Word abonnee

Wielrennen

Dylan van Baarle: Via de hel naar de hemel

Raymond Kerckhoffs

Wielrennen

Dylan van Baarle: Via de hel naar de hemel

door: Raymond Kerckhoffs
8 november 2022
15 tot 20 minuten lezen

Met de overwinning in Parijs-Roubaix en tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen heeft Dylan van Baarle (30) het afgelopen jaar bewezen een van de beste klassieke renners van het moment te zijn. De grootste ploegen vochten voor zijn handtekening na de overwinning in De Hel van het Noorden. Uiteindelijk koos de Zuid-Hollander voor Jumbo-Visma. “Om opnieuw een stap te zetten.”

In de wereld van de jetset van het prinsendom Monaco leeft hij een spartaans bestaan. Op een steenworp afstand van het paleis van prins Albert en Port de Fontvieille leeft Dylan van Baarle al enkele jaren in een appartement. Hij noemt de verhuizing naar de Côte d’Azur de beste investering die hij als wielrenner heeft gedaan. “Je kunt hier uitdagend in de binnenlanden trainen met lange en steile beklimmingen. Daarnaast wonen hier veel wereldklasse profs waar ik mee train. Automatisch dagen we elkaar uit, waardoor ook het niveau van de trainingen omhooggaat.

Ik ben overtuigd dat de verhuizing naar Monaco een van de belangrijkste bouwstenen van de huidige successen is.” De ultieme beloning van die vele investeringen staat centraal op de eettafel in zijn appartement. De kassei is de trofee die de winnaar van Parijs-Roubaix krijgt. Het voordeel van deze plek op de eettafel is dat hij tig keren per dag terugdenkt aan de mooiste overwinning uit zijn loopbaan. “Ik ga in mijn huis zeker een plek inrichten waar deze trofee samen met mijn fiets en de kleding van die bijzondere dag komen te staan.

Die herinnering wil ik mijn hele leven koesteren. Het eerste wat bovenkomt, zijn die laatste achttien kilometer die ik solo naar de overwinning reed. En vervolgens de emoties bij de mensen van mijn ploeg direct na de finish op het Vélodrome. Er zit zoveel symboliek in die kassei. Het is eigenlijk een negenjarig traject, waar ik als beginnend prof naar toe heb gewerkt. Dit was de ultieme droom. Al besef ik dankzij die overwinning nog meer dan voorheen dat er nog mooie jaren voor me liggen.”

Kippenvel

In je persconferentie direct na de overwinning in Roubaix gaf je al aan dat de sleutel van deze zege misschien wel lag in de motivatie die de zilveren medaille op het WK op de weg in Leuven eind 2021 je gaf.
“Die tweede plek op het WK heeft mijn zelfvertrouwen een boost gegeven. Door die prestatie ben ik met een ander gevoel de winter ingegaan. Of het nu bewust of onbewust is, het zit in je systeem dat je ook op die lange afstand met ’s werelds besten kunt wedijveren. Die bevestiging heb ik richting dit voorjaar zeker goed in mijn oren geknoopt.”

Toch verliep de aanloop naar het klassieke voorjaar niet echt goed.
Knikt. “In de Ronde van de Algarve en Parijs-Nice was ik een beetje ziek. Eigenlijk was ik pas een week voor het Vlaamse voorjaar helemaal hersteld. Voor de E3 Prijs Harelbeke had ik geen idee hoe ik ervoor stond. Ik hield me vast aan de gedachte dat ik vorig jaar eigenlijk iets te vroeg in topconditie was. Dit jaar was de topvorm eigenlijk perfect getimed. Ik voelde me vier weken lang heel sterk.”

In de Ronde van Vlaanderen sprintte je vanuit verloren positie in de laatste meters ineens voor de overwinning.
“Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar waren gevlogen, waardoor ik met Valentin Madouas voor de derde plek koerste. In de laatste kilometer vielen die twee ineens min of meer stil voor ons. Het was een gekke ervaring dat toen in een split second de overwinning binnen bereik kwam. Ik had daar helemaal geen rekening meer mee gehouden. Ik was volledig gefocust op de derde plek. We wilden vooral de groep achter ons voorblijven. Een podiumplek in de Ronde van Vlaanderen was sowieso al een hoofdprijs voor mij. Het was dat Mathieu op tijd in de gaten had dat wij met een hogere snelheid naderden… Daardoor moest ik genoegen nemen met de tweede plek. Dat was geen teleurstelling, ik was zeer tevreden.”

Afgelopen winter gaf je al aan dat je na het WK-zilver voor een podiumplek in een van de Monumenten wilde gaan.
“Het was voor mij een enorme opluchting dat ik in Vlaanderen als tweede eindigde. Alle druk die ik me richting dit voorjaar had opgelegd, viel toen van mijn schouders. Ik streef al zo lang een podiumplaats in een van de grote voorjaarsklassiekers na. Eindelijk was ik daarin geslaagd.”

Een betere opsteker voor Parijs-Roubaix kon je je niet wensen?
“Natuurlijk gaf dat resultaat extra vertrouwen. Eigenlijk verliep die dag alles volgens het boekje. We zaten op alle kasseistroken waar we moesten zitten. Ik reed slechts één keer lek op een relatief gunstig moment. Ik hoefde geen trap te veel te doen, waardoor ik redelijk fris aan de finale kon beginnen. Op de vijfsterrenzone van Mons-en-Pévèle ging ik voor het eerst in de aanval. Het belangrijkste moment van de koers was toen ik op 27 kilometer van de streep op de strook van Cysoing-Bourghelles naar de drie koplopers Matej Mohoric, Yves Lampaert en Tom Devriendt reed. Dat ik vervolgens de wedstrijd wist te winnen na een solo van achttien kilometer was ongekend.

Dit is de beloning waarvoor ik jarenlang altijd wat extra’s tijdens mijn trainingen heb gedaan. Ik rij Verder is het ook een beloning voor al het werk dat mijn moeder en mijn opa en oma hebben gedaan om mijn zusje Ashlynn en mij te laten fietsen. Mijn moeder heeft zich na haar scheiding zoveel ontzegd om ons deze kans te geven. Al haar geld ging op aan het fietsen, maar ook haar eigen sociale leven zette ze voor onze hobby op het tweede plan. Dan kan ik nu toch niet lui op de bank gaan zitten?”

Hoe vaak heb je de beelden teruggekeken?
“Eigenlijk pas één keer. Na Roubaix ben ik twee weken in Nederland geweest. Eenmaal terug in Monaco kon ik een avond niet slapen. Ik heb de hele wedstrijd toen teruggekeken tot bijna vier uur ’s nachts. Daarna kon ik ook nog moeilijk slapen…”

Parijs-Roubaix wordt door veel kenners de mooiste klassieker genoemd.
“Dat zeggen ze, hè. Ik heb alle grote mannen de laatste jaren in Roubaix zien winnen. Van Tom Boonen tot Fabian Cancellara en Niki Terpstra. Als ik die finales zag, dan kreeg ik al kippenvel. Wanneer je het vervolgens zelf flikt, is het helemaal speciaal. Er is na die zege veel op me af gekomen. Van onbekende mensen ontving ik berichten dat ze juichend en huilend voor de televisie zaten. Dat geeft aan hoe bijzonderlijk die wedstrijd is. Ik had nooit bij de start kunnen bedenken dat ik zoiets teweeg kon brengen.”

Ook binnen je ploeg Ineos-Grenadiers liepen de emoties hoog op. Terwijl de ploeg met onder andere zeven Tour de France- zeges toch heel wat is gewend.
“De ploeg had Parijs-Roubaix nog nooit gewonnen. Sterker, ze hebben nog nooit echt meegedaan voor de overwinning, terwijl deze klassieker heel hoog op hun bucketlist stond. In een tentje achter het podium kwamen Michal Kwiatkowski en Luke Rowe tot tranen toe geroerd naar binnen. En ook teammanager David Brailsford was helemaal door het dolle. De ‘Hell of the North’ betekent voor de ploeg bijzonder veel. Als je wereldwijd gaat kijken, dan heeft deze klassieker meer aanzien dan de Ronde van Vlaanderen of Luik-Bastenaken-Luik. Het is zo’n speciale wedstrijd.”

Jumbo-Visma

Parijs-Roubaix is je eerste grote klassieke zege, maar je mag geen eendagsvlieg worden genoemd.
“Ik kom inderdaad niet ineens uit de lucht vallen. Ik heb vorig jaar al Dwars door Vlaanderen gewonnen. En in de Ronde van Vlaanderen ben ik al vijf keer bij de eerste tien geëindigd. Ik zet niet van die grote stappen in mijn loopbaan zoals Tadej Pogacar, Mathieu van der Poel en Wout van Aert hebben gedaan, heb het met kleine stapjes moeten doen. Ik hoop die lijn tot aan het einde van mijn loopbaan door te trekken en ik blijf steeds op zoek naar punten waarin ik vooruitgang kan boeken. Wat dat betreft weet ik dat ik altijd in mezelf moet blijven investeren.”

Ben je in het kasseienwerk niet al naar het niveau van Van der Poel en Van Aert gegroeid?
“Op de sprint- en minuutwaardes zijn zij nog een stuk beter dan ik. Ik moet dus op een andere manier proberen te winnen. Zoals in Roubaix door in de aanval te gaan. Op een sprint hoef ik niet te wachten, dan weet ik zeker dat ik door die jongens word geklopt. Anderzijds ben ik ervan overtuigd dat ik nog steeds vooruitgang kan boeken. Mijn streven is om een nog prominentere rol in de finales van de klassiekers te vervullen. Nu zit ik vaak nog net achter die grote mannen. Die stap hoop ik de komende jaren nog te zetten.”

Hoe je je in de grote klassiekers profileert doet denken aan de grote dagen van de net gestopte Niki Terpstra.
“Ik denk dat we in de Vlaamse klassiekers vergelijkbare renners zijn. We zijn allebei niet de snelsten, maar zijn wel taai en hebben de motor om lang in de finale mee te gaan. Qua resultaten zie je ook overeenkomsten. Allebei hebben we Dwars door Vlaanderen gewonnen door een solo van zo’n vijftig kilometer. En Vlaanderen en Roubaix zijn de grote klassiekers waar we ons profileren.”

Na de zege in Roubaix kreeg je van de drie beste ploegen van de wereld Jumbo-Visma, Ineos-Grenadiers en UAE Emirates een aanbieding voor de komende jaren.
“Ik denk dat die ploegen mijn kwaliteiten hebben gezien. Buiten de klassiekers ben ik ook een zeer stabiele renner die het hele jaar inzetbaar is en ook nog eens redelijk goed bergop rijdt. Natuurlijk is het tof als je ziet dat die ploegen om je handtekening vechten. Dat streelt zeker mijn ego. Daar doe ik het ook voor.”

Wat gaf de doorslag om voor Jumbo-Visma te kiezen?
“Ik heb nu vijf jaar voor Ineos-Grenadiers gereden. Ik dacht: als ik nu bijteken, dan blijf ik waarschijnlijk mijn hele carrière bij hetzelfde team. Of probeer ik nog ergens anders te kijken wat zij nog uit me kunnen halen? Jumbo-Visma heeft de laatste jaren een traject ingezet waarin je duidelijk ziet dat er een stijgende lijn inzit. Ik denk dat we wel kunnen stellen dat het momenteel de beste ploeg in het peloton is. Ik ben benieuwd of zij mij nog beter kunnen maken. Een nieuwe omgeving met andere inzichten geeft vaak een impuls, terwijl ik de werkwijze van Ineos inmiddels wel ken en daar komt voor mij al veel routine bij kijken. Wat dat betreft zie ik deze overgang ook als een nieuwe uitdaging.

Ik heb in het voorjaar lang nagedacht voordat ik een keuze voor een nieuwe ploeg maakte. Wanneer in het verleden mijn contract bij Ineos afliep, had ik niet echt de behoefte om met meer landgenoten in een ploeg te zitten. In die jaren was Jumbo-Visma ook nog niet de topploeg die het nu is. Van zo’n goed gestructureerde topploeg uit eigen land wil ik als Nederlander ook graag deel uitmaken. Nu leeft het gevoel van ‘thuiskomen’ ook veel sterker dan voorgaande jaren. Dat zal ook met de leeftijd te maken hebben. Ik heb natuurlijk al bij de opleidingsploeg van Rabobank gezeten en daar werkte ik destijds ook met trainer Mathieu Heijboer. Ik ben echt benieuwd wat hij de komende jaren nog uit mij kan halen.”

Dat klinkt net als jouw keuze in 2018 voor Team Sky – voor- ganger van Ineos – dat in die jaren de sterkste ploeg was.
“Ik heb mijn ogen altijd goed open, probeer alles wat ik zie in me op te nemen en daar zaken uit te filteren waar ik vooruitgang mee kan boeken. Destijds besefte ik al dat ik alleen maar beter kan worden door bij de beste ploeg van de wereld te rijden. Zo zag ik in mijn eerste jaar tijdens het trainingskamp voor de Tour de France op Tenerife wat Chris Froome en Geraint Thomas allemaal deden om top te zijn. Dat was voor mij een openbaring, waardoor ik besefte hoe hard je moet trainen en professioneel moet leven om daadwerkelijk iets te bereiken in de wielersport.”

‘Ik heb tijdens het trainingskamp voor de Tour de France op Tenerife gezien wat Froome en Thomas allemaal deden om top te zijn. Dat was voor mij een openbaring’

Op welk gebied kun jij nog sterker worden?
“Ik kan heel veel arbeid en de lange afstanden goed aan. Nu is het vooral zaak om ook aan de explosieve intensiteit te werken. De dertig seconden tot een minuut power moet ik omhoog krijgen. Door intervaltrainingen hoop ik daar weer stappen in te zetten. Op het WK in september merkte ik dat ik op de steile beklimmingen weer sterker was. Een van mijn zwakke punten was dat ik op die cruciale plekken niet echt kon versnellen. Op het WK lukte dat wel. Dat is iets waar ik met Mathieu Heijboer aan wil werken. Ik blijf overigens in Monaco wonen, omdat dit een perfect trainingsgebied is.”

Van Aert

Jumbo-Visma heeft in ieder geval een sterker collectief voor de voorjaarsklassiekers dan Ineos.
“Jumbo-Visma is een beetje als het QuickStep van vroeger. Met mannen als Wout van Aert, Christophe Laporte en Tiesj Benoot staat er een team dat een stempel op die wedstrijden kan drukken. Ik denk dat zo’n sterk collectief mijn kansen vergroot om te winnen. Het is immers belangrijk dat je met meer jongens in de finale zit. Bij Jumbo heb je die garantie, want er zijn zeker vijf renners die diep in de finale mee kunnen.”

Het nadeel is dat je een plek in de schaduw van de absolute kopman Wout van Aert krijgt.
“Ik zie dat niet als een nadeel. Het belangrijkste is dat Wout niet alleen zit. Dat was het afgelopen voorjaar, buiten de E3 Prijs, wel het geval. De collectieve meerderheid hebben wordt onze sleutel om die grote klassiekers te winnen. Mijn zwakte is mijn sprint, maar mijn kracht is dat ik weet hoe ik wedstrijden op een andere manier kan winnen. Na Roubaix heb ik met de ploegleiding van Jumbo nog eens gesproken over die rolverdeling. Wij weten dat Wout de kopman is en hij moest mijn komst ook zien zitten. Ook na Roubaix was hij nog altijd enthousiast over mijn komst. Dat geeft mij het vertrouwen dat we samen sterker zijn en dat we die kracht collectief kunnen uitspelen.”

Het doet me denken aan de rolverdeling tussen Niki Terpstra en Tom Boonen bij QuickStep.
“Precies. Ik denk dat ik nu in dezelfde situatie kom te zitten als Niki in zijn primetime. Boonen was toen ook de kopman, maar Niki heeft eveneens fantastische resultaten behaald. Aan de zijde van Wout van Aert ga ik de nodige kansen krijgen. Wout weet ook dat zijn kansen alleen maar groter worden als hij met twee of drie ploegmaten van voren zit. Dan hoeft hij niet overal op te reageren. Ik denk dat we er allemaal beter van worden.”

Tekst gaat verder onder de foto

Dylan van Baarle

Welk vertrouwen haal je uit je zege in Parijs-Roubaix voor de toekomst?
“Vorig jaar haalde ik al veel motivatie uit mijn tweede plek op het WK in Leuven. Nu ga ik met nog meer vertrouwen de winter in richting het voorjaar van 2023. Dit jaar had ik als doel om op het podium te eindigen van een van die klassiekers. In de twee grootste Monumenten slaagde ik in die missie. Weet je, zo’n zege maakt de honger naar een nieuwe grote overwinning alleen maar groter. Zoals ik ook gemotiveerd raak als ik op de eettafel naar die kassei kijk. Je wilt zoiets opnieuw beleven.

Het is nu een stuk realistischer, omdat ik weet dat het echt mogelijk is. Ik wil nu alleen maar meer winnen. Was ik dit voorjaar nog tevreden met een tweede of derde plek, nu kijk ik alleen naar de hoogste trede van het podium. Als je eenmaal aan het zoet van de overwinning hebt geproefd, wil je alleen maar meer.”

Helden Magazine 64

Het verhaal van Dylan van Baarle komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde.

In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal.

Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain.

Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd.

Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Delen: