Word abonnee

Voetbal

Hiddink: ‘Ik wil geen ouwe lul zijn’

ANP

Voetbal

Hiddink: ‘Ik wil geen ouwe lul zijn’

door: Frits Barend & Jasper Boks
6 februari 2018
33 tot 38 minuten lezen

Guus Hiddink (71) won dertig jaar geleden zijn eerste internationale prijs: de Europa Cup I met PSV. Er volgden nog vele successen en ook een paar tegenslagen. We leggen de trainer foto’s voor en blikken terug. Een openhartig gesprek over Ronald Koeman, Romário, Edgar Davids, Marco van Basten en Phillip Cocu. Maar ook over de heldendaden van zijn vader en over zijn strafblad. “Een lintje zal ik nooit krijgen.”

Tekst gaat verder onder de foto

20 maart 1990: Guus Hiddink begroet Romário bij zijn terugkeer bij PSV, nadat hij wegens een enkelbreuk, opgelopen tegen FC Den Haag, een tijd in het gips heeft gezeten.
“Romário was een heel aparte. Hij was die poema die in de boom zat te wachten en ineens toesloeg. Goh, wat was hij snel op de eerste meters.”
Ineens liep hij rond in Eindhoven. Hoe kreeg je dat voor elkaar?
“We hadden hem gevolgd tijdens de Olympische Spelen in Seoul, waar hij topscorer werd. Wij zeiden bij PSV meteen tegen elkaar: ‘Die moeten we erbij hebben.’ Ik begreep dat Real Madrid en Barcelona hem ook op het oog hadden, dus we moesten snel en slim handelen. Philips Brazilië had al het nodige aan voorbereiding gedaan. Met manager Kees Ploegsma ben ik naar Rio de Janeiro gevlogen en we hebben Romário op het vliegveld opgewacht bij terugkomst uit Zuid-Korea. We namen hem meteen apart toen hij uit het vliegtuig kwam.”
Jullie hadden net in Stuttgart de Europa Cup I gewonnen met PSV, dat scheelde vast ook voor de onderhandelingspositie.
“We hadden naam gemaakt, dat hielp zeker. Maar het belangrijkste was dat wij als eerste contact met hem hadden. Maar ja, een paar dagen later kwamen Real en Barcelona en die hadden veel meer financiële mogelijkheden. Veel spelers zie je dan switchen. ‘Ik kom naar Peseve,’ zei Romário. Hij hield woord, dat waardeerde ik erg.”
Was hij beter dan je dacht?
“Nou! Hij had zo’n speciale manier van scoren. Als hij dribbelend het strafschopgebied inkwam, dan prikte hij hem steevast met de punt van z’n schoen onder de uitkomende keeper door. Hij was zo snel en behendig. Romário was alleen gefixeerd op het maken van doelpunten. In Brazilië hoefde hij niet mee te verdedigen, maar in Europa werd dat wel een beetje van hem verlangd. Na verloop van tijd begonnen hardwerkende middenvelders als Søren Lerby te zeuren, die riepen dat hij mee moest verdedigen. Romário zei: ‘Trainer, bedenk maar een training waardoor ik de middenvelders die nu lopen te klagen kan laten zien hoe je moet verdedigen.’ Dat deed ik. We speelden partijtjes van vier tegen vier, daarin is het onmogelijk om je te verschuilen. Romário was laatste man. Hij tackelde de een na de ander ondersteboven met die enorme dijbenen van hem. Hij was sterk, ongelooflijk. Na afloop zei hij: ‘Zo jongens, Romário nu weer spitsie?’ Is toch fantastisch?”
Wat leerde je als trainer van de aanwezigheid van Romário in de spelersgroep?
“De Latijnse cultuur ken ik nu, die jongens willen goed slapen, doen rustig aan en komen niet altijd op tijd, maar toen was dat nieuw voor me. Romário was geen egoïstische jongen, hoor, maar hij ging wel zijn eigen gang. Ik moest de middenvelders en verdedigers duidelijk maken dat hij misschien niet altijd goed meeverdedigde, maar dat hij wel het verschil maakte. Ik kon wel heel flink gaan doen als trainer, maar het was voor PSV beter dat Romário zich kon ontpoppen tot die geweldige spits. Dat betekende niet dat ik bij hem schipperde als het om de regels ging. Naar de buitenwereld toe beschermde ik hem, onder vier ogen sprak ik hem gerust weleens streng toe. Maar hij had wel veel krediet bij me, alleen al doordat hij zijn woord had gehouden en ondanks de andere aanbiedingen voor PSV koos.”
Beroemd is natuurlijk de wedstrijd in 1989 tegen Steaua Boekarest in Eindhoven, die met 5-1 werd gewonnen dankzij drie goals van Romário.
“Daar zit nog een mooi verhaal aan vast. Uit verloren we met 1-0 door een goal van Marius Lacatus. In dat elftal speelde ook Gheorghe Hagi, die ploeg was top vier van Europa. Het weekend voor de return moesten we op een knollenveld in Waalwijk spelen. Romário kwam, los van een paar dagen na de vakantie, altijd op tijd. Als hij om half tien in de kleedkamer moest zijn dan was hij er dertig seconden voor tijd. Hij had zijn horloge exact met die van mij gelijkgezet, want mijn horloge was bepalend. Ik wilde hem goed en scherp hebben tegen Steaua en ik had Hans Gillhaus en Wim Kieft ook nog als spitsen. Ik wilde hem dus niet laten spelen tegen RKC, maar ja, Romário wilde altijd voetballen. Dus wat deed ik: ik zette voor de bespreking mijn horloge een minuutje vooruit. Stipt om half twaalf op mijn horloge begon ik en dertig seconden later kwam Romário binnen. Ik stuurde hem naar huis, gebruikte hem niet tegen RKC. We gingen daarna in trainingskamp voor de wedstrijd tegen Steaua, ik heb drie dagen niet tegen hem gesproken en zette voor de wedstrijd alleen zijn naam op het bord, als spits. En hij scoorde drie keer. Na afloop zei ik tegen hem: sorry, maar ik heb de boel een beetje gemanipuleerd, jij had gelijk, je was niet te laat, maar ik moest jou helemaal heet hebben voor deze wedstrijd. Hij zei alleen: ‘Mister, ik begrijp.’ Zulke spelletjes kon ik met hem spelen.”
Niet iedereen kon dat bij hem flikken.
“Het scheelde misschien dat ik de coach was die hem naar Europa haalde. Na PSV ging ik naar Valencia en ik dacht: Romário ga ik halen. We waren al in contact. Maar ja, toen fietste Johan er tussendoor. Cruijff haalde hem naar Barcelona. Ik herinner me nog goed dat we in Camp Nou tegen Barcelona moesten spelen met Valencia. De spelers stonden klaar voor de aftrap en Romário vroeg of de scheidsrechter heel even wilde wachten. Hij kwam vanaf de middenstip naar de dug-out, gaf me een kus voor een vol stadion en liep weer terug. Vond ik erg emotioneel.”

Tekst gaat verder onder de foto

28 juni 1998: Guus instrueert Edgar Davids op het WK van 1998 voor de wedstrijd in de achtste nale tegen Joegoslavië. Davids zou daarin de matchwinnaar worden door in de laatste minuut 2-1 te maken.
“Ha, Edje! Mooi. Bij Edgar denk ik aan oerkracht. Soms geef ik een lezinkje en daarin wordt vaak gevraagd hoe het allemaal ging tussen Edgar en mij. We botsten bij het EK van 1996. Die clash kon niet uitblijven, daar zat een historie aan vast. Ajax had in 1995 de Champions League gewonnen. Een jaar later stonden ze opnieuw in de finale, maar waren de eerste barstjes ontstaan. Die ploeg viel uiteen, de jongens vlogen uit. Bij Ajax in de keuken was iets fout gegaan, dat ging over betalingen. Toen die gasten zich een paar weken later bevrijd voelden van het Ajax-juk kwam dat tot uiting. Uitgerekend op het EK. Ik had er totaal geen weet van wat zich allemaal bij Ajax had afgespeeld, dat kon ik ook niet weten.”
Davids zou naar AC Milan gaan, hij begon nog wel in de basis.
“De eerste wedstrijd van het EK speelden we tegen Schotland.Danny Blind, m’n aanvoerder, was geschorst en Edgar speelde daarom in het centrum van de verdediging. Richard Witschge speelde prima links op het middenveld, op de positie waar Edgar meestal bij Ajax speelde. In de tweede wedstrijd tegen Zwitserland was Danny er weer bij, die zou gaan spelen. Ik moest iemand slachtofferen, maar vond niet dat ik Richard kon passeren. Dan had ik misschien de vrede bewaard, maar had ik niet gedeugd als trainer. Tegen Zwitserland kreeg Clarence Seedorf al snel geel en daarna maakte hij nog een overtreding. Ik haalde hem er nog in de eerste helft uit en zag in m’n ooghoeken dat Edgar en Clarence begonnen te muiten op de bank. Die avond vertelde Edgar tegen de pers dat ik in de kont van Danny was gekropen. Nou, Danny had juist nog bij me geopperd dat Edgar moest spelen. Toen Edgar dat had geroepen, heb ik hem bij me geroepen op m’n kamer. Ik zei: ik kan jou hier niet handhaven, ga maar lekker naar huis. Dat was geen lastig besluit, ik kon niet anders.”

Twee jaar later, bij het WK in 1998, was Davids er wel weer bij.
“Na de evaluatie van het EK hebben we een aantal regels op papier gezet waaraan de spelers zich moesten houden. Ik wilde niet nog een keer meemaken dat problemen bij de club naar boven kwamen bij Oranje. Na drie kwalificatiewedstrijden wisten we al zo’n beetje dat we ons voor het WK hadden geplaatst. Van zijn zaakwaarnemer Sigi Lens kreeg ik een telefoontje. ‘Edgar wil toch wel weer in Oranje,’ zei hij. Ik ben hem op gaan zoeken in Milaan, sprak na een wedstrijd met hem af in een hotel vlak naast San Siro. We dronken een kop koffie, spraken wat dingen uit. Toen zei Edgar: ‘Als ik er straks weer bij ben, ga ik meteen spelen.’ Toen zei ik: bedankt voor de koffie, of zal ik die namens de KNVB betalen?
Vlak voor het WK, hij had toen de overstap gemaakt naar Juventus en speelde daar erg goed, zocht hij opnieuw toenadering. Diep vanbinnen wist ik: die moet ik erbij hebben. Maar het moest wel op mijn voorwaarden. Edgar speelde zondagmiddag nog met Juventus en ik vertelde dat ik met hem in gesprek wilde, maar wel om negen uur ’s ochtends bij teammanager Hans Jorritsma thuis in Amsterdam. Ik zei tegen Jorritsma: ik ben benieuwd of hij komt. Om vijf voor negen ging de bel: Edgar. Op papier heb ik laten zien hoe we wilden gaan spelen, maar ik liet hem ook de gedragsregels binnen en buiten het veld lezen. ‘Prima,’ zei hij, ‘zo doen we het bij Juventus ook.’ De eerste wedstrijd op het WK, tegen België, heb ik hem niet laten spelen. Daarna kwam Edgar erin. En tegen Joegoslavië scoorde hij de 2-1 vlak voor tijd. Kwam-ie als een speer op me afgerend.”
Hoe is het contact met Davids nu?
“Het is prima tussen ons.”
Jullie haalden de halve finale, daarin won Brazilië na strafschoppen. Denk je nog weleens terug aan die wedstrijd?
“Die mooie goal van Patrick Kluivert en daarna het moment dat Pierre van Hooijdonk een penalty had moeten krijgen… We hadden een team dat WK-finalewaardig was. Zoveel kwaliteit. Het is een van m’n grootste teleurstellingen als coach geweest dat we er toen uit vlogen. Doodzonde.”

Tekst gaat verder onder de foto

1 december 1998: Real Madrid wint in Tokio de Wereldbeker door Vasco da Gama met 2-1 te verslaan.
“Dit is een van de hoogtepunten in m’n trainerscarrière. De Wereldbeker was in die tijd een heel prestigieuze cup en Real Madrid had die al meer dan dertig jaar niet gewonnen. Deze overwinning telde daar, hoor. Raúl was fantastisch, scoorde twee keer. We hadden een geweldig team: met verder Sanchís, Hierro, Redondo, Seedorf en Mijatovic. Op de foto staat Christian Karembeu rechts naast me, van hem heb ik toevallig vorige week nog een sms’je gehad. Afgelopen zomer hebben we nog samen gegolfd.”
Hoe was dat: werken bij Real Madrid?
“Heerlijk. Real is de grootste club van de wereld. Lorenzo Sanz was voorzitter toen ik er zat. Ik kon goed met hem. Zijn zoon Fernando zat ook bij de selectie. ‘Hoe doet mijn zoon het?’ wilde hij twee maanden nadat we de Wereldbeker wonnen weten. Ik zei dat hij het prima deed, maar dat hij nog niet goed genoeg was om dat zware, witte shirt – de druk is immers immens als je dat tenue aan hebt – te dragen. ‘U bent de baas, ik bemoei me niet met de opstelling, maar denk er eens over na of m’n zoon niet af en toe kan spelen.’ Ik had Manuel Sanchís en Fernando Hierro achterin staan en Fernando Redondo daarvoor. Ik had het beste centrum van de wereld, wat wilde ik nog meer? Ik zei tegen de president dat het misschien beter was dat zijn zoon eerst een paar jaar lekker ging spelen bij een club als Malaga. ‘U maakt de opstelling, mister,’ zei Sanz nogmaals. En: ‘Binnenkort moeten we even praten over verlenging van het contract.’ Nou, toen voelde ik hem al hangen. We verloren in februari uit bij Deportivo La Coruña en daarna begon het gelazer. Niet veel later zei Sanz: ‘Mister, we gaan stoppen. Morgen komt de financiële man en die zal alles met je regelen. En als je tijd en zin hebt, dan ben je volgende week welkom op het ereterras.’”

Was je kwaad?
“Natuurlijk, ik had vlak ervoor die prachtige beker gewonnen. Ik wist: als ik toe had gegeven en Fernando Sanz meer speeltijd had gegeven, dan had ik er zo nog een jaar of twee kunnen blijven zitten. Maar ja, dan was ik alle macht in de kleedkamer kwijt geweest. Ik wil mezelf altijd recht in de spiegel aan kunnen kijken. En nu kijk ik erop terug als een fantastische ervaring. Ik heb bij een van de moeilijkste en mooiste clubs van de wereld gewerkt.”
Hoe kijk je naar het Real Madrid van nu?
“Je moet uitkijken dat je niet te lang wacht met verfrissen, ondanks al die successen. Trainer Zinedine Zidane moet durven door te selecteren, misschien moet hij wel een heel grote jongen wegdoen.”
Wie vind jij de betere: Lionel Messi of Cristiano Ronaldo?
“Messi staat bovenaan. Ik vind hem fantastisch, de beste ooit.”

Tekst gaat verder onder de foto

7 augustus 1971: Hiddink in actie namens PSV in een oefenwedstrijd tegen Standard Luik.
“Boven zelf voetballen ging en gaat niks, coachen is slechts surrogaat.”
Jij voetbalt op je 71ste nog elke week in Amsterdam, samen met mannen als Sjaak Swart.
“We voetballen ondanks onze leeftijden nog altijd als kinderen. Elke maandag en donderdag om één uur. Daar gaat alles voor opzij. ‘Je kunt oma wel cremeren, maar niet op maandag of donderdag, want dan moet er gevoetbald worden,’ wordt er gekscherend geroepen. Toen ik bondscoach was van Rusland, tien jaar terug, nam ik expres de vroege vlucht terug naar Amsterdam om een rondootje mee te kunnen doen met Sjaak en de jongens.”
Trekt jouw lichaam het nog altijd?
“Zeker! Drie jaar geleden heb ik een knieoperatie ondergaan, ik heb nu weer kraakbeen in m’n knie. Ik kan ook weer een een-tegen-een tennissen, weliswaar met de beperking van m’n leeftijd, maar ik kan weer vrij bewegen. Ik voetbal en tennis twee keer per week en loop weer achttien holes op de golfbaan. Weer lekker bewegen, dat is voor mij pas luxe.”
Hoe komt het dat je een betere coach dan voetballer bent geworden?
“Ik was een behoorlijke eredivisiespeler, zat net onder de top. Ik had een extern excuus: Wim Jansen, Willem van Hanegem, Johan Neeskens en Theo de Jong waren zo’n beetje net zo oud als ik en speelden op dezelfde positie op het middenveld. Ook was het achteraf niet zo handig dat ik van De Graafschap naar PSV ging, ik moest daar concurreren met Willy van der Kuijlen, Wietse Veenstra en Gerard van Tilburg. En Willy is een van de beste en mooiste spelers die Nederland ooit gehad heeft. Maar het ligt er eerder aan dat ik zo mijn tekortkomingen had om de absolute top te halen. Ik was niet de snelste, wel in m’n handelingen, maar niet in loopvermogen. Bij De Graafschap was ik een bepalende speler, daar was ik ook redelijk brutaal. Dat bepalende heb ik bij andere clubs minder kunnen laten zien, omdat ik moeite had eenzelfde positie te verwerven.”

Tekst gaat verder onder de foto

21 juni 2008: Guus wint met Rusland in de kwartfinale van het EK na verlenging met 3-1 van het Nederlands elftal van bondscoach Marco van Basten.
“Het gebaar op deze foto is heel vriendelijk bedoeld. Ik wilde Marco een hart onder de riem steken. Ik had hem al een tikje op de rug gegeven en dit was een aanrakinkje voor het afscheid.”
Was die wedstrijd een van de mooiste in jouw trainersloopbaan?
“Wel wat emoties betreft. Ik ben na afloop ondanks m’n kapotte knie van pure blijdschap het veld op gehuppeld. Ik had een paar akke etjes gehad in Nederland met de FIOD. Ik heb de spelers er op gewezen hoe graag ik wilde winnen, heb ze zo goed voorbereid op die wedstrijd. Rond het Nederlands elftal gebeurde toen wat zo vaak gebeurt, de realiteit werd uit het oog verloren. Het was weer eens hosanna in het land. Ik denk dat die overtuiging van de mensen in het land dat ze wel even all the way zouden gaan ook vat kreeg op de spelers van het Nederlands elftal. Maar kijk de wedstrijden er eens op terug. Geweldig dat Nederland won van wereldkampioen Italië en WK-finalist Frankrijk, maar zeker tegen de Fransen was het Edwin van der Sar die uitblonk. Door twee counters werd het nog 4-1. Rond Rusland-Nederland kwam daar ook nog de verdrietige situatie rond Khalid Boulahrouz, wiens dochtertje te vroeg werd geboren en overleed, overheen. Hij ging spelen.”
Van Basten gaf aan dat de stress die bij het coachen kwam kijken hem te veel werd. Stond je daarvan te kijken?
“Als speler heb je een heel andere druk. Als trainer voelde ik van alles voor een belangrijke wedstrijd, ik had klamme handen en rare gevoelens in m’n buik. Ik raakte de spanning kwijt door bij PSV op maandag altijd lekker fysiek bezig te zijn. We gingen dan paddelen – een mix van squash en tennis – met René Eijkelkamp en Theo Lucius.
Ik had niet verwacht dat Marco niet met die stress om kon gaan. Hij had in Italië alles meegemaakt en hij kwam op mij altijd over als een koele, analytische jongen. Ik vond het wel mooi dat hij daar zo eerlijk over was. Zoals hij ook zo eerlijk over zichzelf was tijdens de persconferentie waarop hij aangaf te stoppen bij Ajax. Een openbaring.”
Heb jij ook momenten gehad dat je bijna bezweek onder de druk?
“Ik herinner me iets waar ik heel veel stress om had. PSV had in 1989 Flemming Povlsen aangetrokken als spits, maar Wim Kieft was mijn eerste man. Wim had een mindere periode in de herfst en ik liet Flemming meer spelen. Wat ik niet wist was dat er twee spelers bij het bestuur waren geweest met de vraag of ze de trainer ervan konden overtuigen dat Kieft uit de basis moest verdwijnen. Ik zette zelf Wim al in de luwte, wist niets van die actie. Ik kwam erachter, maar Wim ook. En hij dacht logischerwijs: de trainer speelt een spelletje met me. Ik had geen verweer, hoewel het niet zo was. Daar heb ik slapeloze nachten van gehad. Ik verloor m’n haar door de stress. Tijdens het douchen had ik hele plukken aan m’n handdoek. M’n haar begon pas te groeien toen ik de situatie weer onder controle had.”

Tekst gaat verder onder de foto

19 december 2015: Guus keert terug als manager bij Chelsea en viert op de tribune van Stamford Bridge een goal van Chelsea met Didier Drogba en eigenaar Roman Abramovich.
“Ik heb heerlijke herinneringen aan Chelsea. In december 2009 stond Chelsea met José Mourinho als coach in de degradatiezone. Totale paniek. De rechterhand van Roman belde me om te vragen of ik kon helpen, of ik het tot het einde van het seizoen over kon nemen. Ik was bondscoach en Roman financierde ook de Russische bond. Er was dus wel wat mogelijk, ik kreeg toestemming om Chelsea te combineren met mijn functie als bondscoach.”
Lachend: “Ik moest wat inkomen hebben, hè. Soms moet je wat bijbeunen.”
Wat voor iemand is Abramovich?
“Ik ken hem goed, hij omhelst me altijd als we elkaar zien. Ik kan geen slecht woord over hem vertellen. Hij is geen patser, heeft een Hema-horloge om. Roman was ook vaak aanwezig bij wedstrijden van het Russische elftal, na afloop durfde hij niet eens de kleedkamer in te komen.”
Wat trof je aan bij Chelsea?
“Geweldige spelers. Petr Cech, Alex, John Terry, Ashley Cole, Frank Lampard, Michael Essien, Michael Ballack, John Obi Mikel, Didier Drogba en Nicolas Anelka; allemaal jongens met veel kwaliteiten en een groot ego. Bij Chelsea kreeg ik te maken met wat onuitgesproken zaken. Er was wantrouwen. Toen ik binnenkwam, wilde ik niet te veel informatie hebben. Ik wilde er blanco in kunnen stappen. Ik zei tegen de groep: als ik naar jullie kwaliteiten kijk, kan het niet zo zijn dat jullie op een degradatieplek staan. Er moest dus iets mis zijn, waardoor het er niet uitkwam. Ik liet ze meteen een partijtje doen waar de spelers in een kleine ruimte er heel kort op moesten zitten. Na een paar minuten wist ik genoeg. In zo’n potje zie je welke spelers elkaar mijden en wie elkaar juist opzoeken. Dat je geen vrienden bent, vind ik prima, maar op het veld kunnen er geen vertroebelde lijnen zijn. Dat moest eerst worden opgelost.”

Op de foto zien we Drogba, jouw spits in de eerste periode bij Chelsea.
“Heerlijke speler. Maar toen ik in Londen kwam, liep hij constant op het middenveld. Ik vroeg wat hij daar aan het doen was. ‘Mister, ik haal een balletje op het middenveld, open op de vleugel, kom dan zelf het strafschopgebied in en ram de bal erin.’ Ik vertelde hem dat ik geen spelmaker in hem zag, zei: je bent enorm sterk, iedereen is bang voor je en je scoort makkelijk, dat is je kracht. Ik riep tegen Terry: als jullie een bal aan Drogba geven als hij zich terug laat zakken naar het middenveld, fluit ik meteen af en krijgen jullie een vrije trap tegen. Drogba werd niet meer aangespeeld op het middenveld, probleem opgelost.”
Jij hebt de naam dat je goed overweg kunt met lastige jongens.
“De toppers zijn niet lastig, dat is eerder het geval met de jongens die vlak onder de top zitten.”
Je won de FA Cup, verloor in 2009 bijna geen wedstrijd en haalde bijna de finale van de Champions League. In blessuretijd scoorde Andrés Iniesta de 1-1 waardoor jullie er nog uit vlogen.
“Die 1-1 was een klap. Ik had nooit eerder een verdenking over een scheidsrechter, maar die Noor, Tom Henning Øvrebø, had ons drie penalty’s kunnen geven. Drogba wilde hem na afloop te lijf gaan, daar heb ik nog een foto van aan de muur. Ik had het gevoel dat de UEFA een jaar na Manchester United-Chelsea in Moskou niet een herhaling van die Champions League-finale wilde. United zat al in de finale, dus mochten wij er niet in.”
Iedereen was blij met je, had je niet liever bij Chelsea willen blijven na dat half jaar?
“Het was fantastisch, maar ik had de Russische selectie beloofd dat ik terug zou komen. ‘Mister, wat ga je doen?’ vroegen jongens als Andrej Arsjavin en Joeri Zjirkov. Ik zei: ik ga even een avontuurtje aan in Lon- den, maar ik beloof dat ik terugkom. En een woord is bij mij een woord.”
Op de foto zien we je juichen aan het begin van je tweede periode in Londen, net nadat je moest vertrekken als bondscoach van Oranje.
“Ik volgde Luiz Felipe Scolari op, vond het heel prettig om na het Nederlands elftal nog even aan de slag te gaan. Want dat ontslag bij Oranje vond ik heel vervelend.”

Tekst gaat verder onder de foto

2 juni 2015: Guus en assistent Danny Blind na de 2-0 zege in en tegen Letland. Het bleek de laatste interland van Guus Hiddink te zijn.
“Danny had eerst onder Louis van Gaal gewerkt, hij zou nog ervaring bij mij opdoen en dan de boel overnemen. Prima. Als Danny het over ging nemen, zou ik me gaan bemoeien met de vertegenwoordigende jeugdelftallen. Hoe ga je met talentontwikkeling om? Daarover wilde ik sparren met de clubs. Hoe moet de trainersopleiding eruitzien? Ik wilde me er hard voor maken om het Nederlandse voetbal weer in de lift te krijgen.”
Die kans kreeg je niet…
“Het was een enorme klap toen ik hoorde dat het voorbij was. Daar ben ik heel lang woedend over geweest. Het heeft me echt pijn gedaan. We begonnen slecht aan de EK-kwalificatiereeks. Maar in het voorjaar kreeg ik het gevoel dat het besef er was in Nederland dat we niet meer de grote spelers hadden. Of ze waren, zoals Arjen Robben, geblesseerd. Ik had ook onderschat hoe Nederland ervoor stond. Ik had lang in het buitenland gezeten, er werd steeds tegen me geroepen dat er een prima generatie aankwam. Ik dacht rond die wedstrijd tegen Letland dat we nu wat spelers hadden waarmee we van Oranje een vechtmachine konden maken. De topkwaliteit hadden we niet meer, dus moest het op een andere manier. We pakten de Letten en ik dacht: laat Tsjechië, Turkije en IJsland maar komen, we gaan op z’n minst die play-off plek pakken.
Ik kreeg in de zomer telefoon. Bert van Oostveen en Hans Jorritsma wilden langskomen. Ik zei: we hebben de boel weer op de rit, kom maar lekker bij mij thuis langs, dan bespreken we boel daar. Ze zeiden dat ze liever in een hotel in Nice af wilden spreken. Ook goed. Van Oostveen zei meteen: ‘We gaan niet door.’ Ik vroeg: dus dit is een dictaat, we hebben geen evaluatie nu. Ze zeiden: ‘Je zit niet op de bank in september, maar we willen wel graag dat je adviseur blijft van de raad van commissarissen en de directie.’ Zet maar op papier, zei ik. Ik was door de mededeling overvallen, werd tijdens de rit naar huis steeds kwaaier. Ze wilden dat ik aan zou blijven als adviseur van de directie. Leek mij niet handig, want de directie had me net ontslagen als bondscoach, dus het was niet moeilijk wat mijn advies over de directie zou zijn.”

Danny Blind bleef aan, wat vond je daarvan?
“Danny wilde graag bondscoach zijn, dat nam ik hem niet kwalijk. Ze wilden hem zo snel mogelijk op het paard hijsen, helaas is dat ook fout gegaan.”
Feit is nu dat we even niet meer meedoen met Oranje.
“Voordat we naar het WK in Brazilië gingen, konden we dat al zien. In een toernooi kun je groeien, ook met een iets minder team. Ik heb dat zelf meegemaakt met Zuid-Korea in 2002. In een korte periode kan het allemaal goed vallen en meezitten. Maar er zit dan geen lange stabiele periode van presteren in. Louis van Gaal zag dat al tijdens die oefenwedstrijd tegen Frankrijk in aanloop naar het WK van 2014. We moesten anders gaan spelen en dat had Louis goed gezien. We hadden die mooie escape tegen Spanje, met Jasper Cillessen die de 2-0 van David Silva voorkwam. Natuurlijk was de hele natie tijdens dat WK in de gloria, maar de beleidsbepalers moesten daar doorheen kijken.”

Tekst gaat verder onder de foto

30 januari 2007: Het OM vervolgt Guus wegens belastingfraude. Het spitst zich toe op de periode na zijn avontuur in Zuid-Korea toen hij in België woonde en daar belasting afdroeg.
“Hier heb ik me zo boos over gemaakt. Formeel woonde ik in Spanje en ik wilde re-emigreren toen ik bij PSV aan de slag ging. Ik was via mijn accountant al in gesprek met de Nederlandse belastingdienst, wilde geen gelazer. De mededeling was dat ik nogmaals belasting moest gaan betalen, wat erop neerkwam dat ik van mijn verdiensten tien procent over zou houden. Mijn adviseurs zeiden: ‘For the time being kun je even in België gaan wonen en dan gaan we in de tussentijd een oplossing proberen te vinden.’
Als er dan een dispuut ontstaat, moet je dat voor een scale rechter gooien, vind ik. We hebben zelf bij de belastingdienst aangeklopt, ik heb inzage gegeven in alle contracten en verdiensten die ik had, heb overal keurig belasting betaald. Ik was zwaar in m’n kruis getast toen het ineens via de strafrechter ging. Mijn advocaat had informatie van het OM gekregen dat ze graag BN’ers even tegen het licht wilden houden. Ze kwamen ook nog eens in actie op momenten dat ik in de publiciteit was. De eerste keer was voor Nederland-Rusland. In aanloop naar het EK oefenden we in Amsterdam tegen Nederland en werd ik ineens ontboden. Dat gebeurde ook voor PSV-AC Milan, moest ik met veel machtsvertoon meekomen. Ik ben een uur of acht ondervraagd, kreeg alleen een plastic bekertje met water. Ik zat niet in de cel, maar wel in een verhoorruimte.
Het belachelijke blijft: ik wilde re-emigreren, heb zelf aan de bel getrokken. De controleurs hadden gezien dat ik amper gas, licht en water afnam in België, dat klopte want ik zat veelal op De Herdgang of in een hotelletje. Ze keken hoe vaak ik in België was en of ik m’n postbus leeghaalde. Alles hebben ze gecheckt, zie je het voor je? Om zes uur ’s ochtends kwamen ze me thuis ophalen… ik zei: kom lekker binnen. Wat een geld heeft dat hen gekost, ze wilden me per se pakken. De hele afdeling had op de dag van mijn zitting vrij genomen om op de publieke tribune plaats te nemen. Ik speelde open kaart en toch werd ik gestraft. Ik dacht: potverdikke, in wat voor land leven we? Ik heb de hele zaak als een vernedering ervaren.”
Ben je veroordeeld?
“Ik heb een strafblad! Mochten ze me willen vragen voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer; dat gaat niet gebeuren. Burgemeester Eberhard van der Laan kwam weleens bij me, zaten we bij mij thuis samen voetbal te kijken met de voeten op de poef. Ik vroeg dan grappend: weet jij of ik bij jou op het gemeentehuis een VOG, Verklaring Omtrent Gedrag, kan krijgen? En: jij mag helemaal hier niet zijn, je zit naast een crimineel, vertelde ik hem dan.”

Tekst gaat verder onder de foto

28 september 2016: Guus en premier Mark Rutte fietsen door Seoul met de burgemeester van de stad tijdens een handelsmissie in Zuid-Korea.
“Ik mag nog wel mee met handelstrips met de Nederlandse regering. En dat doe ik ook met plezier. Ik heb een beetje het ijs proberen te breken tussen Nederlandse en Koreaanse bedrijven. Laatst kreeg ik van een Beemster-boer een pakket met kaas, omdat hij nu zaken doet met Zuid-Korea. Met Mark Rutte heb ik het nooit over die belastingzaak gehad. Niet eens aan gedacht eigenlijk. Ik ben ook een keer met Willem-Alexander die kant op geweest. Had leuk geweest als ik hem had gezegd: Koning, weet u dat u met een crimineel op pad bent?”
Ben je dan niet zo trots dat je denkt: nu hebben ze me nodig, laat ze maar de kolere krijgen.
“Nee joh.”
Voor de verdiensten voor Nederland had je op z’n minst een lintje verdiend.
“Nou, die ga ik dus niet krijgen. Het is goed zo. Ik ben niet meer zuur over de hele gang van zaken, ga m’n leven daar niet door laten vergallen. Maar mijn vader, die de oorlog heeft meegemaakt, had wel een paar titels voor de mensen die er zo’n zaak van hebben gemaakt.”
Is het nog altijd een feest om in Zuid-Korea te komen?
“Heerlijk. Ik kom er heel graag. Na dat onverwachte succes in 2002 dacht ik: na een jaar of twee ebt dat allemaal wel weg. Dat is dus niet het geval. Met mijn foundation kom ik er ook geregeld, we hebben overal kunstgrasveldjes neergelegd waar mensen met een handicap kunnen sporten. Wat de Johan Cruyff Foundation doet in Nederland en daarbuiten, doe ik in Korea.”

Tekst gaat verder onder de foto

21 januari 2010: Guus en Ronald Koeman zitten in het belpanel voor de speciale tv-show waarvan de opbrengst ging naar de slachtoffers van de aardbeving op Haïti.
“Ik vind Ronald Koeman de meest logische keuze als bondscoach. Ronald en ik gaan ver terug: we wonnen samen de Europa Cup I met PSV. In 1998 haalde ik Frank Rijkaard en Ronald als assistenten bij Oranje. Ik maakte me er destijds hard voor dat Ruud Gullit, Johan Neeskens, Ruud Krol, Frank en Ronald behouden zouden blijven voor het voetbal. Ik zei: die jongens mogen we niet laten lopen, die hebben zoveel bagage. Ze wilden graag actief blijven in het voetbal, maar gingen niet zes jaar lang een cursus volgen. Eerst zeiden ze: ‘Krijgen we dat papiertje niet? Cruijff heeft het ooit ook gehad.’ Ik antwoordde dat Johan de uitzondering was, op alles. Ze moesten een jaar de cursus volgen en na een paar sessies kregen ze er heel veel lol in. En wat Ronald betreft: hij heeft succes gehad, kampioenschappen meegemaakt. Maar hij heeft, zoals elke trainer meemaakt, ook een paar keer een tik op de neus gehad. Daar word je rijper van. Nu is Ronald er ook klaar voor om bondscoach te worden.”
Was hij dat in 2014 nog niet? Na het WK in Brazilië waren jullie allebei in beeld om Louis van Gaal op te volgen als bondscoach. Bert van Oostveen koos voor jou.
“Ik had die geruchten ook gehoord. Toen ik werd benaderd door de KNVB om met Danny Blind het Nederlands elftal te gaan doen, heb ik Ronald gebeld. Ik zei tegen Ronald: als jij ook in beeld bent als bondscoach, dan stap ik net zo makkelijk terug, geen probleem. Ronald zei dat hij niet was benaderd, dat hem het wel leuk had geleken, maar hij vond het prima dat ik het ging doen.”
Is Ronald de man die Oranje bij de hand kan nemen?
“Hij is gepokt en gemazeld. Ronald durft zijn eigen gang te gaan en dat is wat we nu nodig hebben. Al blijft ook Ronald afhankelijk van de kwaliteiten die hij tot z’n beschikking heeft. Ik hoop dat Ronald erin slaagt er een goeie vechtmachine van te maken.”
Moeten we IJsland als voorbeeld nemen?
“Ja, er moet worden gekozen voor spelers met wie je een goed collectief kunt maken. En het is belangrijk dat we de bondscoach nu eens een tijdje laten zitten.”

Tekst gaat verder onder de foto

3 juli 2011: Louis van Gaal en Guus zijn als coaches aanwezig bij de afscheidswedstrijd van Edwin van der Sar.
“We hebben een mooi horloge van Edwin gekregen na afloop. Volgens mij zijn er maar vier of vijf van gemaakt. Alex Ferguson, Louis en ik hebben er een. Vond ik fantastisch.”
Allebei zijn jullie heel succesvol geweest, maar volgens ons met een totaal verschillende aanpak.
“Ik ben een totaal ander persoon dan Louis en ook onze aanpak zal hebben verschild. Afgelopen week kwamen we elkaar nog tegen bij een diner. Dan groeten we elkaar.”
Is het toeval dat er momenteel even geen Nederlandse coach aan de slag is bij een grote buitenlandse club?
“Dat heeft ook te maken met de status van het Nederlandse voetbal. We brengen niet de grootste voetballers voort op dit moment. Dat zegt niet alles. Maar er zijn in het voetbal altijd populistische stromingen. Als het Nederlandse voetbal het goed doet, dan zijn clubs sneller geneigd een Nederlandse coach aan te trekken. We zijn toch redelijk klein geworden in het internationale voetbal en dat straalt af op de vraag naar Nederlandse trainers. Ja, en waarom hebben Peter Bosz en Frank de Boer het niet gered in het buitenland? Moeilijk om daar een verklaring voor te geven.”

Tekst gaat verder onder de foto

7 juni 2004: Phillip Cocu keert terug bij PSV. Guus, ook teruggekeerd bij PSV, overhandigt hem zijn shirt.
“Phillip is heel bijzonder voor me. Ik ken hem al sinds z’n veertiende, toen hij rondliep op Groot Hagen, het trainingscomplex van de Superboeren. Ik zie hem nog komen met z’n tasje. Ik was toen jeugdtrainer. Zijn ouders verhuisden naar Alkmaar en toen ging hij naar AZ. We verloren elkaar een beetje uit het oog. In 1996 debuteerde hij bij me in Oranje. Phillip was een heerlijke speler voor een coach, hij beantwoordde altijd aan je verwachtingen. Hij werd aanvoerder van Barcelona, hallo, dan ben je geen kleine jongen, hè! Toen ik terugkeerde bij PSV hadden we een goed team, maar er ontbrak een leider. Voorzitter Harry van Raaij en ik zijn allebei naar Barcelona gegaan en ik zei tegen Phillip: kom naar Eindhoven, daar ben je de baas. Het werd een heel succesvolle comeback.”
Jij bent ook nog even zijn mentor geweest.
“Klopt. In het eerste jaar was er een reeks van veel gelijke spelen en nederlagen. Hij krabbelde daarna weer wat op, dat kwam niet door mij, hoor. Wat ik heel goed vond, was dat de directie heel rustig bleef. De kracht van Phillip is dat hij heel rustig en goed kan analyseren. Soms denk ik: je mag wel wat meer van je laten horen. Phillip doet dat ook gerust intern, maar heeft niet de behoefte om zich voor de buitenwacht te manifesteren. Hij heeft geen groot ego. Als we elkaar zien praten we over de mankementjes van de spelersgroep, want PSV heeft een mindere spelersgroep dan Ajax. Maar ja, dat hoe niet alles te zeggen.”

Tekst gaat verder onder de foto

28 november 2006: Partner Liesbeth en de vader en moeder van Guus bij de presentatie van de biografie Hiddink, dit is mijn wereld.
“Dit is in Vorden, in het restaurantje waar ik twee keer per jaar kwam om wild zwijn te eten. Mijn ouders leven allebei niet meer. Mijn vader was van 1916 en overleed op z’n 92ste. Mijn moeder was van 1920 en werd 88.”
Jouw vader heeft zich ook nog doen gelden in de Tweede Wereldoorlog, begrepen we.
“Mijn vader begon pas op latere leeftijd over de oorlog. Hij woonde eerst in Den Haag, daar drukte hij de voedselbonnen achterover om ze te verdelen onder de mensen. Tijdens de oorlog is hij teruggekeerd naar Varsseveld. Mijn opa had er een café en ze boden neergestorte Engelse piloten onderdak. Mijn vader heeft in die tijd piloten in veiligheid gebracht door ze achter de linies te brengen. Ik ben heel trots dat m’n vader dat heeft gedaan. Maar hij liep er nooit mee te koop. Pas toen hij een jaar of 75 was, begon hij er meer over te vertellen. Dan zei hij meteen: ‘Maar dat deed ik niet alleen, hoor.’”
Hoe kijken ze naar hun zoon die de wereld veroverde?
“Mijn ouders waren altijd heel trots, maar oosterlingen laten dat nooit zo merken. Ik weet nog dat ik terugkwam uit Zuid-Korea. ‘Ging niet slecht, hè?’ zei m’n vader, ‘wil je nog koffie?’”
Wil jij nog aan de slag in het buitenland?
“Zonder na te denken, zeg ik meteen ‘ja’. Dan stap ik morgen weer het veld op, het is namelijk heerlijk om met jonge spelers te werken. Maar als ik even nadenk dan moet ik zo eerlijk zijn dat ik in de diepe herfst van m’n trainerscarrière zit. Ik heb nog wel de energie in elk geval. Ik zou nog met plezier zeven dagen in de week aan de slag gaan.”
Zegt jouw partner weleens: ‘Guus, je bent 71. Het is mooi geweest.’
“Ja, dat zegt Liesbeth weleens. Maar ze zegt ook: ‘Als je nog uitvliegt, dan vlieg ik meteen achter je aan.’ Laat mij nog maar even lekker spelen.”

Helden Magazine

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: