Word abonnee

Voetbal

Denzel Dumfries: ‘Stoomlocomotief van Oranje’

Dirk-Jan van Dijk

Voetbal

Denzel Dumfries: ‘Stoomlocomotief van Oranje’

door: Barbara & Frits Barend
8 november 2022
15 tot 20 minuten lezen

Hij kwam via de achterdeur het betaald voetbal binnen. Denzel Dumfries werkte zich op tot een gewaardeerde international en verdiende na het afgelopen EK, waarop hij de smaakmaker was van Oranje, een transfer naar Internazionale. De wingback is misschien wel de beste ter wereld op zijn positie. Wie op het WK tegenover hem komt te staan, heeft een vervelende dag.We leggen hem stellingen voor.

Denzel Dumfries is back, middenvelder en vleugelaanvaller ineen. Hij neemt de hele rechterkant voor zijn rekening, lijkt onvermoeibaar. Zijn positie is een belangrijke in het heden­ daagse voetbal en zeker in het systeem dat Louis van Gaal op het WK wil spelen. Met de term wingback doe je hem eigen­ lijk tekort. Denzel is eerder een ‘rechtsbackmiddenbuiten’, of gewoon een verdediger met vleugels.

De stoomlocomotief van Oranje brak pas eind 2015 door. Hij speelde tot z’n achttiende bij amateurclubs onder de rook van Rotterdam en kreeg in 2014 het laatste plekje in de selectie van Sparta. Bij de club, die toen in de eerste divisie speelde, kreeg hij op zijn negentiende de kans om te laten zien wat hij kon. Daarna ging het snel. Via sc Heerenveen kwam hij in 2018 bij PSV, waar coach Mark van Bommel hem een jaar later de aanvoerdersband gaf.

Na het EK van 2021, waarop Denzel de smaakmaker van het Nederlands elftal was, vertrok hij voor 15 miljoen euro naar Inter Milaan. Ook daar weten tegenstanders inmiddels dat ze een rotdag hebben als ze het tegen de snelle, sterke, goed verdedigende en makkelijke scorende Denzel, in het bezit van de longen van een paard, op moeten nemen.

Ook op het WK in Qatar zullen de ogen ook op Denzel gericht zijn. In het systeem van bondscoach Louis van Gaal, met drie centrale verdedigers en twee wingbacks, kan hij zich weer naar hartenlust uitleven.

Van mij mag het Nederlands elftal altijd met vijf verdedigers spelen

“Daar ben ik het niet mee eens, ik vind dat heel erg afhankelijk van de beschikbare spelers en ook wel van de tegenstander. Voor mij is het een ideaal systeem, omdat we het met Inter spelen, maar ik voel me ook thuis in een systeem met vier verdedigers en een echte rechtsbuiten voor me.

We hebben met het Nederlands elftal heel vaak en met succes met vier verde­ digers gespeeld, hebben ons met dat systeem geplaatst voor de finale van de Nations League en het WK. Mij maakt het systeem niet uit. Ik ben bij Sparta begonnen als centrumver­ dediger, maar ben als rechtsback doorgebroken en voor die positie aangetrokken door Heerenveen.”

Je maakte na het EK een mooie transfer naar Internazionale. Jouw zaakwaarnemer was Mino Raiola. Hoe hard kwam het aan dat hij op 30 april dit jaar overleed?
“Heel hard. Ik heb ongeveer drie jaar met Mino gewerkt. Hij nodigde me geregeld uit om naar Monaco te komen en dan zaten we uren te praten. Zijn intelligentie en werkethiek spraken me heel erg aan. Hij stond 24/7 voor me klaar, ik kon hem altijd bellen.

Het was op het laatst bij PSV, na het ontslag van Mark van Bommel, best lastig. Gedurende de coronapandemie kwa­ men clubs in Nederland voor een financiële uitdaging te staan zo ook PSV. Er werd gevraagd of we als spelersgroep mee wilden denken. Als aanvoerder kwam ik voor een nieuwe uitdaging te staan.

Ik wilde daar Mino niet mee lastigvallen, omdat het iets van de club met alle spelers betrof. Maar hij was ontstemd dat ik hem toch niet had gebeld. Heel bijzonder hoe hij zoveel spelers op hoog niveau, tot tevreden­ heid van de spelers, heeft begeleid. Zijn werk is overgenomen door Rafaela Pimenta en de voormalige back van Ajax, de Braziliaan Maxwell.”

Je hebt snel naam gemaakt in Italië. Is er al interesse getoond van andere clubs?
“Er is heus weleens interesse getoond bij mijn zaakwaarnemer, maar daarmee ben ik totaal niet bezig. Ik zit bij een prachtige club, ben dolgelukkig en heb nog uitdagingen en doelstellin­ gen die ik wil behalen.’’

Je bent 26, hebt je vleugels nog maar net uitgeslagen. Zien we je op een dag terug in de Nederlandse competitie?
“Sparta en PSV zijn echt mijn clubs, dus als ik het voorrecht heb op latere leeftijd op niveau te kunnen terugkeren naar Nederland, dan ga ik bij voorkeur naar PSV of Sparta. En als ik dan meer gedoceerd moet spelen, zou ik graag nog eens in het centrum spelen. Maar voorlopig is dat niet aan de orde.”

En wat als Feyenoord of Ajax interesse toont?
“Vinden jullie het goed als ik die vraag aan me voorbij laat gaan?”

Als Louis van Gaal zegt dat ik door een muur moet lopen, dan doe ik dat

“Gelukkig zegt hij dat niet, maar ik snap de stelling. Van Gaal is een fantastische trainer, ik luister naar wat hij zegt en beschouw het als een eer om met hem te mogen werken. Door een muur, ach ja, ik ga voor Van Gaal door een muur. Hij is tactisch heel sterk, heeft een overtuigende visie. Ik weet precies wat hij van mij verwacht en hij brengt dat over op een manier die nauwelijks duidelijker kan. Bovendien is hij op menselijk vlak heel sterk, hij is heel eerlijk en verwacht ook dat je eerlijk tegen hem bent. Daarmee creëert hij in mijn ogen een top­ sportklimaat waarin iedereen maximaal presteert.”

Tekst gaat verder onder de foto

Denzel Dumfries

Van Gaal heeft een achtergrond als docent lichamelijke opvoeding. Dat moet je bekend voorkomen.
“Klopt, mijn ouders zitten, net als Van Gaal vroeger, in het onderwijs, maar zijn wel iets minder dominant. Ooit vond mijn moeder het jammer dat ik mijn school niet heb afgemaakt. Ze vond het onverstandig en het heeft wel even geduurd voor ze daar vrede mee had. Ze ziet nu dat we een leuk gezin en een mooi leven hebben.”

Van Gaal vertelde dit jaar in de documentaire ‘Louis’ dat hij al sinds eind 2020 lijdt aan prostaatkanker. Hoe kwam dat bij jou binnen?
“Heftig, een schok. Wij wisten het niet als spelersgroep. Ik hoorde het toen Van Gaal het vlak voor de première van zijn documentaire vertelde in het tv­ programma van Humberto Tan. Ik heb hem een berichtje gestuurd.

Mijn opa heeft ook prostaatkanker gehad. Toen bleek dat hij het had, dacht de broer van m’n vader: ik ga me laten testen. Hij testte positief, zat in de beginfase. Hij heeft mijn vader geadvi­seerd zich ook te laten testen. Zelfde uit­slag: ook in de beginfase, waardoor ook hij zich goed kon laten behandelen.

Dat was twee à drie jaar geleden en hij is goed hersteld. Ik ben dus was wel bekend met de ziekte, met de impact als je het hoort en de mogelijkheden van behandelen.

De laatste tijd zijn we natuurlijk opge­ schrikt door jonge spelers met kanker als Timo Baumgartl met wie ik nog heb gespeeld, Jean­Paul Boëtius en Sébastien Haller.”

Ik knijp me nog dagelijks even in mijn arm bij de gedachte dat ik Oranje-international ben en speler van Internazionale

“Dat mag je wel zeggen. Als ik naar het verloop van mijn carrière kijk, ben ik heel erg gezegend. Ik ken nog altijd mijn verbeterpunten, daarom weet ik dat ik nog altijd beter kan worden en me kan ontwikkelen.”

De verwachtingen zijn hoog als je bij een topclub of in Oranje speelt. Veel mensen hebben ook een mening over je. Wat doet dat met je?
“Ik zie druk niet als een last, meer als iets dat erbij hoort. Ik lees lang niet alles wat er over me wordt geschreven, maar heb wel meegekregen dat Wesley Sneijder heel positief over me heeft gesproken. Hij is oud­speler van Inter, dat maakt zijn mening extra bijzonder.”

Kun jij eigenlijk al Italiaans lezen en spreken?
“Nee, nog niet heel goed. Ik begrijp het wel, maar we hebben het zo druk met drie keer in de week spelen en thuis een gezin met een zoon van twee jaar en een dochter van acht maanden, dat ik nog te weinig tijd heb gehad om goed les te nemen.

Een dag voor elke wedstrijd gaan we in trainingskamp, dus ik slaap ik deze periode vijf van de zeven nachten bij de club en maar twee nachten thuis. Geluk­kig kan ik facetimen met mijn vrouw en kinderen, maar soms is het wel zwaar dat ik ze nauwelijks echt zie en ze ook niet even lekker kan knuffelen.

Wat lezen betreft: dat doe ik te weinig. Ik heb het daar bij het Nederlands elf­ tal met Edgar Davids over gehad, Edgar leest veel.”

Er was kritiek en bijval op de benoeming van Davids als assistent-bondscoach.
“Ik ken Edgar vrij lang, al vanaf de tijd dat ik bij Sparta doorbrak en hij me samen met mijn personal trainer Er­ rol Esajas trainde. Sindsdien zijn ze me ook samen gaan begeleiden eigen­ lijk. Edgar is in Italië echt een grote meneer. Ik vind hem bij het Neder­ lands elftal van toegevoegde waarde. En er schuilt in hem zeker een trainer.’’ Lachend: ‘‘Hij doet niet mee in partijtjes. Misschien is dat maar beter ook.”

Ik trek een lange neus naar alle mensen die het niet in mij zagen als voetballer

“Een lange neus trek ik niet, boven­dien kan ik me wel voorstellen dat niet iedereen het meteen in mij zag zitten. Ik was op mijn twintigste nog zeker niet de beste, dat zag ik ook wel. Maar het tegen­ gas dat ik heb gehad, hebben mij extra gemotiveerd, hebben me sterker gemaakt. Ik was al jong goed in het ana­lyseren van wat ik tekortkwam en ben veel gaan trainen om mijn zwakke punten te verbeteren.

Zo kwam ik ook bij Esajas terecht. Ik realiseerde me al snel dat ik eigenlijk alles in mijn spel moest verbeteren om de top te halen. Ik zag dat mijn trap en mijn voorzetten beter moes­ten. Daarop heb ik uren getraind. Want wat ik ook wist: ik wilde de top halen.”

Ik ben de beste wingback van de wereld

“Dat zal ik nooit zeggen over me­ zelf. Je hebt op dit moment zoveel goede wingbacks: Reece James van Chelsea, Achraf Hakimi van Paris Saint­-Germain, João Cancelo van Manchester City en Trent Alexander­ Arnold van Liverpool. Ik vind dat zij verder zijn dan ik, vooral omdat ik van mezelf vind dat bepaalde dingen beter kunnen als je op absoluut topniveau speelt.

Vooral in de eindfase mis ik af en toe nog iets. Neem de Champions League­ wedstrijd tegen Barcelona die in 3­3 eindigde. Ik kwam bij de goal, moest scoren of een assist geven. Die momenten heb ik daarna met de trainers bekeken.

Ik moet meer halen uit zo’n bepalend moment in een wedstrijd. Het heeft misschien met durven te maken, dat ik iets langer durf te wachten met het spelen van de bal, met het nemen van een beslissing. Het is mijn doel dat ik ook op die momenten het verschil kan maken. En dat tegenstanders dat ook weten.”

Het EK van 2021 heeft mij een enorme boost gegeven

“Dat kan ik niet ontkennen. Het mee­ maken van het EK was geweldig, het resultaat was uiteindelijk teleurstellend, maar dat EK heeft wel bijgedragen aan mijn doorbraak als international. Dat toernooi was ook goed voor m’n zelf­ vertrouwen. Ik dacht dat ik het kon, maar moest het wel laten zien. Tijdens het EK kon ik echt laten zien wat ik in mij heb, dus dat toernooi was voor mij in vele opzichten geweldig.”

De achtste finale was helaas het eindstation, jullie verloren van Tsjechië.
“Ik was ervan overtuigd dat we met de selectie die we hadden, ver zouden komen. Ontzettend jammer hoe het is gelopen, ook voor onze coach Frank de Boer. Maar des te meer honger hebben we om op het komende WK wel te laten zien wat we kunnen.”

Sinds dat EK ben je een BN’er…
“Ik kan tegenwoordig in Milaan en Rotterdam ook niet meer de stad in zon­ der dat ik moet poseren voor foto’s en handtekeningen moet uitdelen. Ik ge­niet er wel van, vooral bij kinderen. Al­leen zorgt het er ook voor dat ik soms de keuze maak even niet naar wat leuks te gaan. In Italië heb je heel leuke kleine restaurants ik geniet ervan om die te be­zoeken.”

Ik zou dolgraag op een dag de OneLove-aanvoerdersband bij Oranje dragen

“Het is niet mijn ambitie. Mede omdat ik vind dat we met Virgil van Dijk op alle gebieden een fantastische aanvoerder hebben. Hoe hij ons vertegenwoordigt, hoe hij met het team bezig is; daarin is hij zo’n voorbeeld voor iedereen. Hij is er altijd voor je. Er was een periode dat ik niet altijd speelde. Toen legde Virgil me heel geduldig uit dat hij ook een andere weg had bewandeld dan de gemiddelde prof, en dat op die weg geduld ook een belangrijke factor was. En nu speelt hij bij een van de beste teams van Europa.

Wat betreft de Onelove­-aanvoerders­band: ik vind het gedachtegoed achter die band heel goed en mooi. En ik res­pecteer tegelijkertijd ieders standpunt. En het doet me wel iets dat we daar als spelers van Oranje collectief achter staan, dat iedereen meteen zei dat we aan die acties zouden meewerken. Dat kenmerkt ook deze groep. Je merkt dat er veel aan­ dacht voor is en dat we eigenlijk alleen maar positieve reacties ontvangen. De boodschap naar buiten toe is heel sterk.

Ik heb gelezen dat oud­voetballer Gary Lineker heeft gezegd dat hij twee spe­lers in Engeland kent die er niet voor durven uit te komen dat ze homo­ seksueel zijn. Die angst snap ik wel, omdat ik denk dat er in delen van de voetbalwereld nog geen cultuur heerst van volledige acceptatie en vrijheid op dat gebied. Ik vrees dat ervoor­ al binnen de voetbalwereld nog een handrem op zit.

Sterker, ik weet dat wel zeker. Je weet nooit hoe sommige tegenstanders reageren. En dan maak je de keuze dat je liever niet naar bui­tenkomt met je geaardheid. Ik zou het vreselijk vinden als ik met een team­genoot speel die niet zichzelf kan zijn.”

Denzel Dumfries

Ik maak me zorgen om de wereld waarin mijn zoon en dochter opgroeien

“Ook ik zie dat de wereld verhardt, dat steeds meer extreme kampen ontstaan waarin heel weinig respect is voor elkaars standpunten. Er is weinig ruimte om te luisteren naar elkaars ideeën en opvattingen. Natuurlijk volg ik de oorlog in Oekraïne, of de situatie omtrent de dood van het Iraanse meisje Mahsa Amini.

Tegelijk vind ik dat mijn kinderen in deze wereld moeten opgroeien en dat het de plicht van mijn vriendin en mij is dat we ze de juiste basis geven om zelfstandig en onafhankelijk denkende mensen te worden, om een vrije geest te hebben. Zoals ik thuis ook ben opgevoed.

Kijk, ik kan onze kinderen niet afsluiten van de buitenwereld. Mijn vriendin en ik proberen ze als mens waarden mee te geven waarvoor ze in onze ogen horen te staan. Daarover heb­ ben we thuis mooie gesprekken. Opvoeden kan natuurlijk nooit perfect, maar levert thuis ook veel gesprekstof op. Mijn vrien­din en ik verschillen nog weleens van mening wat het beste is. Maar door het er met elkaar over te hebben, maak je elkaar be­ wust van elkaars standpunten en komen we tot een oplossing.”

Ik verwacht dat Nederland op het WK…

“…heel ver gaat komen. We gaan natuurlijk heen om te winnen, dat moet altijd de insteek zijn. We zijn in elk geval moeilijk te verslaan, dat is de laatste tijd wel gebleken in wedstrijden tegen toplanden als Duitsland en België, waarin we niet top speelden, maar toch niet verloren of zelfs wonnen. In mijn ogen hebben we een heel sterk team. We gaan voor het hoogst haalbare, wil­len het Nederlandse publiek iets moois geven.”

Als ik aan Johan Cruijff denk…

“…dan denk ik aan de beste voetballer die Nederland heeft gehad.”

Helden Magazine 64

Het verhaal van Denzel Dumfries komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde.

In de WK-special lees je interviews met Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal.

Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain.

Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd.

Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Delen: