Word abonnee

Voetbal

John van ’t Schip: ‘Je zag bij ons de hand van Cruijff’

Imago Images & ANP

Voetbal

John van ’t Schip: ‘Je zag bij ons de hand van Cruijff’

door: Jasper Boks
8 november 2022
17 tot 22 minuten lezen

Athene: stad van de Akropolis, het Dionysus-theater en de Tempel van de Olympische Zeus. Het is ook de stad waar Ajax – vernoemd naar een Griekse held – op 13 mei 1987 de Europa Cup II veroverde. De ploeg van coach Johan Cruijff won met 1-0 van Lokomotiv Leipzig. John van ’t Schip blikt terug in de serie City of Memories, een samenwerking tussen Ajax en TUI.

“Er was best veel belangstelling voor de finale. Voor het eerst in veertien jaar stond Ajax weer in een Europese eindstrijd. In 1973 was Johan Cruijff nog speler en in 1987 was hij de trainer, daar werd op ingezoomd,” zegt John van ’t Schip. Op 13 mei 1987 haalde Ajax de finale van de Europa Cup II. In het Olympisch Stadion van Athene was het Oost-Duitse Lokomotiv Leipzig de tegenstander. “In ons elftal zag je duidelijk de hand van Johan terug. We hadden een jong elftal, waren af en toe nog wat wisselvallig, maar we speelden wel heel aanvallend en sprankelend voetbal. We maakten veel goals. In de competitie, en ook in Europa.”

Leermeester

John had Cruijff al meegemaakt als speler. Cruijff was 34 toen hij in 1981 terugkeerde bij Ajax en John zeventien. “Ik had op tv de Europa Cup I-finale van 1972 gezien waarin Ajax won van Inter door twee goals van Johan. Ik was acht, wij waren net van Canada, waar ik ben geboren, naar Nederland verhuisd. Vanaf dat moment was ik Ajax-fan en mijn grote idool was Johan. Ik droomde dat ik samen met Johan voetbalde en dat ik bij hem thuis zou komen, dat hij een vriend van me werd. Het bizarre is dat het een paar jaar later ook allemaal gebeurde.” Voordat Johan zijn rentree maakte bij Ajax in 1981, trainde hij al geregeld met Jong Ajax mee. Daar speelde John toen ook in. Toen Cruijff een contract tekende, vertelde hij trainer Kurt Linder dat hij John en Marco van Basten bij het eerste moest halen.

Op 6 december 1981 maakte Cruijff zijn rentree in de wedstrijd tegen HFC Haarlem. Ajax won met 4-1, Cruijff scoorde de 1-0 met een schitterende lob. “In die wedstrijd tegen Haarlem debuteerde ik. Niet veel later, tegen NEC, deed Marco dat, hij kwam het veld in voor Johan,” vertelt John. “Johan was zo belangrijk voor onze ontwikkeling. Hij was constant met Marco en mij bezig. Na trainingen gingen we vaak mee naar het huis van Danny en Johan in Vinkeveen. Johan was een soort voetbalprofessor die ons bij hem thuis voetballes gaf. We werden al heel snel FC Vinkeveen genoemd. We gingen ook op zijn merk voetbalschoenen spelen.”

Ajax werd landskampioen in 1982 en 1983. Daarna vertrok Cruijff naar Feyenoord, waar hij zijn laatste seizoen speelde en de dubbel won. “We hielden ook contact met Johan toen hij bij Feyenoord speelde, en ook nadat hij was gestopt. Ik kreeg in 1984 problemen met mijn rug. Johan was de eerste die me belde. Hij zat in Spanje en zei: ‘Niks doen, over een week ben ik in Nederland en dan ga ik met jou langs artsen.’ Samen gingen we bij een chiropractor langs en bij Dick van Toorn in Rotterdam. Ik moest uiteindelijk geopereerd worden in Groningen. Johan heeft mij en mijn moeder naar Groningen gereden en is bij de operatie aanwezig geweest. Ik heb een maand in het ziekenhuis gelegen en in die periode kwam Johan aanzetten met broodjes krabsalade en een tv’tje.”

Hogeschoolwerk

Een jaar na zijn rugoperatie werd Cruijff coach van Ajax. “Johan hamerde er vanaf het eerste moment dat hij onze trainer werd heel erg op hoe we op het veld moesten staan. Altijd riep hij: ‘De bal voor de man spelen!’ Dat hoor ik in m’n slaap nu nog. Hij was heel erg bezig om snelheid in het spel te krijgen. In het begin dachten we echt: waar heeft hij het over? We hebben toen ook tegen hem gezegd: Johan, je gaat te snel voor ons, we begrijpen niet precies wat je bedoelt. Johan antwoordde: ‘Niks mee te maken. Dit is de weg die ik bewandel, zo gaan we het doen.

Het kwartje zal snel vallen.’ En hij had gelijk, het kwartje viel ook snel. En hij was de leermeester voor het schoolbord. Op vrijdagmiddag kregen we echt voetballes of -college. In de perskamer ging hij over voetbal lullen met het bord erbij. Dan vroeg hij telkens aan spelers wat zij zouden doen in bepaalde situaties. Hij was heel erg bezig met het bewustmaken van het proces. Die colleges droegen ertoe bij dat wij op een gegeven moment inzagen wat hij bedoelde. Hij kreeg ons uiteindelijk allemaal mee in zijn ideeën.”

Cruijff liet Ajax in het traditionele 4-3-3-systeem spelen, maar bracht daar wel nuances in aan. “Het systeem was dus duidelijk. We gingen met een nummer tien spelen, een middenvelder die eigenlijk als extra aanvaller opdook in de punt. Dat hoorde echt bij de spelopvatting van Johan om in aanvallend opzicht een man meer te creëren. Bij ons bekleedde John Bosman die rol. Verder vond Johan het heel belangrijk dat de libero inschoof bij balbezit. Op die manier kregen we een extra man op het middenveld. Met Ronald Koeman ging hij daarmee aan de slag toen hij trainer werd. Nadat Ronald was vertrokken naar PSV, moest Frank Rijkaard, die eigenlijk liever op het middenveld speelde, die positie innemen.

De ideeën die hij bij Ajax had, heeft hij later ook geprojecteerd op Barcelona.” Cruijff deed zelf vaak mee met de trainingen. “Ondertussen was hij heel druk bezig met details. Met de bal voor de man spelen, maar ook met druk zetten op de tegenstander bij balverlies en de afstanden tussen de linies. Tijdens trainingen deden we heel veel positiespelletjes. Altijd met een idee, waardoor je er in wedstrijden ook echt wat aan had. Veld groot maken bij balbezit en juist klein bij balverlies. Rondo’s waren niet zomaar rondo’s, nee, dat was hogeschoolwerk. Die rondo’s waren zo belangrijk voor de manier waarop Johan wilde spelen.”

Grappen

John vertelt dat Cruijff als trainer veeleisend was, maar ook af en toe nog de voetballer was, die van een geintje hield. “In de bus op weg naar een wedstrijd zette hij telkens de versnelling in z’n vrij, terwijl de chauffeur het niet doorhad. De chauffeur riep dan: ‘Ik snap er niks van.’ Johan probeerde dan als een klein jongetje achter hem zijn lach in te houden. Dat waren grappen die je deed als speler, maar die deed hij ook gewoon nog als trainer. Maar hij kon tegelijkertijd boven de groep gaan staan en meedogenloos zijn.”

De gedachten gaan terug naar 1986, aan het begin van het seizoen. “Vlak voor de Europese wedstrijd tegen Bursaspor speelden we uit tegen Veendam. We stonden 1-0 voor bij rust, ik had de voorzet gegeven op Rijkaard, die had gescoord. Ik vond dat ik best lekker speelde. In de rust zei Johan: ‘Schip blijft binnen.’ Ik dacht: waar slaat dat nou op? Ik was me aan het omkleden toen Marco de kleedkamer binnenkwam en zei: ‘Johan is gek geworden, hij heeft mij ook gewisseld.’ We vroegen ons af waarom hij ons, FC Vinkeveen, had gewisseld.

