Voetbal
Justin Kluivert (18) maakt een stormachtige ontwikkeling door. Een jaar geleden debuteerde hij in Ajax 1, inmiddels is de vleugelaanvaller niet meer uit de basis weg te denken. Helden volgde hem de afgelopen zes maanden.
Het is januari en we staan aan de vooravond van de tweede seizoenshelft. “Hoe zal ik juichen zondag als ik heb gescoord?” vraagt Justin Kluivert uitdagend als we klaar zijn met de fotoshoot in de bestuurskamer op De Toekomst. De vleugelaanvaller gaat vol vertrouwen De Klassieker tegemoet die dat weekend op het programma staat. Hij zegt met zijn duim en wijsvinger het oké- gebaar te maken als hij scoort tegen Feyenoord. Op dat moment loopt Ajax-coryfee Sjaak Swart langs de openstaande deur. “Houd je aan je woord, hè,” roept hij. “Natuurlijk meneer,” antwoordt de jonge voetballer lachend. “Mooi, toch?” zegt Justin na hun onderonsje als hij afscheid van ons neemt. “Mannen als Sjaak Swart zien me hier al vanaf de F’jes rondlopen, hebben me zien opgroeien. Ik vind het leuk om met ze te spreken en mijn successen met hen te delen.”
Justin ontkomt daarbij niet aan de vergelijkingen met zijn vader Patrick, die in 1995 als achttienjarige spits namens Ajax de enige goal scoorde in de Champions League-finale tegen AC Milan. “Ik ben die vergelijkingen nog niet zat, hoor. Ik vind het leuk, ben trots op mijn achternaam. Maar ik ben wel een ander persoon en mijn eigen carrière aan het maken. In het begin heb ik wel het gevoel gehad dat ik daartegen moest vechten. Over een tijdje moeten mensen juist zeggen: ‘Hé, daar loopt de vader van Justin.’ Lachend: “Maar dat begint al te komen, hoor.”
SPOTLIGHTS
“Het waren bijzondere maanden. Die heb ik aan Peter Bosz te danken. Hij heeft mij de kans gegeven en die heb ik gegrepen. Maar dat het zo snel zou gaan, had ik nooit verwacht,” zegt Justin als we hem in de zomer na de training spreken over zijn doorbraak, aan de vooravond van de start van het nieuwe seizoen. De media waren lovend over Justin nadat Ajax-trainer Bosz hem in januari 2017 als vervanger van de geblesseerde Amin Younes liet debuteren tegen PEC Zwolle. Twee maanden later maakte hij tegen Excelsior zijn eerste doelpunt in de eredivisie. En Ajax stond in zijn debuutseizoen meteen in de finale van de Europa League, die weliswaar werd verloren. “In de jeugd is het heel normaal dat je met Ajax in toernooien nales haalt. Dat was ik gewend. Die Europa League-finale voelde daardoor eigenlijk ook vrij normaal, maar inmiddels weet ik dat dat niet zo is. Dat het meteen in mijn eerste jaar lukte, is geweldig.”
De jonge voetballer kwam in de spotlights. “Ik merkte dat veel mensen me ineens herkenden op straat. Ik vind dat geen probleem, vind het leuk om mensen blij te maken door even op de foto te gaan. En soms heb ik er wat minder zin in, als ik even rustig wat wil drinken.”
Ook binnen de voetbalwereld trok hij de aandacht. Zoals tijdens de finale van de Europa League, toen Justin een onderonsje had met Manchester United-trainer José Mourinho. Er werd gespeculeerd dat Justin gepolst zou zijn voor een overstap naar de Engelse club. Het lag een tikje anders. Mourinho was assistent in Barcelona toen zijn vader daar speelde en Justin nog een klein ventje was. “Hij vond het gewoon leuk om me te zien, zei tegen me dat ik groot was geworden en dat ik goed bezig was. En ik moest mijn vader de groeten doen.”
Een ander persoon is Justin door alle aandacht niet geworden, vindt hij. “Ik gedraag me niet anders omdat ik nu een profvoetballer ben, ben niet ineens uit de hoogte gaan doen, of zo. Mijn vrienden vinden dat ook niet.”
In de zomer eindigde ook zijn relatie, sindsdien gaat hij als vrijgezel door het leven. “Ik moest eerlijk zijn en mijn gevoel volgen. Ik wilde haar geen pijn doen. Of het door het afgelopen seizoen en alle veranderingen komt? Dat denk ik niet.”
NEERWAARTSE SPIRAAL
Het is vlak voor de winterstop. Aan het einde van de training, als het merendeel van de spelers het veld afloopt, doet Justin extra afwerk-oefeningen met Klaas-Jan Huntelaar en David Neres. Ze moeten op elkaar ingespeeld raken.
“Als jonge jongen keek ik altijd naar Klaas-Jan, nu speel ik met hem samen. Ik kan veel van hem leren, hij heeft ook een goede invloed op het team. Klaas-Jan weet wat een spits wil en daar moet een vleugelaanvaller aan werken, ik moet hem bedienen,” zegt Justin, wiens voorkeur duidelijk aan de linkerkant ligt. “Op die positie heb ik in mijn jeugd altijd gespeeld. Ik weet wat ik wil als ik op links sta, het voelt fijn. En op rechts heb ik soms nog het gevoel dat ik een beetje met mezelf vecht als ik de bal heb, ik weet nog niet altijd wat ik ermee moet doen. Klaas-Jan geeft me geregeld tips.” Justin lachend: “Ja, ook op liefdesgebied adviseerde hij me.”
Het nieuwe seizoen begon stroef. Niet alleen werd Ajax vroeg uitgeschakeld in de Champions League en de Europa League, Justin moest ook plaatsnemen op de bank. Hij werd geconfronteerd met zijn eerste tegenslagen op voetbalgebied. Younes kreeg de voorkeur als linkervleugelaanvaller, Neres op rechts. Justin kreeg weliswaar geregeld speelminuten, vooral als rechterspits, maar echt lekker in zijn vel zat hij niet.
Dat had ook een andere reden, waar hij in de zomer nog niet over wilde en kon spreken. Nu lukt het Justin wel om te praten over zijn ploeggenoot Abdelhak Nouri, die in de zomer ernstige hersenschade opliep tijdens een oefenduel in Oostenrijk. Hij heeft het er zichtbaar moeilijk mee. “Wat er met Appie gebeurde, is een drama. Voor zijn familie, voor zijn ploeggenoten, voor de buitenwereld. En voor mij persoonlijk, Appie was in het team altijd een van m’n vrienden. Ik kan me lastig uiten na moeilijke situaties. Na een tijdje, als het ergste gevoel gezakt is, gaat het beter. Met m’n teamgenoten Donny van de Beek en Frenkie de Jong kon ik erover praten, maar zij zaten er natuurlijk ook mee, echt helpen konden we elkaar niet. Er is me wel een mental coach aangeboden, maar ik heb daar geen behoefte aan. Ik praat liever met mijn broers, mijn neven en twee beste vrienden. Zij waren er voor me. En mijn ouders ook, hoor. M’n moeder voelt het goed aan als ik met iets zit, maar met haar vind ik het weer lastiger om over intense dingen te praten. Dat heb ik altijd al gehad. Met m’n vader praat ik ook niet echt over zware dingen, dat is zo gegroeid.”
Justin is even stil en vervolgt dan: “Ik heb het inmiddels een plek gegeven. Natuurlijk heb ik verdrietige momenten, dat hoort erbij. Het is niet iets om te vergeten, maar ik moet door. Ik ga Appie zeker bezoeken, maar pas als ik er klaar voor ben. Nu vind ik dat nog te moeilijk, ben bang dat ik dan weer in een neerwaartse spiraal terechtkom. We willen eindigen met de 34ste landtitel, dát is wat Appie ook had gewild.”
Het waren heftige maanden voor Justin, maar hij is er door gegroeid. Als voetballer en als mens. “Ik zag ineens hoe snel het verkeerd kan gaan en heb ervan geleerd dat ik echt van ieder moment moet genieten. Van het voetbal, maar ook daarbuiten. Ik relativeer meer. Het leven bestaat niet alleen uit lachen. En de voetbalwereld is leuk, maar ook hard. Ik ben gaan beseffen dat ik elke kans moet aangrijpen, het is niet zo dat ik die eindeloos krijg. In de jeugd misschien nog wel, nu is het erop of eronder. En ik realiseerde me ook dat ik ook meer moet luisteren naar mijn ouders. Als je jonger bent doe je dat niet echt, dan geloof je het wel. Maar nu ik wat ouder word en zelf dingen meemaak, weet ik: zij hebben veel meer ervaring en nog veel meer meegemaakt. Ze zullen het wel weten.”
‘Mijn vader geeft me goede adviezen. Probeert me te behoeden voor verkeerde vrienden die willen pro teren van m’n successen’
DE KARDASHIANS
Als Justin bij het omkleden zijn shirt uittrekt tijdens de fotoshoot in januari, zien we een tatoeage onder zijn hart met de naam van zijn moeder. “Voor mijn moeder voel ik iets extra’s, dat hebben jongens denk ik sowieso vaker. Ik ben echt een moederskindje. En dat is niet zomaar, dan heeft ze wel wat goed gedaan, denk ik.” Justin was vier toen zijn vader Patrick en moeder Angela van Hulten scheidden. Hij groeide met zijn oudere broer Quincy en jongere broer Ruben op bij zijn moeder in de Jordaan, aan de Noorderspeeltuin. “Ik weet niet beter dan dat ze gescheiden zijn,” zegt Justin, en vervolgt gauw: “maar we zijn niks tekortgekomen, hoor. Ik had een leuke jeugd. Na schooltijd voetbalden we in de speeltuin met vrienden. We waren altijd met zijn drieën, deden alles hetzelfde, kleedden ons ook hetzelfde. We waren net een drieling. M’n moeder vond het vooral heel belangrijk dat wij geen verwende jongens werden. Dat is misschien wel het belangrijkste dat ze ons heeft meegegeven: normaal doen en dat blijven. Mijn vader heb ik in mijn jeugd wel veel gezien, maar ik heb nooit samen met hem gewoond. We hebben een andere relatie.”
Zijn moeder heeft hem gemaakt wie hij nu is, zegt Justin, maar het voetballende deel van zijn leven dankt hij aan zijn vader. “Hij geeft me goede adviezen, probeert me te behoeden voor verkeerde vrienden die willen meeprofiteren van m’n successen. Dat kan hij als geen ander. Ik moet goed opletten, daarom houd ik m’n cirkel ook expres klein. Ik heb twee goede vrienden en verder maken mijn neven en broers onderdeel uit van m’n kring.”
Ook met Rossana Lima, de vrouw van Patrick, en zijn halfbroer Shane heeft Justin een goede band. “Ze wonen in Barcelona, dus ik zie ze weinig, maar we hebben geregeld contact.” Verder bestaat de familie nog uit twee stiefbroers en een stiefzus. De vergelijking met de familie Kardashian is gauw getrokken. Justin, lachend: “Die vergelijking hoor ik vaak en ik snap dat, maar ik zie het niet zo. De Kardashians wilden ook graag beroemd zijn, toch?” Hij vervolgt serieus: “Ik heb met iedereen uit mijn familie een goede band. Ik ben de middelste hè, die kan met iedereen goed opschieten.” Naast de naam van zijn moeder onder zijn hart, staan de namen van zijn (half)broers op zijn onderarm getatoeëerd. Alleen die van zijn vader ontbreekt nog. “Erg, hè? Maar die komt nog. Ik wil wat moois bedenken, maar weet nog niet wat.” Ook de rest van zijn tatoeages hebben een betekenis. Zijn geboortedatum, de drie Amsterdamse kruizen, en een afbeelding van Jezus en Maria. Het geheel is opgevuld met rozen die nog moeten worden ingekleurd. “Maria is mijn beschermengel. Ik ga niet naar de kerk, maar ben wel gelovig. Voor de warming-up bid ik altijd, vraag ik of ik gezond van het veld mag komen. Ik bid ook voor mijn teamgenoten. Sinds afgelopen zomer misschien nog bewuster.”
KORT LONTJE
Ondanks de harde realiteit is de lach weer terug binnen de ploeg, vindt Justin. “Die ommekeer heeft wel een tijdje geduurd. Voor iedereen kwam die op een ander moment.”
Justin greep zijn kansen in november, toen hij tegen NAC Breda voor het eerst in twee maanden weer een kans in de basis kreeg als linksbuiten. “Als je geblesseerd raakt, heb je nou eenmaal pech,” zegt hij over Amin Younes. “Dat heb ik goed opgevangen en dat is goed voor mij, maar wat minder voor hem. Zo werkt het nou eenmaal in het voetbal.”
De week daarop maakte hij een hattrick tegen Roda JC. “Dat was het moment dat ik ook de buitenwereld liet zien dat ik er weer was. Ik kwam met m’n borst vooruit weer De Toekomst binnenlopen. Veel oud-spelers en trainers kwamen een praatje met me maken en zeiden dat ze al wisten dat het me ging lukken, maar dat het er in het begin van het seizoen even niet uitkwam. Dat deed me goed. Sindsdien voel ik me lekkerder en zelfverzekerder. Als het goed gaat met voetballen, voel ik me sowieso beter.”
Over concurrentie in het veld maakt Justin zich geen zorgen. “Ik ga uit van mijn eigen kwaliteiten, soms lukt dat en soms niet. Bang ben ik in ieder geval niet, voor niemand eigenlijk.”
Het typeert hem. De jonge jongens bij Ajax laten zich sowieso gelden. Met Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt en Donny van de Beek heeft Justin een goede band. Hakim Ziyech beschouwt hij zelfs als een soort broer. “Hakim adviseert me, ik luister ook naar hem. Met hem spreek ik ook buiten het veld af. Hakim is een beetje hetzelfde als ik, hij heeft ook een beetje die bravoure.”
Die lef bij Justin sloeg ook weleens door, beseft hij. Zoals afgelopen seizoen tegen PSV, toen hij het met Jürgen Locadia aan de stok kreeg. “Ik kon in het veld soms een beetje een kort lontje hebben. Maar buiten het veld heb ik dat helemaal niet. Toen ging ik nadenken: doe even normaal Just, zo ben je helemaal niet. Ik treiter nog weleens, hoor, dat hoort erbij. Maar in het gewone leven hoort dat er toch ook bij, op een leuke manier?” zegt hij schuldbewust.
ONTSLAG KEIZER
In januari heeft Justin net zijn derde hoofdtrainer in het eerste van Ajax begroet. Ajax won de toppers tegen PSV en Feyenoord en ging met een tweede plek de winterstop in, toch moest trainer Marcel Keizer al na een paar maanden het veld ruimen. De kritiek van de buitenwereld op het spel van Ajax onder Keizer kreeg Justin uiteraard mee. “Ik vond zijn ontslag onnodig. Dat heb ik ook tegen hem gezegd. En dat ik het jammer vond en het niet had verwacht. Marcel Keizer had me vanaf de A1 opgepikt, ik kon het ook goed met hem vinden. We speelden niet altijd even goed, dat lag ook aan onszelf. Maar de laatste tijd ging het juist goed. Als iedereen honderd procent geeft, weet ik dat we de beste zijn.” Hij voegt er lachend aan toe: “Als ik maar speel, dan komt het sowieso goed.”
Onder de kersverse trainer Erik ten Hag en assistent Alfred Schreuder vertrok Ajax aan het begin van het jaar op trainingskamp naar Portugal. “Ook met de nieuwe trainers kan ik het prima vinden. Heel veel verschil merk ik nog niet, we trainen iets vaker en de oefeningen zijn soms iets anders. Maar de intensiteit is hetzelfde.”
‘Barcelona zit in mijn hart, maar wie ben ik om ‘nee’ te zeggen tegen Real Madrid?’
CAMP NOU
Justin is pas achttien en staat nog aan het begin van zijn carrière. Doelen en dromen heeft hij genoeg. “Ik wil een basisspeler blijven, veel assists en doelpunten maken en belangrijk zijn voor het team. En ik wil dit jaar het Nederlands elftal halen. Ik heb er vertrouwen in dat dit mij gaat lukken. Oranje heeft de afgelopen jaren helaas niks bereikt, ik denk dat er een nieuwe impuls nodig is. Jonge gasten als Frenkie de Jong, Donny van de Beek, Matthijs de Ligt en Timothy Fosu-Mensah en nog een paar kunnen daarvoor zorgen. Wij moeten klaargestoomd worden de komende jaren, ik denk dat het goed zou zijn om daar nu mee te beginnen. Wie de nieuwe bondscoach is maakt me niet uit. Ik vind m’n weg wel met iedere trainer.”
Maar, beseft Justin ook, hij moet nog veel beter worden. “Ik ben snel, maar kan nog sneller worden. En mijn acties kunnen nog beter.” Zijn grote voorbeeld op zijn positie is Cristiano Ronaldo. “Niet alleen binnen het voetbal, ook erbuiten. Hij is een echte topsporter. Op Instagram laat hij alleen maar goede dingen zien, hoe hard hij traint en wat hij er allemaal voor doet.”
Ook met de jonge jongens en Hakim Ziyech praat Justin geregeld over de toekomst. Nieuwe, verbeterde contracten en transfers zijn vooral rond de winterstop veelbesproken onderwerpen. “Vroeg in je carrière naar het buitenland vertrekken is een beetje normaal geworden, lijkt het. Maar of je nou vroeg gaat of wat later, ik denk dat het per persoon verschilt of dat een verstandige keuze is. Als je goed bent, kom je er wel, linksom of rechtsom,” vindt Justin. Hij vervolgt: “Maar we hebben het zeker met elkaar over onze plannen en mogelijkheden. Ik bespreek die met hen, met mijn ouders, broers en vrienden. Dan kom ik zelf tot een beslissing.”
Justin is stellig: “Ik doe wat het beste is voor mijn carrière. Mijn zaakwaarnemer Mino Raiola zegt altijd: ‘Hier is een bord met eten. Jij mag kiezen wat je pakt.’ Zo hoort het ook, denk ik. Een zaakwaarnemer biedt je de mogelijkheden, maar ík ben degene die de keuzes maakt. Daar bemoeit mijn vader zich ook niet mee, hij weet dat ik dat niet wil.”
Er is interesse voor hem, al benadrukt Justin dat hij nog niet weg hoe bij Ajax. Het kampioenschap staat hoog op zijn verlanglijstje. “Maar als er een mooi aanbod komt, weet je het nooit. Engeland trekt me erg. Arsenal, Tottenham, Chelsea of Manchester United vind ik mooie clubs waar ik mezelf over een paar jaar wel zie spelen.” En dat Justin soms ook de vruchten plukt van een succesvolle ex-voetballer als vader, realiseert hij zich goed. “Overal waar ik kom in het buitenland kennen ze me vanwege mijn vader. Hij vraagt vaak: ‘Kom even naar Barcelona, dan geef ik je een rondleiding door Camp Nou.’ Ik heb er tot mijn vierde zelfs gewoond, maar daar weet ik niks meer van. Uiteindelijk wil ik heel graag bij Barcelona of Real Madrid terechtkomen. Barcelona zit in mijn hart, maar wie ben ik om ‘nee’ te zeggen tegen Real Madrid?”
Helden Magazine
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.