Word abonnee

Voetbal

Voetbal

Virgil is de beste

Hij haalde met een omweg de wereldtop. Op zijn 31ste maakt [...]
Hij haalde met een omweg de wereldtop. Op zijn 31ste maakt Virgil van Dijk zich op voor zijn eerste eindtoernooi met het Nederlands elftal. Eindelijk. We maakten een rondgang langs kenners en trainers die met de Oranje-aanvoerder hebben gewerkt. Virgil van Dijk is de grote leider van het Nederlands elftal. Toch staat de aanvoerder op zijn 31ste pas voor zijn eerste grote toernooi met Oranje. Het EK van vorig jaar miste hij door een kruisbandblessure. Virgil debuteerde in 2015 als international en werd pas onder bondscoach Ronald Koeman onomstreden. Het past helemaal bij de opmerkelijke weg naar de top die Virgil bewandelde. Hij ging op zijn tiende naar Willem II, speelde in Tilburg in alle hoogste jeugdelftallen, maar haalde nooit het eerste. In 2010 vertrok hij op zijn negentiende naar FC Groningen waar hij pas in 2011 debuteerde in het eerste. De Nederlandse topclubs lieten hem links liggen, hij ging in 2013 voor vier miljoen euro naar Celtic. Twee jaar later haalde Koeman hem voor 15 miljoen euro naar Southampton. Daar groeide Virgil uit tot Big Virg. Topclub Liverpool haalde hem op 27 december 2017 voor 85 miljoen binnen. Virgil won met zijn club de Champions League, de eerste landstitel sinds 1990 en de FA Cup. Hij werd in 2019 verkozen tot beste speler van de Premier League en een jaar later tot beste voetballer van Europa. Bij de verkiezing van de Gouden Bal, voor de beste speler van de wereld, kreeg alleen Lionel Messi iets meer stemmen. ‘Hij is me destijds niet opgevallen’ Andries Jonker, de huidige bondscoach van de vrouwen, werd in 2006 assistenttrainer van Willem II. In 2008 promoveerde hij tot technisch directeur en hoofdtrainer. Het was de periode waarin Virgil in de jeugd bij de Tricolores speelde. “Toen ik technisch directeur werd bij Willem II speelde Virgil als eerstejaars B- junior geregeld mee in de A1, dat in de landelijke competitie tegen clubs als Ajax en Feyenoord speelde. Dat zegt iets. Toch is hij me destijds niet echt opgevallen. Pas toen hij een grote naam werd, dacht ik ineens: verrek, was hij niet die speler op wie Jan van Loon, destijds hoofd opleidingen bij Willem II, me een keer heeft geattendeerd? Jan vertelde me dat er ‘een goeie’ aankwam. Jan van Loon kan je meer over hem als jeugdspeler vertellen.” ‘Goed dat hij naar Groningen vertrok’ “Toen ik in 2001 werd aangesteld, wees oud-keeper Frank Brugel me op een speler die tegen zijn zoontje had gespeeld. Dankzij Brugel zijn we Virgil op het spoor gekomen. Hij was nog net tien jaar toen hij naar ons kwam,” zegt Jan van Loon, van 2001 tot 2011 hoofd opleidingen bij Willem II. Tegenwoordig vervult hij die functie in India bij FC Bengaluru. “Virgil speelde meteen in teams met spelers die een jaar ouder waren, regelde alles in de achterhoede, kwam van achteruit op en stak er duidelijk bovenuit. Hij was toen nog niet zo heel groot. De vraag is natuurlijk waarom hij bij Willem II nooit het eerste heeft gehaald. Om hem heen heerste op dat moment niet de ideale situatie om topsport te bedrijven. Zijn ouders waren gescheiden, ik zag dat hij zorgen had om zijn jongere broer en zus en om zijn moeder. Tegelijkertijd puberde hij natuurlijk ook, zoals veel jongens van zijn leeftijd. Als je dan ziet dat school ook niet goed loopt, probeer je hem daar als club bij te helpen. Uiteindelijk bracht hij bij Willem II kennelijk niet wat ze van hem verwachtten. Hij zat wel een paar keer bij het eerste, maar speelde nooit. Het was ook de periode dat er bij de club heel veel wisselingen van trainers en technisch directeuren waren. De ene keer moest jeugd doorstromen, dan moest er juist meer aandacht zijn voor oudere spelers met routine. Zo’n klimaat maakt het werk voor de opleiding niet makkelijker. Uiteindelijk is het voor Virgil heel goed geweest dat hij naar FC Groningen vertrok. Hij werd daar op alle fronten, privé en als voetballer, geweldig opgevangen door met name Dick Lukkien.” ‘Een bijna doodervaring’  “Virgil en ik kwamen in 2010 gelijktijdig naar FC Groningen,” zegt Dick Lukkien, de huidige trainer van FC Emmen en van 2011 tot en met 2016 assistenttrainer bij FC Groningen. “Hij had door dat ik het beste met hem voorhad, waardoor we snel een natuurlijke klik met elkaar kregen, een vertrouwensband. We hebben nog steeds goed contact. Ik heb het gevoel dat als hij je toelaat tot zijn kleine kring van intimi, hij je nooit meer loslaat. Ik weet ook dat als ik hem nu bel omdat ik zijn hulp nodig heb, hij er honderd procent voor me staat. En dat is wederzijds.Het is makkelijk om nu te zeggen, maar ik zag al snel dat hij iets speciaals had en heel goed zou worden. Daarmee bedoelde ik destijds de top van Nederland, ik zag toen nog niet dat hij de top van de wereld zou halen. Wat hem bijzonder maakt: Virgil koppelt een enorm spelinzicht aan een voor zijn lengte ongelooflijke snelheid, hij doorziet snel hoe hij het spel van links naar rechts kan verplaatsen en heeft daarnaast een geweldige trap in zijn rechterbeen om uit te voeren wat in zijn hoofd zit. Al die facetten gekoppeld aan zijn imposante fysiek, maken hem tot een van de beste verdedigers ter wereld. Dat zijn bijna allemaal aangeboren kwaliteiten.” Het duurde toch ruim een jaar voordat Virgil doorbrak bij FC Groningen. Lukkien: “Hij was ook bij mij in het tweede aanvankelijk geen basisspeler, begon heel vaak op de bank. Virgil kwam als jochie uit Breda, waar hij nog bij mama woonde en heel beschermd was opgegroeid. Mama was alles voor hem en ineens moest hij op kamers voor zichzelf zorgen, maar ook uitvinden wat hij ’s avonds moest doen en laten om te leven als topsporter. Hij was als puber letterlijk het leven aan het ontdekken en het heeft alles bij elkaar een half jaar geduurd voor hij echt wist wat hij wilde met zijn leven. Pieter Huistra liet hem uiteindelijk debuteren in het eerste. Toen hij eenmaal was geacclimatiseerd, ging het heel snel en zag je zijn bijzondere talenten. Hij werd het seizoen daarop basisspeler, tot hij in april 2012 ernstig ziek werd. Hij kreeg hoge koorts en werd zo ziek dat zijn kameren teamgenoot Tim Keurntjes hem naar het ziekenhuis bracht. Daar zeiden ze dat hij een griepje had en dat hij gewoon thuis moest uitzieken. Maar Tim zag dat het thuis niet goed ging en heeft de moeder van Virgil gebeld. Zij volgde haar intuïtie en is diezelfde avond met gierende banden van Breda naar Groningen gereden. Zij is toen ze hem zag meteen weer naar het ziekenhuis gereden. Achteraf heeft het optreden van Tim en zijn moeder hem het leven gered. Virgil had een blindedarmontsteking die al over was gegaan in een zeer zware buikvliesontsteking. De situatie was zo levensbedreigend dat het fout was afgelopen als ze 24 uur later naar het ziekenhuis waren gegaan. Het herstel na de operatie heeft hem het einde van zijn tweede seizoen en ook een deel van het derde seizoen gekost. Het kostte heel veel tijd om weer fit te worden, maar die bijna-doodervaring heeft hem er denk ik nog meer toe aangezet om het maximale uit zijn kwaliteiten te halen. In de eerste twee seizoenen was hij nog weleens speels, zo erg dat je als trainer soms dacht dat er een tandje bij mocht. Dat was na de operatie totaal anders. Hij was daarna volledig gefocust om de top te halen. Lukkien: 'De situatie was zo levensbedreigend dat het fout was afgelopen met Virgil als ze 24 uur later naar het ziekenhuis waren gegaan' Hij pakte in zijn laatste jaar bij FC Groningen, nadat hij weer helemaal fit was geworden, op heel natuurlijke wijze de leidersrol zoals je dat later hebt gezien in alle teams waarin hij speelt. Iedereen loopt met hem weg en is bereid met en voor hem door het vuur te gaan. Dat komt ook omdat hij begrip toont voor anderen en kan luisteren. Ik vind het prachtig om dat te zien. Ik heb ook nooit begrepen waarom Ajax, Feyenoord en PSV nooit interesse hebben getoond. Dan zie je wat beeldvorming doet. Bij Ajax dachten ze dat hij door zijn lengte niet snel genoeg was. Nou, wij wisten door alle testen dat hij een van de rapsten van de hele selectie was. Achteraf is het makkelijk oordelen en misschien was Mike van der Hoorn die toen van FC Utrecht wel naar Ajax ging, op dat moment iets verder. Omdat ik met hem werkte, zag ik de klasse van hem afdruipen en had ik heel graag gezien dat hij wel naar Ajax was gegaan.” Lukkien ziet Virgil op zijn 31ste nog steeds groeien. “Hij heeft het dit seizoen bij Liverpool even moeilijk gehad, maar als ik dan zie hoe hij daar uit is gekomen... Ik heb groot vertrouwen in het WK. Met een goede Virgil, een goede Frenkie de Jong, een goede Memphis en een goede keeper kunnen we heel ver komen. Het maakt Virgil niet uit of Nederland met drie of vier verdedigers speelt.” ‘Een legendarisch basisdebuut’ “Toen ik bij Ajax werkte, speelde Virgil in de A1 van Willem II tegen ons afwisselend in de spits en achterin. En naar mijn weten is zijn naam nooit gevallen bij Ajax,” zegt Pieter Huistra. Na zijn tijd als assistent en trainer van de beloften bij Ajax werd hij in 2010 hoofdtrainer van FC Groningen. Die functie bekleedde hij tot mei 2012. Op 1 mei 2011 liet hij Virgil debuteren in het eerste. “Virgil was niet meteen voor het eerste gehaald, daarom begon hij in het tweede. Halverwege het seizoen lieten we hem bij het eerste meetrainen en dat ging eigenlijk meteen goed. Uiteindelijk zagen we hem als verdediger, maar hij maakte een heel opmerkelijk basisdebuut als spits, eind mei 2011. We speelden halve finales play-offs voor Europees voetbal tegen ADO en hadden de eerste wedstrijd in Den Haag met 5-1 verloren. In die wedstrijd was hij als rechtsback ingevallen na rust. We speelden in de thuiswedstrijd alles of niets en verrasten iedereen door de toen onbekende Virgil als spits te laten debuteren. Het werd daardoor een legendarisch basisdebuut. Virgil maakte er twee en gaf ook nog een assist. We wonnen met 5-1, maar verloren uiteindelijk na penalty’s. Het volgende seizoen startte hij bij het eerste, brak door, maar kreeg begin april 2012 die blindedarmontsteking. Rond zijn terugkeer in 2012 werd ik ontslagen. Ik zag dat hij veel potentie had. Hij was groot, maar nog niet volgroeid. Dat wil zeggen: hij kon nog sterker worden. En zijn probleem is het probleem van veel spelers met talent: het ging hem soms te makkelijk af. Maar ik zag toen al wel een sierlijke verdediger met een mooie pass. Andere spelers luisterden naar hem, hij gebruikte zijn persoonlijkheid op een goede manier.” Huistra speelde tussen 1990 en 1995 voor Glasgow Rangers. Hij volgde Virgil daarom op de voet toen hij in 2013 voor Celtic ging spelen. “Ik heb mijn ervaringen in Schotland met hem gedeeld, we hadden in die tijd nog wel contact. De laatste jaren heb ik hem niet meer gesproken.” ‘Virgil staat open voor kritiek’ Virgil won met Celtic twee keer de Schotse titel, waarna Ronald Koeman hem naar de Premier League haalde. Na zijn vertrek bij Southampton kwamen de twee elkaar weer tegen bij het Nederlands elftal. Koeman maakte Virgil in 2018 na zijn aanstelling als bondscoach meteen aanvoerder van Oranje. “Toen ik van 2011 tot 2014 trainer was van Feyenoord, had ik hem in mijn tweede jaar al op het oog, maar Feyenoord kon de vier miljoen die FC Groningen vroeg, niet betalen,” zegt Koeman, “hij koos voor Celtic en ik ben hem blijven volgen. In mijn tweede jaar bij Southampton, in 2015, konden we hem halen. Er ontstond een band. Als je dan ziet hoe hij zich vervolgens heeft ontwikkeld, ja, dat is geweldig.” Koeman: 'Toen ik trainer was van Feyenoord, had ik Virgil in mijn tweede jaar al op het oog, maar Feyenoord kon de vier miljoen die FC Groningen vroeg, niet betalen' Virgil en Koeman zijn internationaal doorgebroken als een ‘nummer vier’, als centrale verdediger, maar vullen en vulden die positie totaal verschillend in. Koeman: “Daaraan zie je dat het voetbal heel sterk is veranderd. Tegenwoordig spelen topclubs meer met twee centrale verdedigers die zich puur met verdedigen bezighouden en ook wel betrokken worden bij de opbouw, maar niet meer zoals wij meteen doorschoven naar het middenveld.” Koeman heeft hem vooral qua persoonlijkheid zien groeien afgelopen jaren. “Hij heeft inmiddels zoveel ervaring dat hij nog nauwelijks wordt verrast. Voor een trainer is hij een geweldige jongen in de groep, leeft heel bewust voor het voetbal en heeft het thuis goed voor elkaar, wat ook niet onbelangrijk is. Hij is voor een trainer mede heel fijn om mee te werken omdat hij openstaat voor kritiek. Ik heb weleens aan Louis van Gaal gevraagd waarom hij rond het WK van 2014 in Brazilië niet werd geselecteerd voor Oranje. Van Gaal vond dat hij verdedigend te weinig oriëntatie had, waarmee hij bedoelde dat je in zijn positie goed in de gaten moet houden wat er om je heen gebeurt. Dat zie je wel vaker bij spelers die het eigenlijk allemaal heel makkelijk afgaat, dat ze het nog weleens te makkelijk opnemen. Dat was in het begin ook mijn kritiek. Virgil kwam al snel heel zelfbewust en daardoor misschien een beetje arrogant over, overigens in de goede zin van het woord. Ik houd wel van zo’n houding. Ik heb hem bij Southampton geprobeerd bij te brengen dat hij er in elke situatie van moet uitgaan dat spelers bij hem in de buurt in de fout gaan, zodat hij die fout altijd kan herstellen. Vond ook dat hij aanvallend meer kon betekenen. Hij is heel snel en als hij met de bal gaat lopen, gebeurt er wat. Bovendien heeft hij een geweldige trap. Met dat schot zou hij wellicht meer goals kunnen maken. Toen ik bondscoach werd, was Virgil eraan toe om aanvoerder te worden. Hij speelt op de positie waar je leiding kunt geven en het spel kunt sturen. Door zijn totale betrokkenheid is hij de ideale aanvoerder.” ‘Een influencer binnen de groep’ Danny Blind liet Virgil in oktober 2015 debuteren in Oranje in de EK-kwalificatiewedstrijd in en tegen Kazachstan en is op dit moment assistent van Louis van Gaal. “Ik had het net overgenomen van Guus Hiddink en Virgil was door zijn goede spel bij Southampton bij Oranje gekomen. Van de wedstrijd herinner ik me alleen dat we met 2-1 wonnen. Ik ervaar hem nu ook weer bij het Nederlands elftal als een geweldig mens, een rustige jongen, charismatisch en een influencer binnen de groep. Die eigenschappen maken hem tot een ideale aanvoerder. Je kunt ook heel goed met hem over voetballen praten. Maar voor alle duidelijkheid, en dat wil ik wel benadrukken: Louis van Gaal en ik hebben met de staf de afspraak dat we in aanloop naar het WK niet over spelers individueel praten. Ik maak daarop een uitzondering voor jullie portret over hem omdat hij bij mij heeft gedebuteerd in het Nederlands elftal. Verder wil ik niet te veel ingaan op details, ik hoop dat jullie daarvoor begrip hebben.” Ook Danny Blind speelde bij Ajax en Oranje lange tijd op ‘vier’. “Ik vulde die positie heel anders in dan Virgil. Ik was een libero die bij Ajax in combinatie met eerst Frank Rijkaard en daarna Frank de Boer inschoof op het middenveld. Virgil is heel snel, ondanks zijn lengte, heeft kopkracht en heeft een geweldige crossbal. Kijk ook naar de ballen die hij van links naar Mohamed Salah op rechts geeft bij Liverpool.” ‘Hij past in het rijtje Israel, Spelbos, Stam’ Ruud Gullit werd in de jaren tachtig de ‘first black captain’ van een Europese nationale ploeg. Hij mocht in 1988 de beker optillen na het gewonnen EK, het is nog altijd de enige grote prijs die het Nederlands elftal won. “Pas toen hij bij Celtic speelde, viel Virgil me voor het eerst echt op. Dat komt omdat in Nederland heel andere eisen aan een verdediger worden gesteld dan in het buitenland. Hier moet een verdediger kunnen voetballen, moet een keeper kunnen meevoetballen. In het buitenland zeggen ze dat de keeper eerst ballen moet stoppen, een verdediger eerst moet kunnen verdedigen en als ze dan ook nog kunnen meevoetballen, dan is dat meegenomen. Maar dat is bij ons dus vaak niet het eerste vereiste op die posities. Als je in Nederland vooral goed kunt verdedigen, word je niet gewaardeerd. Veel van onze verdedigers die naar het buitenland gaan, onder wie Stefan de Vrij, Mitchel Bakker, Sven Botman en aanvankelijk ook Denzel Dumfries, werden in Nederland niet gewaardeerd om hun verdedigende kwaliteiten. Bij Celtic zag je al snel de potentie van Virgil. Bij Southampton zag je daarna dat hij ook onder druk overeind bleef. Na Jaap Stam hebben we eindelijk weer een echte verdediger van internationaal kaliber. Hij past zeker in het rijtje Rinus Israel, Ronald Spelbos niet te vergeten, en Stam, is misschien nog wel iets beter dan Jaap was. Virgil hoort op dit moment zeker bij de beste verdedigers ter wereld. Sterker: ik heb bij hem vaak het idee dat hij nog beter zou kunnen. Hij is ook aanvallend gevaarlijk met koppen, dus nogmaals, ik heb sterk het gevoel dat er meer inzit bij hem. Ik zeg dat omdat ik het mooi zou vinden als hij nog een stap zet. Daarom ben ik kritischer op hem dan op andere verdedigers en uit dat ook. Virgil moet het verdedigend neerzetten en het gevaar van tevoren zien aankomen. Virgil is de beste, dus moet hij ook kritiek kunnen accepteren. Volgens mij vindt hij dat niet altijd leuk, want hij is ook ijdel. Ik heb dat in mijn tijd ook ervaren, dan laat je je voeten spreken. Ik ben kritisch op hem, omdat ik het beste met hem voorheb.” ‘Het gaat hem verbazend makkelijk af ’ Rinus Israel geldt als een van de beste centrale verdedigers uit Nederland. Hij mocht in 1970 als aanvoerder van Feyenoord de eerste Nederlandse Europa Cup omhoogtillen. “Virgil heeft me verrast. In Nederland was hij me niet meteen opgevallen. En kijk waar hij nu speelt... Het blijft toch opmerkelijk dat Ajax, Feyenoord en PSV hem over het hoofd hebben gezien. Hij is echt een goede centrale verdediger, heeft een mooie trap en blijft gezien zijn lengte ook in een-tegen-een- situaties makkelijk overeind. Het gaat hem allemaal verbazend makkelijk af. Of ik dingen van mezelf in hem herken? Als je het spel goed ziet, dan heb je een voorsprong. Dat is een kwaliteit die hij bezit en ik ook wel een beetje bezat.” Israel kreeg vanwege zijn hardheid de bijnaam IJzeren Rinus. “Virgil heeft weinig harde overtredingen nodig. Hij komt op mij over als een zelfverzekerde centrale verdediger met een sterke uitstraling die op natuurlijke wijze leidinggeeft. In een defensief elftal is het makkelijker verdedigen omdat de ruimtes dan klein zijn. Liverpool speelt juist heel aanvallend. Virgil wordt ook zelden verrast in situaties met veel ruimte achter hem. Knap.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Virgil van Dijk komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Naast Van Dijk siert ook Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Matthijs de Ligt: Op zoek naar het wonderkind

Al op zijn zeventiende maakte Matthijs de Ligt [...]
Al op zijn zeventiende maakte Matthijs de Ligt (23) zijn debuut bij het Nederlands elftal. Op zijn achttiende werd hij de jongste aanvoerder ooit bij Ajax. Daarna leidde zijn carrière hem naar Juventus en sinds deze zomer speelt hij bij Bayern München. Maar helemaal onomstreden is de centrale verdediger niet meer.“Bij Bayern wil ik weer meer mijn Ajax-spel terugkrijgen.” Matthijs de Ligt maakte direct al indruk in München. In het bekerduel tussen Bayern München en Viktoria Köln (5-0 winst) eind augustus maakte hij een solide indruk in het hart van de defensie, maar met name in het interview na afloop wist hij te imponeren. In vloeiend Duits analyseerde hij het duel. De verslaggever, enigszins verbaasd, verzocht hem vriendelijk in het Engels te antwoorden. Ook geen probleem voor talenknobbel Matthijs. Als hij wordt herinnerd aan dat gesprek, begint hij te lachen. “Ik heb op de middelbare school drie jaar Duits gehad, ik spreek het aardig. Op de club krijg ik bovendien privéles. Of ik het al beter spreek dan onze bondscoach? Dat weet ik niet, hoor. Ik kan me zijn speeches in het Duits ook niet zo goed herinneren, maar ik weet dat ze spraakmakend waren.” Boswandeling Bondscoach Louis van Gaal was er van 2009 tot 2011 hoofdtrainer, bereikte met Bayern in 2010 de Champions League-finale (die werd verloren van Internazionale) en won in datzelfde jaar de Duitse beker en de landstitel met een elftal waarin ook Mark van Bommel en Arjen Robben speelden. In het verleden speelden ook Martin Jol, Jan Wouters en Roy Makaay voor Der Rekordmeister. “Arjen Robben had ik een paar jaar eerder weleens gesproken over Bayern, hij was lovend en vertelde me over zijn ervaringen. Ik heb daarom niet opnieuw contact gezocht toen ik op het punt stond om naar Bayern te gaan. Andere oud-voetballers heb ik ook niet gesproken, ik wist wel dat ze enthousiast waren. Ik heb Louis van Gaal wel gesproken over de club. Hij zei dat hij een geweldige tijd daar heeft gehad en Bayern een fantastische club is.” 'Ik heb Louis van Gaal wel gesproken over de club. Hij zei dat hij een geweldige tijd daar heeft gehad en Bayern een fantastische club is' Matthijs tekende een contract voor vijf jaar. De club toonde in 2019 al interesse. Technisch directeur Hasan Salihamidzic zei erover in gesprek met The Athletic: “Drie jaar geleden, voordat hij naar Juve ging, hadden we met hem en zijn zaakwaarnemer Mino Raiola gesproken. We hielden contact, we kenden elkaar en ik wist, wanneer de mogelijkheid zich voordeed, dat hij zonder twijfel naar Bayern wilde. We waren toen al overtuigd van zijn kwaliteiten als verdediger en dat zijn we nu nog meer. Met zijn professionaliteit, zijn winnaarsmentaliteit en zijn geweldige karakter past Matthijs perfect bij ons. Hij was als jonge speler al een leider bij Ajax en op zijn 22ste kan hij zich nog steeds door ontwikkelen.” En: “Hij liet veel geld van Juventus op tafel liggen toen hij naar ons kwam. Hij wilde koste wat kost naar Bayern. Hij zei: ‘Ik voel me hier thuis.’ In Italië kon hij niet het voetbal spelen dat hij wilde en ik wist dat als we een akkoord bereikten met Juventus, hij sowieso naar ons zou komen.” Dat akkoord kwam er. Bayern betaalde liefst 67 miljoen euro (en in de toekomst mogelijk nog 10 miljoen euro aan bonussen) aan Juventus. Op de clubwebsite van Bayern reageerde Matthijs na zijn overstap: “FC Bayern is de meest succesvolle club in Duitsland, en een van de meest succesvolle clubs in Europa en in de wereld. Ik voelde vanaf het begin de oprechte waardering van het sportieve management, de coach en het bestuur. Dat heeft me overtuigd. Bovendien is FC Bayern een briljant geleide club met grote doelen.” Niet alleen vanwege sportieve redenen besloot hij naar Beieren te vertrekken. Matthijs zegt: “Ik had gehoord dat München meer bij mij zou passen dan Italië. In Italië zijn de fans heel emotioneel, op straat lopen was alleen al lastig. In Turijn moest ik met mondkapje en pet op de straat op. De Duitsers in München zijn veel nuchterder, nog meer dan Nederlanders. Ik word herkend, er wordt echt wel naar me gekeken, maar ik word niet lastiggevallen.” Een overstap naar weer een ander land. Even wennen, erkent Matthijs. “In Turijn hadden we in drie jaar tijd een heel fijn leven opgebouwd. De Duitse cultuur is totaal anders dan de Italiaanse. De stijl van leven verschilt ook enorm. Maar ik vind Duitsland meer op Nederland lijken, dus dat wenproces ging snel. Een nieuwe club is ook altijd even aftasten. Ik merkte al snel dat ik goed in de groep lig, en op het veld steeds beter iedereen kan vinden. De resultaten waren in het begin van het seizoen even iets minder, maar ook op het veld voel ik me hartstikke goed.” Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Matthijs de Ligt komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Candy-Rae Blind & Laura Benschop: ‘Wij leven in een bubbel’

Wekelijks staan Ajacieden, internationals en maatjes Daley Blind [...]
Wekelijks staan Ajacieden, internationals en maatjes Daley Blind en Davy Klaassen in de schijnwerpers. En of ze nou de sterren van de hemel spelen of kritiek te verduren krijgen, thuis staan hun partners Candy-rae Blind en Laura Benschop altijd voor hen klaar. Wij spraken de ‘vrouwen van’, die ook nog eens goede vriendinnen zijn. “Bij vlagen is ons leven misschien extravagant, maar op andere momenten is het zo burgerlijk als het maar zijn kan,” zegt Laura Benschop, vriendin van Davy Klaassen. “Doordeweeks zijn wij thuis. Dan koken we en kijken een serietje.” Candy-rae Blind, getrouwd met Daley Blind, legt uit: “Andere stellen gaan uit in het weekend, wij zijn thuis op vrijdag- en zaterdagavond, omdat er zondag gevoetbald moet worden. Op maandag of dinsdag gaan wij juist vaak ergens eten, vaak met zijn vieren.” Laura: “We hebben een tijd gehad dat we na bijna iedere wedstrijd bij elkaar over de vloer kwamen.” Candy-rae: “We gaan ook met elkaar op vakantie.” Iedere thuiswedstrijd van Ajax zitten ze samen in de Johan Cruijff Arena. Laura: “Wij missen geen wedstrijd.” Candy-rae: “Als ze om kwart voor vijf spelen, neem ik onze zoon Lowen mee. Anders gaat hij met zijn zusje naar opa en oma of is bij de zus van Laura, zij is onze oppas. Ik let op de wedstrijd, maar hou Daley altijd in mijn zicht.” Laura: 'Als Davy toch niet opgesteld wordt, dan kan hij thuis weleens heel boos worden. Ik laat hem dan lekker uitrazen' Laura: “Als Davy niet in de basis staat, maar warm moet lopen, kijk ik alleen maar naar de zijkant, hoor.” Escape rooms Hun mannen groeiden op bij Ajax. Niet in Amsterdam, maar juist in Manchester ontmoetten de vrouwen elkaar in 2017. Daley speelde al drie jaar bij Manchester United, Davy had net een transfer gemaakt naar Everton, de club uit Liverpool. Laura: “Het werd ons geadviseerd om in Manchester te wonen. Weet je nog dat er zelfs nog een kans bestond dat we boven jullie zouden wonen? Onze makelaar had een appartement boven jullie leegstaan, maar had de sleutel niet bij zich. We waren al weken aan het zoeken. In die week kwam er ook een ander appartement vrij waar we uiteindelijk voor kozen, die lag op vijf minuten afstand van jullie huis. Het was fijn om zo dicht bij elkaar te wonen.” Candy-rae: “We zagen elkaar voor het eerst tijdens een etentje bij de bekende Chinees in Manchester, Wings. Daar word je heen gestuurd als je er net woont, zo van: die moet je proberen. Het klikte meteen. Veel mensen denken dat wij elkaar nog kennen van de Ajax-tijd daarvoor, maar toen liepen we elkaar net mis.” Laura knikt: “Toen Davy en ik een relatie kregen, woonden jullie al in Manchester.” Ze vervolgt: “Wij hebben dezelfde interesses. Wij sportten ook veel samen, dronken koffietjes en lunchten met elkaar.” Laura: “Davy speelde dat jaar heel weinig bij Everton. Daley zat ook in een periode dat hij weinig speelde bij Manchester United. In het weekend trokken we meestal met zijn vieren op.” Candy-rae, lachend: “En we hebben heel veel escape rooms gedaan.” Laura, lachend: “Daley, Davy en jij zijn daar echt verslaafd aan. Ik sta er een beetje voor spek en bonen bij.” Candy-rae: “Ik ben heel fanatiek, maar die jongens zijn nog erger, hoor.” Niet alleen de vrouwen zijn hecht, ook de mannen zetten bijna geen stap zonder elkaar. Laura: “Hun handen lijken wel vastgelijmd. Ze zijn in veel dingen anders, daar maken ze grappen over, maar ze lijken ook enorm op elkaar.” Candy-rae: “Ze kunnen in ieder geval niet goed samen een hotelkamer delen. Daley gooit alles op de grond en Davy is heel erg opgeruimd.” Laura: “Davy is heel rustig, bewaart liever de vrede. Daley komt beter voor zichzelf op. Ze hebben wel dezelfde humor.” Candy-rae: “En over voetbal hebben ze dezelfde mening.” Laura, lachend: “Ja, het klopt dat ze ook hetzelfde kapsel hebben. Veel haar hebben ze niet meer. Davy heeft grootse plannen, hoor, die gaat voor de implantaten.” Candy-rae, lachend: “Bij Daley wordt het ook steeds minder. Hij denkt er ook over na. Het probleem is alleen dat je na de behandeling drie weken niet mag zweten. Plan dat maar eens in als voetballer.” De Toppers Candy-rae en Daley zijn ruim drie jaar getrouwd en 11,5 jaar samen. Inmiddels hebben ze twee kinderen, zoon Lowen (3), en dochter Lemae Lourdes (1). Candy-rae: “We hebben elkaar ontmoet in het uitgaansleven in Amsterdam, in de Bubbels. Maar het duurde nog even voordat we officieel samen waren. Daley heeft moeten vechten voor mijn aandacht. Hij was heel romantisch, dat vond ik leuk. Hij is heel attent en wist me echt voor zich te winnen.” Lachend: “Dat romantische is wel minder geworden.” Laura en Davy zijn zeven jaar samen, zaten bij elkaar op de middelbare school in Hilversum. Laura: “Ik deed alsof ik slecht was in wiskunde, terwijl ik het prima kon. Davy was er heel goed in. Hij stelde voor om me een keer te helpen. Op zijn kamer gingen we de film Mamma Mia! kijken. Toen hebben we voor het eerst gezoend. Op een gegeven moment bloedde het een beetje dood. Davy kreeg een relatie met iemand anders, ik vertrok naar Canada om criminologie te studeren. Later kregen we weer een beetje contact en we spraken af om te eten als ik in Nederland was. Toen ik Davy na al die jaren weer zag, vond ik hem superzelfverzekerd en heel rustig. Het boeit hem ook echt niet wat anderen van hem zeggen. Davy is heel slim, dat vind ik leuk. En hij is zorgzaam, dat heeft hij van zijn moeder.” In al die jaren hebben ze veel meegemaakt. Daley pakte in 2010 zijn eerste landstitel met Ajax, dat werden er uiteindelijk zeven. Na een succesvol WK in 2014 vertrok de verdediger naar Manchester United, waar hij de FA Cup en de Europa League-finale tegen Ajax won in 2017. Na vier jaar Manchester United keerde Daley terug bij Ajax. Laura: “Daley en Davy speelden in de Europa League-finale tegen elkaar. Wij kenden elkaar nog net niet. Ik was erbij, maar jij niet, toch?” Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Candy-Rae Blind en Laura Benschopkomt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Cody Gakpo: ‘Een eer dat mensen zo over me praten’

Cody Gakpo (23) laat wekelijks zien wat hij waard [...]
Cody Gakpo (23) laat wekelijks zien wat hij waard is voor PSV. De linksbuiten scoort de ene na de andere goal en geeft veel assists. Ook bondscoach Louis van Gaal is gecharmeerd van de, in zijn ogen, nummer tien van het Nederlands elftal. We legden hem zeven uitspraken voor. ‘Het is niet eerlijk om Gakpo met Erling Haaland te vergelijken. Haaland is gewoon een monster. Letterlijk en figuurlijk.’ Wim Kieft in Veronica Offside op 7 oktober 2022 “Ik wist niet dat Wim Kieft dit ook had gezegd. Naar die praatprogramma’s kijk ik eigenlijk nooit. Maar ik ben geregeld met de vergelijking met Haaland geconfronteerd. Natuurlijk is het een eer dat ik word vergeleken met zo’n topper. Haaland doet het fantastisch bij Manchester City en heeft geweldige statistieken. Hij scoort bijna elke wedstrijd. Ik doe mijn best bij PSV om zoveel mogelijk te scoren en assists te geven om het team te helpen. En mooi dat mensen ons dan vergelijken, maar we zijn verschillende types. Haaland is echt een diepe spits en ik ben meer een linksbuiten en speel tussen de linies. 'Als Marco van Basten, een van de beste voetballers van Nederland ooit, zegt dat ik veel potentie heb, dan vat ik deze uitspraak als een compliment op' Kijk jij veel naar andere spelers? Ja. Ik vind dat ik van iedereen iets kan leren, probeer altijd te kijken naar wat een ander beter doet dan ik om me zo te blijven ontwikkelen. Bij het Nederlands elftal leer ik veel van Memphis, Frenkie de Jong en Virgil van Dijk, dat zijn de beste spelers met wie ik tot nu toe heb gespeeld, maar het hele Nederlands elftal bestaat uit zoveel goede spelers, daar word ik ook alleen maar beter van. Memphis is een heel goede aanvaller en veel verder in zijn carrière dan ik. Als hij bij FC Barcelona speelt, kijk ik hoe hij bepaalde dingen doet in het veld zodat ik daar weer van kan leren.” Hoe komt het dat jij zo op dreef bent dit seizoen, wat is jouw geheim? Lachend: “Ik heb geen geheim, hoor. Ik probeer me alleen voortdurend te blijven ontwikkelen. Ik heb altijd geroepen dat ik nog meer rendement kan halen. En als ik weet dat ik dat kan, dan is het natuurlijk fijn dat het er ook uit komt. Ik ga nu nog zorgvuldiger om met de kansen die ik krijg. En ik probeer situaties steeds beter te herkennen, zodat ik weet wat de juiste keuzes zijn die ik kan maken. Scoren en assists geven is een groot onderdeel van mijn ‘werk’, maar ik wil ook betrokken zijn bij het spel. Op dat vlak heb ik me dit jaar ook ontwikkeld. Een extra focuspunt is bovendien mijn linkerbeen. Dit seizoen heb ik al een paar goals met links gemaakt.” ‘Cody was altijd al een groot talent. Maar er was een periode in de jeugd waarin hij het moeilijk had. Tijdens zijn groeispurt was dat. Er werd zelfs even getwijfeld binnen de club of hij nou echt wel dat grote talent was. Dan is het belangrijk dat iedereen rustig blijft en vertrouwen in zo’n jongen behoudt.’ Phillip Cocu in Voetbal International op 2 februari 2022 “Dit heeft Phillip Cocu gezegd, toch? Ik heb wat moeilijke jaren meegemaakt in de jeugd, door mijn groei en blessures. Tot mijn vijftiende was ik best klein. Toen raakte ik geblesseerd, en tegelijkertijd groeide ik heel hard. Mijn balans was ineens anders, het keren was anders, en mijn balcontrole werd ook anders. Ik moest met mijn nieuwe lengte eigenlijk opnieuw leren voetballen. Binnen de club voelde ik ook die twijfel, dat krijg je echt wel mee als voetballer. Een aantal jaar was het moeilijk voor me. Er zijn altijd trainers die andere spelers de voorkeur geven, dat is bij mij ook gebeurd. Ik ben altijd mijn best blijven doen. Phillip Cocu was iemand die vertrouwen in mij bleef houden. Hij heeft mij als toenmalig trainer bij het eerste elftal gehaald, onder hem mocht ik twee keer mee op trainingskamp en heb ik veel mogen meetrainen bij het eerste, wat heel goed was voor mijn ontwikkeling op dat moment. Phillip heeft mij uiteindelijk ook laten debuteren in 2018 tegen Feyenoord in De Kuip, we wonnen met 3-1. Het was mijn doorbraak in het eerste van PSV. Daar zal ik Phillip altijd dankbaar voor zijn. Ik kwam hem de laatste tijd nog geregeld tegen bij de club en dan maakten we altijd even een praatje.” ‘In het begin waren Gakpo en ik altijd een beetje aan het treiteren, we vochten en trapten elkaar op de trainingen. We haatten elkaar meer dan dat we vrienden waren.’ Jordan Teze in Helden in augustus 2022. “Deze uitspraak is van Armando Obispo. Nee? Ja, van Jordan kan het ook komen. Met Armando en Jordan heb ik de hele jeugdopleiding doorlopen. Ik had altijd bonje met ze op de trainingen. Ik ben spits, zij zijn verdedigers. Dat ging niet altijd goed samen. We hadden veel irritaties in het veld. In die tijd bleven de gevoelens en emoties op het veld ook buiten het veld van toepassing. Dat was soms lastig. Maar toen we wat ouder werden en snapten waar we het allemaal voor deden, gingen we elkaar waarderen en groeiden we naar elkaar toe. Wij doorliepen elk elftal met elkaar, in de loop der jaren werden we vrienden. We kennen elkaar nu zo’n zeventien jaar en zien elkaar ook geregeld buiten het veld. Jordan en Armando zijn als broers voor me. We hebben het over van alles. Niet alleen over voetbal, maar ook over het leven ernaast en hoe we elkaar kunnen helpen met bijvoorbeeld het geloof.” Op Instagram zien we posts met quotes voorbijkomen. Haal jij je inspiratie uit de Bijbel? “Veel dingen komen uit de Bijbel, ja. Een goede vriend helpt mij met mijn Instagram, ik wil er zelf niet te veel mee bezig zijn. Ik geef input en we overleggen wat ik post. Ik vind het belangrijk om met mijn geloofsovertuiging en het platform dat ik heb mensen te motiveren en te steunen. En ik wil laten zien dat er meer is in het leven. Dat probeer ik via Instagram te doen.” ‘Je kan bij PSV leuk spelen, maar het Nederlands elftal is net wat anders. Op dat hoge niveau wordt meer gevraagd en dat zal Gakpo zelf moeten bewijzen. Hij is een speler die potentie heeft, maar ik moet het nog zien. Ik vind het heel verstandig van hem dat hij nog bij PSV speelt.’ Marco van Basten bij Rondo op 10 oktober 2022. “Als Marco van Basten, een van de beste voetballers van Nederland ooit, zegt dat ik veel potentie heb, dan vat ik deze uitspraak als een compliment op. Ik heb Van Basten nooit ontmoet. Toen hij voetbalde, was ik nog niet geboren. Maar ik heb natuurlijk wel beelden van hem teruggekeken en heb veel respect voor hem.” In de zomer was je dicht bij een overstap naar Manchester United of Leeds United, die transfers ketsten op het laatste moment af. Je bleef bij PSV. “Tja, de beslissing om bij PSV te blijven of naar een andere club te gaan... Sommige mensen vinden het verstandig, anderen zeiden: ‘Vertrek.’ Iedereen heeft een andere mening. Uiteindelijk heb ik de keuze gemaakt om bij PSV te blijven.” Merk jij het niveauverschil tussen PSV en het Nederlands elftal? “Ja, het klopt wat Van Basten zegt. Het Nederlands elftal is anders dan PSV. De trainingen en wedstrijden met Oranje zijn van een hoger niveau. Ik speel met de beste jongens van Nederland. Het is aan mij om me iedere keer te laten zien. Het leuke is dat als je in een heel goed team speelt, je zelf ook meegaat in dat hogere niveau en je jezelf nog meer ontwikkelt.” Hoe ga jij om met kritiek en dat iedereen maar van alles roept? “Ik probeer me ervoor af te sluiten. De ene keer is het mooi wat er geroepen wordt, de andere dag kan ik er weer niks van. Dat neem ik ook niemand kwalijk, hoor, mensen mogen roepen wat ze willen. Aan mij de taak om gewoon door te gaan. We hebben zoveel wedstrijden dat we niet in meningen van anderen kunnen blijven hangen.” Heb je dat moeten leren? “Vroeger wilde ik alles lezen wat er over me werd geschreven. Toen was alles nog nieuw. Naarmate ik ouder werd, merkte ik dat het niet om andermans meningen draait. Het draait om wat ik zelf doe op het veld en hoe mijn team functioneert. Er zijn veel praatprogramma’s in Nederland, dat is aan de ene kant iets moois. Aan de andere kant heeft een speler niet altijd de behoefte om die dingen te horen, die moet gewoon doorgaan waar hij mee bezig is. Natuurlijk krijg ik weleens wat dingen over mezelf doorgestuurd. Ik probeer er zo min mogelijk waarde aan te hechten.” ‘Cody speelt zelf liever van de linkerkant, maar hij heeft alles om een goede nummer tien te worden.’ Louis van Gaal tegen de NOS op 22 september 2022. “Dit zei Louis van Gaal, toch? Ik heb geregeld met de bondscoach gesproken over mijn positie. We hadden gesprekken over wat het beste is voor mij en het team. Hij vroeg me in het begin naar mijn favoriete positie, daarna heeft hij me uitgelegd waarom hij vindt dat ik op tien kan spelen. Hij vindt dat ik die kwaliteiten heb en daar ben ik stiekem zelf ook in gaan geloven. Ik wil nog beter worden op de positie van aanvallende middenvelder.” Jij hebt Van Gaal deze zomer ook om advies gevraagd over een eventuele transfer, toch? “Dat klopt. Het was een fijn gesprek. Hij zei dat ik dicht bij mezelf moest blijven, mijn gevoel moest volgen en dat ik moest doen waarvan ik dacht dat het voor mij het beste was.” Hoe vind je zijn manier van werken? “De bondscoach is heel eerlijk, direct en kritisch. Als ik het niet goed doe, zegt hij het. En als ik het wel goed doe, zegt hij het ook. Daar hou ik van. Het is belangrijk om kritisch te blijven, dat is hoe Van Gaal mij, en ik denk ook de andere spelers, triggert. Hij wil het maximale uit de spelers halen. Dat lukt hem met zijn eerlijkheid. Ieder detail is heel belangrijk bij hem. Aan het team dat we hebben, met zoveel goede spelers, hoef je de basis niet uit te leggen. Het gaat om de details, om die paar procent dat je scherper of beter bent dan je tegenstander. Ik vind het fijn om met hem te werken.” In zijn 5-3-2-systeem – of zoals Van Gaal zegt: het 1-3-4-1-2-systeem – voel jij je op je plek, lijkt het. “Tegen Polen heb ik in september op nummer tien gespeeld en tegen België stond ik een paar dagen later in de spits. In beide wedstrijden speelde ik samen met Steven Bergwijn, de eerste wedstrijd ook nog met Memphis, maar hij raakte helaas geblesseerd. Davy Klaassen speelde tegen België op tien. Ik kon veel roteren, had vrijheid en kon veel bewegen. Ik kon zelf de ruimtes zoeken en acties maken. Dat werkte goed.” Hoe heb jij in 2014 naar het laatste WK van Nederland gekeken? “Ik was vijftien en heb thuis op de bank de meeste wedstrijden gekeken, met veel plezier en bewondering natuurlijk. Met de jongens die er toen bij waren, zoals Daley Blind, Stefan de Vrij en Memphis, hebben we het weleens over hun ervaringen gehad en hoe dat toernooi was. Het moet geweldig zijn geweest.” Destijds werd er geen stuiver gegeven voor het Nederlands elftal en uiteindelijk werd Oranje met Van Gaal als bondscoach derde op het WK... “De trainer geeft ons zoveel mogelijk handvatten mee, over hoe we het makkelijkst de wedstrijd in kunnen gaan, maar het ligt uiteindelijk toch aan ons, de spelers. Wij moeten ons beste spel laten zien om de wedstrijden te kunnen winnen. Maar in de groep is er veel vertrouwen dat we het goed kunnen gaan doen op het WK.” ‘Hij weet wat PSV hem te bieden heeft, dat waardeert hij ook. Cody is een echte PSV’er, een jongen uit de stad, uit de jeugd. Hij weet hoe hij bij de supporters ligt.’ Ruud van Nistelrooij op PSV.nl op 20 juni 2022. “Ik speel hier al mijn hele leven en ken Ruud van Nistelrooij ook al vanaf mijn veertiende, hij was vroeger altijd mijn spitsentrainer. We hebben een heel goede band, kunnen eerlijk en open met elkaar praten over alles, dat is fijn. Het is voor hem natuurlijk zijn eerste jaar als hoofdtrainer van het eerste elftal, maar ik vind dat hij het heel goed doet. Mijn grootste doel dit jaar is natuurlijk om kampioen te worden. Dat is mogelijk, ik denk ook dat we op de goede weg zijn.” ‘Cody Gakpo haalt zo’n hoog niveau, nu ook echt elke week, dat ik denk dat hij in de winterstop niet meer te behouden is voor PSV. Hij maakt elke week het verschil.’ Ernie Brandts in De Telegraaf op 17 oktober 2022 “Zei Ernie Brandts dit? Wat leuk, ik ken zijn zoon ook goed. Het is een eer dat mensen zo over me praten. Zoals ik al zei: ik probeer me iedere week van mijn beste kant te laten zien en het team te helpen, meer kan ik niet doen.” In de zomer ging het wekenlang over een eventuele transfer van jou. Ook nu wordt er alweer gespeculeerd over een vertrek in de winter. Hoe vind je dat? “Ik ben gewoon een normale jongen. Het is apart dat er zoveel interesse is van andere clubs. Maar ja, voetballen is uiteindelijk ook mijn werk. Uiteindelijk ga ik daarin voor het hoogst haalbare.” Vorig jaar zei je in Helden: ‘Na dit seizoen hoop ik te vertrekken naar een mooie club in het buitenland. Barcelona is een fantastische club, net als Real Madrid of Bayern München. De grote Engelse clubs zijn ook geweldig, maar ik heb gezegd dat ik dit seizoen nog wil blijven. Ik speel al mijn hele leven bij PSV en wil het hier op een mooie manier afsluiten.’ “Ik sta er nog steeds zo in. Vorig seizoen ging het goed met me. De transfer heb ik niet kunnen maken, maar met heel veel plezier speel ik nu nog bij PSV. En we zien vanzelf wel hoe het verder gaat lopen.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Cody Gakpo komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Giovanni van Bronckhorst: ‘Ik zou het geweldig vinden om ooit bondscoach te worden’

Giovanni van Bronckhorst werd vorig jaar trainer van [...]
Giovanni van Bronckhorst werd vorig jaar trainer van Rangers FC. Hij had meteen succes. Gio haalde de finale van de Europa League, won de Schotse beker en bezorgde zijn ploeg voor het eerst in jaren een Champions League-ticket. We gingen langs in Glasgow. Europa League-finale Giovanni van Bronckhorst voelt zich bij Rangers FC als een vis in het water. Op wedstrijddagen draagt hij verplicht een stropdas, zoals alle genodigde heren in de klassieke, stijlvolle ontvangstruimte van het altijd uitverkochte Ibrox Park. Na de met 4-0 gewonnen competitiewedstrijd tegen St. Mirren ontvangt hij ons in zijn met hout bewerkte directiekamer met oud-lederen fauteuils waar hij een mooie fles rode wijn ontkurkt en we voortdurend worden getrakteerd op binnengebrachte lekkernijen. Geregeld wordt er geklopt. “Boss, can we come in?” klinkt het. De Deputy Speaker of the House of Commons, Dame Eleanor Laing, wil graag met Gio op de foto. “Mag het in de kleedkamer, boss?” Vervolgens gaat hij op de foto met de eerste vrouwelijke voorzitter van, zeg maar, de Britse Tweede Kamer. “Weten jullie wie mij dit jaar ineens belde? Alex Ferguson. Na de kwartfinale in de Europa League die we na verlenging van Sporting Braga wonnen, kreeg ik een vraag van onze algemeen directeur of hij mijn nummer aan meneer Ferguson mocht geven, omdat hij graag contact houdt met managers van Rangers. Mijn zoon Jake zat erbij, dus ik zei als geintje: zullen we dat nou wel doen? Jake keek me aan en vroeg: ‘Papa, ben je serieus?’ Vervolgens heb ik Ferguson al een paar keer vrij lang gesproken. Jake heeft ook een foto met hem gemaakt.” De oud-manager van Manchester United en oud-speler van Rangers appte hem voor de thuiswedstrijd tegen PSV, in de voorronde van de Champions League, ook. “Hij vroeg of hij na afloop naar beneden mocht omdat hij Ruud van Nistelrooij graag wilde spreken. Ik heb ze allebei na die wedstrijd in mijn kantoor uitgenodigd om een glas wijn te komen drinken. Ruud moest helaas snel weg, omdat PSV die avond terugvloog, maar het was wel een geweldig moment. Ferguson is een uur gebleven. Van hem heb ik geleerd dat je spelers voor een belangrijke wedstrijd of voor finales niet moet sparen. Je moet ze altijd laten spelen en ze juist extra hard moet laten trainen om ze te laten voelen dat er iets belangrijks aankomt.” Gio volgde in november 2021 Steven Gerrard op als manager van Rangers FC. Hij won in zijn eerste seizoen de Schotse beker, bereikte de finale van de Europa League en plaatste zich vervolgens met Rangers voor het eerst sinds 2010 weer voor de Champions League. “Het bereiken van de Europa League finale betekende zoveel voor deze grote, traditionele club. Opa’s die met hun kleinkinderen herinneringen ophaalden aan vroeger, prachtig. Natuurlijk was ik teleurgesteld dat we door één gemiste penalty verloren. Maar ik kan daar snel overheen stappen,” zegt Gio over de finale in Sevilla die na 1-1 en strafschoppen werd verloren van Eintracht Frankfurt. “Ik heb als speler en trainer veel finales gespeeld waaronder een gewonnen Champions League finale met Barcelona, een verloren WK finale met het Nederlands elftal en vier gewonnen bekerfinales met Feyenoord. Bijzonder vind ik dat het bereiken van de Europa League finale met Rangers FC mij meer is bijgebleven dan het verliezen van de finale, mede doordat onze materiaalman vlak daarvoor was overleden. Dat we RB Leipzig uitschakelden in de halve finale vormt samen met het kampioenschap van Feyenoord in 2017 mijn mooiste moment als trainer tot nu toe.” Glasgow Rangers bestond 140 jaar toen de club in 2012 failliet werd verklaard, als Rangers FC een doorstart maakte, werd teruggezet naar de vierde divisie, de volgende drie seizoenen promoveerde, in 2016 terugkeerde op het hoogste niveau en in 2021 weer kampioen van Schotland werd. “Tijdens Feyenoord-Rangers voor de Europa League, eind 2019, was ik als ex-speler van beide clubs uitgenodigd om bij de lunch voorafgaand aan de wedstrijd aanwezig te zijn. Met de directie van Glasgow, die ik nog kende van de periode rond de eeuwwisseling dat ik er speelde, zat ik heel leuk over voetbal te praten. Toen Steven Gerrard vorig jaar november tussentijds naar Aston Villa vertrok, hoopte ik al stilletjes dat ze bij mij zouden uitkomen. Dat gebeurde. Ze belden mijn manager Guido Albers om ons uit te nodigen voor een gesprek op een zaterdag in Londen. Ik moest een presentatie geven over m’n werkwijze en plannen. Ik had in mijn tijd in China, toen we door corona niets anders konden dan alleen trainen, al op papier gezet hoe ik met data en video-analyses omga, wat mijn trainingsmethodes zijn, mijn kernwaarden, en hoe ik wil spelen. Nerveus was ik niet, maar wilde de baan wel graag hebben. Mijn presentatie viel heel goed. Die dag hebben ze meerdere kandidaten ontvangen. Zondagavond belden ze dat ze dinsdag naar Nederland zouden komen om het contract af te ronden. Op vrijdag vloog ik naar Glasgow om te tekenen.” Wat zijn jouw kernwaarden? “De eerste is familie. In een team moeten we met elkaar omgaan alsof we familie zijn. Daarna komen focus, passie en strijd. Die kernwaarden hanteerde ik bij Feyenoord al, die keren bij mij altijd terug.” Wie is jouw voorbeeld als trainer? “Pep Guardiola. Door mijn relatie met de City Football Group heb ik een jaar of acht geleden zes maanden in de keuken bij Bayern München mogen kijken. Daar heb ik gezien hoe hij elke dag wedstrijden analyseert, elk detail bestudeert, elk moment bezig is. Ik at een keer een dag voor een Champions League-wedstrijd met de staf mee. Op de wedstrijddag at ik weer mee. Pep zei: ‘Hé, leuk dat je er bent, wanneer ben je gekomen?’ Ik antwoordde: gisteren, we hebben samen aan tafel gezeten. Guardiola was zo gefocust voor de wedstrijd dat hij me niet bewust had gezien. Ik kan weleens een dag afstand nemen, dat ik helemaal niets wil zien of lezen over voetbal. Dan ga ik een serie kijken en golfen. Of ik lees een boek, zoals laatst The Psychology of Money, of over Barack Obama.” Gio heeft als speler bij Feyenoord, RKC, Glasgow Rangers, Arsenal, Barcelona en nogmaals Feyenoord gespeeld en was van 1996 tot en met 2010 international onder trainers als Willem van Hanegem, Leo Beenhakker, Arie Haan, Dick Advocaat, Arsène Wenger, Guus Hiddink, Louis van Gaal, Marco van Basten, Frank Rijkaard en Bert van Marwijk. Lachend: “Ik heb altijd gezegd dat ik de clubs waarvoor ik heb gespeeld, ook wil coachen. Ik zit bijna op de helft met Feyenoord en Rangers. En ik heb inderdaad met een mooi rijtje trainers gewerkt. Wenger was begin deze eeuw bij Arsenal de eerste trainer die met het totaalplaatje bezig was, dus niet alleen met voetbal, maar ook met je rust, je leven, je voeding. Hij was toen al bezig met het verwerken van data in zijn methodes. Ik heb veel van hem geleerd van wat ik nu ook nog gebruik. Ik heb een heel team om me heen dat alles van de spelers meet en bijhoudt, zodat ze zo gezond mogelijk leven en zo fit mogelijk zijn.” Wij hebben je leren kennen als een vriendelijke, rustige jongen. “Ik heb me natuurlijk enorm ontwikkeld. Ik was vroeger heel verlegen, ook nog toen ik aanvoerder was van Feyenoord. Als voetballer ben je nog een van de jongens, maar als trainer moet je helemaal uit je comfortzone stappen. Dan sta je ineens letterlijk voor een groep, moet je leidinggeven. Mijn eerste teambespreking als hoofdcoach van Feyenoord herinner ik me nog heel goed. Dat was aan het eind van het seizoen 2014- 2015, uit bij Heerenveen in de play-offs voor Europees voetbal, nadat Fred Rutten was opgestapt. Rutten zag in mij al een hoofdtrainer, droeg zijn werk heel solidair aan mij over. Het was mijn eerste klus, meteen bij een van de grootste clubs van Nederland.” Het eerste jaar als hoofdtrainer was niet eenvoudig. Je vroeg Dick Advocaat destijds ook als klankbord. “Ik heb nog geen grijze haren, maar ik heb inderdaad een heel zwaar eerste seizoen gehad. We begonnen goed, maar eind 2015 bleven we maar verliezen. Achteraf is het allemaal goed gekomen, maar ik heb soms nachten wakker gelegen. Ik had het geluk dat ik als kind van de club wat meer krediet had bij Feyenoord dan veel andere trainers. Ik wilde in het begin te veel zelf doen. In die tijd heb ik leren delegeren, geleerd dat ik als hoofdtrainer niet alles zelf hoefde te doen. Na ons kampioen- schap in 2017 kreeg ik diverse mooie aanbiedingen. Ik wees ze allemaal af, omdat ik per se met mijn club Champions League wilde spelen.” Gio stopte in de zomer van 2019 na vier seizoenen als trainer van Feyenoord. Hij zwaaide af als een van de succesvolste trainers uit de clubgeschiedenis, won de landstitel, twee keer de beker en tweemaal de Johan Cruijff Schaal. Nadat hij besloot zijn contract in Rotterdam niet te verlengen, besloot hij zich bij de City Football Group – eigenaar van onder andere Manchester City – verder te ontwikkelen als trainer. Begin januari 2020 besloot hij trainer van Guangzhou te worden. In december dat jaar diende Gio zijn ontslag in, omdat hij meer tijd met zijn familie door wilde brengen. Hoe vinden ze het thuis dat je nu in Schotland werkt? “De jongens vinden het prachtig, hebben hun leven in Nederland en wilden thuis blijven wonen. De oudste, Jake, studeert en is heel gelukkig als speler bij de amateurs van Feyenoord. Joshua is een heel goede korfballer, is gekozen in de regionale selectie. Dan moet je een balans vinden. China was een ander verhaal, werd door covid een avontuur dat ik niet had voorzien. We hadden met de familie prachtige plannen gemaakt voor een reis door heel Azië, maar uiteindelijk zat ik negen maanden geïsoleerd in Guangzhou. Mochten het land niet uit, misten verjaardagen, Jake haalde zijn rijbewijs. We zaten daar alleen met de staf, met Jean-Paul van Gastel, Arno Philips en video-analist Yöri Bosschaart en allemaal zonder onze partners. Het was trainen, spelen zonder publiek, reizen en zitten in je hotel.” Johan Cruijff In de periode dat Gio werkzaam was in China trof hij Jordi Cruijff die daar ook werkte op dat moment. “Ik ben een jaar jonger dan Jordi. We hebben vroeger vaak tegen elkaar gevoetbald, hij kon zich dat ook nog herinneren. Jordi en ik hebben avonden lang gesproken over onze tijd als kind bij Ajax en Feyenoord, over zijn vader, over zijn en mijn tijd bij Barcelona. Jordi vertelde ook over zijn tijd op Cyprus en in Israël. En dat hij weleens een wedstrijd had gewonnen waarbij hij blij was dat zijn vader die wedstrijd niet had gezien want die zou de manier waarop ze hadden gewonnen vreselijk hebben gevonden.” Uiteraard heeft Gio ook mooie herinneringen aan Johan Cruijff. “Ik denk dan in de eerste plaats aan het WK van 1974 en aan zijn seizoen bij Feyenoord. Vroeger, bij de jeugdtoernooien, kwam ik hem al geregeld tegen als hij met Jordi meekwam. Ik heb foto’s van Johan en mij uit die tijd. Toen Marco van Basten bondscoach was, at Johan tijdens het EK in Oostenrijk en Zwitserland in 2008 een keer met ons mee. Bij Barcelona sloot hij ook weleens aan bij de lunch. Dan zat je toch met een icoon aan tafel, sprak je drie uur lang over voetbal.” Cruijff zou bij leven nu 75 zijn geweest. Zijn foundation viert dit jaar het 25- jarig jubileum. “Johan heeft als voetballer, coach én mens veel mensen geraakt. Zijn legacy via zijn foundation is blijvend, heel inspirerend hoe hij kinderen met een handicap een glimlach kon bezorgen. Maar ook al die Schoolpleinen14 en de Cruyff Courts zijn voor de jeugd geweldige initiatieven. Ik heb mijn eigen Cruyff Court in Rotterdam. Mooi dat Johan zijn bekendheid op die manier heeft gebruikt.” Gio begon tien jaar geleden samen met zijn vrouw Marieke ook een stichting: de Giovanni van Bronckhorst Foundation. “Via onze foundation krijgen kinderen twintig weken lang één dag in de week ondersteunend onderwijs in vakken waarmee ze het moeilijk hebben. En dat combineren we met sport. Daarin zit de inspiratie van Nelson Mandela die mensen altijd voorhield dat je kapitein moet zijn op je eigen schip, zodat je zelf kunt bepalen welke richting je uitgaat. Voor mij was van kinds af aan duidelijk dat ik voetballer wilde worden, maar veel kinderen worstelen. Als we na die twintig weken afscheid nemen, hopen we dat ze een doel hebben en weten hoe ze dat doel kunnen bereiken. Of ze nou topsporter, brandweerman of verpleegster willen worden. Op deze manier helpen we zo’n 350 kinderen per jaar. Boudewijn Poelmann heeft via de Postcodeloterij gezorgd voor een gezonde financiële basis en verder halen we geld op via acties en veilingen. We organiseren sinds een paar jaar ook summer schools voor kinderen die in Rotterdam nooit op vakantie gaan. Zij komen een week lang elke ochtend naar ons hoofdkantoor achter de Kuip en dan gaan we naar Blijdorp, varen we op de Maas en doen we de hele week leuke dingen. Op die manier gebruik ik mijn status als voetballer.” Het Nederlands elftal Gio speelde liefst 106 interlands, maakte twee WK’s en drie EK’s mee. Van 2008 tot en met het WK in 2010 was hij aanvoerder van het Nederlands elftal. Zijn laatste interland was de WK-finale, die helaas na verlenging met 1-0 verloren ging tegen Spanje. Bij het WK in Zuid-Afrika ontmoette hij bovendien Nelson Mandela. “Dat toernooi was om meerdere redenen bijzonder. Bij aankomst in Zuid-Afrika legde de Nederlandse ambassadeur daar de actuele situatie uit, waarna we allemaal de film Invictus gingen kijken over het winnen van de wereldtitel van het overwegend witte Zuid-Afrikaanse rugbyteam in 1995 in Johannesburg met Mandela als grootste supporter op de tribune. Ik had Mandela al twee keer ontmoet, met het Nederlands elftal in 1999 en later met Barcelona bij hem thuis. Vlak voor we de finale speelden, hoorden we dat er een kunstwerk zou worden gemaakt met afdrukken van handen van spelers die het toernooi zouden winnen in combinatie met de handen van Mandela. Voor we het vliegtuig ingingen, zouden we dan onze handen moeten afdrukken waarna alle spelers een kopie kregen. Het ergste van het verliezen van die finale vind ik misschien wel dat we dat unieke kunstwerk met Mandela zijn misgelopen. Overigens vind ik niet het WK van 2010, maar het EK van 2008 mijn mooiste toernooi met Oranje. Ons probleem was dat we moesten pieken in de eerste poulewedstrijden, tegen de finalisten van het WK van 2006, Italië en Frankrijk. We wonnen ze allebei, maar verloren in de kwartfinale van het Rusland van Guus Hiddink. Het mooie van ervaren coaches is dat zij de wedstrijd die je gaat spelen, in hun hoofd al hebben gespeeld. Dat was ook de kracht van Hiddink. Cruijff kon dat ook. Zij wisten precies wat de tegenstander ging doen.” Je hebt bij het Nederlands elftal en bij Barcelona met Marc Overmars gespeeld. Wat dacht je toen je hoorde van de onthullingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag van hem als technisch directeur van Ajax? “Ik was zoals iedereen stomverbaasd. Marc heeft het geweldig gedaan als technisch directeur bij Ajax. In hem schuilde altijd al een handelaartje. Bij Barcelona was hij al bezig met een leven na het voetbal, zo handelde hij in emaillen borden. Maar goed, er zijn blijkbaar ook dingen gebeurd die niet kunnen... In Engeland en dus ook in Schotland word je tegenwoordig extreem gescreend voor je een werkvergunning krijgt. Je moet ook een cursus volgen hoe je binnen een organisatie met vrouwen en kinderen omgaat. Wij hebben bij Rangers meerdere vrouwen in de organisatie, onze teammanager is ook een vrouw. Niemand kijkt daarvan op. Veiligheid op de werkvloer en een goede werksfeer zijn hier heel belangrijk. Het gaat trouwens niet alleen om een veilige omgeving voor vrouwen, maar ook voor mannen. Vergeet dat niet. Ik vergelijk een voetbalclub altijd met een Formule 1-auto, iedereen in de organisatie moet zich zo gedragen dat elk onderdeel functioneert. Af en toe corrigeer ik weleens een speler, bijvoorbeeld als hij te laat komt. Dan zeg ik dat zoiets niet past en dat we het met elkaar moeten doen.” Wat verwacht je van Nederland op het WK in Qatar? “Louis van Gaal kan echt een team neerzetten, in de laatste wedstrijden vond ik het Nederlands elftal heel overtuigend. Dat nieuwe centrum met Jurriën Timber, Virgil van Dijk en Nathan Aké staat. Dan heb je Matthijs de Ligt en Stefan de Vrij nog achter de hand. Nederland is heel stabiel in verdedigend opzicht en heeft aanvallend spelers die het verschil kunnen maken. Memphis is heel bepalend met zijn snelheid en zijn techniek, ik hoop echt dat hij topfit is. Maar Denzel Dumfries staat in mijn ogen symbool voor het huidige voetbal, waarin topteams heel veel energie in een wedstrijd brengen. Als ik denk aan de kansen op het WK, dan denk ik dat je acht kandidaten hebt voor de wereldtitel en daar is Nederland er een van.” Jij hebt Van Gaal ook meegemaakt als trainer. Hoe was dat? “Ik heb hem tussen 2000 en 2002 meegemaakt toen we het WK net niet haalden. Louis is Louis, ik heb hem als trainer en in de privésfeer meegemaakt. Via een gezamenlijke vriend, Benno Leeser van Gassan Diamonds, ontmoeten we elkaar weleens en dat zijn heel prettige contacten.” Van Gaal stopt na het WK als bondscoach, Ronald Koeman volgt hem op. Ben jij ooit bena- derd om bondscoach van Oranje te worden? “Nee. Ik had er zeker over nagedacht als ik was gevraagd. Ik heb de ervaring meegemaakt als speler, ik weet wat het inhoudt om international te zijn, weet hoe je naar een eindtoernooi toewerkt. Zo’n proces leiden en besturen, lijkt me geweldig. Ik was na het laatste EK beschikbaar, was graag bondscoach geworden, mede omdat ik dan in Nederland had kunnen blijven wonen. Ze kozen voor Louis, daar zit ik verder niet mee. Ik zoek er ook niets achter, maar ik zou het geweldig vinden om ooit bondscoach te worden.” De Molukken Giovanni heeft een geweldige carrière als speler gehad en heeft in amper zeven jaar als trainer al mooie successen geboekt. Hij is niet voor niets de trots van de Molukse gemeenschap in Nederland. Veel van hen werden begin jaren vijftig uit Indonesië gerepatrieerd en ondergebracht in Schattenberg, het voormalige concentratiekamp Westerbork. “Wij zijn onlangs met de hele familie een hele dag naar Westerbork geweest. Dan spreek je al snel over ruim zeventig familieleden. Toen we het terrein opliepen, begonnen mijn ooms en tantes te praten. Daar woonde die familie, daar die familie, daar woonde die kampbewaker, daar woonde oma. Heel emotioneel. Ik vond het bijzonder om te zien waar mijn moeder is geboren, waar mijn ooms en tantes zijn opgegroeid. Ze zeiden dat ze het altijd zo koud hadden in die barakken.” De woede over de kille opvang was mede aanleiding voor onder andere de treinkaping in 1977 bij de Punt in Drenthe. “De treinkaping heb ik niet bewust meegemaakt, ik was net twee jaar. Wij woonden toen in Krimpen aan den IJssel. Ik herinner me uit mijn kinderjaren nog foto’s van de begrafenissen en de kisten van de treinkapers op de muur in een gemeenschapsgebouw. Mijn moeder zei dat er destijds bij ons tanks door de straten reden... Voor de Molukkers is het moment dat hun jongens en meisjes zijn neergeschoten bij de bevrijding van de trein een heel zwarte dag in de geschiedenis. Ik heb later gelezen hoe de Molukkers hier na de oorlog zijn opgevangen en behandeld, waar de kapers voor stonden, hoe het leger met warmtesensoren die hele aanval op de kapers had voorbereid en ben ook wel verbaasd hoe dat is afgehandeld. Persoonlijk probeer ik een verbinder te zijn. Ik heb Molukse roots en ben in Nederland opgegroeid, voel me zowel Molukker als Nederlander.” Je bent zoals veel Molukkers heel bescheiden. “Altijd respect tonen, beleefd zijn en je netjes gedragen; zo ben ik opgevoed. Dat zit erin en gaat er nooit meer uit. Zo hebben Marieke en ik ook onze twee zoons opgevoed. Mijn moeder was zestien toen ze me kreeg. Ik heb de eerste zeven jaren van mijn leven samen met mijn moeder bij mijn oma en opa gewoond. Toen ik Mandela in 1999 voor het eerst ontmoette, deed hij me qua postuur heel erg aan mijn opa denken. Mijn opa was een mooie, imposante man die in Indonesië een zware vrijheidsstrijd heeft gevoerd. Opa sprak nooit over die oorlog. Ik herinner me dat hij in een grote stoel zat en op televisie alleen maar oorlogsfilms keek. Soms mocht ik een film uitzoeken in de videotheek en dan koos ik Ben Hur of De Langste Dag, over de landing van de geallieerden in Normandië. Ik was gek op oma en opa Sapulette. Herinner me dat opa me altijd naar bed bracht, liefdevol knuffelde, toedekte en welterusten wenste. Ik knuffelde mijn jongens ook graag, nog steeds trouwens. In mijn jeugd heb ik veel liefde ontvangen en ben ervan overtuigd dat de liefde die een kind in zijn jeugd krijgt, bepalend is voor de toekomst. Op mijn zevende kwam de man van mijn moeder in mijn leven. Ik beschouw hem echt als mijn vader en heb uiteindelijk mede dankzij hem een mooie jeugd gehad. En nadat we niet meer bij mijn opa en oma woonden, ging ik nog heel vaak bij hen langs.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Giovanni van Bronckhorst komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022. Ook is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman. Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was. En is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax. Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten. En blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Abdelhak Nouri: We genieten van Abdelhak zoals hij nu is

Abdelhak Nouri was een van de grote talenten van [...]
Abdelhak Nouri was een van de grote talenten van Ajax. Op 8 juli 2017 kreeg hij op twintigjarige leeftijd een hartstilstand. Iedereen leefde met Appie mee. Voor het eerst vertellen de vrouwen in zijn leven hun aangrijpende verhaal. “Ons leven is nooit meer compleet.” Er staan talloze Marokkaanse gerechten en nootjes op tafel in huize Nouri. De glazen in de woonkamer op de eerste verdieping worden voortdurend gevuld met water en Arabische thee. De gastvrijheid is nooit aangetast, ook niet na wat er op 8 juli 2017 gebeurde op een voetbalveld in Innsbruck. Op die dag stortte Abdelhak Nouri ter aarde tijdens een oefenwedstrijd tegen Werder Bremen. Een hartstilstand. Appie, kind van Ajax waar hij al speelde vanaf zijn zevende, leek voorbestemd om publiekslieveling te worden. Hij had de Gouden Stier al gewonnen, als beste speler van de eerste divisie, en was op zijn twintigste klaar voor het grote werk. Na twee jaar verzorging in diverse revalidatieklinieken wordt hij vanaf najaar 2019 liefdevol verzorgd door zijn ouders en naaste familieleden in een aangepaste woning. Zijn twee oudere broers en zijn vader traden de laatste jaren sporadisch naar buiten. Hoe verging het de vrouwen in zijn leven? Eén keer willen ze hun verhaal doen, hun verdriet delen, als ze maar niet op de foto hoeven. Moeder Rabia Nouri El Iboudi, tante Rahmouna El Iboudi, schoonzus Yasmine Chentouf, de vrouw van oudste broer Abderrahim, schoonzus Rachida Es Sannouni, de vrouw van broer Mohammed, en Abdelhaks zeventienjarige zusje Fairouz en veertienjarige zusje Sabrine nemen plaats op de grote hoekbank. De twaalfjarige Amira, het jongste zusje van Appie, luistert mee. De twee oudste kleinkinderen lopen in en uit, de twee jongsten liggen lekker op schoot of in de wagen. Abdelhaks oudste zus Ghizlan is net getrouwd en kon mede daarom niet aanwezig zijn. Appie luistert mee vanuit zijn bed, zoals hij vaak meeluistert als er bezoek is. Via een interne lift kan hij makkelijk in het huis worden verplaatst. “Ik was elf toen het gebeurde. Het is het ergste moment in mijn leven. Abdelhak was altijd zo lief voor me...” zegt Fairouz, het inmiddels zeventienjarige zusje van Abdelhak. “We waren thuis toen het gebeurde. Appie zou de volgende dag terugkomen uit Oostenrijk. Hij had mijn moeder gevraagd allemaal lekkere dingen in huis te halen.” Moeder Rabia: “Ik kwam binnen, zette de boodschappentas in de keuken en ging in de kamer zitten. Toen belde mijn oudste zoon Abderrahim. Hij vroeg: ‘Mama, is alles goed met je?’ Ik zei dat ik net thuis was en dat ik alvast zou gaan koken voor Appie. Abderrahim zei verder niets. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Voor hij ophing, zei ik nog: Abdelhak speelt nu toch een oefenwedstrijd, hoe doet hij het? ‘Zit je niet te kijken?’ vroeg hij. Ik keek nooit. ‘O, hij speelt wel goed,’ zei Abderrahim, ‘ik kom meteen naar je toe.’ Toen ik de telefoon had opgehangen, zag ik allemaal appjes binnenkomen. Ik belde meteen mijn broertje om te vragen wat er aan de hand was. Mijn broer zei dat Appie was gevallen. ‘Ik hang nu op, kom meteen naar je toe,’ zei hij. Wat gek dacht ik: dat mijn zoon en mijn broertje meteen naar me toe willen komen. Ik wilde de tv in de woonkamer aandoen, maar kon de afstandsbediening niet vinden. Dus ik vroeg aan mijn dochters of zij wisten waar de afstandsbediening was. Toen we hem eindelijk hadden gevonden, deden we de televisie aan.” Fairouz: “Ik had een appje van een vriendin gekregen dat Appie op het veld lag... Ik dacht aan een blessure. Toen mijn oudere zus de tv aanzette, zagen we ambulances en een helikopter op het veld. Mijn wereld stortte in. Ik was jong, maar besefte meteen dat het helemaal mis was.” Rabia: “Ik was alleen met de meisjes, mijn man was bij zijn ouders op bezoek in Marokko en mijn tweede zoon zat in het vliegtuig naar Turkije. Ik raakte volledig in paniek.” Zusje Sabrine van veertien: “Ik snapte niet wat er aan de hand was, snapte er niets van. Ze zeiden tegen mij en mijn twee jaar jongere zusje Amira dat we buiten moesten gaan spelen.” Schoonzus Yasmine: “We probeerden Sabrine te beschermen. Ik was aan het leren voor een tentamen. Abderrahim en ik zaten samen de tweede helft te kijken toen het gebeurde. Eerst dacht ik nog aan een gewone blessure. Mijn vader werkt bij de brandweer en zat ook te kijken. Hij belde en zei meteen dat hij niet begreep waarom er door de dokter geen defibrillator op Abdelhak werd gezet. Hij zag onmiddellijk dat het niet goed ging. Maar wat konden wij hier? Ik zei ook niets tegen Abderrahim. Hij zei alleen: ‘Ik moet mijn moeder bellen.’ Hij was zo bezig zich kalm te houden.” Yasmine breekt. “Het was zo vreselijk wat we zagen, Abderrahim stond te shaken, hij kon niet staan, niet zitten. Toen hij zijn moeder aan de telefoon had, was hij even kalm, maar daarna brak hij volledig. We zijn toen even gaan bidden in een poging om tot rust te komen. Hij begon vreselijk hard te huilen. Hard snikkend deed hij zijn smeekbedes. Ik zei nog dat hij iets moest drinken voor we naar zijn moeder gingen.” Tante Rahmouna: “Ik was een tv aan het kopen toen ons broertje belde en zei dat ik meteen naar onze zus Rabia moest gaan. Maar die tv dan? Je moet nu meteen gaan, zei hij bijna boos. Toen begreep ik dat er iets niet klopte. Toen ik aankwam bij het huis van Mo en Rabia, leek het alsof heel Geuzenveld voor de deur stond.” Yasmine: “Mijn schoonmoeder had nog maar net gehoord wat er aan de hand was toen wij binnenkwamen. We probeerden haar te troosten. De woonkamer zat al helemaal vol en binnen een paar seconden was het ook heel druk op straat. Het was zo druk, iedereen liep in en uit. Vanaf dat moment weet ik het niet meer, werd alles zwart.” Moeder Rabia, snikkend: “Niemand ging meer naar huis, iedereen bleef slapen. Voor zover we slapen konden.” Dat Abdelhak Nouri in elkaar was gezakt, ging meteen de wereld rond. De volgende ochtend vlogen moeder Rabia, haar zoons Abderrahim en Mohammed - die meteen was teruggevlogen uit Turkije -, haar broertje Abdelkader El Iboedi en Nathan van Kooperen, zoon van de manager van Abdelhak, met een lijnvlucht naar Innsbruck. Vader Mohammed vloog vanuit Marokko naar Oostenrijk en kwam na allerlei tussenstops twee dagen later aan. Rabia: “We werden van het vliegveld opgehaald door een begeleider van Ajax en naar ons hotel gebracht. We mochten nog niet naar het ziekenhuis. In het hotel heeft de dokter van Ajax, Don de Winter, ons bijgepraat. Rond zes uur mochten we Appie eindelijk bezoeken, steeds in duo’s. Abderrahim en ik gingen als eersten. Daar lag hij... De dag ervoor had hij me nog gebeld en gezegd: ‘Mama, ga je lekker voor me koken als ik morgen terug ben?’ Moeder Rabia: 'Daar lag hij... De dag ervoor had hij me nog gebeld: 'Mama, ga je lekker voor me koken als ik morgen terug ben?' Een dag later lag hij aan slangen en lijnen...' Een dag later lag hij aan slangen en lijnen... Ik heb hem geknuffeld zoveel als ik kon, dat mocht gelukkig. Ik kon er door die slangen niet goed bij, kuste zijn voorhoofd en borst. Je kunt niet onder woorden brengen wat je als moeder voelt als je zoon daar ligt. Abderrahim streelde ondertussen zijn voeten en benen, deed zijn hoofd tussen zijn benen en wilde zijn broertje niet meer loslaten. Vervolgens deden we onze gebeden en vroegen Allah om genezing, we citeerden uit de Koran. Met moeite hebben we Appie losgelaten, zodat mijn broertje en mijn andere zoon naar binnen konden. Zij stonden ook alleen maar te huilen. Toen zij naar buiten kwamen, wilden wij weer naar binnen, maar dat mocht niet van de artsen, omdat ze rust voor Abdelhak wilden. Ik heb ze gesmeekt of ik weer naar binnen mocht met mijn oudste zoon. Dat mocht uiteindelijk.” Tranen vloeien, er vallen lange stiltes. Rabia: “Dat moment dat ik Abdelhak voor het eerst in het ziekenhuis zag, gaat nooit meer weg. Elke nacht zie ik dat voorbijkomen... Als ik daaraan denk, begin ik altijd te huilen. Ook het beeld van Abderrahim die huilend aan het voeteneind zat tussen de voeten van zijn broertje blijft me altijd bij. Ik zou de hele dag kunnen huilen, maar wil verder voor mijn dochters, voor mijn zoons, voor onze kleinkinderen, voor de hele familie. Ik loop bij een psycholoog die heel lief is.” Uiteindelijk ging Rabia met haar zoons en broer terug naar het hotel. “We hadden allemaal een eigen kamer, maar bleven bij elkaar op één kamer. We konden niet eten, niet drinken, niet slapen, waren alleen maar aan het huilen. Het was één grote, zwarte dag. ’s Nachts zaten we alleen maar te wachten tot we de volgende ochtend weer naar hem toe mochten. Elke keer als we terugkwamen uit het ziekenhuis, praatte de dokter van Ajax ons in een speciale kamer bij over verdere onderzoeken, scans en testen. In het begin hoorden we dat zijn hart helemaal goed was. Die mededeling gaf ons aanvankelijk veel hoop. Ze hielden hem in slaap, waarop ik vroeg of ze hem niet wakker wilden laten worden. Maar dat kon nog niet in verband met de onderzoeken. De laatste dag zei de arts dat ze de medicatie zouden verminderen en dat hij dan wellicht langzaam wakker zou worden. Ik had een beetje hoop dat hij ons zou herkennen als hij wakker zou worden en dan misschien weer langzaam de oude kon worden... Tot dat moment was er niets duidelijk over de mogelijke gevolgen. We zagen dat het niet goed was, maar hielden toch enige hoop. Don zei dat ze zouden bellen als hij wakker was, maar ze belden niet. Toen hebben wij het ziekenhuis maar weer gebeld. Ik zat de laatste dag in de dokterskamer te wachten tot Abdelhak zou worden teruggebracht na weer een scan. Zusje Sabrine: ‘Ik was boos, vond het zo oneerlijk voor mijn broertje, dacht ook dat de artsen hem wel beter zouden maken. Daar zijn dokters toch voor?’ De professor die hem behandelde, kwam hem binnen brengen en deed ter plaatse nog een paar testjes, zoals tikken op zijn benen, waarna ze weer wegging voor overleg met dokter Don. Mijn zoon Mohammed hield het niet meer en zat voor de deur dat gesprek af te luisteren. Toen hoorde hij dat het helemaal mis was, dat het niet meer goed zou komen... Hij moest zo huilen en was zo boos toen hij het ons vertelde. Maar ik geloofde hem niet. Ik dacht: dan zouden ze het ons toch ook wel hebben verteld? Vervolgens werden we naar binnen geroepen en vertelden ze dat Abdelhak nooit meer zou kunnen praten en lopen...” Rabia snikt het uit. Na een lange stilte zegt ze: “Hij zou nooit meer kunnen voetballen, nooit meer plezier kunnen hebben. Mijn zoons zaten verstijfd, mijn broertje stond, mijn man zat op een leuning. Hij verstaat geen Duits. Mohammed, die het gesprek had afgeluisterd, werd woedend. ‘Ik geloof er niets van,’ riep hij. Mo liep de deur uit en smeet hem dicht. Mijn oudste zoon zei nog dat hij rustig moest blijven. Toen ze de mededeling vertaalden, viel mijn man zo van de leuning en stortte ineen in mijn armen. Ik riep alleen maar in het Engels dat ik het niet geloofde, dat hij beter zou worden en weer zou doen wat zijn grote passie was. Ik begon smeekbedes te uiten in het Arabisch, te bidden, Allah om hulp te vragen. En toen begon die arts ook vreselijk te huilen. Ze omhelsde me, huilde zo hard, dat ik op een gegeven moment haar stond te troosten. Ik sprak tegen haar troostende woorden dat het goed zou komen, dat mijn zoon weer zou gaan voetballen en plezier zou maken waarop ze nog harder begon te huilen. Hevig snikkend zei ze dat een patiënt haar nog nooit zo had geraakt als mijn zoon. ‘Ik moet professioneel zijn,’ zei ze, ‘ik moet me als dokter gedragen en geen gevoelens tonen, maar hij heeft me zoveel gedaan.’ Ze zei dat het voelde alsof ze haar eigen zoon behandelde.” Rabia vertelt dat ze nog een tijd in die kamer hebben gezeten. Steeds hadden ze gehoopt op goed nieuws, maar dat was ijdele hoop gebleken. “Toen we wat gekalmeerd waren, gingen we alle vijf, mijn twee zoons, mijn broer, mijn man en ik, weer terug naar Abdelhak. De een hield zijn hand vast, de ander zijn voeten, weer een ander zijn hoofd. We kusten hem. Het verplegend personeel kwam ook langs om ons gedag te zeggen, iedereen huilde. De volgende dag werd Abdelhak met een speciaal vliegtuig terug naar Nederland gevlogen. Ik vroeg of ik mee mocht met dat vliegtuig, maar dat kon niet. Alleen de clubarts van Ajax vloog mee. Wij vlogen terug met een privévliegtuig.” • Yasmine, de schoonzus van Abdelhak, was in Amsterdam gebleven, zij was bij Ghizlan, Fairouz, Sabrine en Amira, de vier zusjes van Appie. “Appie is als een broertje voor mij, wij zijn heel close. Ik belde Rabia elke dag namens de meiden ze spraken haar aan de lijn en vroegen mij na het gesprek telkens of hun moeder wel de waarheid sprak. Rabia vertelde ons dat het allemaal goed zou komen. Ze wilden alleen nog wat onderzoeken doen en Abdelhak had rust nodig. Maar Ghizlan zei steeds dat er iets niet goed voelde en dat ze haar moeder goed kende. Waarop ik antwoordde: het komt goed, en als het nu niet goed komt, dan komt het later wel goed,” zegt Yasmine. Rabia: “We hadden besloten om nog niets tegen de meisjes te zeggen. Mijn oudste dochter Ghizlan was zestien, vroeg waarom Appie niet wakker was, waarom ze niet met hem kon praten. Wij zeiden dat het goed ging, dat hij in slaap werd gehouden voor onderzoeken. Het was al zo heftig en dan moesten we ook nog liegen tegen onze dochters... Ik heb vervolgens al mijn zusters gebeld en gevraagd of ze wilden komen zodra we weer thuis waren. Eenmaal thuis hebben we de meisjes verteld dat hun broertje nooit meer zou kunnen voetballen. Ik weet nog precies waar iedereen zat toen we het vertelden. Ghizlan was helemaal in paniek, Fairouz begon te gillen, viel van de poef, de jongste twee begrepen het niet en vroegen alleen maar wanneer hij beter werd.” Fairouz: “Appie was meer dan een broer voor mij, we waren zo close. We hoorden steeds dat hij beter zou worden, dat ze onderzoeken deden. Ineens hoorden we van papa, mama en onze broers dat hij nooit meer zou kunnen voetballen... Ik geloofde het niet meteen. Ik was boos, vond het zo oneerlijk voor mijn broertje, dacht ook dat de artsen hem wel beter zouden maken. Daar zijn dokters toch voor?” Amira: “Ik was zes, begreep al die drukte toen niet.” Moeder Rabia tegen Amira: “Jij vroeg wel elke dag wanneer Appie naar huis kwam. Je had gezegd dat jij de zondag dat hij thuiskwam met hem wilde gaan bowlen. Ik had over de telefoon al tegen Appie gezegd dat we met z’n allen zouden gaan bowlen als hij terug was. Appie had gezegd: ‘Oké, zeg maar tegen Amira dat we zondag met z’n allen gaan bowlen.’” Fairouz: “Appie was zo dol op al zijn zusjes, wilde alles met ons delen. Hij was als een soort vader voor ons. Hij nam voor elke reis met Ajax altijd echt even de tijd om afscheid van ons te nemen, wilde nooit zomaar weggaan. Ineens was dat weg... Ik kan heus wel weer genieten in het leven, maar er ontbreekt iets. Ons leven is nooit meer compleet. Ik heb veel gehuild, maar niet bij andere mensen. Ik heb mijn verdriet ook niet met vriendinnetjes gedeeld. Heb wel veel met mijn ouders en mijn schoonzusjes gesproken, zij hebben me echt geholpen, waren en zijn er altijd voor me. Het ongeluk is een blijvend litteken. Je kunt letterlijk zeggen: er is een leven voor en een leven na het ongeluk. We hebben veel steun aan elkaar, maar als je slaapt ben je toch weer alleen...” Rabia: “Ik herken dat. Ik heb gelukkig mijn andere kinderen, mijn schoondochters, mijn familie; we praten veel met elkaar. Maar al ligt mijn man naast me in bed, ik voel me toch alleen als ik aan Appie denk. Daarom ben ik op aanraden van m’n oudste zoon ook naar een psycholoog gegaan. Ik ga nog steeds naar hem toe, vooral omdat ik zoveel moeite heb met de nachten, met slapen. Ik doe ook EMDR, een therapie voor mensen die te maken hebben gehad met een heel schokkende ervaring.” Tante Rahmouna: “Ik belde dagelijks met mijn broertje die met mijn zus mee was gegaan naar Oostenrijk. Ze zouden me bijpraten als ze terugkwamen. Toen mijn broer me het slechte nieuws vertelde, sloeg ik met mijn hoofd tegen de muur van ongeloof. Ik was bij de geboorte van Appie, op 2 april 1997, bracht mijn zus naar het ziekenhuis voor de bevalling, heb geholpen met opvoeden. Was een tweede moeder, was en ben heel close met mijn zus. Ik weet nog dat Appie op een avond naar Scheveningen wilde. Hij was nog geen tien jaar en hups, daar gingen we, met zijn broers en een vriendin van mij kibbeling en patat eten. Ik was de verwentante... Mijn zus heeft het zo goed gedaan na die vreselijke achtste juli 2017. Door wel op vakantie te gaan met de kinderen, door toch alle aandacht voor haar dochters te houden. Wij waren er vaak om haar te helpen, maar zij moest het toch maar opbrengen om haar kinderen de noodzakelijke afleiding te geven. Ze wilde niet dat haar dochters hun jeugd werd afgenomen. Ze had geen zin in vakanties, maar deed het voor de kinderen.” Schoonzus Rachida: ‘Laatst kwam er een jongen naar Mohammed toe waar ik bij stond. ‘Jullie broer Appie heeft mij een PlayStation en kleding gegeven toen ik in de gevangenis zat’’ Toen de situatie van Abdelhak Nouri bekend werd, stond de voetbalwereld massaal stil. In stadions in en buiten Neder land werd een minuut stilte gehouden. Of een wedstrijd werd onderbroken in de 34ste minuut, het rugnummer van Abdelhak bij Ajax, voor een staande ovatie. Spelers in binnen- en buitenland eerden hem met teksten op shirts, met het maken van een hartje met hun handen, wat Appie ook vaak deed. Zus Fairouz: “Appie dacht nooit aan zichzelf, stond voor ieder- een klaar, dat maakte hem zo bijzonder. Hij wilde iedereen om hem heen blij zien, wilde iedereen helpen.” Tante Rahmouna: “Ik woonde op de Admiraal de Ruijterweg. We hadden destijds veel probleemjongeren in Bos en Lommer. Weet je wat Appie deed vlak voor hij op trainingskamp naar Oostenrijk ging? Ging hij spontaan met die jongens voetballen bij Blauw Wit. Hij gaf ze aandacht, wilde hen helpen.” Schoonzus Rachida: “Laatst kwam er een jongen naar Mohammed toe, waar ik bij stond. Hij wilde iets kwijt. ‘Jullie broer Appie heeft mij een PlayStation en kleding gegeven toen ik in de gevangenis zat,’ zei hij. Dat was Appie, dat soort dingen hoor ik nog steeds. Toen Mo en ik elkaar leerden kennen, wilde Mo meteen dat ik met Appie kennis zou maken. Hij moest me als het ware keuren. Hij ging met me praten en zei: ‘Ze is leuk, het is goed.’” De impact op de ploeggenoten van Abdelhak was natuurlijk ook enorm. Zijn voetbalmaatjes waren met name de zestien dagen jongere Donny van de Beek en de zes maanden jongere Steven Bergwijn, met wie hij in de jeugd van Ajax speelde. Rachida: “Estelle, de vrouw van Donny, was van de week nog bij ons op bezoek, we zijn nog steeds goed bevriend.” Rabia: “Donny was zo in shock, wilde de eerste nachten in Appies bed slapen. Hij had zo vaak bij ons geslapen. Appie en Donny sliepen altijd samen op zijn kamer. Hij kon thuis niet slapen, hij wilde in het bed van Appie liggen. Hij zei dat hij dan het gevoel had dat hij bij Appie was en wij vonden dat ook fijn. Steven Bergwijn kwam ook vaak langs, Khalid Boulahrouz in het begin ook. Erna Spil, de fysio van Ajax, komt nog altijd twee keer per week langs om hem liefdevol te masseren. Frank Schoofs en Heini Otto blijven ook trouw komen, die horen echt bij de familie, sterker, zij zijn inmiddels familie. Frenkie de Jong komt altijd als hij in Nederland is.” Zusje Fairouz: “De eerste twee maanden was het heel druk, was ons hele huis bezet, kwamen mensen ons troosten. Het leek alsof alle kamers bezet waren, we waren geen moment alleen.” Rabia: “We kregen ook steeds eten van iedereen, heel lief.” Schoonzus Yasmine: “In de keuken stond iedereen te helpen. Buren kookten, restaurants kwamen maaltijden brengen of er stond ontbijt als je de deur opendeed. Het was mooi dat zoveel mensen langskwamen om ons te troosten, maar die steun zorgde er ook voor dat we nauwelijks kans kregen het verdriet te verwerken. Van over de hele wereld kwamen mensen langs.” Tante Rahmouna: “Er was een man die uit Singapore een dag langskwam in Nederland om alleen steun te betuigen en die ’s avonds weer terugvloog.” Yasmine: “We waardeerden het enorm en vonden het heel lief, maar achteraf was het ook heel zwaar, omdat het gezin niet de ruimte kreeg om het te verwerken. Wij waren mensen aan het troosten in plaats van getroost te worden. Met name mijn schoonouders hoorde je overdag niet huilen. Maar rond twee uur ’s nachts als iedereen weg was, hoorde je hen heel hard huilen in hun slaapkamer.” Rabia: “Na twee maanden werd het wat stiller, dat was enerzijds wennen, maar zorgde er ook voor dat we zelf en met elkaar het verdriet konden gaan verwerken. Toen de drukte langzaam minder werd, voelden we pas echt de leegte die Appie had achtergelaten. Toen kwam de klap, konden we met elkaar pas verwerken wat er was gebeurd. De maanden na de drukte waren voor iedereen een zware periode, maar wel nodig.” Rabia: “Nog steeds komen mensen langs, er gaat geen dag voorbij zonder een bezoeker. We kunnen niet meer iedereen binnenlaten, we moeten wel leven en onze dochters opvoeden.” Moeder Rabia vertelt dat ze met z’n allen veel steun hebben gevonden in het geloof. Schoonzus Yasmine: “In het begin is het vers. Het is menselijk dat je denkt: waarom hij? Maar daarna dachten wij: Allah houdt van hem en dit is een beproeving. Allah heeft hem vast weerhouden van iets wat slecht voor hem of ons zou zijn. We zullen het nooit weten. Hoe dan ook: er zit een wijsheid achter.” Rabia: “Er is een verklaring voor deze hele gebeurtenis. In ons geloof weten we dat er een wijsheid achter zit. We hebben niet alles in de hand. De echte reden zullen wij nooit bevatten. Laat ik zeggen dat ik voor mijn gevoel vijf jaar geleden, als het gaat om de verdieping in de islam, op de derde trede stond en dat ik nu al op de achtste trede sta. Ik voel me daardoor sterker. De verdieping in ons geloof is een enorme steun. Of Abdelhak ooit nog beter wordt? Als Allah het wil, gebeurt het.” Het geloof geeft ze de kracht om verder te leven. Rabia: “Wij zeggen dat Allah het meest houdt van mensen die hij het zwaarst beproeft. We zijn tijdelijk op aarde, denken ook dat het leven op aarde een stage is voor het echte leven dat hierna volgt. Ons doel is het hiernamaals.” Er was de laatste jaren veel te doen over de schuldvraag. De vraag blijft natuurlijk: wat als de dokter van Ajax in Innsbruck adequaat had ingegrepen? Schoonzus Rachida: “Wij willen niet oordelen, dat is aan de dokter zelf. Ik zou wel willen weten waarom hij zo heeft gehandeld. Het is hoe dan ook zwaar voor de dokter. Maar in het begin namen we het hem wel kwalijk.” Rabia: “Hij is hier nooit langs geweest om iets uit te praten, maar eerlijk: voor mijn man en mij hoeft dat nu ook niet meer.” Tante Rahmouna: “Ik zat naar de EK-wedstrijd te kijken waarin Christian Eriksen net als Abdelhak een hartstilstand kreeg en dacht later alleen maar: waarom hebben ze bij Appie niet zo goed gehandeld? Ik was wel boos.” Het was onlangs vijf jaar geleden dat het leven van de hele familie Nouri voorgoed veranderde. Er is nooit een moment bij hen opgekomen Abdelhak te laten gaan. Schoonzus Rachida: “We hebben die vraag veel gehad, maar dat is bij ons geen issue. Alleen als hij hersendood is, zou dat mogen.” Schoonzus Yasmine: “Ik lees weleens commentaren op internet en dan zie ik dat ze denken dat Abdelhak leeft als een kasplantje. Dat is onzin. Ik praat met hem, hij reageert op ons, hij toont emoties, kan lachen en huilen. Hij hoort ons, begrijpt ons en reageert op zijn manier op ons.” Rachida: “Soms zie ik hoe ze verhalen van vroeger terughalen en hij daar om kan lachen en de verhalen herkent. Daarom weet ik zeker dat zijn hersenen nog werken.” Rabia: “Hij herkent mensen als ze binnenkomen, beweegt met zijn ogen, lacht als je tegen hem praat.” Yasmine: “We merken vooral dat zijn geheugen nog werkt, dat het lijkt alsof hij alles van vroeger nog weet.” Rachida: “Als zijn moeder binnenkomt, zie je dat hij haar volgt. Aan alles merk je dat hij je hoort. Je ziet hem stralen als je tegen hem praat." Zusje Sabrine: “Klopt, hij reageert op ons allemaal, dat maakt ons zo blij.” Sinds hij thuis is, wordt hij met grote toewijdingen liefde door familieleden verzorgd. Er komt geen verppleegkundige aan te pas. Rabia: “We doen alles zelf. Mijn man en mijn broer wassen hem, kussen hem, scheren hem en je ziet dat Abdelhak geniet. Er zit 24 uur per dag iemand van de familie bij hem, hij slaapt ook nooit alleen.” Tante Rahmouna: “Sinds hij thuis is, is hij zo vooruitgegaan. Het kan één jaar duren, vijf jaar, maar hij zal weer praten. We gaan sinds hij een eigen huis heeft, nooit meer down naar huis na een bezoek.” Als familie kunnen ze ook weer gelukkig zijn, zegt moeder Rabia. “Als ik in het begin met onze dochters op vakantie ging, voelde ik me schuldig dat ik Abdelhak alleen liet. Ik voel me nu niet meer schuldig, vind dat mijn dochters ook recht hebben op vakantie en pleziertjes.” Schoondochter Yasmine: “Als Rabia met de kinderen op vakantie ging, hoorde ik soms heel nare dingen. Alsof zij niet meer mocht lachen en haar dochters geen recht meer hebben op plezier en geluk. Die berichten dat mensen het mijn schoonouders als het ware kwalijk nemen dat ze met de kleintjes op vakantie gaan, raken me. Omdat Rabia ook gewoon nog andere kinderen heeft waar ze aandacht aan besteedt en moeite voor doet. Ik weet dat ik die berichten niet moet lezen, maar ik kan het niet laten.” Afgelopen jaar werd ook de Nouri Foundation opgericht. Schoonzus Yasmine: “We willen in de eerste plaats voorkomen dat ooit nog iemand zal overkomen wat Abdelhak is overkomen. Dus willen we 34 defibrillators plaatsen in het land en cursussen regelen zodat mensen weten hoe ze moeten reageren. En we willen daarna uitzoeken wat we verder op dat gebied kunnen betekenen.” In februari dit jaar trof Ajax uiteindelijk een schikking met de familie Nouri. Rachida: “We hebben heel nare dingen gehoord na de regeling. De kleine zusjes kwamen soms met heel nare verhalen thuis die ze van leeftijdgenoten op school hadden gehoord. Die reacties hebben ons diep geraakt. Wij hebben dit niet gewild, we hebben al zo vaak gezegd dat we alles zouden inwisselen als Appie weer gezond wordt.” Yasmine: “Maar we hebben geen woede meer.” Rabia: “De islam leert ons niet lang boos te zijn. Het is menselijk om boos te zijn, maar het is beter om te vergeten en te vergeven. Zoals Allah ons ook zal vergeven als wij fouten maken. We hebben de situatie aanvaard en genieten van Abelhak zoals hij nu is.” Helden Magazine 63 Het verhaal over Abdelhak Nouri komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met Kira Toussaint, ze heeft een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Hockey

Noor Omrani en Marcus Pedersen: ‘Wij zijn elkaars grootste fan’

De een is verdediger bij Feyenoord, de ander aanvalster bij [...]
De een is verdediger bij Feyenoord, de ander aanvalster bij hockeyclub Den Bosch. Marcus Holmgren Pedersen (22) en Noor Omrani (21) delen niet alleen de liefde voor de bal, maar ook een hoofdkussen. We gingen op bezoek in Rotterdam. Noor: “Na mijn eigen wedstrijd haast ik me naar De Kuip, dan kan ik nog net de tweede helft van Marcus zien.” “Noor was door een vriend, die één van de materiaalmannen bij Feyenoord was, uitgenodigd voor onze wedstrijd in de Conference League tegen IF Elfsburg in augustus vorig jaar. Toevallig gaf ik mijn eerste assist,” zegt Marcus Pedersen, de Noor die vorig jaar van het Noorse Molde FK overkwam naar Feyenoord. “Ik had tickets voor de spelerslounge gekregen,” vertelt Noor Omrani. “Iemand vroeg wie mijn favoriete speler was. Tijdens de wedstrijd was jouw spel me al opgevallen, maar ik had geen idee wie je was. De vriendin met wie ik was uitgenodigd en ook mee was, riep achter mijn rug om meteen: ‘Ze vindt nummer 2 leuk!’ Het bleek de teammanager van Feyenoord te zijn die dat had gevraagd.” Marcus: “De volgende dag zei onze teammanager: ‘Je speelde een goede wedstrijd, maar ik denk ook dat ik je nieuwe vriendin heb gesproken.’ Hij googelde jou en liet me een foto van je zien in zijn kantoor. Ik zag dat je een goede hockeyster was en ging je meteen volgen op Instagram.” Noor: “Ik zat met diezelfde vriendin koffie te drinken de dag na de wedstrijd, postte dat op Instagram, en vlak daarna kreeg ik al een bericht van je waarin stond: ‘Wil je ook koffie met mij drinken?’ Ik dacht: wat gebeurt hier nou? We kenden elkaar helemaal niet. We hebben eerst een tijdje gesproken via Facetime. Dat was zo gezellig. Ik dacht: ik ben wel heel dom als ik niet iets met hem ga drinken. Na onze eerste date kreeg ik een lief spraakberichtje van je. We zijn nu een jaar samen.” Marcus: “Vlak na onze eerste date moest ik me melden bij het Noorse elftal, ik was drie weken weg.” Noor: “Toen je terugkwam uit Noorwegen heb ik meteen je vader ontmoet. We konden niet wachten elkaar te zien, maar je vader was er ook. We zijn met zijn drieën gaan eten.” Marcus: “In januari zijn we gaan samenwonen.” Noor: “Het voelt raar als we niet samen zijn. Ik ben jouw grootste steun hier. Je hebt hier geen familie en niet veel vrienden; als ik er niet ben, ben jij alleen en daar houd je niet van.” Marcus: “Onze levens en schema’s matchen goed. Ik train altijd in de ochtend. Noor heeft soms dagen met een dubbele training, dan komt ze laat thuis. Ik ben soms op trainingskamp of met het Noorse elftal weg, maar meestal zien we elkaar doordeweeks vaak.” Noor: “Wij trainen vier keer per week, op donderdag heb ik een dubbele training. Ik hoef niet iedere dag heen en weer naar Den Bosch. Mijn krachttrainingen doe ik in Rotterdam.” Marcus: “’s Avonds zijn we allebei moe na een zware dag. Na het eten spelen we het liefst samen FIFA.” Noorderlingen Marcus ging van het uitgestrekte Noorwegen naar de Randstad. “Ik herinner me mijn eerste dag in Rotterdam. Ik zat in de auto en was zo zenuwachtig voor al dat verkeer. Op de snelweg was ik al tien keer verkeerd gereden. In die eerste weken had ik geregeld van die ritjes die volgens Google Maps twintig minuten duren, maar waar ik dan anderhalf uur over deed.” Marcus groeide op in Hammerfest, een stadje met 10.000 inwoners in het noordelijkste puntje van Noorwegen, vlak bij de Noordkaap. “Het is er mooi en gemoedelijk. Iedereen kent elkaar. In de zomer blijft het continu licht en in de winter is het er de hele dag donker.” Noor: 'Met oud en nieuw waren we op een feestje in Hammerfest; kwamen vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze wilde volgen op Instagram' Noor: “We vierden Kerst bij je ouders en zusje. Ik weet nog dat we de hond uitlieten om één uur ’s middags. Het voelde alsof je thuiskomt na een avond stappen. En dat dan de hele dag.” Marcus: “Daarom ben ik ook geen ochtendmens. Ik ben eraan gewend om lang uit te slapen.” In de winter zijn de wegen er onbegaanbaar en is buiten voetballen onmogelijk. De velden zijn bedekt met minimaal twee meter sneeuw. “Mijn vader was vroeger een goede skiër. Ik was er ook goed in, vooral op het onderdeel slalom, en ik snowboardde graag. Toch lonkte de bal meer. In de winter kon dat alleen in een indoorhal. Maar ’s zomers voetbalden we zeven uur per dag, hingen we de hele dag rond het veld omdat het toch licht bleef. In de zomer deed ik ook aan atletiek, dat heeft me geholpen om snel te worden.” Voetbal leefde in de familie Holmgren Pedersen. “Wij keken heel veel wedstrijden op tv. Liverpool is de favoriete club van mijn vader. En dus ook die van mij. Ik had geen keuze.” Al op zijn vijftiende ging Marcus uit huis. In de jeugdopleiding van Tromsø IL, een paar honderd kilometer onder Hammerfest, kreeg hij de kans om zich verder te ontwikkelen. “Ik was niet gewend om de was te doen en te koken. Als ik moe was, koos ik voor het makkelijkste eten, wat meestal een slechte keuze was. Jeugdtrainers hebben me toen een spiegel voorgehouden. In Hammerfest was ik gewend om de beste te zijn, maar voor de stap naar het eerste team van Tromsø moest ik professioneler worden. Ik ben het serieus gaan aanpakken en maakte de stap naar het eerste elftal.” Ook Tromsø ligt geografisch hoger dan de noordelijkste hoofdstad ter wereld (Nuuk, Groenland). Tromsø uit, niet bepaald een wedstrijd waar de andere Noorse clubs op zitten te wachten. “Het is minimaal twee uur vliegen, het waait er altijd en het is er steenkoud. De fans zijn stugge noordelingen met het hart op de tong. Je komt met ijs op je tenen het veld af.” Als eerste inwoner van Hammerfest ooit maakte hij zijn debuut in de hoogste divisie van Noorwegen. Marcus: “Inwoners in Hammerfest zijn trots op me. Als ik thuis ben, word ik op straat aangesproken. Net als mijn ouders in de supermarkt.” Noor: “Toen jij in een interview in een Noorse krant over mij had verteld, kreeg ik veel berichtjes of we naar Hammerfest zouden komen. Met oud en nieuw vorig jaar waren we daar op een feestje; kwamen allemaal vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze alsjeblieft wilde volgen op Instagram.” Na anderhalf jaar Tromsø kreeg Marcus een aanbieding van Molde FK, de kampioen van Noorwegen. “Voorheen speelde ik als rechtsbuiten of als rechtermiddenvelder, pas bij Molde ben ik rechtsback geworden. Dat ging goed. We speelden in de Europa League en Feyenoord begon me in de gaten te houden. In een week was mijn contract getekend. Ik volgde de Nederlandse competities niet, wist nog weinig van Feyenoord. Toen ik hier was, voelde ik meteen dat het een heel grote club is in Nederland met een fanatieke aanhang.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Noor Omrani en Marcus Pedersen komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Broers Jens en Melle van ’t Wout zijn klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Mark Parsons: Hollandse meester

Mark Parsons (35) is de eerste buitenlandse [...]
Mark Parsons (35) is de eerste buitenlandse bondscoach van de Oranjevrouwen. De Brit, tevens in het bezit van een Amerikaans paspoort, wil met een vernieuwde selectie op het EK in Engeland (6-31 juli) het succes evenaren van de afgelopen jaren. We nodigden Mark uit in het Rijksmuseum voor de serie Leeuwinnen in het Rijks en stonden stil bij Zelfportret als de apostel Paulus van Rembrandt van Rijn. “Rembrandt van Rhijn schilderde zichzelf hier als de apostel Paulus. Hij zit in de gevange­nis. In de rechterbovenhoek zie je nog heel vaag de tralies. Uit zijn jas steekt een zwaard en hij heeft een manuscript in zijn handen. Dat zijn tekenen dat het de apostel Paulus is,” legt rondleider Robert Uterwijk ons uit terwijl we met Mark Parsons, zijn vrouw Hannah en dochter Edie naar het schilderij kijken. Robert vervolgt: “We weten niet waarom Rembrandt zichzelf zo portretteerde. De verklaring kan simpel zijn, dat een klant graag een Paulus aan de muur wilde hebben. Rembrandt is hier 55 jaar, in die tijd was dat ongeveer de leeftijd die men stelde voor het aan­ breken van ‘de oude dag’. Rembrandt ziet er uit als een broze, oude man met een open blik.” Mark bekijkt het werk van de Hollandse meester. “Of ik de vergelijking tussen Rembrandt en mezelf zie?” Lachend: “Ik zie er op dit moment ook uit als 55, hoewel ik pas 35 ben. Het is een hectische periode met de Oranjevrouwen, een race tegen de klok.” Hagelslag Bij je inburgeringscursus in Nederland hoort natuurlijk een bezoekje aan het Rijksmuseum. De ‘Hollandse meester’ staat voor een Hollandse meester... Lachend: “Ik ga hier niet weg voordat ik een foto met De Nachtwacht heb gemaakt. Mijn vrouw en ik houden enorm van kunst. Van mijn technische staf moet ik hierna naar Madurodam in Den Haag, de volgende stap in mijn crash course over Nederland.” Na de Olympische Spelen in Tokio werd jij bondscoach van de Oranjevrouwen. Wat was jouw eerste indruk van Nederland? “Mijn schoonvader was vrachtwagenchauffeur en reed heel Europa door. Hij was altijd lyrisch over Nederland. Toen ik hem vertelde dat er een bond was die mij had benaderd om coach te worden, zei hij meteen: ‘Zeg alsjeblieft dat het Nederland is.’ Van alle Europese landen had hij de beste ervaring met Nederlanders. Ik kwam het eerst in Nederland in 2016, om speelsters te scouten. Toen ik in Amsterdam rondliep, belde ik mijn vrouw en zei: hoe kan het dat we hier nooit eerder zijn geweest? Ik werd zo hartelijk ontvangen, Nederlanders laten je welkom voelen. En iedereen spreekt Engels.” Lachend: “Alsof jullie de Engelsen ruiken. Jullie schakelen moeiteloos over van taal. Een speelster vroeg me in februari: hoe vind jij Nederlanders? Ik zei dat ik tot dan toe alleen maar positieve ervaringen had. Zij zei: ‘Maar wij zijn zo direct en hebben het hart op de tong.’ Ik ben zelf ook direct. Nederlanders zijn ook logi­sche denkers. Slim, creatief, denken in oplossingen en aan de volgende stap die gezet moet worden. Zo ben ik ook. Er is alleen een ding dat ik niet snap van Nederland: hagelslag. Waarom zou je je kinderen chocola geven bij het ontbijt?” 'In 2018 ben ik na een lang seizoen niet op vakantie gegaan met mijn gezin, maar heb ik een week lang meegelopen met Erik ten Hag bij Ajax' Wij moeten jou nog leren kennen. Hoe zou jij jezelf omschrijven? “Ik geef veel om andere mensen. Ik werk graag samen met een groep en hou van het proces om met elkaar mooie dingen te bereiken. Daar haal ik ongelooflijk veel energie uit. Als coach ben ik heel eager om mezelf te verbeteren. In 2018 ben ik na een lang seizoen niet op vakantie gegaan met mijn gezin, maar heb ik een week lang meegelopen met Erik ten Hag bij Ajax. Zo heb ik ook geregeld uren door Amerika gereden om te spreken met andere coaches in andere sporten, zoals basketbal­ coaches. Ik stel harde eisen aan mezelf.” Wat is jouw geheim als coach? “Hard werken en altijd verbetering zoeken. Het menselijke aspect komt voorop, de speelster staat centraal. Ach, iedere goede coach geeft hetzelfde antwoord. Coachen lijkt simpel, maar die punten consequent blijven uitvoeren, dat is het moeilijkst.” Je coacht al vanaf je achttiende, nu ruim zeventien jaar. Je begon je carrière bij Chelsea. Waarom koos je ervoor om vrouwen te coachen en niet mannen? “Bij Chelsea heb ik ook de jongens onder acht onder mijn hoede gehad. Later kwam ik bij de meisjes terecht via een goede collega en vriend van me, Keith Harmes. Hij coachte de meisjes onder 16 en ik wilde altijd alles van hem weten. Keith bleef geduldig mijn vragen beantwoorden en liet mij meekijken bij zijn ploeg. Bij Chelsea ben ik zijn assistent geworden. Maar de belangrijkste reden waarom ik koos voor vrouwenteams is omdat vrouwen ook eager zijn. Vrouwen willen weten wat we gaan doen, waarom we dat doen. Ze willen betrokken zijn in het hele proces. Mijn ervaring was dat jongens meer zoiets hadden van: geef mij de bal en zeg me wat ik moet doen. Tegenwoordig vind ik dat wel veranderd. Jongens en man­ nen willen net zo betrokken zijn in het teamproces als meisjes en vrouwen, ze spreken zich nu alleen meer uit. Het is meer geaccepteerd dat mannen ook hun gevoelens uiten.” Helden Magazine 62 Het eerste gedeelte van het verhaal van Mark Parsons komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms en Shanice van der Sanden. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Jill Roord & Lynn Wilms: ‘Vrijheid, Blijheid’

De een staat al jaren aan de top, de ander schoot als een raket [...]
De een staat al jaren aan de top, de ander schoot als een raket omhoog en speelde zich de afgelopen jaren definitief in de kijker. Middenvelder Jill Roord (25) en verdediger Lynn Wilms (21) zijn niet alleen ploeggenoten bij Wolfsburg en de Oranjevrouwen, maar ook dikke vriendinnen. Helden zocht hen op in Duitsland. “Ik klim wel in de boom,” zegt Lynn Wilms als de fotograaf er om vraagt. “Kijk je wel uit?” antwoordt Jill Roord. “Zo gaat het altijd bij ons, Lynn doet dit soort dingen zonder nadenken.” Even later vervolgt Jill: “Wij gaan veel met elkaar om in Wolfsburg. We chillen samen, drinken koffie, of we gaan samen een tattootje zetten. Ik ga straks met je mee naar de tattooshop.” Lynn: “Ik ga een schildpadje laten zetten aan de binnenkant van m’n arm. Dat vind ik gewoon leuk, het heeft geen speciale betekenis, of zo.” Jill: “Ik neem even een tattoopauze. Ik heb er een aantal op mijn armen, het is wel even goed zo.” Lachend: “Maar jij zit er binnen een paar maanden helemaal onder.” Lynn: “Ik wil nog heel graag een ontwerp voor mij en mijn vader, omdat hij veel voor mij heeft betekend in mijn carrière.” Chaoot Jill: “Toen jij na het WK in 2019 werd opgeroepen bij het Nederlands elftal leerden we elkaar kennen. We gingen niet veel met elkaar om.” Lynn: “Ik was achttien, ik kan me niet eens herinneren dat je tegen me hebt gepraat.” Lachend: “Je was een arrogante trien.” Jill: “Ik heb de eigenschap dat ik heel ongeïnteresseerd kan overkomen, terwijl ik dat helemaal niet ben.” Lynn: “Ik kijk eerst de kat uit de boom. Daarna kom ik pas los.” Jill: “Ja, behoorlijk los.” Lynn: “Ik kwam binnen in een supersuccesvolle ploeg. Ze hadden de WK-finale gespeeld, ik kwam net terug van het EK onder 19. De meiden bij Oranje waren allemaal wat ouder. Ik was wat rustiger toen, vond het nog zo spannend. Maar in Wolfsburg hebben we elkaar helemaal gevonden.” Jill: “Als je in het buitenland zit, dan is het sowieso fijn om een paar Nederlandse teamgenoten te hebben. Dan trek je vanzelf naar elkaar toe. Shanice van de Sanden ken ik al heel lang. Daar ben ik heel close mee. Verder ga ik met jou verreweg het meeste om.” Lynn: “We klikken niet alleen buiten, maar ook in het veld. In het veld vinden we elkaar makkelijk. Toen het voor mij bij Wolfsburg in het veld ging lopen, kwamen we ook buiten het veld meer met elkaar in contact.” Jill: “Voor het eerst voel ik dat ik iemand wil helpen, als een soort grote zus. Je luistert ook naar mij. Jij hebt enorm veel potentie, maar jouw hoofd zit je soms in de weg. Je wil te graag. Je bent ook een beetje een chaoot en heel emotioneel.” Lynn: “Jij hebt veel meegemaakt. Je verhuisde al op jonge leeftijd naar het buitenland en bent snel volwassen geworden. Daarom kun je mij ook helpen.” Jill: “Ik herken veel van mezelf in jou. We hebben veel lol samen, zijn makkelijk in de omgang, ook naar de andere meiden in het team. Wij zijn een beetje van vrijheid, blijheid.” Lynn: “Qua persoonlijkheid zitten wij soms een beetje tegen het rebelse aan. Als we samen zijn, versterkt dat elkaar. Dan sporen we eigenlijk niet.” Jill: “Gelukkig moeten anderen daar vooral om lachen, want in Duitsland is er een heel andere cultuur. Als we te luid zijn rondom een wedstrijd wordt dat echt niet gewaardeerd.” Lynn: “We weten wanneer we ons mond moeten houden, komen er altijd wel mee weg.” Plafond Jill groeide op in een voetbalgezin. Vader René is voetballer geweest bij FC Twente en kwam uit voor Nederlandse jeugdelftallen. Ook haar twee broers Davy en Boyd voetbalden. Bij Lynn komt het voetbaltalent niet uit de familie. Lynn: “Ik ben opgegroeid in Tegelen, bij Venlo. Mijn ouders hadden niks met voetbal. Mijn vader heeft vroeger gehandbald, mijn moeder sportte niet, maar mijn tweelingbroer Rik wel, hij is keeper. Ik zat op turnen, maar toen ik mijn broer zag voetballen, wilde ik dat ook. Mijn ouders zijn heel erg betrokken geweest bij mijn carrière, vooral mijn vader. Hij reed mij overal naartoe. Papa komt nog steeds iedere wedstrijd kijken, hoewel het voor hem drieënhalf uur rijden is. Met mijn moeder ben ik ook heel close, maar op een andere manier. Zij zorgde vooral thuis voor ons, voor de was en het eten.” Jill: “Zo was het bij ons ook een beetje, hoor, mijn moeder regelde alles thuis, mijn vader was met voetbal bezig. Mijn ouders komen ook nog altijd naar iedere thuiswedstrijd.” Lachend: “En of ik het nou wil of niet, na iedere wedstrijd komt mijn vader met een analyse. Maar als hij niks stuurt na een wedstrijd, dan denk ik: waarom stuur je nou niks? Ik krijg altijd wel een appje wat hij ervan vond. Soms is dat moeilijk, en dan zeg ik dat. Hij is realistisch: als hij vindt dat ik goed heb gespeeld, dan zegt hij dat ook. Maar hij zegt ook dat ik mijn plafond nog niet heb bereikt.” Status Jill heeft op haar 25ste al heel wat topclubs achter haar naam staan: FC Twente, Bayern München, Arsenal en Wolfsburg. Lynn: “Ik heb ook het gevoel dat je er nog meer uit kunt halen. Dit jaar kwam er voor het eerst uit hoe goed je bent.” Jill: “Van iedere periode heb ik veel geleerd. Die twee jaar bij Bayern München was het moeilijkst. Ik sprong in het diepe, ging naar een topclub in het buitenland. Ik was nog jong, ook in mijn doen en laten, had moeite met de cultuur. Het was er heel Duits, heel hiërarchisch, en we waren de hele dag op de club. Het was niet een heel fijne sfeer, het plezier ontbrak een beetje. Die tijd heeft me wel volwassen gemaakt. Bij Arsenal was juist heel veel vrijheid. Misschien iets te veel voor mij. Op de training ging alles een beetje op zeventig procent. Ik ging daarin mee, dat was niet goed voor me. Ik heb juist een omgeving nodig die me prikkelt en ik vond ook dat er ontevredenheid heerste, daar hou ik niet van. Tijdens de lockdown was ik in Londen heel eenzaam, toch heb ik er ook goede momenten gehad, hoor. Toen Wolfsburg belde, was ik meteen geïnteresseerd. Hun topspeelster, de Deense Pernille Harder, ging weg. Er ontbrak een type als ik. Ik kon er een belangrijke rol gaan vervullen. Daar zocht ik naar. Bij Wolfsburg valt alles nu op zijn plek. De manier van spelen past bij me, zowel mentaal als fysiek voel ik me goed. Ik ben de enige nummer tien en heb hier nu veel status, dat heb ik ook nodig om echt goed te kunnen zijn. Eindelijk krijg ik echt het vertrouwen. Ik weet dat ik altijd speel, dat is een fijne gedachte, daar ga ik ook beter van voetballen. Het was voor mij m’n beste seizoen tot nu toe. Ik maakte elf goals in de competitie, een paar in de beker en in de Champions League, en zes bij het Nederlands elftal.” Lynn: “Ook bij Oranje spring je er bovenuit, terwijl je in het verleden vaak de twaalfde man was.” Jill: “Bij Oranje heb ik altijd het gevoel gehad dat ik me moest bewijzen, terwijl het niet altijd eerlijk was. Ik vond het jarenlang heel moeizaam gaan. Ik was er op mijn zeventiende al bij, ging mee naar het WK in 2015, en daarna naar het EK, maar ik speelde niet of nauwelijks. Als ik op de bank zit of slecht speel, krijg ik daar heel veel stress van. Ik neem dat mee naar huis. Voor mijn gevoel moest ik altijd fantastisch spelen. Dan speelde ik drie keer goed, maar als ik de vierde keer wat minder goed speelde, moest ik voor mijn gevoel weer van voor af aan beginnen.” Lynn: “Je maakte in de openingswedstrijd van het WK, tegen Nieuw-Zeeland, de verlossende goal in de 92ste minuut. Daarmee zette je jezelf op de kaart.” Jill: “Pas na dat WK voelde ik dat ik echt onderdeel van het team was. Sarina Wiegman heeft het als bondscoach fantastisch gedaan en we hebben onze samenwerking na de Olympische Spelen in Tokio goed afgesloten, hoor, ik had alleen geen klik met haar en voelde me nooit echt gewaardeerd.” Hernia Ook Lynn brak op jonge leeftijd door. Ze zat op het Centrum voor Topsport in Eindhoven en speelde drie jaar bij FC Twente. Na de Olympische Spelen in Tokio – haar eerste grote toernooi met de Oranjevrouwen – maakte ze de overstap naar Wolfsburg. Jill: “We waren gelijktijdig met Wolfsburg in gesprek. Ik wist dat, maar mocht het nog niet zeggen. Jij had je goed ontwikkeld bij Twente. De stap naar Wolfsburg was voor jou heel goed, die had je ook verdiend. Ook bij het Nederlands elftal stond je al snel in de basis. Je ligt goed op koers, maar er zit nog veel meer in jou. Je bent nog zo jong.” Lynn: “Het is snel gegaan. In de nationale jeugdteams ging het altijd over andere meiden, maar uiteindelijk ben ik de eerste van mijn lichting die haar debuut maakte en vervolgens in de basis stond. Vroeger ging het nooit over mij.” Jill: “Maar dat komt ook omdat de nadruk vaak op aanvallende speelsters ligt, op degenen die veel scoren.” Lynn: “Dat ik mocht spelen op de Spelen deed wat met me. Het lag niet in de lijn der verwachting, maar het is me gelukt. Mijn positie als rechtsback was vrijgekomen omdat Desiree van Lunteren was gestopt. Uiteindelijk is de een zijn dood, de ander zijn brood... Ik was wel blij met Sarina Wiegman als bondscoach. Ze communiceerde duidelijk met me, ik wist wat ze van me wilde en ze gaf mij vertrouwen. Ik heb veel van haar geleerd. Vooral op tactisch gebied. Ik vond haar een echte leider, ze was zo doelgericht.” Lynn: 'Ik deed er een opleiding naast, dat werkte niet voor mij. Jill en ik zijn meestal kamergenoten, nou, studeren komt er dan echt niet van, hoor' Lynn kwam niet ongeschonden terug van de Spelen. Haar eerste seizoen bij Wolfsburg begon ongelukkig. Lynn: “Het olympisch toernooi was zwaar, ik bleek op drie plekken een hernia te hebben. Daardoor heb ik niet echt kunnen genieten van de Spelen. In Wolfsburg hebben de meiden uit het team mij goed opgevangen, hoor. Toch was ik in het begin veel alleen, omdat ik aan het revalideren was. Mijn herstel en de trainingen van het team liepen langs elkaar heen. Ik zag die meiden dus nauwelijks. Ik moest van nul af aan beginnen en viel in een groot zwart gat, ben in die tijd enorm veel afgevallen. Ik voelde me in Wolfsburg echt alleen, totdat ik weer kon voetballen, pas na tweeëneenhalve maand.” Jill: “Toen je was hersteld, werd je nog niet meteen opgesteld. Dat vond je moeilijk.” Lynn: “Bij jou is het in het buitenland in het verleden ook met ups en downs gegaan. Jij hield me rustig en gaf me het vertrouwen dat ik goed was, dat het vanzelf zou gaan lopen. Gelukkig gebeurde dat. Ik ben nu happy in het team. De fysiotherapeuten zijn fantastisch, ik heb het aan hen te danken dat het nu zo goed gaat. Ik moet iedere dag mijn oefeningen doen en goed zorgen voor mijn lichaam. Uiteindelijk ben ik blij dat ik die blessure heb gehad. Ik heb geknokt en mezelf ontwikkeld als mens en speelster. Mentaal ben ik er zoveel sterker door geworden. Het was al met al een succesvol seizoen voor mij en voor het team, we werden landskampioen.” Excellent Na de Spelen volgde de Brit Mark Parsons de naar het Engelse team vertrokken Sarina Wiegman op. Lynn: “Ik heb pas één trainingskamp onder Parsons meegemaakt. Ik moet aan hem wennen, hij heeft een heel andere manier van coachen. Ik denk dat hij heel sociaal is en makkelijk in de omgang.” Jill: “Ik denk dat het goed is dat er een nieuwe bondscoach is, en dat het met Sarina ook wel klaar was na de Spelen. Er moest doorgeselecteerd worden, ik denk dat ze dat veel eerder had moeten doen. Ik ben blij dat iedereen zich weer opnieuw moet bewijzen onder een nieuwe coach. Mark is een heel ander type dan Sarina. Ze was duidelijk, maar emotioneel minder goed in het maken van connecties. Zij vond het lastig om met de gevoelens van speelsters om te gaan en wist niet altijd hoe ze moest reageren op verschillende emoties. Mark kan dat juist heel goed. Hij is een peoplemanager. Zijn structuur is alleen iets minder duidelijk tot nu toe, maar dat heeft ook tijd nodig. Tegen mij zegt Mark altijd: ‘Jill, jij doet toch wel wat je wil.’ Ik voel me op mijn gemak bij hem en heb ook het gevoel dat hij het in mij ziet zitten. Hij vindt mijn mening belangrijk, merk ik. Na een wedstrijd zegt hij geregeld: ‘Excellent, excellent game.’ Lachend: “Maar dat zegt hij tegen iedereen.” De concurrentie op het middenveld is groot, met ervaren speelsters als Daniëlle van de Donk, Jackie Groenen, Sherida Spitse en nieuwkomer Damaris Egurrola. Jill: “In het verleden heb ik me daar weleens druk om gemaakt. Nu doe ik dat niet meer. Ik zit lekker in mijn vel en in principe ben ik basisspeler. Vanaf het WK in 2019 speel ik alles, onder Sarina al, maar nu ook onder Mark. Het is heel goed dat Damaris erbij is, zij is meer een verdedigende middenvelder, zo’n type hadden we nodig. Natuurlijk is er onderling ook strijd. Iedereen wil graag in de picture staan. Als iemand drie keer scoort, gunnen we dat elkaar, maar tegelijkertijd denk ik: was ik het maar geweest die drie keer had gescoord. Iedereen wil spelen en belangrijk zijn. Soms is er wat spanning, maar er is vooral heel veel lol onderling.” Lynn: “Die concurrentiestrijd is in de verdediging een stuk minder. Als de verdedigende lijn eenmaal staat, wordt er ook minder gewisseld.” Jill: “De sfeer in ons team vind ik ook iets losser geworden, ik heb het gevoel dat iedereen wel ontspannen is. En als het onrustig is in de ploeg lost onze keepster Sari van Veenendaal het wel op. Sari is de absolute leider van ons team. Zij houdt iedereen rustig, iedereen heeft respect voor haar en luistert naar haar.” Lynn: “We kunnen nog veel beter dan we tot nu toe hebben laten zien, we hebben nog niet tegen een grote tegenstander gespeeld.” Jill: “Wij hebben ook de druk nodig van een groot toernooi, dan staan wij er altijd. Ik kijk enorm uit naar het EK. Het is mooi dat het in Engeland gehouden wordt, ik denk dat er veel fans komen. Vrouwenvoetbal is hot, het is leuk om in grote stadions te spelen.” Lynn: “De groepsfase met Zweden, Portugal en Zwitserland komen we sowieso wel door. Ik hoop dat ik mezelf kan laten zien. Bij de Spelen is dat gelukt, nu moet ik me een tweede keer laten zien op een groot toernooi.” Jill: “Ik denk dat wij in staat zijn om het toernooi te winnen. Er zijn veel goede landen: Frankrijk, Engeland, Duitsland, Spanje, Zweden, Nederland... allemaal kanshebbers. Wij hebben speelsters als Lieke Martens en Vivianne Miedema die het verschil kunnen maken. Als die in vorm zijn, kunnen we heel ver komen. Ik hoop mijn stempel te kunnen drukken op de wedstrijden en ook bij het Nederlands elftal beslissend te zijn.” Kamergenoten En na het EK? Lynn: “Ik denk dat we al bij een absolute topclub spelen. Voor mij is het goed om me hier door te ontwikkelen. Ik heb een contract tot 2024. Uiteindelijk wil ik bij de beste club van de wereld spelen. Op dit moment is dat Barcelona.” Jill: “De topclubs liggen dicht bij elkaar qua niveau en zijn ook aan verandering onderhevig. Ik heb ook tot 2024 een contract. Het is geen geheim dat Barcelona mijn droomclub is. Maar het moet ook passen, ik moet er beter van worden. Ik wil daar niet de zoveelste op het middenveld zijn. Ik wil nog zo lang mogelijk voetballen, met het leven erna ben ik nog niet bezig.” Lynn: “Ik deed er een opleiding naast, dat werkte niet voor mij. Wij moeten heel veel reizen, iedere uitwedstrijd zitten we in een hotel. Wij zijn meestal kamergenoten, nou, studeren komt er dan echt niet van, hoor.” Helden Magazine 62 Het verhaal van Jill Roord en Lynn Wilms komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Voetbal

Wim Jonk: ‘Ik hoor de stem van Cruijff vaak in mijn hoofd’

FC Volendam keert terug in de eredivisie, mede dankzij trainer en [...]
FC Volendam keert terug in de eredivisie, mede dankzij trainer en kind van de club Wim Jonk. We blikken aan de hand van foto’s terug op de indrukwekkende carrière van de inmiddels 55-jarige Volendammer. Onder anderen Johan Cruijff, Dennis Bergkamp, Louis van Gaal, Frank Rijkaard, Guus Hiddink, Dick Advocaat en echtgenote Gina passeren de revue. 25 oktober 1987 Een 21-jarige Wim Jonk haalt uit namens FC Volendam tegen Fortuna Sittard. “Volendam staat bekend om de vele goede voetballers en muzikanten die uit het dorp komen. En natuurlijk om de vis. Mijn vader had een viswinkel en viskarren, mijn broers Nico en Erik werken nu allebei in een viswinkel. Ik had niet zoveel met vis, werd na de middelbare school schilder. In de jaren tachtig was het heel normaal om een baan naast het voetbal te hebben.” Draaide veel om voetbal in huize Jonk? “Zeker. Mijn broers konden ook ontzettend goed voetballen, maar kozen steeds vaker voor de Dijk, voor het uitgaansleven. Ook veel talenten uit de jeugdteams waarvoor ik speelde, konden uiteindelijk de verleiding van de Dijk niet weerstaan. Je kunt wel stellen dat de aantrekkingskracht van de Dijk het dorp veel goede voetballers heeft gekost.” Zeggen jouw broers weleens dat ze trots op je zijn? “Van huis uit zijn wij heel nuchter, dus een compliment heb je bij ons niet snel te pakken. Maar ik merk dat ze trots op me zijn. Laatst ook met de promotie van Volendam; ze vonden het heel gaaf dat het de ploeg met mij als trainer was gelukt.” Gerrie en Arnold Mühren, Pier Tol, Keje Molenaar, nu weer Robert Mühren, Henk en Joey Veerman; hoe kan het dat een dorp als Volendam door de jaren heen zoveel goede voetballers heeft voortgebracht? “RKAV Volendam, de amateurtak bij ons, is een van de grootste voetbalverenigingen in Nederland. Heel veel jeugd gaat bij ons op jonge leeftijd op voetbal. Afgelopen jaren zijn we veel energie gaan stoppen in die amateur- en jeugdtak, zodat in de toekomst weer meer talenten doorbreken.” Op de foto zien we jou op doel schieten. Het afstandsschot was een van je handelsmerken. “Ik was daar heel erg op aan het trainen, realiseerde me al vroeg dat ik heel gevaarlijk kon zijn als ik beschikte over een goed schot. Daar heb ik veel profijt van gehad. Toevallig heb ik er vanmorgen op getraind met een paar spelers die bij ons in de as spelen en met de vleugelaanvallers. Op het afstandsschot mag vandaag de dag best wat meer getraind worden.” 18 juli 1988 Ajax-trainer Kurt Linder poseert in stadion De Meer met de nieuwe aanwinsten Wim Jonk, Ron Willems, Hans Werdekker, Stefan Pettersson en Mark Verkuyl. “Johan Cruijff wilde me hebben, maar op het moment dat ik werd gepresenteerd was Johan net vertrokken naar Barcelona. Kurt Linder volgde hem op. De transfer naar Ajax was voor mij een droom die uitkwam. Ik was heel benieuwd hoever ik kon komen met meer training en betere spelers om me heen. Al vond ik het tegelijkertijd ontzettend jammer dat Cruijff net was vertrokken. Ik had heel graag onder hem willen trainen.” Hoe kwam Cruijff bij jou terecht? “Hij had mij zien spelen. Het rare is: toen hij belde, zat ik een beetje op dood spoor bij Volendam. In het eerste jaar dat ik bij het eerste speelde, in het seizoen 1986-1987, waren we kampioen van de eerste divisie geworden. In het tweede seizoen begon ik goed, maar kwam uiteindelijk op de bank terecht. Bobby Haarms nam eerst contact met me op, zei: ‘Johan gaat je om één uur bellen.’ Om precies één uur ging de huistelefoon. Ik kreeg Bobby aan de lijn en hij zei alleen: ‘Daar komt-ie.’ Toen kreeg ik dus Johan aan de lijn. Het gesprek ging op z’n Cruijffs: ‘Ik hoor goeie dingen over jou, heb je ook zien spelen. Logisch dat er andere clubs voor je zijn, maar volgend jaar gewoon bij Ajax spelen. Dat is logisch toch?’ Het was een kort, maar heel gaaf gesprek. Daarna heeft het nog even geduurd voordat er weer contact werd opgenomen, want Johan vertrok.” 'Het gesprek ging op z'n Cruijffs: 'Ik hoor goeie dingen over jou. Logisch dat er andere clubs voor je zijn, maar volgend jaar gewoon bij Ajax spelen. Dat is logisch toch?'' Hoe was de beginperiode bij Ajax? “Onder Linder kwam ik al snel in de basis, hij was enorm fan van mij. Maar hij werd er al na een maand of drie uitgegooid. Spitz Kohn volgde hem op. In mijn tweede seizoen kwam Leo Beenhakker. Ik had een goede klik met Leo, speelde alleen niet alles, meestal pas als Jan Wouters er niet bij was. Nou was het in die tijd zo dat Jan geregeld een wedstrijd miste als hij weer eens iemand een elleboog had gegeven...” 3 mei 1992 Ajax heeft in de finale van de UEFA Cup over twee duels Torino verslagen. Uit in Turijn werd het 2-2, mede dankzij een afstandsschot van Jonk, in het Olympisch Stadion in Amsterdam bleef het 0-0. Jonk, derde van links, heeft de bokaal in handen. Om hem heen onder anderen Michel Kreek, Marciano Vink, Edwin van der Sar, Sonny Silooy en Frank de Boer. “Ontzettend gave tijd. De trainingen waren vaak ook een feest. Er was zoveel kwaliteit. De hele Europese campagne was bijzonder. Louis van Gaal was net hoofdtrainer geworden. We speelden dat seizoen vaak heel goed voetbal, scoorden makkelijk. Een van de wedstrijden waarna ik Van Gaal ontzettend blij zag, was de uitwedstrijd tegen Osasuna in de achtste finale, die we met 1-0 wonnen. We gingen die wedstrijd iets anders spelen. Normaal speelden we vol op de aanval, maar Van Gaal was bang dat we dan in het mes zouden lopen. ‘Gedoceerd spelen’ noemde Louis het. We lieten in Pamplona zien dat we ook al heel professioneel voor de dag konden komen. Aan de goal die ik in de eerste wedstrijd van de finale maakte, word ik nog geregeld herinnerd. Prachtig dat iets waarop ik veel trainde er op dat moment uitkwam. Die goal tegen Torino was een van de mooiste afstandsschoten uit m’n carrière.” Helden Magazine 62 Het eerste gedeelte van het verhaal van Wim Jonk komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde, is Cees Bol sprinter bij Team DSM en is Lewis Hamilton de succesvolste Formule 1-coureur aller tijden. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.