Johan was destijds op oorlogspad, vond dat Marco en ik niet optimaal trainden. Wij waren nu eenmaal wat gemakzuchtiger dan mannen als Ronald Spelbos en Jan Wouters. Dat wilde hij er natuurlijk uit halen bij ons. Wat Johan in die periode geregeld deed, was een kleine ruimte afbakenen, dan riep hij: ‘Twee tegen twee. Schip en Van Basten tegen Spelbos en Wouters.’ Johan wist natuurlijk al dat Jan en Ronald zich niet door ons zouden laten piepelen. Wij wilden altijd leuke dingen doen, lekker pielen en tikken. Nou, van Jan en Ronald kreeg je dan een kegel of een beuk.”

Tekst gaat verder onder de foto

John van 't Schip

John begint te lachen als hij aan een anekdote denkt in aanloop naar de thuiswedstrijd tegen Bursaspor. “Tijdens de voorbespreking zaten we in een conferentiezaaltje van een hotel in Scheveningen. De tafels stonden in een U-vorm. Frank Rijkaard zat naast me en Arnold Scholten zat recht tegenover me. Johan was aan het vertellen en Frank was ondertussen wat aan het tekenen op het blocnoteje dat voor ons lag. Op een gegeven moment tikte Rijkaard me aan en schoof hij zijn papiertje voor me.

Frank had een karikatuur gemaakt van Scholten, met die grote neus van hem en dat witte haar. Juist op dat moment keek Arnold Scholten me aan. Ik kon mijn lachen niet inhouden. Johan werd kwaad, riep: ‘Schip, wat nu weer! Ben je nu nog niet scherp? Ik haalde je er tegen Veendam toch niet voor niets uit?’ Na afloop ben ik naar Johan toegelopen en heb ik uitgelegd wat er was gebeurd. Ik liet hem het tekeningetje van Frank zien. Johan was op dat moment ook meteen weer de voetballer, kwam ook niet meer bij.”

Rugby

Ronald Koeman en Gerald Vanenburg vertrokken in de zomer van 1986 naar PSV. Danny Blind en Jan Wouters kwamen in hun plaats. “We hadden een team met veel jonge jongens,” zegt John. Hij, Marco van Basten, Frank Rijkaard, Sonny Silooy en Stanley Menzo waren allemaal rond de 23. Aron Winter en Rob Witschge waren rond de twintig, maar kregen de kans van Cruijff. Dennis Bergkamp debuteerde dat seizoen op zijn zeventiende in het eerste.

‘Cruijff was een soort voetbalprofessor die Van Basten en mij bij hem thuis voetballes gaf. W werden al heel snel FC Vinkeveen genoemd.’

Peter Boeve, Ronald Spelbos en Arnold Mühren waren de mannen met ervaring in de selectie. “Johan vond ons in het eerste jaar dat hij onze coach was te frivool, hij zocht naar een betere balans. Gerald Vanenburg en ik speelden allebei aan de rechterkant, dat vond hij te veel van hetzelfde. Johan haalde Jan en Danny, zij moesten voor meer balans zorgen. In het begin dachten veel mensen: wat moeten die twee nou bij Ajax? Maar al snel hoorde je daar niemand meer over. Marco was de aanvoerder, maar hij was een echte centrumspits, was bezig met het maken van goals. Fantastische voetballer, maar vooral een leider door zijn ambitieuze instelling en wil om te winnen.

Arnold Mühren was de man die spelers toesprak, die de jonge jongens begeleidde. Johan had hem meteen gehaald toen hij trainer was. Wij jonge jongens konden zoveel van Arnold leren. Hij was echt het cement van de ploeg.” Ajax begon steeds beter te draaien. De landstitel ging weliswaar naar PSV, maar in Europa ging het heel goed. Bursaspor werd in de eerste ronde met 2-0 en 5-0 verslagen, tegen Olympiakos Piraeus werd het in de tweede ronde 4-0 en 1-1, Malmö FF werd in de kwartfinale na een 1-0 nederlaag in Zweden thuis verslagen met 3-1. In de halve finale kreeg Real Zaragoza in Spanje in de beroemde regenwedstrijd met 3-2 klop en thuis werd het 3-0.

Ajax had de finale bereikt van het Europees toernooi voor bekerwinnaars en mocht naar Athene. “We reisden in mooie, wit met blauwe zomeroverhemden af naar Athene. Dat waren de kleuren van de Griekse vlag. We betrokken een hotel in de wijk Vouliagmeni, in het zuiden van Athene en dicht bij het strand. Het was prachtig weer, maar van de stad zagen we verder weinig. De vrouwen en vriendinnen – de meeste van ons waren nog niet getrouwd – hadden tijd om de stad te bezichtigen, gingen naar de Akropolis.”

‘Die Europese wedstrijden vond ik een feest. Johan was er ook een meester in om de spanning weg te halen. Hij riep: ‘Jongens, ga gewoon doen wat je moet doen.”

Een dag voor Europese wedstrijden werd er altijd op het strand getraind. In Nederland gebeurde dat bijna altijd in Wassenaar, waar de selectie vaak in een klein familiehotel zat. “Die routine hielden we ook aan in Athene. We deden op het strand altijd een soort rugby. Johan deed dat om de druk van de wedstrijd van de schouders te laten vallen, om het hoofd leeg te maken door wat anders te doen dan voetballen. Even lekker lachen met elkaar. Maar tijdens die training op het strand raakte Danny Blind geblesseerd tijdens het potje rugby; Frank Rijkaard viel op zijn knie waardoor Danny de finale miste. Frank Verlaat kwam erin voor Danny. Typisch Johan dat hij een jonge jongen voor de leeuwen gooide. Verlaat maakte zijn debuut in het eerste in een Europa Cup-finale.”

Polonaise

Lokomotiv Leipzig was een club van achter het IJzeren Gordijn. Van de Oost- Duitse ploeg in het geel-blauwe tenue was niet veel bekend. “Assistent Tonny Bruins Slot had tal van wedstrijden van hen bekeken. Het was echt een communistisch legerteam. Wij zagen daar in Nederland niet veel van, maar ze bleken in Leipzig hun thuiswedstrijden voor 100.000 toeschouwers te spelen. We hoorden van Tonny hoe ze speelden, waar we op moesten letten en wat voor een type spelers we tegenover ons zouden krijgen. Ik zou te maken krijgen met een vrij grote, houterige linksback.”

John was 23. Hij was niet zenuwachtig voor de belangrijkste wedstrijd in zijn loopbaan tot dan toe. “Die Europese wedstrijden vond ik altijd een feest. Johan was er ook een meester in om de spanning weg te halen bij de spelers. Hij riep: ‘Jongens, maak je niet druk. Jullie zijn hartstikke goed, ga gewoon doen wat je moet doen. En geniet ervan.’ Doordat hij zo relaxed was voor een wedstrijd, waren wij dat ook. Johan kon door zijn manier van praten je sterker maken dan je was. Spanning voelde je altijd, dat is ook goed. Maar Johan zorgde ervoor dat het niet doorsloeg in stress.”

Tekst gaat verder onder de foto

John van 't Schip

Het Olympisch Stadion was gevuld met 35.000 toeschouwers. De meesten waren op de hand van favoriet Ajax, de club was immers vernoemd naar een Griekse held. Ajax maakte na 21 minuten 1-0. “We speelden niet onze beste wedstrijd, maar waren wel beter. Sonny Silooy gaf de voorzet waaruit Marco scoorde met z’n kop. Ik was ook betrokken bij de goal. Mijn directe tegenstander zat voortdurend kort op me, volgde me overal. Sonny speelde mij de bal aan en ging er zelf overheen op rechts. Ik had mijn tegenstander in m’n rug, kon eigenlijk geen kant op.

Ik maakte een schijnbeweging, waardoor mijn man de verkeerde kant op ging. Kon draaien en gaf de bal op Sonny. Hij gaf daarna de voorzet op Marco. Tonny Bruins Slot zei na afloop dat het helemaal niet kon wat Sonny deed. Ik had een man in mijn rug, hij mocht niet diepgaan. Als ik balverlies had geleden, had de hele rechterkant bij ons opengelegen.”

Van Basten werd matchwinner in zijn laatste wedstrijd voor Ajax, hij stond op het punt naar AC Milan te vertrekken. “Eigenlijk zijn we niet in de problemen gekomen. Zij konden niet en ons lukte het niet om na die 1-0 vrijuit te gaan voetballen, wat we normaal altijd deden. We hinkten toch op twee gedachten omdat er een Europese beker op het spel stond.”

De dag na de vierde Europese beker – na de winst van de Europa Cup I in 1971, 1972 en 1973 – vloog Ajax terug naar Nederland. “We hadden ’s avonds een heel leuk feest in een Amsterdams hotel. Eerst een diner, daarna gingen we in polonaise door de zaal. Johan en Danny deden ook mee. Fantastisch feest in al z’n simpelheid. Het team en de vrouwen, dat was het.”

Vriendschappen

“Ik speelde al voor het Nederlands elftal, maar met die Europa Cup op zak hadden wij ons als spelers internationaal op de kaart gezet. De impact merkte ik pas later. Tot vandaag de dag beginnen mensen nog over die wedstrijd. Zeker ook in Griekenland.”

John, met Oranje winnaar van het EK in 1988, won met Ajax vier landstitels, drie keer de KNVB-beker en na de Europa Cup II won hij in 1992 ook nog de UEFA Cup. Daarna vertrok hij naar het Italiaanse Genoa, waar hij nog vier jaar speelde. Na zijn voetbalcarrière werd ook hij trainer. Geregeld samen met Van Basten, onder andere bij het Nederlands elftal en Ajax, terwijl Cruijff op de achtergrond meekeek. Maar ook in zijn eentje bij clubs in Nederland, Australië en Mexico. In 2019 werd hij bondscoach van Griekenland en dat bleef John tot eind 2021.

“Athene en eigenlijk heel Griekenland hebben een belangrijke rol gespeeld in mijn leven. Het begon in 1987 met de Europa Cup II-finale. In 1989 zijn mijn vrouw Danielle en ik op huwelijksreis geweest naar Mykonos. Met de kinderen zijn we naar Kos en Rhodos op vakantie geweest. En toen kreeg ik ook nog de kans om bondscoach van Griekenland te worden… De liefde voor het land en de stad Athene is alleen maar groter geworden met de jaren.”

‘Athene en eigenlijk heel Griekenland hebben een belangrijke rol gespeeld in mijn leven. Ik kreeg ook nog de kans om bondscoach van Griekenland te worden…’

John straalt als hij over Athene praat. “We woonden tweeënhalf jaar lang aan de zuidkant van Athene, vlak bij het strand. Ik ontdekte toen dat wij ook in de buurt van het hotel in Vouliagmeni woonden, waar we in 1987 met Ajax zaten. Mijn vrouw en ik zijn echt van Athene gaan houden. Het klimaat en het eten zijn geweldig. We zaten er ook in de coronaperiode en hebben de tijd gehad om de stad echt te ontdekken. Rond de Akropolis, in de wijk Plaka, waren we vaak te vinden. Maar je hebt zoveel andere mooie wijken waar je lekker kunt eten.

Er zijn zoveel bezienswaardigheden in en rond Athene. Een trip naar de Tempel van Poseidon in Sounio, in de provincie Attica, is echt de moeite waard. Athene ademt een en al historie. Naast de cultuur en de mythische verhalen kun je genieten van de natuur en de zee. Je hebt niet veel hoofdsteden waar je lekker naar het strand kunt of de boot kunt pakken naar de eilanden. De mensen zijn ook fantastisch. De Grieken vieren het leven. Het geld dat ze verdienen, gaat meestal op aan gezelligheid, aan eten of vakantie. Het zijn ook heel sociale mensen. Ze delen graag. We hebben veel vriendschappen overgehouden aan onze tijd daar. We blijven er zeker komen.”

Helden Magazine 64

Het verhaal van John van ’t Schip komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde.

In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal.

Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain.

Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd.

Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Delen: