Voetbal
derTijjani Reijnders
Tijjani Reijnders heeft zijn toptransfer te pakken. De middenvelder maakt de overstap naar Manchester City en kan woensdag al zijn debuut maken. Dat hij nu wordt gezien als de opvolger van Kevin De Bruyne is opmerkelijk voor wie zijn loopbaan van dichtbij heeft gevolgd. Van een verhuurperiode bij RKC Waalwijk naar de absolute wereldtop — het is een zeldzaam traject. Voor Helden Magazine nummer 72 gingen we een jaar geleden bij de middenvelder, zijn vrouw Marina, zoon Xavién en hondje Messi op bezoek in Milaan.
Een slinger met wenskaarten hangt in de woonkamer van het huis van Tijjani en Marina Reijnders in Milaan. Op 28 februari werd zoontje Xavién geboren. Marina pakt een jasje dat hij aan moet tijdens de fotoshoot. “Ti heeft dit jasje gekocht. Gaaf, toch?” Lachend: “Wij horen weleens dat wij Xavién kleden als een volwassen man.”
Tijjani: “In zijn paspoort staat als geboorteplaats heel mooi ‘Milaan’. En over de naam hoefden we niet lang te denken. We vonden Xavi mooi.”
Marina vult aan: “Maar je had natuurlijk al Xavi Simons, en zo.”
Tijjani: “Mijn zusje heet Syane. Toen had jij het idee om het aan elkaar te plakken.”
Marina: “Jij bent een heel betrokken vader. Ik geef borstvoeding, maar ook als Xavién midden in de nacht wakker wordt, vraag jij of je kan helpen, zijn luier kan verschonen. Het is een heel rustig ventje, ik denk ook omdat Tijjani en ik allebei rustig zijn.”
Tijjani: “Ik doe alles voor Xavién, dat doet iedere vader voor zijn kind, toch? Na een wedstrijd ben ik in euforie of teleurgesteld. Het klinkt cliché, maar als ik hem daarna weer zie, vergeet ik alles.”
Tijjani en Marina leerden elkaar zesenhalf jaar geleden kennen.
Tijjani: “Via Instagram. Ik zag jou voorbijkomen en ging je volgen.”
Marina: “We waren allebei negentien. Ik woonde in Hengelo, jij in Zwolle.”
Tijjani: “Ik speelde nog bij FC Twente en zat op school in Enschede. Veel mensen die jij kende, kende ik ook, maar wij kenden elkaar nog niet.”
Marina: “Dat is de reden waarom ik jou terug ging volgen op Instagram. Ik dacht: waarschijnlijk heb ik jou ergens een keer gezien, maar ik was niet van plan een move te maken.”
Tijjani: “Ik dacht meteen: wat een mooie vrouw, die wil ik aan de haak slaan. Tegen vrienden had ik al gezegd dat ik een meisje had gezien dat ik heel leuk vond. Wij raakten aan de praat via Instagram. Onze eerste date was in Zwolle. We zijn in een tentje in de stad een drankje gaan drinken.”
Marina: “Van de thee die we hadden besteld, hebben we geen slok genomen. Die werd koud omdat we zoveel aan het praten waren. Toen jij naar huis ging, dacht ik: je bent eigenlijk best wel leuk. In het begin zei ik nog tegen jou: leuk dat je voetbalt, maar ik ga niet bij een wedstrijd van jou zitten. Na een half jaar zeiden jouw ouders tegen mij: ‘Marina, vandaag ga je met ons mee naar een wedstrijd van Tijjani.’ Ik vond het altijd een beetje spannend, dacht: dan gaat iedereen van alles van mij vinden als ‘vriendin van’. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo’n stereotype voetbalvrouw.”
Marina: 'Ik vond het een beetje spannend om zijn wedstrijden te kijken. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo'n stereotype voetbalvrouw.'
Tijjani: “In coronatijd zijn we gaan samenwonen en in 2022 zijn we getrouwd.”
Marina: “Ik wilde eerst mijn studie detailhandel afmaken in Hengelo. Daarna ben ik in Amsterdam verder gaan studeren. Ik wilde verloskundige worden, maar die opleiding duurt minimaal vier jaar, terwijl ik niet wist hoelang we in Nederland zouden blijven. Ik ben toen kraamverzorgster geworden en bevallingsassistent.”
Tijjani: “Toen ik tijdelijk bij RKC speelde, vroeg ik jou ten huwelijk. We waren een dag vrij en gingen naar Rotterdam. Ik had al de hele dag die ring op zak. We gingen wat eten. Ik zei: laten we even naar het terras gaan en draai je even om, dan maak ik een foto van je. Toen jij je weer omdraaide, zat ik op een knie.”
Marina: “Ik had niks in de gaten, hoewel je vlak daarvoor bij een juwelier had gevraagd welke ring ik mooi vond. We zijn op 6 juni 2022 getrouwd, toen alle coronamaatregelen waren vervallen.”
Tijjani: “Dat is nog een mooi verhaal. We zouden op 28 mei trouwen, maar we kwamen met AZ in de play-off terecht. We waren bij mijn ouders thuis en hadden het erover. Ik zei nog: nee joh, we redden Europees voetbal wel zonder play-offs.”
Marina: “Jij zei: ‘We zijn elk jaar in de top vier beland, dus dat gaat dit jaar ook wel lukken.’”
Tijjani, lachend: “Net dat jaar gebeurde het niet. Een maand van tevoren zei mijn vader: ‘Ti, je moet het wel echt om gaan zetten, want je kan niet het risico nemen dat je op jullie huwelijksdag of een dag erna een play-offwedstrijd moet spelen.’”
Marina: “Alles was al vastgelegd. Je had nog gevraagd of je de wedstrijd kon afzeggen.”
Tijjani: “Natuurlijk kon dat niet, dat wilde ik ook niet. Uiteindelijk kon ik juist door die wedstrijd het seizoen erop een grote stap maken. We speelden tegen Vitesse, wonnen met 6-1, en ik scoorde twee keer.”
Marina: “Gelukkig konden alle leveranciers en de locatie de datum verschuiven. We hadden tegen de gasten gezegd: ‘We laten jullie twee weken van tevoren weten of het 28 mei of 6 juni wordt. Alle mensen die voor ons belangrijk zijn, waren er.”
Derde helft
Tijjani groeide op in Zwolle, met vader Martin, moeder Angelina en zijn twee jaar jongere broertje Eliano, die bij PEC Zwolle speelt. Dertien jaar later werd zusje Syane geboren. “Eliano en ik waren altijd aan het voetballen, op het Cruyff Court in de buurt met buurjongens of voor ons huis. Op de muur van ons huis tekenden we een doel. Mijn ouders werden soms gek van het gebonk.”
Tijjani was niet alleen goed in voetbal. “Bij Twente kregen we ook iedere week les in judo en turnen. De judoleraar vertelde weleens aan de trainer dat mijn motoriek heel goed was, dat als ik een oefening zag, ik hem meteen kon nadoen. Maar voetbal stond op één, hoor.” De hele familie Reijnders ademt sport. “Ik deed alles met Eliano samen. We hebben een heel hechte band. Syane is een stuk jonger, wordt dit jaar twaalf, en is het prinsesje van de familie. Zij danst heel goed, hiphop en ballet.”
Marina: “Zij zit op het Lucia Marthas Institute for Performing Arts, is ook heel talentvol. Jouw vader is profvoetballer geweest en jouw moeder had een zwarte band in karate.”
Tijjani knikt: “Mooi, hè. Mijn opa was karateleraar.”
Moeder Angelina is Moluks. Een cultuur waarin familie op de eerste plaats staat. Tijjani: “Dat hebben wij thuis heel erg meegekregen en proberen wij ook in stand te houden.” Marina: “Mijn ouders zijn allebei Irakees, voor ons geldt hetzelfde.”
Tijjani: “Die kleine is een mooie mix.”
Marina: “Wij vierden Kerst, verjaardagen en Pasen met de hele familie. Mijn tantes en ooms kwamen ook naar jouw ouders. Wij zijn nu één grote hechte familie. Soms gaan onze moeders samen op pad. Ze sliepen hier samen in het stapelbed toen Xavién was geboren.”
Ook normen en waarden werden van jongs af aan bijgebracht. Tijjani: “Bij ons thuis is het belangrijk dat we altijd beleefd zijn. Mijn vader zegt nog steeds dat we nooit mogen neerkijken op andere mensen. Ook al heb je iets moois bereikt, je mag je nooit groter voelen dan een ander. Mijn vader was streng met voetbal, mijn moeder met school.”
Lachend: “School is helaas iets minder gegaan. Ik heb mijn vmbo TL, maar mijn mbo-opleiding heb ik nooit afgemaakt.” Marina: “Aan de telefoon zei je dan dat je jouw eindverslag aan het maken was. Later kwamen we erachter dat je aan het gamen was. Je moeder was gebeld door de docenten, met de mededeling dat je weer niet geslaagd was.”
Tijjani, lachend: “Mijn vader zei altijd: ‘Als je slaagt op het voetbalveld, maakt school niet meer uit.’”
Tot de D1 zat Tijjani op de voetbalschool van PEC Zwolle, daarna nam FC Twente hem over, samen met Eliano. De broers speelden vier jaar samen bij FC Twente. “Ik kreeg pas heel laat een groeispurt. Ik zou bij Twente van B1 naar A1 gaan, maar Eliano en ik waren het een beetje zat. Iedere ochtend werden we om zes uur in Zwolle opgehaald met het busje om naar Enschede te rijden, om half acht ’s avonds kwamen we pas thuis. Mijn vader vroeg of we verder wilden bij Twente, maar wij zagen het niet meer zitten. We hadden alleen op zondag vrij en dan waren we altijd moe. Eliano en ik hadden er geen plezier meer in. Mijn vader wilde ook dat wij ons goed voelden, wil het beste voor ons.”
Vader Martin had een vooruitgedacht stappenplan in zijn hoofd voor zijn jongens. Van Twente deden ze een stap ‘terug’. Ze trainden mee bij PEC, maar speelden de wedstrijden bij de amateurs van CSV’28. “Mijn vader was daar hoofdtrainer en zei: ‘Dan gaan jullie maar lekker onder mij voetballen en maak ik jullie wel beter.’ Het was een heel andere competitie en een heel ander niveau, maar we hebben dat jaar veel geleerd. Bij de amateurs moest ik echt niet in een duel komen, dan kreeg ik een doodschop.”
Tijjani en Eliano werden een soort regionale attractie. Twee jonge –Tijjani was zeventien, Eliano vijftien – fysiek nog niet volgroeide jongens, maar technisch begaafd. “We hadden een jong team, de gemiddelde leeftijd was 23, en dat kwam alleen maar omdat er ook een speler bij zat van 35. Elke keer als we bij een club kwamen, hoorden we: ‘We spelen vandaag tegen A1.’ Na de wedstrijd zeiden ze: ‘Jeetje, die jongens kunnen wel ballen.’ Dat seizoen vonden we ons plezier terug. Het team was leuk. En het was ook weleens leuk om te zien hoe het er bij de amateurs aan toeging.
Dan kwamen we bij een club en speelden we midden in een weiland. En we maakten de derde helft mee. Wij dronken niet, zaten netjes aan een AA’tje of colaatje in de kantine.”
Marina: “Jij zegt altijd dat het jouw beste en leukste jaar was.” Tijjani knikt. “Het was mijn leukste seizoen in het voetbal. Maar vorig seizoen met AZ was ook wel heel mooi, hoor.”
Dennis Bergkamp
Na dat jaar werden de broers ingelijfd door PEC. Eliano speelt er nog altijd. Tijjani maakte er zijn debuut in het eerste en vertrok daarna naar AZ. Eén ding is zeker: zonder vader Martin – ook zijn zaakwaarnemer – had Tijjani nu niet bij AC Milan gespeeld. “Misschien is het gek om te zeggen, maar mijn vader is de beste trainer met wie ik ooit heb gewerkt. Hij is mijn personal trainer, van hem heb ik het meest geleerd. Hij had destijds zijn eigen voetbalschool, Top Player, was techniektrainer. Als mijn vader in de jeugd kwam kijken, dan keek ik eerder naar hem voor aanwijzingen dan naar de trainer.”
Marina: “Nog steeds doe je dat.”
Tijjani: “Als hij op de tribune in San Siro zit, dan kijk ik altijd omhoog. Hij zegt altijd: ‘Ik behoed jullie voor de fouten die ik vroeger maakte.’ Hij speelde als laatste bij FC Zwolle, maar vond het leven buiten het voetbal ook heel erg leuk. Mijn vader denkt dat hij verder had kunnen komen als hij er meer voor had geleefd. Daarom was hij zo streng voor ons.”
Voor en na iedere wedstrijd hebben Tijjani en zijn vader contact. “Meteen na de wedstrijd appen we en in de auto naar huis bellen we. Hij ziet iedere minuut van Eliano en mij. En als hij niet live kan kijken, kijkt hij de wedstrijden terug. Laatst vond hij dat ik te statisch was. Ik dacht: laat maar, ik heb er even geen zin in. Later in die week belde ik hem, ik zei: je gelooft het nooit, de trainer kwam naar me toe en zei precies wat jij ook zei. Of er een toptrainer in hem had gezeten? Het had me niks verbaasd als hij een goede eredivisietrainer was geworden. Maar hij vindt het leuker om iedere wedstrijd van ons te kunnen kijken.”
Een van Martins belangrijkste lessen in het voetbal was dat Tijjani en Eliano zich moesten onderscheiden. Daarvoor werden zelfs weddenschappen afgesloten. Tijjani, lachend: “Dat begon een paar jaar geleden. Hij zegt altijd: ‘Als speler moet je opvallen. Er zijn heel veel voetballers die hetzelfde kunnen, jij moet je onderscheiden, dan pas kun je de volgende stap maken.’ Hij vond dat we te weinig schoten en stelde een weddenschap voor. Als wij twee keer in een wedstrijd binnen de palen zouden schieten, dan kregen we vijftig euro. Zo niet, dan moesten wij hem vijftig euro geven. Met het geld dat we in het potje hadden verzameld, gingen we met de hele familie wat leuks doen.”
Marina: “Nu schiet je iedere wedstrijd op doel, dus zijn jullie ermee gestopt.”
Tijjani, lachend: “Laatst zei hij: ‘Oké jongens, nu weten jullie het wel.’”
Ook andere spelers werden erbij gehaald om van te leren. “Hij liet me filmpjes zien van Dennis Bergkamp; hoe hij de bal schoot. Maar vooral beelden van Kevin De Bruyne. De Bruyne heeft veel loopvermogen en is net als ik een box-to-box-speler, iemand die het hele veld beslaat. Ik keek veel filmpjes van hem op YouTube. Als ik een wedstrijd van Manchester City kijk, focus ik me alleen op Kevin De Bruyne; op zijn loopacties, passes en zijn kijkgedrag. Ik heb nog nooit tegen hem gespeeld, maar aankomende zomer hebben we met Milan een trainingskamp in Amerika. Dan spelen we een oefenwedstrijd tegen City. Ik kijk daar nu al naar uit.”
AZ lijfde Tijjani in 2017 in, Eliano bleef bij PEC. “Ik had niet meer talent dan Eliano, hoor. Er was ook een periode bij PEC dat hij iedere wedstrijd in het eerste opgesteld stond en scoorde, en ik wisselspeler was. Wij willen allebei het beste voor elkaar. Je ziet hoe snel het bij mij is gegaan. Het zal mij niks verbazen als het bij hem ook gaat gebeuren.” Van zijn vader mocht Tijjani bij AZ zijn eerste profsalaris verbrassen. Tijjani, lachend: “Ik heb er een rugtas van gekocht.” Marina, lachend: “Ja, en die heb je al heel snel weer weggedaan. En AirPods. Die waren toen net in.”
Tijjani: “Maar bij AZ begon voor mij ook voor het eerst het ‘echte’ leven, ik moest ook huur en boodschappen betalen. Ik moest op mijn geld letten.”
Ook dat kregen ze van huis uit mee. Als speler van PEC werkte hij zelfs een jaar bij de Aldi. “Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik ook wist hoe het normale werkende leven was. Ik werkte bij de Aldi met mijn twee beste vrienden. Leuk, hoor, lekker geinen met elkaar.” Lachend: “Het werk was alleen minder. Ik wist vrij snel: ik wil echt voetballer worden. Maar met zevenhonderd euro in de maand was ik ook heel blij, net zo gelukkig als nu.”
Lange neus
Bij AZ moest Tijjani geduld hebben. “Het verschil met de eerste divisie met PEC en de eredivisie was groot. Het seizoen voordat ik doorbrak, twijfelde ik geregeld of ik bij AZ verder wilde, ik zag geen kansen. In coronatijd werd ik een half jaar verhuurd aan RKC, het jaar erna deden Jordy Clasie en Fredrik Midtsjø het heel goed op het middenveld.”
Marina: “Jij scoorde als wisselspeler eens twee keer en ik dacht: nu moet hij wel zijn kans krijgen in de basis. Dat gebeurde toch niet. Vond ik vervelend.”
Tijjani: “Het was soms frustrerend. Mijn vader en ik vroegen een gesprek aan met de toenmalige trainer Pascal Jansen en technisch
directeur Max Huiberts om hun plannen met mij te horen. Als Midtsjø weg zou gaan, kon ik me laten zien, maar als hij bleef, dan zou ik verder kijken.”Midtsjø vertrok in de zomer van 2022 naar Galatasaray en Tijjani kreeg zijn kans. “Gelukkig ben ik gebleven, ik kon doorbreken.” Trainer Pascal Jansen en ook assistent Khalid Boulahrouz gingen met Tijjani aan de slag. Hij veroverde een basisplaats en werd een van de uitblinkers op het middenveld bij AZ. “Er drukte altijd dat stempel op mij: Tijjani verdedigt niet goed, hij onderschept te weinig ballen. Uiteindelijk eindigde ik in de top van de spelers met de meeste balonderscheppingen.”
Marina: “Als iemand iets zegt op tv, dan wordt dat meteen nagepraat.”
Tijjani: “Dat is nou eenmaal hoe het werkt, elke voetballer heeft daar last van.”
Marina: “Jij bent heel creatief, en daardoor leg je ook risico’s in jouw spel. Sommige trainers vonden dat misschien spannend. Ik vond kritiek op jou soms lastig. Je vader zei altijd: ‘Marina, laat ze maar lekker praten, niet op ingaan.’ Ik moest soms wel mijn best doen om mijn mond te houden.” Lachend: “Ik heb eens op de tribune gezeten toen jij wat minder speelde. Een vrouw achter ons bleef maar doorzeuren over jou, riep: ‘Wanneer wordt hij gewisseld?’ Dat ging maar door. Je vader draaide zich om en riep: ‘Kunnen ze jou niet lekker wisselen?’ Nu zou Martin zoiets echt niet meer zeggen.”
Ook kreeg Tijjani geregeld te horen dat hij te lief was in het veld.
Tijjani knikt: “Boulah vond ook dat ik wel wat gemener mocht zijn. Hij zag het in mij zitten, wilde me altijd helpen. Mijn band met Pascal Jansen was ook heel goed. Natuurlijk hebben we weleens recht tegenover elkaar gestaan, dat hoort erbij. Toen ik wegging bij AZ heb ik hem uitgenodigd om een keer naar San Siro te komen. Die afspraak staat nog.”
En dan was er nog het stempel van laatbloeier. “In Nederland hoor ik dat geregeld.”
Marina: “Je moet even dat verhaal vertellen over Indonesië.”
Tijjani: “Indonesië toonde interesse, ze wilden mij bij het nationaal team hebben. Mijn vader, broertje en ik zeiden: ‘Dat gaan we niet doen, wij zien nog steeds kans om voor het grote Oranje te spelen.’ Sommige mensen om me heen, ook vrienden, zeiden: ‘Weet je het zeker, je bent al 23. Denk je echt dat jou dat nog lukt?’”
Marina: “Dat is ook het stempel dat op het Nederlands elftal drukt. Om door te kunnen breken bij Oranje, moet je op jonge leeftijd zogenaamd al je debuut maken.”
Tijjani: “Uiteindelijk kon ik een lange neus trekken naar iedereen.”
Zlatan Ibrahimovic
“Wij waren op Zanzibar op vakantie toen mijn vader me belde: ‘AC Milan heeft interesse, maar ik weet niet of ik het geloof.’ Ik dacht ook: dat zal wel niet zo zijn. Er wordt zo vaak door een zaakwaarnemer of iemand anders iets gezegd over een club die interesse heeft. Meestal is het gebakken lucht,” vertelt Tijjani over zijn transfer naar Milan vorige zomer. “Maar later belde mijn vader weer. ‘We hebben binnenkort een gesprek met de trainer en technisch directeur.’ Ik rende meteen naar jou toe, was heel blij, maar ook vol ongeloof.”
Marina: “We gingen er zo van uit dat het nep was. Je verwacht dat gewoon niet voor iemand van AZ.”
Tijjani: “Het werd concreet. Ik wist ook wel dat er scouts op de tribune hadden gezeten tijdens het seizoen. Ons doel was om een mooie transfer te maken; 25 is een leeftijd dat je een stap moet maken, maar wij hadden de Europese subtop verwacht en niet de top.”
Daarna volgden uiteraard de reacties. “Onze familie en vriendengroep reageerden heel enthousiast. Die zeiden: ‘Daar hoef je niet over na te denken, dat moet je sowieso doen.’ Ook hoorde ik de andere reacties, dat het een te grote stap zou zijn en
ik sowieso op de bank terecht zou komen. Ik werd gehaald als basisspeler, maar ik moest het natuurlijk wel laten zien. vertrouwen heb ik er altijd in gehad.”
Marina: “Als jij iets negatiefs over jezelf leest, wil jij juist het tegendeel bewijzen. Jij raakt er extra gemotiveerd door.”
Tijjani, lachend: “Ja, nu is het allemaal veel te positief. Je kan mij beter de grond in boren. Dan ben ik extra gedreven.”
Bij AC Milan had Tijjani een droomstart, hij paste zich moeiteloos aan. “Ik voelde me meteen thuis. Het is altijd spannend, je weet niet waar je terechtkomt, spreekt de taal niet. Maar mensen op de club staan 24/7 voor ons klaar. Als we vragen hebben, kunnen we bij hen terecht in de groepsapp. Zij hielpen ons met de verhuizing, het vinden van een huis; met alles. Ook veel spelers waren heel behulpzaam. Olivier Giroud vertelde me in welke wijken we konden kijken om te wonen. Het levendige gedeelte ten noorden van het centrum, waar we nu wonen, of als we wat meer rust wilden, wat verder weg.
Denzel Dumfries en Stefan de Vrij die bij Inter spelen helpen ons ook. En Davy Klaassen woont met zijn vrouw om de hoek. Omdat alles om ons heen goed geregeld was, hoefde ik me alleen te focussen op voetbal.” Lachend: “Of ik mijn eerste salaris van Milan ook heb verbrast? Nee, dat heb ik netjes op een spaarrekening gezet.”
Italiaanse media spraken geregeld lovend over zijn optredens, waarin hij ook scoorde en geregeld assists gaf. Hij werd zelfs uitgeroepen tot revelatie van het seizoen in de Serie A. Maar de landstitel was voor aartsrivaal Internazionale. En in de Europa League werd AC Milan in de kwartfinale uitgeschakeld door AS Roma. “Voor mij was het een heel goed seizoen, ik heb me goed kunnen ontwikkelen, ben completer geworden als speler. Italië staat bekend om het verdedigen en ook om het fysieke spel, daarontwikkel ik me ook in. Het enige smetje is dat ik niet mijn eerste prijs heb kunnen pakken, daar baal ik van.”
Zijn familie zat geregeld op de tribune. Marina: “De vroege wedstrijden heb ik meegepakt in het stadion. We hebben ook het geluk dat we in een familieskybox kunnen zitten. Dat hebben ze heel goed geregeld hier.”
Tijjani: “Mijn vader was er elke maand. Eliano is ook al drie keer langsgekomen.”
Het leven in Milaan bevalt het koppel. “Ik word herkend op straat. Soms vragen ze om een foto, maar nooit op een vervelende manier. Als ik de hond uitlaat, rijdt er geregeld iemand langs die dan heel hard ‘Reijnders’ roept. Maar als ik met de kleine loop, dan respecteren ze dat en laten ze ons met rust.”
Marina: “Soms wordt er geroepen: ‘Ik ben voor Inter, maar toch wil ik op de foto met je.’ We waren onlangs een paar dagen in Rome, wilden een foto maken bij de Trevifontein. Nou, mensen stonden in de rij om een foto van jou te maken. Als je eenmaal herkend wordt, dan komen er meer mensen op je af. Soms vind ik het een eng gezicht als er zoveel mensen op je afkomen.” Tijjani: “De Italianen zijn echt voetbalgek, de sport is hier zoveel groter dan in Nederland.”
AC Milan is ook niet de minste club. In het verleden speelden er grootheden als Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard. “Dat zijn legendes bij de club. Clarence Seedorf ook. In het begin werd ik er nog weleens op aangesproken. Er hangen foto’s van hen op Milanello, ons trainingscomplex.”
Ook de Zweed Zlatan Ibrahimovic, die van 2001 tot 2004 bij Ajax speelde, is er een grootheid. Hem komt Tijjani geregeld tegen. “Iedere keer als we elkaar zien, zegt hij: ‘Alles goed?’ Dat zinnetje kent hij nog uit zijn tijd bij Ajax. Soms hebben we het over voetbal, over Nederland en hoe hij de periode bij Ajax heeft beleefd. Hij vertelde me over de stadions in Nederland en hoe de sfeer in zijn tijd was. Je merkt goed dat hij een grootheid is in Milan. Twee jaar geleden heeft hij nog de scudetto gewonnen. Als hij het veld opkomt voor een wedstrijd en de camera wordt op hem gericht, dan juicht het hele stadion. Die legendarische sologoal die hij bij Ajax maakte tegen NAC in 2004 kan ik me nog herinneren. Mijn vader keek Studio Sport en riep: ‘Ti, je moet nu komen kijken!’”
Tranen
In mei 2023 zat Tijjani al bij de selectie van het Nederlands elftal, een paar maanden later maakte hij zijn debuut, op 7 september 2023 thuis tegen Griekenland (3-0). Marina: “Ik heb nooit gehad dat ik emotioneel werd als ik jou zag spelen, maar toen je jouw debuut maakte voor Oranje, had ik tranen in mijn ogen. Ik was zo trots. Je hebt zoveel bereikt in korte tijd. En van wedstrijdspanning word jij alleen maar beter. Jij hebt ook altijd zin in een wedstrijd, zegt altijd dat je niet kan wachten tot het weer negen uur is.”
Een maand later maakte Tijjani zijn basisdebuut, op 13 oktober tegen Frankrijk (1-2). “Tijdens het Wilhelmus dacht ik aan vroeger, aan hoe ik voor de tv stond en het volkslied meezong. Ik keek graag naar Wesley Sneijder, Robin van Persie en Arjen Robben. Ineens stond ik er zelf.”
Tijjani heeft ‘pas’ acht interlands achter zijn naam staan. Of het lijkt alsof hij er al jaren bij zit? “In het veld wel, dan denk ik: ik mag weer lekker voetballen en mooi dat dat nu in het Oranjetenue is. De jongens ken ik nog niet zo lang en goed, daaraan merk ik dat ik er nog niet zo lang bij zit. Voor elke maaltijd wisselt de tafelbezetting, dus je raakt met iedereen in gesprek, dat is leuk. Het groeit vanzelf.”
Ook zijn status binnen het Nederlands elftal is veranderd, beaamt Tijjani. “De eerste keer kwam ik als jongen van AZ binnen, daarna als speler van AC Milan. De jongens vonden die stap ook fantastisch. Dan merk je ook hoe groot die club is, sommigen zeiden: ‘Nou, dat is een club waar ik ook ooit wel wil spelen.’” Met bondscoach Ronald Koeman heeft Tijjani een goede band. “Hij is een stuk rustiger dan mijn Italiaanse trainer. Vanaf het begin heeft hij mij de kans gegeven en gelukkig heb ik het kunnen laten zien. Ik heb veel respect voor hem en voor wat hij heeft bereikt. Soms vertelt hij over zijn eigen ervaringen, over het EK in 1988 in Duitsland dat hij won.”
Barista-café
Het leven lacht Tijjani en Marina toe. Tijjani: “De stap naar de subtop hebben we overgeslagen. Ik zou het niet erg vinden om mijn carrière hier te eindigen.”
Marina heeft haar carrière even on hold gezet. “Ze hebben hier geen kraamverzorgsters, hier helpt familie vooral bij pasgeboren baby’s. Ik help soms meiden van ploeggenoten van Ti of van andere voetbalvrouwen die zwanger zijn. Dan denk ik wel: ik mis mijn werk.”
Tijjani: “Ik zei al eerder tegen jou: je kan dat hier ook opzetten.” Marina: “Daar heb ik over nagedacht, maar het probleem is dat ik niet weet hoelang we hier blijven wonen. Jouw vader zei: ‘Je moet je dromen nu uitdenken en over een paar jaar kun je die uitvoeren.’ Als ik jou niet had, dan had ik nu gewerkt. Dat heb ik altijd gedaan. Nu ben ik een soort tourgids in Milaan voor iedereen die langskomt.” Lachend: “De Duomo heb ik genoeg gezien, daar ga ik niet meer naartoe.”
Die dromen worden langzaam uitgestippeld. Marina: “Als jij met pensioen gaat, ben je misschien 35...”
Tijjani: “Ik hoop iets ouder.”
Marina: “Dan willen we graag samen een barista-café openen. Een cafeetje waar je lekker koffie kunt drinken. We nemen dan natuurlijk de Italiaanse invloeden mee. Of we zetten het in Italië op. Want stel: we zitten hier over vijf jaar nog en het bevalt zo goed, dan blijven we misschien wel hier.”
Voordat het barista-café geopend wordt, staat er eerst wat anders op het programma. Tijjani: “Ja, ik wil eerst nog even wat prijzen winnen als voetballer, hoor. En de ultieme droom is om weer met mijn broertje te kunnen spelen. Tegen elkaar is goed, maar ik hoop natuurlijk met elkaar.”