Word abonnee

Helden in het nieuws

Jacques Brinkman: ‘Ik sta achter de kritiek van Hendriks’

door: Jasper Boks
4 juni 2014

De laatste internationale hoofdprijs van de Nederlandse hockeymannen dateert van 2000. Toen won Oranje olympisch goud in Sydney. Veel te lang geleden, vindt Maurits Hendriks, destijds bondscoach van de hockeyers en nu technisch directeur van sportkoepel NOC*NSF. Jacques Brinkman, toen speler, is het met hem eens.

“Ik sta helemaal achter de kritiek van Maurits Hendriks,” zegt Jacques Brinkman tegen Helden Online. De technisch directeur van NOC*NSF vindt dat hockeybond KNHB hogere eisen mag stellen als het om de Oranjemannen gaat. “De timing van Maurits vind ik wel verrassend. Het WK is immers bezig,” aldus Brinkman.

'Met de talenten en de faciliteiten die we in ons land hebben, zou er toch een alarmbelletje moeten afgaan?' zei Hendriks, van 1996 tot en met 2000 bondscoach van de Nederlandse hockeymannen. 'Waarom heeft het mannenteam in de laatste veertien jaar geen groot toernooi meer gewonnen? Misschien begint het wel met de doelstelling die in de beleidsnota's van de KNHB staat.'

'Het kan professioneler en we mogen de druk bij de mannen best wat opvoeren'

Hendriks gooide de knuppel gisteren bij het WK in het hoenderhok tijdens een bijeenkomst van De Batavieren. De vereniging van ruim vierhonderd ex-spelers van Oranje had onderzoek gedaan naar de prestaties van het Nederlands mannenteam in de afgelopen twintig jaar. Brinkman: “Ik heb ook meegedaan aan dat onderzoek. Doordat ik een herseninfarct kreeg, heb ik er daarna minder aan kunnen meewerken. Maar ik houd er ook wel van om de boel op scherp te zetten.”

Volgens Hendriks zijn de beleidsmakers te snel tevreden. De doelstelling 'meedoen om de medailles' is niet ambitieus genoeg. 'Veel internationals krijgen bij hun club tegenwoordig fulltime salarissen, maar daar staat nog geen fulltime werkweek, geen fulltime trainingsprogramma tegenover,' aldus Hendriks. 'Ik proef te weinig urgentie. Je zou toch ook kunnen vastleggen dat het team minimaal eens in de acht jaar wereldkampioen of olympisch kampioen dient te zijn? Maar met zo'n doelstelling gaan we fysiek en mentaal allemaal wel een heel ander liedje zingen.'

Brinkman springt zijn voormalige coach, met wie hij olympisch goud won in 2000, bij. “Het kan professioneler en we mogen de druk bij de mannen best wat opvoeren. Ik vind de ambitie terecht dat de Nederlandse mannen eens in de acht jaar olympisch goud moeten winnen of de wereldtitel moeten pakken. Met een derde plek mogen wij niet tevreden zijn, vind ik. Nederland is het grootste hockeyland van de wereld, wij hebben de meeste spelers tot onze beschikking en de meeste hockeyvelden. Dan vind ik een doelstelling als ‘we gaan voor een medaille’ te zacht uitgedrukt.”

'Ja, die dure auto’s waarin de voetballers vandaag de dag rijden, horen er dan ook bij'

Er is wel wat weerstand, weet Brinkman. “Ik vind dat het professioneler kan, maar daar is niet iedereen het mee eens. Johan Wakkie (directeur KNHB) en Jan Albers (voorzitter hockeybond) vinden het goed zoals het nu is, oordelen dat het met de betaling aan spelers in het hockey misschien juist is doorgeschoten. Ik ben het daar niet mee eens. Waarom willen kinderen voetballen? Omdat ze er hun beroep van kunnen maken. Ja, die dure auto’s waarin de voetballers vandaag de dag rijden, horen er dan ook bij. Het vooruitzicht dat kinderen hun beroep van hockey kunnen maken, ontbreekt nu. Daar moeten we wel naar toe, vind ik. De ambiance van het WK in Den Haag is een heel goed beginpunt. Hierdoor krijg je de jeugd enthousiast voor hockey. Maar nu moeten we doorpakken, vind ik.”

'Ik zal niet verbaasd zijn als volgende week de beleidsplannen gewijzigd worden'

Dat juist Hendriks zich roert, is volgens Brinkman goed voor de ontwikkeling van het mannenhockey in Nederland. Hij is immers technisch directeur van NOC*NSF, de man die in de Nederlandse sport mede over het geld gaat en bepaalt welk bedrag er naar de hockeybond gaat vanuit de sportkoepel. “Ik zal niet verbaasd zijn als volgende week de beleidsplannen gewijzigd worden en dat in het nieuwe plan zal staan dat Nederland voortaan voor goud gaat,” zegt Brinkman. “Daardoor zal de druk groter worden, is verdere professionalisering onontkoombaar en zullen er ook consequenties getrokken dienen te worden als bestuur, coach en trainingsstaf de doelstellingen niet halen.”

Delen: