Word abonnee

Helden in het nieuws

De Geus: ‘Ik ben niet bang’

door: Marlies van Cleeff
8 november 2015

Actie en blaren op je handen; dat is windsurfen. Voor stoere mannen als olympisch kampioen Dorian van Rijsselberghe een koud kunstje. Maar nu hebben ‘we’ ook weer een vrouw aan de top. Lilian de Geus gaat als medaillekandidaat naar de Spelen.

Lilian de Geus komt net uit de fitness. We treffen haar als ze een week terug is uit Oman. In de zinderende hitte veroverde ze daar haar eerste WK-medaille, een bronzen plak. “Het was die week echt een survival of the fittest, zowel mentaal als fysiek.”

“Er was weinig wind,” vervolgt de 24-jarige Lilian. “Dan moet je zoveel mogelijk pompen, aan dat zeil trekken om snelheid te kunnen maken. Het was daar ook nog eens heel warm, meer dan dertig graden. Je komt met hartslag 190 over de finish en je hebt maar kort de tijd om te herstellen voor de volgende van de drie manches per dag. Met koelvesten en ijsklontjes hield ik mijn temperatuur onder controle.”

Ze laat haar handen zien. De blaren zijn inmiddels wat minder geworden. “Windsurfen is echt een fysieke sport. Mijn coach Jacco Koop zegt altijd: ‘Het is te vergelijken met een marathon rennen.'”

Tekst gaat verder onder de foto

Multitalent
Op haar twaalfde begon Lilian met surfen op het Gardameer in Italië. Samen met haar tweelingzusje leerde ze de fijne kneepjes van haar twee oudere broers. “Esther en ik hadden altijd een onderlinge strijd. Als zij een truc kon en ik nog niet, bleef ik twee uur langer op het water tot ik die ook onder de knie had.”

Toch stond windsurfen toen niet op de eerste plaats. Lilian blonk in die tijd uit op het voetbalveld. “Ik voetbalde vijf keer in de week bij SV Almere en in de jeugdelftallen van Oranje. Ik was een kleine en tengere spits; niet zo sterk maar wel heel technisch.”

Maar ook het Watersportverbond klopte aan de deur. Lilian werd opgenomen in een high potential team. “Uiteindelijk koos ik voor het windsurfen. De snelheid, het water, de wind: zo fijn. En het is een ontspannen wereldje.” 

'De afgelopen jaren ben ik zeven kilo aangekomen'

Doorbraak
Zo’n twee jaar voor de Olympische Spelen in Rio breekt Lilian echt door in de RS:X-klasse. In het begin onder leiding van ex-windsurfster Dorien de Vries, die in 1992 in Barcelona olympisch brons haalde en voor het laatste Nederlandse succes bij de surfende vrouwen zorgde.

Eind 2013 werd Lilian opgenomen in de kernploeg. Er werd een professioneel programma voor haar in elkaar gezet, ze mocht een persoonlijke coach kiezen en de resultaten volgden. Lilian eindigde op het podium bij wereldbekerwedstrijden, won in het Franse Hyères en werd tweede op het olympisch testevenement in Rio. “Ik moest veel leren over topsport,” blikt ze terug.

“Ik wist niet hoe ik met m’n lichaam en voeding om moet gaan, nam nooit rust en raakte ook al eens overtraind. De afgelopen jaren ben ik zeven kilo aangekomen, dat zit nu allemaal hier.” Ze wijst naar haar gespierde armen en benen. Ze oogt met 57 kilo tenger, maar dat maakt haar niet minder stoer.

Dat windsurfen geen sport voor voorzichtige dames is, blijkt uit een foto op haar Instagram-account. “Ik ben een tijd geleden hard op mijn plank gevallen, kreeg een groot ei op mijn kop en dat zakte naar mijn ogen.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het kan Lilian niks schelen. “Ik neem risico’s en ben niet bang. Sommige dames zijn wel angstig, ik zie wel waar het schip strandt.”

Uren
In Nederland heeft Lilian geen concurrenten, daarbuiten des te meer. Daar maakt ze graag gebruik van. “Ik train met de olympisch kampioen, de Spaanse Marina Alabau en een dame uit Hongkong. Zij hebben veel ervaring, maar het blijven concurrenten. We houden dus ook zaken voor onszelf. Technische dingen, zoals mijn houding met harde wind. We maken elkaar beter en pushen elkaar. Maar je wilt ook weer niet dat ze veel te goed worden.”

'Ik wil nog weleens wat vergeten voor een wedstrijd'

Lilian is een van de jongste en minst ervaren windsurfers in het circuit. Ze wordt geholpen door een team onder leiding van succescoach Jacco Koops. Hij begeleidde Lobke Berkhout en Marcelien de Koning naar drie wereldtitels en een zilveren olympische medaille. Met het duo Berkhout en Lisa Westerhof won hij een wereldtitel en olympisch brons. “Jacco zorgt voor structuur. Dat heb ik nodig, want ik ben niet altijd even geordend. Zo kan ik nog weleens wat vergeten voor een wedstrijd, mijn zwemvest of zo. Onder hem leer ik in korte tijd gelukkig snel. In februari ga ik met een Chinese lichtweerspecialist trainen. Daarin kan ik mezelf nog verbeteren.”

Omstandigheden
In december staat er een trainingsstage in Rio op het programma, de plek waar het uiteindelijk moet gebeuren. “Lastig water om op te varen,” meent Lilian. “De wind is wisselend, draait veel en is instabiel tussen die bergen.” Het wordt nadenken, een tactisch spelletje, in plaats van die survival of the fittest. “Maar dat vind ik ook leuk, als je die winddraaiingen in de baan echt niet mag missen.”

Lilian noemt zichzelf allround en schetst haar ideale scenario in Rio. “Een paar dagen weinig wind en dan weer een dag met veel wind, dat zou perfect zijn. Eén dag met wind is eigenlijk al genoeg, want dan zakken de lichtweerspecialisten meteen terug.” Met een dromerige blik eindigt ze: “En als de sfeer om me heen danook nog een beetje ontspannen is… Ik moet het leuk vinden, dan vaar ik meestal goed.”

Delen: