die daar woonden. “Jutta is ook zo prettig in de omgang. In een team zorgt ze altijd voor de goede sfeer.” Poltavets werkte ook voor de Russische schaatsbond en in Nederland stond hij in het verleden ook Sven Kramer en Ireen Wüst bij. “Wat Jutta gemeen heeft met Ireen en Sven is haar ultieme wil om te winnen. Wat ze verder met social media doet, gaat niet ten koste van haar prestaties. Knap. Dat komt omdat er iets is wat voor haar belangrijker is dan wat dan ook: winnen.” Marianne Timmer: 'We kunnen iets leren van haar gedurfde aanpak' “Jutta Leerdam is een fenomenale sportvrouw met een prachtige techniek en een mooie uitstraling op het ijs,” zegt Marianne Timmer, drievoudig olympisch kampioen, twee keer wereldkampioen 1000 meter en een keer wereldkampioene sprint. Zij was ook een schaatsster die ongekend populair was en de sport oversteeg, weliswaar in een tijd zonder social media. “Jutta’s vermogen om zich zowel sportief als vrouwelijk te presenteren, zorgt ervoor dat ze op en buiten het ijs opvalt. Hoewel ik haar niet persoonlijk ken, bewonder ik de manier waarop ze zichzelf profileert op social media. Haar gedurfde en verfrissende aanpak kan het schaatsen in het algemeen een boost geven, zelfs in Amerika. Zij trekt met haar uitstraling en zichtbaarheid nieuwe jonge fans richting het schaatsen. Haar relatie met Koen Verweij en nu met Jake Paul lijkt een spannende dynamiek te brengen, waar de schaatswereld van mee profiteert.” Timmer bestempelt Jutta’s presentatie als on-Nederlands. “Zij positioneert zich zonder terughoudendheid als de beste. In Nederland is bescheidenheid vaak de norm, maar Jutta’s zelfverzekerde houding kunnen we als een positief voorbeeld nemen dat het ook anders kan. Ze daagt de Nederlandse mentaliteit uit en laat zien dat prestaties voorop staan, en niet de bijzaken als haar rol als influencer. Het wordt interessant om te zien hoe ze omgaat met eventuele druk als haar prestaties veranderen. Kortom, Jutta Leerdam brengt een verfrissende dynamiek in de schaatssport en we kunnen wellicht iets leren van haar gedurfde aanpak.” Helden Magazine 70 Het interview met Jutta Leerdam komt voort uit het eerste nummer van 2024. In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland. We spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Xandra en Michelle Velzeboer: ‘Bij ons is dat filter weg’

Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Xandra heeft een olympische titel en al zes wereldtitels, waarvan drie individueel. Michelle, denk jij: als zij het kan, dan moet ik het misschien ook kunnen? Michelle, lachend: “We hebben natuurlijk wel dezelfde genen, hè. En onze manier van schaatsen lijkt ook erg op elkaar, wat techniek betreft. Er zijn best wel wat gelijkenissen. Dus ja... Er zijn ook verschillen. Ik denk dat ik wat minder sterk dan Xan ben, heb minder trainingsjaren in mijn bagage doordat ik jonger ben. Er zijn ook nog technische dingen die beter kunnen. Ik loop wat achter, heb nog wat tijd nodig.” Xandra: “Onze vader focuste van jongs af aan heel erg op onze techniek. Hij zei vaak: ‘Sterk word je vanzelf als je gewoon boterhammen eet.’ Wij waren altijd heel klein en door hard te trainen word je vanzelf sterker.” Zien jullie elkaar, nu jullie allebei de puberteit voorbij zijn, ook als beste vriendinnen? Xandra: “Ja. Maar bij vriendinnen heb je soms nog dat je even bedenkt: moet ik dat wel zeggen?” Michelle knikt: “Klopt, bij ons is dat filter weg. Wij zeggen alles tegen elkaar.” Jullie zijn huisgenoten. En tegelijkertijd woont Dennis Visser, de vriend van Xandra, ook nog bij jullie. Hoe gaat dat thuis? Xandra, lachend: “Ja Mies, hoe is dat?” Michelle: “Ik ben naarmate ik ouder word wel wat meer op mezelf. Ga ik ’s avonds op mijn kamer een serietje kijken en laat ik Dennis en Xan lekker met z’n tweetjes beneden. Ik hoef daar niet de hele tijd bij te zijn. En tegelijkertijd vind ik het heel fijn dat ik niet alleen hoef te wonen.” Xandra: “Jij hebt nu ook een vriendje, Bas, hij woont nog bij zijn ouders in Heerenveen en bij hem ben je ook veel.” Jullie studeerden ook allebei Life Science & Technolog y in Groningen, maar zijn allebei geswitcht. Hoe dat zo? Xandra: “We zijn allebei overgestapt naar de Open Universiteit. Het was lastig om het trainingsschema in te passen in de opleiding Life Science & Technology. Ik doe nu milieu- & natuurwetenschappen. Veel van die opleiding is online, dat is fijner. Mies, jij kan zelfs je tentamens zelf inplannen, hè?” Michelle knikt: “Ik ben geswitcht naar een studie psychologie.” WIJ VOELEN DE PLICHT OM DE EER VAN ONZE ACHTERNAAM HOOG TE HOUDEN Xandra: “Nee, wij vinden het alleen maar mooi dat we in de familie allemaal dezelfde passie hebben. We hebben ook nog gehockeyd, dat is de sport die onze moeder tot voor kort heeft gedaan.” Michelle: “Wij zijn van jongs af aan voor de lol gaan schaatsen. Niets moest.” Xandra: “Ik ging het ijs op met ijshockeyschaatsjes. Er is nog een grappig filmpje dat jij op van die roze kunstschaatsjes het ijs op ging, Mies. Pap had de puntjes eraf laten slijpen, dat vond hij maar onzin. En jij ging alsnog pirouetjes draaien. Ondertussen wilde ik alleen maar zo hard mogelijk.” Michelle, lachend: “Er was echt een duidelijk contrast. Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat vroeger ook op ballet. Ik was veel meer een meisje- meisje dan jij, Xan. Ik vond jurkjes ook leuk. Jij was meer van de stoere dingen.” Xandra: “Jij kon ook goed dansen. Nou, daar heb ik echt geen talent voor. Dramatisch gewoon.” Maar was het echt nooit vervelend dat jullie door de achternaam automatisch de schijnwerpers op jullie gericht kregen? Michelle: “Toen we jong waren, heb ik nooit het idee gehad dat mensen anders naar me keken omdat ik een Velzeboer ben of dat ze zeiden: met die achternaam van jou zal je wel heel goed worden. Nu we allebei op hoog niveau aan shorttrack doen, wordt in interviews natuurlijk ook vaak naar onze familie gevraagd.” Xandra: “Wij vonden het juist wel cool dat onze familie het zo goed had gedaan.” Michelle: “Ik heb nooit gedacht: als ik het nu niet goed doe, dan zullen ze zeggen dat ik de naam Velzeboer niet waard ben. Ik zou het eerder als een belemmering ervaren dat mensen mij zien als ‘het zusje van’. Dat is dan vooral een druk die ik mezelf opleg, hoor. Als ik zie wat Xan al heeft bereikt en hoe hard ze gaat, dan kan het zo zijn dat ik hetgeen zij al heeft bereikt, mezelf als doel ga stellen. Nu is dat nog niet het geval, omdat ik weet dat ik nog tijd nodig heb. Xan is nu vooral een motivatie om alles eruit te halen. Maar ik denk ook weleens: misschien word ik wel nooit zo goed als zij.” Xandra: “Ik snap wel wat jij zegt, hoor. Toen ik net de overstap van de junioren had gemaakt, had ik dat met Suzanne Schulting. Zij reed zoveel harder dan ik, dat ik dacht: jeetje, hoe ga ik ooit dat gat met haar dichten? Hoewel ik nog niet van haar niveau was, kon het wel gebeuren dat ik me met Suzanne vergeleek. En ik kan me voorstellen dat het extra lastig is als je een gat moet overbruggen met iemand die ook nog eens je zus is.” Hebben jullie het daar ook over met de familie? Jullie vader Marc had immers ook een broer, Alexander, tegen wie hij op moest boksen op het ijs. Jullie tantes Monique en Simone waren ook concurrenten. Xandra: “Ik heb het daar eigenlijk nog nooit met hen over gehad. Jij wel, Mies?” Michelle: “Nee. Ik heb wel een keer met Monique gebeld toen ik na aan het denken was over een studie. Toen ik bij Life Science & Technology uitkwam, dacht ik: we schaatsen al allebei, wonen ook samen en als ik nu ook dezelfde studie ga doen, dan ben ik echt zo’n na-aper, iemand die geen eigen mening heeft en alleen maar haar zus nadoet. Monique herkende wat ik voelde. Simone ging ook geneeskunde studeren, Monique vond dat ook leuk, maar besloot die opleiding niet te gaan volgen omdat ze niet hetzelfde wilde doen als haar zus. Monique vertelde dat ze daar spijt van had gehad, zei dat ik mijn hart moest volgen.” Bij de eerste wereldbeker die jullie samen reden, eind 2022, wonnen jullie de relay en mochten jullie bij elkaar de gouden medaille omhangen. Hoe werd dat ontvangen binnen de familie? Xandra: “Dat vond iedereen heel leuk. Er wordt altijd heel veel gereageerd op de familieapp. Die liefde voor shorttrack is nooit verdwenen. Toen wij nog heel klein waren, gingen we ook altijd al met de hele familie kijken bij shorttrackwedstrijden in Nederland.” De gevaren van het shorttrack zijn ook bekend binnen de familie. Simone heeft zware blessures gehad en Monique kwam in 1993 zo ongelukkig ten val dat ze een dwarslaesie opliep. Wordt er in de familieapp ook op gehamerd dat jullie voorzichtig moeten doen? Michelle: “Nee, nooit.” Xandra: “Onze vader heeft wel een speciale nekbeschermer, een soort col van snijvast materiaal, bedacht. De sport is ook veel veiliger dan in hun tijd. We rijden in pakken van – normaal gesproken – snijvast materiaal, trainen met een vrijstaande boarding. De kussens bewegen mee als je erin knalt, waardoor de impact veel minder is. We weten dat er altijd risico’s zijn: je kunt hard vallen en de messen waarmee wij schaatsen zijn heel scherp en dun. Als je bang bent aangelegd, moet je sowieso niet aan deze sport beginnen.” Dat zagen we begin november, Xandra, toen jij Suzanne Schulting met je schaats raakte bij een val tijdens de training. Het gevolg: een heel diepe snijwond in haar rug. Xandra: “Het was een heel grote wond, dat was erg schrikken. Heel vervelend, gelukkig liep het ondanks alles met een sisser af voor Suzanne. Dit blijft helaas het risico van het vak. Ik liet Suus meteen weten dat ik het heel erg rot voor haar vond. Zij stuurde ook dat ik er niks aan kon doen. Het was gelukkig meteen goed tussen ons.” Michelle: “Dat soort dingen zorgen ervoor dat je je altijd bewust bent van de gevaren. Ik ben bij de World Cup in Seoul ook hard gevallen, waardoor ik een tijdje niet kon trainen door een blessure aan mijn bovenbeen. Dat is weer een realitycheck dat we aan een gevaarlijke sport doen.” MOVE OVER SJINKIE KNEGT EN SUZANNE SCHULTING. HET IS NU ONZE BEURT OM DE SHORTTRACKPLOEG BIJ DE HAND TE NEMEN Michelle, lachend: “Daar zijn wij niet mee bezig, hoor. Maar de ploeg is wel heel erg verjongd de laatste tijd.” Is er sprake van een generatiekloof? Michelle: “Helemaal niet. Yara van Kerkhof is meer dan tien jaar ouder dan wij, maar met haar klikt het net zo goed als met Suzanne of Selma Poutsma die weer jonger zijn.” Xandra: “Toen ik erbij kwam, had je nog wel wat ouderen erbij en die zijn afgelopen tijd gestopt. Daardoor verandert de dynamiek binnen een trainingsgroep altijd een beetje, maar niet zodanig dat het ineens zo is dat je twee groepen krijgt.” Tijdens relays lijkt het altijd heel gezellig te zijn tussen jullie. Er wordt natuurlijk ook heel vaak gewonnen. Maar is het ook zo dat de een z’n dood de ander z’n brood is? Xandra: “De sfeer is bijna altijd goed.” Michelle: “En ondertussen is er altijd concurrentie.” Xandra: “Op de 500 meter is die concurrentiestrijd wel een dingetje, want die willen we allemaal rijden. In een wereldbekerwedstrijd kunnen er maar drie per land een 500 meter rijden. Uitzondering is als die afstand twee keer wordt gereden in een weekend, dan kan iedereen hem rijden. Selma, Suzanne, Yara, Michelle en ik kunnen er allemaal heel goed op uit de voeten. Het niveau is op die afstand zo hoog, het wordt bij EK’s en WK’s spannend wie die afstand mag rijden.” Michelle: “Het lullige is: als je als nummer vier in Nederland net buiten de boot valt voor de 500 meter, heb je wel het niveau om mee te doen om de medailles als je voor een ander land uit zou komen. Er is concurrentie om de startplekken, maar er is onderling geen haat en nijd.” Merken jullie dat als je in een rood- wit-blauw pak het ijs opkomen, short- trackers uit andere landen denken: o jee, daar heb je de Nederlanders? Michelle: “Ik zie het niet aan hun gezichten, hoor. Misschien dat ze het onbewust denken. Ik denk wel dat ze naar jou anders kijken, Xan. Jij hebt natuurlijk twee individuele wereldtitels op de 500 en 1000 meter.” Xandra: “Op de 500 meter merk ik dat wel. En nu ook op de 1000 meter.” Michelle: “Ik had ook niet verwacht dat je vorig jaar de wereldtitel op de 1000 meter zou pakken.” Xandra: “In het olympisch jaar was ik ook al goed op de 1000 meter, maar toen kon ik nog niet echt om de winst strijden. Die laatste stap heb ik vorig seizoen gezet. Toen ik bij de WK aan de start van de 1000 meter stond, dacht ik: deze ga ik gewoon winnen.” Michelle: “Je had daarvoor al de titel op de 500 meter gepakt, daar haalde je natuurlijk ook veel vertrouwen uit.” Xandra: “Die 500 meter was het doel, ik was regerend wereldkampioen en had het wereldrecord op die afstand. Toen het lukte om die titel nog een keer te winnen, was het grote doel bereikt. Daardoor kon ik met iets meer ontspanning die 1000 meter rijden.” De 1000 meter is ook het territorium van Suzanne Schulting, die daarop jarenlang onverslaanbaar was en ook twee olympische titels pakte. Xandra: “Ja... Ik werd jarenlang, vanaf de junioren al, gezien als een sprinter. Jeroen Otter zei altijd al: ‘Ik vind dat je jezelf tekortdoet als jij je alleen focust op de 500 meter.’ Ik weet nog dat ik in het olympisch jaar een keer een World Cup niet mocht rijden op de 500 meter. Daar was ik echt kwaad om. Jeroen zei toen: ‘Je rijdt ook een goede 1000 en 1500 meter, ik zie niet in waarom jouw kansen op een medaille nu ineens weg zijn.’ Hij heeft gelijk gekregen dat in mij meer schuilt dan een sprinter.” Wat zei Suzanne tegen jou? Xandra: “We hebben elkaar daarna niet echt gesproken. Logisch, want die 1000 meter was voor haar echt niet leuk. Ik snapte haar teleurstelling, ze hoefde daarna niet meteen iets tegen mij te zeggen. Uiteindelijk feliciteerde ze me wel gewoon, hoor. De ene keer zijn we teamgenoten en de andere keer zijn we concurrenten. Wij snappen allemaal heel goed van elkaar dat iemand ook af en toe ruimte nodig heeft bij een teleurstelling.” Na die 1000 meter op de WK werd duidelijk dat Suzanne te veel van zichzelf had geëist. Jaar in jaar uit had ze geen kruimel laten liggen. Heeft het jullie doen beseffen dat shorttrack ook mentaal een heel intensieve sport is? Xandra: “Ik ben niet echt geschrokken, wij wisten allebei al hoe zwaar topsport mentaal is. Je ziet ook geregeld dat iemand besluit er een seizoen uit te stappen om zich weer op te laden.” Michelle: “De Canadese Kim Boutin heeft even rust genomen en de Italiaanse Arianna Fontana heeft dat al vaker gedaan. Vooral in Nederland zien wij dat als iets dat niet normaal is.” Xandra: “Die wedstrijden vragen ge- woon heel veel van je. En tijdens een weekend kan heel veel gebeuren. Als het niet goed gaat, moet je jezelf weer opladen. Dat is mentaal heel intensief. In onze sport moet je meteen weer door, dat kost zoveel energie.” Michelle: “Dat is het zwaarste van onze sport: tien minuten na een teleurstel- ling moet je alweer door, moet je het een plekje hebben gegeven.” Hebben jullie weleens gesprekken met een mental coach? Michelle knikt: “Ik heb weleens met een psycholoog gesproken.” Xandra: “Ik was eerst de shorttracker die onbevangen kon jagen en de situatie is wel iets anders nu er meer op mij wordt gelet. Ik voel meer druk. Er wordt meer naar me gekeken, maar ik verwacht ook meer van mezelf. Ik praat sinds dit jaar ook met een mental coach over dit soort dingen. Ik kan me al druk maken om de afstanden die ik tijdens een World Cup ga rijden. Keuzestress. Of ik kan na een overwinning op de 500 meter al zenuwachtig zijn over de volgende wedstrijd. Ik mag er wel wat relaxter in staan en wat meer genieten van een overwinning. Het is niet normaal om steeds te winnen.” NIELS KERSTHOLT IS DE BESTE BONDSCOACH DIE WE OOIT HEBBEN GEHAD Michelle: “Niels is de enige bondscoach die ik heb gehad. De samenwerking met hem verloopt heel soepel. En het is heel fijn dat Annie Sarrat zijn assistent is, dat er ook een vrouwelijke coach in de staf zit.” Xandra: “Niels en Annie zijn het ook niet altijd met elkaar eens. Dat is goed, daardoor worden dingen vanuit meerdere kanten bekeken. De staf vult elkaar goed aan.” Heb je nog weleens contact met jullie voormalig bondscoach Jeroen Otter? Xandra: “Heel af en toe. Dan gaat het over dagelijkse dingen, we bespreken geen trainingsinhoudelijke zaken.” Onder Otter waren jullie al heel succesvol. Die lijn is doorgezet. Borduurt Kerstholt voort op het succes van Otter of heeft hij echt een andere werkwijze? Xandra: “Niels drukt zijn eigen stempel op de ploeg, maar het is natuurlijk wel zo dat het niveau al op deze hoogte was gebracht.” Michelle: “In trainingen heb je veel aan teamgenoten. Als zij niet hard schaatsen, dan houdt het op.” Xandra: “Bepaalde trainingsvormen die wij fijn vinden, komen deels nog uit de tijd van Jeroen. Maar dat is ook logisch, denk ik.” Hebben jullie onder Kerstholt meer inspraak dan onder Otter? Xandra: “Ze hebben totaal andere karakters. Niels zegt dat zelf ook. Hij is minder autoritair dan Jeroen.” Gebruiken jullie je vader ook als klankbord? Xandra: “Absoluut. Samen met Niels en Dennis.” Michelle: “Het is heel fijn dat we iemand hebben die zo dicht bij ons staat en precies snapt wat je bedoelt. Als je een ouder hebt die totaal niet in de sport zit, is het toch heel anders. Die kan dan zeggen ‘het komt wel goed’, maar dan denk je toch: wat weet jij er nou van?” Xandra knikt: “Van papa nemen wij het wel aan.” WIJ TROUWEN LATER ALLEBEI OP DE IJSBAAN Michelle, lachend: “Nou, trouwen op de ijsbaan... dat niet.” Xandra: “Maar ik wil wel een groot feest.” Jullie geliefden zijn allebei shorttrackers. Xandra, jij bent al jaren samen met voormalig shorttracker Dennis Visser, die in 2017 wereldkampioen met de relayploeg werd. Xandra: “Ik ben vier jaar samen met Dennis. Het is heel fijn dat hij ook op hoog niveau heeft geschaatst. Ik kan heel goed met hem over shorttrack praten. Dennis kijkt geregeld mijn trainingen terug en geeft dan feedback.” Michelle, jij bent samen met talent Bas van der Valk. Hoe is die liefde opgebloeid? Michelle: “Sinds september hebben we een relatie. Bas zit in het KNSB Talent Team Noord en woont ook in Heerenveen. Ik ken hem al langer, wij zijn nog teamgenoten geweest. Afgelopen zomer ontmoetten we elkaar weer op een feestje. Toen sloeg de vonk over.” Kijkt Bas ook jouw trainingen terug om van jou te leren? Michelle, lachend: “Hij heeft weleens gezegd dat wij zijn voorbeelden zijn op technisch gebied.” Xandra: “Wat een compliment! Bas doet het zelf ook heel goed.” En jullie ouders vinden het vast ook goed nieuws dat jullie allebei met een shorttracker thuis zijn gekomen? Michelle, lachend: “Ik denk niet dat dat een vereiste was, hoor.” Xandra: “Gelukkig vallen ze in de smaak.” Als het ooit zover is dat jullie gaan trouwen, vragen jullie de ander dan meteen als getuige? Michelle: “Dat denk ik wel.” Xandra knikt: “Andersom ook.” Michelle, lachend: “Dat mag ik hopen, ja!” ZONDER GOUD IS MIJN WK IN ROTTERDAM NIET GESLAAGD Xandra: “Absoluut.” Michelle: “Als wij geen goud op de relay winnen, zijn we op zijn zachtst gezegd niet blij.” Hoe tof is het om samen die relay te rijden? Michelle: “Heel leuk. Voor de relay voel ik altijd net wat minder spanning dan voor individuele races, omdat ik weet dat ik het niet alleen hoef te doen en veel vertrouwen heb in de rest van het team.” Xandra: “Als er iemand een misser maakt, dan kan iemand anders het oplossen. We weten dat we een heel goed team hebben.” Michelle, wat zijn op de individuele afstanden jouw doelen? Michelle: “Ik weet nog niet of ik ook in- dividueel mag rijden op de WK. Suzanne Schulting komt terug en de anderen, Xandra, Selma en Yara, zijn supergoed. Het is wel mijn doel om een individuele afstand te rijden. En als ik er dan sta, wil ik het goed doen. Een B-finale rijden en die winnen zou voor mij al heel goed zijn.” Xandra, wanneer ben jij tevreden? Xandra: “Ik wil de wereldtitels op de 500 en 1000 meter winnen. Ik las in de zomer een uitspraak van de Poolse tennisster Iga Swiatek. Ze zei dat ze het verdedigen van een titel zo stom vond klinken. Dat het niet om verdedigen gaat, maar om winnen. Dat vond ik mooi. Ik wil heel graag weer winnen. Het lijkt me heel vet om dat in Ahoy te doen.” Michelle: “Met onze hele familie op de tribune.” OP DE SPELEN IN 2026 HEEFT DE HELE WERELD HET OVER DE ZUSJES VELZEBOER Xandra: “Dat zou mooi zijn.” Michelle, lachend: “Dat is het doel. Het zou mooi zijn om de broertjes Shaolin Sándor Liu en Shaoang Liu, die heel groot zijn in de shorttrackwereld, van het vrouwenshorttrack te zijn. Maar het olympisch seizoen is nog ver weg.” Milaan is op dit moment gewoon een modestad voor jullie? Xandra: “Ik ben er nu al meer mee bezig dan in aanloop naar de Spelen in Beijing. Dat jaar reed ik al veel A-finales in de wereldbekers, maar was geen favoriet. Nu heb ik daar een heel ander gevoel bij.” Michelle: “Jij hebt al olympisch goud gewonnen met de relay, dat wil ik ook. Die gouden medaille van Xan heb ik wel even omgehangen. Daardoor zitten de Spelen meer in mijn hoofd dan als ik Xandra niet als zus had gehad.” Xandra: “Nu ik twee keer wereldkampioen ben geworden op de 500 meter, weet ik dat ik aan de top sta. De vraag is dan hoe ik daar ook blijf. Selma Poutsma heeft een grote stap gemaakt, haar kom ik nu ook in de finales tegen. Suzanne Schulting is er straks weer bij. Mijn andere concurrenten worden ook steeds beter. Ik moet dus ook steeds beter worden, zodat ik in Milaan hopelijk de meest complete schaatsster ben.” Hebben jullie al weleens gefantaseerd over die olympische titel en wat jullie dan samen gaan doen? Xandra, lachend: “Nee.” Michelle: “We weten alleen dat we na de Spelen op wintersport willen.” KIJK NAAR JENNING DE BOO EN JORIEN TER MORS; SHORTTRACK IS DE BESTE BASIS VOOR DE 500, 1000 EN 1500 METER LANGEBAAN Michelle: “Daar ben ik het mee eens. Hoewel... ik heb geen verstand van langebaanschaatsen.” Jenning de Boo won de nationale titel op de 500 en 1000 meter langebaan, de Europese titel op de 500 meter, en komt uit het shorttracken. Hoe kijken jullie naar zijn prestaties? Michelle: “Het is heel knap wat hij heeft gedaan, het is niet zo dat iedere shorttracker dat zomaar kan. Maar Jenning was vroeger ook al heel goed op de langebaan. Ik heb nog bij hem in het team gezeten, we zijn nog samen naar de Jeugd Olympische Spelen geweest. Hij is wereldkampioen junioren op de 500 meter shorttrack geworden, maar vond de langebaan leuker.” Xandra: “Hij heeft met shorttrack een goede basis gehad. Je ziet dat hij het verschil in de bochten maakt.” Xandra vertelde eerder in Helden dat ze een hekel heeft aan de langebaan. Hoe zit dat bij jou, Michelle? Michelle: “Ik ben er zelf ook niet goed in. Wij hebben vroeger nooit op klapschaatsen gereden of überhaupt op de langebaan geschaatst.” Xandra: “Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar ik haal er nog steeds geen plezier uit. Nee, voor mij geen langebaan, hoor.” Met dank aan Parkhotel Tjardaa, Oranjewoud. Helden Magazine 70 Het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Xandra heeft een olympische titel en al zes wereldtitels, waarvan drie individueel. Michelle, denk jij: als zij het kan, dan moet ik het misschien ook kunnen? Michelle, lachend: “We hebben natuurlijk wel dezelfde genen, hè. En onze manier van schaatsen lijkt ook erg op elkaar, wat techniek betreft. Er zijn best wel wat gelijkenissen. Dus ja... Er zijn ook verschillen. Ik denk dat ik wat minder sterk dan Xan ben, heb minder trainingsjaren in mijn bagage doordat ik jonger ben. Er zijn ook nog technische dingen die beter kunnen. Ik loop wat achter, heb nog wat tijd nodig.” Xandra: “Onze vader focuste van jongs af aan heel erg op onze techniek. Hij zei vaak: ‘Sterk word je vanzelf als je gewoon boterhammen eet.’ Wij waren altijd heel klein en door hard te trainen word je vanzelf sterker.” Zien jullie elkaar, nu jullie allebei de puberteit voorbij zijn, ook als beste vriendinnen? Xandra: “Ja. Maar bij vriendinnen heb je soms nog dat je even bedenkt: moet ik dat wel zeggen?” Michelle knikt: “Klopt, bij ons is dat filter weg. Wij zeggen alles tegen elkaar.” Jullie zijn huisgenoten. En tegelijkertijd woont Dennis Visser, de vriend van Xandra, ook nog bij jullie. Hoe gaat dat thuis? Xandra, lachend: “Ja Mies, hoe is dat?” Michelle: “Ik ben naarmate ik ouder word wel wat meer op mezelf. Ga ik ’s avonds op mijn kamer een serietje kijken en laat ik Dennis en Xan lekker met z’n tweetjes beneden. Ik hoef daar niet de hele tijd bij te zijn. En tegelijkertijd vind ik het heel fijn dat ik niet alleen hoef te wonen.” Xandra: “Jij hebt nu ook een vriendje, Bas, hij woont nog bij zijn ouders in Heerenveen en bij hem ben je ook veel.” Jullie studeerden ook allebei Life Science & Technolog y in Groningen, maar zijn allebei geswitcht. Hoe dat zo? Xandra: “We zijn allebei overgestapt naar de Open Universiteit. Het was lastig om het trainingsschema in te passen in de opleiding Life Science & Technology. Ik doe nu milieu- & natuurwetenschappen. Veel van die opleiding is online, dat is fijner. Mies, jij kan zelfs je tentamens zelf inplannen, hè?” Michelle knikt: “Ik ben geswitcht naar een studie psychologie.” WIJ VOELEN DE PLICHT OM DE EER VAN ONZE ACHTERNAAM HOOG TE HOUDEN Xandra: “Nee, wij vinden het alleen maar mooi dat we in de familie allemaal dezelfde passie hebben. We hebben ook nog gehockeyd, dat is de sport die onze moeder tot voor kort heeft gedaan.” Michelle: “Wij zijn van jongs af aan voor de lol gaan schaatsen. Niets moest.” Xandra: “Ik ging het ijs op met ijshockeyschaatsjes. Er is nog een grappig filmpje dat jij op van die roze kunstschaatsjes het ijs op ging, Mies. Pap had de puntjes eraf laten slijpen, dat vond hij maar onzin. En jij ging alsnog pirouetjes draaien. Ondertussen wilde ik alleen maar zo hard mogelijk.” Michelle, lachend: “Er was echt een duidelijk contrast. Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat vroeger ook op ballet. Ik was veel meer een meisje- meisje dan jij, Xan. Ik vond jurkjes ook leuk. Jij was meer van de stoere dingen.” Xandra: “Jij kon ook goed dansen. Nou, daar heb ik echt geen talent voor. Dramatisch gewoon.” Maar was het echt nooit vervelend dat jullie door de achternaam automatisch de schijnwerpers op jullie gericht kregen? Michelle: “Toen we jong waren, heb ik nooit het idee gehad dat mensen anders naar me keken omdat ik een Velzeboer ben of dat ze zeiden: met die achternaam van jou zal je wel heel goed worden. Nu we allebei op hoog niveau aan shorttrack doen, wordt in interviews natuurlijk ook vaak naar onze familie gevraagd.” Xandra: “Wij vonden het juist wel cool dat onze familie het zo goed had gedaan.” Michelle: “Ik heb nooit gedacht: als ik het nu niet goed doe, dan zullen ze zeggen dat ik de naam Velzeboer niet waard ben. Ik zou het eerder als een belemmering ervaren dat mensen mij zien als ‘het zusje van’. Dat is dan vooral een druk die ik mezelf opleg, hoor. Als ik zie wat Xan al heeft bereikt en hoe hard ze gaat, dan kan het zo zijn dat ik hetgeen zij al heeft bereikt, mezelf als doel ga stellen. Nu is dat nog niet het geval, omdat ik weet dat ik nog tijd nodig heb. Xan is nu vooral een motivatie om alles eruit te halen. Maar ik denk ook weleens: misschien word ik wel nooit zo goed als zij.” Xandra: “Ik snap wel wat jij zegt, hoor. Toen ik net de overstap van de junioren had gemaakt, had ik dat met Suzanne Schulting. Zij reed zoveel harder dan ik, dat ik dacht: jeetje, hoe ga ik ooit dat gat met haar dichten? Hoewel ik nog niet van haar niveau was, kon het wel gebeuren dat ik me met Suzanne vergeleek. En ik kan me voorstellen dat het extra lastig is als je een gat moet overbruggen met iemand die ook nog eens je zus is.” Hebben jullie het daar ook over met de familie? Jullie vader Marc had immers ook een broer, Alexander, tegen wie hij op moest boksen op het ijs. Jullie tantes Monique en Simone waren ook concurrenten. Xandra: “Ik heb het daar eigenlijk nog nooit met hen over gehad. Jij wel, Mies?” Michelle: “Nee. Ik heb wel een keer met Monique gebeld toen ik na aan het denken was over een studie. Toen ik bij Life Science & Technology uitkwam, dacht ik: we schaatsen al allebei, wonen ook samen en als ik nu ook dezelfde studie ga doen, dan ben ik echt zo’n na-aper, iemand die geen eigen mening heeft en alleen maar haar zus nadoet. Monique herkende wat ik voelde. Simone ging ook geneeskunde studeren, Monique vond dat ook leuk, maar besloot die opleiding niet te gaan volgen omdat ze niet hetzelfde wilde doen als haar zus. Monique vertelde dat ze daar spijt van had gehad, zei dat ik mijn hart moest volgen.” Bij de eerste wereldbeker die jullie samen reden, eind 2022, wonnen jullie de relay en mochten jullie bij elkaar de gouden medaille omhangen. Hoe werd dat ontvangen binnen de familie? Xandra: “Dat vond iedereen heel leuk. Er wordt altijd heel veel gereageerd op de familieapp. Die liefde voor shorttrack is nooit verdwenen. Toen wij nog heel klein waren, gingen we ook altijd al met de hele familie kijken bij shorttrackwedstrijden in Nederland.” De gevaren van het shorttrack zijn ook bekend binnen de familie. Simone heeft zware blessures gehad en Monique kwam in 1993 zo ongelukkig ten val dat ze een dwarslaesie opliep. Wordt er in de familieapp ook op gehamerd dat jullie voorzichtig moeten doen? Michelle: “Nee, nooit.” Xandra: “Onze vader heeft wel een speciale nekbeschermer, een soort col van snijvast materiaal, bedacht. De sport is ook veel veiliger dan in hun tijd. We rijden in pakken van – normaal gesproken – snijvast materiaal, trainen met een vrijstaande boarding. De kussens bewegen mee als je erin knalt, waardoor de impact veel minder is. We weten dat er altijd risico’s zijn: je kunt hard vallen en de messen waarmee wij schaatsen zijn heel scherp en dun. Als je bang bent aangelegd, moet je sowieso niet aan deze sport beginnen.” Dat zagen we begin november, Xandra, toen jij Suzanne Schulting met je schaats raakte bij een val tijdens de training. Het gevolg: een heel diepe snijwond in haar rug. Xandra: “Het was een heel grote wond, dat was erg schrikken. Heel vervelend, gelukkig liep het ondanks alles met een sisser af voor Suzanne. Dit blijft helaas het risico van het vak. Ik liet Suus meteen weten dat ik het heel erg rot voor haar vond. Zij stuurde ook dat ik er niks aan kon doen. Het was gelukkig meteen goed tussen ons.” Michelle: “Dat soort dingen zorgen ervoor dat je je altijd bewust bent van de gevaren. Ik ben bij de World Cup in Seoul ook hard gevallen, waardoor ik een tijdje niet kon trainen door een blessure aan mijn bovenbeen. Dat is weer een realitycheck dat we aan een gevaarlijke sport doen.” MOVE OVER SJINKIE KNEGT EN SUZANNE SCHULTING. HET IS NU ONZE BEURT OM DE SHORTTRACKPLOEG BIJ DE HAND TE NEMEN Michelle, lachend: “Daar zijn wij niet mee bezig, hoor. Maar de ploeg is wel heel erg verjongd de laatste tijd.” Is er sprake van een generatiekloof? Michelle: “Helemaal niet. Yara van Kerkhof is meer dan tien jaar ouder dan wij, maar met haar klikt het net zo goed als met Suzanne of Selma Poutsma die weer jonger zijn.” Xandra: “Toen ik erbij kwam, had je nog wel wat ouderen erbij en die zijn afgelopen tijd gestopt. Daardoor verandert de dynamiek binnen een trainingsgroep altijd een beetje, maar niet zodanig dat het ineens zo is dat je twee groepen krijgt.” Tijdens relays lijkt het altijd heel gezellig te zijn tussen jullie. Er wordt natuurlijk ook heel vaak gewonnen. Maar is het ook zo dat de een z’n dood de ander z’n brood is? Xandra: “De sfeer is bijna altijd goed.” Michelle: “En ondertussen is er altijd concurrentie.” Xandra: “Op de 500 meter is die concurrentiestrijd wel een dingetje, want die willen we allemaal rijden. In een wereldbekerwedstrijd kunnen er maar drie per land een 500 meter rijden. Uitzondering is als die afstand twee keer wordt gereden in een weekend, dan kan iedereen hem rijden. Selma, Suzanne, Yara, Michelle en ik kunnen er allemaal heel goed op uit de voeten. Het niveau is op die afstand zo hoog, het wordt bij EK’s en WK’s spannend wie die afstand mag rijden.” Michelle: “Het lullige is: als je als nummer vier in Nederland net buiten de boot valt voor de 500 meter, heb je wel het niveau om mee te doen om de medailles als je voor een ander land uit zou komen. Er is concurrentie om de startplekken, maar er is onderling geen haat en nijd.” Merken jullie dat als je in een rood- wit-blauw pak het ijs opkomen, short- trackers uit andere landen denken: o jee, daar heb je de Nederlanders? Michelle: “Ik zie het niet aan hun gezichten, hoor. Misschien dat ze het onbewust denken. Ik denk wel dat ze naar jou anders kijken, Xan. Jij hebt natuurlijk twee individuele wereldtitels op de 500 en 1000 meter.” Xandra: “Op de 500 meter merk ik dat wel. En nu ook op de 1000 meter.” Michelle: “Ik had ook niet verwacht dat je vorig jaar de wereldtitel op de 1000 meter zou pakken.” Xandra: “In het olympisch jaar was ik ook al goed op de 1000 meter, maar toen kon ik nog niet echt om de winst strijden. Die laatste stap heb ik vorig seizoen gezet. Toen ik bij de WK aan de start van de 1000 meter stond, dacht ik: deze ga ik gewoon winnen.” Michelle: “Je had daarvoor al de titel op de 500 meter gepakt, daar haalde je natuurlijk ook veel vertrouwen uit.” Xandra: “Die 500 meter was het doel, ik was regerend wereldkampioen en had het wereldrecord op die afstand. Toen het lukte om die titel nog een keer te winnen, was het grote doel bereikt. Daardoor kon ik met iets meer ontspanning die 1000 meter rijden.” De 1000 meter is ook het territorium van Suzanne Schulting, die daarop jarenlang onverslaanbaar was en ook twee olympische titels pakte. Xandra: “Ja... Ik werd jarenlang, vanaf de junioren al, gezien als een sprinter. Jeroen Otter zei altijd al: ‘Ik vind dat je jezelf tekortdoet als jij je alleen focust op de 500 meter.’ Ik weet nog dat ik in het olympisch jaar een keer een World Cup niet mocht rijden op de 500 meter. Daar was ik echt kwaad om. Jeroen zei toen: ‘Je rijdt ook een goede 1000 en 1500 meter, ik zie niet in waarom jouw kansen op een medaille nu ineens weg zijn.’ Hij heeft gelijk gekregen dat in mij meer schuilt dan een sprinter.” Wat zei Suzanne tegen jou? Xandra: “We hebben elkaar daarna niet echt gesproken. Logisch, want die 1000 meter was voor haar echt niet leuk. Ik snapte haar teleurstelling, ze hoefde daarna niet meteen iets tegen mij te zeggen. Uiteindelijk feliciteerde ze me wel gewoon, hoor. De ene keer zijn we teamgenoten en de andere keer zijn we concurrenten. Wij snappen allemaal heel goed van elkaar dat iemand ook af en toe ruimte nodig heeft bij een teleurstelling.” Na die 1000 meter op de WK werd duidelijk dat Suzanne te veel van zichzelf had geëist. Jaar in jaar uit had ze geen kruimel laten liggen. Heeft het jullie doen beseffen dat shorttrack ook mentaal een heel intensieve sport is? Xandra: “Ik ben niet echt geschrokken, wij wisten allebei al hoe zwaar topsport mentaal is. Je ziet ook geregeld dat iemand besluit er een seizoen uit te stappen om zich weer op te laden.” Michelle: “De Canadese Kim Boutin heeft even rust genomen en de Italiaanse Arianna Fontana heeft dat al vaker gedaan. Vooral in Nederland zien wij dat als iets dat niet normaal is.” Xandra: “Die wedstrijden vragen ge- woon heel veel van je. En tijdens een weekend kan heel veel gebeuren. Als het niet goed gaat, moet je jezelf weer opladen. Dat is mentaal heel intensief. In onze sport moet je meteen weer door, dat kost zoveel energie.” Michelle: “Dat is het zwaarste van onze sport: tien minuten na een teleurstel- ling moet je alweer door, moet je het een plekje hebben gegeven.” Hebben jullie weleens gesprekken met een mental coach? Michelle knikt: “Ik heb weleens met een psycholoog gesproken.” Xandra: “Ik was eerst de shorttracker die onbevangen kon jagen en de situatie is wel iets anders nu er meer op mij wordt gelet. Ik voel meer druk. Er wordt meer naar me gekeken, maar ik verwacht ook meer van mezelf. Ik praat sinds dit jaar ook met een mental coach over dit soort dingen. Ik kan me al druk maken om de afstanden die ik tijdens een World Cup ga rijden. Keuzestress. Of ik kan na een overwinning op de 500 meter al zenuwachtig zijn over de volgende wedstrijd. Ik mag er wel wat relaxter in staan en wat meer genieten van een overwinning. Het is niet normaal om steeds te winnen.” NIELS KERSTHOLT IS DE BESTE BONDSCOACH DIE WE OOIT HEBBEN GEHAD Michelle: “Niels is de enige bondscoach die ik heb gehad. De samenwerking met hem verloopt heel soepel. En het is heel fijn dat Annie Sarrat zijn assistent is, dat er ook een vrouwelijke coach in de staf zit.” Xandra: “Niels en Annie zijn het ook niet altijd met elkaar eens. Dat is goed, daardoor worden dingen vanuit meerdere kanten bekeken. De staf vult elkaar goed aan.” Heb je nog weleens contact met jullie voormalig bondscoach Jeroen Otter? Xandra: “Heel af en toe. Dan gaat het over dagelijkse dingen, we bespreken geen trainingsinhoudelijke zaken.” Onder Otter waren jullie al heel succesvol. Die lijn is doorgezet. Borduurt Kerstholt voort op het succes van Otter of heeft hij echt een andere werkwijze? Xandra: “Niels drukt zijn eigen stempel op de ploeg, maar het is natuurlijk wel zo dat het niveau al op deze hoogte was gebracht.” Michelle: “In trainingen heb je veel aan teamgenoten. Als zij niet hard schaatsen, dan houdt het op.” Xandra: “Bepaalde trainingsvormen die wij fijn vinden, komen deels nog uit de tijd van Jeroen. Maar dat is ook logisch, denk ik.” Hebben jullie onder Kerstholt meer inspraak dan onder Otter? Xandra: “Ze hebben totaal andere karakters. Niels zegt dat zelf ook. Hij is minder autoritair dan Jeroen.” Gebruiken jullie je vader ook als klankbord? Xandra: “Absoluut. Samen met Niels en Dennis.” Michelle: “Het is heel fijn dat we iemand hebben die zo dicht bij ons staat en precies snapt wat je bedoelt. Als je een ouder hebt die totaal niet in de sport zit, is het toch heel anders. Die kan dan zeggen ‘het komt wel goed’, maar dan denk je toch: wat weet jij er nou van?” Xandra knikt: “Van papa nemen wij het wel aan.” WIJ TROUWEN LATER ALLEBEI OP DE IJSBAAN Michelle, lachend: “Nou, trouwen op de ijsbaan... dat niet.” Xandra: “Maar ik wil wel een groot feest.” Jullie geliefden zijn allebei shorttrackers. Xandra, jij bent al jaren samen met voormalig shorttracker Dennis Visser, die in 2017 wereldkampioen met de relayploeg werd. Xandra: “Ik ben vier jaar samen met Dennis. Het is heel fijn dat hij ook op hoog niveau heeft geschaatst. Ik kan heel goed met hem over shorttrack praten. Dennis kijkt geregeld mijn trainingen terug en geeft dan feedback.” Michelle, jij bent samen met talent Bas van der Valk. Hoe is die liefde opgebloeid? Michelle: “Sinds september hebben we een relatie. Bas zit in het KNSB Talent Team Noord en woont ook in Heerenveen. Ik ken hem al langer, wij zijn nog teamgenoten geweest. Afgelopen zomer ontmoetten we elkaar weer op een feestje. Toen sloeg de vonk over.” Kijkt Bas ook jouw trainingen terug om van jou te leren? Michelle, lachend: “Hij heeft weleens gezegd dat wij zijn voorbeelden zijn op technisch gebied.” Xandra: “Wat een compliment! Bas doet het zelf ook heel goed.” En jullie ouders vinden het vast ook goed nieuws dat jullie allebei met een shorttracker thuis zijn gekomen? Michelle, lachend: “Ik denk niet dat dat een vereiste was, hoor.” Xandra: “Gelukkig vallen ze in de smaak.” Als het ooit zover is dat jullie gaan trouwen, vragen jullie de ander dan meteen als getuige? Michelle: “Dat denk ik wel.” Xandra knikt: “Andersom ook.” Michelle, lachend: “Dat mag ik hopen, ja!” ZONDER GOUD IS MIJN WK IN ROTTERDAM NIET GESLAAGD Xandra: “Absoluut.” Michelle: “Als wij geen goud op de relay winnen, zijn we op zijn zachtst gezegd niet blij.” Hoe tof is het om samen die relay te rijden? Michelle: “Heel leuk. Voor de relay voel ik altijd net wat minder spanning dan voor individuele races, omdat ik weet dat ik het niet alleen hoef te doen en veel vertrouwen heb in de rest van het team.” Xandra: “Als er iemand een misser maakt, dan kan iemand anders het oplossen. We weten dat we een heel goed team hebben.” Michelle, wat zijn op de individuele afstanden jouw doelen? Michelle: “Ik weet nog niet of ik ook in- dividueel mag rijden op de WK. Suzanne Schulting komt terug en de anderen, Xandra, Selma en Yara, zijn supergoed. Het is wel mijn doel om een individuele afstand te rijden. En als ik er dan sta, wil ik het goed doen. Een B-finale rijden en die winnen zou voor mij al heel goed zijn.” Xandra, wanneer ben jij tevreden? Xandra: “Ik wil de wereldtitels op de 500 en 1000 meter winnen. Ik las in de zomer een uitspraak van de Poolse tennisster Iga Swiatek. Ze zei dat ze het verdedigen van een titel zo stom vond klinken. Dat het niet om verdedigen gaat, maar om winnen. Dat vond ik mooi. Ik wil heel graag weer winnen. Het lijkt me heel vet om dat in Ahoy te doen.” Michelle: “Met onze hele familie op de tribune.” OP DE SPELEN IN 2026 HEEFT DE HELE WERELD HET OVER DE ZUSJES VELZEBOER Xandra: “Dat zou mooi zijn.” Michelle, lachend: “Dat is het doel. Het zou mooi zijn om de broertjes Shaolin Sándor Liu en Shaoang Liu, die heel groot zijn in de shorttrackwereld, van het vrouwenshorttrack te zijn. Maar het olympisch seizoen is nog ver weg.” Milaan is op dit moment gewoon een modestad voor jullie? Xandra: “Ik ben er nu al meer mee bezig dan in aanloop naar de Spelen in Beijing. Dat jaar reed ik al veel A-finales in de wereldbekers, maar was geen favoriet. Nu heb ik daar een heel ander gevoel bij.” Michelle: “Jij hebt al olympisch goud gewonnen met de relay, dat wil ik ook. Die gouden medaille van Xan heb ik wel even omgehangen. Daardoor zitten de Spelen meer in mijn hoofd dan als ik Xandra niet als zus had gehad.” Xandra: “Nu ik twee keer wereldkampioen ben geworden op de 500 meter, weet ik dat ik aan de top sta. De vraag is dan hoe ik daar ook blijf. Selma Poutsma heeft een grote stap gemaakt, haar kom ik nu ook in de finales tegen. Suzanne Schulting is er straks weer bij. Mijn andere concurrenten worden ook steeds beter. Ik moet dus ook steeds beter worden, zodat ik in Milaan hopelijk de meest complete schaatsster ben.” Hebben jullie al weleens gefantaseerd over die olympische titel en wat jullie dan samen gaan doen? Xandra, lachend: “Nee.” Michelle: “We weten alleen dat we na de Spelen op wintersport willen.” KIJK NAAR JENNING DE BOO EN JORIEN TER MORS; SHORTTRACK IS DE BESTE BASIS VOOR DE 500, 1000 EN 1500 METER LANGEBAAN Michelle: “Daar ben ik het mee eens. Hoewel... ik heb geen verstand van langebaanschaatsen.” Jenning de Boo won de nationale titel op de 500 en 1000 meter langebaan, de Europese titel op de 500 meter, en komt uit het shorttracken. Hoe kijken jullie naar zijn prestaties? Michelle: “Het is heel knap wat hij heeft gedaan, het is niet zo dat iedere shorttracker dat zomaar kan. Maar Jenning was vroeger ook al heel goed op de langebaan. Ik heb nog bij hem in het team gezeten, we zijn nog samen naar de Jeugd Olympische Spelen geweest. Hij is wereldkampioen junioren op de 500 meter shorttrack geworden, maar vond de langebaan leuker.” Xandra: “Hij heeft met shorttrack een goede basis gehad. Je ziet dat hij het verschil in de bochten maakt.” Xandra vertelde eerder in Helden dat ze een hekel heeft aan de langebaan. Hoe zit dat bij jou, Michelle? Michelle: “Ik ben er zelf ook niet goed in. Wij hebben vroeger nooit op klapschaatsen gereden of überhaupt op de langebaan geschaatst.” Xandra: “Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar ik haal er nog steeds geen plezier uit. Nee, voor mij geen langebaan, hoor.” Met dank aan Parkhotel Tjardaa, Oranjewoud. Helden Magazine 70 Het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Jens van’t Wout: ‘Naast schaatsen kan ik helemaal niets’

Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Meditaties Was er na schaatsen nog meer moois het afgelopen jaar? “Ik leef voor het schaatsen, doe daarnaast niet zoveel. Nou... Ik heb net mijn motorrijbewijs gehaald. Eigenlijk keek ik altijd naar auto’s, maar mijn pa heeft me overtuigd dat ik een motor moest kopen. Die heb ik nu net helemaal uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet. Dat is wel een grote hobby geworden. O ja, en er zijn wat tatoeages bijgekomen. Het Japanse teken voor ‘leven in het nu’ staat vers op m’n onderarm getatoeëerd. Die heeft oud-shorttracker Dylan Hoogerwerf gezet. Vorig jaar werd jou in Helden gevraagd wie je een heel mooie vrouw vond en toen fluisterde je broer Melle je in dat je moest roepen: ‘My future girlfriend.’ Wat als ik je nu dezelfde vraag stel? “Dan zeg ik: Zoë! Sinds 27 september heb ik een relatie met shorttrackster Zoë Deltrap.” Handig, een vriendin die ook in de nationale selectie zit. “Ja, ik heb geen groot sociaal leven. En er is veel begrip als ik hard moet trainen, omdat Zoë precies weet wat erbij komt kijken om een goede shorttracker te zijn. We trainen twee keer per dag van maandag tot en met zaterdag. Zoë werkt ook heel hard, maar helaas heeft ze een hernia gekregen afgelopen zomer.” Jullie zijn als gezin toen je jong was eerst naar Canada verhuisd en daarna weer terug naar Nederland. Voor de sport zijn je broer en jij nu in de buurt van Heerenveen gaan wonen. Is de band met je ouders veranderd? “We zijn als gezin superclose. We knuffelen wat af met z’n vieren. Ik luister altijd naar ze, omdat ze gewoon veel meer ervaring hebben en er heel veel dingen gebeurden toen we in Nederland kwamen wonen. Mijn vader is bijvoorbeeld altijd bezig met gevoelens en energieën. Als ik ergens last van heb, dan probeert hij het altijd met energie te verhelpen. Meditaties en ademhaling, dat is helemaal zijn ding. Zijn migraines zorgden ervoor dat hij ging zoeken naar allerlei out of the box- manieren om dat te verhelpen. Hij is ook gek op sport, dus eigenlijk heb ik thuis mijn eigen mental coach.” Wat een luxe. “Ja, mijn opa, mijn vaders vader, vond dat mijn vader het allemaal zelf moest uitzoeken en daarom heeft hij besloten om het bij ons over een andere boeg te gooien. Hij is heel erg betrokken bij Melle en mij. Ik ben nu met hem meditaties aan het testen en allerlei ademhalingstechnieken.” Jij bent heel close met je broer. Vorig jaar worstelde hij met blessures en ook door dit seizoen heeft hij vanwege een knieblessure een streep moeten zetten. “Het jaar van de Spelen, 2022, gingen we samen de wereld nog over. Daarna kreeg Melle de ene na de andere heftige rugblessure. Alle binnenbanden hadden scheurtjes, waardoor hij de Spelen moest missen. Afgelopen seizoen was hij weer aan het opbouwen, hij kwam weer in het team voor de World Cups. In Duitsland werd hij door iemand onderuit geschaatst met gekneusde ribben tot gevolg. Dit seizoen ging hij weer onderuit door toedoen van een ander en nu is zijn pees in de knie ontstoken. Hij komt elke keer heel sterk terug, maar heeft ook erg veel pech gehad. Hij is zeker nog niet klaar met schaatsen. Eigenlijk richten we ons nu op de Spelen van 2026 in Milaan, dan willen we samen op het ijs staan.” Welke gegevens worden er bijgehouden om jouw prestaties te monitoren? “We hebben in het team een embedded scientist, Bjorn de Laat, die alles bijhoudt en vooral analyseert. Het varieert van de slaap tot hoeveel je naar een telefoonscherm kijkt. We maken ook een aantal keer per jaar een DEXA-bodyscan om spiermassa te monitoren en er zijn elke maand bloedafnames om tekorten in de gaten te houden.” Kijkt een diëtist ondertussen ook naar bijvoorbeeld intoleranties bij voeding? “Zeker. Mijn broer is allergisch voor gluten. Ik heb vooralsnog nergens last van.” Nou ja, je schaatste de laatste tijd met een aangepaste schaats en moest je bij de EK al na één afstand terugtrekken. “In ben in de World Cup geraakt door een Koreaan. Mijn enkel is herstellende van ingescheurde pezen. Ik kom gewoon niet in de schaatsen omdat mijn enkel nog zo gezwollen is. Ik richt me op 15 maart, dan moet ik er staan bij de WK in Ahoy. Er is kans op WK-goud. Ik heb dit seizoen al goud op de 1000 meter, maar het is ook lastig om in eigen land te rijden, natuurlijk.” Waarom? “Er is gewoon meer druk om te presteren als je in eigen land schaatst. Vorig jaar was de WK in Zuid-Korea en toen zag je de Koreaanse shorttrackers zoveel gekke, domme fouten maken. Natuurlijk vind ik het leuk om in Nederland te schaatsen, maar het is ook een beetje spannend.” Taalachterstand Je hebt tot je twaalfde in Canada gewoond waar je aan ijshockey deed. Dat is in Nederland geen nationale sport. Hoe zijn jullie begonnen met shorttracken? “Vroeger vond ik sport vreselijk. Naast schaatsen kan ik ook helemaal niets. In Canada doe je meestal veel sporten: atletiek, basketbal, tennis, voetballen en natuurlijk ook de nationale sport ijshockey. Daarmee zijn Melle en ik gestopt omdat we eigenlijk ook iets te klein voor die sport waren, vergeleken met Canadese jongens. We hadden vaak blessures. We wilden overstappen van ijshockey naar een ‘veiligere’ sport. Dat werd shorttracken. Als je mijn gezicht ziet, dan snap je dat dat een grote misvatting was.” Je doelt op het ongeluk waarbij je een schaats in je gezicht kreeg waardoor je nu de trotse drager bent van een prachtig litteken, wat tegelijkertijd een trademark is geworden. Lachend: “Ja... Je gelooft het misschien niet, maar pas gedurende mijn tweede jaar in Nederland begon ik pas interesse te krijgen voor sport. Melle vond shorttracken meteen heel leuk en ik deed gewoon mee. Ik had er niet bepaald een doel mee. Pas toen ik dertien was en met een team ging schaatsen, begon ik het leuk te vinden. Op een gegeven moment kwam er een coach uit Amerika die een jeugdteam ging samenstellen en zij vond dat Melle en ik talent hadden. Toen zijn we vijf keer per week gaan trainen.” Jij sprak nauwelijks Nederlands toen jullie net weer hier woonden. Hoe zagen de schoolweken eruit? “In Almere moesten we vaak nablijven omdat we met Nederlands echt achterbleven. We hebben een school gevonden in Almere waar we het vwo konden doen in het Engels. Daarna gingen we toch weer naar een andere school en moesten we overstappen naar de havo door de taalachterstand. We zijn geëindigd op het vmbo in Amsterdam omdat we onze sport er ook nog bijhadden. Later heb ik toch nog de havo gedaan omdat ik toen al veel beter Nederlands sprak. Ik kan best goed leren.” Wat vond de leerplichtambtenaar van getalenteerde jonge sporters als jullie? “De school in Amsterdam had twee top- sportmanagers. We zaten in de klas met veel jongens die bij Ajax voetbalden. De mentaliteit was: kom wanneer je kan. Maar het belangrijkste was dat onze ouders zeiden: ‘Je kunt altijd nog studeren, maar je kan nu schaatsen.’ Ik hoor weleens van andere sporters dat ze er verplicht iets naast moeten doen van hun ouders, maar dat lijkt me vreselijk. Hoe kun je je optimaal concentreren op een wedstrijd als je weet dat er nog een toetsweek aan komt? Mijn vader is twee keer gevraagd voor Ajax toen hij jong was, maar dat mocht niet van zijn vader. Daarom wilde hij het graag anders doen met zijn kinderen.” En hoe was het shorttracken te combineren met school? “Twee jaar lang werden we om vijf uur ’s ochtends wakker, gingen we met de bus van Almere naar Amsterdam en daarvandaan met de coach naar Utrecht om te trainen. Vervolgens weer terug met de coach naar Amsterdam om naar school te gaan en daarna voor de tweede training weer naar Utrecht en terug naar Amsterdam met onze coach om vandaar terug te gaan naar ons huis in Almere.” Het had natuurlijk impact op het hele gezin. Als jullie om vijf uur naast je bed stonden, betekende dat vast dat jullie moeder er ook uit moest om het ontbijt klaar te maken. “Ja, mijn ouders zeiden eigenlijk meteen: ‘We doen dit gewoon.’ Toen het beter was om voor onze sport te verhuizen naar Friesland, zodat we in Thialf kon- den trainen, besloten ze meteen in actie te komen. Binnen een jaar maakte Melle al de overstap naar het nationale team en ik binnen drie jaar.” SCHEVE SITUATIE Jij hoort nu bij de wereldtop in het shorttracken en hebt bij spelers van Ajax in de klas gezeten. Een voetballer die een contract tekent bij een club en een shorttracker die bij de nationale selectie komt; daar zit een verschil tussen wat de financiën betreft. “Ja, het is soms oneerlijk verdeeld. Kijk, zij zijn natuurlijk vaker op tv, dus ik snap dat ze meer verdienen, maar als je het vergelijkt met hoeveel wij moeten trainen, dan is het evenwicht ver te zoeken. Het is ook per land verschillend. Shorttrackers in China worden weer veel beter betaald dan wij in Nederland. In deze sport kom je er gewoon niet mee weg als je een beetje talent hebt. Bij ons zitten er mensen in het nationale team die niet betaald worden. Dat gebeurt pas als je bij de top acht van de wereld hoort.” Je bent 22 en verdient al drie jaar je geld met shorttracken. Je moet dus blijven presteren om de A-status van NOC*NSF te behouden. De jongens met wie je traint en in een team rijdt, zijn ook je concurrenten. Hoe bepaalt dat de sfeer in het team? “Aan de oppervlakte lijkt het natuurlijk allemaal koek en ei, maar de verschillen zijn enorm. Soms ben je 24 of 25 en moet je in een bejaardenflat wonen die je ouders betalen om deze sport te kunnen blijven doen. Slechts vijf van de twaalf shorttrackers van het nationale team worden betaald bij de mannen. Dat is natuurlijk een rare, scheve situatie.” Wat is jouw ultieme droom? “Samen met Melle naar de Spelen en dan olympisch kampioen worden. Dat kan samen op de relay, maar natuurlijk ook individueel. Wie er van ons eerste wordt, maakt me in dat geval niet uit.” Dat is nou broederliefde. Maar maakt het je echt niet uit? “Nou... ik denk dat ik zelfs liever heb dat Melle eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee, ik kon hem nauwelijks bijhouden. Hij schaatste ook altijd op kop, was sterker dan ik. En dat hij nu worstelt met die blessures en de Spelen moest missen... Daarom gun ik hem die gouden plak.” Met dank aan Uitgerust voor Zaken, Heerenveen. Helden Magazine 70 Het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Meditaties Was er na schaatsen nog meer moois het afgelopen jaar? “Ik leef voor het schaatsen, doe daarnaast niet zoveel. Nou... Ik heb net mijn motorrijbewijs gehaald. Eigenlijk keek ik altijd naar auto’s, maar mijn pa heeft me overtuigd dat ik een motor moest kopen. Die heb ik nu net helemaal uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet. Dat is wel een grote hobby geworden. O ja, en er zijn wat tatoeages bijgekomen. Het Japanse teken voor ‘leven in het nu’ staat vers op m’n onderarm getatoeëerd. Die heeft oud-shorttracker Dylan Hoogerwerf gezet. Vorig jaar werd jou in Helden gevraagd wie je een heel mooie vrouw vond en toen fluisterde je broer Melle je in dat je moest roepen: ‘My future girlfriend.’ Wat als ik je nu dezelfde vraag stel? “Dan zeg ik: Zoë! Sinds 27 september heb ik een relatie met shorttrackster Zoë Deltrap.” Handig, een vriendin die ook in de nationale selectie zit. “Ja, ik heb geen groot sociaal leven. En er is veel begrip als ik hard moet trainen, omdat Zoë precies weet wat erbij komt kijken om een goede shorttracker te zijn. We trainen twee keer per dag van maandag tot en met zaterdag. Zoë werkt ook heel hard, maar helaas heeft ze een hernia gekregen afgelopen zomer.” Jullie zijn als gezin toen je jong was eerst naar Canada verhuisd en daarna weer terug naar Nederland. Voor de sport zijn je broer en jij nu in de buurt van Heerenveen gaan wonen. Is de band met je ouders veranderd? “We zijn als gezin superclose. We knuffelen wat af met z’n vieren. Ik luister altijd naar ze, omdat ze gewoon veel meer ervaring hebben en er heel veel dingen gebeurden toen we in Nederland kwamen wonen. Mijn vader is bijvoorbeeld altijd bezig met gevoelens en energieën. Als ik ergens last van heb, dan probeert hij het altijd met energie te verhelpen. Meditaties en ademhaling, dat is helemaal zijn ding. Zijn migraines zorgden ervoor dat hij ging zoeken naar allerlei out of the box- manieren om dat te verhelpen. Hij is ook gek op sport, dus eigenlijk heb ik thuis mijn eigen mental coach.” Wat een luxe. “Ja, mijn opa, mijn vaders vader, vond dat mijn vader het allemaal zelf moest uitzoeken en daarom heeft hij besloten om het bij ons over een andere boeg te gooien. Hij is heel erg betrokken bij Melle en mij. Ik ben nu met hem meditaties aan het testen en allerlei ademhalingstechnieken.” Jij bent heel close met je broer. Vorig jaar worstelde hij met blessures en ook door dit seizoen heeft hij vanwege een knieblessure een streep moeten zetten. “Het jaar van de Spelen, 2022, gingen we samen de wereld nog over. Daarna kreeg Melle de ene na de andere heftige rugblessure. Alle binnenbanden hadden scheurtjes, waardoor hij de Spelen moest missen. Afgelopen seizoen was hij weer aan het opbouwen, hij kwam weer in het team voor de World Cups. In Duitsland werd hij door iemand onderuit geschaatst met gekneusde ribben tot gevolg. Dit seizoen ging hij weer onderuit door toedoen van een ander en nu is zijn pees in de knie ontstoken. Hij komt elke keer heel sterk terug, maar heeft ook erg veel pech gehad. Hij is zeker nog niet klaar met schaatsen. Eigenlijk richten we ons nu op de Spelen van 2026 in Milaan, dan willen we samen op het ijs staan.” Welke gegevens worden er bijgehouden om jouw prestaties te monitoren? “We hebben in het team een embedded scientist, Bjorn de Laat, die alles bijhoudt en vooral analyseert. Het varieert van de slaap tot hoeveel je naar een telefoonscherm kijkt. We maken ook een aantal keer per jaar een DEXA-bodyscan om spiermassa te monitoren en er zijn elke maand bloedafnames om tekorten in de gaten te houden.” Kijkt een diëtist ondertussen ook naar bijvoorbeeld intoleranties bij voeding? “Zeker. Mijn broer is allergisch voor gluten. Ik heb vooralsnog nergens last van.” Nou ja, je schaatste de laatste tijd met een aangepaste schaats en moest je bij de EK al na één afstand terugtrekken. “In ben in de World Cup geraakt door een Koreaan. Mijn enkel is herstellende van ingescheurde pezen. Ik kom gewoon niet in de schaatsen omdat mijn enkel nog zo gezwollen is. Ik richt me op 15 maart, dan moet ik er staan bij de WK in Ahoy. Er is kans op WK-goud. Ik heb dit seizoen al goud op de 1000 meter, maar het is ook lastig om in eigen land te rijden, natuurlijk.” Waarom? “Er is gewoon meer druk om te presteren als je in eigen land schaatst. Vorig jaar was de WK in Zuid-Korea en toen zag je de Koreaanse shorttrackers zoveel gekke, domme fouten maken. Natuurlijk vind ik het leuk om in Nederland te schaatsen, maar het is ook een beetje spannend.” Taalachterstand Je hebt tot je twaalfde in Canada gewoond waar je aan ijshockey deed. Dat is in Nederland geen nationale sport. Hoe zijn jullie begonnen met shorttracken? “Vroeger vond ik sport vreselijk. Naast schaatsen kan ik ook helemaal niets. In Canada doe je meestal veel sporten: atletiek, basketbal, tennis, voetballen en natuurlijk ook de nationale sport ijshockey. Daarmee zijn Melle en ik gestopt omdat we eigenlijk ook iets te klein voor die sport waren, vergeleken met Canadese jongens. We hadden vaak blessures. We wilden overstappen van ijshockey naar een ‘veiligere’ sport. Dat werd shorttracken. Als je mijn gezicht ziet, dan snap je dat dat een grote misvatting was.” Je doelt op het ongeluk waarbij je een schaats in je gezicht kreeg waardoor je nu de trotse drager bent van een prachtig litteken, wat tegelijkertijd een trademark is geworden. Lachend: “Ja... Je gelooft het misschien niet, maar pas gedurende mijn tweede jaar in Nederland begon ik pas interesse te krijgen voor sport. Melle vond shorttracken meteen heel leuk en ik deed gewoon mee. Ik had er niet bepaald een doel mee. Pas toen ik dertien was en met een team ging schaatsen, begon ik het leuk te vinden. Op een gegeven moment kwam er een coach uit Amerika die een jeugdteam ging samenstellen en zij vond dat Melle en ik talent hadden. Toen zijn we vijf keer per week gaan trainen.” Jij sprak nauwelijks Nederlands toen jullie net weer hier woonden. Hoe zagen de schoolweken eruit? “In Almere moesten we vaak nablijven omdat we met Nederlands echt achterbleven. We hebben een school gevonden in Almere waar we het vwo konden doen in het Engels. Daarna gingen we toch weer naar een andere school en moesten we overstappen naar de havo door de taalachterstand. We zijn geëindigd op het vmbo in Amsterdam omdat we onze sport er ook nog bijhadden. Later heb ik toch nog de havo gedaan omdat ik toen al veel beter Nederlands sprak. Ik kan best goed leren.” Wat vond de leerplichtambtenaar van getalenteerde jonge sporters als jullie? “De school in Amsterdam had twee top- sportmanagers. We zaten in de klas met veel jongens die bij Ajax voetbalden. De mentaliteit was: kom wanneer je kan. Maar het belangrijkste was dat onze ouders zeiden: ‘Je kunt altijd nog studeren, maar je kan nu schaatsen.’ Ik hoor weleens van andere sporters dat ze er verplicht iets naast moeten doen van hun ouders, maar dat lijkt me vreselijk. Hoe kun je je optimaal concentreren op een wedstrijd als je weet dat er nog een toetsweek aan komt? Mijn vader is twee keer gevraagd voor Ajax toen hij jong was, maar dat mocht niet van zijn vader. Daarom wilde hij het graag anders doen met zijn kinderen.” En hoe was het shorttracken te combineren met school? “Twee jaar lang werden we om vijf uur ’s ochtends wakker, gingen we met de bus van Almere naar Amsterdam en daarvandaan met de coach naar Utrecht om te trainen. Vervolgens weer terug met de coach naar Amsterdam om naar school te gaan en daarna voor de tweede training weer naar Utrecht en terug naar Amsterdam met onze coach om vandaar terug te gaan naar ons huis in Almere.” Het had natuurlijk impact op het hele gezin. Als jullie om vijf uur naast je bed stonden, betekende dat vast dat jullie moeder er ook uit moest om het ontbijt klaar te maken. “Ja, mijn ouders zeiden eigenlijk meteen: ‘We doen dit gewoon.’ Toen het beter was om voor onze sport te verhuizen naar Friesland, zodat we in Thialf kon- den trainen, besloten ze meteen in actie te komen. Binnen een jaar maakte Melle al de overstap naar het nationale team en ik binnen drie jaar.” SCHEVE SITUATIE Jij hoort nu bij de wereldtop in het shorttracken en hebt bij spelers van Ajax in de klas gezeten. Een voetballer die een contract tekent bij een club en een shorttracker die bij de nationale selectie komt; daar zit een verschil tussen wat de financiën betreft. “Ja, het is soms oneerlijk verdeeld. Kijk, zij zijn natuurlijk vaker op tv, dus ik snap dat ze meer verdienen, maar als je het vergelijkt met hoeveel wij moeten trainen, dan is het evenwicht ver te zoeken. Het is ook per land verschillend. Shorttrackers in China worden weer veel beter betaald dan wij in Nederland. In deze sport kom je er gewoon niet mee weg als je een beetje talent hebt. Bij ons zitten er mensen in het nationale team die niet betaald worden. Dat gebeurt pas als je bij de top acht van de wereld hoort.” Je bent 22 en verdient al drie jaar je geld met shorttracken. Je moet dus blijven presteren om de A-status van NOC*NSF te behouden. De jongens met wie je traint en in een team rijdt, zijn ook je concurrenten. Hoe bepaalt dat de sfeer in het team? “Aan de oppervlakte lijkt het natuurlijk allemaal koek en ei, maar de verschillen zijn enorm. Soms ben je 24 of 25 en moet je in een bejaardenflat wonen die je ouders betalen om deze sport te kunnen blijven doen. Slechts vijf van de twaalf shorttrackers van het nationale team worden betaald bij de mannen. Dat is natuurlijk een rare, scheve situatie.” Wat is jouw ultieme droom? “Samen met Melle naar de Spelen en dan olympisch kampioen worden. Dat kan samen op de relay, maar natuurlijk ook individueel. Wie er van ons eerste wordt, maakt me in dat geval niet uit.” Dat is nou broederliefde. Maar maakt het je echt niet uit? “Nou... ik denk dat ik zelfs liever heb dat Melle eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee, ik kon hem nauwelijks bijhouden. Hij schaatste ook altijd op kop, was sterker dan ik. En dat hij nu worstelt met die blessures en de Spelen moest missen... Daarom gun ik hem die gouden plak.” Met dank aan Uitgerust voor Zaken, Heerenveen. Helden Magazine 70 Het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Schaatsen

Jordan Stolz: Super man

Jordan Stolz is de nieuwe schaatssensatie. De negentienjarige Amerikaan won vorig jaar de wereldtitels op de 500, 1000 en 1500 meter. Met behulp van Jillert Anema, zijn coach bij Team Albert Heijn Zaanlander, wil hij nog beter worden. In aanloop naar de WK afstanden (15-18 februari, Calgary) en WK sprint (23-24 februari, Heerenveen) sprak Helden het wonderkind over succes, God en goud. “Misschien is mijn geheim dat er geen geheim is.” [caption id="attachment_19501" align="alignnone" width="1830"] Jordan Stolz & Irene Schouten[/caption] Kjeld Nuis staat bekend als een onverbeterlijke optimist, altijd op zoek naar lichtpuntjes, zelfs na een stevige uppercut van Jordan Stolz tijdens de 1500 meter bij de World Cup in Stavanger. Terwijl de Nederlandse concurrentie zich afvraagt wie het Amerikaanse fenomeen zal verslaan, ziet Kjeld alleen maar een positieve impuls voor de schaatssport. “Wie gaat Stolz kloppen? Dat wordt de grote uitdaging voor de komende jaren. Mooi man!” zegt Kjeld met een glimlach. Op het kantoor van Team Albert Heijn Zaanlander, waar de favoriete muziek van Stolz’ coach Jillert Anema de ruimte vult, blijft Jordan Stolz onverstoorbaar, ondanks de jankende gitaren en stevige rock- nummers. “Jillert en ik hebben dezelfde muzieksmaak. Rock uit de 60’s en 70’s.” Sportvissen Achter de relaxte houding schuilt een sporter van negentien met een bijzondere missie en drive. Hij is zelfbewust en bescheiden. Jordan is niet van de grote woorden, wil zijn prestaties laten spreken. Jordan werd geboren op een elandenranch buiten Kewaskum, Wisconsin, en raakte op zijn zesde in de ban van schaatsen. Na schooltijd keek hij naar shorttrack op de Olympische Winterspelen van 2010 in Vancouver en zag de kleurrijke Amerikaanse shorttracklegende Apolo Ohno imponeren en goud winnen. ‘In de kleedkamers heb ik het nooit over mijn geloof. Daar hebben de Nederlanders altijd het hoogste woord, gaat het over geld, seks en auto’s. Vind ik ook prima’ Jordan sprong op van de bank en begon in de woonkamer schaatsbewegingen te maken. Vader Dirk, de plaatselijke sheriff, wist wat hem te doen stond: zorgen voor een ijsbaan op het erf. De achtertuin van de familie Stolz veranderde in een ijsbaan met buitenverlichting. Vader en moeder fungeerden als baanvegers. “Ik ben mijn ouders heel dankbaar. Als ik het ijs op wilde, dan kon dat. Ze veegden de baan en coachten mij en mijn zus Hannah. Ik was zo fanatiek dat als ik ’s nachts niet kon slapen, ik stiekem het ijs op ging. Ik ben mijn ouders dankbaar dat ze mij zo onvoorwaardelijk steunden. Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jordan Stolz komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jordan Stolz is de nieuwe schaatssensatie. De negentienjarige Amerikaan won vorig jaar de wereldtitels op de 500, 1000 en 1500 meter. Met behulp van Jillert Anema, zijn coach bij Team Albert Heijn Zaanlander, wil hij nog beter worden. In aanloop naar de WK afstanden (15-18 februari, Calgary) en WK sprint (23-24 februari, Heerenveen) sprak Helden het wonderkind over succes, God en goud. “Misschien is mijn geheim dat er geen geheim is.” [caption id="attachment_19501" align="alignnone" width="1830"] Jordan Stolz & Irene Schouten[/caption] Kjeld Nuis staat bekend als een onverbeterlijke optimist, altijd op zoek naar lichtpuntjes, zelfs na een stevige uppercut van Jordan Stolz tijdens de 1500 meter bij de World Cup in Stavanger. Terwijl de Nederlandse concurrentie zich afvraagt wie het Amerikaanse fenomeen zal verslaan, ziet Kjeld alleen maar een positieve impuls voor de schaatssport. “Wie gaat Stolz kloppen? Dat wordt de grote uitdaging voor de komende jaren. Mooi man!” zegt Kjeld met een glimlach. Op het kantoor van Team Albert Heijn Zaanlander, waar de favoriete muziek van Stolz’ coach Jillert Anema de ruimte vult, blijft Jordan Stolz onverstoorbaar, ondanks de jankende gitaren en stevige rock- nummers. “Jillert en ik hebben dezelfde muzieksmaak. Rock uit de 60’s en 70’s.” Sportvissen Achter de relaxte houding schuilt een sporter van negentien met een bijzondere missie en drive. Hij is zelfbewust en bescheiden. Jordan is niet van de grote woorden, wil zijn prestaties laten spreken. Jordan werd geboren op een elandenranch buiten Kewaskum, Wisconsin, en raakte op zijn zesde in de ban van schaatsen. Na schooltijd keek hij naar shorttrack op de Olympische Winterspelen van 2010 in Vancouver en zag de kleurrijke Amerikaanse shorttracklegende Apolo Ohno imponeren en goud winnen. ‘In de kleedkamers heb ik het nooit over mijn geloof. Daar hebben de Nederlanders altijd het hoogste woord, gaat het over geld, seks en auto’s. Vind ik ook prima’ Jordan sprong op van de bank en begon in de woonkamer schaatsbewegingen te maken. Vader Dirk, de plaatselijke sheriff, wist wat hem te doen stond: zorgen voor een ijsbaan op het erf. De achtertuin van de familie Stolz veranderde in een ijsbaan met buitenverlichting. Vader en moeder fungeerden als baanvegers. “Ik ben mijn ouders heel dankbaar. Als ik het ijs op wilde, dan kon dat. Ze veegden de baan en coachten mij en mijn zus Hannah. Ik was zo fanatiek dat als ik ’s nachts niet kon slapen, ik stiekem het ijs op ging. Ik ben mijn ouders dankbaar dat ze mij zo onvoorwaardelijk steunden. Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Jordan Stolz komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Schaatsen

Femke Kok: ‘Ik was vaak te lief’

Femke Kok veroverde bij de WK afstanden in 2023 als eerste Nederlandse schaatsster ooit de wereldtitel op de 500 meter. Een jaar later deed ze dat nog eens over. 2024 leek weleens het jaar van Femke te kunnen gaan worden, maar in het najaar kreeg ze te maken met het cytomegalovirus, dat net als de ziekte van Pfeiffer gepaard gaat met vermoeidheid. Toen ze zich eind oktober afmeldde voor het wereldbekerkwalificatietoernooi, had ze geen idee hoelang ze uit de roulatie zou zijn. Op het NK sprint maakte ze haar comeback. Nu mag ze zich op gaan maken voor het de EK sprint in Thialf. We blikken terug op ons interview met Femke uit 2023. Kurumi Inagawa “Inagawa is een Japanse die snel kan openen, een van de beste tegenstanders die ik me kon wensen. Ik begon in de buitenbaan,” zegt Femke Kok. Bij de WK afstanden startte ze op 3 maart in een kolkend Thialf in rit zeven op de 500 meter. “Ik raakte zo gemotiveerd van het publiek, had zo’n zin om te schaatsen. Doordat er nog geen richttijd was, voelde ik weinig druk. Het hele seizoen waren mijn prestaties een beetje achtergebleven, waardoor de verwachtingen rond mij sowieso minder waren. Ik was voor mijn gevoel al een beetje afgeschreven. Ik was relaxed, had niets te verliezen. Dat was heel anders in 2022, toen juist iedereen dacht dat ik wel even zou winnen als ik aan de start van een 500 meter stond, omdat ik in 2021 na mijn overstap naar de senioren op mijn afstand meteen vier wereldbekerwedstrijden op rij had gewonnen en zilver bij de WK afstanden had gepakt. Ik vond het lastig om een jaar later met die druk om te gaan, kwam nog maar net kijken.” Femke was er bij wereldbekerwedstrijden afgelopen seizoen niet in geslaagd het podium te halen, wel werd ze twee keer vierde. Drie weken eerder werd de World Cup in Polen een teleurstelling. “Daar ging alles mis wat mis kon gaan. Op de 500 meter had ik een dikke misser, waardoor ik meteen kansloos was. Op de 1000 meter zou ik in de tweede rit starten, maar dat werd ineens rit één. Ik was nog niet klaar met inrijden, had mijn transponders nog niet om gekregen toen ik ineens naar de start moest. Ik was al buiten adem toen ik van start ging. 'Dat zenuwslopende wachten op het middenterrein. Vreselijk. Ik maakte mezelf helemaal gek. Van pure spanning heb ik mijn coach en de fysio heel vaak geknepen' Daarna was ik er zo klaar mee. Het eten was slecht, het hotel was niks. Eigenlijk moest ik nog een week in Polen blijven, want een week later was daar ook de wereldbekerfinale. Ik wist: als ik hier nog een week blijf, maak ik mezelf helemaal gek. Ik heb tegen mijn trainers Gerard van Velde en Dennis van der Gun gezegd dat ik naar huis wilde, om in Heerenveen in alle rust te kunnen trainen in aanloop naar de WK.” Tijdens die trainingen met trainingsgenoot Mats Siemons focuste ze zich vooral op haar techniek. “Ik had me niet gekwalificeerd voor de 1000 meter op de WK afstanden, had alleen de 500 meter. Ik had één kans, het was alles of niets. Die ene race op de WK kon mijn seizoen maken of breken. Ik had bij de NK sprint, eind december in Thialf, 37,07 gereden, wist dus dat ik een goede tijd in me had. Tijdens de trainingen ging het met de dag beter, ik kreeg steeds meer vertrouwen en mijn coaches dachten ook dat ik wat moois kon laten zien.” Femke opende snel, in 10,35, en was een fractie sneller dan Inagawa. Na een goede eerste bocht kon ze op de kruising naar de Japanse toe rijden. Bij het ingaan van de laatste bocht kwam ze al onderdoor om daarna te finishen in 37,28. “Ik was heel blij dat ik op het moment dat het moest mijn beste race van het seizoen had gereden. Elke klap was raak.” Gerard van Velde ging uit zijn dak op de kruising toen hij de tijd van Femke zag. Dennis van der Gun ving haar op na haar rit. Ze twijfelde of haar tijd goed genoeg was, had bij de mannen een uurtje eerder Jordan Stolz bijna een baanrecord zien rijden op de 500 meter, dus ze dacht vooraf dat de winnende tijd in de buurt van het baanrecord van 37,02 zou liggen. “Ik was niet heel uitbundig, maar Dennis zei meteen: ‘Ik moet nog zien of iemand aan jouw tijd komt.’ Daarna het zenuwslopende wachten op het middenterrein. Vreselijk. Ik maakte mezelf helemaal gek, wist niet of ik moest zitten of staan. Dennis en onze fysiotherapeut Johan Methorst stonden naast me. Van pure spanning heb ik Dennis en Johan heel vaak geknepen.” In rit tien waren twee grote concurrenten aan de beurt: Erin Jackson, de Amerikaanse olympisch kampioene op de 500 meter, en vrouw in vorm Vanessa Herzog. De Oostenrijkse kwam vijfhonderdste tekort. “Dennis en Johan riepen: ‘Het kan nog, het kan nog!’” In de volgende rit nam Jutta Leerdam, bij World Cups in aanloop naar de WK al vier keer goed voor een podiumplek op de 500 meter, het op tegen Kim Min-sun. De Zuid-Koreaanse gold als topfavoriet voor de wereldtitel. “Zij had op een na alle 500 meters van het seizoen gewonnen en was in Thialf ook al sneller geweest dan 37,28. Ze opende snel, maar ook Jutta deed dat voor haar doen en zij heeft natuurlijk altijd een fantastische volle ronde in zich.” Leerdam finishte in 37,54 en Kim, die in de laatste binnenbocht een misslag had, deed dat in 37,56. Op het middenterrein werden Van der Gun en Methorst opnieuw geknepen. “Ik dacht: als zelfs Kim en Jutta niet aan mijn tijd komen...” In de slotrit nam ploeggenoot en vriendin Michelle de Jong het op tegen de Amerikaanse Kimi Goetz. Ze kwamen allebei niet aan haar tijd. Femke maakte een vreugdesprong, stak beide armen in de lucht en omhelsde meteen Van der Gun. “Het hele seizoen had ik niet op het podium gestaan en op de WK was het ineens raak. Bizar. Dennis had dat seizoen na elke tegenvaller tegen me gezegd: ‘Niet erg dat je niet op het podium staat. Het is veel mooier om na de laatste wedstrijd van het seizoen op het podium te staan.’ Als klein meisje had ik met mijn vader en moeder op tv naar grote wedstrijden in Thialf gekeken en dacht ik: daar wil ik ook op een dag wereldkampioen worden. Een droom kwam uit. En dat ik ook nog eens de eerste Nederlandse vrouw ben die wereldkampioen op de 500 meter is geworden, maakte het extra mooi.” Na afloop schaatste ze een ereronde met de Nederlandse vlag om haar schouders. Ze stopte om haar ouders langs de kant te omhelzen. “Zij waren ook zo blij, hadden ook mijn struggles van dichtbij meegekregen.” René Kok en Ilja Postma Schaatsen zit bij Femke in het dna. René Kok was een verdienstelijk schaatser, reed ooit in de Friese selectie met Rintje Ritsma en daarna marathons. Moeder Ilja Postma schaatste recreatief en volbracht in 1997 de Elfstedentocht. Femke, enig kind, groeide op in Nij Beets, waar ze nu nog met haar ouders woont en waar in het ouderlijk huis de voertaal Fries is. Als kind turnde ze ook. Met het gezin zaten ze voor de tv als er schaatswedstrijden waren. “Mijn vader wees dan vaak naar de tv en zei tegen me: ‘Kijk, zo moet het.’ Dan vertelde hij hoe je de bocht aan moest snijden of hoe je afzette naar de zijkant. Ik sprong dan op en deed de schaatsbeweging na in de woonkamer. Tijdens de volgende training op het ijs ging ik me dan inbeelden dat ik de schaatser was die ik op televisie had gezien. Bijvoorbeeld de Koreaanse Lee Sang-hwa, wereldrecordhoudster op de 500 meter, zij zat altijd zo mooi diep.” Vader René trainde ook vaak met zijn dochter. “Door zijn achtergrond als schaatser kon hij me heel goed helpen. Als ik hem niet als trainer had gehad, was ik denk ik niet geweest waar ik nu ben. Mijn ouders zeiden altijd: ‘Als je iets anders leuker vindt, mag je dat ook gaan doen, hoor.’ Hoe beter ik werd, des te fanatieker ik aan de slag ging.” Haar fanatisme ging als tiener ook tegen haar werken. “Ik was rond mijn zestiende zo erg bezig met het resultaat, dat ik vergat goed te schaatsen. Ik was voor wedstrijden soms zo gespannen dat ik moest overgeven. Mijn vader en moeder zeiden in die tijd: ‘Of je stopt, of we gaan er iets aan doen.’ Ik ben destijds gesprekken gaan voeren met een psycholoog en daar heb ik veel aan gehad. Het overgeven was sindsdien verleden tijd, ik ging met veel meer ontspanning het ijs op.” Gerard van Velde Femke gold al jaren als een groot talent. In 2019 en 2020 wist ze de wereldtitel bij de junioren te pakken. Gerard van Velde, coach van Team Reggeborgh, knoopte in oktober 2019 een gesprek aan met Femke, die op dat moment nog uitkwam voor het gewest Friesland. Van Velde wilde haar dolgraag naar zijn ploeg halen. “Ik was nog heel jong toen Gerard in 2002 olympisch kampioen op de 1000 meter werd in Salt Lake City, maar had de beelden natuurlijk wel gezien op YouTube. Ik was vereerd dat hij het in me zag zitten.” Ze had meteen een klik met Van Velde. “Tijdens ons eerste gesprek was ik nog een allrounder; om wereldkampioen bij de junioren te worden, moest ik ook een aardige 3000 meter kunnen rijden. Gerard zei dat als ik de overstap naar de senioren maakte, hij veel potentie in me zag als sprintster. Hij had heel duidelijke ideeën hoe hij me beter kon maken en die spraken mij erg aan.” In de zomer van 2020 maakte ze de overstap naar Reggeborgh. Van Velde ging meteen met de toen negentienjarige ruwe diamant aan de slag. “Door zijn achtergrond als sprinter wist hij precies hoe dingen moesten voelen, hij kon zich heel goed inleven in mij, heeft zelf die zoektocht ook afgelegd als schaatser. Op technisch vlak kon hij me zo goed helpen.” Het bleef niet bij aanwijzingen alleen. Van Velde, die op 30 november 52 wordt en in 2008 stopte als schaatser, is nog altijd superfit en fietst en schaatst vaak mee tijdens trainingen. “Gerard is mega fit en hartstikke fanatiek. Als ik niet beter wist, had ik gedacht dat hij nog steeds topsporter was. Ik vind die bevlogenheid heel mooi. Hij is zo betrokken, als je ergens mee zit, kun je altijd bij hem terecht. Ik heb bijna dagelijks contact met hem.” Femke ging als een komeet in haar eerste seizoen bij de senioren. Ze verzekerde zich dankzij vier zeges op de 500 meter van de eindzege in het World Cup-klassement en bij de WK afstanden pakte ze zilver op ‘haar’ afstand, achter de Russische Angelina Golikova. “Het jaar daarna waren de Spelen in Beijing en veel mensen verwachtten dat ik wel even zou winnen als ik ergens aan de start verscheen. Ik vond het moeilijk, dacht: hoezo verwachten ze nu al van me dat ik het wel even ga doen? We hadden in de zomer anders getraind en ik had daar niet zo goed op gereageerd. Ik was nog maar een jaar senior en we waren nog heel erg aan het kijken wat voor mij werkte.” Bovendien was er het een en ander veranderd in haar leven. Zo kwam er na vier jaar een einde aan haar relatie. ‘Daar had ik het erg moeilijk mee.’ Van Velde was heel belangrijk in die periode. “Hij bleef heel rustig, wees me er telkens op dat ik nog jong en volop in ontwikkeling was en dat het niet reëel was dat ik weer zomaar alles zou winnen. Gerard vertelde ook heel eerlijk over zijn eigen onzekerheden als schaatser, dat hij veel moeite had om de overstap te maken naar de klapschaats en zelfs een periode helemaal gestopt was. Ik had er zoveel aan dat hij zulke gesprekken met me voerde, hij kon me tot rust brengen.” Ireen Wüst Bij Reggeborgh trof Femke ook de beste Nederlandse olympiër ooit. Ireen Wüst kwam in 2020 bij de ploeg met als doel een uittroepteken te plaatsen achter haar carrière en bekommerde zich als een soort mentor om de ruim veertien jaar jongere Femke. “Ik keek altijd vol bewondering naar Ireen, zij was mijn grote voorbeeld. Het mooie was dat ze er heel erg voor openstond om te helpen. Ik kon altijd bij haar aankloppen als ik ergens mee zat. Op elk vlak kon zij me raad geven. Ireen vertelde me hoe ik met de pers om moest gaan en ik kon het met haar hebben over de hoge verwachtingen.” Allebei kwalificeerden ze zich voor de Spelen. Voor Femke was het haar olympische debuut, voor Wüst waren het haar vijfde Spelen. “Ireen nam mij echt bij de hand. We deelden met elkaar een appartement. Ireen zei voor vertrek al: ‘We gaan er eerst een mooi appartement van maken in Beijing. Kom op, we gaan slingers bestellen.’ We hingen ook posters op. Ireen deed er alles aan om ons thuis te laten voelen daar. Zo mooi dat zij aan zulke dingen dacht. Ze maakte er ook een traditie van om elke avond in ons appartement samen een serietje te kijken. Kjeld Nuis was daar ook altijd bij, hij wist als olympisch kampioen natuurlijk ook precies hoe je toe moest leven naar de Spelen. Ireen zorgde ervoor dat er een vast ritme was, heerlijk om iemand bij ons te hebben die ons overal doorheen kon loodsen. Door corona waren het heel vreemde Spelen, er was geen publiek welkom. De familie zat thuis, daardoor was je nog meer op elkaar aangewezen en dat maakte het extra intens.” Femke zag Wüst op 7 februari 2022 de 1500 meter winnen, het betekende haar zesde gouden olympische medaille. Op elke van de vijf Spelen waaraan ze meedeed, veroverde ze minstens één olympische titel. “Ik heb echt met grote ogen naar Ireen gekeken. Zo bijzonder om van zo dichtbij mee te maken hoe zo’n groot kampioene het aanpakte. Ze was vooraf zo relaxed. Toen ze terugkwam in het appartement vierden we natuurlijk een feestje. Ze was heel erg moe, moest aan het einde van de dag nog naar de NOS. ‘M’n haar ziet er niet uit,’ zei Ireen. Toen heb ik haar haar nog gedaan met de krultang, haha. En de volgende dag deed ik dat ook voor de medailleceremonie.” Kjeld Nuis veroverde een dag later olympisch goud op de 1500 meter, waardoor het opnieuw feest was in het Reggeborgh- appartement. Weer vijf dagen later was het de beurt aan Femke en Michelle de Jong. Femke werd zesde in 37,39, op achttienhonderdste van het brons. “Ik voelde me goed, maar had allemaal missers tijdens mijn race. Ik baalde vreselijk. Ireen was er toen voor me. De 500 meter was laat op de dag, maar Ireen bleef speciaal op voor mij, terwijl ze de volgende dag nog in actie moest komen op de ploegenachtervolging. Zo lief dat ze er was om me op te vangen en me gerust te stellen. Ireen vertelde dat ze heel trots op me was en dat dit me alleen maar sterker zou maken.” Dat het met haar vorm wel goed zat, bleek daarna bij de WK sprint, waarop Femke tweede werd achter Jutta Leerdam. Ireen nam na de Spelen afscheid. “Ik vind het heel jammer dat ze is gestopt, mis haar. Ik heb nog steeds geregeld contact met Ireen, kan haar nog altijd bellen als ik vragen heb.” Wüst ging na haar schaatscarrière aan de slag als topsportmentor bij schaatsploeg TalentNED en werd eerder aangesteld als expert prestatiegedrag en mentale gezondheid door NOC*NSF. Ze deelt haar ervaringen met jonge sporters. Wüst was er ook als de kippen bij om Femke in maart te feliciteren met haar wereldtitel. “Ze zei dat ze het geweldig vond. En ze verwees nog naar de Spelen, zei iets van: ‘Een jaar later en jij hebt die gouden medaille nu ook.’” Dennis van der Gun Femke werkte in 2022 voor het eerst samen met Dennis van der Gun, die daarvoor samen met Johan de Wit vier jaar de Japanse sprinters onder zijn hoede had. Van der Gun volgde Michel Mulder op als assistent van Van Velde. “Dennis heeft veel ervaring en kan heel goed op mij inpraten. Dennis komt altijd met de juiste aanwijzingen en woorden, zowel op mentaal als technisch gebied. Hij is duidelijk en direct, maar brengt dingen bij mij vaak op een grappige manier. Dat werkt heel fijn.” Na haar tienerjaren heeft Femke geen gebruik meer gemaakt van een mental coach of (sport)psycholoog. “Ik heb mensen om mij heen met wie ik ook heel goed kan praten. Gerard, Ireen, eerst Michel, en nu dus Dennis. Dennis heeft me heel goed geholpen toen het niet zo goed ging. Hij hamerde erop vertrouwen te blijven houden. Dat wij op het middenterrein van Thialf samen de wereldtitel konden vieren, is daar het bewijs van. Ik denk dat ik vooral op mentaal vlak weer een stap heb gemaakt dankzij Dennis.” Femke vertelt dat Van der Gun haar al snel ‘doorhad’. “Ik laat niet snel het achterste van m’n tong zien, denk snel: zij hebben er verstand van, dus zal het wel goed zijn. Dennis en Gerard laten mij inzien dat ik best mag aangeven als ik me ergens niet lekker bij voel, dat ik wel wat strenger mag zijn naar anderen. Van nature ben ik iemand die op momenten dat ik me ergens niet helemaal goed bij voel, denk: laat ik maar niet moeilijk doen. Dennis moedigt me aan bij twijfel aan de bel te trekken.” In oude interviews werd Femke vaak omschreven als ‘lief meisje’. Ze knikt: “Ik was vaak te lief. Ik heb in februari zelf besloten eerder terug te keren uit Polen na de eerste World Cup. Toen ik aangaf dat ik me daar niet fijn voelde, was Dennis streng. Hij zei: ‘Als jij dat voelt, dan ga je nu zeggen dat je naar huis wil.’ Hij triggerde mij om naar mezelf te luisteren. Het is mooi dat het zich ook heeft uitbetaald. Mede daardoor ben ik nu wereldkampioen. De Femke van twee jaar geleden had dat besluit nooit genomen.” Ook op technisch gebied heeft Van der Gun haar beter gemaakt. “Dennis heeft lang met de Japanners gewerkt, heeft me tips gegeven waardoor ik nog net wat beter kan starten en mijn explosiviteit eerder om kan zetten in snelheid. En Dennis laat me heel erg op finesse trainen. Op de 500 meter is het zo belangrijk dat elke klap raak is.” De uitdaging voor de komende tijd is om haar 1000 meter op een hoger niveau te krijgen. Het plan dat ze met Van Velde en Van der Gun uitstippelde, ligt er. “Ik ben nog steeds bezig met een ontdekkingsreis als schaatser. Met een betere 1000 meter word ik ook weer completer als sprinter. Ik ben wereldkampioen allround bij de junioren geweest, dus ik moet ook een goede 1000 meter in huis kunnen hebben. Ik vind het een mooie uitdaging om daar de komende jaren mee aan de slag te gaan. Het mag uiteraard niet ten koste gaan van mijn 500 meter. De winst is vooral te halen in de tweede ronde op de 1000 meter. Ik moet zorgen dat ik technisch goed blijf rijden, want ik heb de neiging de techniek een beetje uit het oog te verliezen op het einde van een 1000 meter. Jutta Leerdam Nederland telt momenteel twee schaatssters die bij de absolute top op de sprint horen: Jutta Leerdam en Femke. “Wij zijn elkaars concurrent, komen elkaar altijd tegen. Jutta houdt mij scherp. Als er iemand is die heel snel is, wil ik daar niet voor onder doen,” zegt Femke over haar twee jaar oudere rivale. In 2020 en 2022 pakte ze samen met Leerdam – en Letitia de Jong en Dione Voskamp – de wereldtitel op de teamsprint, maar verder nemen ze het vooral tegen elkaar op. Bij de EK sprint van 2021 en 2023 was het brons en zilver voor Femke en twee keer goud voor Leerdam. Bij de WK sprint van 2022 pakte Leerdam goud en Femke zilver. Waar Femke de 500 meter als specialiteit van het huis heeft, geldt dat bij Leerdam vooral voor de 1000 meter. Femke won bij de WK afstanden dus goud op de 500 meter, waar Leerdam de wereldtitel op de 1000 meter pakte en brons op de halve afstand. “Jutta motiveert me om het maximale uit mezelf te halen, maar ik focus me daarbij wel vooral op mezelf. We gaan normaal met elkaar om. Ik ben tegen iedereen altijd sportief, zo zit ik in elkaar.” Leerdam heeft op social media meer dan vier miljoen volgers, haar leven wordt breed uitgemeten. Naast topsporter is zij ook influencer en een ‘merk’ dat haar sport overstijgt. “Jutta doet haar ding en dat past bij haar. Ik ben me er eigenlijk niet zo van bewust dat je als topsporter ook je eigen merk kunt zijn, ben er veel minder mee bezig om me te profileren op social media. Post af en toe dingen op Instagram en dat is eigenlijk altijd gerelateerd aan mijn sport. Ik post dingen omdat ik ze leuk vind en heb daar verder geen bijbedoelingen mee. Ik ben puur bezig met mijn sport en verder niet. Willem- Alexander en Máxima Een wereldtitel zorgt voor goede pr. Meer mensen weten wie ze is en ook op social media weten mensen haar te vinden. “Ik val meer op, krijg best vaak DM’s op social media, maar daar ga ik nooit op in,” zegt Femke. “Heb dus lange tijd een relatie gehad en ben sinds twee jaar vrijgezel. Ik mis het soms wel om iemand om me heen te hebben met wie ik dingen kan delen. Maar dat moet dan wel iemand zijn die mijn leven begrijpt, die snapt dat ik niet naar feestjes kan, tegen veel sociale dingen ‘nee’ moet zeggen en veel weg ben. Dat maakt het allemaal niet eenvoudig. Ik ben ook niet heel erg op zoek, hoor, wacht wel af wat er op mijn pad komt.” Femke was door haar wereldtitel ook opgevallen bij koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Ze ontving een uitnodiging voor de jaarlijkse Uitblinkerslunch. Op 1 september meldde ze zich in een groene jurk met haar paspoort en toegangsbewijs op Paleis Noordeinde. “Ik was verrast en vereerd, vond het spannend en cool om op bezoek te gaan bij de koning en koningin. Ik mocht aan tafel gaan zitten bij koningin Máxima en naast mij zat cabaretier Jochem Myjer. Tijdens de koffie kwam ook Willem-Alexander, die eerst aan de andere tafel zat, erbij. We hadden heel leuke, luchtige gesprekken. De koning en koningin wisten wie ik was, hadden zich volgens mij goed ingelezen, stelden vragen.” Lachend: “Ja, je kunt wel stellen dat mijn wereldtitel deuren heeft geopend.” Met dank aan B&B Uitgerust voor Zaken, Heerenveen Helden Magazine 69 Het  verhaal van Femke Kok komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Femke Kok veroverde bij de WK afstanden in 2023 als eerste Nederlandse schaatsster ooit de wereldtitel op de 500 meter. Een jaar later deed ze dat nog eens over. 2024 leek weleens het jaar van Femke te kunnen gaan worden, maar in het najaar kreeg ze te maken met het cytomegalovirus, dat net als de ziekte van Pfeiffer gepaard gaat met vermoeidheid. Toen ze zich eind oktober afmeldde voor het wereldbekerkwalificatietoernooi, had ze geen idee hoelang ze uit de roulatie zou zijn. Op het NK sprint maakte ze haar comeback. Nu mag ze zich op gaan maken voor het de EK sprint in Thialf. We blikken terug op ons interview met Femke uit 2023. Kurumi Inagawa “Inagawa is een Japanse die snel kan openen, een van de beste tegenstanders die ik me kon wensen. Ik begon in de buitenbaan,” zegt Femke Kok. Bij de WK afstanden startte ze op 3 maart in een kolkend Thialf in rit zeven op de 500 meter. “Ik raakte zo gemotiveerd van het publiek, had zo’n zin om te schaatsen. Doordat er nog geen richttijd was, voelde ik weinig druk. Het hele seizoen waren mijn prestaties een beetje achtergebleven, waardoor de verwachtingen rond mij sowieso minder waren. Ik was voor mijn gevoel al een beetje afgeschreven. Ik was relaxed, had niets te verliezen. Dat was heel anders in 2022, toen juist iedereen dacht dat ik wel even zou winnen als ik aan de start van een 500 meter stond, omdat ik in 2021 na mijn overstap naar de senioren op mijn afstand meteen vier wereldbekerwedstrijden op rij had gewonnen en zilver bij de WK afstanden had gepakt. Ik vond het lastig om een jaar later met die druk om te gaan, kwam nog maar net kijken.” Femke was er bij wereldbekerwedstrijden afgelopen seizoen niet in geslaagd het podium te halen, wel werd ze twee keer vierde. Drie weken eerder werd de World Cup in Polen een teleurstelling. “Daar ging alles mis wat mis kon gaan. Op de 500 meter had ik een dikke misser, waardoor ik meteen kansloos was. Op de 1000 meter zou ik in de tweede rit starten, maar dat werd ineens rit één. Ik was nog niet klaar met inrijden, had mijn transponders nog niet om gekregen toen ik ineens naar de start moest. Ik was al buiten adem toen ik van start ging. 'Dat zenuwslopende wachten op het middenterrein. Vreselijk. Ik maakte mezelf helemaal gek. Van pure spanning heb ik mijn coach en de fysio heel vaak geknepen' Daarna was ik er zo klaar mee. Het eten was slecht, het hotel was niks. Eigenlijk moest ik nog een week in Polen blijven, want een week later was daar ook de wereldbekerfinale. Ik wist: als ik hier nog een week blijf, maak ik mezelf helemaal gek. Ik heb tegen mijn trainers Gerard van Velde en Dennis van der Gun gezegd dat ik naar huis wilde, om in Heerenveen in alle rust te kunnen trainen in aanloop naar de WK.” Tijdens die trainingen met trainingsgenoot Mats Siemons focuste ze zich vooral op haar techniek. “Ik had me niet gekwalificeerd voor de 1000 meter op de WK afstanden, had alleen de 500 meter. Ik had één kans, het was alles of niets. Die ene race op de WK kon mijn seizoen maken of breken. Ik had bij de NK sprint, eind december in Thialf, 37,07 gereden, wist dus dat ik een goede tijd in me had. Tijdens de trainingen ging het met de dag beter, ik kreeg steeds meer vertrouwen en mijn coaches dachten ook dat ik wat moois kon laten zien.” Femke opende snel, in 10,35, en was een fractie sneller dan Inagawa. Na een goede eerste bocht kon ze op de kruising naar de Japanse toe rijden. Bij het ingaan van de laatste bocht kwam ze al onderdoor om daarna te finishen in 37,28. “Ik was heel blij dat ik op het moment dat het moest mijn beste race van het seizoen had gereden. Elke klap was raak.” Gerard van Velde ging uit zijn dak op de kruising toen hij de tijd van Femke zag. Dennis van der Gun ving haar op na haar rit. Ze twijfelde of haar tijd goed genoeg was, had bij de mannen een uurtje eerder Jordan Stolz bijna een baanrecord zien rijden op de 500 meter, dus ze dacht vooraf dat de winnende tijd in de buurt van het baanrecord van 37,02 zou liggen. “Ik was niet heel uitbundig, maar Dennis zei meteen: ‘Ik moet nog zien of iemand aan jouw tijd komt.’ Daarna het zenuwslopende wachten op het middenterrein. Vreselijk. Ik maakte mezelf helemaal gek, wist niet of ik moest zitten of staan. Dennis en onze fysiotherapeut Johan Methorst stonden naast me. Van pure spanning heb ik Dennis en Johan heel vaak geknepen.” In rit tien waren twee grote concurrenten aan de beurt: Erin Jackson, de Amerikaanse olympisch kampioene op de 500 meter, en vrouw in vorm Vanessa Herzog. De Oostenrijkse kwam vijfhonderdste tekort. “Dennis en Johan riepen: ‘Het kan nog, het kan nog!’” In de volgende rit nam Jutta Leerdam, bij World Cups in aanloop naar de WK al vier keer goed voor een podiumplek op de 500 meter, het op tegen Kim Min-sun. De Zuid-Koreaanse gold als topfavoriet voor de wereldtitel. “Zij had op een na alle 500 meters van het seizoen gewonnen en was in Thialf ook al sneller geweest dan 37,28. Ze opende snel, maar ook Jutta deed dat voor haar doen en zij heeft natuurlijk altijd een fantastische volle ronde in zich.” Leerdam finishte in 37,54 en Kim, die in de laatste binnenbocht een misslag had, deed dat in 37,56. Op het middenterrein werden Van der Gun en Methorst opnieuw geknepen. “Ik dacht: als zelfs Kim en Jutta niet aan mijn tijd komen...” In de slotrit nam ploeggenoot en vriendin Michelle de Jong het op tegen de Amerikaanse Kimi Goetz. Ze kwamen allebei niet aan haar tijd. Femke maakte een vreugdesprong, stak beide armen in de lucht en omhelsde meteen Van der Gun. “Het hele seizoen had ik niet op het podium gestaan en op de WK was het ineens raak. Bizar. Dennis had dat seizoen na elke tegenvaller tegen me gezegd: ‘Niet erg dat je niet op het podium staat. Het is veel mooier om na de laatste wedstrijd van het seizoen op het podium te staan.’ Als klein meisje had ik met mijn vader en moeder op tv naar grote wedstrijden in Thialf gekeken en dacht ik: daar wil ik ook op een dag wereldkampioen worden. Een droom kwam uit. En dat ik ook nog eens de eerste Nederlandse vrouw ben die wereldkampioen op de 500 meter is geworden, maakte het extra mooi.” Na afloop schaatste ze een ereronde met de Nederlandse vlag om haar schouders. Ze stopte om haar ouders langs de kant te omhelzen. “Zij waren ook zo blij, hadden ook mijn struggles van dichtbij meegekregen.” René Kok en Ilja Postma Schaatsen zit bij Femke in het dna. René Kok was een verdienstelijk schaatser, reed ooit in de Friese selectie met Rintje Ritsma en daarna marathons. Moeder Ilja Postma schaatste recreatief en volbracht in 1997 de Elfstedentocht. Femke, enig kind, groeide op in Nij Beets, waar ze nu nog met haar ouders woont en waar in het ouderlijk huis de voertaal Fries is. Als kind turnde ze ook. Met het gezin zaten ze voor de tv als er schaatswedstrijden waren. “Mijn vader wees dan vaak naar de tv en zei tegen me: ‘Kijk, zo moet het.’ Dan vertelde hij hoe je de bocht aan moest snijden of hoe je afzette naar de zijkant. Ik sprong dan op en deed de schaatsbeweging na in de woonkamer. Tijdens de volgende training op het ijs ging ik me dan inbeelden dat ik de schaatser was die ik op televisie had gezien. Bijvoorbeeld de Koreaanse Lee Sang-hwa, wereldrecordhoudster op de 500 meter, zij zat altijd zo mooi diep.” Vader René trainde ook vaak met zijn dochter. “Door zijn achtergrond als schaatser kon hij me heel goed helpen. Als ik hem niet als trainer had gehad, was ik denk ik niet geweest waar ik nu ben. Mijn ouders zeiden altijd: ‘Als je iets anders leuker vindt, mag je dat ook gaan doen, hoor.’ Hoe beter ik werd, des te fanatieker ik aan de slag ging.” Haar fanatisme ging als tiener ook tegen haar werken. “Ik was rond mijn zestiende zo erg bezig met het resultaat, dat ik vergat goed te schaatsen. Ik was voor wedstrijden soms zo gespannen dat ik moest overgeven. Mijn vader en moeder zeiden in die tijd: ‘Of je stopt, of we gaan er iets aan doen.’ Ik ben destijds gesprekken gaan voeren met een psycholoog en daar heb ik veel aan gehad. Het overgeven was sindsdien verleden tijd, ik ging met veel meer ontspanning het ijs op.” Gerard van Velde Femke gold al jaren als een groot talent. In 2019 en 2020 wist ze de wereldtitel bij de junioren te pakken. Gerard van Velde, coach van Team Reggeborgh, knoopte in oktober 2019 een gesprek aan met Femke, die op dat moment nog uitkwam voor het gewest Friesland. Van Velde wilde haar dolgraag naar zijn ploeg halen. “Ik was nog heel jong toen Gerard in 2002 olympisch kampioen op de 1000 meter werd in Salt Lake City, maar had de beelden natuurlijk wel gezien op YouTube. Ik was vereerd dat hij het in me zag zitten.” Ze had meteen een klik met Van Velde. “Tijdens ons eerste gesprek was ik nog een allrounder; om wereldkampioen bij de junioren te worden, moest ik ook een aardige 3000 meter kunnen rijden. Gerard zei dat als ik de overstap naar de senioren maakte, hij veel potentie in me zag als sprintster. Hij had heel duidelijke ideeën hoe hij me beter kon maken en die spraken mij erg aan.” In de zomer van 2020 maakte ze de overstap naar Reggeborgh. Van Velde ging meteen met de toen negentienjarige ruwe diamant aan de slag. “Door zijn achtergrond als sprinter wist hij precies hoe dingen moesten voelen, hij kon zich heel goed inleven in mij, heeft zelf die zoektocht ook afgelegd als schaatser. Op technisch vlak kon hij me zo goed helpen.” Het bleef niet bij aanwijzingen alleen. Van Velde, die op 30 november 52 wordt en in 2008 stopte als schaatser, is nog altijd superfit en fietst en schaatst vaak mee tijdens trainingen. “Gerard is mega fit en hartstikke fanatiek. Als ik niet beter wist, had ik gedacht dat hij nog steeds topsporter was. Ik vind die bevlogenheid heel mooi. Hij is zo betrokken, als je ergens mee zit, kun je altijd bij hem terecht. Ik heb bijna dagelijks contact met hem.” Femke ging als een komeet in haar eerste seizoen bij de senioren. Ze verzekerde zich dankzij vier zeges op de 500 meter van de eindzege in het World Cup-klassement en bij de WK afstanden pakte ze zilver op ‘haar’ afstand, achter de Russische Angelina Golikova. “Het jaar daarna waren de Spelen in Beijing en veel mensen verwachtten dat ik wel even zou winnen als ik ergens aan de start verscheen. Ik vond het moeilijk, dacht: hoezo verwachten ze nu al van me dat ik het wel even ga doen? We hadden in de zomer anders getraind en ik had daar niet zo goed op gereageerd. Ik was nog maar een jaar senior en we waren nog heel erg aan het kijken wat voor mij werkte.” Bovendien was er het een en ander veranderd in haar leven. Zo kwam er na vier jaar een einde aan haar relatie. ‘Daar had ik het erg moeilijk mee.’ Van Velde was heel belangrijk in die periode. “Hij bleef heel rustig, wees me er telkens op dat ik nog jong en volop in ontwikkeling was en dat het niet reëel was dat ik weer zomaar alles zou winnen. Gerard vertelde ook heel eerlijk over zijn eigen onzekerheden als schaatser, dat hij veel moeite had om de overstap te maken naar de klapschaats en zelfs een periode helemaal gestopt was. Ik had er zoveel aan dat hij zulke gesprekken met me voerde, hij kon me tot rust brengen.” Ireen Wüst Bij Reggeborgh trof Femke ook de beste Nederlandse olympiër ooit. Ireen Wüst kwam in 2020 bij de ploeg met als doel een uittroepteken te plaatsen achter haar carrière en bekommerde zich als een soort mentor om de ruim veertien jaar jongere Femke. “Ik keek altijd vol bewondering naar Ireen, zij was mijn grote voorbeeld. Het mooie was dat ze er heel erg voor openstond om te helpen. Ik kon altijd bij haar aankloppen als ik ergens mee zat. Op elk vlak kon zij me raad geven. Ireen vertelde me hoe ik met de pers om moest gaan en ik kon het met haar hebben over de hoge verwachtingen.” Allebei kwalificeerden ze zich voor de Spelen. Voor Femke was het haar olympische debuut, voor Wüst waren het haar vijfde Spelen. “Ireen nam mij echt bij de hand. We deelden met elkaar een appartement. Ireen zei voor vertrek al: ‘We gaan er eerst een mooi appartement van maken in Beijing. Kom op, we gaan slingers bestellen.’ We hingen ook posters op. Ireen deed er alles aan om ons thuis te laten voelen daar. Zo mooi dat zij aan zulke dingen dacht. Ze maakte er ook een traditie van om elke avond in ons appartement samen een serietje te kijken. Kjeld Nuis was daar ook altijd bij, hij wist als olympisch kampioen natuurlijk ook precies hoe je toe moest leven naar de Spelen. Ireen zorgde ervoor dat er een vast ritme was, heerlijk om iemand bij ons te hebben die ons overal doorheen kon loodsen. Door corona waren het heel vreemde Spelen, er was geen publiek welkom. De familie zat thuis, daardoor was je nog meer op elkaar aangewezen en dat maakte het extra intens.” Femke zag Wüst op 7 februari 2022 de 1500 meter winnen, het betekende haar zesde gouden olympische medaille. Op elke van de vijf Spelen waaraan ze meedeed, veroverde ze minstens één olympische titel. “Ik heb echt met grote ogen naar Ireen gekeken. Zo bijzonder om van zo dichtbij mee te maken hoe zo’n groot kampioene het aanpakte. Ze was vooraf zo relaxed. Toen ze terugkwam in het appartement vierden we natuurlijk een feestje. Ze was heel erg moe, moest aan het einde van de dag nog naar de NOS. ‘M’n haar ziet er niet uit,’ zei Ireen. Toen heb ik haar haar nog gedaan met de krultang, haha. En de volgende dag deed ik dat ook voor de medailleceremonie.” Kjeld Nuis veroverde een dag later olympisch goud op de 1500 meter, waardoor het opnieuw feest was in het Reggeborgh- appartement. Weer vijf dagen later was het de beurt aan Femke en Michelle de Jong. Femke werd zesde in 37,39, op achttienhonderdste van het brons. “Ik voelde me goed, maar had allemaal missers tijdens mijn race. Ik baalde vreselijk. Ireen was er toen voor me. De 500 meter was laat op de dag, maar Ireen bleef speciaal op voor mij, terwijl ze de volgende dag nog in actie moest komen op de ploegenachtervolging. Zo lief dat ze er was om me op te vangen en me gerust te stellen. Ireen vertelde dat ze heel trots op me was en dat dit me alleen maar sterker zou maken.” Dat het met haar vorm wel goed zat, bleek daarna bij de WK sprint, waarop Femke tweede werd achter Jutta Leerdam. Ireen nam na de Spelen afscheid. “Ik vind het heel jammer dat ze is gestopt, mis haar. Ik heb nog steeds geregeld contact met Ireen, kan haar nog altijd bellen als ik vragen heb.” Wüst ging na haar schaatscarrière aan de slag als topsportmentor bij schaatsploeg TalentNED en werd eerder aangesteld als expert prestatiegedrag en mentale gezondheid door NOC*NSF. Ze deelt haar ervaringen met jonge sporters. Wüst was er ook als de kippen bij om Femke in maart te feliciteren met haar wereldtitel. “Ze zei dat ze het geweldig vond. En ze verwees nog naar de Spelen, zei iets van: ‘Een jaar later en jij hebt die gouden medaille nu ook.’” Dennis van der Gun Femke werkte in 2022 voor het eerst samen met Dennis van der Gun, die daarvoor samen met Johan de Wit vier jaar de Japanse sprinters onder zijn hoede had. Van der Gun volgde Michel Mulder op als assistent van Van Velde. “Dennis heeft veel ervaring en kan heel goed op mij inpraten. Dennis komt altijd met de juiste aanwijzingen en woorden, zowel op mentaal als technisch gebied. Hij is duidelijk en direct, maar brengt dingen bij mij vaak op een grappige manier. Dat werkt heel fijn.” Na haar tienerjaren heeft Femke geen gebruik meer gemaakt van een mental coach of (sport)psycholoog. “Ik heb mensen om mij heen met wie ik ook heel goed kan praten. Gerard, Ireen, eerst Michel, en nu dus Dennis. Dennis heeft me heel goed geholpen toen het niet zo goed ging. Hij hamerde erop vertrouwen te blijven houden. Dat wij op het middenterrein van Thialf samen de wereldtitel konden vieren, is daar het bewijs van. Ik denk dat ik vooral op mentaal vlak weer een stap heb gemaakt dankzij Dennis.” Femke vertelt dat Van der Gun haar al snel ‘doorhad’. “Ik laat niet snel het achterste van m’n tong zien, denk snel: zij hebben er verstand van, dus zal het wel goed zijn. Dennis en Gerard laten mij inzien dat ik best mag aangeven als ik me ergens niet lekker bij voel, dat ik wel wat strenger mag zijn naar anderen. Van nature ben ik iemand die op momenten dat ik me ergens niet helemaal goed bij voel, denk: laat ik maar niet moeilijk doen. Dennis moedigt me aan bij twijfel aan de bel te trekken.” In oude interviews werd Femke vaak omschreven als ‘lief meisje’. Ze knikt: “Ik was vaak te lief. Ik heb in februari zelf besloten eerder terug te keren uit Polen na de eerste World Cup. Toen ik aangaf dat ik me daar niet fijn voelde, was Dennis streng. Hij zei: ‘Als jij dat voelt, dan ga je nu zeggen dat je naar huis wil.’ Hij triggerde mij om naar mezelf te luisteren. Het is mooi dat het zich ook heeft uitbetaald. Mede daardoor ben ik nu wereldkampioen. De Femke van twee jaar geleden had dat besluit nooit genomen.” Ook op technisch gebied heeft Van der Gun haar beter gemaakt. “Dennis heeft lang met de Japanners gewerkt, heeft me tips gegeven waardoor ik nog net wat beter kan starten en mijn explosiviteit eerder om kan zetten in snelheid. En Dennis laat me heel erg op finesse trainen. Op de 500 meter is het zo belangrijk dat elke klap raak is.” De uitdaging voor de komende tijd is om haar 1000 meter op een hoger niveau te krijgen. Het plan dat ze met Van Velde en Van der Gun uitstippelde, ligt er. “Ik ben nog steeds bezig met een ontdekkingsreis als schaatser. Met een betere 1000 meter word ik ook weer completer als sprinter. Ik ben wereldkampioen allround bij de junioren geweest, dus ik moet ook een goede 1000 meter in huis kunnen hebben. Ik vind het een mooie uitdaging om daar de komende jaren mee aan de slag te gaan. Het mag uiteraard niet ten koste gaan van mijn 500 meter. De winst is vooral te halen in de tweede ronde op de 1000 meter. Ik moet zorgen dat ik technisch goed blijf rijden, want ik heb de neiging de techniek een beetje uit het oog te verliezen op het einde van een 1000 meter. Jutta Leerdam Nederland telt momenteel twee schaatssters die bij de absolute top op de sprint horen: Jutta Leerdam en Femke. “Wij zijn elkaars concurrent, komen elkaar altijd tegen. Jutta houdt mij scherp. Als er iemand is die heel snel is, wil ik daar niet voor onder doen,” zegt Femke over haar twee jaar oudere rivale. In 2020 en 2022 pakte ze samen met Leerdam – en Letitia de Jong en Dione Voskamp – de wereldtitel op de teamsprint, maar verder nemen ze het vooral tegen elkaar op. Bij de EK sprint van 2021 en 2023 was het brons en zilver voor Femke en twee keer goud voor Leerdam. Bij de WK sprint van 2022 pakte Leerdam goud en Femke zilver. Waar Femke de 500 meter als specialiteit van het huis heeft, geldt dat bij Leerdam vooral voor de 1000 meter. Femke won bij de WK afstanden dus goud op de 500 meter, waar Leerdam de wereldtitel op de 1000 meter pakte en brons op de halve afstand. “Jutta motiveert me om het maximale uit mezelf te halen, maar ik focus me daarbij wel vooral op mezelf. We gaan normaal met elkaar om. Ik ben tegen iedereen altijd sportief, zo zit ik in elkaar.” Leerdam heeft op social media meer dan vier miljoen volgers, haar leven wordt breed uitgemeten. Naast topsporter is zij ook influencer en een ‘merk’ dat haar sport overstijgt. “Jutta doet haar ding en dat past bij haar. Ik ben me er eigenlijk niet zo van bewust dat je als topsporter ook je eigen merk kunt zijn, ben er veel minder mee bezig om me te profileren op social media. Post af en toe dingen op Instagram en dat is eigenlijk altijd gerelateerd aan mijn sport. Ik post dingen omdat ik ze leuk vind en heb daar verder geen bijbedoelingen mee. Ik ben puur bezig met mijn sport en verder niet. Willem- Alexander en Máxima Een wereldtitel zorgt voor goede pr. Meer mensen weten wie ze is en ook op social media weten mensen haar te vinden. “Ik val meer op, krijg best vaak DM’s op social media, maar daar ga ik nooit op in,” zegt Femke. “Heb dus lange tijd een relatie gehad en ben sinds twee jaar vrijgezel. Ik mis het soms wel om iemand om me heen te hebben met wie ik dingen kan delen. Maar dat moet dan wel iemand zijn die mijn leven begrijpt, die snapt dat ik niet naar feestjes kan, tegen veel sociale dingen ‘nee’ moet zeggen en veel weg ben. Dat maakt het allemaal niet eenvoudig. Ik ben ook niet heel erg op zoek, hoor, wacht wel af wat er op mijn pad komt.” Femke was door haar wereldtitel ook opgevallen bij koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Ze ontving een uitnodiging voor de jaarlijkse Uitblinkerslunch. Op 1 september meldde ze zich in een groene jurk met haar paspoort en toegangsbewijs op Paleis Noordeinde. “Ik was verrast en vereerd, vond het spannend en cool om op bezoek te gaan bij de koning en koningin. Ik mocht aan tafel gaan zitten bij koningin Máxima en naast mij zat cabaretier Jochem Myjer. Tijdens de koffie kwam ook Willem-Alexander, die eerst aan de andere tafel zat, erbij. We hadden heel leuke, luchtige gesprekken. De koning en koningin wisten wie ik was, hadden zich volgens mij goed ingelezen, stelden vragen.” Lachend: “Ja, je kunt wel stellen dat mijn wereldtitel deuren heeft geopend.” Met dank aan B&B Uitgerust voor Zaken, Heerenveen Helden Magazine 69 Het  verhaal van Femke Kok komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.