Word abonnee

Column

Column Jasper: Wachten op de titel die iedereen Grol gunt

door: Jasper Boks
14 april 2015

14 april 1985

Henk Grol viert vandaag zijn dertigste verjaardag. De judoka is al jarenlang wereldtop in de klasse tot honderd kilo. Nu wordt het echt tijd om te oogsten.

Goran Ivanišević werd jarenlang de beste tennisser genoemd die nooit een Grand Slam-titel won. In 2001, vlak voor zijn dertigste verjaardag, won hij dan toch Wimbledon. Iedereen gunde hem de titel.
Hetzelfde geldt een beetje voor Henk Grol. Hij is al jaren een van de beste judoka’s in zijn gewichtsklasse, die tot honderd kilo. Sterker, misschien is hij al sinds 2008 de beste van allemaal. Tal van medailles heeft hij thuis, maar er zitten er maar weinig van goud tussen. Probleem is dat de beste judoka niet altijd wint, één tel onoplettendheid en het kan voorbij zijn.

Op zijn palmares staat de Europese titel uit 2008. En verder? Drie keer zilver, in 2009, 2010 en 2013, op het WK. Drie maal zilver op het EK in precies dezelfde jaren. En er was twee maal brons op de Spelen, in 2008 en 2012. Tal van de keren dat het 'net niet' was, kon de judoka een blessure aanvoeren als excuus. Neem de WK in Rotterdam in 2009, zijn knie begaf het al in de eerste partij. Grol gaf niet op, haalde met één been de finale, maar verloor daarin. Hij had over die fysieke ongemakken kunnen beginnen, maar dat deed hij nooit. Hij wees altijd naar zichzelf. Het was zijn eigen fout.

'De ene naar de andere judoka trakteerde hij op ippon'

In de Helden die nu in de winkels ligt doet Henk Grol als altijd zonder omwegen zijn verhaal in de vaste rubriek ‘De dag dat alles misging’. Hij had het over de Spelen van 2008, het toernooi waar hij als 23-jarige olympisch kampioen had kunnen – misschien wel moeten – worden. Hij kwam net kijken in zijn klasse, was overgestapt uit de klasse tot 90 kilo. De ene na de andere judoka trakteerde hij op ippon. In de halve finale ging hij opnieuw op jacht naar een vol punt, maar zijn tegenstander nam hem over. Grol verloor, pakte daarna nog wel brons.

“Van de manier waarop ik in 2008 olympisch goud door m’n vingers heb laten glippen, kan ik nog gillend wakker worden. Vier jaar later heb ik mezelf in Londen tekortgedaan doordat ik mezelf te veel druk en spanning heb opgelegd. In de aanloop was ik ook weer geblesseerd geraakt: een slijmbeursontsteking in m’n knie, die chronisch werd. Drie weken voor de Spelen bleef ik tijdens een trainingsstage met m’n grote teen in de mat hangen. Die brak en scheurde ook bijna af. Hij hing er nog net aan en moest gehecht worden. In Londen zaten die blessures nog in m’n hoofd. Dat leidde af en kostte veel energie.

'Indirect geven ze met zo'n opmerking aan dat ze me niet als kampioen zien'

“Intussen is het ongelofelijk dat ik geen olympische en ook nog steeds geen wereldtitel heb. Ik win van iedereen en op drie WK’s verlies ik van gasten die ik normaal versla. Eenmaal heb ik op een WK terecht verloren. Intussen hoor ik zó vaak van mensen die ik niet eens ken: ‘Volgende keer pák jij gewoon die titel.’ Ze zullen het goed bedoelen, maar harder kunnen ze me niet raken. Want indirect geven ze met zo’n opmerking aan dat ze me niet als kampioen zien. ‘Niet tillen,’ hoor ik ook gemiddeld drie keer per dag; refererend aan 2008.”

Tal van keren zat ik ook tegenover Grol voor een interview, namens Sportweek en NUsport Magazine. In 2010 zei hij. ‘Elke keer is er wat. Ik ben daar wel een beetje klaar mee. Vanaf nu wil ik herinnerd worden als een winnaar.' Hij verzuchtte destijds: 'Ik ben als het Nederlandse voetbalelftal: ik presteer het om met mooi judo 3-0 voor te komen en toch nog met 4-3 te verliezen.'

'Mijn carrière is gewoon niet geslaagd zolang ik nog geen grote titel heb'

In aanloop naar de Spelen in Londen zei hij: ‘Mijn carrière is gewoon niet geslaagd zolang ik nog geen grote titel heb. Op z'n minst één, en ik vind dat ik er meer moet winnen.'

Vandaag wordt Henk Grol dus dertig. Iets ouder dan Ivanisevic was toen die de grote titel won waar hij al zo lang op wachtte. Grol in de laatste Helden: “Fysiek ben ik zoveel sterker dan m’n tegenstanders. Richting Londen ben ik me ook gaan aanleren behoudender en berekender te gaan judoën. En ik heb nog genoeg kansen. De grootste op olympisch goud is over anderhalf jaar in Rio. Dan ben ik 31. Anton Geesink en Wim Ruska werden olympisch kampioen toen ze 31 en net 33 waren. In 2020 kan ik dan mijn tweede gouden plak nog pakken. Dan, op mijn 35ste, is het mooi geweest.”

Delen: