Word abonnee

Judo

Henk Grol: ‘Niemand kon me redden’

Marcel Krijger

Judo

Henk Grol: ‘Niemand kon me redden’

door: Victoria Koblenko
14 november 2017
7 tot 12 minuten lezen

Zijn leven was de afgelopen tijd één groot slagveld. Zowel sportief als privé had Henk Grol het zwaar. Hij staat nu voor een nieuwe fase in z’n carrière. Victoria Koblenko spreekt hem in een goudeerlijk gesprek over (hoofd)pijn, temperament en leven voor goud.

Waar is die liefde voor judo ooit begonnen?
“Ik was een nogal druk mannetje. Toen ik vijf was, heeft mijn moeder me op judo gedaan. Ze was blij dat ik me ergens op kon uitleven in plaats van op m’n zusjes. Al mijn vriendjes zaten op voetbal. Ik schopte iedereen in tweeën, was een goede mandekker. Maar ik was geen teamspeler, haatte het als mensen in een team niet bereid zijn om alles te geven. En ik had op m’n tiende, na twee jaar voetballen, al door dat ik als voetballer niet de beste zou worden.”
Op je tiende wilde je al kampioen worden?
“Ik zei tegen m’n vader dat bij de judoclub waar ik op zat, nog nooit iemand kampioen was geworden en ik wilde dat wel, dus moest ik daar weg. Ik moest toen wel zelf opzeggen van m’n pa. Vanaf mijn elfde ging ik na school elke dag van Veendam naar Groningen om te trainen. Dat deed ik toen al twee keer per dag. Op m’n vijftiende verloor ik een keer een wedstrijd op conditie en kracht. Ik zei tegen m’n vader dat dit me nooit meer zou gebeuren. Toen ben ik na schooltijd ook nog eens kneiterhard aan m’n conditie gaan werken en deed ik vanaf mijn vijftiende veel krachttraining, ik zat vijf dagen in de week in de sportschool en werd heel snel fysiek sterker.”
Hoe was je op school?
“Lastig. En dat is een understatement. Ik wilde alleen trainen en zo snel mogelijk weg van school. Als kerst doordeweeks viel, viel er een training uit. Dat kon ik niet hebben, dus dan ging ik voor het kerstdiner nog hardlopen en dan kwam ik altijd expres te laat terug voor het eten. Vonden ze prima.”

Tekst gaat verder onder de foto

Henk Grol en Victoria Koblenko

NIET MIEPEN

Die extreme manier van je sport beleven, hield je tot vorig jaar op de Spelen in Rio vol.
“Als vechtsporter heb je natuurlijk een groot ego. Ik ben een alfamannetje, sta daar op die grote rots. Maar ik ben ook gewoon kwetsbaar, zeker na zo’n lange carrière. Vroeger dacht ik nergens over na. Het was simpeler. Ik wilde één ding: goud. Daar moest alles en iedereen voor wijken. Alles moest zoals ik dat wilde. Het heeft me ver gebracht, maar ik ben nu ouder en wil ook genieten van het leven. Ik wil meer dan alleen trainen, slapen en letten op m’n eten. Vroeger vierde ik geen verjaardagen, geen feestjes, niets. In de weekenden was ik ook zo moe. Ik kon niet meer.”
Hoe heb je dat vijftien jaar volgehouden?
“Judo voelde voor mij niet als moeten. Als ik had gewild, had ik zo in de zaak van m’n vader gekund, dan had ik een veilige toekomst gehad. Maar ik wilde iets anders. Toen ik twaalf was, zei ik tegen mijn vader dat ik wereldkampioen wilde worden. Hij zei: ‘Dan ga ik je daarin steunen.’ Nou, vooralsnog is het niet gelukt om wereldkampioen te worden, dus moet ik het nog even blijven proberen.”
Wil je nog blijven judoën of ben je het jezelf verplicht?
“Als ik nu stop, heb ik niet bereikt wat ik wilde bereiken. Dus dan moet ik door. Ik heb gewoon wat dingen laten glippen. Dat deed pijn. Ik heb gewoon die drive.”
Wanneer is het nog die gezonde drive en wanneer wordt iets een obsessie?
“Vroeger was er voor mij judo of de dood. Judo moest gewoon lukken. Anders was mijn leven mislukt. In mijn familie heeft iedereen iets bereikt in z’n leven, dat wilde ik ook, door middel van sport. En dat moest dan het allerhoogste zijn, dus wereldkampioen of olympisch goud. Als ik tweede of derde word… Dat kan ik niet verteren. Dat vind ik moeilijk om mee te leven.”
Stel dat het niet lukt om die olympische of wereldtitel te pakken…
“Dan heb ik ook nog een prachtig leven voor me. Maar ik ben nog niet klaar, hè! Dus ik hoop dat-ie nu een keer gaat vallen.”
Heb je een harde afspraak met jezelf gemaakt over wat je wel en niet overhebt voor die gedroomde overwinning?
“Ik let wel beter op m’n lichaam. Vroeger was ik roekeloos. Alles wat kapot kan, is bij mij wel een keer stukgegaan.”
Hield je niet van je lijf?
“Jawel, maar ik hield meer van winnen. Dus ik accepteerde de pijn en de blessures om mijn doel te bereiken.

Wat was de gevaarlijkste blessure voor je carrière?
“Die aan m’n knie in 2012. Ik heb een slijmbeursoperatie gehad en was daarna op vakantie gegaan naar Aruba. Ik kreeg daar een infectie. M’n knie was zo opgezwollen dat ik niet meer kon lopen. Ze wilden me niet meenemen in het vliegtuig. Ik kon alleen kruipen, had veertig graden koorts. Ik moest zeven dagen lang aan het infuus met antibiotica. Toen ik daar moeilijk over deed, dreigde de arts met een beenamputatie. Daarentegen heb ik nog nooit hoofdpijn gehad.”
Komt dat door pijnmanagement?
“Nee, ik slik geen troep. Ik heb wel veel verdovingsinjecties moeten nemen. Voor de halve finale van het WK in 2013 brak ik m’n pols. De spuit móést er wel in. Tape erom en door. Moest ik dan zeggen: ik geef op? Kan niet! Ik dacht alleen aan die medaille. Bij ons is dat de cultuur. Als je eraan begint, aan judo, dan ga je niet miepen over de pijn. Mijn coach Maarten Arens heeft me ook weleens gezegd toen ik m’n duim had gebroken: ‘Hij is niet zwart genoeg, dus is-ie niet gebroken.’ Natuurlijk was-ie dat wel, maar ik wilde niet in het gips anderhalve week voor het EK in 2013. Ik vond mezelf zielig in de eerstvolgende wedstrijd en kwam achter te staan. Maarten schreeuwde dat ik moest stoppen of niet moest miepen. Toen heb ik toch de EK-finale gehaald. Die finale werd een drama, want die duim was toen echt stuk.”
Is pijn voor jou dan een extra motivatie?
“Het is allemaal absurd gedrag. Je gaat dingen normaal vinden die helemaal niet normaal zijn. Ik weet ook niet wat het is, maar sta er de laatste tijd wel meer dan ooit bij stil.”

‘HET IS ALLEMAAL ABSURG GEDRAG , JE GAAT DINGEN NORMAAL VINDEN DIE HELEMAAL NIET NORMAAL ZIJN. IK WEET OOK NIET WAT HET IS’

Helden Magazine 39

Het eerste gedeelte van het verhaal van Henk Grol komt voort uit Helden Magazine 39 waar Tom Dumoulin de cover siert. Dumoulin won de Giro en de wereldtitels tijdrijden met de ploeg en individueel. In het extra dikke nummer is er daarnaast volop aandacht voor onder meer de aankomende Winterspelen in Pyeongchang en een terugblik naar het sportjaar 2017.

Verder in de 39ste editie van Helden, Europees kampioen, beste voetbalster van Europa en de wereld Lieke Martens, wielrenster Anna van der Breggen over haar wens: de regenboogtrui, Richard Krajicek over uitvliegende kinderen, coachen en het ABN AMRO WTT, schaatser Sven Kramer, schaatsters Ireen Wüst en Irene Schouten, darter Raymond van Barneveld, voetbaltrainer Peter Bosz, de Nederlandse bobsleemannen, shorttrackster Suzanne Schulting, alpineskiër Maarten Meiners, oud-keeper Patrick Lodewijks, Dione Housheer, Anish Giri en Wendy Rommedahl.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: