Word abonnee

Helden in het nieuws

Croon: ‘Ik wil Jorrit Croon worden’

door: Marlies van Cleeff
22 juli 2016

De carrière van hockeyer Jorrit Croon gaat in een sneltreinvaart. De 17-jarige aanvaller beseft dat zijn droom is uitgekomen: hij is speler van het Nederlands elftal en komt deze maand in actie tijdens de Olympische Spelen. “Die eerste bal spelen. Dat lijkt mij het mooiste moment.”

“Gefeliciteerd, niet verkeerd met zeventien jaar. Nu genieten en ik spreek je snel.” Glunderend leest Jorrit Croon een WhatsApp-bericht van zijn grote voorbeeld Teun de Nooijer door. “Teun was de allerbeste. Ik heb een paar keer een interview met hem gehad, omdat hij ook heel jong was toen hij bij Oranje kwam. Daarna had ik zelf contact met hem gezocht om af en toe met hem te praten hoe hij in die tijd zelf heeft beleefd. Soms geeft Teun me adviezen, maar ik moet vooral mezelf zijn van hem en genieten.”

Jeugd
Zo goed als Teun de Nooijer was, is Croon nog niet. Alhoewel de vergelijking hier en daar al wordt gemaakt. Croon bagatelliseert. “Ik kom pas net kijken, hoor. Ik ben een aanvallende, creatieve speler. Dat is wat Max Caldas zocht en nodig had voorin. Dat kan ik invullen. Ik ben nog niet zo snel en sterk als de anderen, maar ik kan goed meekomen.”

'Ik wil zeker geen Teun de Nooijer 2.0 worden'

“Bij HGC ben ik de diepste middenvelder, speel ik vlak achter de spitsen. En nu bij Oranje speel ik weer in de aanval, zodat ik nog meer naar voren kan hockeyen, meer acties kan aangaan, combinaties kan maken en dichterbij de goal gevaarlijk zijn dan op het middenveld.”

Nog geen twee jaar geleden maakte Croon de overstap van zijn jeugdclub Alecto naar hoofdklassehockeyclub HGC. Het vijftienjarige supertalent tekende zijn eerste contract. “Als je vijftien bent en HGC Heren 1 vraagt of je bij ze komt spelen, is dat onwerkelijk. Vanaf mijn tiende werd ik al benaderd door andere clubs, maar ik wilde mijn vriendjes bij Alecto niet in de steek laten. En dus zei ik altijd nee. Ik doorliep de jeugdteams, speelde in de districtsploegen en in de Nederlandse jeugdploegen. Maar van kinds af aan wilde ik in het grote Oranje hockeyen. En HGC zou dat proces versnellen.” En daarin had Croon gelijk. Op zijn zestiende debuteerde hij in de hoofdklassen en in januari dit jaar speelde hij zijn eerste wedstrijd voor het Nederlands elftal.

“Maar niemand is hetzelfde en ik wil zeker geen Teun de Nooijer 2.0 worden. Ik wil Jorrit Croon worden. Dat er jongens langs het veld staan te kijken die zeggen: 'Hé die Croon, wat een mooie speler is dat.'”

Rol
Twee jaar geleden wonnen veel van zijn huidige ploeggenoten bij Oranje zilver op het WK in Den Haag. De toen 15-jarige Jorrit zat op de tribune. “Bizar om te beseffen dat dat nu mijn teamgenoten zijn. Een half jaar geleden dacht ik: in de zomer gaan jullie naar de olympische spelen. Nu is het 'wij'. Maar ik begin me langzaamaan steeds meer International te voelen.”

'Als je geselecteerd wordt, weet je dat je goed genoeg bent. Daar hoef ik me geen zorgen meer over te maken'

“Ik ben nog rustig in de ploeg, hoor, en kijk de kat uit de boom. Ik zeg nooit iets in een teammeeting. Tenzij Max wil dat iedereen iets zegt. Maar gelukkig is het een makkelijke groep en betrekken de jongens me overal bij. Als je geselecteerd wordt, weet je dat je goed genoeg bent. Daar hoef ik me geen zorgen meer over te maken.”

Croon wordt waarschijnlijk de jongste hockeyer ooit die uitkomt op de Olympische Spelen. Op 9 augustus, de derde wedstrijd van Nederland in Rio, spelen de mannen tegen Canada: de dag dat Jorrit Croon achttien wordt. “Mijn moeder belde al om te vragen wat voor cadeau ik wil hebben op die dag. 'Dat moet maar even wachten,' zei ik meteen. Er komen in ieder geval wel veel mensen op mijn verjaardag, een stadion vol! Ook mijn ouders en zusjes zullen komen kijken. Die zijn zo trots.”

Rio
Als Croon nadenkt over Rio, straalt hij van oor tot oor. Op 24 juni vertrekken de mannen als een van de eerste ploegen naar Brazilië. “Het niet-hockeygedeelte moet al zo overweldigend zijn. Ik hoor verhalen over eetzalen die acht voetbalvelden groot zijn en waar elk verschillend land zijn eigen tentje heeft. En dat het dorp immens groot is, met zoveel sporters. Ook wereldberoemde, ja. Ik denk dat ik dat fantastisch ga vinden. Ik wil zoveel mogelijk mee maken van wat er gebeurt. Maar het is ook een beetje gek als de ene olympische sporter aan de ander vraagt: 'Hé, mag ik met je op de foto.' Ik weet nog niet helemaal hoe ik dat ga aanpakken.”

Op 6 augustus start voor Nederland het olympische toernooi tegen Argentinië. “Maar ik kijk het meest uit naar het spelen van de wedstrijden. Het volkslied horen en gaan. Die eerste bal spelen… dat lijkt mij het mooiste moment. En ja, daar word ik wel een beetje zenuwachtig van. Maar meestal vind ik het wel fijn als er een beetje druk op een wedstrijd ligt!”

Delen: