Word abonnee

Helden in het nieuws

Sjinkie Knegt en de kunst van shorttracken

door: Marlies van Cleeff
21 januari 2016

Vrijdag beginnen de EK shorttrack. We bespraken de kunst van het shorttrack met de master zelf: Sjinkie Knegt. “Het zit hem in de timing.”

De perfecte shorttracker
“De beste shorttracker is niet supergroot, rond de 1.75 meter. Hij moet behendig en tactisch niet onnozel zijn. Hij moet zichzelf kunnen leegrijden, maar ook weten wanneer hij zijn energie moet sparen. Als je van al die aspecten een beetje hebt, kan je een hele goede shorttracker worden.

Ik heb een goed lichaam voor het shorttrack. Ik ben precies 1.75, ha, en lenig. Ik rek 's ochtends voor de training, maar ik doe geen yoga of zo.

'Het inhalen gaat vanzelf, alsof het is aangeboren'

Mijn start kan ik nog verbeteren. Die is nog te wisselvallig. Op de 500 meter heb ik daar veel hinder van. Soms lig ik na een halve ronde al tien meter achter en moet ik alleen maar het gat zien dicht te rijden om daarna pas te kunnen inhalen. Ik train er veel op.

Mijn beste eigenschap is het inhalen. Het gaat vanzelf bij me, alsof het is aangeboren.”

De lastigste tegenstanders
“Soms worden er vuile spelletjes gespeeld. Het hoort erbij. Als je dat gaat frustreren, moet je niet gaan shorttracken. Er zitten een paar lieve shorttrackers tussen, maar die rijden ook geen kwartfinales. Dan ben je ze allang kwijt.

De zwaarste tegenstanders zijn degenen die dezelfde eigenschappen hebben als ik en die ik op papier zo zou moeten kunnen verslaan. Als zo iemand achter me rijdt, ga ik teveel nadenken. Dat is funest in het shorttrack. Dan ga ik niet ontspannen die bocht in: hij kan nú binnendoor springen, denk ik dan. Want dat doe ik zelf ook altijd.”

'Twijfelen is dodelijk in het shorttrack'

De kunst van de perfecte inhaalactie
“Met meer snelheid een bocht ingaan dan degene voor je en dan, zo'n twee meter voor de bocht, er aan de binnenkant voorbij springen. Het moment is belangrijk. Als ik een paar ronden achter iemand heb gereden, weet ik precies wat hij goed doen. Als er nog een paar ronden te gaan zijn, weet ik: nu moet het gebeuren. In twee seconden denk ik aan de vorige ronde en hoe ze de bocht aansneden. Dan sla ik mijn slag. De juiste timing is alles.

Twijfelen is dodelijk in het shorttrack. Als je twee keer probeert in te halen, maar je doet het toch niet, kost dat te veel energie en verlies je snelheid.

Vroeger werd ik vaak gediskwalificeerd omdat ik niet nadacht dat het ook eens fout kon gaan. Nu gaat het soms nog fout, maar niet vaak meer. Ik kreeg ook vaak penalty's in het rechte stuk, omdat ik daar niet snel genoeg was. Veel shorttrackers hebben dat. Ze missen de goede techniek op het vlakke stuk. Toen ben ik veel gaan trainen op de langebaan. Nu kan ik versnellen op het punt waarop anderen juist vertragen.

Vorig jaar tijdens de EK finale op de 1000 meter lag ik op de tweede plek. Degene voor mij viel een beetje stil en voor de bocht stapte ik er buitenom omheen. Toen kon ik hem afsnijden en naar binnen komen. Dat was een van mijn mooiste inhaalacties, er zijn er niet veel die dat doen. Mijn coach Jeroen Otter was wel even verbaasd. 'Wat een actie,' zei hij.”

'Je kan nooit voorspellen wat er gaat gebeuren'

De perfecte coach  
“Jeroen is een strenge coach. Als je een pijntje hebt, zegt hij niet: stop maar even. Het liefst ziet hij je elke training doodgaan. Jeroen houdt van aanpakken. Hij draait er niet omheen en zegt waar het op staat. Zo ben ik zelf ook.
We bespreken nooit hoe we precies een wedstrijd ingaan, want je kan nooit voorspellen wat er gaat gebeuren. Ik weet iets over de tegenstanders, maar dat is het enige.
Jeroen analyseert alle beelden en vertelt wat wel en niet goed ging. Ik kijk zelf bijna nooit iets terug: ik voel heel goed wat er moet gebeuren.

eroen en ik hebben het nooit over het feit dat wij het shorttrack in Nederland op de kaart hebben gezet. We willen allebei dat de ploeg goed presteert. En ik wil zelf zo hard mogelijk schaatsen. Jeroen is de perfecte man om dat mogelijk te maken.”

'Als je steeds het podium haalt, wordt het ook een mentaal iets'

Het geheim van het telescoopbeen
“Iedereen vraagt hoe ik het doe, maar ik heb er zelf ook geen idee van. Het gaat vanzelf. Ook hier zit het in de timing. Sommigen strekken hun been een halve meter na de streep. Ik time hem altijd perfect, ik weet ook niet hoe ik dat doe.”

De kunst van het winnen
“In het shorttrack kan je winnen, maar ook heel makkelijk tiende worden doordat je een slechte halve finale rijdt. De beste wint niet altijd. Dat is soms frustrerend. De top ligt ook dicht bij elkaar.

Jeroen zegt altijd: 'Als je één keer een medaille pakt, volgen er meer. Dat gold ook voor mij. Ik won brons op de Olympische Spelen en een aantal weken later zilver op de WK. Ook bij de wereldbekers die volgden won ik medailles, terwijl ik toen fysiek niet eens echt sterk was. Ik snapte er niks van. Als je steeds het podium haalt, wordt het ook een mentaal iets. Ik denk elke keer: ik moet het podium halen. Dan lukt dat ook.”

Delen: