Word abonnee

Tennis

De zoektocht van Kiki Bertens

Stef Nagel

Tennis

De zoektocht van Kiki Bertens

door: Jasper Boks
22 juni 2017
13 tot 18 minuten lezen

Kiki Bertens beleefde vorig jaar haar internationale doorbraak toen ze de halve finale haalde op Roland Garros. Ze staat in de top 20. Kortom, het leven lacht de tennisster toe, weg zijn al haar twijfels. Zou je zeggen.

Ik ben helemaal niet iemand die met rackets gooit. Als ik dat vroeger deed, moest ik voor straf m’n telefoon inleveren bij mijn ouders. Nou, dat was een goede waarschuwing voor mij als meisje van veertien. Het is maar goed dat m’n vader en moeder daar nu minder over te zeggen hebben, anders was ik mijn telefoon na het toernooi van Dubai wel een paar weken kwijt geweest,” zegt Kiki Bertens lachend met de nodige zelfspot en toch ook een beetje beschaamd.

Tekst gaat verder onder de foto

Het filmpje waarop ze eind februari net zolang met haar tennisracket op de hardcourtbaan timmerde tot hij aan barrels lag, deed het goed op social media. Kiki verloor in Dubai in de eerste ronde nipt van Christina McHale. Op matchpoint besloot de scheidsrechter een call van de lijnrechter te overrulen, waardoor het meteen game, set en match was. “Mijn frustratie moest er gewoon uit, die had ik al een tijdje opgekropt. Ik deed wat ik moest doen, kreeg kansen om te winnen en toch verloor ik. En het was niet de eerste keer dit jaar dat het zo ging. Ik dacht: wat moet ik in godsnaam nog meer doen om wel weer te winnen? Na die wedstrijd liep ik weer flink te malen.” Kiki won in 2016 haar tweede WTA-titel in Nürnberg – drie jaar na haar eerste titel in Fez – , haalde de halve nale op Roland Garros en maakte een reuzensprong op de wereldranglijst. Ze wilde dit jaar uit de startblokken knallen, maar dat lukte niet. “Het was allemaal ‘net niet’ tijdens de trip naar Australië. Ik heb mezelf te veel onder druk gezet, had vooraf hoge verwachtingen en ben niet goed omgegaan met de situatie. Ik heb mezelf allerlei negatieve dingen aangepraat. Dat is een oude fout.”

Met Raemon Sluiter werkt ze er juist hard aan om positief te blijven als het tegenzit. Volgens haar coach is op mentaal vlak de meeste progressie te boeken bij de 25-jarige tennisster. “Het is zaak om na een verloren wedstrijd juist te kijken naar de dingen die wel goed gingen en daaraan vast te houden.”
Dat klinkt gemakkelijker dan het is. Zeker voor Kiki. “Ja, ik heb van nature de neiging om een glas hal eeg te zien. Wat ik vorig jaar heb gepresteerd is allemaal niet niks, natuurlijk weet ik dat. Maar op momenten dat ik me niet goed voel, denk ik al snel: hoor ik wel thuis in de top 20? Ik beeld me dan in dat mijn tegenstanders vast blij zijn als ze tegen Kiki Bertens moeten spelen. Slaat nergens op, maar toch kan ik zo denken.” Sluiter probeert haar in dezelfde mindset te krijgen als vorig voorjaar, toen alles crescendo ging. Hij gaf Kiki onlangs de opdracht om de wedstrijden terug te kijken die ze speelde in Nürnberg en op Roland Garros. Kiki: “Ik zag heel iemand anders op de baan staan. Ik wil weer heel graag die Kiki van een jaar terug zijn. Het was goed om dat even te bekijken. Het verschil is dat ik een jaar terug alles met overtuiging deed. Ik was rustig in m’n hoofd, had alleen maar positieve gedachtes.”

Normale meid
Er is natuurlijk het een en ander veranderd de afgelopen twaalf maanden. Ineens wordt ze herkend op straat, meisjes zouden dolgraag in haar schoenen willen staan. “Ik dacht na terugkomst uit Parijs dat het allemaal wel mee zou vallen. Nou, toen ik met vrienden wat ging eten, werd ik meteen herkend.”
Kiki werd gehuldigd op haar oude basisschool in Wateringen, ze kon in elke talkshow terecht en selfie- en handtekeningenjagers hadden het op haar voorzien. De immer bescheiden Kiki stond ineens volop in de schijnwerpers. “Ik moet echt wennen aan m’n nieuwe status, houd er helemaal niet van om op een voetstuk geplaatst te worden. Als ik naar mezelf in de spiegel kijk, zie ik een heel normale meid. Ik ben gewoon Kiki en kan toevallig vrij goed tennissen. Maar maakt mij dat meer bijzonder of beter dan een ander? Nee toch? Maar toch is het ineens interessant wat ik in m’n winkelwagentje gooi als ik in de supermarkt ben. Het komt niet door al die mensen die ineens op me letten dat ik anders op de baan sta, hoor, ik moet er alleen even mee leren omgaan. Als je, zoals ik, redelijk kritisch over jezelf bent en ineens gaat iedereen ook nog eens iets zeggen over je prestaties…”

Sinds Roland Garros verwachten veel mensen dat ze bij elk toernooi een gooi doet naar de titel. “De laatste tijd zeggen mensen weleens: ‘Het gaat nu even niet zo goed, hè?’ Dan vertel ik dat ik hard werk om het tij te keren en dat ik er alle vertrouwen in heb dat het goed komt. Maar als ik daarna alleen ben, begin ik toch te piekeren. Denk ik: komt het echt wel weer goed? Dan steekt twijfel de kop op. Ik moet wat meer schijt hebben aan wat andere mensen denken, tegen mezelf zeggen: oké, de resultaten zijn dit jaar nog niet zo goed, maar ik heb wel mooi mijn hoogste ranking ooit gehaald. Ik ben nummer 20 van de wereld en stond begin vorig jaar nog buiten de top 100. Ik heb best een negatief zelfbeeld. Er zijn periodes dat ik alleen naar het negatieve kijk, terwijl het veel beter is om juist die paar mooie momenten van een dag te onthouden. Maar er zijn gelukkig ook periodes dat het heel goed gaat, dan lukt het me wel om zaken positief te bekijken. Nu is het zaak om het beter in balans te krijgen. Vroeger sprak ik geregeld met een psycholoog, vooral ook om van m’n faalangst af te komen. Tot drie jaar geleden was ik zo zenuwachtig voor een wedstrijd dat ik geregeld moest overgeven. Dat heb ik nu gelukkig niet meer. Maar dat zelfbeeld kan nog wel wat positiever. Ik werk daar nu vooral aan met Raemon.”

‘Al snel denk ik: hoor ik wel thuis in de top 20? Ik beeld me dan in dat mijn tegenstanders vast blij zijn als ze tegen Kiki Bertens moeten spelen’

Binnenvetter
Maar Kiki is niet iemand die meteen het achterste van haar tong laat zien. “Ik ben een binnenvetter. Van huis uit heb ik niet geleerd om heel erg over m’n gevoelens te praten. Vroeger was ik nog veel meer
gesloten, ik heb in de loop der jaren geleerd om me iets meer bloot te geven. Maar nog altijd gooi ik niet meteen m’n problemen op tafel. Ook niet bij Raemon. Ik probeer zaken eerst zelf op te lossen.”
Zo was het ook in de zomer van 2014, toen tijdens een routinecontrole een plekje op haar schildklier werd ontdekt. Er werd gevreesd dat het niet goed was, maar onderzoeken konden geen uitsluitsel geven of het bobbeltje goed- of kwaadaardig was. Een jaar lang leefde Kiki in onzekerheid. “In de periode dat ik dacht dat ik ziek was, deelde ik dat met niemand. M’n ouders en zussen zagen dat ik het moeilijk had, maar als ze vroegen hoe het ging, zei ik altijd: goed hoor. Ondertussen had ik slapeloze nachten en bleef het maar in m’n hoofd malen: het zal toch niet kwaadaardig zijn?”

Kiki viel weg uit de top 100. Geregeld dacht ze als ze op de baan stond: waar doe ik dit in vredesnaam nog voor? De onzekerheid vrat aan haar. “Na een training plofte ik neer op de bank, ik pakte chips of chocolade en ging eten. Ik voelde me zo rot, maar deed ondertussen naar buiten toe net alsof er niets aan de hand was. Dat heb ik veel te lang gedaan en dat brak me op.” Uiteindelijk bleek het knobbeltje niet kwaadaardig. Die uitslag kreeg ze rond Roland Garros in 2015. Ze huilde na die verlossende boodschap twee dagen lang van opluchting. De tol van een jaar lang alle emoties opkroppen, slecht slapen en leven in onzekerheid kreeg ze later gepresenteerd, toen ze samen begon te werken met Raemon Sluiter in september dat jaar. Lichamelijk en geestelijk was ze gesloopt en eigenlijk niet geschikt voor topsport.
Kiki: “Raemon hamert er heel erg op dat ik het zeg als iets me niet zint of als ik ergens mee zit. Dat doe ik nu al veel meer dan toen we begonnen met onze samenwerking. Neemt niet weg dat ik problemen eerst zelf probeer op te lossen. En dat betekent dus dat ik vaak al een tijdje aan het twijfelen en piekeren ben voordat ik aan de bel trek.”

Mens erger je niet
Perfectionistisch als ze is, maakt ze het zichzelf op de tennisbaan niet altijd makkelijk en haar werk neemt ze dus ook geregeld mee naar huis en zelfs bed. De allerbeste remedie is een bezoekje aan het ouderlijk huis in Wateringen, waar ze opgroeide met haar vijf jaar oudere zus Joyce en twee jaar jongere zus Daisy. “Het is altijd heerlijk thuiskomen, het gaat daar amper over tennis. Ze vragen even hoe het is gegaan als ik een tijd in het buitenland ben geweest en daarna gaat het meteen over andere dingen. Voor of na een lange trip staat er altijd stamppot met een gehaktbal op me te wachten. En na afoop doen we met z’n allen een spelletje. Mens Erger Je Niet, Yahtzee, sjoelen of kaarten. Het gaat er heel fanatiek aan toe, de krachttermen vliegen over tafel, iedereen wil winnen. Die gezelligheid mis ik als ik lang in het buitenland ben. Ik weet zeker dat als we over twintig jaar samenkomen, ook meteen de spelletjes weer op tafel komen.”

Wijnglazen met het Wimbledon-logo en een glazen vaas die ze kreeg na haar naleplaats in Gstaad vorig jaar zijn de enige onopvallende aanwijzingen dat de dochter van Rob en Doré Bertens op het allerhoogste niveau tennist. “Er staat toch ook geen computer van m’n zus op tafel? Waarom zou er dan wel aandacht moeten zijn voor mijn werk? Ik vind het ook niet jn als het tijdens een verjaardag of familiefeestje over tennis gaat. Het gaat niet om mij, iedereen is even belangrijk. Ik wil helemaal geen uitzonderingspositie, ben gewoon een van de drie meiden en ik ben niet beter omdat ik toevallig goed kan tennissen. M’n ouders zijn even trots op ons alle drie.” Haar ouders zijn absoluut niet van die fanatieke tennisouders zoals je die geregeld rond de banen ziet staan. “Ze treden nooit op de voorgrond, cijferen zich altijd weg. Ze volgen me wel als ik een toernooi speel. M’n vader kijkt altijd, ook als het hier midden in de nacht is. Als ik klaar ben, krijg ik altijd meteen een berichtje van hem. M’n moeder kijkt als ik voor haar overdag speel, ’s nachts gaat ze lekker slapen. Mama hee haar nachtrust heel hard nodig. Als ze uren overslaat, betaalt ze daar de rest van de week de rekening voor.” Bij haar moeder werd een chronische aandoening van het centrale zenuwstelsel vastgesteld toen Kiki vier was. “Ik weet dus niet anders dan dat m’n moeder ziek is. Ze was altijd thuis als m’n zussen en ik uit school kwamen, wachtte ons op met thee en daarna was het tijd voor spelletjes. Mama kan nog wel lopen, maar buitenshuis maakt ze vaak gebruik van de rolstoel. Het gaat naar omstandigheden goed met haar. Ik merk natuurlijk wel als het minder met haar gaat in periodes, maar je hoort haar niet klagen. M’n ouders gaan ook geregeld met me mee naar toernooien. Daar geniet ik heel erg van.”

‘Als je ziet waar ik vandaan kom… Een paar jaar geleden rende ik het liefst de baan af als er tien mensen op de tribune naar me keken’

Close is ze ook met haar zussen. Joyce hielp haar in het verleden met managementzaken en doet nog altijd haar boekhouding. “Alle bonnetjes lever ik in bij Joyce, ik kan altijd bij haar terecht. Ik ben haar zo dankbaar voor alles wat ze voor me doet. En van Joyce krijg ik een cadeautje als ik weer een mijlpaal heb bereikt. Dan maakt ze een toetje voor me met witte chocolade. Echt een calorieënbom, maar zo lekker! Eind februari, voor mijn trip naar Amerika, heeft ze het weer voor me gemaakt, omdat ik voor het eerst de top 20 bereikte.”
Daisy is in veel opzichten haar tegenpool. “Zij is druk, eigenwijs en een apuit, heel anders dan ik. Toen we jonger waren, botsten we nog weleens, maar nu zijn we maatjes. Daisy hee ook niets met tennis, van collega’s op kantoor moet ze vaak horen dat ik heb gewonnen. Dat vind ik alleen maar grappig. Al weet ze nu volgens mij eindelijk de regels van het tennis. En Daisy is m’n chauffeur, brengt me naar Schiphol en haalt me op.” Lachend: “Maar dat kan ook heel goed eigenbelang zijn, want als ik in het buitenland ben, mag zij in m’n auto rijden.” Kiki glimlacht onafgebroken als ze over haar familie praat. “Mijn familie en vrienden zijn me meer waard dan heel het tennis.”

Cadeau
Maar juist door het tennis hee ze zich ook als mens erg ontwikkeld. “Een jaar of tien terug stond ik met mijn oud-coach Martin van der Brugghen op Roland Garros. Hij zei: ‘Op een dag speel jij voor zoveel mensen.’ Echt niet, dacht en zei ik. En nu heb ik gewoon in de halve nale gestaan en sta ik in de top 20. Ik ben zo gegroeid, heel gaaf.

Als je ziet waar ik vandaan kom… Een paar jaar geleden rende ik het liefst de baan af als er tien mensen op de tribune zaten om naar me te kijken. Als ik voor een groep mensen moest spreken, was ik in staat om in huilen uit te barsten. Ik heb een ontwikkeling doorgemaakt waar ik nooit van had durven dromen. Maar ik ben nog niet waar ik zijn wil. Het kan nog beter. Ik val zo nu en dan terug in oude gewoontes en patronen, maar elke dag werk ik er hard aan om te blijven groeien als mens en tennisster. Dat is de kunst: steeds een stap- je maken. En hopelijk resulteert dat dit jaar in een betere ranking.” Roland Garros begint op 28 mei, ze keert terug op de banen waar ze een jaar terug haar internationale doorbraak kende. “Daar liggen mooie herinneringen,” knikt Kiki. “Of ik mezelf een cadeau heb gegeven na Roland Garros van vorig jaar?”
Lachend: “Nou, ik heb net een huis gekocht met m’n vriend Remko. Nee, niet in Monaco, maar in Breda. Gewoon lekker bij vrienden en familie in de buurt. Als mens ben ik niet veranderd. Ik ben niet gelukkiger omdat ik in de halve nale van Roland Garros heb gestaan, knijp mezelf ook niet in de arm.”
Ze is heel even stil: “Misschien moet ik dat wat vaker doen. Gewoon om te beseffen dat het best knap is wat ik aan het doen ben.”

Helden Magazine

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: