Word abonnee

Atletiek

Atletiek

Björn Koreman: Dromenjager

Het leven van marathonloper Björn Koreman (30) [...]
Het leven van marathonloper Björn Koreman (30) bestond uit drank en sigaretten. Vorig jaar verbaasde hij vriend en vijand door in zijn tweede marathon ooit ruimschoots de olympische limiet te lopen. Nu strijdt hij om een olympisch ticket. We legden hem vijf stellingen voor in aanloop naar de NN Mission Marathon Hamburg op 11 april. Drank en sigaretten maken meer kapot dan je lief is “Ik was een student die het studeren totaal niet serieus nam. Ik deed de Hotelschool in Breda, maar van donderdag tot zondag stond ik in de kroeg. En ik handbalde. Op dinsdag en donderdag trainden we en in het weekend was er een wedstrijd, maar die bestond vooral uit ‘de derde helft’. Op maandag was ik al bezig met waar we op donderdag zouden gaan stappen. In 2011 zat ik met mijn vader op een terras in Geertruidenberg. Hij zou de dag erna een tienkilometerloop doen in Breda. Ik had al wat drankjes op, sigaretje erbij, en zei met mijn grote mond: joh, ik doe morgen wel vijf kilometer mee. Dat was mijn eerste hardloopwedstrijd. Een jaar later ben ik gestopt met drinken. Nadat ik weer een paar avonden in de kroeg had gehangen, merkte ik dat dat leventje toch niet helemaal was hoe ik het voor me zag. Ik wilde gezonder worden. Het hardlopen heeft me extra gemotiveerd, en helemaal om te stoppen met roken. In mei 2013, nadat ik bij een wedstrijd vierde was geworden op de vijf kilometer, zat ik met mijn familie weer op het terras. Dit is mijn laatste pakje sigaretten, zei ik. De vijftien sigaretten die ik nog over had, heb ik allemaal opgerookt. En daarna heb ik er nooit meer één aangeraakt. Ik wist: als ik ooit het podium wil halen, moet ik nu stoppen met roken. 'Ik had al wat drankjes op, sigaretje erbij, en zei met mijn grote mond: ik doe morgen wel mee. Dat was in 2011 mijn eerste hardloopwedstrijd' Ik mis mijn losbandige leven totaal niet, had het hardlopen voor geen goud willen missen. Mijn leven bestaat nu uit hardlopen en werk, ik ben mede-eigenaar van een bedrijf dat een natuurlijke frisdrank maakt. De balans tussen die twee heb ik gevonden. Op dit moment besteed ik al mijn tijd aan hardlopen, herstellen en werken. In de weken voor een marathon loop ik 180 kilometer per week, dus er blijft niet veel tijd over voor andere dingen. Mijn lijf is veranderd in die jaren. Ik heb nooit de aanleg gehad om dik te worden, maar vind het nu soms lastig om te zien dat ik zo dun ben geworden. Ik ben 1,81 meter en weeg 63 kilo, bijna tien kilo lichter dan vroeger. Spijt van die periode heb ik zeker niet. Het heeft mij gevormd tot de persoon die ik ben. Ik heb laten zien dat het ook anders kan, dat niks onmogelijk is.” Helden Magazine 56 Het eerste gedeelte van het verhaal van Björn Koreman komt voort uit Helden Magazine 56, waar bondscoach van het Nederlands elftal: Frank de Boer zich uitspreekt over het WK in Qatar, Virgil van Dijk, de kansen van ‘zijn’ Oranje, Louis van Gaal, Guus Hiddink en zijn rol als vader van drie dochters. In deze editie is er wederom aandacht voor turnterreur. Renske Endel, Suzanne Harmes, Verona van de Leur en Gabriëlla Wammes, de turnsters van de Sportploeg van het Jaar in 2001 en 2002, deden tien jaar geleden voor het eerst een boekje open over het gedrag van hun trainers Gerrit Beltman en Frank Louter. Na de bekentenis van geestelijke en lichamelijke mishandeling door Beltman afgelopen zomer is de bom gebarsten én delen de oud-turnsters nogmaals hun schokkende verhalen. Ook in Helden Magazine 56 een uitgebreid interview met oud-voetbalster Anouk Hoogendijk over de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal en een loodzware bevalling. Noa Lang maakte afgelopen zomer de overstap van Ajax naar Club Brugge. En met succes. We legden hem stellingen voor. Nadine Visser werd opnieuw Europees kampioen indoor op de 60 meter horden, wat maakt haar zo goed? Daarnaast was Tom Boonen jarenlang de koning van het voorjaar. We spraken hem over Tom Dumoulin, cocaïne, immense druk en de kick van autoracen. Verder blikt Stanley Menzo terug op een roerig leven. Is Chantal van den Broek-Blaak in grote vorm, maar heeft ze besloten volgend jaar te stoppen als wielrenster. Doet bokser Peter Müllenberg zijn verhaal, deelt judoka Roy Meyer zijn levenslessen met Victoria Koblenko én Erben Wennemars is parkdirecteur tijdens De Droomzomer.  In ‘de dag dat alles misging’ blikt Rianne Schorel daarnaast terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Kika van Es in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Atletiek

Femke Bol: Niet te stuiten

Als iemand de titel ‘Doorbraak van het Jaar’ verdient, dan is het [...]
Als iemand de titel ‘Doorbraak van het Jaar’ verdient, dan is het wel Femke Bol. Waar ze in 2020 de 400 meter horden liep, won ze. En dan te bedenken dat de 20-jarige atlete pas twee jaar geleden koos voor het hordelopen. ‘Femke heeft alles in zich om een groot kampioen te worden. Ze is een ideale atlete voor de 400 meter horden, haar profiel is perfect. Wie deze tijden neerzet op zo’n jonge leeftijd kan nog veel bereiken.’ Coach Laurent Meuwly in de Volkskrant Stromen de huwelijksaanzoeken al binnen nu je zo hard bezig bent om naam te maken? Lachend: “Zo erg is het niet. Maar het is wel een issue dat het zo goed met me gaat, hè? Ik merk dat ik steeds bekender word, krijg steeds meer volgers op Instagram. Maar het is niet zo dat als ik over straat loop mensen zeggen: ‘Ben jij niet die atlete?’ Mijn vriendinnen appen me wel altijd als ze me weer hebben gezien. Ik kom ook voorbij in de bus in Amersfoort, daar hangt geregeld een afbeelding in van mij. ‘Ik kwam je weer tegen,’ krijg ik dan over de app. Niet zo lang geleden keek ik altijd met grote ogen als ik Dafne Schippers op tv zag en nu kom ik zelf ook ineens voorbij. Blijft raar.” Je werd gekozen als Europees atlete van de maand september en werd genomineerd voor de titel Beste vrouwelijke atlete van 2020. Alle wedstrijden die je afgelopen jaar liep, won je en niemand was sneller dan jij op de 400 meter horden. Waarom ben jij op dat onderdeel de ideale atlete? “Dat komt mede door mijn lengte. Ik ben 1,84 meter en heb heel lange benen. In vergelijking met andere atleten zijn de horden daardoor voor mij wat minder hoog. Het is door mijn lengte ook wat eenvoudiger om een goede paslengte en een goed ritme aan te houden tussen de horden. Veel van mijn kleinere collega’s zie je voor de ene horde afzetten met het linker- en de volgende met het rechterbeen. Ik hoef door mijn paslengte niet bij elke horde van opzwaaibeen te wisselen. Dat is een groot voordeel. Ik ben daarnaast ook nog eens dun en licht, weeg rond de 64 kilo. Ik hoef niet zoveel massa mee te nemen richting de finish. Al met al zorgt het ervoor dat mijn lichaam heel goed past bij de 400 meter horden.” Hoeveel pijn lijd je tijdens een race? “Het eerste stuk gaat altijd makkelijk, dan voel ik nog niets. Na 300 meter verandert dat. Dan komt de verzuring om de hoek kijken en moet ik m’n pasritme aanpassen van vijftien naar zestien passen tussen de horden. Door die aanpassing moet ik de negende van de in totaal tien horden ook nog eens met m’n verkeerde been nemen, wat inhoudt dat ik met rechts opzwaai in plaats van links. Maar in vergelijking tot een gewone 400 meter dringt op de 400 meter horden de pijn en verzuring veel minder tot me door. Mijn focus blijft voortdurend gericht op de volgende horde, ik ben bezig met mijn pasritme. Daardoor druk ik de verzuring en pijn naar de achtergrond. Pas als de laatste horde genomen is, voel ik dat m’n lijf niet meer wil. Maar dan is de finish dichtbij, komt de wil om te winnen om de hoek kijken. Die wil is sterker dan de pijn. Ik roep dan tegen mezelf: je moet blijven gaan, je moet blijven gaan! De ergste pijn voel ik eigenlijk pas achteraf, voor die tijd lijkt het wel of ik die pijn kan parkeren of blokkeren.” Krijg je tijdens een race nog wat mee? “Toen ik afgelopen zomer op Papendal het Nederlands record op de 400 meter horden aanscherpte tot 53,79 hoorde ik mijn coach roepen. Verder hoor ik weinig, maar op de een of andere manier hoor ik mijn coaches Laurent en Bram juist wel altijd. En mijn vader, die hoor ik ook altijd. Verder niemand.” Moet je veel doen om op je ideale gewicht te blijven? “Ik heb het geluk dat mijn lichaam niet veel vetten aanmaakt. Maar ja, ik ben ook pas twintig, hè. Ik zeg wel tegen mezelf dat ik op m’n voeding moet letten. De discipline opbrengen om eiwitshakes te nemen, maar ook om voldoende groente te eten. Ik ben afgelopen jaar op mezelf gaan wonen. In een topsporthuis, heel gezellig. Maar ik moest ook ineens voor mezelf gaan koken en dat vond ik moeilijk. Het was in het begin af en toe echt niet te eten wat ik maakte. Maar je ziet, ik heb m’n eigen kookkunsten overleefd. Gelukkig kan ik de hulp van voedingsdeskundigen en m’n coach inroepen.” Volgens je coach ben jij de toekomstige olympisch en wereldkampioen. Wat doet dat jou? “Het is af en toe maar moeilijk te begrijpen hoe snel het met me is gegaan. Pas anderhalf jaar geleden kwam ik erachter dat de 400 meter horden me heel goed lag. Ik dacht: hoe mooi zou het zijn om de olympische limiet voor Tokio te lopen? En nu duik ik steeds onder die tijd. Waar stopt dit? Ik werk er keihard voor, maar ik vind het nog altijd onwerkelijk dat ik zo hard kan lopen. Als ik voor een grote wedstrijd aan de start sta, schiet nog weleens door mijn hoofd: hoe kan het nou dat ik hier sta, dat ik dit kan?” 'Als ik voor een grote wedstrijd aan de start sta, schiet nog weleens door mijn hoofd: hoe kan het nou dat ik hier sta, dat ik dit kan?' ‘Femke was bereid om veel te geven. Maar ze was in die tijd een heel dun meisje. Ze had amper spieren en droeg nog een brille­tje. Vijf jaar later zie je een sterke, volwassen vrouw staan. Ze is voor niemand bang en heel taak­ gericht.’ Assistent-coach Bram Peters in de Volkskrant Is het genetisch bepaald dat jij het zo goed doet op de 400 meter horden? “Nou, mijn ouders hebben elkaar leren kennen op het voetbalveld. Mijn broer Jeroen, die vierenhalf jaar ouder is dan ik, ging op atletiek toen ik acht was en ik dacht meteen: dat wil ik ook. Tot m’n vijftiende heb ik alles ook uitgeprobeerd. Het werd steeds serieuzer. Toen ik in Arnhem ging trainen, moesten mijn ouders ook offers brengen. Ze moesten me telkens naar de training brengen. Maar volgens mij heeft het atletiekvirus ook grip op hen gekregen. Ze vinden het leuk om te volgen, ook als ik niet aan de start sta.” 'Ik was dun, mager en had een bril. Ik was een lange slungel. Maar je hoeft geen medelijden te hebben, hoor' Hoe was je jeugd als kind met een brilletje en amper spieren? Lachend: “Ja, ik was dun, mager en had een bril. Ik was een lange slungel. Maar je hoeft geen medelijden te hebben, hoor. Bewegen ging me goed af. Tijdens gym werd ik vaak als een van de eersten gekozen, omdat ik voor mijn leeftijd al lang was. Dat kwam goed uit met basketbal. En ik was fanatiek. Na school sportte ik veel met m’n vriendinnen, die bijna ook allemaal op atletiek zaten. Op m’n vijftiende werd m’n bril ingeruild voor lenzen. Dat was handiger toen ik veel meer ging sporten. M’n lenzen zijn wel essentieel, hoor. Veraf kan ik niet zo goed zien, dus dat zou niet handig zijn met hordelopen. Dan wordt alles een stuk vager en kan ik de tijden op het scorebord niet meer zien.” Ik wil je niet beledigen, maar ik las ook dat je in de jeugd niet aan hordelopen deed omdat jouw groeiende ledematen veel te klunzig waren om over horden te springen... Lachend: “Bram is heel direct, dat ben ik van hem gewend, hoor. En hij heeft gelijk, want ik ben best onhandig. Voordat ik met atletiek begon, zat ik op aanraden van de dokter op judo. Ik had bij een val tot twee keer toe mijn arm gebroken. Met judo zou ik valtechnieken leren, vertelde de dokter. Bram werd mijn trainer toen ik vijftien was, de grootste groeispurt had ik toen net achter de rug. Ik had nog niet zoveel beheersing over mijn nieuwe lichaam, was in die tijd al blij als ik een gewone ronde hard kon lopen zonder te vallen. Laat staan wat er was gebeurd als er horden op de baan hadden gestaan.” Pas in 2019 waagde je je aan de horden. Besloot je dat zelf? “We besloten tijdens de training ineens een keer de horden mee te nemen. Ik vond het meteen leuk en na overleg werd die training wat uitgebreid. Bram merkte dat mijn sprinttrainingen ook beter werden van de hordentraining en zo besloten we twee keer in de week een hordentraining toe te voegen aan mijn programma. Zo is het begonnen.” Hoe kijk je nu naar jezelf in de spiegel? “Ik ben een stuk gespierder geworden, zie mezelf nu als een echte atleet. Vroeger zag ik vooral een meisje. Nu zie ik iemand die heel hard heeft gewerkt aan haar lijf. Ik ben trots op het lichaam dat ik nu heb.” Hoe kijken je vriendinnen naar je? “Ik ben nog steeds Femke, hoor. Door het drukke programma zie ik hen wat minder vaak, ik zit vaak in het buitenland en woon nu in Arnhem, maar als ik ze zie is er niets veranderd. We hebben het nog gewoon lekker over de onnozele dingen in het leven, over series die we kijken. We raakten laatst bijvoorbeeld niet uitgepraat over de finale van Love Island. Over sport hebben we het amper. Ik vind het mooi om te zien hoe hun levens zich ontwikkelen. De meesten zijn bijna klaar met de universiteit.” Snappen je vriendinnen wat je doet? “Als ik naar Rome ga voor een Diamond League hebben ze nog weleens het idee dat ik lekker een paar daagjes op vakantie ga, terwijl ik niet heel veel van de stad zie. Maar ik merk tegelijkertijd dat ze proberen te begrijpen waar ik mee bezig ben. Vind ik fijn. Ze snappen heel goed dat ik soms ergens niet bij kan zijn of dat ik al vroeg weer weg moet.” Is het moeilijk om feestjes over te moeten slaan? “Ik weet dondersgoed waar ik de keuzes voor maak. Ik wil het maximale uit mijn sport halen en dat betekent dat ik concessies moet doen. Daar heb ik geen enkel probleem mee. Soms vind ik wel een middenweg. Dan kan ik bij een feestje zijn, maar ga ik eerder weg of kom ik wat vroeger. Ik heb niet het gevoel dat ik heel veel mis. En na het seizoen kan ik wel een keer tot het einde op een feestje blijven.” Is er verder nog ruimte voor afleiding? “Ik studeer communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Wageningen en dat doe ik in mijn eigen tempo. Het is lastig te combineren met mijn sport, maar ik wil me ook per se op dat vlak blijven ontwikkelen. En ik vind sudoku’s oplossen erg leuk. Even alles vergeten en alleen bezig zijn met die cijfertjes.” ‘Als je je laat opnaaien door wat iemand naast je doet, verlies je je focus en is het klaar. Je moet koel blijven. Dat doet Femke goed.’ Bram Peters in de Volkskrant Ben jij van jezelf zo’n koele kikker? “Helemaal niet! Ik ben van nature een denker en best wel een stresskip. Ik kan me over van alles en nog wat druk maken. Bram heeft me geleerd dat het geen zin heeft om me druk te maken over dingen waar ik zelf geen invloed op heb. Voorheen keek ik met atletiek vaak naar wat anderen deden. Zij zijn veel beter, dacht ik. Ik kon mezelf tegelijkertijd helemaal naar beneden praten. Mijn start was nooit mijn sterkste punt en vaak lag ik na 200 meter achteraan. Tijdens races kon ik dan een beetje in paniek raken. Maar ook als de wind anders stond dan ik had verwacht of als ik in een andere baan moest starten dan ik voor ogen had, kon ik van slag raken. Doordat ik met allemaal van dit soort randzaken bezig was, ging het een tijdje niet zo lekker. Ik verspilde energie. Bram heeft me echt bijgebracht om heel taakgericht bezig te zijn, hij is eigenlijk ook mijn mental coach. Ik durf wel te zeggen dat ik tegenwoordig tijdens de wedstrijd mentaal best sterk ben. Ik laat me niet snel meer afleiden, ben puur bezig met datgene wat ik moet doen. Sinds Bram me heeft geleerd van mezelf uit te gaan, geniet ik ook nog veel meer van mijn sport. Ik weet wat ik moet doen en hoe ik het moet doen. Doordat ik dingen heel goed inprent en visualiseer, voel ik me veel zekerder. Ik kan nu voor een wedstrijd ook echt even om me heen kijken in het stadion, genieten van de ambiance, de mensen in het stadion en de sfeer, en kijken hoe groot en mooi het stadion is waarin ik ga lopen. Dat het afgelopen jaar zo goed is gegaan, is voor een belangrijk deel ook te danken aan de mentale winst die we hebben geboekt.” Had je voorheen faalangst? “Dat niet. Ik was gewoon bang voor de 400 meter. Voor de tegenstanders. Maar ook voor de pijn die ik zou gaan voelen. Het rare is dat die pijn altijd meeviel. Ik was gewoon te snel geïntimideerd. Nu heb ik geleerd dat ik zodra ik het stadion betreed zelfverzekerdheid uit moet stralen. Ook op momenten dat ik wat minder in m’n vel steek, is het zaak dat ik dan maar acteer dat ik me goed voel. Kin omhoog. Zelfs als ik zelfvertrouwen acteer, merk ik al dat ik me beter voel dan wanneer ik het mindere gevoel toelaat.” Bestaat er zoiets als koudeoorlogsvoering op de 400 meter horden? “Het is bij ons niet zoals bij die sprinters die elkaar proberen te intimideren en hele toneelstukken opvoeren voor de start. Ik merk dat op de 400 meter horden de atleten elkaar het succes best wel gunnen. Het komt misschien ook omdat ik nog maar net kom kijken. Ik heb het nog niet echt op kunnen nemen tegen de Amerikaanse atleten. Door de coronapandemie hebben ze afgelopen jaar niet aan wedstrijden meegedaan. Ik ben benieuwd hoe ze gaan doen tegen mij als we elkaar tegenkomen.” Merk je al dat er anders naar je wordt gekeken? “Ik merkte vooral dat mijn tegenstanders zoiets hadden van: waar komt zij nou ineens vandaan? De beste seizoenstijden op de 400 meter horden werden allemaal door mij gelopen in 2020, dus dat zal hen hebben verbaasd. Ik werd voor zover ik weet niet met de nek aangekeken, ze vinden het eerder knap wat ik doe.” ‘Technisch valt er nog een hoop bij te schaven. Ze brengt te veel tijd in de lucht door. Omdat ze zo lang is zweeft ze er makkelijk, maar ook te hoog overheen. Soms wel dertig centimeter te hoog. Het moet allemaal nog wat agressiever en dichter op de horden.’ Laurent Meuwly in de Volkskrant Het kan nog veel harder dan jouw pr van 53,79 dus. “Ik ben nog maar twintig, waar je op de 400 meter horden doorgaans juist wat oudere meiden de snelste tijden ziet lopen. Het kan allemaal dus nog veel beter. Mijn techniek is echt nog voor verbetering vatbaar. Komt ook doordat ik nog niet zo lang bezig ben met hordelopen. Het ziet er allemaal nog niet zo mooi uit. Daar hamert Laurent ook veel op, we doen veel oefeningen om mijn techniek te verbeteren. Maar het is al veel beter dan vorig jaar, toen zweefde ik voor m’n gevoel minutenlang over die horden. Wat helpt, is dat ik goed naar mijn trainingsmaatjes kan kijken. Ramsey Angela heeft echt een schitterende techniek. Met Bram en Laurent kijk ik ook geregeld naar video’s van mezelf. Het gevoel is vaak heel anders dan de werkelijkheid. Soms ben ik heel enthousiast, roep ik dat het heel goed ging. Bram zegt dan geregeld: ‘Kijk het maar even terug.’ En dan blijkt dat het helemaal niet zo goed was.” Afgelopen tijd is er ook flink gesleuteld aan de eerste 200 meter van jouw race, toch? “Klopt. Het voordeel van hordelopen is dat de race in heel veel stukjes te knippen is. De tijd tussen elke horde is te meten en je kunt dus precies zien waar het beter moet. Het is eigenlijk een grote puzzel die we proberen op te lossen. Een jaar geleden was in elk geval duidelijk dat ik vooral in de eerste fase van mijn race veel tijd liet liggen.” Nadine Visser is ook een jonge Nederlandse hordeloopster die wereldtop is, weliswaar op de 100 meter. Heb je wat aan haar? “Zij traint ook op Papendal, dus we komen elkaar veel tegen. We trainen niet samen omdat zij een sprintster is en dus anders traint dan ik, maar haar techniek is geweldig. Nadine wordt geregeld als voorbeeld gebruikt als we op filmpjes bekijken hoe je over de horden moet gaan. We komen elkaar niet alleen tegen op Papendal, maar ook tijdens wedstrijden. Maar het is niet zo dat we uitgebreid over techniek praten. Uit nieuwsgierigheid vertellen we elkaar wel waar we mee bezig zijn op de training, maar het is ook weer niet zo dat ik haar om hulp vraag.” Je noemde net al even Dafne Schippers, naar wie je vroeger met grote ogen keek. Ook haar maak je nu van nabij mee. “Ja, ik zie Dafne vaak op Papendal. We trainen niet in dezelfde groep, maar spreken elkaar wel geregeld. Dafne is een superlieve meid. Ze kwam meteen naar me toe toen ik op Papendal ging trainen, zei: ‘Als je ergens hulp bij nodig hebt of tips wilt hebben, zeg het dan tegen me. Want ik wil je altijd helpen. Ik heb alles meegemaakt en nog veel meer, dus je mag altijd naar me toe komen.’ Daar werd ik best een beetje stil van. Zo mooi.” 'Dafne Schippers kwam meteen naar me toe, zei: 'Als je ergens hulp bij nodig hebt of tips wilt hebben, zeg het dan tegen me. Want ik wil je altijd helpen.' Zo mooi' ‘Ze zal nooit de sterkste worden, het is geen sprintster. Maar ze kan wel iets meer spieren erbij gebruiken. Over twee tot drie jaar zal ze er een stuk sterker uit­ zien. We willen het niet te snel veranderen. Je moet wennen aan een nieuw lichaam. Eén kilo per jaar is genoeg.’ Laurent Meuwly in de Volkskrant Komt het jou ergens wel goed uit dat de Olympische Spelen een jaar zijn uitgesteld? “Als ik zie hoeveel ik de afgelopen maanden vooruit ben gegaan, dan denk ik dat ik ook de komende maanden nog progressie kan boeken. In dat opzicht is het dus wel mooi meegenomen. Ik hoop dat ik snel tegen de toppers uit Amerika en Jamaica kan lopen, om te zien waar ik sta in vergelijking met hen.” Door je lange benen heb je maar vijtien passen nodig tussen de horden, waar de concurrentie er meestal zestien of zeventien nodig heeft. Doel is om naar veertien passen te gaan. Hoe ga je dat in godsnaam voor elkaar krijgen? “Daarvoor moet ik in de eerste plaats nog wel wat sterker worden. Dan kan ik grotere passen gaan maken. Lea Sprunger, de Zwitserse Europees kampioen met wie ik vaak train, doet nu al veertien passen, en dat levert, als je het echt beheerst, energiewinst en dus meer snelheid op. Ik denk dat het in de toekomst mogelijk is, omdat vijftien passen tussen de hordes me nu eigenlijk best makkelijk af gaat. Er komt wel een flinke aanpassing bij kijken als ik naar veertien passen ga. Dan moet ik namelijk de hele tijd van been wisselen als ik over de hordes ga. Mijn mindere been moet ik dus ook eerst ontwikkelen. Die is al veel beter aan het worden, maar ik kan hem nu nog niet een hele race op volle snelheid gebruiken.” Het wereldrecord van Dalilah Muhammad staat op 52,16. Heb je die tijd als een soort van heilige cijfercombinatie opgeslagen in je hoofd? “Nee. Ik denk dat die tijd ook niet heel lang meer staat als wereldrecord. Ik denk dat de Amerikaanse toppers, naast Dalilah is dat Sydney McLaughlin, allebei binnenkort in de 51 gaan lopen. Zij zijn momenteel een klasse apart. Sydney is een half jaar ouder dan ik, werd al tweede op het WK en loopt nu al laag in de 52 seconden. Dat is anderhalve seconde onder mijn persoonlijk record. Bizar hard. Dalilah en Sydney zijn echt nog een stap verder dan ik. Mijn dromen zijn nu vooral heel realistisch. Nog niet zo lang geleden droomde ik van deelname aan de Spelen. Nu heb ik 53,7 als pr en kan ik over een olympische finale gaan dromen.” Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Femke Bol komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Wil Carsten Nienhuis naar de Olympische Spelen als alpineskiër en ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Atletiek

Kimberly Alkemade: ‘Now or Never’

Kimberly Alkemade verloor op achtjarige leeftijd [...]
Kimberly Alkemade verloor op achtjarige leeftijd haar moeder en haar linkeronderbeen bij een ernstig busongeluk. Drie jaar geleden had ze een baan in de zorg en nog nooit aan atletiek gedaan. Inmiddels behoort ze tot de snelste paralympische sprinters van Nederland. Dit is haar bijzondere verhaal. Kimberly Alkemade kan de datum nog zo oplepelen. Het was 17 oktober 2017 toen ze bij Only Friends in Amsterdam meedeed aan een paralympische talentendag. Een paar maanden eerder had ze van een orthopedische instrumentenmaker een tweedehands sportbladen gekregen. Gewoon om eens uit te proberen. Ergens in haar onderbewustzijn wist Kimberly nog hoe het als kind was geweest om met twee benen te kunnen rennen, maar ze had geen idee meer hoe dat voelde. Dankzij die bladen kon ze voor de eerste keer in negentien jaar weer een rondje om het huis joggen. Er ging een wereld voor haar open. Tot dan toe had ze wel recreatief gesport maar nooit echt met een doel. Ze besloot te gaan trainen voor de Ladies Run in Eindhoven. “Ik liep te hard van stapel waardoor ik soms even moest wandelen. Toch wist ik de vijf kilometer in dertig minuten te volbrengen. Ik had zelfs nog een eindsprint in huis.” Kimberly was nieuwsgierig naar haar mogelijkheden met de sportbladen en reisde af naar de talentendag in Amsterdam. Ze bleek overduidelijk aanleg te hebben voor atletiek. “Ik ging ervan uit dat ik het advies zou krijgen om bij een lokale club te beginnen met trainen. Maar in plaats daarvan kreeg ik aan het einde van de dag een briefje in mijn handen gedrukt waarop stond dat ik geschikt werd bevonden voor de Nederlandse selectie para-atletiek. Op dat moment was ik 27 jaar en had een baan in de zorg. Ik wist dat ik deze kans niet nog een keer zou krijgen. Het was now or never. Mijn vriend en ik keken elkaar aan en zeiden: We gaan dit doen!” Zo veranderde het leven van Kimberly van de ene op de andere dag totaal. En niet voor het eerst. Gereanimeerd In de zomer van 1998 ging de achtjarige Kimberly samen met haar ouders en twee broers met een georganiseerde busreis op vakantie naar Spanje. Ter hoogte van het Franse Montélimar ging het gruwelijk mis. De buschauffeur viel in slaap achter het stuur en botste frontaal op in file rijdende auto’s. “Mijn moeder en ik zaten rechts voorin op de bovenverdieping. Mijn moeder kwam klem te zitten en overleed. Ik werd uit de bus geslingerd en belandde honderd meter verderop in de berm. Er was sprake van een traumatische amputatie. Toen de politie me vond, had ik al geen linkeronderbeen meer. Het was heel kritiek, ik had nog amper bloed in mijn lichaam. Eigenlijk was het de bedoeling dat de traumahelikopter me naar het ziekenhuis van Lyon zou brengen, waar een speciale trauma-afdeling was. Maar in plaats daarvan brachten ze me naar het dichterbij gelegen Valence, wat slechts tien minuutjes vliegen was. Hadden ze dat niet gedaan dan had ik het niet gered. Ik was de hele tijd buiten bewustzijn, heb er gelukkig niets van meegekregen of gevoeld. Vier jaar geleden heb ik in Frankrijk de kinderarts opgezocht die me destijds heeft geopereerd. 'Mijn moeder en ik zaten rechts voorin op de bovenverdieping. Mijn moeder kwam klem te zitten en overleed. Ik werd uit de bus geslingerd' Ik wilde zijn kant van het verhaal horen, hoe hij het allemaal had ervaren. Ondanks dat mijn leven aan een zijden draadje hing, had hij het gevoel dat ik het ging redden, vertelde hij me over het moment dat ik op een brancard het ziekenhuis werd binnengereden. Ik onderging een bloedtransfusie en werd meerdere keren gereanimeerd. De arts en zijn team slaagden erin mijn leven te redden.” Helden Magazine 54 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kimberly Alkemade komt voort uit Helden Magazine nummer 54.  In de 54ste editie van Helden sieren Ronald en Bartina Koeman de cover van het eindejaarsnummer. Ze vertellen uitgebreid over de roerige periode die ze achter de rug hebben. Ronald verruilde het Nederlands elftal voor FC Barcelona, ze werden voor het eerst opa en oma, maar kampten ook allebei met ernstige gezondheidsproblemen. Naast het verhaal van Ronald en Bartina Koeman lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo eren ploeggenoten Suzanne Schulting, Yara van Kerkhof en Rianne de Vries hun vriendin, in de Ode aan Lara. Daarnaast spraken we Patrick Lefevere over de afschuwelijke crash van zijn topsprinter Fabio Jakobsen, is Sven Kramer begonnen aan zijn ‘last dance’, vertelt Stefan de Vrij over het geheim achter zijn succes én lees je een dubbelinterview met de blikvangers van het Nederlandse hockey: Jorrit Croon en Maria Verschoor. Ook in de 54ste editie van Helden spraken we onze Held van het Jaar, Harrie Lavreysen over dikke benen en slapen in een dwangbuis. Gingen Erben Wennemars en Marlou van Rhijn op audiëntie bij de koning van de marathon: Eliud Kipchoge én verteld Esther Vergeer over hoe haar lang gekoesterde kinderwens uitkwam en ze dit jaar werd geconfronteerd met borstkanker. Verder legt onze Heldin van het Jaar: Anna van der Breggen uit waarom ze volgend jaar heeft besloten te stoppen en spraken we wereldkampioene Ceylin del Carmen Alvarado over de liefde, het geloof, looks en racisme. Daarnaast bracht Helden een eerbetoon uit aan een van de beste NBA-basketballers ooit: Kobe Bryant, lees je een reconstructie over de turnvendetta, behaalde Henk Gemser vele successen als schaatscoach en autocoureur Alessandro Zanardi verteld over zijn pech als mens. Victoria Koblenko ging langs bij hockeyinternationaal Terrance Pieters en staan we stil met Sari van Veendendaal in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Atletiek

Coronaproof

Het was even flink schakelen. We zouden een extra dik zomernummer [...]
Het was even flink schakelen. We zouden een extra dik zomernummer van Helden maken waarin al het moois wat ons te wachten stond in de maanden juni, juli en augustus voorbij zou komen. Al maanden van tevoren hadden we het magazine in de steigers gezet, interviewafspraken met sporters waren gemaakt. Maar toen was daar het coronavirus. Het EK voetbal, de Olympische Spelen en de Tour de France werden uitgesteld. Uiteraard logisch, maar het zorgde er ook bij ons voor dat oorspronkelijke plannen de prullenbak in konden. Tegelijkertijd wilden we toch een dubbeldik nummer maken voor al die mensen die ondanks de coronapandemie toch ‘gewoon’ Helden wilden lezen in hun vakantie of vrije tijd. En van Helden verwachtten zij uiteraard dezelfde kwaliteit van verhalen en fotografie als voorheen. Maar ja, de sporters zaten binnen tijdens de lockdown. Hoe hun toekomst eruitzag, konden ze niet vertellen. De situatie tussen een interview via Skype of Zoom en het moment van publiceren kon al drastisch veranderd zijn, realiseerden we ons. En we wilden niet twee maanden in de winkel liggen met verhalen die al waren achterhaald door weer een nieuwe realiteit. Daarnaast waren de bijzondere fotoshoots die onze lezers van ons gewend zijn ook een no go tijdens de lockdown. Ook wij besloten terug te grijpen op de rijke sporthistorie. Tal van memorabele sportgebeurtenissen vieren in 2020 namelijk een jubileum. Zo is het vijftig jaar geleden dat Feyenoord als eerste Nederlandse club de Europa Cup 1 won. We gingen terug in de tijd met Rinus Israel, aanvoerder destijds. Het is veertig jaar terug dat Joop Zoetemelk als tweede en laatste Nederlander de Tour de France won en het is 35 jaar na zijn wereldtitel op de weg. Joop konden we uitgebreid spreken over die Tour en dat WK. Veertig jaar geleden ging ook voor tal van sporters hun olympische droom in rook op. Oud-hockeyster Elsemieke Havenga blikt terug op de Spelen van 1980 in Moskou die werden geboycot door de hockeyers. Dertig jaar geleden bleek Mike Tyson niet onoverwinnelijk. En Andre Agassi verloor dat jaar de finale op Roland Garros, maar belangrijker vond hij het dat zijn toupet bleef zitten. Een kwart eeuw geleden won Ajax als laatste Nederlandse club de Champions League. In een twintig pagina’s tellend interview met Louis van Gaal spraken we niet alleen over die zege, maar over de afgelopen 68 jaar van zijn leven. Pieter van den Hoogenband en zijn partner in crime en coach Jacco Verhaeren pakten twintig jaar terug tot twee keer toe olympisch goud in Sydney en kijken uitgebreid terug op die Spelen en wat eraan voorafging. In 2000 leek het Nederlands elftal ook op weg naar de Europese titel, nog wel in eigen land. Tot die absurde halve finale tegen Italië die verloren ging. Onder andere Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert blikken met verslaggever Robert Heukels uitgebreid terug op die gemiste kans. Met John Heitinga gingen we tien jaar terug in de tijd, naar het WK in Zuid-Afrika. Wat waren ‘we’ dichtbij de wereldtitel… Gelukkig werden de coronaregels vlak voor onze deadline versoepeld. Daardoor konden we Louis van Gaal gelukkig nog fotograferen voor de cover. We gaven elkaar een ‘elleboog’ ter begroeting en hielden voortdurend minimaal anderhalve meter afstand. En doordat aan de lockdown een einde kwam, konden we ook de sporthelden van nu het podium geven dat zij verdienen. Voetbalster Jackie Groenen konden we interviewen en dankzij KPN fotograferen in het Rijksmuseum, windsurfer Kiran Badloe spraken we face to face over zijn strijd met maatje en concurrent Dorian van Rijsselberghe om hem vervolgens in een mooi kostuum te fotograferen in zee. Chris Froome deed uitgebreid zijn verhaal aan verslaggever Raymond Kerckhoffs. Merijn Zeeman, sportief directeur van Team Jumbo-Visma, vertelde over zijn ambities en de geheimen van het succes achter de succesvolle wielerploeg. Tot slot was fotograaf Paul Raats bereid tien portretten uit zijn bijzondere fotoproject Tokyo2020 met Helden te delen. Paul volgde de afgelopen jaren tal van sporters die wilden schitteren op de Spelen, maar die nu nog een jaar langer moeten wachten. Van Ranomi Kromowidjojo tot Harrie Lavreysen, van Marit Bouwmeester tot Ferry Weertman. We spraken hen ook allemaal over de afgelopen periode en hoe hun weg naar de Spelen er nu uit gaat zien. Daarnaast bood Helden in samenwerking met Stichting Gilat zieke kinderen die door het coronavirus geen bezoek konden ontvangen, de kans om hun vragen af te vuren op hun helden. Marit Bouwmeester, Justin Kluivert, Matthijs de Ligt, Vivianne Miedema, Suzanne Schulting, Tess Wester en Epke Zonderland zeiden meteen ‘ja’ tegen de uitnodiging. Een verslag van die gesprekken is ook in deze editie te vinden. Al met al is de extra dikke zomereditie, het 52ste nummer van Helden, een schitterende mix geworden van verleden en heden, met helden van toen en nu. Het is een Helden voor jong en oud, en een (Vaderdag)cadeau voor man en vrouw. Een Helden waar we, ondanks de omstandigheden en het feit dat ook wij ons deze (sport)zomer heel anders hadden voorgesteld, heel trots op zijn. We zijn al begonnen deze bijzondere Helden te delen via Blendle, Tijdschrift.nl en onze social mediakanalen. Maar het fijnst is natuurlijk nog altijd om het nummer echt in handen te hebben. Graag horen we of we erin geslaagd zijn om een Helden te maken die ‘coronaproof’ is. Veel leesplezier. Jasper Boks, hoofdredacteur Helden

Atletiek

Laura & Lisanne de Witte: ‘Een uniek duo’

Samen veroveren ze de wereld. De zussen Laura [...]
Samen veroveren ze de wereld. De zussen Laura (23) en Lisanne (26) de Witte komen allebei uit op de 400 meter. Helden ging naar Heiloo voor een goed gesprek met het vrolijke, uitgesproken en dynamische duo over kleding, vloggen, blauwe plekken en gekke mensen. Een dag niet gevlogd is een dag niet geleefd Lisanne: “Het is in elk geval lekker rustig als we een dag niet vloggen.” Laura: “Dat scheelt weer editen, ja.” Lisanne: “We zijn met vloggen begonnen om wat terug te doen voor onze sponsors. Het is voor ons een leuke manier om alles terug te kijken wat we doen. Het kan ook handig zijn om vlogs te zien van de training.” Laura: “We krijgen best veel reacties op onze vlogs. Als het een tijdje stil is op ons YouTube-kanaal, vragen mensen: ‘Waar blijven jullie?’ Wat ik leuk van het vloggen vind, is dat mensen ons op een andere manier leren kennen.” Zit bij jullie het vloggen constant in het achterhoofd? Laura: “Nou, we denken er juist vaak te laat aan. Zijn we ergens, kijken we elkaar aan en zeggen we: o jee, vlogcamera vergeten.” Lisanne: “Heb je ‘m nu trouwens mee?” Laura lachend: “Nee, vergeten…” Lisanne: “Nou, zo gaat het dus altijd.” Maken jullie een script voordat jullie aan de slag gaan? Lisanne: “We denken er wel een beetje over na. Als we samen ergens heen gaan, film ik bijvoorbeeld de heenreis en dan geef ik de camera door aan Laura voor dag twee.” Wat vindt jullie coach Sven Ootjers ervan? Laura: “Het vloggen heeft geen invloed op onze training of prestaties, hoor.” Lisanne: “Sven heeft de camera het liefst zelf in z’n handen. Hij filmt ons sowieso al heel vaak tijdens de trainingen. Hij gebruikt dat om technische details terug te kunnen kijken. Het gaat er niet heel streng aan toe binnen onze trainingsgroep. Plezier is belangrijk. Die losse aanpak werkt bij ons goed. Ik heb een trainingssituatie meegemaakt waar het er heel serieus aan toe ging, waar ik me afvroeg of ik wel mocht lachen. Dit werkt beter voor mij. Tijdens het lopen zijn we echt wel serieus bezig. En als het even niet goed gaat, dan grijpt Sven gerust in.” Image is everything Lisanne: “In deze tijd is het wel een beetje zo dat wat je presteert bijna net zo belangrijk is als hoe je je presenteert. Je moet van alles wat hebben om op te vallen. We krijgen geregeld de vraag waarom we make-up opdoen voor we gaan hardlopen.” Laura: “Voor wedstrijden besteden we aandacht aan ons uiterlijk. We vinden het fijn om goed verzorgd voor de dag te komen.” Lisanne: “Er staan camera’s op ons gericht, de wedstrijden worden uitgezonden, dan kun je er maar beter leuk uitzien toch? Op onze vlog zijn we trouwens ook weleens zonder make-up te zien, hoor. Ha, we vergeten weleens dat iedereen dat ook kan zien en dat die fragmentjes uit onze vlog worden gehaald en, zoals laatst, op tv worden uitgezonden.” Lisanne: ‘Er staan camera’s op ons gericht, de wedstrijden worden uitgezonden, dan kun je er maar beter leuk uitzien toch?’ Jullie vallen ook op omdat jullie zussen zijn en allebei op de 400 meter uitkomen. Is het weleens vervelend dat jullie altijd in één adem genoemd worden? Lisanne: “Ik vind het juist leuk.” Laura: “Ik heb er ook geen problemen mee.” Lisanne: “Bij de EK in Berlijn won ik brons, maar Laura kwam nog meer in beeld dan ik omdat ze helemaal uit haar dak ging op de tribune. Mooi toch? Wij zijn een uniek duo. In het buitenland noemen ze ons ‘The Twins’.” Laura: “Dat zijn we niet, ik ben drie jaar jonger. Als we zeggen dat we geen tweeling zijn, is er ongeloof. ‘Maar jullie lijken zo op elkaar,’ horen we dan.” Wij vliegen elkaar constant in de haren Lisanne: “Nu mag jij een keer als eerste reageren, Lau…” Laura: “Begin je nu al weer zo? Vroeger hadden we wel vaak mot, maar nu niet meer. Toen we allebei nog thuis woonden, waren we niet altijd heel erg blij met elkaar. Sinds zij het huis uit is, nu een jaar of drie geleden, en ik nog wel thuis woon, gaat het beter.” Daarom rennen jullie zo hard, omdat jullie in de jeugd altijd achter elkaar aan zaten… Lisanne: “Ja, als jij kleding van me jatte, moest ik wel weer achter je aan.” Laura: “Jij had ook zoveel kleding, ik kon gerust wat van je lenen.” Lisanne: “Vergeet ook niet dat toen we allebei nog thuis woonden, eerst ik in de puberteit zat en dus Laura irriteerde en dat daarna Laura in de puberteit kwam.” Laura: ‘Lisanne is mijn Google. Best makkelijk als iemand overal de antwoorden op heeft. Pas als jij het niet weet, ga ik het zelf uitzoeken’ Helden Magazine 46 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura & Lisanne komt voort uit Helden Magazine 46 waar Tom Dumoulin de cover siert. Dumoulin vertelt over zijn huwelijk en hoe hij besloot het plan om helemaal voor de Tour te gaan in 2019 aan te passen ‘’De Giro winnen is fantastisch, maar trouwen gaat verder dan dat’’. Verder in de 46ste editie van Helden, Lieke & Sanne Wevers vertellen openhartig over de moeilijke tijd, baanwielrenner Harrie Lavreysen over goud op het WK en de Spelen in Tokio, oud-voetballer Jaap Stam blikt terug op voorgaande hoofdstukken in zijn leven, wielrenner Fabio Jakobsen, beachvolleybalsters Marleen van Iersel & Joy Stubbe, oud-basketballer Michael Jordan, voetbaltrainer José Mourinho, Cor van der Geest over zijn zoons Elco en Dennis, turner Casimir Schmidt, voetballer Dusan Tadic, en Victoria Koblenko ging langs bij coureur Tom Coronel. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop. .

Atletiek

Alida van Daalen: ‘Wie het laatst lacht…’

Alida van Daalen lijdt aan pigmentziekte [...]
Alida van Daalen lijdt aan pigmentziekte vitiligo. De sport was voor de dochter van oud-atlete Jacqueline Goormachtigh een reddingsboei. In 2020 hoopt ze als kogelstoter of discuswerper mee te doen aan de Spelen in Tokio. De VPRO volgt haar en negen andere beloften met een olympische droom online. Helden kijkt mee. Vitiligo. De zestienjarige Alida van Daalen lijdt aan de pigmentziekte, waardoor haar huid de zon niet goed verdraagt. Vanaf haar vijfde woonde Alida een aantal jaar in Suriname, het land van haar moeder; oud-atlete Jacqueline Goormachtigh. Maar in de tropische zon liep Alida bijna dagelijks tweedegraads brandwonden op. Reden voor de familie om uiteindelijk terug te verhuizen naar Nederland. “Door die huidziekte gaat mijn pigment weg en daarom heb ik allemaal witte plekken op mijn huid. Het zit over m’n hele lichaam, maar vooral op mijn benen, knieën en armen. ‘Ik heb krantenstukjes over mijn moeder gevonden. En de Playboy, waar ze ooit als allereerste atlete instond’ Toen ik terugkwam uit Suriname viel het extra op. Want ik was heel erg bruin geworden en daar staken die vlekken tegen af. Ik raakte mijn zelfvertrouwen kwijt. Kon er ook niet goed over praten. Op school werd ik gepest. Dan noemden ze me bijvoorbeeld koe. Of oma, omdat ik witte haren kreeg door het pigmentverlies. Het was moeilijk om er mee om te gaan. Maar ik raakte eraan gewend en ik realiseer me amper dat ik het heb. Alleen wanneer mensen zeggen: ‘Wat heb je op je benen? Dan denk ik: o ja, ik heb het nog.” De sport speelde in dat proces van acceptatie een belangrijke rol. “In het begin durfde ik tijdens wedstrijden niet in korte broek te lopen, maar nu wel. Omdat ze me binnen de atletiek altijd hebben geaccepteerd zoals ik ben. Toen ik ook nog eens goed bleek te zijn heb ik mijn zelfvertrouwen weer kunnen opbouwen en nu sta ik waar ik sta en ben ik wie ik ben.” Helden Magazine 43 Het eerste gedeelte van het verhaal van Alida van Daalen komt voort uit Helden Magazine 43 waar Max Verstappen de cover siert. Verstappen is nog maar twintig en overal waar hij komt, heerst gekte. Wat als hij wereldkampioen wordt? Verder in de 43ste editie van Helden, alleskunner Mathieu van der Poel over vader Arie, Peter Sagan en meer, de Amsterdamse Kroonjuwelen Donny van de Beek, Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt, turner Epke Zonderland, Sepp Blatter, volleybalvrouwen Anne Buijs & Robin de Kruijf, golfer Joost Luiten, voetballer Neymar, Karsten Kroon wil het theater in met zijn vriendin, hockeyers Rizwan Muhammad, Rashid Mehmood en schaatsster Heather Bergsma-Richardson, golfsurfster Eveline Hooft, de Nederlandse 3x3 basketballers, wielrenster Ellen van Dijk, oud-voetballer John van ’t Schip over PEC Zwolle, Marco van Basten en Johan Cruijff en Barbara Barend ontmoet Sherida Spitse en haar vrouw, Jolien. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Atletiek

Dafne Schippers: ‘De trein moet soms even stilstaan’

Het leven van Dafne Schippers is volledig [...]
Het leven van Dafne Schippers is volledig veranderd sinds ze drie jaar geleden de meerkamp verruilde voor de sprint. Waar de tweevoudig wereldkampioene en winnares van olympisch zilver gaat, keren hoofden als vanzelf om. En niet alleen in Nederland. Dat is wennen. we spreken haar in aanloop naar het EK in Berlijn (7 - 12 augustus). Lachend: “Ik ben er wel achter dat ik geen robot ben.” Je hebt een nieuwe vriend lazen we in de roddelbladen. De naam is Sammie. Lachend: “Nou, mijn nieuwe vriend is een Australian shepherd. Sammie is een teefje trouwens, dus het is eerder m’n nieuwe vriendin.” Sammie heeft haar eigen Instagram-account, met meer dan 2000 volgers. “Ik kan m’n eigen Instagram wel helemaal volgooien met foto’s van m’n hond, maar ik denk niet dat mijn volgers dat allemaal even leuk vinden. Vandaar deze oplossing.” Zorgt zij voor de broodnodige afleiding? “Zij geeft mij veel ontspanning. Heerlijk. Ik kom thuis en er loopt een vrolijke pup rond.” Jouw leven is de afgelopen drie jaar, nadat je de meerkamp verruilde voor de sprint, natuurlijk ontzettend veranderd. Merk je dat je het nodig hebt afleiding te zoeken? “Ik wil af en toe m’n zinnen verzetten. Door Sammie vergeet ik heel even m’n sport. Ik vind het leuk om haar op te voeden, dingetjes met haar te doen en lekker te wandelen.” Is er ruimte voor andere hobby’s in je leven? “Nee, ik ben zo’n beetje 24 uur per dag atleet. Dat kan niet anders als ik me op dit niveau staande wil houden.” Is Sammie er ook tegen de eenzaamheid? Knikkend: “Het is soms best eenzaam om topsporter te zijn. Dan kom ik in m’n hotelkamer of thuis na een zware dag trainen en, ja, daar zit je dan.” ‘Het is soms best eenzaam om topsporter te zijn. Dan kom ik in m’n hotelkamer of thuis na een zware dag trainen en, ja, daar zit je dan’ Heb je veel vriendinnen? “Ik heb er een paar. Ik heb niet heel veel tijd om af te spreken helaas, vaak moeten ze het doen met een appje waarin ik vraag hoe het gaat. Het is een andere vriendschap en contact dan mensen gewend zijn. Ik heb niet een heel grote vriendenkring overgehouden, maar dat vind ik ook niet erg. Ik heb een paar goede vriendinnen en die zijn heel belangrijk voor me.” Foto Heel veel mensen zouden graag met jou willen ruilen, maar is het ook weleens moeilijk om in jouw schoenen te staan? “Zeker! Ik ben van nature namelijk iemand die liever op de achtergrond blijft.” En dan heb je in 2015 ook nog eens de overstap gemaakt van de meerkamp naar de sprint. Meer op de voorgrond kun je niet treden. Lachend: “Ja, lekker handig, hè? Op de baan voel ik me prima, maakt het me niet uit dat iedereen naar me kijkt. Maar daarnaast... Nee, daar is het voor mij niet altijd even makkelijk.” Je bent de afgelopen drie jaar van iemand die redelijk anoniem over straat kon getransformeerd in iemand die wereldwijd bekend is. Zijn er lessen voor om met die plotselinge heldenstatus om te gaan? “Nee. Hoe ik het doe, weet ik eigenlijk ook niet. Ik probeer gewoon mezelf te zijn, mezelf te blijven en zo goed mogelijk met alles om te gaan wat op m’n pad komt. Ik heb m’n weg daarin moeten zoeken, dat heeft wat tijd gekost. Vaak is het heel leuk, die aandacht, geeft het me positieve energie. Maar iedereen is bijvoorbeeld weleens chagrijnig. Maar voor m’n gevoel kan ik eigenlijk niet chagrijnig zijn als ik naar buiten ga. Weten die mensen veel, die zijn allemaal enthousiast als ze me zien. Ik kan op dagen dat ik even iets minder in m’n vel zit moeilijk tegen iedereen roepen: ga weg, zoek het uit! Zo ben ik niet. En ik wil al helemaal niet arrogant overkomen.” Wat voor dingen maak je mee? “Als ik boodschappen doe, hoor ik constant m’n naam om me heen fluisteren. Je merkt dat mensen elkaar aanstoten en me na kijken. ‘Kijk, dat is Dafne Schippers,’ hoor ik dan. Dan denk ik: ja jongens, ik ben het, ik weet het. Als ik in Arnhem over straat loop, gebeurt het ook dat ze m’n naam schreeuwen. Maar ik ga ook weer niet telkens reageren. Gisteren zat ik even op een terrasje met Sammie. Even lekker rustig een kopje koffie drinken. Dacht ik. Een man zag me en was meteen heel enthousiast. Heel leuk. Maar hij bleef een uur lang tegen me aanpraten. Het was bijna moeilijk een slok van m’n koffie te nemen. Dat soort dingen gebeuren. En ik maak ook vaak mee dat mensen stiekem foto’s van me nemen. Ik denk dan: vraag het gewoon even. Ik ben echt niet de moeilijkste. Als mensen me vragen om een foto of selfie, dan vind ik dat bijna altijd prima. Maar dat zogenaamde stiekeme, want ik zie het echt wel als iemand z’n telefoon op afstand voor zich houdt, is een beetje vervelend. Ach, het went allemaal, vaak merk ik het al niet eens meer.” Lachend: “Behalve als ik chagrijnig ben, dan zie ik alles.” Zijn er momenten dat je besluit even binnen te blijven? “Ik probeer mensen niet te veel te ontwijken, maar het gebeurt natuurlijk wel dat ik besluit thuis te blijven. Soms wil ik even rust of heb ik geen behoefte om te praten of te lachen.” Hebben de randzaken de afgelopen jaren veel energie opgeslokt? “Vooral in het begin. Ik heb nu m’n weg gevonden, hou steeds meer energie over voor het sprinten.” Na de Spelen in Rio kwamen alle drukte en stress van de voorgaande anderhalf jaar er uit bij je, las ik. “Het was niet de makkelijkste periode, nee. Maar ik heb er ook heel veel van geleerd. Ik ben echt sterker van die zware periode geworden.” Krijg je op mentaal vlak hulp? “Nog niet echt. Ik praat veel met de mensen om me heen, met het team waarmee ik werk. Wellicht zal ik dat team in de toekomst uitbreiden.” Jouw ouders, zus en broer zijn ook vaak aanwezig bij belangrijke wedstrijden. Wat is hun rol? “Zij zijn de stabiele factor. Zij zorgen voor die fijne omgeving, bij hen valt alle spanning van me af. Mijn familie is heel belangrijk voor me.” Jouw broer Derek is ook jouw manager. Hoe druk heeft hij het? Lachend: “Ze noemen Derek niet voor niets Chef Nee. Er komen heel veel verzoeken binnen. Derek moet voor mij op de rem trappen. Dat vinden wij ook jammer, hoor. Maar ik kan nu eenmaal niet overal ‘ja’ op zeggen. Sport staat op de eerste plaats, ik heb gewoon heel weinig tijd. Toen ik de overstap maakte van de meerkamp naar de sprint, in 2015, was ik alleen maar oververmoeid. Er kwam zo ontzettend veel op m’n bordje. De verzoeken stroomden binnen, iedereen wilde wat van me. Doordat ik meteen succesvol was, werd ik ineens overal herkend. Daarnaast moest ik ook de weg vinden als sprinter, op en naast de baan. Alles was nieuw. Het vrat energie, zoveel dat ik m’n trainingen niet meer goed kon doen.” Je bent ook een ‘merk’. Ben je heel erg bezig met hoe je over wil komen? “Nee, ik kom juist goed over door mezelf te zijn, denk ik. Ik ben wie ik ben.” Fanmail Alles over jou is nu ook nieuws. Als je een vriendje hebt, staat dat in de krant... Lachend: “En ook als ik een hond heb! Alles wat ik doe, wordt uitgelicht. Iedereen heeft een mening over me. Ik moet het accepteren, anders kost het me te veel energie.” Ben je erdoor veranderd? “Nou, ik let natuurlijk wel meer op wat ik zeg. Ik gooi er af en toe de rem op bij mezelf. Dat klinkt misschien stom, maar het is wel zo.” Gaat die rem er nog weleens af? “In het bijzijn van familie wel. Daarbuiten is dat best lastig.” Is er ook nog ruimte voor een man in jouw leven? Lachend: “Daar is altijd ruimte voor! Als het komt, komt het. Zo denk ik altijd.” Maar een anonieme date is er voor jou niet bij. Lachend: “Ja, dat kan ik vergeten. Er zijn altijd wel camera’s op me gericht.” Er zijn individuele sporters die een relatie uitstellen tot na hun sportcarrière. Begrijp je dat? “Makkelijk is het niet, maar ik denk wel dat het mogelijk is. Als die persoon er om te beginnen maar wel begrip voor op kan brengen dat ik ook op hoog niveau sport en dat daar dus een bepaald levenspatroon bij hoort.” Je hebt ook nog twee jaar aan de pabo gestudeerd, had nu ook als lerares voor de klas kunnen staan. Sta je er weleens bij stil hoe bijzonder jouw leven is? “Misschien sta ik daar af en toe wel te weinig bij stil.” Je bent geen onderwijzeres geworden, maar bent wel een rolmodel voor kinderen. “Dat kinderen geïnspireerd raken van en door mij vind ik misschien wel het allermooiste.” Krijg je veel fanmail? “Zo! Heel veel wordt naar m’n ouders gestuurd. Of naar de atletiekunie. En weet je dat het merendeel van de fanmail uit het buitenland komt?” Slow motion Heb je ergens de afgelopen drie jaar spijt gehad dat je de meerkamp achter je hebt gelaten? “Nooit. Ik heb er ook best lang over nagedacht.” Het werd vaak bestempeld als een keuze tussen het hoofd, de sprint, en het hart, waar de meerkamp lag. Klopt dat? “Eh, nou, zo zou ik het toch niet helemaal bestempelen. Ik heb lang getwijfeld. In de periode dat ik twijfelde, raakte ik tijdens het hoogspringen geblesseerd aan m’n knie. Sinds m’n zestiende kampte ik al met problemen met m’n kniepees. De artsen hebben altijd gezegd dat die knie nooit meer helemaal goed zal komen. Die blessure in het voorjaar van 2015 was voor mij doorslaggevend, toen realiseerde ik me dat ik nooit op de toppen van m’n kunnen zou kunnen presteren op de meerkamp. Tegelijkertijd wist ik dat ik veel talent had voor de sprint. Ik had het geluk dat ik überhaupt kon kiezen.” En je had als meerkampster in 2013 ook al een bronzen WK-medaille gewonnen, dat scheelde misschien ook. “Maar dat neemt niet weg dat er als meerkampster veel meer in me had gezeten dan eruit is gekomen. Daar staat weer tegenover dat ik weer heel veel mooie nieuwe doelen heb teruggekregen.” Wat waren jouw verwachtingen toen je in 2015 definitief voor de sprint koos? “O, dat vond ik heel lastig in te schatten. Ik was wereldtop op de meerkamp en hoopte ook mee te kunnen in de top bij de sprinters. Dat was heel spannend. De sprint, dan heb je het over een heel ander concurrentieniveau. Het was zo fijn dat ik al zo snel na de overstap de bevestiging kreeg dat ik ook als sprinter de top kon halen.” Wat voel jij eigenlijk als je sprint? “Het klinkt tegenstrijdig, maar als ik sprint lijkt veel juist in slow motion te gaan. Niet alles, want mij ontgaan ook delen van de race. En mijn tegenstanders zie ik niet, maar ik weet precies waar ze zijn. Het is een heel vreemde waas. Ik hoor niets, zie wel iets, maar ook weer niet echt.” Is sprinten voor jou ook het ultieme gevoel van vrijheid? “Jazeker.” En welk gevoel geeft winnen jou? “Het is de bekroning voor wat ik doe en het leven dat ik leid. Ik heb er heel bewust voor gekozen om voor honderd procent te leven voor m’n sport. Dan is het heel fijn als dat zo nu en dan wordt beloond.” Is sprinten ook leuk als je wel het maximale uit jezelf haalt, maar desondanks niet als eerste over de finishlijn komt? “Dat verschilt per situatie... Ik wil natuurlijk heel graag winnen.” Jij gooide na het winnen van olympisch zilver op de 200 meter kwaad je spike op de baan. Dat begreep niet iedereen. “De Spelen in Rio waren voor mij heel zwaar. Twee dagen voor de belangrijkste race van m’n leven, de 100 meter, raakte ik geblesseerd. Mijn reactie na die 200 meter kwam voort uit een opeenstapeling van emoties in die week. En daar kwam na de finish nog het gevoel bij dat ik het net niet had gered. Alles kwam er toen uit. Het was veel meer dan boosheid vanwege een tweede plek.” Tweede is toch ook mooi, zijn mensen vaak geneigd te denken. Knikt: “Iedereen is heel positief over me, veel mensen vinden het heel bijzonder wat ik doe. Maar als het om de verslaggeving van atletiekwedstrijden gaat, dan kan iedereen wel een voorbeeld nemen aan de BBC. Bij de BBC gaan ze zo respectvol om met de atleten en hun prestaties. Neem mijn vijfde plek dit jaar bij de WK indoor op de 60 meter. Bij de BBC vonden ze dat geweldig. ‘Een vijfde plek in dit wereldveld op de 60 meter is fantastisch.’ Alleen maar lovende woorden. In Nederland werd het bestempeld als een ‘teleurstellende vijfde plek’.” Het went blijkbaar heel snel dat ‘we’ iemand hebben die medailles wint op de sprint. Moeten we daar met z’n allen wat meer van genieten? “Ik denk het wel. En voor mezelf geldt dat overigens ook, hoor. Ik moet zelf ook wat meer genieten van wat ik presteer.” Hoe leer je genieten? Lachend: “Dat moet ik nog leren! Nee hoor, zo erg is het niet. Maar als ik een medaille win, ben ik meteen alweer bezig met het volgende doel. Dat is soms wel jammer. Ik moet er wat meer stil bij staan hoe bijzonder het is wat ik doe.” Dat zeggen alle winnaars. “Is ook zo. Tussen zeggen dat je ergens van geniet en het ook werkelijk doen, daar zit een verschil tussen. Succesvolle sporters zeggen vaak ook dat het besef dat ze iets groots hadden gepresteerd pas jaren later kwam. Misschien komt het dus nog. Soms is het goed om tegen mezelf te zeggen: wacht even. De trein moet soms even stilstaan. Even ontspannen, genieten en daarna weer door. Soms vergeet ik dat een beetje.” Even terug naar de reactie in de Nederlandse pers op jouw vijfde plek op de 60 meter bij het WK indoor. Wat denk jij dan? “Ik denk alleen: typisch Nederlands.” In november besloot je te reageren op de column van oud-hockeyer Jacques Brinkman in De Telegraaf. “Mij totaal ongegrond beschuldigen van dopinggebruik. Misselijkmakend!” twitterde je. “De uitspraken die hij deed, kun je echt niet zomaar maken. Not done. Ik heb tegen m’n broer gezegd: dit kan echt niet. We hebben even goed besproken hoe ik zou reageren.” Nederland nam het massaal voor je op na die stoot onder de gordel. “Ja, gelukkig was ik niet de enige die vond dat je zulke opmerkingen niet zomaar kunt maken. Het was wel fijn om te merken dat iedereen achter me stond.” Cool Wat is er sportief gezien mogelijk voor jou? “Heel veel. Weet je wat het lastige is? Ik ben al wereldkampioen, op papier heb ik nog één groot doel: olympisch kampioen worden. Maar ik heb geen invloed op wat m’n tegenstanders doen. Als ik een supergoede race loop op de Spelen en ik word tweede, dan kan ik mezelf niets verwijten. Kijk, ik kan alleen maar werken aan dingen waardoor ik beter word, naar anderen moet ik niet kijken. Mijn ultieme doel is olympisch goud. Maar dat heb ik dus niet volledig in eigen hand. Daarom is mijn primaire doel: mezelf verbeteren, zodat ik op de Spelen mijn beste ‘ik’ kan laten zien.” En die winst is nog steeds vooral te behalen op de start? “Nee, winst kan nog op elk vlak worden geboekt. Doordat er zo de nadruk op wordt gelegd, hebben mensen misschien het idee dat ik voornamelijk aan m’n start werk. Zo is het natuurlijk niet. Ik werk aan elk puzzelstukje.” We vergeten soms dat je nog maar net sprinter bent, dat je drie jaar terug nog meerkampster was. Knikt: “Dat groeiproces moet ik helemaal doormaken en daar zit ik nog in. Daarom heb ik er alle vertrouwen in dat alles straks helemaal op z’n plek gaat vallen.” Lig je weleens wakker van de sport? “Jawel. Maar volgens mij liggen heel veel mensen weleens wakker van hun werk, toch?” Eliud Kipchoge, de koning van de marathon, stond in de vorige Helden en haalde jou aan als voorbeeld voor alle atleten die denken in barrières. ‘Dafne is een blanke die kan sprinten. Een blanke kan ook een wereldrecord lopen op de marathon. Waarom niet? Kijk naar Dafne.’ Merk je dat jij collega-sporters de ogen opent? “Ik laat zien dat het kan, inderdaad. Als je iets heel graag wilt, kun je dat bereiken. Dan maakt het niet uit welke huidskleur je hebt, dat je groot of klein bent. Ik hoop met mijn prestaties vooral kinderen te overtuigen dat alles mogelijk is als je ergens voor gaat en in gelooft.” Wie is jouw voorbeeld geweest? “Die had ik niet echt. Maar ik bewonder wel altijd mensen die op de toppen van hun kunnen presteren. Voor mij is Usain Bolt altijd heel erg inspirerend geweest. Maar ik vind het bijvoorbeeld ook heel leuk om de Nederlandse handbalsters te volgen. Of de voetbalsters.” 'Ieder mens vindt het op z'n tijd toch leuk om te horen dat hij of zij een leuk persoon is? Ik word er blij van als iemand dat tegen me zegt' Wat is het mooiste compliment dat je de afgelopen drie jaar hebt gekregen? “Poeh... Nou, het mooiste vind ik het om te horen dat ze me als mens waarderen. Ieder mens vindt het op z’n tijd toch leuk om te horen dat hij of zij een leuk persoon is? Ik word er blij van als iemand dat tegen me zegt.” Je bent ook nog gewoon een jonge vrouw van 25 met haar onzekerheden en geen robot... Lachend: “Nee, ik ben er wel achter dat ik geen robot ben. Het is niet zo dat je bij mij op een knopje drukt en dat ik vervolgens als vanzelf prestaties lever.” 'Soms moet ik er iets meer bij stilstaan dat het heel cool is wat ik doe en heb bereikt' Wat is het leukste om Dafne Schippers te zijn? “Ik mag dagelijks hardlopen! Ik doe mee op het allerhoogste niveau op de sprint. Echt een bijzonder gevoel. Soms moet ik er iets meer bij stilstaan dat het heel cool is wat ik doe en heb bereikt.” Helden Magazine 42 Het verhaal van Dafne Schippers komt voort uit Helden Magazine 42 waar ze de cover siert. Schippers leeft onder een vergrootglas sinds dat ze in 2015 voor de sprint koos. En dat is wennen. ‘’Ik ben er wel achter dat ik geen robot ben’’ Verder in de 42ste editie van Helden, is er veel aandacht voor de Tour de France. Topsprinter Dylan Groenewegen, eerste Nederlandse Tourwinnaar Jan Janssen, superster Peter Sagan en Servais Knaven, ploegleider van Chris Froome komen allemaal voorbij in het Tourgedeelte. Dirk Kuyt blikt terug op zijn carrière, Ranomi Kromowidjojo over goud, het geloof en nog meer, hockeysters Lidewij Welten en Frédérique Matla over het WK Hockey, motorcrosser Jeffrey Herlings, oud-voetballer Glenn Helder en Barbara Barend ontmoet Hans van Breukelen. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Atletiek

Eliud Kipchoge: ‘Succes ligt voorbij de pijngrens’

Eliud Kipchoge (33) is de man to beat op [...]
Eliud Kipchoge (33) is de man to beat op de marathon. Helden ging bij De Filosoof langs in Kenia in aanloop naar de marathon van Londen (22 april), waar hij het op gaat nemen tegen die andere grootheden van het langeafstandlopen: Kenenisa Bekele en Mo Farah. Een gesprek over pijn, politiek en Dafne Schippers. In het gras en de bomen ligt en hangt sport­ kleding te drogen in de brandende zon. Het is elf uur ’s ochtends en de thermometer is de dertig graden al ruimschoots gepasseerd. De atleten hebben de schaduw opgezocht, zitten op witte plastic tuinstoelen onder de bomen. Rond zonsopgang hebben ze ruim twee uur lang getraind, ze herstellen nu van de inspanningen en in de namiddag gaan ze opnieuw kilometers maken. De atleten wonen met elkaar in een kamp in Kaptagat, het plaatsje in Kenia op 2200 meter boven zeeniveau dat zo’n beetje op de evenaar ligt en met het nabijgelegen Eldoret en Iten geldt als de vruchtbaarste grond wat het zaaien van marathonlopers betreft. Ze maken allemaal deel uit van het NN Running Team. Het eerste professionele marathonteam ter wereld, bestaand uit zestig atleten uit vijftien landen, werd vorig jaar geïntroduceerd door NN Group, Nike en Global Sports Communication met als doel elkaar naar grotere hoogte te stuwen. In het kamp zijn bouwvakkers druk bezig een nieuwe vleugel met appartementen te bouwen. Eerder is ook al een waterleiding aangelegd, waardoor de ijzeren deksel voort­ aan op de gevaarlijke, diepe put voor het hoofdgebouw kan blijven liggen. Goed gedrag Eliud Kipchoge, regerend olympisch kampi­oen op de marathon, is een van de atleten in het kamp. Aan alles is te zien dat hij de natuurlijke leider is. De anderen kijken naar hem. Het is niet dat de 33­-jarige atleet met de borst naar voren rondloopt of dat hij het hoogste woord heeft. Absoluut niet zelfs. Maar zijn prestaties zorgen ervoor dat wanneer Eliud spreekt, de rest luistert. “Ik ben absoluut niet de baas, hoor, probeer alleen te helpen,” zegt Eliud bescheiden als we hem vragen naar zijn rol binnen het team. ‘Egoïsme is het grote probleem in de wereld. Op een dag krijg je de beloning voor goed gedrag’ “De dag dat ik mijn coach Patrick Sang ontmoette is misschien wel het belangrijkste moment in m’n leven. Patrick is niet alleen al mijn hele carrière m’n trainer, hij is ook mijn levens­ coach. Op mijn beurt wil ik heel graag mijn kennis met anderen delen. Ik hoop dat ze beter worden dan ik ooit ben geweest.” Tijdens trainingen wijken atleten als Geoffrey Kamworor, winnaar van de marathon van New York in 2017, en tweevoudig wereld­ kampioen Abel Kirui nauwelijks van zijn zijde. Hij voedt dus zijn eigen concurrenten op. Eliud knikt: “Wij zeggen in Kenia: als je niet met verlies om kunt gaan, dan kun je ook niet genieten van je sport.” Maar individuele topsporters moeten toch ook vaak een beetje egoïstisch zijn? Eliud buigt naar voren. “Egoïsme is het grote probleem in de wereld. Er zijn veel te veel mensen die alleen met zichzelf bezig zijn. Ik geloof erin dat als je mensen helpt je daar uiteindelijk het gelukkigst van wordt. Het gaat mij er in de eerste plaats om om een goed mens te zijn. Op een dag word je beloond voor goed gedrag. Daar hoop ik in elk geval op.” Hij heft zijn vinger. “Het is trouwens een misvatting dat marathonlopers individuele sporters zijn, die tijd is echt voorbij. Tenminste, als je de top wilt bereiken. Ik voorspel dat de atleten van het NN Running Team de toon zullen zetten op de marathon. Ze zullen al de grote marathons winnen en op de WK’s en Spelen de medailles pakken. Iedereen zal geschokt zijn tot wat wij in staat zijn als we onze krachten bundelen. Door elke dag samen te trainen gaat het niveau heel erg omhoog. Alle jongens in het team rennen harder dan ze ooit hebben gedaan. En we zijn pas een jaar bezig, hè. Mijn rol is ook om de jonge jongens daar op te wijzen, dat ze elkaar moeten helpen om het maximale eruit te halen. Ik probeer iedereen bij elkaar te houden. Ja, er kan er uiteindelijk maar één winnen. Daarom leer ik de jongens verlies te accepteren.” Corveediensten Alle grote marathons hebben hem bovenaan hun verlanglijstje staan, er worden flinke sommen aan startgeld geboden. Eliud heeft het prima voor elkaar, hij is misschien wel de beroemdste sporter van Kenia, rijdt in een mooie auto en heeft een groot huis, waar hij met zijn vrouw en drie kinderen woont. Toch kiest hij er vrijwillig voor om vijf dagen per week in het kamp te logeren en er een kamer­ tje te delen met een van z’n collega’s. En hij werkt keurig zijn corveediensten af. Net als iedereen moet ook de olympisch kampioen af en toe het toilet schoonmaken, het gras maaien of de maaltijd verzorgen. “Ik kan ervoor kiezen om elke avond naar huis te rijden, naar mijn gezin. Maar het is beter om hier te zitten, omdat hier alles draait om hardlopen. Thuis is er veel meer afleiding. In het weekend ben ik bij m’n vrouw en kinde­ren, doordeweeks bel ik ze elke dag als ze uit school komen. Ik loop ook hard voor de toekomst van mijn kinderen.” Als het aan Eliud ligt, gaan dochter Lynne van elf en zoons Griffin en Gordon van zeven en vier hem achterna. “Ik moedig hen aan ook hard te gaan lopen, omdat ik hen een mooi en goed leven toewens. Ik weet wat hardlopen mij heeft gebracht. Vrijheid. Rust. Natuurlijk voel ik m’n spieren, maar in m’n hoofd ben ik vrij. Het is de 21ste eeuw, er is zoveel aflei­ding, maar als ik ren, ben ik echt gelukkig.” Zendeling Zijn bijnaam luidt De Filosoof, in het kamp zit hij geregeld met zijn neus in de boeken. “Ik ben rustig, denk goed over dingen na, kom misschien over als een wijs man. Ik lees graag over politiek, zaken en leiderschap. Op mijn beurt laat ik me inspireren door mensen die een verschil hebben gemaakt.” Oud­-topvoetballer George Weah werd in januari dit jaar gekozen als president van Liberia, hardloopicoon Haile Gebrselassie bemoeide zich in het verleden met de politiek in Ethiopië. Eliud weet welke vraag er komen gaat, schudt bij voorbaat al lachend zijn hoofd. “Ik heb niet echt politieke ambities. Ze bewonderen me in Kenia misschien als sport­ man, maar ik denk niet dat ze tegen me op zullen kijken zodra ik me met politiek bemoei. Wat ik wil is mijn naam gebruiken om mensen te helpen. Ik wil de filosofie van hardlopen over de hele wereld verkondigen. Soms geef ik geld zodat kinderen hun school kunnen betalen. Na mijn hardloopcarrière wil ik mijn eigen foundation beginnen, mensen – vooral jongeren ­ het belang van sport bijbrengen, vertellen dat ze door hard te lopen gelukkig kunnen zijn en langer kunnen leven. Het zorgt ook voor verbondenheid. Je rent samen, krijgt er vrienden door. Er is heel wat werk aan de winkel, gelet op de onrustige politieke situatie in de wereld op dit moment. Eliud knikt. “De Brexit in Europa, de politieke situatie in Amerika, politieke onrust in delen van Azië, landen in Afrika waar mensen elkaar naar het leven staan. Op elk continent zijn er andere opvattingen, de mensen in Europa kijken weer heel anders tegen zaken aan dan Aziaten. Ik droom van een tijd waarin mensen het beu zijn om negatief te denken. En wat te denken van alle stress, in deze tijd moet alles steeds beter en sneller. Als iedereen zichzelf ’s ochtends de tijd gunt om een half uurtje hard te lopen, dan zijn alle problemen zo de wereld uit. Daar ben ik echt van overtuigd. Wie hardloopt voelt zich goed, is vrolijk, positief en heeft geen zin om ruzie te maken. En je blijft ook nog eens langer leven.” Het NN Running Team, waarvoor ook Kenenisa Bekele en Nederlands beste marathonloper Abdi Nageeye uitkomen, dient als lichtend voorbeeld. Eliud zegt lachend: “Ethiopiërs, Aziaten, Europeanen, Kenianen; we helpen elkaar omhoog.” Pijngrens Eliud begon al op heel jonge leeftijd met hardlopen. Elke dag rende hij ’s ochtends drie kilometer naar school en ’s middags weer terug naar de boerderij van zijn ou­ders. “In Kenia is het normaal dat kinderen naar school rennen.” Om de familie te helpen ging hij buiten schooltijd geregeld op de fiets naar de markt om melk te verkopen. Eliud leek voorbestemd ook boer te worden. Totdat Patrick Sang, in de jaren negentig wereldtop op de steeplechase, hem ontdekte. In 2003 werd hij wereldkampioen veld lo­pen bij de junioren. Datzelfde jaar debu­teerde hij bij het WK op de baan. Op zijn achttiende stuntte Eliud met goud op de 5000 meter in Parijs, bleef in de eindsprint Hicham El Guerrouj en Kenenisa Bekele voor. Op de Spelen van 2004 pakte hij brons op de 5000 meter achter de twee mannen die hij een jaar eerder had geklopt. En vier jaar later was het olympisch zilver op dezelfde afstand, achter Bekele. Na het missen van de Spelen van 2012 maakte Eliud de overstap naar de weg en daarop kwam zijn talent nog beter tot z’n recht. Hij liep in 2013, bij zijn debuut op de marathon, meteen een parkoersrecord van 2.05,30 in Hamburg. Bij zijn tweede marathon in Berlijn, ook in 2013, werd hij tweede, 38 tellen achter Wilson Kipsang die een wereldrecord van 2.03.23 liep. Daarna waren er in Rotterdam (2014), Chicago (2014), Londen (2015), Berlijn (2015), Londen (2016) en Berlijn (2017) alleen nog eerste plaatsen. En hij pakte de enige nog ontbrekende olympisch medaille in Rio: goud op de marathon. Het was niet zo vreemd dat Nike bij Eliud uitkwam voor het project Breaking2. Het sportmerk wilde na jaren van voorbereiding laten zien dat het mogelijk was een marathon binnen twee uur te lopen. Eliud ging in de ochtend van 6 mei 2017 samen met Zersenay Tadese en Lelisa Desisa van start op het Formule 1­circuit van Monza. Waar de andere twee het tijdschema al snel los moesten laten, bleef Eliud lang op koers. Een vlak en strak parcours, razend­ snelle hazen die elkaar afwisselden, speciale sportdrank, hypermoderne schoenen en aerodynamische strips op de benen ten spijt slaagde Eliud er net niet in om de barrière te slechten. Hij finishte in 2.00.25. “Ik vond het een geweldig project. Ik wilde iedereen laten zien dat als je ergens echt in gelooft, je het voor elkaar kunt krijgen. Hoewel het me net niet lukte om de marathon binnen twee uur af te leggen, heb ik toch laten zien dat het onmogelijke toch echt mogelijk is.” Zijn tijd werd niet erkend als wereldrecord, omdat het geen officiële wedstrijd betrof. De tijd die nog altijd in de boeken staat als toptijd is de 2.02.57 die Dennis Kimetto op 28 september 2014 in Berlijn liep. Het persoonlijk record van Eliud is acht tellen langzamer, gelopen in Londen 2016. “Mijn doel is om het wereldrecord een keer te verbreken,” zegt Eliud. Eliud denkt dat ook bij een officiële marathon binnen afzienbare tijd sneller dan twee uur gelopen gaat worden. “Het is niet zo dat het menselijk lichaam zo’n tijd niet aankan. De blokkade zit in het hoofd. Mensen die in de sport dingen hebben gepresteerd van wie niemand dacht dat het kon, blonken uit doordat zij wel heel sterk geloofden dat ze het onmogelijke waar konden maken. Mensen zijn gewend om in onmogelijkheden te denken. Nou, als je denkt dat iets toch niet gaat lukken, dan gebeurt het ook niet. Wat hardlopen betreft: als jij niet gelooft dat je een bepaalde tijd kunt lopen, verkrampen de spieren al.” Eliud buigt voorover op z’n witte tuinstoel en vervolgt zijn betoog. “Je hebt lichamelijke en mentale pijn. Natuurlijk doet het pijn om zo hard te lopen, maar je moet een manier vinden om die pijn uit te schakelen, om door die pijngrens heen te gaan. Als dat je lukt, dan zijn de mogelijkheden ook onbegrensd. Succes ligt voorbij de pijngrens. Je moet denken: die pijn is tijdelijk, straks krijg ik er heel mooie dingen voor terug. De mensen die bang zijn voor die pijn, gaan Het Beest ook niet verslaan. Van lichamelijke pijn ben je zo weer af, maar mentale pijn is dodelijk voor een atleet. Marathon is een mindgame.” Dafne Schippers Het gesprek komt op Dafne Schippers, de enige blanke vrouw die overeind blijft in de door donkere atleten gedicteerde sprintwereld. Ze won sinds 2015 twee wereldtitels en olympisch zilver op de 200 meter, WK­ zilver en brons op de 100 meter. “Dafne is het bewijs dat je niet in grenzen moet denken, dat is mede waarom ze zo goed is. Zij heeft zich niet neergelegd bij de gedachte dat een blanke niet kan winnen van donkere sprinters. Kijk eens hoe goed Dafne is op de 100 en 200 meter,” stelt Eliud. Meteen haalt hij de oude discussie aan dat de marathonlopers uit Kenia en Ethiopië onverslaanbaar zijn. “Marathon­ lopers moeten net zo denken als Dafne. Ja, van huis uit hebben de langeafstandlopers uit Kenia en Ethiopië een voorsprong doordat ze al van jongs af aan hardlopen. Maar die achterstand is in te halen als je leeft en traint op de juiste manier. Het is hetzelfde als de achterstand die wij in Afrika hebben met voet­bal op de Europese landen. Jullie voetballen al vanaf jullie vijfde, krijgen goede training. Als wij goede faciliteiten en coaches hebben, kunnen we het gat dichten, maar het begint ermee dat een Afrikaans jongetje ook gelooft dat hij een heel goede voetballer kan worden. Er zijn genoeg hardlopers uit Europa en Azië die naar Kenia komen om te trainen. Zij leven en trainen op onze manier en lopen harder dan ze ooit hebben gelopen. Kijk naar die jon­gen die onlangs het Europees record pakte.” Eliud bedoelt Sondre Norstad Moen, die in december in Japan 2.05.48 liep. Drie tenoren Eliud leeft toe naar een nieuwe, grote uit­ daging. Op zondag 22 april zullen de ogen weer op hem gericht zijn. En niet alleen op hem. Tijdens de marathon van Londen verschijnen gelijktijdig de drie tenoren van het langeafstandlopen aan de start. Eliud, olympisch kampioen marathon, winnaar van acht van de negen marathons waarin hij van start ging en volgens velen de beste marathon­ loper van zijn generatie, zal het opnemen tegen Kenenisa Bekele, drievoudig olympisch kampioen, wereldrecordhouder op de 5000 en 10.000 meter en de een na snelste marathonloper met een tijd van 2.03.03, en Mo Farah, viervoudig olympisch kampioen op de 5000 en 10.000 meter. Bij elkaar won het trio achtmaal olympisch goud en twaalf wereldtitels. Daarnaast doen ook nog Abel Kirui, tweevoudig wereldkampioen marathon, en Ghirmay Ghebreslassie, wereld­ kampioen marathon 2015 en winnaar van de marathon van New York in 2016, mee. Het is de wedstrijd waar de atletiekwereld voor gaat zitten. De marathon leeft als nooit tevoren, er wordt harder gelopen dan ooit. Eliud wordt weleens bestempeld als de Usain Bolt van de klassieke afstand. Hij glimlacht, is de eerste die aangeeft dat hij heel anders in elkaar steekt dan de Jamaicaanse showman die houdt van het leven in de schijnwerpers. “Ik prefereer een low­profile leven. Maar wel een low­ profile leven met een grote impact.” Helden Magazine 41 Het verhaal van Eliud Kipchoge komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’. Verder in de 41ste editie van Helden, voetbaltrainer Phillip Cocu over zijn indrukwekkende carrière, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, de zusjes Smulders over de wereldtop van de BMX, voetballer Kevin de Bruyne, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter, de paravolleyballers over hun droom de paralympische Spelen in Tokio en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.