Word abonnee

Column

Agassi: een tennissende kameleon

door: Jasper Boks
7 september 2015

8 september 2003
Andre Agassi is een van de populairste en beste tennissers ooit. Vandaag twaalf jaar geleden moest de toen 33-jarige Amerikaan de eerste plaats op de wereldranglijst afstaan.

“Mijn uiterlijk en gedrag aan het begin van mijn carrière waren een vlucht. Rebels gedrag zie je altijd bij mensen die op zoek zijn naar hun identiteit. Diep van binnen zat een bang en onzeker jongetje,” zei Andre Agassi toen ik hem eind 2009 namens Sportweek sprak in het Amstel Hotel. Hij was destijds voor de promotie van zijn biografie Open naar Nederland gekomen.

Weinig tennissers waren zo kleurrijk als Andre Agassi. Toen hij in 1986 als zestienjarige debuteerde bij de US Open was hij een verwend kind met een geblondeerde paardenstaart. Later liet hij zijn wilde haren knippen, een baardje groeien, verruilde hij zijn fluorescerende kleding voor een zeeroverstenue, wisselde hij vriendin Barbra Streisand in voor Brooke Shields en coach Nick Bollettieri voor Brad Gilbert. Weer later droeg hij normale kleding, veranderde hij van een luie junkfoodfan in een trainings- en gezondheidsfreak. En Shields werd ingeruild voor Steffi Graf.

Ook zijn prestaties waren zeer wisselend. Nadat leeftijdsgenoten Jim Courier en Pete Sampras hem voorbij streefden, besloot hij meer uit zijn ongekende talent te halen. In 1992 won hij op Wimbledon zijn eerste Grand Slam-titel. Na een slepende polsblessure bracht coach Gilbert hem terug aan de top. In 1995 werd hij voor het eerst nummer één van de wereld. Daarna begon een vrije val. De feestjes in Hollywood met echtgenote Shields waren te leuk. In 1997 was hij de nummer 141 van de wereld en moest hij zich inschrijven voor challengers. Niemand gaf nog een stuiver voor zijn kansen. 

'Ben mijn hele leven bezig geweest om van stempels af te komen'

Maar Agassi keerde terug. In 1999 won hij op Roland Garros de enige nog ontbrekende Grand Slam-titel en strikte hij Graf. Een paar maanden later was hij weer nummer één van de wereld. In 2003 heroverde hij de eerste plaats op de ranking. Met zijn 33 jaar werd hij destijds de oudste aanvoerder van de wereldranglijst. Die positie hield hij vast tot 8 september 2003, toen loste Juan Carlos Ferrero hem na de US Open af.

In december 2009 bekende Agassi jarenlang toneel te hebben gespeeld en pas vanaf eind 1997 met plezier op de baan te hebben gestaan. “Toen ik opkwam met die felle kleding en afgeknipte spijkerbroek zeiden mensen dat ik niet goed was voor het tennis. Ik kreeg een stempel opgeplakt en raakte daar niet meer vanaf. Ik ben jaren gefrustreerd geweest. Wat ik zei maakte toch niet uit. Het werd altijd zo gedraaid dat het paste binnen het beeld dat mensen al van mij hadden. Image is everything. Die slogan van Canon achtervolgde me, heeft me zoveel pijn gedaan. Het duurde jaren voordat ik er in slaagde mensen te laten inzien dat ik geen punk was. Ik ben mijn hele leven bezig geweest om van stempels af te komen.”

Ivan Lendl noemde hem eind jaren tachtig van de vorige eeuw 'een forehand en een kapsel'. “Mijn haar werd al snel dun, maar mijn kapsel maakte in mijn beleving ook deel uit van wie ik was en van hoe mensen mij zagen. Toen kwam het moment dat ik met een toupet op ging spelen. Uitgerekend voor de finale op Roland Garros tegen Andres Gomez in 1990 viel het zaakje uit elkaar. Mijn broer en ik hielden het op zijn plaats met heel veel haarspelden. Ik verloor de finale, maar mijn toupet viel niet af; dát was pas een overwinning.”

'Ik had een tweede kans gekregen, zo voelde het echt'

Zo grillig als zijn karakter was, waren ook lang zijn prestaties. “Mij was altijd voorgehouden dat alles beter zou worden als ik nummer één van de wereld zou zijn. Dat lukte me in 1995, maar daarna merkte ik dat er niets was veranderd. Ik was nog altijd niet gelukkig. Die wetenschap, dat het allemaal niks uitmaakte, zorgde voor een depressie. Ik wilde stoppen. In 1997, toen ik was afgezakt naar plaats 141, zag ik wat tennis me opleverde. Ik ging op mijn 27ste eindelijk voor mijn sport leven. Op een manier zoals Michael Chang, Pete Sampras en Jim Courier en alle anderen dat allang deden. Ik had een tweede kans gekregen, zo voelde het echt. In 1997 vernietigde ik bijna mijn leven. Ik was zo laag gezakt, greep zelfs naar drugs. Toen ik na die ellende opkrabbelde wist ik: dit nooit meer. Ik beloofde alles te geven voor tennis. Het zorgde ervoor dat ik op het einde van mijn carrière niet eens meer rechtop kon lopen. Maar ik kreeg er mijn vrouw en de zin van mijn bestaan voor terug.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

 

Agassi nam in 2006 afscheid bij de US Open, hij was toen 36. Hij won in zijn loopbaan acht Grand Slam-titels, olympisch goud in het enkelspel en stond 101 weken op de eerste plaats van de wereldranglijst. Vandaag twaalf jaar geleden moest hij die eerste plek inleveren. “Ik had waarschijnlijk meer kunnen winnen als ik tijdens mijn carrière betere beslissingen had genomen. Maar wat is meer? Dat is niet waar het bij mij om draaide. Ik wilde alle Grand Slam-toernooien een keer winnen. Dat was mijn drive. Is me gelukt. En ik won ook olympisch goud in 1996. Toen ik er in 1999 in slaagde om in Parijs te winnen, had ik bereikt wat ik wilde bereiken.”

Delen: