Word abonnee
Meer

Basketbal

Dinja en Joeri van Liere: Wereldveroveraars

Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Baanwielrennen

Harrie Lavreysen: ‘Ik laat me niet gek maken’

Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Veldrijden

Mathieu van der Poel – Wonder op wielen

Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel (29) won dit jaar voor de zesde keer de wereldtitel veldrijden. Hij won daarna de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Nu zet VDP zijn zinnen op de Tour, die hij voor de vierde keer gaat rijden en waarin hij bij zijn debuut meteen een ritzege en het geel pakte. Daarna volgt de olympische wegwedstrijd, waarop hij debuteert. Een portret in Helden Magazine nummer 72 van het wielerfenomeen aan de hand van citaten door de jaren heen. [caption id="attachment_20111" align="alignnone" width="1667"] Mathieu in 2018.[/caption] Voetbal en tennis “Ik voetbalde en tenniste ook. Vooral voetbal ging goed, ik mocht zelfs even stagelopen bij Willem II, maar ben bij de laatste tien afgevallen. Maar de keuze was makkelijk hoor, het individuele in het fietsen sprak mij sowieso meer aan. Ik heb liefst alles in eigen hand. Toen ik begon met fietsen was het om het plezier. Dat is nog steeds mijn grootste doel, lol hebben.” Mathieu van der Poel in 2018 in Helden. Mentaal belastend “Ik heb altijd tegen Mathieu gezegd dat hij voor zijn 25ste niet naar de Tour moest gaan, want die wedstrijd is mentaal veel te belastend. Zeker als je een van de favorieten bent voor een ritzege of een klassement. Je moet daar klaar voor zijn. Als je al op jonge leeftijd je vizier op de grote rondes richt, dan moet je veel meer in de bergen trainen en ben je meer van huis voor trainingskampen. De kans dat je dat leven rond je dertigste zat bent, is realistisch. Als je pas later die grote rondes gaat rijden, kun je je carrière gemakkelijker rekken tot je 35ste. Ik kijk dan ook met enige argwaan naar sommige talenten die als tiener meteen naar de profs zijn overgestapt. Natuurlijk zijn Tadej Pogacar, Remco Evenepoel en Juan Ayuso uitzonderingen. Maar het is afwachten hoelang ze aan de top blijven en hoelang hun loopbaan gaat duren.” Adrie van der Poel in 2022 in Helden over de reden waarom Mathieu pas in 2021, op zijn 26ste, zijn eerste Tour reed en meteen een rit won en het geel pakte Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het portret van Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel (29) won dit jaar voor de zesde keer de wereldtitel veldrijden. Hij won daarna de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Nu zet VDP zijn zinnen op de Tour, die hij voor de vierde keer gaat rijden en waarin hij bij zijn debuut meteen een ritzege en het geel pakte. Daarna volgt de olympische wegwedstrijd, waarop hij debuteert. Een portret in Helden Magazine nummer 72 van het wielerfenomeen aan de hand van citaten door de jaren heen. [caption id="attachment_20111" align="alignnone" width="1667"] Mathieu in 2018.[/caption] Voetbal en tennis “Ik voetbalde en tenniste ook. Vooral voetbal ging goed, ik mocht zelfs even stagelopen bij Willem II, maar ben bij de laatste tien afgevallen. Maar de keuze was makkelijk hoor, het individuele in het fietsen sprak mij sowieso meer aan. Ik heb liefst alles in eigen hand. Toen ik begon met fietsen was het om het plezier. Dat is nog steeds mijn grootste doel, lol hebben.” Mathieu van der Poel in 2018 in Helden. Mentaal belastend “Ik heb altijd tegen Mathieu gezegd dat hij voor zijn 25ste niet naar de Tour moest gaan, want die wedstrijd is mentaal veel te belastend. Zeker als je een van de favorieten bent voor een ritzege of een klassement. Je moet daar klaar voor zijn. Als je al op jonge leeftijd je vizier op de grote rondes richt, dan moet je veel meer in de bergen trainen en ben je meer van huis voor trainingskampen. De kans dat je dat leven rond je dertigste zat bent, is realistisch. Als je pas later die grote rondes gaat rijden, kun je je carrière gemakkelijker rekken tot je 35ste. Ik kijk dan ook met enige argwaan naar sommige talenten die als tiener meteen naar de profs zijn overgestapt. Natuurlijk zijn Tadej Pogacar, Remco Evenepoel en Juan Ayuso uitzonderingen. Maar het is afwachten hoelang ze aan de top blijven en hoelang hun loopbaan gaat duren.” Adrie van der Poel in 2022 in Helden over de reden waarom Mathieu pas in 2021, op zijn 26ste, zijn eerste Tour reed en meteen een rit won en het geel pakte Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het portret van Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Veldrijden

Wout van Aert: Wouts wondere wereld

Wout van Aert (29) kiest dit jaar voor een andere aanpak. Hij sloeg de WK veldrijden over en zal dit jaar ook de Tour de France laten schieten. Zijn speerpunten dit jaar: de Vlaamse voorjaarsklassiekers, de Giro d’Italia en de Olympische Spelen. We spreken in Helden Magazine 71 de alleskunner van Visma-Lease a Bike in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Giro. “Ik denk dat ik beter kan.” “In 2023 ben ik niet op mijn best geweest, heb me afgelopen jaar nooit zo gevoeld als in 2022. Ik had steeds het gevoel dat ik dat ene procentje miste. De resultaten waren nog best goed, maar ik denk dat ik beter kan,” zegt Wout van Aert. Conclusie eind vorig jaar: het moest anders. Wout won in 2021 de Amstel Gold Race, Gent-Wevelgem en drie etappes in de Tour de France: een bergrit die twee keer over de Mont Ventoux voerde, de tijdrit op de een-na-laatste dag en de afsluitende massasprint in Parijs. Het tekende zijn ongekende veelzijdigheid. Een jaar later? Wout won opnieuw drie etappes in de Tour, reed vier dagen in de gele trui en mocht de groene trui mee naar huis nemen. Ook won hij de prijs voor de meest strijdlustige renner én hij was de luxe meesterknecht van Jonas Vingegaard die de eerste Tourzege voor de ploeg, die toen nog Jumbo-Visma heette, pakte. In 2023 kon hij minder vaak juichen. Hij won de E3 Saxo Classic en werd tweede achter zijn eeuwige rivaal Mathieu van der Poel bij de WK-wegwedstrijd in Glasgow. Tijdens de Tour verrichtte hij opnieuw beulswerk voor Vingegaard, die zijn tweede eindzege pakte. Maar Wout won geen etappe en ging een paar dagen voordat Parijs werd bereikt naar huis om bij zijn hoogzwangere vrouw Sarah te zijn. Op 21 juli verwelkomden zij zoontje Jerome, broertje van Georges. Waar hij dat ene procentje liet liggen vorig jaar? Wout weet het wel. De belangrijkste reden: hij werd ziek nadat het crossseizoen erop zat. “Die ziekte heeft de voorbereiding op het wegseizoen verstoord. Het kostte me te veel energie om mijn topvorm te halen voor de klassiekers. Ik heb eigenlijk te veel ups en downs gekend tijdens het seizoen, mijn niveau is nooit stabiel geweest. Door het veldrijden had ik altijd maar een maand om me voor te bereiden op de voorjaarskoersen. Als alles goed ging, dan lukte het om me in die korte periode naar honderd procent toe te werken. Maar als het niet gaat zoals gepland, dan heb ik meteen een probleem en wordt het lastig om in topvorm te zijn in de maand april. Dat was vorig jaar dus het geval.” Na de evaluatie van 2023 besloot Wout in samenspraak met de ploegleiding dat zijn programma flink op de schop moest. Merijn Zeeman, sportief directeur van Visma-Lease a Bike gaf in Helden al eens aan dat ‘Wout niet alleen maar braaf aan tafel zit te luisteren’ als ze met hem praten. Hij gaat de discussie niet uit de weg, eist het maximale van zichzelf en het team. “Ik ben niet alleen voor mezelf extreem veeleisend, maar waarschijnlijk ook voor mijn omgeving,” zei Wout daar vorig jaar over in Helden. “Ik heb in de ploeg het gevoel dat de vrijheid er is om eigen inbreng te hebben. Marijn en ik hebben daardoor samen de ploeg beter gemaakt. Ik waardeer het enorm dat we op die manier kunnen samenwerken.” Om beter voor de dag te komen in 2024 besloot Wout om als drievoudig wereldkampioen veldrijden het WK in Tábor te laten schieten. Zijn oude liefde, de cross, moest pas op de plaats maken, zodat hij sterker en frisser is in de maand april. “De focus ligt nu meer op de weg. We besloten om heel veel crossen weg te strepen, met als belangrijkste reden om meer mentale vrijheid te krijgen en meer energie aan het begin van het wegseizoen te hebben. Ik heb een paar crossen gereden omdat het goed is om een uur lang all-in te gaan tegen mannen als Mathieu van der Poel en Tom Pidcock, dat nam ik mee naar de weg.” Zijn palmares is indrukwekkend, maar een overwinning in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix ontbreekt op zijn 29ste nog. Daar moet verandering in komen. En snel, wat Wout betreft. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Wout van Aert is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Wout van Aert (29) kiest dit jaar voor een andere aanpak. Hij sloeg de WK veldrijden over en zal dit jaar ook de Tour de France laten schieten. Zijn speerpunten dit jaar: de Vlaamse voorjaarsklassiekers, de Giro d’Italia en de Olympische Spelen. We spreken in Helden Magazine 71 de alleskunner van Visma-Lease a Bike in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Giro. “Ik denk dat ik beter kan.” “In 2023 ben ik niet op mijn best geweest, heb me afgelopen jaar nooit zo gevoeld als in 2022. Ik had steeds het gevoel dat ik dat ene procentje miste. De resultaten waren nog best goed, maar ik denk dat ik beter kan,” zegt Wout van Aert. Conclusie eind vorig jaar: het moest anders. Wout won in 2021 de Amstel Gold Race, Gent-Wevelgem en drie etappes in de Tour de France: een bergrit die twee keer over de Mont Ventoux voerde, de tijdrit op de een-na-laatste dag en de afsluitende massasprint in Parijs. Het tekende zijn ongekende veelzijdigheid. Een jaar later? Wout won opnieuw drie etappes in de Tour, reed vier dagen in de gele trui en mocht de groene trui mee naar huis nemen. Ook won hij de prijs voor de meest strijdlustige renner én hij was de luxe meesterknecht van Jonas Vingegaard die de eerste Tourzege voor de ploeg, die toen nog Jumbo-Visma heette, pakte. In 2023 kon hij minder vaak juichen. Hij won de E3 Saxo Classic en werd tweede achter zijn eeuwige rivaal Mathieu van der Poel bij de WK-wegwedstrijd in Glasgow. Tijdens de Tour verrichtte hij opnieuw beulswerk voor Vingegaard, die zijn tweede eindzege pakte. Maar Wout won geen etappe en ging een paar dagen voordat Parijs werd bereikt naar huis om bij zijn hoogzwangere vrouw Sarah te zijn. Op 21 juli verwelkomden zij zoontje Jerome, broertje van Georges. Waar hij dat ene procentje liet liggen vorig jaar? Wout weet het wel. De belangrijkste reden: hij werd ziek nadat het crossseizoen erop zat. “Die ziekte heeft de voorbereiding op het wegseizoen verstoord. Het kostte me te veel energie om mijn topvorm te halen voor de klassiekers. Ik heb eigenlijk te veel ups en downs gekend tijdens het seizoen, mijn niveau is nooit stabiel geweest. Door het veldrijden had ik altijd maar een maand om me voor te bereiden op de voorjaarskoersen. Als alles goed ging, dan lukte het om me in die korte periode naar honderd procent toe te werken. Maar als het niet gaat zoals gepland, dan heb ik meteen een probleem en wordt het lastig om in topvorm te zijn in de maand april. Dat was vorig jaar dus het geval.” Na de evaluatie van 2023 besloot Wout in samenspraak met de ploegleiding dat zijn programma flink op de schop moest. Merijn Zeeman, sportief directeur van Visma-Lease a Bike gaf in Helden al eens aan dat ‘Wout niet alleen maar braaf aan tafel zit te luisteren’ als ze met hem praten. Hij gaat de discussie niet uit de weg, eist het maximale van zichzelf en het team. “Ik ben niet alleen voor mezelf extreem veeleisend, maar waarschijnlijk ook voor mijn omgeving,” zei Wout daar vorig jaar over in Helden. “Ik heb in de ploeg het gevoel dat de vrijheid er is om eigen inbreng te hebben. Marijn en ik hebben daardoor samen de ploeg beter gemaakt. Ik waardeer het enorm dat we op die manier kunnen samenwerken.” Om beter voor de dag te komen in 2024 besloot Wout om als drievoudig wereldkampioen veldrijden het WK in Tábor te laten schieten. Zijn oude liefde, de cross, moest pas op de plaats maken, zodat hij sterker en frisser is in de maand april. “De focus ligt nu meer op de weg. We besloten om heel veel crossen weg te strepen, met als belangrijkste reden om meer mentale vrijheid te krijgen en meer energie aan het begin van het wegseizoen te hebben. Ik heb een paar crossen gereden omdat het goed is om een uur lang all-in te gaan tegen mannen als Mathieu van der Poel en Tom Pidcock, dat nam ik mee naar de weg.” Zijn palmares is indrukwekkend, maar een overwinning in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix ontbreekt op zijn 29ste nog. Daar moet verandering in komen. En snel, wat Wout betreft. Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Wout van Aert is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Mountainbiken

Fem van Empel: ‘Liever wat modder’

Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Fem van Empel (21) werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden, maar laat ook van zich horen op de weg en in het mountainbiken. In aanloop naar het WK veldrijden (3 februari) gingen we op bezoek bij het multitalent dat rijdt in dienst van Team Visma-Lease a Bike. “Ik wilde altijd profvoetbalster worden.” “Na een cross zitten we meestal helemaal onder de modder. Ik vind het wel speciaal om na afloop met een zwart gezicht voor de camera te verschijnen, het ziet er toch ook wel stoer uit, toch?” Lachend: “Voor mij geen uitgebreide skincare routine hoor, dan liever wat modder,” zegt Fem van Empel. De pas 21-jarige Fem komt sinds januari vorig jaar uit voor Team Jumbo-Visma, inmiddels Team Visma-Lease a Bike. Ze is explosief en behendig. “Ik heb een goede bouw voor een wielrenster, ben vrij lang. Veel onderdelen van het veldrijden liggen mij: een paar keer van de fiets afspringen, korte looppassages en klimmetjes. Ik heb dan wel geluk met mijn bouw, maar het belangrijkst is training en voeding, hoor.” Fem komt sinds vorig jaar ook uit op de weg, mountainbiken doet ze al langer. De vergelijking met Mathieu van der Poel is snel gemaakt. “Er worden geregeld uitspraken gedaan als: ‘Fem heeft het profiel van die of die renner.’ En daarmee wordt ook op Mathieu van der Poel gedoeld. Maar ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht, ik sta liever in de schaduw.” ‘Ik word niet graag vergeleken met een ander, ook niet met Mathieu van der Poel. Ieder heeft zijn eigen kwaliteiten. Bovendien hou ik niet zo van die aandacht’ Het verschil tussen de drie disciplines is groot, zegt Fem. “Ook qua sfeer. Veldrijden voelt als een grote familie, iedere week zie je dezelfde mensen, renners en verzorgers. Op de weg is het meer op het individu gericht. Ik voel er afgunst, de ploegen onderling groeten elkaar ook nauwelijks. Bij de cross is het heel gemoedelijk, iedereen zegt elkaar gedag. En in het mountainbiken is de sfeer zelfs nog relaxter dan in het veldrijden. Ik vind veldrijden het leukst, maar het meest uitdagende is het mountainbiken. Er komt zoveel bij kijken. Bij de verkenning sta ik soms al bovenaan te kijken van: moet ik hier nou naar beneden? Op de weg moet ik nog meer het spelletje, het tactische gedeelte, leren begrijpen. Op de weg wint niet altijd de beste en qua ploegenspel heb ik nog een hoop te leren. Vorig jaar heb ik voor het eerst van het wegwielrennen geproefd. Ik kon me redelijk staande houden bij een klimkoers of tijdens een vlakke etappe. Ik denk dat ik redelijk allround ben.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Fem van Empel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Baanwielrennen

Jeffrey Hoogland: Kilometer vreter

Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Basketbal

Bo Kramer: ‘Rolmodel’

Bo Kramer (24) is een van de sterren van de Nederlandse rolstoelbasketbalvrouwen. De ploeg heeft de afgelopen jaren alles gewonnen wat er te winnen valt. In aanloop naar de European Para Championships in Rotterdam doet Bo haar verhaal. “Bij het WK in Dubai klonk vooraf al: Nederland zal wel winnen. We weten dat we heel goed zijn, maar het is telkens weer vet als het we het gewoon flikken. Met het winnen van de wereldtitel blijven we alle grote titels in handen houden: de paralympische titel, de Europese en de wereldtitel. En in Rotterdam Ahoy willen we bij de European Para Championships winnen en onze Europese titel prolongeren. Ik kwam bij het Nederlands team in 2014. Twee jaar later was ik erbij in Rio tijdens de Paralympics. Dat was het laatste grote toernooi dat we niet wonnen, het werd brons. Ik werd in Rio achttien jaar, had als doel om de beste rolstoelbasketbalster van de wereld te worden. Ik ben er heel trots op dat ik hardop kan zeggen dat ik inmiddels bij de beste speelsters hoor. En het mooie is: er is nog ruimte voor verbetering.” “Aan mij zie je in het dagelijks leven niet dat ik rolstoelbasketbalster ben, want dan loop ik gewoon. Voor mijn sport ben ik afhankelijk van een rolstoel: springen, lange wandelingen maken en sprinten kan ik niet. Tot mijn elfde was ik aan het voetballen, ik had de droom om ooit bij Ajax te voetballen. Totdat ik last kreeg van mijn linkerknie. Er werden foto’s gemaakt, maar aan die knie zagen ze niets. Per toeval zagen ze op de röntgenfoto’s wel witte vlekken in de botten van mijn rechteronderbeen. Ik bleek een tumor van 18,5 centimeter te hebben, dat was zo’n beetje m’n hele scheenbeen. Botkanker, en dan ook nog een vorm die niet reageerde op chemotherapie. Ik heb de hele nacht gehuild na de diagnose. Ik dacht: ik heb kanker, ga dood. Al snel werd duidelijk dat het geen agressieve vorm van kanker was, dat ik kon genezen. Maar dan moest ik wel een heel zware operatie ondergaan. Ze hebben het kuitbeen uit mijn linkerbeen gehaald en dat op de plek van mijn rechterscheenbeen gezet. In mijn linkerbeen had ik na de transplantatie dus alleen nog een scheenbeen en in mijn rechterbeen had ik twee kuitbenen. Na de operatie moest ik negen maanden revalideren. Ik mocht in het begin helemaal niet bewegen en daarna heb ik beetje bij beetje opnieuw leren lopen. Ik was ineens afhankelijk van een rolstoel en dat was wennen. En vier dagen in de week zat ik bij de fysiotherapeut. De revalidatie heb ik niet als zwaar ervaren, toen ik wist dat ik kon genezen, heb ik de knop omgezet en tegen mezelf gezegd: let’s do this. Mijn grote doel: op een dag weer normaal kunnen lopen. Het enige wat ik heel vervelend vond, was dat ik nooit meer mocht voetballen, want dat deed ik tot de kanker werd ontdekt dagelijks. Nooit meer voetballen met mijn klasgenootjes op straat, de gedachte daaraan was mijn grootste struggle. Mijn ouders zeiden toen ik weer redelijk kon lopen: ‘Waarom ga je niet een paralympische sport doen?’ In het begin dacht ik: ik zit toch niet in een rolstoel? Mijn vader bleef tegen me zeggen: ‘Laten we gewoon eens gaan kijken.’ Ik stemde op een gegeven moment toe en ging met hem naar de paralympische talentendag waar ik meedeed aan een rolstoelbasketbalclinic. Ik was meteen verkocht, vond het heerlijk dat ik weer lekker kon sporten met mijn leeftijdgenoten, vergat alles om me heen. Als kind was ik dus al heel sportief. Op dansen na had ik voor heel veel dingen gevoel. En aan mijn ziekte heb ik een groot doorzettingsvermogen overgehouden, ik geef nooit op. Als ik ergens mijn zinnen op heb gezet, dan kan niemand me stoppen. Toen rolstoelbasketbal in mijn leven kwam, ben ik dag in dag uit keihard gaan trainen.” Helden Magazine 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bo Kramer komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Bo Kramer (24) is een van de sterren van de Nederlandse rolstoelbasketbalvrouwen. De ploeg heeft de afgelopen jaren alles gewonnen wat er te winnen valt. In aanloop naar de European Para Championships in Rotterdam doet Bo haar verhaal. “Bij het WK in Dubai klonk vooraf al: Nederland zal wel winnen. We weten dat we heel goed zijn, maar het is telkens weer vet als het we het gewoon flikken. Met het winnen van de wereldtitel blijven we alle grote titels in handen houden: de paralympische titel, de Europese en de wereldtitel. En in Rotterdam Ahoy willen we bij de European Para Championships winnen en onze Europese titel prolongeren. Ik kwam bij het Nederlands team in 2014. Twee jaar later was ik erbij in Rio tijdens de Paralympics. Dat was het laatste grote toernooi dat we niet wonnen, het werd brons. Ik werd in Rio achttien jaar, had als doel om de beste rolstoelbasketbalster van de wereld te worden. Ik ben er heel trots op dat ik hardop kan zeggen dat ik inmiddels bij de beste speelsters hoor. En het mooie is: er is nog ruimte voor verbetering.” “Aan mij zie je in het dagelijks leven niet dat ik rolstoelbasketbalster ben, want dan loop ik gewoon. Voor mijn sport ben ik afhankelijk van een rolstoel: springen, lange wandelingen maken en sprinten kan ik niet. Tot mijn elfde was ik aan het voetballen, ik had de droom om ooit bij Ajax te voetballen. Totdat ik last kreeg van mijn linkerknie. Er werden foto’s gemaakt, maar aan die knie zagen ze niets. Per toeval zagen ze op de röntgenfoto’s wel witte vlekken in de botten van mijn rechteronderbeen. Ik bleek een tumor van 18,5 centimeter te hebben, dat was zo’n beetje m’n hele scheenbeen. Botkanker, en dan ook nog een vorm die niet reageerde op chemotherapie. Ik heb de hele nacht gehuild na de diagnose. Ik dacht: ik heb kanker, ga dood. Al snel werd duidelijk dat het geen agressieve vorm van kanker was, dat ik kon genezen. Maar dan moest ik wel een heel zware operatie ondergaan. Ze hebben het kuitbeen uit mijn linkerbeen gehaald en dat op de plek van mijn rechterscheenbeen gezet. In mijn linkerbeen had ik na de transplantatie dus alleen nog een scheenbeen en in mijn rechterbeen had ik twee kuitbenen. Na de operatie moest ik negen maanden revalideren. Ik mocht in het begin helemaal niet bewegen en daarna heb ik beetje bij beetje opnieuw leren lopen. Ik was ineens afhankelijk van een rolstoel en dat was wennen. En vier dagen in de week zat ik bij de fysiotherapeut. De revalidatie heb ik niet als zwaar ervaren, toen ik wist dat ik kon genezen, heb ik de knop omgezet en tegen mezelf gezegd: let’s do this. Mijn grote doel: op een dag weer normaal kunnen lopen. Het enige wat ik heel vervelend vond, was dat ik nooit meer mocht voetballen, want dat deed ik tot de kanker werd ontdekt dagelijks. Nooit meer voetballen met mijn klasgenootjes op straat, de gedachte daaraan was mijn grootste struggle. Mijn ouders zeiden toen ik weer redelijk kon lopen: ‘Waarom ga je niet een paralympische sport doen?’ In het begin dacht ik: ik zit toch niet in een rolstoel? Mijn vader bleef tegen me zeggen: ‘Laten we gewoon eens gaan kijken.’ Ik stemde op een gegeven moment toe en ging met hem naar de paralympische talentendag waar ik meedeed aan een rolstoelbasketbalclinic. Ik was meteen verkocht, vond het heerlijk dat ik weer lekker kon sporten met mijn leeftijdgenoten, vergat alles om me heen. Als kind was ik dus al heel sportief. Op dansen na had ik voor heel veel dingen gevoel. En aan mijn ziekte heb ik een groot doorzettingsvermogen overgehouden, ik geef nooit op. Als ik ergens mijn zinnen op heb gezet, dan kan niemand me stoppen. Toen rolstoelbasketbal in mijn leven kwam, ben ik dag in dag uit keihard gaan trainen.” Helden Magazine 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bo Kramer komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Veldrijden

Hennie Stamsnijder: ‘Het was Stammie voor, Stammie na’

Hennie Stamsnijder zette het veldrijden in Nederland op de kaart. Hij werd in 1981 de eerste wereldkampioen cyclocross en behoorde jarenlang tot de wereldtop. Een grote schare fans volgde hem in die tijd op de voet. We gaan terug in de tijd met de inmiddels 68-jarige Stammie. ‘Stammie,’ klonk het in de jaren tachtig uit honderden kelen bij veldritten. Een grote schare supporters volgde Hennie Stamsnijder overal waar hij ging. “Eerst kwamen de supporters vooral uit mijn geboortedorp Enter, maar na mijn wereldtitel kwamen ze ineens uit heel Nederland. Het was Stammie voor, Stammie na.” Hennie zette het veldrijden in Nederland op de kaart. Hij werd in 1981 als eerste Nederlander wereldkampioen veldrijden, werd dat jaar gekozen als Sportman van het Jaar en was op slag een BN’er. “Ik was altijd vrij nuchter, ben gewoon een sim­ pele boerenzoon uit het oosten, die zijn ding deed. De supporters hebben meer heisa gemaakt om die wereldtitel dan ik.” Denk nou niet dat in Overijssel ineens groupies voor de deur stonden. “Hou op, zeg,” lacht Hennie, 68 inmiddels, “ik was getrouwd, mijn vrouw was zwanger.” Hennie was een alleskunner. Hij fietste op de baan, werd daarop Nederlands kam­pioen. Hij mocht naar de Olympische Spelen van 1976 voor de ploegentijdrit en was ook een verdienstelijk wegren­ner. Hennie werd amateurkampioen van Nederland in 1979 en ging van start in de Tour de France namens DAF Trucks. In 1980, de Tour die werd gewonnen door Joop Zoetemelk, stapte hij ziek af, een jaar later werd hij tachtigste. “Op de weg was ik een goede knecht, geen winnaar. In 1981 was Hennie Kuiper de kopman. We sliepen bij elkaar op de kamer. Twee Hennies uit het oosten.” De focus lag op het veldrijden. “Onze sponsor Willy van Doorne zei tegen me: ‘Misschien moet je toch eens kiezen wat je nou eigenlijk wil.’ Ik ging me concen­treren op iets wat ik heel leuk vond en waar ik echt goed in was: het veldrijden.” In Nederland draaide alles om fietsen op de weg. “Het was de tijd van Zoete­ melk, Kuiper, Jan Raas en Gerrie Knete­mann. Ik maakte deel uit van de gouden generatie wielrenners in Nederland. Van die mannen was er ook zeker waarde­ ring voor wat ik deed. Ze deden in de wintermaanden ook vaak aan veldritten mee. Bikkelen in de modder was goed voor de conditie, dat was voor die man­ nen een goede manier als voorbereiding op het wegseizoen. Het is dus zeker niet zo dat ze mij als een of andere wereld­ vreemde kerel zagen.” Toen Hennie zijn vizier richtte op het veldrijden, waren het vooral de Belgen en de Zwitsers die heersten in het veld­ rijden. “Toen ik voor het eerst Neder­ lands kampioen veldrijden werd, begin 1977, wist ik dat ik in Nederland niet veel meer kon leren.” Hennie gaf zijn baan als belastinginspecteur op voor het wielrennen. “Ik ben me verder gaan ontwikkelen in Zwitserland, wat destijds het walhalla van het veldrijden was.” Rivaliteit Terug naar zondag 22 februari 1981: het WK veldrijden in Tolosa, gelegen in Spaans Baskenland. Hennie heeft de ingelijste wol­ len regenboogtrui en de gouden medaille meegenomen, het zijn souvenirs die hem herinneren aan de mooiste dag van zijn sportcarrière. Ook een van de fietsen waar­ op hij Nederlandse wielerhistorie schreef, is aanwezig. “Mensen vragen me nog weleens: waar kwam dat ineens vandaan? Nou, het was niet ineens, het zat er al een beetje aan te komen. Ik reed al een tijd goed, bij het WK van 1980 was ik ook al derde geworden.” 'Ik kwam iemand tegen die meer talent had dan ik. Kijk, Zoetemelk had de pech dat hij op de weg jarenlang tegen Merckx aanliep. Dat had ik met Liboton in het veldrijden' Op zaterdag was het nog mooi weer, maar ’s nachts begon het te regenen. Het parkoers veranderde in een modder­ poel. Dat was goed nieuws voor Hennie, die juist op z’n best was als het nat en blubberig was. Hij was ook heel goed in het loopwerk. “Het was mijn dag. Als ik eraan terugdenk, kan ik mezelf niet betrappen op één fout. Het enige wat er gebeurde, was dat ik in de laatste ronde een lekke band kreeg. Ik durfde niet meer te wisselen van fiets. Omdat ik dacht: ze komen er misschien nog aan. Ik ben gefinisht op een lekke band.” Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Hennie Stamsnijder komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hennie Stamsnijder zette het veldrijden in Nederland op de kaart. Hij werd in 1981 de eerste wereldkampioen cyclocross en behoorde jarenlang tot de wereldtop. Een grote schare fans volgde hem in die tijd op de voet. We gaan terug in de tijd met de inmiddels 68-jarige Stammie. ‘Stammie,’ klonk het in de jaren tachtig uit honderden kelen bij veldritten. Een grote schare supporters volgde Hennie Stamsnijder overal waar hij ging. “Eerst kwamen de supporters vooral uit mijn geboortedorp Enter, maar na mijn wereldtitel kwamen ze ineens uit heel Nederland. Het was Stammie voor, Stammie na.” Hennie zette het veldrijden in Nederland op de kaart. Hij werd in 1981 als eerste Nederlander wereldkampioen veldrijden, werd dat jaar gekozen als Sportman van het Jaar en was op slag een BN’er. “Ik was altijd vrij nuchter, ben gewoon een sim­ pele boerenzoon uit het oosten, die zijn ding deed. De supporters hebben meer heisa gemaakt om die wereldtitel dan ik.” Denk nou niet dat in Overijssel ineens groupies voor de deur stonden. “Hou op, zeg,” lacht Hennie, 68 inmiddels, “ik was getrouwd, mijn vrouw was zwanger.” Hennie was een alleskunner. Hij fietste op de baan, werd daarop Nederlands kam­pioen. Hij mocht naar de Olympische Spelen van 1976 voor de ploegentijdrit en was ook een verdienstelijk wegren­ner. Hennie werd amateurkampioen van Nederland in 1979 en ging van start in de Tour de France namens DAF Trucks. In 1980, de Tour die werd gewonnen door Joop Zoetemelk, stapte hij ziek af, een jaar later werd hij tachtigste. “Op de weg was ik een goede knecht, geen winnaar. In 1981 was Hennie Kuiper de kopman. We sliepen bij elkaar op de kamer. Twee Hennies uit het oosten.” De focus lag op het veldrijden. “Onze sponsor Willy van Doorne zei tegen me: ‘Misschien moet je toch eens kiezen wat je nou eigenlijk wil.’ Ik ging me concen­treren op iets wat ik heel leuk vond en waar ik echt goed in was: het veldrijden.” In Nederland draaide alles om fietsen op de weg. “Het was de tijd van Zoete­ melk, Kuiper, Jan Raas en Gerrie Knete­mann. Ik maakte deel uit van de gouden generatie wielrenners in Nederland. Van die mannen was er ook zeker waarde­ ring voor wat ik deed. Ze deden in de wintermaanden ook vaak aan veldritten mee. Bikkelen in de modder was goed voor de conditie, dat was voor die man­ nen een goede manier als voorbereiding op het wegseizoen. Het is dus zeker niet zo dat ze mij als een of andere wereld­ vreemde kerel zagen.” Toen Hennie zijn vizier richtte op het veldrijden, waren het vooral de Belgen en de Zwitsers die heersten in het veld­ rijden. “Toen ik voor het eerst Neder­ lands kampioen veldrijden werd, begin 1977, wist ik dat ik in Nederland niet veel meer kon leren.” Hennie gaf zijn baan als belastinginspecteur op voor het wielrennen. “Ik ben me verder gaan ontwikkelen in Zwitserland, wat destijds het walhalla van het veldrijden was.” Rivaliteit Terug naar zondag 22 februari 1981: het WK veldrijden in Tolosa, gelegen in Spaans Baskenland. Hennie heeft de ingelijste wol­ len regenboogtrui en de gouden medaille meegenomen, het zijn souvenirs die hem herinneren aan de mooiste dag van zijn sportcarrière. Ook een van de fietsen waar­ op hij Nederlandse wielerhistorie schreef, is aanwezig. “Mensen vragen me nog weleens: waar kwam dat ineens vandaan? Nou, het was niet ineens, het zat er al een beetje aan te komen. Ik reed al een tijd goed, bij het WK van 1980 was ik ook al derde geworden.” 'Ik kwam iemand tegen die meer talent had dan ik. Kijk, Zoetemelk had de pech dat hij op de weg jarenlang tegen Merckx aanliep. Dat had ik met Liboton in het veldrijden' Op zaterdag was het nog mooi weer, maar ’s nachts begon het te regenen. Het parkoers veranderde in een modder­ poel. Dat was goed nieuws voor Hennie, die juist op z’n best was als het nat en blubberig was. Hij was ook heel goed in het loopwerk. “Het was mijn dag. Als ik eraan terugdenk, kan ik mezelf niet betrappen op één fout. Het enige wat er gebeurde, was dat ik in de laatste ronde een lekke band kreeg. Ik durfde niet meer te wisselen van fiets. Omdat ik dacht: ze komen er misschien nog aan. Ik ben gefinisht op een lekke band.” Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Hennie Stamsnijder komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Basketbal

Kobe Bryant: Mamba Out

Kobe Bryant was een van de beste basketballers ooit. Op 26 januari kwam hij samen met zijn dertienjarige dochter Gianna en zeven anderen om het leven tijdens een helikoptercrash. The Black Mamba werd slechts 41. Drie keer ontmoette hoofdredacteur Jasper Boks hem. Een eerbetoon. “Bezoek uit Holland? Marco van Basten! De beste voetballer ooit. Fantastisch, wat een sportman. Ik was AC Milan-fan toen ik in Italië woonde. Wat was ik gek van Van Basten. De grootste sporters die ik ooit heb gezien: Van Basten, Michael Jordan en ikzelf natuurlijk.” Kobe Bryant, geboren in Philadelphia en vanaf zijn zesde een paar jaar woonachtig in Italië omdat vader Joe Jellybean Bryant daar zijn laatste jaren als basketbalprof sleet, was al op zijn twintigste heel zeker van zichzelf. Hij vierde op verzoek van Adidas, destijds zijn kledingsponsor, drie dagen vakantie in Berlijn in de zomer van 1999. In de Duitse hoofdstad was het jaarlijkse ABC Basketball Camp, waarvoor hij 86 van de beste Europese jeugdspelers gevraagd en ongevraagd advies gaf, en van het sportmerk mocht tijdschrift Sportweek drie dagen met Bryant optrekken. [caption id="attachment_18242" align="alignnone" width="1983"] Kobe Bryant met dochter Gianna[/caption] Kill your idols Bryant had nog een grote bos met kroeshaar, had nog geen kampioensring gewonnen met de Los Angeles Lakers en verdiende nog ‘maar’ zeven miljoen dollar per jaar op dat moment. Hij stond nog aan het begin van zijn carrière, was een van de eerste spelers die het lef had om meteen na de highschool, dus zonder het spelen van collegebasketbal, voor de NBA te kiezen. Aan zelfvertrouwen geen gebrek. Bryant: 'Wat was ik gek van Van Basten. De grootste sporters die ik ooit heb gezien: Van Basten, Michael Jordan en ikzelf natuurlijk' Samen met zijn neefje Joe Cox en vier bodyguards reed hij de stad door in twee geblindeerde Mercedessen. Midden in een woonwijk vroeg hij de chauffeur te stoppen. Bryant zag een basketbalveldje waar de plaatselijke jeugd een wedstrijdje speelde. Het veldje deed hem denken aan toen hij op zijn vierde begon op vergelijkbare pleintjes in Philadelphia. Als tiener in Pistoia, Italië moest hij de basketbalveldjes delen met voetballers. “Niemand basketbalde daar. Als er andere kinderen kwamen die wilden voetballen, was het: meedoen of wegwezen. Ik stond vaak op doel.” De Berlijnse kinderen op het veldje kregen de schrik van hun leven toen Bryant uit de Mercedes stapte, de achterklep opendeed en er een basketbal uitpakte. “Hi,” riep hij tegen de verbouwereerde jeugd, “let’s play!” “Is dat de echte Kobe Bryant?” vroeg een van de kinderen. Daarna stapte hij op zijn fiets, scheurde weg om tien minuten later met een videocamera terug te komen. “Ik kan wel zeggen dat ik met Kobe Bryant heb gebasketbald, maar dat gelooft toch niemand.” Overal kwamen tijdens het wedstrijdje kinderen vandaan, die via via hadden gehoord dat er iets ‘speciaals’ gaande was. Na een kwartiertje basketballen was het tijd voor foto’s, handtekeningen en high. Ook tijdens de drie dagen Duitsland was hij dagelijks hard aan het werk. Hij wilde de opvolger van de net bij de Chicago Bulls gestopte Michael Jordan worden, de beste basketballer van de NBA. Op dag twee mochten de jeugdspelers hem onderwerpen aan een kruisverhoor. Een meisje had het lef als eerste haar vinger op te steken: “Heb je een vriendin?” Bryant, lachend: “Nee, ik heb geen vriendin. Ben jij nog vrij?” Het meisje werd knalrood. “Hoe was het om tegen Michael Jordan te spelen?” wilde iemand weten. Bryant: “I wanted to kill him! Je wilt je bewijzen tegenover de grote sterren. Jordan was mijn held, ik keek tegen hem op. Maar dat had ik ook met Scottie Pippen en Penny Hardaway, die wilde ik ook verslaan. Kill your idols!” “Hoe is je verhouding met Shaquille O’Neal?” vroeg iemand. De verhalen dat de twee sterren van de Lakers het niet zo goed met elkaar konden vinden, sijpelden toen al door. Allebei wilden ze de leider van de ploeg zijn en succescoach Phil Jackson had Shaq die rol gegeven. Dat was tegen het zere been van Bryant. “We zijn totaal verschillend. Shaquille gaat op stap als de training erop zit en ik ga regelrecht naar huis, naar mijn familie. In het veld botsen we ook weleens. In het begin doordat Shaq mij zag als zijn kleine broertje dat hij de weg moest wijzen. Ik wilde op eigen benen staan.” Na de bijeenkomst zei Bryant toen hij met zijn gevolg richting de Mercedessen liep: “We gaan winkelen.” Het zorgde voor stress bij de bodyguards. “Maar we zouden naar het hotel gaan,” protesteerde er een. Bryant, lachend: “Ik dacht al dat je er niet blij mee zou zijn, maar we willen iets van de stad zien.” ’s Middags werd hij verwacht bij tv-zender MTV. In de wachtruimte plofte hij neer op de bank. Op tv was de clip van The Boy Is Mine van r&b zangeressen Brandy & Monica te zien. “In Amerika dachten ze dat Brandy mijn vriendin was. We zijn heel goede vrienden, hebben samen op Lower Merion-highschool gezeten. Toen we samen uit gingen, dook de pers er meteen bovenop.” De eerste vraag van de vj in de live-uitzending: “Is Brandy jouw vriendin?” Daarna de volgende opdracht: een chatsessie à la 1999 in het hotel. Basketbalfans hadden een vraag naar iemand van Adidas gemaild. “Even omkleden, dan kom ik naar de computerkamer.” Na een half uur ging een bodyguard poolshoogte nemen. “Hij lag te slapen,” vertelde de kleerkast na terugkomst. De vragen werden voorgelezen, waarna het antwoord van Bryant door een dame werd uitgetikt en gemaild. Een bodyguard kwam de ruimte in met een fototoestel. “Er zit al twee uur lang een jochie van zes in de lobby op je te wachten. Ik heb hem beloofd een handtekening en foto te vragen.” Op de laatste dag waren er interviews met media uit heel Europa. “Rik Smits komt toch ook uit Holland? Ik zou het schitterend vinden om ooit nog eens met hem samen te spelen. Dat zeg ik niet omdat jij hier zit. I can help him out and he can help me out. Ik kan ervoor zorgen dat hij zo weinig mogelijk werk hoeft te doen, zodat hij zo weinig mogelijk last heeft van zijn voeten.” Op de vraag wat er dan met Shaquille O’Neal moest gebeuren, antwoordde hij lachend: “Die gaat maar op de bank zitten.” Bij het afscheid na drie dagen Berlijn zei hij: “Vergeet je het niet tegen Rik Smits te zeggen?” Helden Magazine 54 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kobe Bryant komt voort uit Helden Magazine nummer 54.  In de 54ste editie van Helden sieren Ronald en Bartina Koeman de cover van het eindejaarsnummer. Ze vertellen uitgebreid over de roerige periode die ze achter de rug hebben. Ronald verruilde het Nederlands elftal voor FC Barcelona, ze werden voor het eerst opa en oma, maar kampten ook allebei met ernstige gezondheidsproblemen. Naast het verhaal van Ronald en Bartina Koeman lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo eren ploeggenoten Suzanne Schulting, Yara van Kerkhof en Rianne de Vries hun vriendin, in de Ode aan Lara. Daarnaast spraken we Patrick Lefevere over de afschuwelijke crash van zijn topsprinter Fabio Jakobsen, is Sven Kramer begonnen aan zijn ‘last dance’, vertelt Stefan de Vrij over het geheim achter zijn succes én lees je een dubbelinterview met de blikvangers van het Nederlandse hockey: Jorrit Croon en Maria Verschoor. Ook in de 54ste editie van Helden spraken we onze Held van het Jaar, Harrie Lavreysen over dikke benen en slapen in een dwangbuis. Gingen Erben Wennemars en Marlou van Rhijn op audiëntie bij de koning van de marathon: Eliud Kipchoge én verteld Esther Vergeer over hoe haar lang gekoesterde kinderwens uitkwam en ze dit jaar werd geconfronteerd met borstkanker. Verder legt onze Heldin van het Jaar: Anna van der Breggen uit waarom ze volgend jaar heeft besloten te stoppen en spraken we wereldkampioene Ceylin del Carmen Alvarado over de liefde, het geloof, looks en racisme. Daarnaast lees je een reconstructie over de turnvendetta, behaalde Henk Gemser vele successen als schaatscoach, behoort Kimberly Alkemade tot de snelste paralympische sprinters van Nederland en autocoureur Alessandro Zanardi verteld over zijn pech als mens. Victoria Koblenko ging langs bij hockeyinternationaal Terrance Pieters en staan we stil met Sari van Veendendaal in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Kobe Bryant was een van de beste basketballers ooit. Op 26 januari kwam hij samen met zijn dertienjarige dochter Gianna en zeven anderen om het leven tijdens een helikoptercrash. The Black Mamba werd slechts 41. Drie keer ontmoette hoofdredacteur Jasper Boks hem. Een eerbetoon. “Bezoek uit Holland? Marco van Basten! De beste voetballer ooit. Fantastisch, wat een sportman. Ik was AC Milan-fan toen ik in Italië woonde. Wat was ik gek van Van Basten. De grootste sporters die ik ooit heb gezien: Van Basten, Michael Jordan en ikzelf natuurlijk.” Kobe Bryant, geboren in Philadelphia en vanaf zijn zesde een paar jaar woonachtig in Italië omdat vader Joe Jellybean Bryant daar zijn laatste jaren als basketbalprof sleet, was al op zijn twintigste heel zeker van zichzelf. Hij vierde op verzoek van Adidas, destijds zijn kledingsponsor, drie dagen vakantie in Berlijn in de zomer van 1999. In de Duitse hoofdstad was het jaarlijkse ABC Basketball Camp, waarvoor hij 86 van de beste Europese jeugdspelers gevraagd en ongevraagd advies gaf, en van het sportmerk mocht tijdschrift Sportweek drie dagen met Bryant optrekken. [caption id="attachment_18242" align="alignnone" width="1983"] Kobe Bryant met dochter Gianna[/caption] Kill your idols Bryant had nog een grote bos met kroeshaar, had nog geen kampioensring gewonnen met de Los Angeles Lakers en verdiende nog ‘maar’ zeven miljoen dollar per jaar op dat moment. Hij stond nog aan het begin van zijn carrière, was een van de eerste spelers die het lef had om meteen na de highschool, dus zonder het spelen van collegebasketbal, voor de NBA te kiezen. Aan zelfvertrouwen geen gebrek. Bryant: 'Wat was ik gek van Van Basten. De grootste sporters die ik ooit heb gezien: Van Basten, Michael Jordan en ikzelf natuurlijk' Samen met zijn neefje Joe Cox en vier bodyguards reed hij de stad door in twee geblindeerde Mercedessen. Midden in een woonwijk vroeg hij de chauffeur te stoppen. Bryant zag een basketbalveldje waar de plaatselijke jeugd een wedstrijdje speelde. Het veldje deed hem denken aan toen hij op zijn vierde begon op vergelijkbare pleintjes in Philadelphia. Als tiener in Pistoia, Italië moest hij de basketbalveldjes delen met voetballers. “Niemand basketbalde daar. Als er andere kinderen kwamen die wilden voetballen, was het: meedoen of wegwezen. Ik stond vaak op doel.” De Berlijnse kinderen op het veldje kregen de schrik van hun leven toen Bryant uit de Mercedes stapte, de achterklep opendeed en er een basketbal uitpakte. “Hi,” riep hij tegen de verbouwereerde jeugd, “let’s play!” “Is dat de echte Kobe Bryant?” vroeg een van de kinderen. Daarna stapte hij op zijn fiets, scheurde weg om tien minuten later met een videocamera terug te komen. “Ik kan wel zeggen dat ik met Kobe Bryant heb gebasketbald, maar dat gelooft toch niemand.” Overal kwamen tijdens het wedstrijdje kinderen vandaan, die via via hadden gehoord dat er iets ‘speciaals’ gaande was. Na een kwartiertje basketballen was het tijd voor foto’s, handtekeningen en high. Ook tijdens de drie dagen Duitsland was hij dagelijks hard aan het werk. Hij wilde de opvolger van de net bij de Chicago Bulls gestopte Michael Jordan worden, de beste basketballer van de NBA. Op dag twee mochten de jeugdspelers hem onderwerpen aan een kruisverhoor. Een meisje had het lef als eerste haar vinger op te steken: “Heb je een vriendin?” Bryant, lachend: “Nee, ik heb geen vriendin. Ben jij nog vrij?” Het meisje werd knalrood. “Hoe was het om tegen Michael Jordan te spelen?” wilde iemand weten. Bryant: “I wanted to kill him! Je wilt je bewijzen tegenover de grote sterren. Jordan was mijn held, ik keek tegen hem op. Maar dat had ik ook met Scottie Pippen en Penny Hardaway, die wilde ik ook verslaan. Kill your idols!” “Hoe is je verhouding met Shaquille O’Neal?” vroeg iemand. De verhalen dat de twee sterren van de Lakers het niet zo goed met elkaar konden vinden, sijpelden toen al door. Allebei wilden ze de leider van de ploeg zijn en succescoach Phil Jackson had Shaq die rol gegeven. Dat was tegen het zere been van Bryant. “We zijn totaal verschillend. Shaquille gaat op stap als de training erop zit en ik ga regelrecht naar huis, naar mijn familie. In het veld botsen we ook weleens. In het begin doordat Shaq mij zag als zijn kleine broertje dat hij de weg moest wijzen. Ik wilde op eigen benen staan.” Na de bijeenkomst zei Bryant toen hij met zijn gevolg richting de Mercedessen liep: “We gaan winkelen.” Het zorgde voor stress bij de bodyguards. “Maar we zouden naar het hotel gaan,” protesteerde er een. Bryant, lachend: “Ik dacht al dat je er niet blij mee zou zijn, maar we willen iets van de stad zien.” ’s Middags werd hij verwacht bij tv-zender MTV. In de wachtruimte plofte hij neer op de bank. Op tv was de clip van The Boy Is Mine van r&b zangeressen Brandy & Monica te zien. “In Amerika dachten ze dat Brandy mijn vriendin was. We zijn heel goede vrienden, hebben samen op Lower Merion-highschool gezeten. Toen we samen uit gingen, dook de pers er meteen bovenop.” De eerste vraag van de vj in de live-uitzending: “Is Brandy jouw vriendin?” Daarna de volgende opdracht: een chatsessie à la 1999 in het hotel. Basketbalfans hadden een vraag naar iemand van Adidas gemaild. “Even omkleden, dan kom ik naar de computerkamer.” Na een half uur ging een bodyguard poolshoogte nemen. “Hij lag te slapen,” vertelde de kleerkast na terugkomst. De vragen werden voorgelezen, waarna het antwoord van Bryant door een dame werd uitgetikt en gemaild. Een bodyguard kwam de ruimte in met een fototoestel. “Er zit al twee uur lang een jochie van zes in de lobby op je te wachten. Ik heb hem beloofd een handtekening en foto te vragen.” Op de laatste dag waren er interviews met media uit heel Europa. “Rik Smits komt toch ook uit Holland? Ik zou het schitterend vinden om ooit nog eens met hem samen te spelen. Dat zeg ik niet omdat jij hier zit. I can help him out and he can help me out. Ik kan ervoor zorgen dat hij zo weinig mogelijk werk hoeft te doen, zodat hij zo weinig mogelijk last heeft van zijn voeten.” Op de vraag wat er dan met Shaquille O’Neal moest gebeuren, antwoordde hij lachend: “Die gaat maar op de bank zitten.” Bij het afscheid na drie dagen Berlijn zei hij: “Vergeet je het niet tegen Rik Smits te zeggen?” Helden Magazine 54 Het eerste gedeelte van het verhaal van Kobe Bryant komt voort uit Helden Magazine nummer 54.  In de 54ste editie van Helden sieren Ronald en Bartina Koeman de cover van het eindejaarsnummer. Ze vertellen uitgebreid over de roerige periode die ze achter de rug hebben. Ronald verruilde het Nederlands elftal voor FC Barcelona, ze werden voor het eerst opa en oma, maar kampten ook allebei met ernstige gezondheidsproblemen. Naast het verhaal van Ronald en Bartina Koeman lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo eren ploeggenoten Suzanne Schulting, Yara van Kerkhof en Rianne de Vries hun vriendin, in de Ode aan Lara. Daarnaast spraken we Patrick Lefevere over de afschuwelijke crash van zijn topsprinter Fabio Jakobsen, is Sven Kramer begonnen aan zijn ‘last dance’, vertelt Stefan de Vrij over het geheim achter zijn succes én lees je een dubbelinterview met de blikvangers van het Nederlandse hockey: Jorrit Croon en Maria Verschoor. Ook in de 54ste editie van Helden spraken we onze Held van het Jaar, Harrie Lavreysen over dikke benen en slapen in een dwangbuis. Gingen Erben Wennemars en Marlou van Rhijn op audiëntie bij de koning van de marathon: Eliud Kipchoge én verteld Esther Vergeer over hoe haar lang gekoesterde kinderwens uitkwam en ze dit jaar werd geconfronteerd met borstkanker. Verder legt onze Heldin van het Jaar: Anna van der Breggen uit waarom ze volgend jaar heeft besloten te stoppen en spraken we wereldkampioene Ceylin del Carmen Alvarado over de liefde, het geloof, looks en racisme. Daarnaast lees je een reconstructie over de turnvendetta, behaalde Henk Gemser vele successen als schaatscoach, behoort Kimberly Alkemade tot de snelste paralympische sprinters van Nederland en autocoureur Alessandro Zanardi verteld over zijn pech als mens. Victoria Koblenko ging langs bij hockeyinternationaal Terrance Pieters en staan we stil met Sari van Veendendaal in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.