Word abonnee

Helden in het nieuws

Bos: ‘Ik heb geen spijt’

door: Jasper Boks
29 februari 2016

Theo Bos stopte in 2008 als baansprinter en stapte over naar de weg. Onlangs keerde hij terug bij zijn oude liefde. Deze week ziet de 32-jarige Theo waar hij staat bij de WK baanwielrennen in Londen en of zijn missie om Rio te halen kans van slagen heeft.

Zijn huis in Monaco, waar Theo Bos met zijn vriendin woont, ziet hij de laatste tijd weinig. Theo betrekt nu een appartement met de andere baansprinters in Alkmaar, vlak naast de wielerbaan. “Alkmaar of Monaco, dat is wel een verschilletje,” lacht Theo.

'Ik heb flink salaris ingeleverd om mijn droom achterna te gaan'

Theo heeft de weg weer ingeruild voor de baan. Zijn ploeg Dimension Data heeft hem toestemming gegeven toe te werken naar Rio. “We zijn met elkaar om de tafel gegaan en ik heb flink salaris ingeleverd om mijn droom achterna te gaan.”

Die droom is om voor de derde keer naar de Spelen te gaan als baansprinter. Theo is teruggekeerd bij zijn oude liefde, die hij eind 2008 achterliet. “Het gaat er veel anders aan toe dan in onze tijd. Maar goed, hier zit ook een andere Theo Bos dan in 2008,” zegt de vijfvoudig wereldkampioen op de baan.

Theo werd wegrenner na de voor hem zo teleurstellend verlopen Spelen van Peking. Een weg terug was daarna niet meer mogelijk, zei hij destijds. Maar enkele maanden geleden besloot hij, 32 jaar inmiddels, toch voor het onmogelijke te gaan. Eerst wilde hij richting Rio als onderdeel van de achtervolgingsploeg, maar daarvoor bleek hij simpelweg niet goed genoeg. Daarna besloot hij zijn pijlen te richten op zijn oude stiel als baansprinter. “Heb ik destijds gezegd dat er geen weg meer terug naar de sprint op de baan zou zijn als ik voor de weg zou kiezen? O… nou, dat is gewoon niet waar.”

Tussen 2004 en 2008 was hij The Boss op de baan. Naast olympisch zilver op de sprint in 2004, won hij drie wereldtitels op de sprint, één op de keirin en één op de kilometertijdrit. Maar de tijd in het vélodrome is niet stil blijven staan in de tijd dat Theo koos voor een carrière als sprinter op de weg.

“Nu ik weer bij de jongens ben aangesloten, merk ik dat er sprake is van een heel andere trainingsaanpak. Het gaat er heel anders aan toe dan voorheen. Wij – Teun Mulder, Tim Veldt en ik – trainden veel langer en vaker. Met de wetenschap van vandaag blijkt dat niet goed te zijn geweest. Wij waren ook voortdurend het wiel zelf aan het uitvinden, nu is er veel meer kennis. De trainingsaanpak van nu is veel meer uitgebalanceerd.”

Theo rijdt op de baan met een groter verzet rond dan toen hij tien jaar terug heerste op de sprint. “Ik had toen ook met een zwaarder verzet moeten gaan rijden, maar destijds kwam ik daar niet op. Als je de beste bent, ben je ook terughoudend om dingen te veranderen. Je gaat pas nadenken als je wordt geklopt.”

Het verleden biedt ook in het geval van Theo geen garantie voor de toekomst. Met Jeffrey Hoogland, Matthijs Büchli, Hugo Haak, Nils van ’t Hoederdaal en Theo zijn er vijf kandidaten voor vier tickets. In juli zal bondscoach René Wolff de definitieve schifting bekend maken.

'De meeste renners ken ik niet eens. Ik weet alleen dat iedereen heel hard rijdt'

De WK in Londen van deze week zijn een belangrijk ijkpunt en tegelijkertijd het laatste grote internationale toernooi voor Rio. Theo komt daar uit op de sprint en op de kilometertijdrit. “Elke wedstrijd benader ik momenteel als een WK. Ik had nooit verwacht dat ik in december bij de NK meteen alweer de Nederlandse titel op de sprint en de kilometer kon pakken. Vooraf dacht ik: het verschil met de baansprinters van nu maak ik in korte tijd nooit meer goed. Maar waar ik in het internationale veld precies sta, weet ik niet. Dat merk ik op de WK. De meeste renners ken ik niet eens, ik weet alleen dat iedereen heel hard rijdt.”

“Wat ik wel weet is dat mijn niveau op de baan vergelijkbaar is met dat van 2008. Ik ben zelfs iets beter. Dat moet ook. Ach, het is niet als schaatsen dat techniek een heel belangrijke rol speelt. Weg of baan: het blijft fietsen. Ik vind het leuk dat er druk op staat. Londen is opnieuw een mooie kans om mijn keuze voor de baan te rechtvaardigen.”

Theo heeft geen spijt dat hij in 2008 de baan de rug toekeerde. “Na de Spelen van Peking moest er iets veranderen. Ik merkte dat de houdbaarheidsdatum aan het verstrijken was. Ik kon ervoor kiezen om voor een andere aanpak te kiezen op de baan of te verhuizen naar het buitenland. Ik koos voor een nog rigoureuzere beslissing door voor de weg te kiezen. Op de weg ging het elk jaar een stukje beter. Tot vorig jaar. Door een zware valpartij in het voorjaar heb ik heel lang gekwakkeld. Mentaal was dat heel zwaar voor me.”

'Ik kijk met veel plezier terug op de afgelopen jaren op de weg'

Theo won 42 koersen op de weg sinds 2008, maar een massasprint in een grote ronde won hij nooit. “Mijn droom toen ik naar de weg ging, was om mee te strijden om etappezeges in de Tour. Dat is niet gelukt, ik heb nooit meegedaan aan de Tour. Daar heb ik vrede mee. Ik kijk met veel plezier terug op de afgelopen jaren op de weg.”

Had hij achteraf niet al in 2004 de overstap naar de weg moeten maken? “Ik weet niet of ik dan verder was gekomen. Dit was voor mijn gevoel alles wat er in het vat zat. En als ik eerder naar de weg was gegaan, had ik natuurlijk ook een mooie tijd op de baan gemist. Nee, ook daar heb ik geen spijt van.”

Delen: